NL7906931A

NL7906931A - Druktoetsschakelaar.

Info

Publication number: NL7906931A
Application number: NL7906931A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1979-09-18
Filing date: 1979-09-18
Publication date: 1981-03-20
Also published as: EP0025629A1; JPS5936370B2; CA1144218A; EP0025629B1; BR8005900A; US4367384A; JPS5648012A; DE3061690D1

Description

X

Hf ? ^ PHN 9580 1

Drukt o etsschakelaar

De uitvinding heeft betrekking op een druktoets-schakelaar met een d.m.v. een bedieningsorgaan verplaatsbaar, uit kunststof vervaardigd schuiforgaan dat een contact inrichting bedient en aan zijn naar het bedieningsor-5 gaan toegekeerde zijde een kruisvormige kop bezit die in een kruisvormig lager van het bedieningsorgaan is bevestigd met behulp van een haakverbinding, welk schuiforgaan twee buigzame geleidingsbenen bezit die verschuifbaar zijn in een schacht met twee met hun open zijde tegenover elkaar 10 gelegen goten en uitsteeksels bezitten die samenwerken met aanslagen in de schacht.

Bij een uit het Britse octrooischrift' 1,219,022 bekende druktoetsschakelaar van de in de aahhef genoemde soort bezitten twee in eenzelfde vlak gelegen buigzame 15 geleidingsbenen elk een uitsteeksel dat samenwerkt met een corresponderende aanslag in de schacht. De diametraal tegenover elkaar gelegen aanslagen in de schacht worden gevormd door de eindwanden van in de schachtwand aanwezige vensters. Voor het monteren van het schuiforgaan in de 20 schacht moeten de geleidingsbenen naar elkaar toe worden gebogen waarna het schuiforgaan in de goten van de schacht kan worden gestoken en vervolgens met zijn uitsteeksels in de vensters kan worden gehaakt.

Om ongewenste rotatie van bedienings- en schuif-25 orgaan te verhinderen moet de afstand tussen de goten bij ~ de bekende druktoetsschakelaar relatief groot zijn, terwijl verder de diktemaat van de buigzame geleidingsbenen (gezien dwars op het vlak van beide geleidingsbenen) zo nauwkeurig mogelijk dient te zijn. Aan de laatste eis kan eenvoudig 30 worden voldaan omdat de dikte van de geleidingsbenen slechts gering is. Aan de eerste eis kan echter slechts moeilijk worden voldaan omdat de relatief grote afstand tussen de bodems van de beide goten noodzakelijkerwijs een 7906931 * .

PHN 9580 2 grotere maatafwijking met zich meebrengt. Dit geldt uiteraard ook voor de aanligvlakken van de geleidingsbenen. Een gevolg hiervan is dat een verschuiving van de geleidingsbenen volgens een verbindingslijn tussen de goten altijd zal 5 plaatsvinden.

Bij de bekende druktoetsschakelaar is demontage van het schuiforgaan onmogelijk zonder de gehele schakelaar te demonteren. In de gemonteerde toestand kunnen de gelei-dersbenen namelijk slechts van de onderzijde naar elkaar 10 toe worden gebogen om de uitsteeksels uit de vensters te bevrijden.

Het doel van de uitvinding is de genoemde bezwaren te vermijden en derhalve een druktoetsschakelaar te verschaffen waarbij enerzijds elke relatieve beweging in rich-15 tingen anders dan de contactbeweging tussen schuiforgaan en schacht zoveel mogelijk wordt verkleind en waarbij anderzijds een gemakkelijke demontage van het schuiforgaan mogelijk is.

Een druktoetsschakelaar volgens de uitvinding 20 heeft daartoe het kenmerk, dat het schuiforgaan twee starre geleidingsbenen bezit die verschuifbaar zijn in twee verdere, met hun open zijde tegenover elkaar gelegen goten in de genoemde schacht die samen met de twee eerder genoemde goten verplaatsingen van het schuiforgaan dwars op de verschui-25 vingsrichting verhinderen, waarbij de buigzame geleidingsbenen nabij hun naar de contactinfibhting toegekeerde uiteinden zijn verbonden met een als kern dienend gedeelte van het schuiforgaan, terwijl hun naar het bedieningsorgaan toegekeerde uiteinden zijn opgesloten in een passende uitspa-30 ring van het bedieningsorgaan.

Doordat de diktemaat van elk der vier geleidingsbenen (gezien dwars op het vlak van de geleidingsbenen) slechts een uiterst kleine maatafwijking kan bezitten verhindert elk paar tegenover elkaar gelegen geleidingsbenen 35 een relatieve verschuiving van het schuiforgaan t.o.v. de schacht in een richting dwars op het vlak van dit paar geleidingsbenen. In feite kan men nu de afstand tussen de twee goten zo groot als gewenst maken omdat de relatief 7906931 ^ * PHN 9580 3 grote maatafwijking van deze afstand geen invloed meer heeft op mogelijke verplaatsingen langs de verbindingslijn van twee tegenover elkaar gelegen goten.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van een druk-5 toetsschakelaar volgens de uitvinding omsluiten drie van de goten de corresponderende geleidingsbenen van het schuifor-gaan passend, terwijl tussen het vierde geleidingsbeen en de corresponderende vierde goot speling aanwezig is.

Een dergelijke uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat een eventuele maatonnauwkeurigheid van de vierde goot en/of het vierde geleidingsbeen niet tot klemming van het schuiforgaan in de schacht kan leiden. De nauwkeurige geleiding van het schuiforgaan in de schacht is door de overige drie goten en geleidingsbenen reeds voldoende ge-15 waarborgd.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin: fig. 1 een langsdoorsnede toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van een druktoetsschakelaar volgens de uitvinding langs 20 de lijn I-X volgens fig. 2, fig. 2 een dwarsdoorsnede langs de lijn II-II volgens fig. 1 toont, fig. 3 een bovenaanzicht toont van de druktoetsschakelaar volgens de figuren 1 en 2 met verwijderd bedieningsorgaan.

25 De met de figuren 1 en 2 geïllustreerde druktoets schakelaar bezit een rechthoekig bedieningsorgaan 1 dat uit kunststof is gespoten. De voorkeur wordt gegeven aan een acrylonitril - butadieen - styreen verbinding die met glas is gevuld. In het bedieningsorgaan 1 bevindt zich 30 een transparante plaat 3 waaronder een tekststrook 5 is ** aangebracht. Het bedieningsorgaan 1 is bevestigd op een uit een stuk gespoten schuiforgaan 7· Bij voorkeur wordt het schuiforgaan 7 vervaardigd uit met glas gevuld nylon.

Daartoe is het schuiforgaan 7 voorzien van een kruisvormige 35 kop 9 die in figuur 3 met een relatief dikke omtrekslijn is aangegeven. Het bedieningsorgaan bezit een kruisvormige uitsparing 11 (kruisvorm is niet getoond) die dient als lager voor de kop 9· Be kop 9 past licht klemmend in de 7906931 Λ ι ΡΗΝ 9580 4 uitsparing 11. In de gemonteerde toestand blijft een spe- -ling 13 bestaan tussen de kop 9 en der. boven zyde van de uitsparing 11. De uitsparing 11 is omringd door een kokervormige wand 15 die is voorzien van uitsparingen waarin uit-5 steeksels 17 van de kop 9 worden vastgehaakt. De wand 15 is enigszins buigzaam gemaakt ter plaatse van de uitsparingen voor de uitsteeksels 14 ter wille van het inhaken. Bovendien is het materiaal van het bedieningsorgaan 1 en het schuiforgaan 7 enigszins samendrukbaar.

10 De kruisvormige kop 9 vormt het bovenste deel van een kruisvormige kern 19 hij de hier beschreven voorkeursuitvoeringsvorm. De kern 19 behoeft echter niet over de volle hoogte kruisvormig te zijn. Het onder de kop 9 gelegen deel van het schuiforgaan 7 bezit een paar starre geleidings-15 benen 21 en 23 en een paar buigzame geleidingsbenen 25 en 27· De starre geleidingsbenen 21 en 23 zijn plaatvormig en liggen tegenover elkaar. De buigzame geleidingsbenen 25 en 27 zijn balkvormig en liggen eveneens tegenover elkaar. Het schuiflichaam 7 is zowel om een as X als om een as Y sym-20 metrisch (zie fig. 3)· De benen 21, 23, 25 en 27 prononceren in feite de kruisvorm van het onderste gedeelte van de kern 19· De geleidingsbenen 25 en 27 zijn nabij hun naar een contactinrichting 29 toegekeerde uiteinde 31 en 33 verbonden met de kern 19 en lopen evenwijdig aan de centrale 25 as 35 (zie fig. 3) van het schuiforgaan 7· In de gedemonteerde toestand van het schuiforgaan 7 bezitten de geleidingsbenen 25 en 27 vrije uiteinden 37 en 39· Omdat de geleidingsbenen 25 en 27 slechts nabij hun uiteinden 31 en 33 met de kern 19 zijn verbonden en een relatief grote 30 lengte bezitten zijn zij buigzaam. De geleidingsbenen 21 en 23 zijn over hun volle lengte met de kern 19 verbonden en gedragen zich derhalve als relatief starre geleidings-platen. Op de contactinrichting 29 - die van een nog nader te omschrijven soort is - is een kunststof schuiflager 41 35 voor het schuiforgaan 7 gemonteerd waarin zich een cylin-drische schacht 43 bevindt. Het schuiflager 41 wordt bij voorkeur uit met glas gevuld polycarbonaat vervaardigd.

In de wand 45 van de schacht 43 bevinden zich twee met hun 7906931 , > £ FEN 9580 5 open zijde naar elkaar toegekeerde U-vormige goten 47 en 49 voor respectievelijk de geleidingsbenen 21 en 23 en twee met hun open zijde naar elkaar toegekeerde U-vormige gaten 51 èn 53 "vóst respectievelijk de geleidingsbenen 25 en 27 (zie 5 fig. 3)· De buigzame geleidingsbenen 25 en 27 zijn respectievelijk voorzien van uitsteeksels 55 en 57 die samenwerken met aanslagen 59 en 61 (zie fig. 1) die zijn gevormd aan het schuiflager 41. Bij het monteren van het schuifor-gaan 7 in het schuiflager 41 worden de buigzame geleidings-10 benen 25 en 27 zover naar elkaar toe gedrukt dat de uitsteeksels 55 en 57 de aanslagen 59 en 61 kunnen passeren en worden de vier geleidingsbenen in de corresponderende goten van het schuiflager 41 geschoven. De uitsteeksels 55 en 57 worden tegen de aanslagen 59 en 61 gehouden door de 15 veerwerking van een rubberstrook .63 die deel uitmaakt van de contactinrichting 29. De rubberstrook 63 is aangebracht op een starre plaat 65 van electrisch isolerend ma-teriaal waarop zich electrisch geleidende sporen bevinden die bij het schakelen moeten worden overbrugd door electrisch ge-20 leidend materiaal. Dit materiaal bevindt zich aan de onderzijde van een mesavormige verhoging 67 in de rubberstrook 63 ©n bestaat uit een rond plaatje 69 van electrisch geleidend rubber dat is verbonden met de rubberstrook 63.

Na het monteren van het schuiforgaan 7 in het schuiflager 4l 25 wordt het bedieningsorgaan 1 op het schuiforgaan bevestigd.

Het bedieningsorgaan is hiertoe niet alleen voorzien van de uitsparing 11 waarin de kruisvormige kop 9 past, maar tevens van twee rechthoekige uitsparingen 71 en 73 waarin respectievelijk de tot nu toe vrije uiteinden 37 en 30 39 van de buigzame geleidingsbenen 25 en 27 nauwkeurig _ passen. De uiteinden 37 en 39 liggen aan tegen de bovenzijde van de uitsparingen 71 en 73 die aldus de onderlinge positie van het bedieningsorgaan 1 en het schuiforgaan 7 bepalen.

Na het monteren van het bedieningsorgaan vormen de gelex-35 dingsbenen geen buigzame balken meer, maar relatief starre benen die een wezenlijke bijdrage leveren aan de nauwkeurige geleiding van het schuiforgaan 7 in het schuiflager 41.

Bij de hier beschreven voorkeursuitvoeringsvorm 7906931 PHN 9580 6

* W

van een schuiflager 41 zijn drie van de vier goten en de daarmee corresponderende geleidingsbenen zeer nauwkeurig op maat vervaardigd. In het onderhavige geval zijn dit de goten 49, 51 en 47 en de geleidingsbenen 23» 25 en 21 5 (zie fig. 3)· D© nauwkeurige positie van het schuiforgaan is hiermee volledig gewaarborgd omdat diametrale horizontale verplaatsingen van het schuiforgaan 7 ten opzichte van het schuiflager dwars op de verplaatsingsrichting van het schuiforgaan onmogelijk zijn geworden. De lengte 10 van de goten en de geleidingsbenen is uiteraard zodanig groot gekozen dat ook kantelen van het schuiforgaan verhinderd wordt. De breedte van de goot 53 is bewust zo gekozen dat het geleidingsbeen 27 met aanzienlijke speling in de goot 53 ligt. Uiteraard kunnen ook alle goten en ge-15 leidingsbenen met eenzelfde mate van nauwkeurigheid worden vervaardigd, hoewel dit kostenverhogend werkt.

Het zal duidelijk zijn dat de beschreven druktoets-schakelaar bijzonder gemakkelijk van bovenaf gedemonteerd kan worden. Dit speelt in het bijzonder een belangrijke 20 rol bij zogenaamde druktoetsborden met meerdere druktoets-schakelaars van de beschreven soort. In dat geval bevinden zich op de plaat 65 meerdere geleidende sporen die overbrugd moeten worden. De rubberstrook 63 is dan voorzien van meerdere mesavormige verhogingen 67 die elk hun eigen con— 25 tactplaatje 69 bezitten. Het schuiflager 41 is in dat geval aangebracht in een en hetzelfde onderdeel waarin zich meerdere schuiflagers bevinden. Voor de ruwe positionering van de bedieningsorganen wordt dan gebruik gemaakt van een po-sitioneerplaat zoals de plaat 75 in fig. 2.

30 Druktoetsschakelaars volgens de uitvinding kunnen - in feite worden uitgerust met al die contactinrichtingen waarin contact wordt gemaakt door middel van een beweging van het bedieningsorgaan. Contactinrichtingen met strook-vormige contactelementen bezitten echter het voordeel van 35 een relatief kleine bouwhoogte.

7906931

Claims

1. Druktoetsschakelaar met een door middel van een bedieningsorgaan verplaatsbaar, uit kunststof vervaardigd schuiforgaan dat een contactinrichting bedient en aan zijn naar het bedieningsorgaan toegekeerde zijde een kruisvor-5 mige kop bezit die in een kruisvormig lager van het bedie-ningsorgaan is bevestigd met behulp van een haakverbinding, welk schuiforgaan twee buigzame geleidingsbenen bezit die verschuifbaar zijn in een schacht met twee met hun open zijde tegenover elkaar gelegen goten en uitsteeksels bezit-10 ten die samenwerken met aanslagen in de schacht, met het kenmerk, dat het schuiforgaan twee starre geleidingsbenen bezit die verschuifbaar zijn in twee verdere, met hun open zijde tegenover elkaar gelegen goten in de genoemde schacht die samen met de twee eerder genoemde goten verplaatsingen 15 van het schuiforgaan dwars op de verschuivingsrichting verhinderen, waarbij de buigzame geleidingsbenen nabij hun naar de contactinrichting tóegekeerde uiteinden zijn verbonden met een als kern dienend gedeelte van het schuiforgaan, terwijl hun naar het bedieningsorgaan toegekeerde 20 uiteinden zijn opgesloten in een passende uitsparing van het bedieningsorgaan.

2. Druktoetsschakelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat drie van de goten de corresponderende geleidingsbenen van het schuiforgaan passend omsluiten terwijl 25 tussen het vierde geleidingsbeen en de corresponderende vierde poot speling aanwezig is. 30 7906931 35