NL7904940A - Sproeiinrichting. - Google Patents

Description

‘ * S Si/Se/2 ....... . ............... .....

René Bouillard en Henri Bouillard , beiden te Saint German Du Plain, Frankrijk

Spro e iinr ic ht ing

De uitvinding heeft betrekking op een sproei-inrichting voor het versproeien of verspreiden van vloeistoffen zoals bemestingsstoffen of onkruidbestrijdingsmiddelen.

5 Het is bekend, dat dikwijls problemen optreden tengevolge van in het water aanwezige verontreinigingen of vaste delen, die worden gevormd door niet opgeloste stoffen die met het water zijn gemengd, de openingen van de sproei— inrichtingen dikwijls verstopt raken.

10 Als gevolg hiervan heeft men dan geen gelijk matige versproeiing meer hetgeen in het bijzonder wanneer men met bepaalde middelen planten wil behandelen, tot onaangename verschijnselen kan leiden.

Om deze nadelen op te heffen heeft men reeds 15 voorgesteld sproeiorganen te verschaffen met een afneembaar rooster, dat men gemakkelijk kan af nemen en reinigen voor het vrijmaken van de sproeiopeningen.

Men heeft hier echter het nadeel, dat tengevolge van de frequente montage en demontage het rooster be-20 schadigd raakt vooral op de tere gedeelten waar de gaten aanwezig zijn.

De uitvinding beoogt een sproeiinrichting te verschaffen waarbij men deze nadelen niet heeft. Hiertoe heeft men volgens de uitvinding een sproeiinrichting met een 25 lichaam dat een ruimte begrenst waarvan het inwendige kan worden verbonden met een bron van vloeistof door middel van een verbindingsorgaan. Het lichaam vertoont een van een aantal gaten voorziene bodem en heeft bij voorkeur aan de van die bodem afgekeerde zijde een afsluitbare opening die af-30 dichtend kan worden afgesloten met behulp van een afneembaar 790 4 9 40 ' 2 r ' deksel. De opening en het deksel kunnen zich over de gehele lengte van de sproeiinrichting uitstrekken zodat men de inrichting gemakkelijk kan schoonmaken wanneer men het deksel wegneemt en het inwendige van de inrichting goed toegankelijk 5 . is.

Volgens de uitvinding kan het deksel uit een doorzichtig materiaal bestaan.

Hierdoor heeft men twee belangrijke voordelen namelijk 10 - enerzijds kan men zonder dat men de inrich ting behoeft te demonteren, zien of verontreinigingen binnen het lichaam van de sproeiinrichting aanwezig zijn zodat gevaar bestaat voor het verstoppen van de gaten en - anderzijds kan men doordat het deksel aan de 15 van de bodem af gekeerde zijde is gelegen, gemakkelijk door de gaten heenkijken zodat men onmiddellijk kan vaststellen welke gaten zijn verstopt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht in de volgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld aan de 20 hand van de tekening.

In de tekening toont:

Figuur 1 in perspektief een sproeiinrichting volgens de uitvinding,

Figuur 2 een doorsnede van de inrichting uit 25 fig.l volgens de hartlijn van de toevoeraansluiting;

Figuur 3 een doorsnede volgens de lijn A-A uit fig.2.

Zoals in de tekening is te zien, vertoont de afgebeelde sproeiinrichting een sproei-orgaan, dat is uitge- 4 30 voerd in een gespoten kunststof. Het sproei-orgaan omvat een lichaam 1 met een in hoofdzaak trapeziumvormige doorsnede dat wil zeggen, de kleine evenwijdige zijde 2 vormt de bodem , die is voorzien van een aantal zich in langsrichting uitstrek-kende rijen gaten 3, waarbij men twee schuine zijden 4 en 5 35 heeft met een afronding bij '6 en 7 aan de uiteinden van het .orgaan. Het lichaam 1 begrenst een holte met een trapezium- 790 4940 3 <* vormige doorsnede die aan de bovenzijde ter hoogte van de lange evenwijdige zijde open is en waarvan het inwendige in verbinding staat met een toevoer stomp 8 door een opening 9 die in het midden van een van de schuine vlakken 4 van het 5 sproeiorgaan is aangebracht. Op deze opening 9 sluit in bui tenwaartse richting een toevoerstomp 10 aan. Deze toevoer-stomp wordt gevolgd door een verbindingsgedeelte 11 van conische vorm die bijvoorbeeld afdichtend kan worden geschoven om de uitstroomopening van een sproeiinrichting.

10 De stevigheid van de bevestiging van de toe voerstomp 9 op het lichaam 1 van het sproeimondstuk wordt bevorderd door twee schoorvormige delen 12,13 die één geheel vormen met de bevestigingsstomp 11 en met het lichaam 1.

Het deksel 14 van het sproeiorgaan is uitge-15 voerd in een doorzichtig materiaal, dat eventueel licht ge kleurd kan zijn en vertoont een plat vlak 15 waarvan de omtrek een overeenkomstige vorm heeft als de binnenomtrek van de opening in het sproeiorgaan. Dit platte vlak 15 is omgeven door een ribvormig gevormd gedeelte 16, zodat een omtreks-20 groef 17 wordt gevormd, waarin de omtreksrand 18 van het li chaam 1 plaatskan vinden.

De bevestiging van het deksel 14 op het lichaam 1 van het sproeiorgaan wordt bovendien gecompleteerd door de aanwezigheid van een snaprand op de buitenomtrek 18 25 van het lichaam 1 en een daarmee samenwerkend snapprofiel dat is aangebracht op de binnenwand 19 van de groef 17, in het gedeelte dat in aanraking is met het randgedeelte 18.

Men krijgt hier een afdichtende vergrendeling van het deksel 14 op het lichaam 1 van het sproeiorgaan.

30 Om de verwijdering van het deksel gemakkelijker te maken kan men aan de buitenomtrek zoals de figuren 1 en 3 laten zien, twee lippen 20 aanbrengen.

Het verwijderen van het deksel wordt ook nog gemakkelijker gemaakt door de aanwezigheid op de schuine vlak-35 ken 4 en 5 van ribben 21 die dezelfde werking hebben als een karteling.

79049 40

Claims (10)

1. Sproeiinrichting met een lichaam dat een holte omsluit, waarvan het inwendige kan worden verbonden met een bron van vloeistof door middel van een verbindings-orgaan, met het kenmerk, dat het lichaam een van een aantal gaten voorziene bodem vertoont en dat bij voorkeur aan de van 30 deze bodem afgekeerde zijde een afsluitbare opening aanwezig is die afdichtend kan worden gesloten met behulp van een afneembaar deksel.

2. Sproeiinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opening en het deksel zich over de gehe— 35 le lengte van het lichaam uitstrekken.

3. Sproeiinrichting volgens conclusie 1 en 2, 790 4 9 40 <* met het kenmerk, dat het deksel is uitgevoerd in een doorzichtig materiaal.

4. Sproeiinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het lichaam een 5 in hoofdzaak trapeziumvormige doorsnede vertoont waarvan de kleine evenwijdige zijde de van gaten voorziene bodem bepaalt, waarbij twee schuine zijvlakken en aan de beide uiteinden een afgerond gedeelte aanwezig is, en dat het lichaam een trapeziumvormige opening omsluit, die een opening heeft 10 ter plaatse van de lange evenwijdige zijde en waarvan het -in wendige in verbinding staat met een verbindingsgedeelte voor het toevoeren van de vloeistof via een opening die is aangebracht in het centrale gedeelte van een van de schuine vlakken en dat een deksel aanwezig is, met een plat vlak dat ora- 15 geven is door een ribbe die een omtreksgroef vormt waarin een omtreksrand van het lichaam die de opening omgeeft kan grijpen.

5. Sproeiinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de centrale opening een;.van de schuine zij — 20 vlakken in buitenwaartse richting een toevoerstomp vertoont, die wordt gevolgd door een verbindingsstomp die conisch is uitgevoerd.

6. Sproeiinrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de bevestiging van het deksel op het 25 lichaam van het sproei-orgaan wordt vergemakkelijkt door de aanwezigheid van een snapprofiel op de omtreksrand van het lichaam en een tegenprofiel op de binnenwand van de groef die in aanraking is met de omtreksrand.van het lichaam.

7. Sproeiinrichting volgens een of meer der 30 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het deksel ten minste één lip voor het afnemen van het deksel vertoont.

8. Sproeiinrichting volgens een of meer der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat ribben aanwezig zijn die de funktie hebben van een gekarteld gedeelte op de schui— 35 ne zijvlakken van het lichaam.

9. Sproeiinrichting volgens een of meer der 790 4 9 40 '4» τ voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het van openingen voorziene buitenvlak van de bodem vlak is.

10. Sproeiinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigings-5 stomp van het toevoergedeelte is voorzien van een stel cirkel vormige coaxiale groeven. t 790 4940