NL7904962A - Deursluiting voor een rechthoekige container in het bijzonder voor de toepassing bij de vliegtuigbouw. - Google Patents

Description

i P & c *

W 5609-1 Ned.M/CvL

Lermer Apparatebau GmbH te Wiesbaden, Bundesrepublik Deutschland

Deursluiting voor een rechthoekige container in het bijzonder voor de toepassing bij de vliegtuigbouw.

De uitvinding heeft betrekking op een sluiting voor een bij voorkeur rechthoekige container gevormd door twee kopse zijden, twee in de regel relatief smalle horizontale en twee relatief hoge zijvlakken, waarvan ten minste len kopse zijde als zijdelings opengaande, 5 via scharnieren aan» gekoppelde deuren uitgevoerd is, en deze deuren aan de zijde van de sluiting door een een holle kamer bezittende, als deurvoeg uitlopend profiel af gegrensd is, waarbij de delen van het deurvergrendelingsmechanisme in dit profiel aangebracht zijn, in het bijzonder voor de toepassing in vliegtuigen.

10 Uit het Duitse Gebrauchsmuster 7^2210 is een naar het rand- bereik van een container zij-deel vergrendelende deursluiting bekend, waarbij een evenwijdig aan de deurvoeg in een holle kamer een vergrende-lingssehuif aangebracht is, die door omhoog gaandqfoitvoering van zijn einden twee, in hun bewegingsrichting over 90° ten opzichte van de 15 hoofdrichting van de schuif versprongen, beweegbare grendels aandrijft.

Deze sluiting voor de in de luchtvaarttechniek het meest als trolleys aangeduide containers heeft zijn waarde grosso mode bewezen, aangezien de vérgaande opstelling van het sluitingsmechanisme in de van een holle kamer voorziene profielen de vorming van op zich vorm-20 vaste, stabiele, de beide kopse zijden van dergelijke containers afsluitende deuren, toelaat.

Deze deuren, resp. de deze afgrendelende systemen moeten in de luchtvaart aan de zwaarste eisen voldoen, d.w.z. invloeden door versnellingen tot 12g veilig opnemen.

25 De geweldadige uitbraak van de inhoud uit een container van deze soort in een vliegtuig zou bij benadering projectiel-achtige effekten· kunnen verkrijgen en ten minste voor personeel en vlieggasten een ernstige bedreiging inhouden.

In de praktijk is echter gebleken, dat het bekende aan zijn 30 zijkant sluitende systeem - afgezien van het feit dat de sluiting in haar vergrendelingsbeweging zwaar loopt als gevolg van de ombuiging over 790 4 9 62 I* 1 2 90° van de s chui fb ewe ging - niet voldoende veilig is tegen openbreken resp. inbreken. De relatief hoge zijwanden van deze containers laten zich bij het insteken van tussen de rand- en deurvoeg gerichte middelen verhoudingsgewijs gemakkelijk openbuigen zodat het meestal extra door 5 een hang- of cilinderslot in de sluitstand gewaarborgd sluitmechanisme een eenvoudige opening en het opnieuw sluiten, meestal zelfs nog zonder beschadiging van de zeer vaak aanwezige douaneloodjes, toelaat.

De uitvinding stelt zich derhalve tot doel een sluiting te verschaffen volgens de in de aanvang gegeven klassifikatie, die ten 10 opzichte van de genoemde stand der techniek enerzijds gemakkelijk loopt en anderzijds beveiligd is tegen openbreken en inbreken.

Volgens de uitvinding wordt het gestelde probleem opgelost doordat de deuren door twee elk met een kniehefboomdeel in de richting van de deurvoeg geleide kniehefboomparen, waarvan de naar elkaar toe 15 gerichte, scharnierend beweegbare einden van de kniehefboomdelen in een scharnierpunt met een schuifstang verbonden en via deze schuifstang strek- of buigbaar zijn, terwijl de geleide kniehefboomdelen met de afgrenzende horizontaal verlopende vlakken van de container vergrendel-baar zijn, waarbij het einde van de schüifstang via het scharnierpunt 20 naar buiten leidend als greep·,..of drager van een extra insteekdeel in een zijvlak van de container uitvoerbaar is.

Voor het ingrijpen van de sluitingsonderdelen in de smalle zijde van de container, d.w.z. in het bovenste en onderste horizontale vlak in het onmiddellijke hoekbereik, is de mogelijkheid tot het open- en 25 dichtbuigen over de afmeting van de sluitingsweg praktisch niet meer aanwezig. Daarenboven is de deur niet slechts met een zijvlak doch met twee horizontale vlakken vergrendeld en - in zoverre men de alternatieve mogelijkheid van het ingrijpen via de schüifstang eventueel in samenhang met een ingrijpdeel wil realiseren - met drie vlakken mogelijk.

30 Het vermijden van een onmiddellijke 90° kracht ombuiging ter bevestiging van grendelschuiven vermindert de krachtsinspanning bij het sluiten en bij het openen van de deursluiting. Een snel sluiten van de geopende deur uit de sluitstand van het deurvergrendelingsmechanisme wordt mogelijk gemaakt doordat de verbinding van de afzonderlijke 35 kniehefboomdelen van elk kniehefboompaar via een langs sleuf geschiedt 790 4 9 62 '3‘ 3 en de ligging van de gelede verbindingsbout in de langssleuf bij elk kniehefboompaar telkens door een in de strekrichting werkzame veer of een ander elastisch element bepaald is. Deze snappende sluiting kan van geval tot geval interessant zijn.

5 Voor de bediening van de kniehefbomen wordt voorgesteld dat de schuifstang loodrecht op de as van de beide geleide kniehefboomdelen aan e , het verbindende scharnierpunt van de buig- resp. strekbare kniehef-boomdelen in het lage glijdbaar aangebracht en in hun eindbereik met een bij voorkeur cilindrische schuifhok uitgerust is en dat deze schuif-10 nok in een uitsparing van een in haar positie in de sluitstand op de as van de schuifstang eindigende, cirkelringvormige nokkenbaan ingrijpt, waarvan het centrum in deze stand eveneens op deze as, echter iets over de slagweg van de schuifnok uitgaande naar achteren in haar draaipunt versprongen draaischijf aangebracht is.

15 Verder is het mogelijk, dat bij handhaving der reeds voorgestelde opstelling van de schuifstang, de schuifnok in een radiaal gerichte, in het omtreksbereik van de ten opzichte van de as van de schuifstang versprongen aangebrachte draaischijf aanwezige sleufvonnige uitsparing ingrijpt.

20 Een verder mogelijk alternatief voor de aandrijving van de schuifstang zorgt - ervoor dat deze aan de omtrek van de draaischijf soepel aangrijpt, waarbij het scharnierpunt van de buig- en strekbare kniehefboomdelen rechtlijnig en loodrecht op de as van de beide geleide kniehefboomdelen in de deur verschuifbaar gelagerd is.

25 Ter beveiliging van de sluiting in de sluitstand is ervoor gezorgd, dat de draaischijf met een aanslag verbonden is, die in de sluitstand tegen een met de deur verbonden tweede aanslag aanligt, waarbij beide aanslagen in deze toestand door een hangslot met elkaar afsluitbaar zijn.

Een verdere mogelijkheid voor de beveiliging zorgt ervoor, dat de 30 draaischijf in de sluitstand door een cilinderslot afsluitbaar is.

Om een ingrijping tussen de draaischijf en de het meest verzonken schaal of huis van de handgreep of kruk te verhinderen, is ervoor gezorgd, dat de draaischijf en de daarmee verbonden aanslag alsmede de aanslag aan de deur achter een verzonken schaal of huis van de handgreep 35 of kruk aangebracht zijn.

790 4 9 62 i ‘ b

Samenvattend moet nog gewezen worden op de mogelijkheid om de inrichting met gladde vlakken uit te voeren, doordat het de container afsluitende afsluitingsmechanisme binnen de deur ligt, en dat de aan de deur aangebrachte draaigreep in een verzonken schaal of huis voor een 5 handgreep of kruk - niet boven het oppervlak uitstekend - inklapbaar is.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van de figuren der bijgaande tekeningen nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een deurvergrendelingsmechanisme volgens de uitvinding. Bij deze uitvoerings-10 vorm wordt de schuifstang via een schuifnok door een cirkelvormige, excentrisch aangebrachte nokkeribaan van de draaischijf bewogen;

Fig. 2 toont een doorsnede in de richting A-B door fig. 1;

Fig. 3 toont een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de sluiting volgens fig. 1, waarbij echter de schuifstang zich bevindt aan 15 de omtrek van de draaischijf in de radiaal gerichte langssleuf aangezet is; en

Fig. 1+ toont een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de deursluiting volgens fig. 1, waarbij echter de schuifstang via een scharnier aan de omtrek varf de draaischijf zwenkbaar aangekoppeld is.

20 De deur 1 van de container is aan de zijde van de sluiting door een een deurvoeg 3 vormend meerkamerprofiel met holle kamer b afgegrensd.

In de holle kamer b worden de evenwijdig aan de deurvoeg 3 in het lager 5 geleide kniehefboomdelen 6 van het kniehefboompaar 6/7 geleid, waarbij de holle kamer k een doorlaatopening 11 voor de strek- en buigbare 25 kniehefboomdelen 7 bezit en hierbij de scharnierende verbinding van de geleide kniehefboomdelen 6 met de strek- en buigbare kniehefboomdelen 7 elk via een langssleuf geschiedt, terwijl de verbinding van de strek- en buigbare kniehefboomdelen 7 met de schuifstang 9 via een scharnierpunt 10 tot stand komt.

30 Boven het lager 5 is op de geleide kniehefboomdelen op onderlinge afstand een ondersteuning 12 aangebracht, waartegen telkens een door de « kniehefboomdelen 6 omvattende drukveer 13 werkzaam gericht is, die de door elke langssleuf 8 gewaarborgde verschuivingsweg van 'deze delen 6 compenseert. Deze uitvoering maakt het mogelijk in de sluitstand van de 35 sluiting de deur dicht te slaan zonder dat deze bediend wordt, daarmede 790 4 9 62 - 5 .

Ci.

5 is een snapslotverbinding gegeven.

De kniehefboomdelen 6 leiden door de niet getekende horizontaal "begrenzende profielen van de deur en grijpen in de sluitstand in de corresponderende begrenzingen van de bovenste en onderste horizontale 5 vlakken van de container in.

Gelijktijdig is bij de getekende voorbeelden de schuifstang 9 met een ingrijpdeel 1¾ voor het ingrijpen in het randbereik van een zijvlak van de container verbonden, zodat in de sluitstand de deur naar twee horizontale vlakken en êên zijvlak vergrendeld is.

10 De draaischijf 15 is achter een als schaal of huis voor een hand greep of kruk 16 uitgevoerde verdieping van de deur 1 draaibaar gelagerd en bijvoorbeeld door een cilinderslot 17 of ook door een niet getekend hangslot via telkens een met de deur en de draaischijf verbonden aanslag afsluitbaar. De met de draaischijf verbonden draaigreep 18 leidt over een 15 cilindrisch tussenelement in de grijpschaal 16 en is daaruit uitklapbaar.

Tot zoverre vat betreft de gemeenschappelijke uitvoering van de vers chillende uitvoeringsvoorbeelden.

Volgens fig. 1 geschiedt de verbinding tussen het scharnierpunt 10 en de draaischijf 15 via de in een lager geleide schuifstang 9 en 20 via de in een nokkenbaan 21 ingrijpende en op de schuifstang 9 aangebrachte schuifnok 20. De nokkenbaan 21 is cirkelringvormig uitgevoerd en ligt in de sluitstand met haar centrum tegen de gemeenschappelijke aslijn van de draaischijf en de schuifstang aan, vaarbij het centrum van de curve in deze stand door de schuifnok 20, iets over de afstand van de slagveg 25 versprongen, op deze lijn aangebracht is. De volledige opening van de vergrendelingen is bij dit voorbeeld met een verdraaiing van de draaigreep 18 over ongeveer 105° gegeven.

Volgens fig. 3 geschiedt de verbinding tussen het scharnierpunt 10 en de draaischijf 15 via de in een lager geleide schuifstang 9» vaar-30 bij deze met haar schuifnok 20 in een radiaal gerichte, sleufvormig uitgevoerde uitsparing 22, ingrijpt in de in de hoogte versprongen aangebrachte draaischijf 15·

Volgens fig. k geschiedt de verbinding tussen het scharnierpunt 10 en de draaischijf 15 door de aan de omtrek van deze schijf aanwezige 35 scharnierende bevestiging 23 van de schuifstang 9» waarbij het scharnier- 790 4 9 62 - 6 -

Claims (8)

1. Sluiting voor een bij voorkeur rechthoekige container gevormd door twee kopse zijden, twee in de regel relatief smalle horizontale en twee relatief hoge zijvlakken, waarvan ten minste een kopse zijde als zijdelings opengaande, via scharnieren aan gekoppelde deuren uitgevoerd is, en deze deuren aan de zijde van de sluiting door een een holle 10 kamer bezittende, als deurvoeg uitlopend profiel afgegrensd is, waarbij de delen van het deurvergrendelingsmechanisme in dit profiel aangebracht zijn, in het bijzonder voor de toepassing in vliegtuigen, met het kenmerk, dat de deuren door twee elk met een kniehefboomdeel’ in de richting van de deurvoeg geleide kniehefboomparen, waarvan de naar elkaar 15 toe gerichte, scharnierend beweegbare einden van de kniehefboomdelen in een scharnierpunt met een schuifstang verbonden en via deze schuifstang strek- of buigbaar zijn, terwijl de geleide kniehefboomdelen met de af grenzende horizontaal verlopende vlakken van de container vergrendel-baar zijn, waarbij het einde van de schuifstang via het scharnierpunt 20 naar buiten leidend als greep of drager van een extra insteekdeel in een zijvlak van de container uitvoerbaar is.

2. Sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbinding van de afzonderlijke kniehefboomdelen van elk kniehefboompaar via een langssleuf geschiedt en de ligging van de gelede verbindingsbout 25 in de langssleuf bij elk kniehefboompaar telkens door een in de strek- richting werkzame veer of een ander elastisch element bepaald is.

3. Sluiting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de schuifstang loodrecht op de as van de beide geleide kniehefboomdelen aan het verbindende scharnierpunt van de buig- resp. strekbare kniehef-30 boomdelen in het lagerglijdbaar aangebracht en in hun eindbereik met een bij voorkeur cilindrische schuifnok uitgerust is en dat deze schuif-nok in een uitsparing van een in haar positie in de sluitstand op de as van de schuifstang eindigende, cirkelringvormige nokkenbaan ingrijpt, 790 4 9 02 -T- waarvan het centrum in deze stand eveneens op deze as, echter iets over de slagweg van de schuif nok uitgaande naar achteren in haar draaipunt versprongen draaischijf aangehracht is. Sluiting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 5 de schuifstang loodrecht op de as van de heide geleide kniehefboomdelen aan het verbindende scharnierpunt van de buig- resp. strekbare kniehefboomdelen in het lagsrglijdbaar aangebracht en in hun eindbereik met een bij voorkeur cilindrische schuifnok uitgerust is, en dat deze schuilhok in een radiaal gerichte, in het omtreksbereik van de ten 10 opzichte van de as van de schuifstang versprongen aangebrachte draai schijf aanwezige sleufvormige uitsparing ingrijpt.

5. Sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schuifstang (9) aan de omtrek van de draaischijf soepel aangrijpt,waarbij het scharnierpunt van de buig- en strekbare kniehefboomdelen rechtlijnig en 15 loodrecht op de as van de beide geleide kniehefboomdelen in de deur verschuifbaar gelagerd is.

6. Sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaischijf met een aanslag verbonden is, die in de sluitstand tegen een met de deur verbonden tweede aanslag aanligt, waarbij beide aanslagen in 20 deze toestand door een hangslot met elkaar afsluitbaar zijn.

7. Sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draai- • schijf (15) in de sluitstand door een cilinderslot (17) afsluitbaar is.

8. Sluiting volgens conclusie 1, 5-7, met het kenmerk, dat de draaischijf (15) en de met haar verbonden aanslag alsmede de aanslag 25 aan de deur achter een verzonken schaal of huishelft voor een handgreep of kruk (16) aangebracht zijn.

9· Sluiting volgens conclusie 1 of 8, met het kenmerk, dat het de container afsluitende afsluitingsmechanisme binnen de deur (1) ligt, en dat de aan de deur aangebrachte draaigreep (18) in een schaal of 30 huishelft van een handgreep of kruk (l6) - niet boven het oppervlak uitstekend - inklapbaar is. 790 49 62