NL7902573A - Menglichtlamp. - Google Patents

Description

<9

V

N.V. PHILIPS» GLOEILAMPENFABRIEKEN te EINDHOVEN.

21.3.1979 1 PHN 9397 ’’Menglichtlamp»»

De uitvinding heeft betrekking op een menglichtlamp voorzien van een gloeidraad welke elektrisch in serie staat met een hogedruknatriumdampontladingsbuis, waarbij die ontladingsbuis behalve natrium ook kwik en 5 een startgas bevat, en het gewichtspercentage G van het kwik in de ontladingsbuis, ten opzichte van het kwik en het natrium tezamen in de ontladingsbuis, groter is dan 80$.

Een voordeel van zulk een menglichtlamp is dat deze lichtbron - als een gloeilamp - zonder verder voorschakelapparaat op een elektrische voedingsbron kan worden aangesloten. De gloeidraad in de menglichtlamp werkt namelijk tevens als stabilisatieballast voor de ontladingsbuis .

Een bekende menglichtlamp van de aangeduide soort is bijvoorbeeld beschreven in de Japanse octrooiaanvrage PA-46-32858 (publikatienummer Sho-45083) die op 23 december 1972 ter inzage is gelegd. Een nadeel van de genoemde bekende lamp is dat het amalgaam in de ontladings-20 buis daarbij van een zodanige samenstelling is, dat G

maximaal circa 83^ bedraagt. Dit betekent, dat de gewichtsverhouding van het kwik tot het natrium in de ontladingsbuis op zijn hoogst ongeveer vijf is. Daardoor is bij die bekende lamp, bij voeding uit een wisselspanningsbron, de benodigde herontsteekspanning van de ontladingsbuis aan 700 25 73 % s'* 21.3.1979 2 PEN 9397 f het begin van elke halve periode van de elektrische voeding relatief groot. Dit maakt dat de hoogspanning van die ontladingsbuis slechts relatiëf klein kan zijn ten opzichte van de spanning van de wisselspanningsbron, en 5 dit maakt weer dat de specifieke lichtstroom, bijvoorbeeld uitgedrukt in lumen per ¥att, van die bekende menglicht-lamp naar verhouding klein is.

Opgemerkt zij dat de specifieke lichtstroom van een ontladingslamp, en daardoor ook van een menglicht-10 lamp, in de regel tevens afhankelijk is van het lampver- mogen. Daarbij vindt men dat de specifieke lichtstroom toeneemt bij groter wordend lampvermogen.

De uitvinding beoogt een menglichtlamp van de in de aanhef aangeduide soort aan te geven waarbij de 15 specifieke lichtstroom groot is - gezien het lampvermogen -en de kleur van het uitgestraalde licht acceptabel is.

Een menglichtlamp volgens de uitvinding voorzien van een gloeidraad welke elektrisch in serie staat met een hogedruknatriumdampontladingsbuis, waarbij 20 die ontladingsbuis behalve natrium ook kwik en een start-gas bevat, en het gewichtspercentage G van het kwik in de ontladingsbuis, ten opzichte van het kwik en het natrium tezamen in de ontladingsbuis, groter is dan 80$, is daardoor gekenmerkt, dat de gloeidraad deel uitmaakt van 25 een halogeengloeilamp en G gelegen is tussen 85$ en 98$·

Een voordeel van deze menglichtlamp is, dat de specifieke lichtstroom ervan groot is en de kleur van het uitgestraalde licht acceptabel is.

De uitvinding berust op de gedachte de beno-30 digde herontsteekspanning van de ontladingsbuis, van een menglichtlamp, te verlagen door een zeer kwikrijk amalgaam te gebruiken, dat wil zeggen een hoog G-percentage toe te passen. Daardoor wordt weliswaar de kleur van het door de ontladingsbuis uitgestraalde licht minder wit en daardoor 35 minder acceptabel, doch dit wordt gekompenseerd door een uitvoering als halogeengloeilamp van het gloeigedeelte van die menglichtlamp. Bovendien wordt door de keuze van een halogeengloeilamp, in plaats van een gewone gloeilamp, 7 90 2 5 73 21.3.1979 3 PHN 9397 de specifieke lichtstroom van de menglichtlamp volgens de uitvinding nog verder verhoogd.

Bij G-waarden kleiner dan 85$, of groter dan 98$, is de specifieke lichtstroom van de menglicht-5 lamp nog relatief klein. Bij G-waarden groter dan 98$ kan voorts het nadeel optreden dat zich na verloop van een gering aantal branduren van de lapip een sterke kleurverandering manifesteert tengevolge νθη verdwijning van het natrium, dat dan zelfs in de ontladingsbuis van een nieuwe 10 lamp slechts in minieme hoeveelheden aanwezig is.

Opgemerkt zij, dat een halogeengloeilamp als onderdeel van een menglichtlamp op zichzelf bekend is uit het Duitse "Offenlegungsschrift” no. 2.205.680 (PHA 20.549). Daarbij is die halogeengloeilamp echter 15 slechts een hulplamp, die alleen tijdens het starten van de ontladingsbuis licht geeft.

Bij een voorkeursuitvoering van een menglichtlamp volgens de uitvinding is G 95$ + 0,5$»

Een voordeel van die voorkeursuitvoering is 10 dat de specifieke lichtstroom van de menglichtlamp een zeer grote waarde' heeft.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een tekening. Deze toont een langsdoor-snede, deels aanzicht, van een menglichtlamp van klein ver-25 mogen volgens de uitvinding.

In de tekening is een menglichtlamp afge-beeld waarvan de totale lengte circa 165 mm, en de maximale breedte circa 65 mm bedraagt. Met 1 is een hogedruknatrium-dampontladingsbuis aangeduid. Deze ontladingsbuis 1 staat 30 elektrisch in serie geschakeld met een halogeengloeilamp 2. Het samenstel van ontladingsbuis 1 en halogeengloeilamp 2 is omgeven door een buitenballon 3. Een voet van de lamp draagt het verwijzingscijfer 4. De serieschakeling van de ontladingsbuis 1 en de halogeengloeilamp 2 wordt elektrisch gevoed via de pooldraad 5 enerzijds en de stroomgeleider 6 anderzijds. De pooldraad 5 en de stroomgeleider 6 zijn aangesloten op kontakten van de lampvoet 4 (aansluitingen niet getekend). Een starre metaaldraad 7 van vernikkeld 790 25 73 '' 21.3. 1979 4 PHN 9397 ijzer dient slechts voor een verdere ondersteuning van het samenstel van de ontladingsbuis 1 en de halogeengloei-lamp 2.

De ontladingsbuis 1 heeft een wand die in 5 hoofdzaak uit dichtgesinterd aluminiumoxyde bestaat. De lengte van die ontladingsbuis is circa 4θ mm en de inwendige diameter is circa 3»3 mm. De ontladingsbuis bevat nabij zijn beide uiteinden een hoofdelektrode 11, respek-tievelijk 12. Voorts bevat die buis 1 een kwik-natrium

1Q

amalgaam met een gewicht van 10 milligram. Het gewichts-percentage G aan kwik van dat amalgaam is 95°/°· G· is dan ook gelegen binnen het aangegeven interval van 85°/> - 98°/o, evenals binnen het voorkeurs interval van 95^ +, 0,5°/o· De ontladingsbuis bevat voorts een startgas, bestaande uit Neon + 0,3°/o Argon, onder een druk van circa 5OO0Pascal, voor het bevorderen van het ontsteken van de ontlading in de ontladingsbuis.

De halogeengloeilamp 2 is voorzien van een gloeispiraal 8 van wolfram. De lengte van de gloeilamp 2 20 is circa 60 mm. 9 en 10 zijn getterringen voor het handhaven van vacuum tussen de ontladingsbuis 1 en de gloeilamp 2 enerzijds en de buitenballon 3 anderzijds.

De beschreven menglichtlamp is bestemd om via de lampvoet 4 te worden aangesloten op een wissel-25 spanningsnet van circa 220 Volt, 50 Hz. De menglichtlamp neemt dan circa 103 "Watt op, waarvan 41 Watt door de ontladingsbuis 1. De hoogspanning van de ontladingsbuis is daarbij circa 110 Volt, en zijn benodigde herontsteekspan-ning is circa 270 Volt. De specifieke lichtstroom van 30 alleen de ontladingsbuis is dan circa 5^ lumen per Watt.

De lichtstroom van de gehele menglichtlamp is circa 3150 lumen, en de specifieke lichtstroom circa 30,5 lumen per Watt. De C.I.E. (Commission Internationale de 1’éclairage)-kleurweergave-index Ra8 bedraagt circa JO, 35 De beschreven menglichtlamp van relatief klein vermogen - teweten van ongeveer 100 Watt - paart dan ook een daarbij relatief grote specifieke lichtstroom aan een acceptabele kleurweergave.

790 25 73

Claims (2)

1. Menglichtlamp voorzien van een gloeidraad welke elektrisch in serie staat met een hogedruknatrium-dampontladingsbuis, waarbij die ontladingsbuis behalve natrium ook kwik en een startgas bevat, en het gewichts-5 percentage G van het kwik in de ontladingsbuis, ten opzichte van het kwik en het natrium tezamen in de ontladingsbuis, groter is dan 80$, met het kenmerk, dat de gloeidraad deel uitmaakt van een halogeengloeilamp en G gelegen is tussen 85$ en 98$. 10

2. Menglichtlamp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat G 95$ + 0,5 $'is. 15 790 2 5 73 20