NL7905274A

NL7905274A - Navelstrengklem.

Info

Publication number: NL7905274A
Application number: NL7905274A
Authority: NL
Original assignee: Hollister Inc
Priority date: 1978-07-17
Filing date: 1979-07-05
Publication date: 1980-01-21
Also published as: MX149864A; IT7949681A0; FR2431281A1; AU516799B2; GB2025511A; JPS617698Y2; ATA476179A; DE2927083C2; LU81513A1; NL184936B; GB2025511B; FR2431281B1; SE442816B; DK152087B; KE3250A; AU4845379A; US4212303A; NZ191028A; DK152087C; NL184936C

Description

'V

/ TO 7999 ___________________________

Hollister Incorporated,

Chicago, Illinois:, Verenigde. Staten.van America.

Havelstrengklem.

Het Amerikaanse octrooisshrift 3-2^7,852 op naam van : aanvraagster, openbaart een goedkope, wegwerpHare en op grote, schaal : gebruikte navelstrengklem voor het afsluiten van de navelstreng van een pasgeboren zuigeling. De klem is vervaardigd uit buigzame kunststof , 5 ' heeft een paar armen, verbonden door een uit een stuk. daarmee gevormd scharnier, en is voorzien van grendelmiddelen in de vorm van. een Eaakrr· gedeelte 16, dat kan worden opgenomen in een uitsparing 38, wanneer de klem is gesloten (figuur 2)..

Ondanks de doelmatigheid van de in dit octrooisrhrift ge-«-10 openbaarde klem, heeft deze geen zichtbare middelen: voor Bet' duidelijk, aangeven aan een gebruiker, dat een volledig grendelen heeft plaatsgevonden. Figuur· 2 van dit octrooischrift toont de haak: 36" in de volledig in de uitsparing 18 gestoken stand daarvan. Hoewel dit de volledig gregrendelde toestand is van de haak, vanneer de klem is gesloten, 15’ blijft het feit bestaan, dat een gebruiker zonder het voordeel van de doorsnede volgens figuur 2 en alleen kijkende naar de buitenoppervlakken van de gesloten klem, niet gemakkelijk met zekerheid kan vaststellen, dat de haak volledig is opgenomen in de uitsparing in plaats van slechts: gedeeltelijk te zijn opgenomen.

20 Het is. derhalve een doel van de uitvinding navelstrengklem te verschaffen, uitgerust met een grendelconstructie.-, die een duidelijk zichtbare (ook hoorbare) aanduiding geeft aan een gebruiker, dat de onderdelen volledig aan elkaar zijn.gegrendeld. Bovendien' is: het een doel een klem te verschaffen, voorzien van armen, die nog betrouwbaarder' 25 aan elkaar grendelen onder omstandigheden, die de armen vervormen, dat wil zeggen onder omstandigheden die een naar buiten buigen veroorzaken van de armen als gevolg van de daartussen vast geklemde navelstreng. Ben bijzonder belangrijke kant van de uitvinding ligt in het verschaffen van een grendelmechanisme, dat een uitzonderlijke betrouwbaarheid ver— 30 schaft zonder dat een vergrote sluitkracht nodig is voor de werking daar- 7905274 2 -r van.De kracht, nodig voor het sluiten van de onderhavige klem is in feite verkleind zonder enige ‘betrouwbaarheid op te offeren en met de voordelen van duidelijkzichtbare en hoorbare aanduidingen van de gren-delwerking.

5 Kort gezocht, heeft de klem een in het algemeen V-vormige gedaante, en een paar buigzame armen, waarbijde achtereindgedeèlten daarvan met elkaar zijn verbonden door een uit een stuk daarmee gevormde scharnier bij de top van de V-vormige klem. De vrije voorste· einden van de armen bevinden zich gewoonlijk op onderlinge afstand·, en kunnen 10 naar elkaar worden bewogen voor het tussen de armen vaètklemmen van een navelstreng. De grendelmiddelen voorhet aan elkaar vast zetten van. de armen, hebben de vorm van een buigzame tong aan het voorste einde van een van de armen, welke tong naar de andere arm uitsteekt in de richting, van de grendelbeweging van de eerste arm. De andere arm of 15 tweede arm heeft een naar voren gerichte uitsparing aan zijn vrije einde voor het opnemen van de tong. Een paar uitsteeksels strekken zich uit in de uitsparing vanaf tegenover elkaar liggende zijden daarvan, welke uitsteeksels zijn voorzien van naar voren hellende lei-opper-vlakken, die kunnen worden aangegrepen door de punt van de tong voor 20 het naar voren buigen van de tong, wanneer de klem in een gedeeltelijk gesloten stand wordt geknepen. De tong heeft een paar zijdelingse inkepingen, welke inkepingen op afstand liggen vanaf de punt voor het opnemen van de uitsteeksels nadèt de tong is vrijgekomen van de lei-oppervlakken, en naar achter is gesprongen in een niet gebogen en niet 25 onder spanning staande grendeltoestand. Wanneer de tong zich in deze toestand bevindt, zijn de zijuitsteeksels duidelijk zichtbaar, waarbij zij. bij voorkeur enigszins naar voren uitsteken door de zijdelingse inkepingen van de tong voor het verschaffen van een duidelijk, zichtbare aanduiding, dat de armen volledig aan elkaar zijn gegrendeld.

30 Wanneer de langwerpige tong in zijn grendelstand springt, grijpt de tong de andere arm aan met een krachtige klik voor het zodoende geven van een hoorbaar signaal, dat- grendelen heeft plaatsgevonden. Een verdere zekerheid wordt bereikt dankzij het feit, dat het naar buiten buigen van de armen de neiging heeft de gegrendelde tong 35 naar achteren te drukken tot in een nog grotere grendelaangrijping op 790 5 2 74 3 ^ ¥ zijdelingse uitsteeksels:. Bij de beschreven' voorkeur suitvoerings7orm kan een kleine afstand zijn voorzien tussen Bet acht er oppervlak. van de uitsparing en de tong wanneer de klem is gesloten, zonder waarneembaar tuigen van de armen, welke ruimte zodoende een "begrensde, aanvullende 5 achterwaartse verplaatsing opneemt van het puilt gedeelte van de tong, wanneer de klem. is gesloten onder omstandigheden,, die een aanzienlijk. raft?» buiten buigen van de armen veroorzaken.Onder uiterste omstandigheden zoals wanneer· het vervormen van de armen zodanig groot is, dat de tong wordt gedwongen in zijn gegrendelde toestand te buigen, verbetert 10 een dergelijke buigwerking de veiligheid van het grendelverhand in plaats- van dit te verminderen.

Andere kenmerken, voordelen en doeleinden van de uitvinding worden duidelijk uit de beschrijving en de tekening. Voor een vollediger . begrip van de stand van de techniek, kan worden verwezen naar de Ame— 15 rikaanse octrooischriften 3.85^-.^-82, 3.735.7^5 en 3-822.052.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: figuur "'een zijaanzicht is van de onderhavige navelstrengklem die in de open toestand is weergegeven, 20 figuur 2 een ruimtelijk aanzicht is van de klem, nadat de armen daarvan naar elkaar zijn gedrukt tot in een gedeeltelijk, gesloten toestand, figuur 3 een vooraanzicht is volgens de lijn ΠΓ-ΠΣ in figuur 5 van de Hem in de gesloten toestand, 25 figuur U een. doorsnëde is volgens de lijn I7-IV in figuur 3, figuur 5 een doosnede is volgens de lijn V—V in figuur 3, figuur 6 een aan figuur 5 gelijke doorsnede is, waarbij de amen van de klem worden gesloten en de tong naar voren wordt gebogen voor het loskomen van de zijdelingse uitsteeksels in de uitsparing 30 van de onderste arm, en figuur T een figuur 6 gelijke doorsnede is, waarbij het verband is weergegeven van de onderdelen wanneer de Hem volledig is gesloten op een navelstreng.

Onder verwijzing naar de tekening duidt het verwijzingscijfer 35 10 in zijn algemeenheid een navelstrengklem aan, voorzien vam armen 11 790 5 2 74

V

' lien 12, die aan hm achtereinden zijn verbonden door een nit Stuk. daarmee gevormd scharnier 13.De weergegeven klem is: ui.t e.en ëruk. gevormd uit veerkrachtig, buigzaam materiaal,, hij voorkeur een materiaal, dat in een autoclaaf kan wordsi behandeld voor het'verbruikt Nylon is: ge— 5 schikt gebleken voor dit doel, waarbij echter andere kunststoffen, die 'soortgelijke eigenschappen van buigzaamheid, duurzaamheid en mogelijk.— . heid tot behandeling in een autoclaaf hebben, kunnen worden gebruikt ,

De tegenover elkaar liggende oppervlakken van de armen zijn voorzien van tanden 1U voor het helpen bij -het verschaffen van een'be— 10 trouwbare greep op een daartussen vastgeklemde navelstreng. Om te voorkomen, dat de navelstreng de opening binnengaat in het vergrote lus— scharnier 13, is een blokkeringselement 15 uit een stuk gevórmd met een van de armen, welk element de ingang naar-'de opening 16" afsluit, wanneer de klem zich in de in figuur 1 weergegeven' open' stand bevindt.

1J Het wordt duidelijk geacht, dat het blokkeringselement 15", dat buigt bij: aangrijping op de andere arm wanneer de klem wordt gesloten, verder zijn blokkerende werking uitvoert gedurende de gehele werking van het sluiten.

Nabij hun vrije· voorste einden, zijn de armen 13' 'en 12 20 voorzien van dvarsribben 17 langs hm naar buiten gerichte' oppervlakken voor het vergemakkelijken van het betrouwbaar aangrijpen en hanteren van de klem tijdens gebruik daarvan. Opgemerktwordt , dat hij het verwijzen naar de armen 11 en 12, uitdrukkingen, zoals "voorste”, "achterste", "bovenste" en "onderste" soms worden gebruikt om te fielpen bij 25 het beschrijven van de tekening, en bij het in onderling verband zien van de onderdelen, maar dat deze uitdrukkingen niet zijn bedoeld om een bepaalde stand van deklem bij h.et gebruiken daarvan, te suggeren.

De tot.hier beschreven constructie is algemeen bekend en geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 3.2^7.852. De onderhavige 30 kenmerken hebben in hoofdzaak betrekking op de middelen voor het in de gesloten toestand grendelen van de klem, en op de bijzondere samenwerkingsverbanden, die ontëtaan wanneer de-ze grendeImiddelen werkzaam zijn in samenhang met de overige onderdelen van de klem, gezien als geheel.

35 De grendelmiddelen bevinden zich. aan de vrije voorste einden 790 52 74 " 5 -

V

van. de armen, en de vatten een Buigzame tong 18V die uit; een ^fcuk. is; gevormd met de Bovenste. arm Ί1 en zich. in Set algemeen naar de onderste arm 12 uitstrekt. De onderste arm ïsr voorzien van een naar voren ge— ricSte uitsparing 19 voor Set opnemèn van de tong, wanneer de klem. is 5 gesloten (figuur 2). Deze uitsparing wordt Bepaald door in Set algemeen evenwijdige zij oppervlakken 19a, en door de Bodem en achteroppervlakken T9B en 19c. In de uitsparing sttekt een paar op onderlinge afstand - liggende uitsteeksels 20 zicS naar- Binnen uit vanaf tegenover elkaar:-liggende zij oppervlakken 19a. Zoals zeer duidelijk, weergegeven in de 10 figuren 2 en 6-7, Bevinden de op onderlinge afstand liggende, evenwijdige uitsteeksels zich* hoven het Bodemoppervlak 19, waarbij' zij zijn voorzien van naar Beneden en naar voren Bellende lei-oppervlakken 2Ga, welke oppervlakken geleidend kunnen samenwerken met de punt van de tong 18 opde hierna beschreven wijze. Ook is op te merken, dat de uitsteeksels: 15 20 zijn ondersneden, d.v.z dat zij zijn voorzien van onderoppervlakken 20B die naar Boven en naar achter hellen, zoals aangegeven in figuur 6.

De langwerpige tong 18 is voorzien van een paar zijdelingse inkepingen 21, welke inkepingen de uitsteeksels 2Q opnemen, wanneer de klem volledig is gesloten, (figuur 3 en 5ί· Oufer dergelijke omstan— 20 digheden, Bevindt het puntgedeelte 22 van de tong zich in de uitsparing onder de uitsteeksels 20.

Onder verwijzing naar figuur 5 is te zien, dat de tong 18 zich op kleine afstand voor het achteroppervlak 19c Bevindt van de uitsparing wanneer de klem in de gesloten toestand is, zonder waarneem— 25 bare vervorming van de arm 11 en 12. Wanneer krachten worden uitgeoefend die de neiging hebben de vrije einden van de armen uit elkaar te drukken, hebben deze krachten tot gevolg, dat het punt 22 naar boven en naar ach?-. terloopt langs de hellende oppervlakken 20b van de ondersneden uitsteeksels 20, voor het zodoende nog betrouwbaarder te doen grendelen van de 30 tong achter de uitsteeksels. Tervorming van de uitsteeksels 2Q in antwoord op dergelijke krachten, wordt-tegengegaan, omdat de uitsteeksels Binnenwaartse verlengingen zijn van de zijoppervlakken 19a, en derhalve niet vrij in waarneembare mate naar boven kunnen buigen.

Een belangrijke kant van de grendelconstructie en de werking 35 daarvan ligt in het feit, dat spanningen, die het gevolg zijn van hst 7905274 ' * - 6 -

V

tussen de armen vastklemmen van een navelstreng, zich. in hoofdzask uitstrekken in een richting, die in lengterichting van de langwerpige ' tong loopt. Omdat dergelijke'spanningen in lijn zijn in plaats: van ver-springen met betrekking tot de tong, hebben de reaktiekrachten, die 5 worden uitgeoefend door de·, vastgeklemde navelstreng, en' die. de. vrije einden van de armen uit elkaar drukken, niet. tot gevolg, dat de punt van de tong wordt gedwongen naar voren te huigen, w.eg van da uit steek-selsZoals aangegeven vindt preciesr het tegenovergestelde plaats:. ‘

In lijnspanningen van de tong 1.8 samen met de geleidende werking, ver-^ 10 schaft door de hellende onderoppervlakken 2Oh, aangegeven door .de punt 22, doen de tong naar achteren huigen en de punt 22 nog dieper in de uitsparing 19 bewegen. Voor wat betreft de werking daarvan kan de tong worden beschouwd, als zijnde voorzien van een paar zijdelingss BaSkge— . deèlten, meer in het bijzonder de twee tegengesteld gerichte..gedeelten 15 van de· punt 22, welke zich direkt onder de inkepingen 21 bevinden, Omdat deze haakgedeelten niet naar voren of naar acht eren" uit s± eken met betrekking. tot de tong, hebben neerwaartse krachten, uit geoefend op deze haak— gedeelten, geen neiging tot het naar voren of naar achteren buigen van ' de tong. Dat de tong niet naar achteren buigt , wanneer reaktiekrachten 20 toenemen, is het gevolg van het feit, dat de op de haakgedeelten uitge— oefende krachten niet nauwkeurig naar beneden zijn gericht, maar in. plaats daarvan onder een hoek. naar achteren, op grond van de Helling van de oppervlakken 20b. Hoewel een sterke, neerwaartse· kracht'op elk haak— gedeelte tot gevolg zou kunnen hehhen, dat dat gedeelte enigszins- naar 25 beneden zou worden gebogen, kan het verder niet zijdelings uit grendel-aangrijping met het· uitsteeksel 20 verschuiven, omdat de breedte van de uitsparing 19 geen waarneembare zijdelingse verplaatsing toelaat Tan de. tong, en omdat dergelijke krachten, die de neiging hebben een zijdelingse, verplaatsing te veroorzaken in een richting, worden vereffend door soort-3Q gelijke krachten, uit geoefend op het andere haakgedeelte en met een neiging tot het verplaatsen van de tong in de tegengestelde zijdelingse _richting.

Onder uiterste omstandigheden, zoals, wanneer een navelstreng vaatgeklemd tussen de armen 11 en 12, een aanzienlijk uitbuigen veroor-35 zaakt van de armen daarvan, vindt een kantel- of kipwerking plaats- bij 790 5 2 74 - 7 - de vrije einden van de armen, -«elke werking de tong 38' tot in stevige aangrijping drukt op de achterwand 39c van de· uitsparing, zelfs in zodanige mate, dat een Geperkt duigen wordt veroorzaakt van de tong 38; (figuur 7) - De door de tong uitgeoefende kracht, vanneer deze een der— 5 gelijk duigen tegengaat, vergroot eenvoudig de kracht, die de tong in grendelaangrijping houdt op de uitsteeksels· 2CT. Hét gevolg is·, een gr en— delconstructie, die zeer geschikt is voor het tegengaan van meegeven aan de krachten, die de neiging hehhen een scheidingtot stand te krengen van de armen, zelfs onder uiterste gebruik soms tandigheden.

10 >. Zoals weergegeven in figuur 3, blijven de voorste oppervlak— ken van de uitsteeksels 2Q duidelijk zichtbaar aan de voorkant van de • klem,-zelfs wanneer deze volledig is gesloten. Het met het oog vaststellen, dat de klem werkelijk volledig in de gesloten toestand is, wordt eenvoudig bereikt, door het zien van de uitsteeksels ~2Q door deibke— 15 pingen 21 van de tong. Een dergelijke controle met Het oog kan worden versterkt door het vaststellen met devingers, omdat, zoals weergegeven in de figuren 5 en Ts cLe uitsteeksels 20 zich. naar voren uitstrekken tot voorbij de tong 18, wanneer de armen aan. elkaar zijn gegrendeld,

De figuren 5—7 tonen aan, dat de dikte vanaf de voorkant naar 20 de achterkant van de tong 18 het grootst is langs het gedeelte daarvan dat de inkepingen 21 overspaht, d.w.z. dat het steelgedeelte 23 van de tong (figuur 3l dikker is dan de gedeelten daarvan daarboven en daar heneden, voor het versterken van de tong en het vereffenen van de afwezigheid van materiaal, veroorzaakt door deinkepingen 23. Bij voorkeur 25 is de vergrote afmeting bereikt door het geleidelijk, profileren van da tong voor het bepalen van een gebogen achteroppervlsk:, gezien vanaf de zijkant (figuren 1 en 5—7l. Voor het bevorderen van een geleidelijke grendelwerking, kan ook. het onderoppervlak, van de punt 22 zijn gebogen, gezien in vooraanzicht (figuur 3l, en kunnen de achterranden van de 30 punt zijn afgerond, zoals is tezien in dwarsdoorsnede (figuur UI. Hèt gevolg is een tong, voorzien van een punt 22, die gemhkkelxjk. en geleidelijk op de hellende lei-oppervlakken 2Qa glijdt, van de. uitsteeksels 2Q wanneer de armen 13, 32 naar elkaar worden gedrukt. Wanneer de klem wordt gesloten, doet de geleidende aangrijping tussen de punten 22 en het op— 35 pervlak 20a de langwerpige tong naar voren buigen (figuur 6j\ Wanneer 790 5 2 74 9 ' - 8 - ti de punt vrijkomt van de uitsteeksels 20, springt de tong tenslotte naar achteren, voor het zwaaien van de punt in het gedeelte van de uitsparing onder de uitsteeksels. Aangrijping tussen de tong en de oppervlakken 19b en 19c, wanneer de tong. in de uitsparing~springt en tijdelijk in 5 aanraking is met deze oppervlakken, veroorzaakt een scherpe klik, die '. een hoorbaar signaal verschaft, dat de;klem in de gesloten toestand is , gegrendeld.

.Zoals reeds aangegeven,, kan de tong 18'worden heshhouwd, als zijnde voorzien van een paar zijdelingse haakgedeelten in tegenste-L- 10 ling tot eerdere constructies, voorzien van naar achter uitstekende ; haakgedeelten. Als gevolg van dergelijke zijdelingse haakgedeelten, behoeft'de tong- 18 niet zodanig ver naar voren.te buigen, dat hij vrijkomt van de uitsteeksels 20, zoals anders nodig zou kunnen zijn. indien de- tong een of meer naar achteren uitstekende haakgedeelten'had.

15 Dientengevolge- heeft de zijdelingse haakconstructie, versterkt door de afgeronde oppervlakken en de aanzienlijke lengte van de tong, een klem tot gevolg, die een betrekkelijk kleine sluitkracht behoeft.

Hoewel hiervoor een uitvoeringsvorm ter verduidelijking aanzienlijk gedetailleerd. is beschreven, is het voor deskundigen duidelijk,.

20 dat vele van deze details kunnen worden veranderd zonder de strekking en de omvang van de uitvinding te verlaten.

25 790 52 74

Claims

9 - ''CONCLUSIES
1. Navelstrengklem met een in Let algemeen Y—vormige gedaante, welke klem een paar •buigzame armen omvat, voorzien van achtera k eind— gedeelten, die met elkaar zijn verbonden door een uit een stuk daarmee 5 gevormd scharnier bij de top van de Y, en van vrije voorste eindgedeel-ten, die zich gewoonlijk op onderlinge afstand bevinden en naar elkaar beweegbaar zijn voor het tussen de armen vastklemmen van een navelstreng, en grendelmiddelen voor het aan elkaar vastzetten van de armen wanneer . de klem is gesloten, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen een huig— 10 zame tong bevatten aan het voorste einde van een van de armen, welke tong uitsteekt naar de andere arm in de algemene richting van de sluit— · beweging van de ene arm, welke andere arm is voorzien van een uitspa— ring aan zijn voorste einde voor het opnemen van de tong, en van een * .paar in dwarsrichting op onderlinge afstand liggende uitsteeksels, die 15 zich vanaf tegenover elkaar liggende zijden daarvan uitstrekken in de uitsparing, waarbij de tong is voorzien van een puntgedeelte, en de uitsteeksels naar voren hellende lei-oppervlakken bepalen, die kunnen samenwerken met het puntgedeelte voor het naar voren buigen van de tong wanneer de armen naar elkaar worden gedrukt, welke tong is voor— 20 zien van een paar zijdelingse inkepingen, bij het puntgedeelte voor het opnemen van de uitsteeksels wanneer het puntgedeelte is vrijgekomen van de lei-oppervlakken en de klem volledig is gesloten.
2. Klem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inkepingen zich volledig door de tong uitstrekken voor het blootleggen van 25 de uitsteeksels aan de voorkant van de klem wanneer de armen in de ge sloten toestand zijn gegrendeld.
3. Klem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsteeksels van de andere arm onderoppervlakken hebben, die naar voren hellen en weg van de ene arm. 30 i. Klem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uit steeksels zich naar voren uitstrékken over een afstand, die groter is dan de dikte van de tong, waarbij de uitsteeksels zich naar voren door de inkepingen uitstrekken tot voorbij de tong, wanneer de klem is gesloten.
5. ELSm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het punt-35 gedeelte een onderste rand heeft met een gebogen gedaante. 790 5274 ά 10 -
6. Klem volgens conclusie 1 ,met het kenmerk» dat het punt-gedeèlte afgeronde achterranden heeft, gezien in dwarsdoorsnede. T. Klem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uit-sparing naar voren uitmondt en een "breedte heeft, die slechts iets gro-5 ter is dan de "breedte van de tong, waarbij de zijden van de uitsparing verschuifbaar kunnen samenwerken met de tong voor het leiden daarvan tot in de grendels tand wanneer- de klem wordt gesloten.
8. Klem volgens, conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsparing ten dele wordt bepaald door een acht er oppervlak, dat op afstand 10 achten de tong ligt wanneer de klem zich in de volledig; gesloten toe stand bevindt en de armen in hoofdzaak niet zijn gebogen.
9· Navelstrengklem met een in het algemeen V—vormige gedaan— te, welke klem is gevormd, uit buigzame kunststof, en is voorzien van een paar armen met achterste eindgedeèlten, die met elkaar zijn verbonden 15 door een uit een., stuk ermee gevormd scharnier bij de punt van de V, en met vrije voorste eindgedeelten, die- zich gewoonlijk.'op onderlinge afstand bevinden en naar· elkaar kunnen worden bewogen voor het tussen . de. armen vast-klemmen van. een navelstreng, en van grendelmiddelen voor het aan elkaar vast zette n van de armen, wanneer de klem is gesloten, 20 met het kenmerk, dat de grendelmiddelen een buigzame tong bevatten aan het voorste einde van een van de armen, welke tong uit steekt naar de andere arm in dealgemene richting van de sluitbeweging van de ene arm, welke andere arm is voorzien Tan een uitsparing, aan zijn voorste einde voor het opnemen van de tong, welke uitsparing wordt bepaald door een 25 paar in dwarsrichting op onderlinge afstand liggende zijoppervlakken, en door een achteroppervlak, en open is naar de voorkant van de andere arm, die tevens, is voorzien van een paar in dwarsrichting op onderlinge afstand, liggende uitsteeksels, welke uitsteeksels zich uitstrekken in de uitsparing vanaf de tegenover elkaar liggende zij oppervlakken voor 30 het aangrijpen van de tong voor het buigen daarvan naar voren wanneer de armen naar elkaar worden gedrukt, waarbij de tong is voorzien van een puntgedeèlte en van een paar zijdelingse inkepingen bij het punt-gedeelte voor het opnemen van de litstehksels, welk punt gedeelte een paar zijdelingse haakgedeelten bevat onder de inkepingen voor het aan— 35 grijpen van de onderzijden van de uitsteeksels wanneer deklem volledig is gesloten. 790 5 2 74 . 11 - * 1 10. idem volgens conclusie 9, niet het kenmerk, dat de inkepingen zich. volledig door de tong uitstrekken voor het blootleggen van de uitsteeksels vanaf de voorkant van de klem wanneer de armen in de gesloten toestand zijn gegrendeld.
11. Klem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de uit steeksels onderoppervlakken hebben, die naar voren en naar beneden - hellen, waardoor zij de haakgedeelten aangrijpen voor het dieper in de uitsparing drukken van het puntgedeelte van de tong in antwoord op krachten,. die de armen uit elkaar willen drukken wanneer de klem volledig 10 is. gesloten.' : 12. Klem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het achteroppervlak van de uitsparing op een aanzienlijke afstand achter de tong ligt, wanneer deklem zich in de volledig gesloten toestand, bevindt en de armen in hoofdzaak niet zijn gebogen.
13. Klem volgens conclusie 9 5 met het kenmerk,dat de uit steeksels zich naar voren uitstrekken over een afstand, die groter is dan. de dikte van de tong, zodat de uitsteeksels zich naar voren uitstrekken door deinkepingen voorbij de tong wanneer de klem volledig is gesloten. 20 1¾. Klem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de zij- oppervlakken van de uitsparing op een onderlinge afstand liggen, die slechts iets groter is dan de breedte van de tong, en verschuifbaar kunnen samenwerken met de tong voor het leiden daarvan tot in de gren-delstand wanneer de klem wordt gesloten. 25 79052 74