NL7907165A

NL7907165A - Kunststofkrat.

Info

Publication number: NL7907165A
Application number: NL7907165A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1979-09-26
Filing date: 1979-09-26
Publication date: 1981-03-30
Also published as: DK405680A; ATE2660T1; EP0026535A1; DE3062220D1; EP0026535B1; DK150344B

Description

Λ ** _

Aanvraagster: Wavin Β.Υ. te Zwolle Titel : Kunststofkrat

Boor Aanvraagster wordt als uitvinder genoemd :

Dhr. E. Ettema te Hardenberg.

Be uitvinding heeft betrekking op een kunststofkrat voorzien van een compartimenten vormende een vakverdeling, waarbij 5 de buitenwanden al dan niet geheel gesloten zijn, terwijl de zi; -wanden tenminste gedeeltelijk dubbelwandig uitgevoerd zijn.

Een dergelijk kunststofkrat is bekend. Boor de wanden vait deze kratten dubbelwandig uit te voeren kan men deze kratten bi; toepassing van minder kunststof toch de gewenste sterkte geven 10 zonder dat bij stapeling van dergelijk gevulde kratten de wandel. van de kratten ongewenste vervormingen ondergaan.

Een nadeel van dergelijke dubbelwandige kunststofkratten is echter, dat zij, gezien hun inwendige afmetingen tengevolge I van hun dubbelwandigheid, te grote buitenafmetingen bezitten.-15 Men heeft wel getracht om de in een dergelijke dubbelwan dige kunststofkrat aangebrachte vakverdeling zodanig te plaat-sen dat een optimaal aantal flessen opgenomen kan worden in een dergelijke krat, doch in de praktijk is dit meestal nog.onvoldoende.

20 Be uitvinding beoogt nu een kunststofkrat te verschaffen ian het bovengenoemde type, waarbij de eerder genoemde nadelen niet optreden en onder behoud van kleine buitenafmetingen, een optimaal aantal flessen in een dergelijke kunststofkrat opgenomen kunnen worden.

25 Bit oogmerk wordt volgens de uitgvinding bereikt doordat éen kunststofkrat voorzien van een compartimenten vormende vakverdeling, waarbij de buitenwanden al dan niet geheel gesloten zijn, terwijl de zijwanden tenminste gedeeltelijk dubbelwandig uitgevoerd zijn, gekenmerkt is, doordat aan de wandzijden van 30 de krat gelegen compartimenten, zich uitstrekken tot de buitenwand van de kunststofkrat en bij deze compartimenten.de binnenwanden van de krat op afstand van de bovenzijde van de vakverde-— ; ling eindigen, zodanig dat in dergelijke compartimenten passende 7907165 ϊ- !Ί> — 2 - flessen bij ondersterming door de kratbodem zich tenminste gedeeltelijk onder genoemde binnenwanden uitstrekken.

Bij toepassing van dergelijke vakken, kan men in de krat een groter aantal flessen opnemen, daar nu ook de ruimte gevormd 5 door de binnen- en buitenwand van de krat, benut kan worden voor het opnemen van een flessenlichaam, onder behoud van een grote sterkte van de krat.

Met bijzonder voordeel strekken, de binnenwanden van de krat zich uit vanaf de bovenrand van de krat tot tenminste de 10 bovenzijde van in een dergelijke krat op te nemen flessen en ten hoogste tot een gebied dat boven een cylindrisch flessenlichaam ligt. Boor geschikte keuze van de hoogte van de binnenwand en de hoogte van de vakverdeling kan men ervoor zorgen dat een fles ! bij het plaatsen in een dergelijk compartiment niet geklemd raakt 15 tussen de onderzijde van de binnenwand, de bovenzijde van de vak-j verdeling en de binnenzijde Iran de buitenwand.

[Boelmatig vormt de vakverdeling rijen flesseneompartimen-ten, waarbij van elke rij slechts aan één einde een flessencom-partiment zich uitstrekt tot de buitenwand van de kunststofkrat. 20 | Op deze wijze bereikt men dat niet steeds aan beide zijden i tegenover elkaar liggende uitsparingen in de binnenwand van de ! kunststofkrat aanwezig zijn.

Hierdoor behoudt men voldoende sterkte van de wanden wanneer de kunststofkratten op elkaar gestapeld werden, zelfs ge-25 vuld met gevulde flessen.

Het is aan te bevelen om de vakverdeling aan te brengen door ten opzichte van elkaar versprongen liggende wanden.

Be vakverdeling is bij voorkeur zodanig versprongen uit-| gevoerd dat 20 flessen in de krat opgenomen kunnen werden ver-50 ; deeld in..4 rijen van 5, welke rijen in de langsrichting van de j kunststofkrat verlopen.

| Be vakverdeling is zodanig uitgevoerd dat de flessen van ‘ elkaar gescheiden zijn en zodanigehoogte bezit dat de .flessen elkaar niet kunnen raken, wanneer twee flessen in naburige com-55 partimenten van de vakverdeling geplaatst zijn.

_ Boelmatig is de vakverdeling in de hoeken van 4« kunst- 7907165 ë - 3 - stofkrat verlaagd, zodat daar'.ter plaatse naburige flessen met elkaar in aanraking kunnen komen. Dit is noodzakelijk om de fles sen gemakkelijk zonder veel lawaai in de compartimenten van de vakverdeling te kannen opnemen.

5 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin - fig. 1 een bovenaanzicht toont van een kunststofkrat volgens de uitvinding; - fig. 2 een langsdoorsnede van een kunststofkrat volgens 10 de uitvinding volgens de lijn^II-II; - fig. 5 een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 2$ - fig. 4 de stand van een fles tijdens het plaatsen van de fles in een compartiment dat zich tot aan de buitenwand uitstrek;; • fig. 5 een aanzicht vanaf de bodemzijde van een detail · 15 van een hoekgedeelte van een krat volgens de uitvinding.

In fig. 1 is in bovenaanzicht een kunststofkrat weer gegeven omvattende een buitenwand 1 en een binnenwand 2, welke aan de bovenzijde met elkaar verbonden zijn door de bovenrand 3*

De buitenwanden 1, strekken zich uit vanaf de bovenrand 20 3 tot aan de bodem 4 van de kunststofkrat. Deze buitenwanden 1 zijn al dan niet gesloten uitgevoerd.

7oor het goed in stabiele toestand kunnen stapelen van de kratten, zijn deze aan hun bodemzijde voorzien van uitstekende randen 5» die zich bevinden binnen de ruimte begrensd door de 25 binnenwanden 2.

In de kunststofkrat bevindt zich een compartiment 7 voramende vakverdeling 6, waarbij in elk compartiment 7 een fles 8 kan worden opgenomen.

Een dergelijke fles 8 omvat een cylindrisch flessenlichaait 30 8a en een halsgedeelte 8b, alsmede een bovengedeelte 8c.

Zoals men ziet, vormt de vakverdeling 6 vier rijen van compartimenten, te weten de rijen compartimenten 9» 10, 11, 12.

-Daarbij is van elke rij, slechts één der aan het uiteinde gelegen compartimenten 7* 7a zodanig uitgevoerd dat dit 35 compartiment zich uitstrekt fct de buitenwand 1 van de kunststof-~ krat. Aan de andere zijde is de rij afgesloten door een‘vakver- 7907165 i- * _ 4 _ delingswand 13, die op afstand eindigt van de binnenwand van de Icons tstofkrat.

Hetzelfde geldt voor de wand 13a, van.de tweede rij 11 van compartimenten 7c, 7d van de vakverdeling.

3 Se rijen 10 en 12, van de compartimenten zijn aan de ter genoverliggende einden voorzien van vakverdelingswanden 14 en 14a, die op afstand van de binnenwand 2 van de Icons tstofkrat liggen.

Door deze opstelling van de compartimenten van de vakver-10 deling, is het duidelijk dat de vakverdelingswanden versprongen ten opzichte van elkaar aangebracht zijn·

Zoals men ziet, eindigt bij de compartimenten 16 welke zich uitstrekken tot aan de binnenwand 1 van de kunstètofkrat de binnenwand 2 met een randgedeelte 13· Seze onderrand 13 ▼an 13 de binnenwand 2 van de konststofkrat, strekt zich tenminste uit tot voorbij de bovenrand 8c van een fles 8, doch loopt niet ver» der door dan het halsgedeelte 8b, één en ander zodanig, dat in elk geval de fles opgenomenJcan worden in de afdeling, begrensd door de buitenwand 1 van de konststofkrat, zonder dat bij het 20 plaatsen van de fles in het compartiment deze geklemd wordt tussen bovenrand 19 van de vakverdelingswand 6' van dit compartimen1; en de onderrand 13 van binnenwand 2.

Zoals men ziet, zijn van de langs de langswanden van de krat gelegen compartimenten, de binnenwanden steeds gedeeltelijk 25 weggenomen. Bepaalde gedeelten 17» 17a, 17b, 17c, kunnen zich echter tot de bodem 4 van de konststofkrat uitstrekken.

Vanzelfsprekend, kan men natuurlijk over de gehele binnenzijde de binnenwand 2 laten eindigen met de onderrand 15· Meestal verlopen dan wel op de binnenzijde van de buitenwand ver·· 30 sterkingsschotten 20 die zich voortzetten in het bovegedeelte van de krat en daar de binnen- en buitenwand met elkaar verbinden.

Be vakverdeling bezit een zodanige hoogte, dat de bovenranden 18 van de vakverdeling in elk geval verhinderen, <fcfc de flessen elkaar kunnen raken.

35 Ter plaatse van de zich tot de buitenwand uitstrekkende — compartimenten van de vakwerkverdeling, welke gelegen-zijn in de 7907165 — 5 - # hoeken, en hij voorkeur langs de wanden zijn de vakverdelings-wanden verlaagd uitgevoerd om de mogelijkheid te geven aan de slessen dat deze vrijwel storingsvrij in deze compartimentfn^^ kannen worden wanneer zij opgehangen aan de arm van een krat-5 tenvulmaohine naar beneden zakken, De vakverdelingswanden 22 bezitten namelijk een bovenrand 23 die hoger ligt dan de bovenrand 19 van de vakverdelingswanden 6 en 13·

De bovenrand van de-kunststofkrat is bij voorkeur een strakke rechthoek, met afgeronde hoeken.

10 In fig. 5 is weergegeven dat men terplaatse van de hoe ken waar de conpartimenten tot de buitenwand doorlopen versterkingen kan aanbrengen in de vorm van versterkingskolommen 24.

_ ju «~ ' 790 7 1 6 5

Claims

1. Kunststofkrat, voorzien van een compartimenten vormende vakverdeling waarbij de buitenwanden al dan niet geheel gesloten zijn, terwijl de zijwanden tenminste gedeeltelijk dubbelwandig uitgevoerd zijn, met het kenmerk» dat aan de wandzijden 5 van de krat gelegen compartimenten zich uitstrekken tot de buitenwand van de krat, en bij deze compartimenten de binnenwanden van de krat op afstand van de bovenzijde van de vakverdeling eindigen, zodanig dat in dergelijke compartimenten passende flessen bij ondersteuning door de kratbodem zich tenminste gedeeltelijk 10 onder genoemde binnenwanden uitstrekken.

2. Kunststofkrat volgens conclusie 1. met het kenmerk, dat de binnenwanden van de krat zich uitstrekken tot tenminste de bovenzijde van in een dergelijke.'krat op te nemen flessen en ten hoogste tot een gebied dat boven een cylindrisch flessenlichaam 15 !&·

3. Kunststofkrat volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenwanden van de kunststofkrat zich uitstrekken vanaf de bovenrand van de krat tot de hoogte (18) van de vakverdeling.

4. Kunststofkrat volgens één of meer der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de compartimenten van de vakverdeling welke alle gelegen zijn langs de langszijde van een kunststofkrat, zich allen uitstrekken tot de buitenwand van de kunststofkrat.

5. Kunststofkrat volgens één of meer der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de vakverdeling meerdere rijen van compartimenten vormt, waarbij van elke rij een laatste compartiment zich uitstrekt tot de buitenwand van de kunststofkrat en het aan het andere einde van een dergelijke rij gelegen com- 30 partiment begrensd is door een wand (13, 14» 13a» 14a)/die op afstand van de binnenwand van de kunststofkrat ligt.

6. Kunststofkrat volgens één of meer der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat tenminste twee diagonaal tegenover- 7907165 - 7 - Λ -4 elkaar liggende hoeken in hoofdzaak geheel dubbelwandig uitgevoerd zijn.

7. Kunststofkrat volgens één of meer'der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenwand venteen kunststof- 5 krat zich over een belangrijk gedeelte, bij voorkeur over de gehele hoogte van de krat uitstrekt over een afstand ter weerszijden van een vakverdelingswand die op deze binnenwand aansluit.

8. Kunststofkrat volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vakverdelingswanden verlaagd 10 zijn in hoekcompartimerten die zich uitstrekken tot de buitenwand van de kunststofkrat.

9«. Kunststofkrat volgens één of meer der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de bovenrand van de kunststofkrat uitgevoerd:' is als een rechthoek met afgeronde hoeken.

10. Kunststofkrat volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wandverdelingswanden (é', 15) welke compartimenten begrenzen die doorlopen tot de buitenwand lager uitgevoerd zijn dan de. andere vakverdelingswanden (22).

11. Kunststofkrat volgens één of meer der voorgaande con-20 clusies, met het kenmerk, dat het binnenoppervlak van de buitenwand versterkingsribben (21) dragen die verbonden zijn met de binnenwand»en zich bij voorkeur uitstrekken tussen bovenrand en bodem van de krat.

12. Kunststofkrat volgens één of meer der voorgaande con-25 clusies, met het kenmerk, dat de hoekcompartimenten die zich tot de buitenwand uitstrekken van versterkingskolommen - (24) voorzien zijn. ---- _ - ' 7907165