NL7906444A - Werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten en een groei-eenheid voor gebruik bij die werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten en een groei-eenheid voor gebruik bij die werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL7906444A
NL7906444A NL7906444A NL7906444A NL7906444A NL 7906444 A NL7906444 A NL 7906444A NL 7906444 A NL7906444 A NL 7906444A NL 7906444 A NL7906444 A NL 7906444A NL 7906444 A NL7906444 A NL 7906444A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
growth substrate
plants
forest
support
container
Prior art date
Application number
NL7906444A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ingerstedt Sven Ake
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from SE7809047A external-priority patent/SE427073B/xx
Priority claimed from SE7809048A external-priority patent/SE7809048L/xx
Application filed by Ingerstedt Sven Ake filed Critical Ingerstedt Sven Ake
Publication of NL7906444A publication Critical patent/NL7906444A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G7/00Botany in general
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/029Receptacles for seedlings
    • A01G9/0295Units comprising two or more connected receptacles
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/28Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture specially adapted for farming

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Ecology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)
  • Hydroponics (AREA)
  • Breeding Of Plants And Reproduction By Means Of Culturing (AREA)

Description

* -1- 2ogog/JF/ji
Aanvrager: Sven Xke Ingerstedt en Uno Ragnvald .«Johnsson, Simrishamn, Zweden.
Korte aanduiding: Werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bosof woud-planten en een groei-eenheid voor gebruik bij die werkwijze.
5
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten, waarbij de planten worden opgetrokken in een geschikt groeisubstraat,zoals in een zogenaamde plantenschijf of een ander gevormd lichaam, welk substraat rustend wordt gehouden op een geschikte dra-ger gedurende het groeien, alsmede op een groeisubstraateenheid voor gebruik bij het kweken van planten, in het bijzonder bos- of woudplanten.
De uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder bos- of woudplanten, alsmede op een groei-eenheid voor gebruik bij die werkwijze.
15 Bij elke vorm van het kweken van bos-of woudplanten of het nu in de open lucht is of in kwekerijen of broeikassen is het doel het verschaffen van een zo rijk mogelijk vertakt wortelstelsel, omvattende een zo groot mogelijk aantal actieve worteleinden. Dit is een eerste vereiste voor de planten om zich snel vast te zetten en een sterke groei te bereiken na -planting op de uiteindelijke groeiplek.
20 Een werkwijze voor het verschaffen van een 1rijk vertakt wortelstelsel om vat het snoeien van de wortels. Dit als gevolg van het feit dat een wortel waarvan het einde is weggesneden of is gesnoeid zeer snel een aantal nieuwe worteleinden vormt, welke tezamen een veel grotere mogelijkheid hebben voor het opnemen van water en voedsel dan het oorspronkelijke worteleinde. Als gevolg van verscheidene prac-25 tische problemen echter is het wortelsnoeien tot nu toe slechts op een zeer beperk te schaal gebruikt, hoofdzakelijk voor experimentele doeleinden.
Het hoofddoel van de uitvinding is derhalve het verschaffen van een werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder bos- of woudplanten, welke geschikt is voor het kweken van goedkope planten van een uitstekende kwaliteit., welke 30 een verrijkte groeicapaciteit hebben, alsmede een verbeterde groeieenheid met goede hanteer- en groeikarakteristieken.
De uitvinding beoogt het bovengestelde te bereiken en voorziet daartoe in een werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten, waarbij de planten worden opgetrokken in een geschikt groeisubstraat, zoals in 35 een zogenaamde plantenschijf of een ander gevormd lichaam, welk substraat rustend 7906444 i ' ‘ -·* % -2- 20909/JF/jl wordt gehouden op een geschikte drager gedurende het groeien, welke daardoor wordt gekenmerkt, dat het wortelstelsel van de planten periodiek wordt gesnoeid door het afknippen van de wortels in hoofdzakelijk het vlak waarin het groeisubstraatlichaam rust op de drager ervan, alsmede in een groeisubstraateenheid voor gebruik bij het 5 kweken van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten en in het bijzonder voor het kweken volgens de hierboven aangegeven werkwijze, welke daardoor wordt gekenmerkt, dat de eenheid een houder omvat welke aan een uiteinde open is en wanden en een bodem heeft en welke houder een groeisubstraat herbergt, welke eenheid is ingericht om in gebruik te worden geplaatst op een drager met het open uiteinde er-10 van naar beneden gericht en welke een of meer zaden herbergt of afgesneden scheuten in het bovenste gedeelte ervan.
De uitvinding zal nu gedetailleerd worden beschreven aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een dwarsdoorsnede is van een groeibed en een plantinrichting daar-15 op aangebracht ten einde het basisprincipe voor het kweken volgens de uitvinding schematisch te illustreren; # t fig. 2 gelijksoortig is aan fig. 1, maar een plant illustreert in een ander groeimedium en is bedoeld voor het tonen van een werkwijze welke iets verder is ontwikkeld in vergelijking met die getoond in fig. 1; 20 fig, 3 een dwarsdoorsnede is van een broeikas, waarin de kweekwerkwijze volgens de uitvinding wordt gebruikt; fig. 3A een perspectivische tekening is van enkele groeihouders van conventioneel ontwerp; fig. 4 een perspectivische tekening is van enkele groeieenheden volgens 25 de uitvinding; fig. 5 een overlangse doorsnede is van een groeieenheid volgens de uitvinding onmiddellijk na het zaaien; fig. 6 een overlangse doorsnede isvvan een groeieenheid volgens de uitvinding, onmiddellijk na het opkomen van de zaailing.
30 Fig. 1 toont schematisch een bed 10 van een luchtig materiaal, zoals grind, zand of dergelijke. Op het bed 10 is een net gelegd , in zijn algemeenheid aangegeven met 11, zoals een. plastic net met een gesehikte maas. In het voorbeeld getoond in fig. 1 omvat het net 11 de netlengten 11A, 11B., welke elkaar overlappen; wanneer er verscheidene netlengten of stukken zijn dan wordt het overlappen ingericht 35 in één en dezelfde richting voor een doel welk hieronder nader zal worden toegelicht.
7906444 w -3- 20909/JF/jl 'm
Bij het voorbeeld getoond in fig. 1 worden de planten staand op de netten 11 gekweekt en in fig. 1 vindt het kweken plaats in de zogenaamde plantenschijf 13, dat wil zeggen een gevormd lichaam van een geschikt groeimedium, bedekt door een voor vochtigheid ondoordringbaar en bij voorkeur een volkomen waterdichte bedekking 5 welke aan de benedenzijde open is. Daardoor zullen de wortels van de planten door geotropisme en een geschikte waterbalans naar beneden gericht worden uit het open gat, om naar beneden te groeien in het bed 10. Nu wordt volgens de uitvinding op geschikte intervallen wortelsnoeien bewerkstelligd door het afsnijden van de wortels in een vlak.
^0 Het afsnijden van de wortels kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door een relatieve beweging tussen het net 11 en het bed 10, dat wil zeggen in de praktijk door bewegen van het net 11 langs het bed 10.
Het afsnij-effect kan eveneens worden bereikt door het bewegen van een geschikt snijorgaan, zoals een mes, een draad, of dergelijke, tussen het net 11 en 15 het bed 10. Bij het voorbeeld getoond in de tekening wordt een beweging van het snijorgaan 14 in de richting van de pijl A beschouwd, in welk geval het noodzakelijk is dat de netlengten elkaar overlappen in één en dezelfde richting zoals hierboven aangegeven .
Opgemerkt dient te worden dat de worteleinden van de planten, naast het 20 rijkelijk vertakken naar beneden, worden weerhouden rond de zijranden en hoeken van de waterdichte bedekking te lopen, vanwege het feit dat de vochtigheidsomstandighe- . den beneden naar de grond gunstiger zijn dan binnen de waterdichte bedekking,omdat de watercondensering plaats 1vindt aan het binnenoppervlak van de waterdichte bedekking.
25 Het voorbeeld van fig. 2 is zeer gelijksoortig aan dat van fig. 1, maar verschilt daarvan doordat het groeisubstraat nu een coherent groeisubstraatlichaam 16 is met een pyramide-achtige vorm. Dit lichaam wordt geplaatst op twee netten 17, 18, waartussen het snijorgaan 14 wordt bewogen in de richting van de pijl A om het wortelsnoeien te bewerkstelligen door het afsnijden in een vlak. Bij dit voorbeeld 30 kan het waarschijnlijk eveneens mogelijk zijn het afsnijden te bewerkstelligen door een relatieve beweging van de netten 17, 18 met geschikte intervallen.
Bij beide voorbeelden worden natuurlijk een zeer groot aantal groeisub-straatlichainen geplaatst naast elkaar op de netten, zoals verscheidene duizenden.
Bij het voorbeeld van fig. 3 zijn op de bodem 19 van de broeikas inge-35 richt: een geschikt kweekbed 20, omvattende grof grind bijvoorbeeld waarop een plas- 7906444 h -4- 20909/JF/jl t tic net roet een geschikte maas is gelegd. Dan worden op het plastic net geschikte netstukken 21 gelegd, zoals die met een gebruikelijke afmeting van 80 x 120 cm.
Elk van deze netstukken draagt een aantal groeisubstraatlichamen, bijvoorbeeld gelijksoortig aan het lichaam 16 in fig. 2.
5 Langs de zijwanden van de broeikas lopen rails .23 voor een transversale loopkraan 24 welke een schematisch getoond snijorgaan 25 omvat voor het wortel-snoeien aan de onderoppervlakken van de netstukken 21 op een wijze welke gelijksoortig is aan die welke hierboven is beschreven met betrekking tot fig. 2. Het snijorgaan kan zich geheel langs de totale breedte van de broeikas uitstrekken of kan op 10 alternatieve wijze een dusdanige lengte hebben dat deze het wortelsnoeien steeds uitvoert voor een overlangse plantenrij, zoals aangegeven in fig. 3. De loopkraan 24 dient bij voorkeur uitgerust te zijn met spuitkoppen 26 voor het toedienen van water, .•...voedsel, bestrijdingsmiddelen, .zoals., insecticiden, etc* Verder „is .de kraan:· 24.: bij.. ·...' voorkeur voorzien van een optilorgaan 27, om een eenvoudige verdeling van de net-15 stukken met de daarop rustende groeisubstraatlichamen mogelijk te maten, en daarna een eenvoudige optilling en verwijdering daarvan uit de broeikas voor transport naar de plantplek.
Fig. 3A·toont drie houders 30, welke een geschikt groeisubstraat 31 herbergen, zoals laagveen of dergelijke. In elk van de houders 30 wordt een plant 32 ge-20 kweekt.
Fig. 4 toont drie groeieenheden volgens de uitvinding. Elk ervan omvat een omhulling in zijn algemeenheid aangegeven met 33» welke een vulling 34 bevat, fig. 5, bestaande uit een geschikt groeisubstraat, zoals laagveen, grond*rijk aan mineralen, mineraalwol of geschikte mengsels daarvan. Het groeisubstraat kan even-25 eens voedsel, bestrijdingsmiddelen, zoals insecticiden omvatten.
Bij deze uitvoeringsvorm wordt aangenomen dat de houders 33 de vorm hebben van een samengeperst mengsel van laagveen en cellulose en dat de houders vierkante afgeknotte pyramiden zijn, ofschoon ook andere vormen mogelijk zijn. Het is echter in het bijzonder voordelig de houders dusdanig te ontwerpen dat het beneden- 30 oppervlak 35, fig. 5, aanzienlijk groter is dan het bovenoppervlak 36, fig. 4,5.
Het vervaardigen van de houders 33 in lijn» ("in situ”) wordt eveneens beschouwd, bijvoorbeeld dat een aantal substraatlichamen in een vorm worden geperst, bijvoorbeeld in een algemene vorm zoals getoond in fig. 4. Deze lichamen, naast el--kaar aangebracht zoals getoond in fig. 4 worden dan voorzien van een geschikte opper-35 vlaktebedekking welke na het drogen of uitharden de houders in kwestie vormt. De af- 7906444 -5- 20909/JF/jl zonderlijke kweeksubstraatlichamen, welke in lijn met de omhulling zijn verschaft kunnen dan van elkaar worden gescheiden voordat de eenheden worden voorzien van zaden of afgesneden scheuten.
Zoals hierboven aangegeven toont fig. 5 een groeilichaam welke in een 5 bovenuitsparing 37 is voorzien van een zaad 38 welke een eerste worteldraad 39 heeft ontwikkeld en zijn schaal 40 heeft afgeworpen. Een aantal groeisubstraatlichamen welke naast elkaar zijn geplaatst, worden bedekt door middel van een geschikt net 41 als bescherming tegen aanvallen door vogels, knaagdieren en dergelijken.
Fig. 6 toont een overlangse doorsnede van een gioeisubstraatlichaam 10 waarin de plant 42 een zeer rijk vertakt wortelstelsel 43 heeft ontwikkeld, welk -rijkelijk vertakken van het wortelstelsel is verrijkt door het wortelsnoeien zoals hierboven beschreven.
De beschreven groeieenheid volgens de uitvinding heeft het voordeel dat de in vergelijking stijve houderwanden zonder falen de planten van elkaar geschei-15 den houden. Het substraatlichaam, welk zich naar boven uitstrekt van het draagopper-vlak, is toegankelijk voor de omgevingslucht van alle zijden, -met uitzondering van het onderoppervlak. Aangezien de omgevende lucht gebruikelijk warmer is dan de aarde verrijkt deze toegankelijkheid een snellere ontkieming en een verbeterde groei in vergelijking met groeieenheden volgens de stand van de techniek.
20 Een mogelijk optredende wortelvoortplanting van de ene houder naar de aangrenzenden kan worden geregeld door een regulering van de vochtigheid en indien gewenst volkomen worden voorkomen, hetgeen het scheiden van de planten van elkaar vergemakkelijkt wanneer deze worden opgepakt voor transport naar de plantplek.
Vanwege de getoonde form van de houder kunnen de groeieenheden volgens 25 de uitvinding zeer eenvoudig worden opgepakt door middel van méchanische inrichtingen wanneer deze dienen te worden bewogen naar de plantplek.
De getoonde uiterlijke vorm van de groeieenheden is zeer voordelig met betrekking tot het planten of plekken waarbij anders het risico bestaat van het opvriezen als gevolg van zogenaamd "fluted ruff"-effect, aangezien de afgeknotte 30 konisehe vorm dient voor het naar beneden houden van de substraatlichamen.
Bij voorkeur zijn de gaten 37 voor het zaad 38, fig. 5, naar beneden toe konisch taps toelopend gevormd en hebben deze een voldoende diepte, zodat de zaden kunnen ontkiemen bij de geschikte vochtigheid welke aanwezig is binnen de eenheid, en zodat de zaailingen tijd genoeg hebben om zichzelf vast te zetten en een zekere 35 inherente kracht aan te nemen voordat de plant de bovenranden van het gat bereikt.
7906444
V
c - .
-6- 20909/JF/jl
Op deze wijze worden het zaad en de zaailingen eenvoudig beschermd door middel van het overliggende net 41 tegen aanvallen van vogels en knaagdieren, indien gewenst totdat de zaailing is gegroeid tot een afmeting waarop deze niet meer aantrekkelijk. is voor vogels en knaagdieren.
5 Gedurende het kweken is het in vergelijking leenvoudig de wand van de houder op een juiste vochtigheid te houden, zodat de wortels worden gedwongen in hoofdzaak naar beneden te groeien vanwege het positieve geotropisrae.
Door een geschikte keus van het materiaal voor de houders 33 kunnen de houders na het uitdrogen dienen als een bescherming tegen verdamping van de voch- 10 tigheid welke het substraatlichaam absorbeert van het draagoppervlak ervan.
Zoals getoond in fig. 6 leent de groeisubstraateenheid volgens de uitvinding zich zeer eenvoudig voor het hierboven beschreven wortelafsnijden. Vanwege het. zeer. rijk vertakte wortelstelsel .welk-.daardoor, wordt verkregen f; zal het .voldoen-!·.. ' ' ' dè zijn bij het feitelijke planten,' alleen het substraatlichaam op de grond te 15 plaatsen, welke grond vooraf op geschikte wijze is voorbereid. Indien gewenst kunnen dan de allerlaagste gedeelten van het substraatlichaam worden bedekt door mine-raalgrond of dergelijke. Op déze wijze wordt het voordeel bereikt dat het substraatlichaam een zeer bevredigende toelaatbaarheid verkrijgt waarbij de zich uitstrekkende gedeelten van het substraatlichaam gemakkelijk toegankelijk zijn voor de omge- 20 vende, gebruikelijk hetere lucht.
Opgemerkt dient te worden dat de houders 33 natuurlijk kunnen worden vervaardigd met behulp van een massafabricageproces met verschillende afmetingen en kwaliteiten, zoals in hoeveelheden tot rond 50.000 eenheden per uur.
25 30 -CONCLUSIES- 7906444

Claims (10)

1. Werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bosof woudplanten, waarbij de planten worden opgetrokken in een geschikt groeisub- 5 straat, zoals in een zogenaamde plantenschijf of een ander gevormd lichaam, welk substraat rustend wordt gehouden op een geschikte drager gedurende het groeien, met het kenmerk, dat het wortelstelsel van de planten periodiek wordt gesnoeid door het afknippen van de wortels in hoofdzakelijk het vlak waarin het groeisubstraat-lichaam rust op de drager ervan.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een bed van grof grind of een gelijksoortig materiaal wordt gebruikt als een drager voor de groei-substraatlichamen, welke drager de groeisubstraatlichamên draagt door middel van een in vergelijking grofmazig net of dergelijke, waarbij het afsnijden van de wortels wordt bewerkstelligd door het periodiek bewegen van het net met betrekking tot 15 het bed.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk* dat een bed van grof grind of een gelijksoortig materiaal wordt gebruikt als een drager voor de groei-substraatlichamen, welke drager de groeisubstraatlichamên draagt door middel van een in vergelijking grofmazig net of diergelijke, waarbij het afsnijden van de wor- 20 tels wordt bewerkstelligd door het periodiek bewegen van een snij-inrichting langs het onderoppervlak van het net.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een bed van grof grind of een gelijksoortig materiaal wordt gebruikt als een drager voor de groei-substraatlicharaen, welke drager de groeisubstraatlichamên draagt door middel van 25 een in vergelijking grofmazig net of dergelijke, waarbij tussen het plant dragende net en het bed een tweede net is aangebracht en waarbij het afsnijden van de wortels wordt bewerkstelligd door het periodiek ten opzichte van elkaar bewegen van de netten.
5. Werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat het snijorgaan periodiek wordt bewogen tussen de netten.
6. Groeisubstraateenheid voor gebruik bij het kweker, van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten en in het bijzonder voor het kweken volgens de werkwijze conform één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eenheid een houder omvat welke aan een uiteiride open is en wanden en een bodem 35 heeft en welke houder een groeisubstraat herbergt, welke eenheid is ingericht om in 7906^44 Λ. -8“ 20909/JF/jl * gebruik te worden geplaatst op een drager met het open uiteinde ervan naar beneden gericht en welke een of meer zaden herbergt of afgesneden scheuten in het bovenste gedeelte daarvan.
7. Eenheid volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de houder de ui- 5 terlijke vorm heeft van een afgeknotte konische pyramide waarvan het basisoppervlak open is.
8. Eenheid volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat:de houder in 1 ijn is vervaardigd op een gevormd groeisubstraatlichaam.
9. Eenheid volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de houder bestaat uit of omvat een substantie welke resulteert in het feit dat de houder ondoordringbaar of nagenoeg ondoordringbaar voor waterstoom wordt, zodra het lichaam aanvakelijk is nat gemaakt om het ontkiemen te starten en .. de houder, daarna is gedroogd... . . . .. /· . - . · - .·
15 Eindhoven, augustus 1979. i 7906444
NL7906444A 1978-08-28 1979-08-28 Werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten en een groei-eenheid voor gebruik bij die werkwijze. NL7906444A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE7809047A SE427073B (sv) 1978-08-28 1978-08-28 Forfaringssett vid odling av skogsplantor
SE7809047 1978-08-28
SE7809048 1978-08-28
SE7809048A SE7809048L (sv) 1978-08-28 1978-08-28 Odlingsenhet, speciellt for odling av skogsplantor

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906444A true NL7906444A (nl) 1980-03-03

Family

ID=26657102

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906444A NL7906444A (nl) 1978-08-28 1979-08-28 Werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten en een groei-eenheid voor gebruik bij die werkwijze.

Country Status (13)

Country Link
AU (1) AU5031079A (nl)
CA (1) CA1144371A (nl)
DE (1) DE2934714A1 (nl)
DK (1) DK153196C (nl)
ES (2) ES483680A1 (nl)
FI (1) FI62927C (nl)
FR (1) FR2434562A1 (nl)
GB (1) GB2029681B (nl)
IE (1) IE48541B1 (nl)
IL (1) IL58122A0 (nl)
IT (1) IT1122512B (nl)
NL (1) NL7906444A (nl)
NO (1) NO151766C (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5298041A (en) * 1991-01-22 1994-03-29 Barney K. Huang Plant tray with detachable bottom
US5331908A (en) * 1992-05-14 1994-07-26 Carl F. Loeb Method of growing perennials
US6357180B1 (en) * 1998-10-29 2002-03-19 Barney K. Huang Push-pull root air-prunting tray and container systems
EP2792233A4 (en) * 2011-12-13 2015-08-12 Rivas Angel Arnanz TRANSPLANT CONE FOR CONSTRUCTION SCHOOLS
CN104067882B (zh) * 2014-06-19 2015-12-09 中国科学院东北地理与农业生态研究所 一种甜菜纸筒育苗断根专用机及其使用方法

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1636625A (en) * 1926-05-11 1927-07-19 James W Conrad Method of starting and transplanting plants
DE545641C (de) * 1931-01-06 1932-03-08 Jochim Hinrich Trede Pflanzenpikiervorrichtung
DE964363C (de) * 1955-09-04 1957-05-23 Gustav Luedemann Geraet zum Loesen und Anheben von Pflanzen, insbesondere fuer Baumschulen
US3534497A (en) * 1968-02-09 1970-10-20 Keyes Fibre Co Means for germinating seeds and replanting seedlings or the like grown therefrom
GB1335693A (en) * 1970-11-04 1973-10-31 Astborg T Process for producing plant products expediently adapted for marketing and products produced according to this process
US3991516A (en) * 1974-12-17 1976-11-16 Cicero Edward L Separating flower pot
SE7609926L (sv) * 1976-09-08 1978-03-09 Hasselfors Garden Ab Forfaringssett vid odling

Also Published As

Publication number Publication date
NO151766B (no) 1985-02-25
FR2434562B3 (nl) 1981-07-03
IE48541B1 (en) 1985-02-20
DK153196C (da) 1988-11-07
DK153196B (da) 1988-06-27
IT7925308A0 (it) 1979-08-28
IT1122512B (it) 1986-04-23
NO792758L (no) 1980-02-29
ES483680A1 (es) 1980-04-16
FI792666A (fi) 1980-02-29
IE791625L (en) 1980-02-28
CA1144371A (en) 1983-04-12
FR2434562A1 (fr) 1980-03-28
AU5031079A (en) 1980-03-06
GB2029681A (en) 1980-03-26
DK356079A (da) 1980-02-29
ES247515U (es) 1980-09-01
DE2934714A1 (de) 1980-03-27
GB2029681B (en) 1983-02-02
IL58122A0 (en) 1979-12-30
ES247515Y (es) 1981-02-16
NO151766C (no) 1985-06-05
FI62927B (fi) 1982-12-31
FI62927C (fi) 1983-04-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5379547A (en) Plant cultivation apparatus and method
US5193306A (en) Plant cultivation apparatus and method
FI63651C (fi) Plantodlingsenhet
US4057932A (en) Container for seedlings
US4075785A (en) Method for hydroponic growing of lettuce
US20050229487A1 (en) Plant cultivation apparatus and method for growing crops in sequence
US5983566A (en) Container for growing and transplanting flowers and plants
NL7906444A (nl) Werkwijze voor het kweken van planten, in het bijzonder van bos- of woudplanten en een groei-eenheid voor gebruik bij die werkwijze.
WO2020003294A1 (en) Seed womb
JP2004208611A (ja) 自然薯の養液栽培方法およびその栽培装置
NL2007616C2 (nl) Werkwijze en samenstelling voor het kweken van een als één geheel verplaatsbaar haagdeel, verplaatsbaar haagdeel en haag.
JP2008092942A (ja) 植栽ブロックおよび植栽構造体
Gregorio et al. Guide to quality seedling production in smallholder nurseries
JP3996621B1 (ja) 芝を用いたマット材、その製造方法、それを用いた防草方法および除草方法、それを用いた植栽ブロックおよび植栽構造体
RU2744178C1 (ru) Способ лесовосстановления
RU2692551C1 (ru) Способ разведения рассады. Спиральная кассета. Разборная ячеистая кассета. Многогранный горшочек
US3063197A (en) Horticultural procedure and apparatus
CA1070114A (en) Container for seedlings
Barrett The use of planter flats for raising forest nursery stock
FI60631B (fi) Plantbehaollare
CA3135690A1 (en) Seed womb
CA1068482A (en) Container for seedlings
JP2023515022A (ja) 播種前組成物を含む取り出し可能な記念容器を有する動物棺
Wood CONTAINERIZED REFORESTATION SEEDLING SYMPOSIUM
KR20220091130A (ko) 다단형 양액 공급식 작물 재배 시스템

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed