NL7902785A - Uit lamellen samengestelde zonwering. - Google Patents

Description

795030/M/Rdm/mvd “N.

(iQ £<·4 S -

Aanvraagster: Zonwering Nijmegen B.V. te Nijmegen.

Korte aanduiding: Uit lamellen samengestelde zonwering.

De uitvinding heeft betrekking op een uit lamellen samengestelde zonwering, in het bijzonder een optrekbare jaloezie, waarbij in een bovenbak een draaibare tuimelas is aangebracht, voor het met behulp van ladderkoorden tuimelen van de lamellen.

5 Dergelijke zonweringen zijn bekend en in het algemeen worden hierbij twee systemen toegepast, waarbij volgens het ene systeem het kantelen van de lamellen onafhankelijk geschied van het optrekken van de lamellen terwijl bij het andere systeem het optrekken van de lamellen pas kan geschieden wanneer het 10 lamellenpakket in een gesloten stand is getuimeld, waarbij de lamellen in een dwarsrichting praktisch vertikaal staan. Dit systeem heeft een groot nadeel, namelijk dat de ladderkoorden of ook wel ladderbanden aan sterke slijtage onderhevig zijn terwijl de tuimelconstructie in de bovenbak gecompliceerd is. Bij het in 15 getuimelde stand optrekken van de lamellen wordt de tuimelas toegepast, die met behulp van een wormmechanisme onder toepassing van een koord zonder eind of van een kruk voorziene bedieningsstang een groot aantal malen wordt gedraaid, waarbij een optrekband op de tuimelas of op een hiervoor speciaal bestemde poelie wordt 20 gewikkeld. De poelie die op de tuimelas wordt gestoken bezit bij een bijzondere constructie een speciaal loopvlak waaromheen een uit verschillende windingen bestaande metalen veer past die voorzien is van twee ogen waaraan de einden van een ladderkoord zijn bevestigd.

Door middel van de wrijving die de veer op het loopvlak uitoefent 25 kunnen dan de lamellen in een bepaalde stand gekanteld worden, afhankelijk van de richting waarin de tuimelas wordt gedraaid, dus bij het optrekken of bij laten zakken van het lamellenpakket.

790 27 85 τ 2

Het doel van de uitvinding is een dergelijke jaloezie te vereenvoudigen en bovendien te verbeteren zodat het bezwaar van de gecompliceerdheid van de constructie wordt vermeden en waarbij het mogelijk is de jaloeziebladen in het pakket in een 5 horizontale stand op te trekken.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt net een zonwering van de hierboven beschreven soort, die daardoor is gekenmerkt, dat van elk ladderkoord het gedeelte aan de ene zijde van het lamellenpakket, hetzij direkt, hetzij via een buigzaam 10 orgaan en met één of meer slagen om de tuimel- respectievelijk optrekas of om een hierop aangebracht deel is geslagen. Het voordeel hiervan is dat geen afzonderlijke metalen veer of ander wrijvings-veroorzakend orgaan behoeft te worden toegepast. Een praktische uitvoering is volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de 15 ladderkoorden of het buigzame orgaan door een onder in de bovenbak aangebracht leidorgaan zijn gevoerd, voor het in de lengterichting van de bovenbak verspringend geleiden van de aan de zijden van het lamellenpakket verlopende delen van het ladderkoord of van naar deze zijden verlopende delen van het buigzame orgaan . Wanneer 20 nu op het ladderkoord of op het buigzame orgaan aan één of beide einden een aanslagselement wordt toegepast, dat met het leidorgaan samenwerkt kunnen de lamellen in een optrekstand horizontaal staan en/of in iedere gewenste zonwerende getuimelde eindstand staan.

De uitvinding zal nu met verwijzing naar de bij-25 gaande tekening worden toegelichtT waarin fig. 1 een onderaanzicht in perspectief van een gedeelte van een bovenbak van een jaloezie ter plaatse van de tuimel en optrekinrichting voorstelt; fig. 2 is een vertikale langsdoorsnede van het in 30 figuur 1 voorgestelde gedeelte en 790 2 7 8 5 3 fig. 3 een dwarsdoorsnede van een jaloezie in gemonteerde toestand en voorzien van kooischermen.

De zonwering volgens de uitvinding, in de vorm van een jaloezie bezit een bovenbak van bij voorkeur geëxtrudeerd 5 aluminium waarvan het middengedeelte 1 flenzen 2 draagt voor montage van de jaloezie. De bovenbak heeft een U-vormige dwarsdoorsnede en hiertoe bezit het middengedeelte 1, twee zijbenen 3, die aan de naar elkaar toe gerichtte zijden van een groef 4 zijn voorzien. De groef 4 ligt hierüj aan de buitenzijde van de bak 10 zodat de groef 4 vormende kraal 5 geen belemmering vormt voor het insteken van onderdelen in de bak.

Op een bekende wijze verloopt in de lengterichting een van de bak tussen de benen 3/zich over een groot deel van de lengte uitstrekkende tuimel- respectievelijk optrekas 6. In de as 6 15 kan een asstomp 7 worden gestoken om een tweede as 6 draaiingsvast hiermede te verbinden, wanneer twee jaloezieën moeten worden doorgekoppeld. Hiertoe is het getekende uitvoeringsvoorbeeld de asstomp van een centraal gat met zes-kantige dwarsdoorsnede voorzien. Het mantelvlak van de as 6 is geribbeld en voorzien van een groef of 20 spbbaan 8 voor een nog nader te beschrijven doel. De as 6 is draaibaar ondersteund in een uit twee gelijkvormige helften 9 bestaand huis, waarbij de helften 9 spiegelsymmetrisch op een afstand van elkaar zijn opgesteld. Door middel van een pen 10 zijn de helften 9 met elkaar verbonden, welke pen 10 dient om een optrekband 11 in een 25 stand te houden die in het midden van de bovenbak tussen de beide benen 3 ligt. De optrekband 11 wordt bij draaiing van de as 6 gewikkeld en dit is mogelijk doordat het eind van de optrekband 11 met een pen 12 in een groef 8 van de as 6 is vastgezet. De helften 9 die het huis vormen zijn vastgezet met behulp van een plaatvormig 30 juk 13 waarin een aandrukschroef 14 is gemonteerd.

De einden van elk juk 13 liggen hierbij in groeven 4, zodat de huis- 7902785 5Γ 4 helften met behulp van de schroef 14 tegen het bovendeel 1 van de U-vormige bak worden vastgedrukt. De tuimel- respectievelijk optrekas 6 is tegen axiale verschuiving in het huis geborgd door middel van spanringen 15, die zijn vastgezet met behulp van een 5 in de groef 8 reikende schroef 16.

Om een buiten het huis en de spanringen 15 uitstekend deel van de as 6 zijn de aan weerszijden van het lamellenpakket verlopende delen van een ladderkoord of een hieraan bevestigd buigzaam orgaan gewikkeld. In het getekende uitvoeringsvoorbeeld 10 is een afzonderlijk buigzaam orgaan toe gepast waarvan de einden 17a en 17b door openingen van een leidorgaan 18 zijn gevoerd.

Ter wille van de duidelijkheid zijn in de figuren 2 en 3 de openingen op één lijn getekend doch zoals uit figuur 1 blijkt zijn deze openingen 19 in de lengte-richting van de bak versprongen aangebracht. 15 Hierdoor zijn de slagen of windingen ναη, het buigzame orgaan op een afstand van elkaar om de as 6 geslagen. Uit figuur 2 is duidelijk dat de spoed van deze slagen belangrijk groter is dan de dikte van het buigzame orgaan. Dit is het gevolg van het verspringend aanbrengen van de gaten 19 in het geleidingsorgaan 18. De delen 17a en 17b 20 zijn bij de bovenste lamel van het uit lamellen 21 samengestelde pakket bevestigd aan de delen 20a respectievelijk 20b van het ladderkoord. Het ladderkoord bestaat op de bekende wijze uit de relatief sterke delen 20a en 20b, waarvan elk deel aan één zijde van het lamellenpakket ligt en uit tussenkoorden 22 die boven en 25 onder een lamel of beide onder een lamel 21 kunnen liggen.

Het is ook mogelijk de delen 20a en 20b van het ladderkoord 'dixekt aan de bovenste lamel te verbinden en ditzelfde is van toepassing vooor de delen 17a en 17b. Dit kan bijvoorbeeld geschieden wanneer voor buitenjaloeziën een extra zware bovenlat of lamel wordt toe-30 gepast. Aan de onderzijde zijn delen 20a en 20b op een bekende wijze aan een relatief zware onderlat 23 bevestigd. De optrekband 11 7902785 5 is eveneens aan deze onderlat op een bekende wijze bevestigd.

In het getekende uitvoeringsvoorbeeld is de zonwering als buitenjaloezie uitgevoerd en is van relatief zware constructie en daarom is een afzonderlijk buigzaam orgaan met 5 de einden 17a en 17b toegepast. Het zal duidelijk zijn dat bij lichtere binnenjaloezieën het buigzame orgaan niet beslist noód-zakelijk is maar hiervoor kunnen ook de delen 20a en 20b van het ladderkoord dienen die aan elkaar verbonden worden met enkele slagen om de as 6 waarbij dan een aantal tussenkoorden 22 worden verwijderd. 10 Om echter een jaloezie met de lamellen 21 horizontaal te kunnen optrekken dient een aanslagelement 24a bijvoorbeeld in de vorm van een klem of klembus dat op een bepaalde plaats aan het eind 17a van het buigzame orgaan is bevestigd. Deze plaats wordt bepaald door de stand van de lamellen die wanneer zij horizontaal staan 15 zodanig is dat het aanslagelement 24a tegen het leidorgaan 18 aanligt.

Wanneer nu de jaloezie verder wordt opgetrokken waarbij de optrekband 11 op de as 6 wordt gewikkeld zal het gewicht van de nog niet opgetrokken lameJlen niet op het om de as 6 geslagen gedeelte van het eind 17a inwerken, waardoor dit geddLte spannings- 20 vrij wordt. Het gevolg hiervan is dat praktisch de gehele wikkeling rondom de as 6 praktisch spanningsvrij wordt en de asstomp vrij in de slagen van het buigzame orgaan kan draaien. De lamellen worden hierdoor in horizontale stand opgetrokken en komen te rusten op de onderlat 23 en het gewicht van het lamellenpakket en de onderlat 23 25 hangt uitsluitend aan de optrekband 11.

Wanneer de as 6 in omgekeerde richting wordt gedraaid met behulp van een niet afgebeeld aandrijfmechanisme bijvoorbeeld een electromotor of met een stang te bedienen wormmechanisme komt het aanslagelement 24 vrij van het geleidingsorgaan 18 en 30 worden de windingen om de as 6 gespannen. De lamellen kantelen hierbij naar een gesloten zonwerende stand, totdat een op het deel 17b 7902785

Claims (11)

1. Uit lamellen samengesteld zonwering, in het bij zonder een optrekbare jaloezie, waarbij in een bovenbak een draaibare tuimelas is aangebracht, voor het met behulp van ladderkoorden tuimelen van de lamellen, met het kenmerk, dat 15 van elk ladderkoord hst gedeelte aan de ene zijde van het lamellenpakket is verbonden met het gedeelte aan de andere zijde van het lamellenpakket, hetzij direkt, hetzij via een buigzaam orgaan en met één of meer slagen om de tuimel- respectievelijk optekas of een hierop aangebracht deel is geslagen.

2. Zonwering volgens conclusie 1, m e t het k e n m e r k, dat de spoedt waarmee de slagen van het ladderkoord of van het buigzame orgaan om de tuimelas of om het hierop aangebrachte deel zijn gewikkeld belangrijk groter is dan de dikte van het ladder koord of het buigzame orgaan.

3. Zonwering volgens concludes 1 en 2, met het kenmerk, dat de ladderkoorden of het buigzame orgaan door een onder in de bovenbak aangebracht leidorgaan zijn gevoerd, voor het in de.lengterichting van de bovenbak verspringend geleiden 7902785 > van de aan de zijden van het lamellenpakket verlopende delen van het ladderkoord of van naar deze zijden verlopende delen van het buigzame orgaan.

4. Zonwering volgens conclusies 1 en 2, met het 5 k e n m e r fc;,dat de verbinding van het ladderkoord met het buigzame orgaan via een bovenste lamel is tot stand gebracht.

5. Zonwering volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat op een deel van het ladderkoord of het buigzame orgaan een aanslagelement is aangebracht, dat samenwerkt met het 10 leidorgaan wanneer de lamellen van het pakket in een optrekstand zijn gekanteld.

5 In de doorsnede van figuur 3 bevinden de ladderkoorddelen 20b en de einden 17b van het buigzaam orgaan zich aan de zonzijde terwijl de delen 20a van de ladderkoorden en de einden 17a van de toegepaste ' buigzame organen zich aan de schaduwzijde van de jaloezie bevinden.

6. Zonwering volgens conclusie 5, m e t het kenmerk , dat een tweede aanslagelement is aangebracht dat bij het neerlaten van de jaloezie met let leidorgaan samenwerkt.

7. Zonwering volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de positie van het aanslagelement op het ladderkoord of het buigzame orgaan zodanig is, dat de lamellen in hun optrekstand horizontaal staan.

8. Zonwering volgens conclusies 5 ei 6, m e t 20 het kenmer k,dat het tweede aanslagelement de lamellen in een zonwerende eindstand houdt.

9. Zonwering volgens één of meer van de concludes 1-8, met het kenmerk, dat de as draaibaar in een in de bovenbak geplaatst huis is ondersteund en het ladderkoord of 25 een hiermee gekoppeld buigzaam orgaan om een buiten het huis/siekend 7902785 deel van de as is geslagen.

10. Zonwering volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat het huis uit twee gelijkvormige helften bestaat die spiegelsymmetrisch . op een afstand van elkaar zijn 5 geplaatst en de ruimte tussen deze helften een opwikkelruimte vormt voor een aan de tuimelas of aan de asstomp bevestigde optrekband voor het lamellenpakket.

10 CONCLUSIES

11. Zonwering volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het aanslagelement op het ladderkoord 10 of op het buigzame orgaan aan de andere zijde van de tuimelas ligt dan die zijde van de tuimelas waar naartoe de optrekband is geleid. 7902785