NL7901276A - Joint for axially aligned pipes - has flanged ends retained coaxially and sealed by crimped clamping ring - Google Patents

Abstract

The joint for two axially aligned pipes has an end portion (14) of one pipe (12) received snugly within an end portion. The pipes (12, 10) are formed externally with annular ribs (15, 17), spaced from the ends of the pipes. The pipes are retained against axial separation by a clamping ring (30) encircling the two pipes at the joint, spanning the ribs and having at opposite axial ends flanges (34, 36) engaging the flanks of the ribs which are furthest from one another. The ring comprises two semi-circular parts (30a, 30b) hinged together at their one ends and drawn together at their other ends, when the ring is fitted, by a sliding clip.

Description

-1- - 20505/CV/tl V-1- - 20505 / CV / tl V

**

Aanvrager': Durapipe Limited te Norton Canes, Cannock, Staffordshire,Applicant: Durapipe Limited, Norton Canes, Cannock, Staffordshire,

Groot BrittanniëBritain

Korte Aanduiding: Pijpverbinding.Short Designation: Pipe connection.

55

De uitvinding heeft betrekking op pijpverbindingen en is in het bijzonder maar niet uitsluiteid toepasbaar voor de vorming van verbindingen tussen stijf thermoplastisch materiaal.The invention relates to pipe connections and is particularly, but not exclusively, applicable for the formation of connections between rigid thermoplastic material.

Het is bekend om op verschillende wijze verbindingen te bewerk-10 stelligen tussen de einden van stijve thermoplastische pijpen,bijvoorbeeld door het gebruikmaken van oplossende bindmiddelen of door het aanbrengen van door spuitgieten gevormde eindfittingn aan de pijpen en door de pijpen te verbinden door de desbetreffende eindfittingen aan elkaar te bevestigen met behulp van geschikte bevestigingsorganen.It is known to effect connections between the ends of rigid thermoplastic pipes in various ways, for example by using dissolving binders or by applying injection molded end fittings to the pipes and by connecting the pipes through the respective end fittings to be fastened together using suitable fasteners.

15 Het gebruikmaken van oplossende bindmidfelen voor het vormen van verbindingen tussen stijve thermoplastische pijpen verhindert latere loskoppeling van de aan elkaar gehechte delen zonder beschadiging, brengt een onvermijdbaar tijdsverloop met zich mee voordat een verbinding voor gebruik gereed is en is bij sommige soorten thermoplasti-20 sche materialen niet doelmatig. Verder is het,tenzij eidfittingen worden toegepast,moeilijk onder gebruikmaking van oplossende bindmiddelen een eind op eindverbinding te verkrijgen tussen thermoplastische pijpen met dezelfde diameter zodanig dat de verbinding een voldoende sterkte heeft om axiale krachten tussen de met elkaar verbonden pijpen 25 te weerstaan of in dwarsrichting op de verbinding uitgeoefende huig- krachten te weerstaan. Het gebruik van door spuitgieten gevormde eindfittingen kan dit nadeel vermijden,maar brengt uiteraard aanvullende kosten met zich mee.Using dissolving binders to form connections between rigid thermoplastic pipes prevents subsequent disconnection of the bonded parts without damage, involves an unavoidable time lapse before a connection is ready for use, and is in some types of thermoplastic materials not effective. Furthermore, unless end fittings are used, it is difficult to obtain an end-to-end connection between thermoplastic pipes of the same diameter using dissolving binders such that the connection has sufficient strength to withstand or transverse axial forces between the connected pipes. withstand bending forces applied to the joint. The use of injection molded end fittings can avoid this drawback, but of course entails additional costs.

Het is een oogmerk van de huidige uitvinding een verbeterde pijp-30 verbinding te verkrijgen door middel waarvan de bovengenoemde nadelen kunnen worden vermeden,terwijl de pijpverbinding een eenvoudige en economische constructie heeft.It is an object of the present invention to obtain an improved pipe joint by means of which the above drawbacks can be avoided, while the pipe joint has a simple and economical construction.

Volgens de uitvinding is voorzien in een mechanische verbinding tussen twee pijpen,waarin een eindgedeelte van een eerste pijp nauw-35 passend is opgenoraen.in een eindgedeelte van de tweede pijp en iedere pijp uitwendig op een punt gelegen op afstand van het einde van de 7901276 -2- 20505/CV/tl pijp is voorzien van een ringvormige rib,die zich om de pijp en coaxiaal ten opzichte van de pijp uitstrekt,terwijl de pijpen tegen axiale scheiding zijn tegengehouden door een de twee pijpen bij de verbinding omgevende klemring welke de ringvormige ribben van de twee pijpen over-5 spant,waarbij de klemring aan zijn uiteinde is voorzien van flenzen, die zich uitstrekken in een naar de hartlijn van de pijpen toegekeerde richting zodanig,dat de beide flenzen in ingrijping zijn met de van elkaar afgekeerde flanken van de beide ringvormige ribben.According to the invention, there is provided a mechanical connection between two pipes in which an end portion of a first pipe is closely fitted into an end portion of the second pipe and each pipe externally at a point spaced from the end of the 7901276 -2- 20505 / CV / tl pipe is provided with an annular rib, which extends around the pipe and coaxially with the pipe, while the pipes are restrained from axial separation by a clamping ring surrounding the two pipes at the connection which annular ribs of the two pipes spans, the clamping ring at its end being provided with flanges extending in a direction toward the centerline of the pipes such that the two flanges engage the flanks facing away from each other of the two annular ribs.

Bij voorkeur is althans de tweede pijp voorzien van een inwendige 10 ringvormige groef bij een axiale stand overeenkomend met de uitwerdige ringvormige groef op deze tweede pijp,terwijl de relatieve lengtes van de eindgedeelten van de twee pijpen zodanig zijn,dat het eindgedeelte van de eerste pijp zich althans gedeeltelijk over de ringvormige groef in de tweede pijp uitstrekt en een ringvormige afdichting is geplaatst 15 in de ringvormige ruimte,welke wordt begrensd tussen de wand van de ringvormige fiseh tweede pijp en het naburige deel van het'uibendige van het eindgedeelte van dè eerste pijp.Preferably, at least the second pipe is provided with an internal annular groove at an axial position corresponding to the outer annular groove on this second pipe, while the relative lengths of the end portions of the two pipes are such that the end portion of the first pipe extends at least partially over the annular groove in the second pipe and an annular seal is placed in the annular space which is bounded between the wall of the annular fiseh second pipe and the adjacent portion of the outer portion of the first portion pipe.

De klemring is bij voorkeur vervaardigd uit twee gekromde delen, die aan hun ene einde flexibel met elkaar zijn verbonden,bijvoorbeeld 20 door een scharnieropstelling terwijl aan de andere einden organen zijn aangebracht,welke in de samengebouwde verbinding in ingrijping zijn met een geprofileerd wigorgaansdat over deze organen is geschoven.in een richting althans nagenoeg evenwijdig aan de hartlijnen van de pijpen bij de verbinding.The clamping ring is preferably made of two curved parts, which are flexibly connected at one end, for instance by a hinge arrangement, while at the other ends members are arranged which mesh in the assembled connection with a profiled wedge member which extends over this organs is slid in a direction at least substantially parallel to the axes of the pipes at the joint.

25 De flanken van de ringvormige ribben,die in ingrijping zijn met de flenzen van de klemring verlopen bij voorkeur hellend ten opzichte van de hartlijn van de pijpverbinding,terwijl de flenzen van de klemring op oveiBsnkomstige wijze hellend verlopen op zodanige wijze,dat een in omtreksrichting werkende klemkracht aangebracht op de klemring werkt om 30 de pijpen in een naar elkaar toegekeerde richting te dringen.The flanks of the annular ribs engaging the flanges of the clamping ring are preferably inclined relative to the centerline of the pipe joint, while the flanges of the clamping ring are inclined in such a manner that a circumferential direction acting clamping force applied to the clamping ring acts to urge the pipes in a facing direction.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment shown in the accompanying figures.

Fig. 1 toont een axiale doorsnede over een pijpverbinding volgens de uitvinding.Fig. 1 shows an axial section through a pipe connection according to the invention.

35 Fig. 2 toont een deel van een axiale doorsnede over een tweede uit voeringsvoorbeeld van een pijpverbinding volgens de uitvinding.FIG. 2 shows part of an axial section through a second exemplary embodiment of a pipe connection according to the invention.

7901276 * -3- . 20505/CV/tl7901276 * -3-. 20505 / CV / tl

Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede over fig.l gezien volgens de lijn 3 - 3,waarbij slechts de klemring en het wigorgaan,welke deel uitmaken van de in de fig.l en 2 weergegeven pijpverbinding,zijn weergegeven.Fig. 3 is a cross-sectional view of FIG. 1 taken along line 3-3, showing only the clamping ring and wedge member which form part of the pipe connection shown in FIGS. 1 and 2.

Fig. 4 toont een zijaanzicht op een wigorgaan,dat wordt gebruikt 5 voor het vastzetten van de klemring.Fig. 4 shows a side view of a wedge member used to secure the clamping ring.

Zoals weergegeven in fig.l wordt een verbinding tussen de einden van een tweetal cilindrische pijpen 10 en 12 uit stijf thermoplastisch materiaal bewerkstelligd door het vervormen van de desbetreffende eindgedeelten van de pijpen 10 en 12 terwijl deze zijn vastgemaakt 10 onder de inwerking van warmte,waarop de uiteinden van de pijpen in de desbetreffende weergegeven vormen worden gebracht,zodanig,dat de pijp 12 een cilindrisch eindgedeelte*14 heeft,dat dezelfde diameter heeft als het hoofdgedeelte van de pijp 12 en van dit hoofdgedeelte van de pijp 12 is gescheiden door een ringvormige vervorming 15,terwijl de 15 pijp 10 is voorzien van een cilindrisch eingedeelte 16 met een diameter groter dan die van het hoofdgedeelte van de pijp 10 en met een inwendige diameter zodanig dat het eindgedeelte 14 nauwpassend kan worden· opgenomen in het eindgedeelte 16,zoals is afgebeeld in fig.l. Daarbij is het eindgedeelte 16 gescheiden van het hoofdgedeelte van de pijp D met 20 behulp van een ringvormige vervorming 17.As shown in Fig. 1, a connection between the ends of two cylindrical pipes 10 and 12 of rigid thermoplastic material is effected by deforming the respective end portions of the pipes 10 and 12 while they are attached 10 under the action of heat, to which the ends of the pipes are brought into the respective shown shapes, such that the pipe 12 has a cylindrical end portion * 14, which has the same diameter as the main part of the pipe 12 and is separated from this main part of the pipe 12 by an annular deformation 15, while the pipe 10 includes a cylindrical end section 16 with a diameter greater than that of the main section of the pipe 10 and with an internal diameter such that the end section 14 can be snugly accommodated in the end section 16, as is depicted in fig. The end portion 16 is thereby separated from the main portion of the pipe D by means of an annular deformation 17.

Ieder van de ringvormige vervormingen 15 en 17 vormt op het uitwendige van de desbetreffende pijp 12 resp. 10 een ringvormige rib,welke aan zijn top een axiaal kort cilindrisch uitwendig oppervlak, dat althans nagenoeg coaxiaal met de pijp is,erf hellend conisch verlopende- flanken, 25 die zich resp, van de top naar het cilindrische oppervlak van het hoofdgedeelte van de pijp en van de top naar het desbetreffende eindgedeelte 14 of 16 uitstrekken, omvat.Op soortgelijke wijze vormt iedere ringvormige vervorming 15 en 17 irffeijn inwendige een ringvormige groef van een vorm complementair met die van de rib op het uitwendige van de desbetref-30 fende pijp.Each of the annular deformations 15 and 17 forms on the exterior of the respective pipe 12 and 12, respectively. 10 an annular rib, which at its top has an axially short cylindrical external surface, which is at least substantially coaxial with the pipe, tapered tapered flanks extending from the top to the cylindrical surface of the main body of the pipe, respectively. and extending from the apex to the respective end portion 14 or 16. Similarly, each annular deformation 15 and 17 internal line forms an annular groove of a shape complementary to that of the rib on the exterior of the respective pipe.

Ieder van de ringvormige groeven omvat dus een axiaal verlopend kort oppervlak,dat zich cilindrisch om de hartlijn van de desbetreffende pijp 10 of 12 uitstrekt en de bodem van de groef vormt,en conisch hellend verlopende wanden,die zich resp.van de bodem van de groef uit- Λ 35 strekken near het hoofd gedeelte van de desbetreffende pijp en naar het einde-edpe1irevan desbetreffende pijp· fig*l is de bodem van de groef, 7901276 '-Jtf * -4- - 20505/CV/tl • » / welke is*verkregen door de vervorming 17 aangeduid met het verwijzings-cijfer 24,terwijl de conisch hellend verlopende wand,die zich uitstrekt naar het hoofdgedeelte van de buis 10 is aangeduid met het verwijzings-cijfer. 26 en de conisch hellend verlopende wand,die zich uitstrekt naar 5 het eindgedeelte 14 aangeduid met het verwijzingscijger 22.Thus, each of the annular grooves comprises an axially extending short surface, which extends cylindrically about the centerline of the respective pipe 10 or 12 and forms the bottom of the groove, and conically inclined walls extending from the bottom of the groove extend Λ 35 near the main part of the pipe in question and towards the end of the pipe in question · fig * 1 is the bottom of the groove, 7901276 '-Jtf * -4- - 20505 / CV / tl • »/ which is obtained by the deformation 17 indicated by the reference numeral 24, while the conically inclined wall extending to the main part of the tube 10 is indicated by the reference numeral. 26 and the conically inclined wall extending to the end portion 14 indicated by the reference digit 22.

Opgemerkt wordt,dat de ringvormige vervorming 15 op de pijp 12 in het gebied van de overgang van het eindgedeelte 14 naar de ringvormige vervorming 15 is voorzien van een zich radiaal uitstrekkende schouder 20 op het uitwendige van de pijp,welke schouder 20 is gericht naar 10 het vrije einde van dit eindgedeelte 14 van de pijp 12. Het vrije einde van het eindgedeelte 16 van de pijp 10 ligt aan tegen deze schouder 20 ter beperking van de beweging van de pijpen 10 en 12 naar elkaar toe,zoals weergegeven in fig.l.It should be noted that the annular deformation 15 on the pipe 12 in the region of the transition from the end portion 14 to the annular deformation 15 includes a radially extending shoulder 20 on the exterior of the pipe, which shoulder 20 faces 10. the free end of this end portion 14 of the pipe 12. The free end of the end portion 16 of the pipe 10 abuts this shoulder 20 to limit the movement of the pipes 10 and 12 toward each other, as shown in FIG. .

De relatieve lengtes van de eindgedeelten 14 en 16 zijn zodanig, 15 dat in de in fig.l weergegeven stand het eindgedeelte 14 op het inwendige van de pijp 10 zich gedeeltelijk over de ringvormige groef ,die door de -vervorming 17 wordt gevormd,uitstrekt en zich in het bijzonder . uitstrekt over de conisch hellend verlopende wand 22 van deze groef en verder over de bodem· 24 van de groef en gedeeltelijk over de andere 20 hellend verlopende wand 26 van deze groef. Tussen het uiteinde van het eindgedeelte 14 en de door de ringvormige vervorming 17 verkregen groef is zodoende een ringvormige uitsparing begrensd,waarin een ringvormige elastomere pakking 28 is opgenomen. De pakking 28 is althans in hoofdzaak U-vormig in dwarsdoorsnede ,waarbij de tussen de armen uitsparing 25 van de U gevormde {is gerbht naar de conisch hellend verlopende wand 26. De radiaal buitenste arm van de U past nauw tegen de bodem 24 van de door de vervorming 17 gevormde groef,terwijl de andere arm van de U nauw passend draagt tegen het cilindrische uitwendige oppervlak van het eindgedeelte 14.The relative lengths of the end portions 14 and 16 are such that in the position shown in Figure 1, the end portion 14 on the interior of the pipe 10 extends partially over the annular groove formed by the deformation 17 and in particular. extends over the conically inclined wall 22 of this groove and further over the bottom 24 of the groove and partly over the other inclined wall 26 of this groove. Thus, between the end of the end portion 14 and the groove obtained by the annular deformation 17, an annular recess is contained, in which an annular elastomeric gasket 28 is received. The gasket 28 is at least substantially U-shaped in cross-section, with the recess 25 of the U formed between the arms directed towards the conically inclined wall 26. The radially outer arm of the U fits snugly against the bottom 24 of the groove formed by the deformation 17, while the other arm of the U bears close fitting against the cylindrical external surface of the end portion 14.

30 De twee pijpen 10 en 12 worden in de verbinding bij elkaar gehou den met behulp van een klemring 30,welke zich om de verbinding uitstrekt en de beiie vervormingen 15 en 17 overspant.Zoals weergegeven in fig.3 omvat de klemring 30 een tweetal overeenkomende gekromde delen 30a en 30b,die bijvoorbeeld uit plaatstaal zijn geperst en die scharnie-35 rend met^ehulp van een scharnieropstelling 40 met elkaar zijn verbonden. Ieder van de gekromde delen omvat een gedeeltelijk cilindrisch hoofdge- 7901276 -5- . 20505/CV/tl deelte 32 waarbij de hartlijn van de kromming van het cilindrische gedeelte evenwijdig is aan de scharnieras van de scharnieropstelling 40 en de krommingsassen van de delen 32 samenvallen in de in fig.3 weergegeven stand bij het verwijzingscijfer 31 in fig.3.The two pipes 10 and 12 are held together in the connection by means of a clamping ring 30, which extends around the connection and spans both deformations 15 and 17. As shown in Fig. 3, the clamping ring 30 comprises two corresponding curved parts 30a and 30b, which, for example, are pressed from sheet steel and which are hingedly connected together with the aid of a hinge arrangement 40. Each of the curved parts includes a partially cylindrical main body 7901276 -5-. 20505 / CV / tl section 32 wherein the axis of the curvature of the cylindrical portion is parallel to the pivot axis of the hinge arrangement 40 and the axes of curvature of the parts 32 coincide in the position shown in Figure 3 at the reference numeral 31 in Figure 3 .

5 Over het grootste gedeelte van de hoek waarover ieder gedeelte 32 zich uitstrekt om zijn krommingsas zijn conische flenzen 34 en 36 aangebracht bij de uiteinden van het desbetreffende deel 32,zodanig dat de krommingsas van deze conische flenzen overeenkomt met die van het desbetreffende gedeelte 32 enfflenzen 34 en 36 zich vanaf het desbe-10 treffende gedeelte 32 in de richting van de krommingsas van het gedeelte 32 uitstrekken. Zodoende vormt ieder gekromd deel 30a,30b aan zijn concave zijde een segment van een ringvormig kanaal om de krommings-hartlijn van het desbetreffende gedeelte 32,waarbij dit kanaal in de richting van de laatst genoemde hartlijn open is. Indien de klemring in zijn 15 gesloten stand om de pijpen 10 en 12 is vallen de krommingsassen van de delen 32 van de gedeelten 30a en 30b althans nagenoeg samen met elkaar en laet de hartlijnen van de pijpen 10 en 12,zodat de gedeelten 30a en 30b segmenten vormen van hetzelfde ringvormige kanaal om de hartlijn van de verbinding ,terwijl dit kanaal de door de ringvormige ver-20 vormingen 15 en 17 gevormde-ribben opneemt.Across the major part of the angle through which each portion 32 extends about its axis of curvature, conical flanges 34 and 36 are provided at the ends of the respective part 32, such that the axis of curvature of these conical flanges corresponds to that of the respective portion 32 and flanges 34 and 36 extend from the respective portion 32 in the direction of the axis of curvature of the portion 32. Thus, each curved portion 30a, 30b forms on its concave side a segment of an annular channel about the axis of curvature of the respective portion 32, this channel being open in the direction of the latter axis. When the clamping ring is in its closed position about the pipes 10 and 12, the axes of curvature of the parts 32 of the parts 30a and 30b at least substantially coincide with each other and the axes of the pipes 10 and 12 remain so that the parts 30a and 30b form segments of the same annular channel about the axis of the joint, while this channel receives the ribs formed by the annular deformations 15 and 17.

Zoals in fig.l is weergegeven wordt het grootste gedeelte van de axiale lengte van de klemring gevormd door de cilindrische gedeelten 32,die in de samengebouwde verbinding althans nagenoeg coaxiaal zijn met de pijpen 10 en 12 en zich vanaf de vervorming 15 totf3e vervorming 17 uit-25 ‘ strekken en radiaal naar buiten op afstand daarvan zijn gelegen,terwijl de conisch hellend verlopende flenzen 34 en 36 tegen de door de vervormingen 15 resp, 17 gevormde ribben dragen. De flens 36 heeft dezelfde helling ten opzichte van de hartlijn van de pijpverbinding als de hellend verlopende flank van de vervorming 17,welke van de vervorming 30 15 is afgekeerd en draagt tegen het door de laatst genoemde flank gevorm de uitwendige oppervlak. Op soortgelijke wijze heeft de flens 34 dezelfde helling als de flank van de ringvormige vervorming 15,welke van de vervorming 17 is afgekeerd,terwijl de flens 34 tegen het door de laatst genoemde flens gevormde uitwendige oppervlak draagt. Het zal duidelijk 35 zijn,dat ten gevolge van de helling van de flenzen 34 en 36 en de flanken van de vervormingen 15 en 17 waartegen deze flenzen dragen een om- 7901276 ψ -6- 20505/CV/tl treksspanning in de klemring 30 aanleiding zal geven tot krachten,die het eindgedeelte 14 verder in de pijp 10 dringen en zodoende het eind-vlak van het eindgedeelte 16 in ingrijping met de schouder 20 dringt.As shown in Figure 1, the major part of the axial length of the clamping ring is formed by the cylindrical portions 32, which in the assembled connection are at least substantially coaxial with the pipes 10 and 12 and extend from the deformation 15 to 3rd deformation 17 25 and extend radially outwardly therefrom, while the conically inclined flanges 34 and 36 bear against the ribs formed by the deformations 15 and 17, respectively. The flange 36 has the same inclination with respect to the center line of the pipe connection as the sloping flank of the deformation 17, which faces away from the deformation 15 and bears against the external surface formed by the latter flank. Similarly, the flange 34 has the same slope as the flange of the annular deformation 15 facing away from the deformation 17, while the flange 34 bears against the external surface formed by the latter flange. It will be clear that due to the inclination of the flanges 34 and 36 and the flanks of the deformations 15 and 17 against which these flanges bear a tensile stress in the clamping ring 30 will give forces that further force the end portion 14 into the pipe 10 and thus force the end face of the end portion 16 into engagement with the shoulder 20.

Deze de pijpen 10 en 12 axiaal naar elkaar toe dringende krachten worden 5 opgenomen door aanligging van het eindvlak van het gedeelte 16 tegen de schouder 20,terwijl de krachten,die ertoe neigen de pijpen 10 en 12 axiaal van elkaar te scheiden worden opgenomen door de stalen klemring 30.These forces 10 and 12 pressing axially towards each other are absorbed by abutting the end face of the portion 16 against the shoulder 20, while the forces which tend to separate the pipes 10 and 12 are absorbed axially from each other. steel clamping ring 30.

Zoals verder uit fig.3 blijkt is bij het omtrekseinde van ieder 10 gekromd deel 30a,30b nabij de scharnieropstelling 30 het gedeelte 32 verlengd voorbij de naburige omtrekseinden van de flenzen 34 en 36 en aan zijn einde gebogen om met het corresponderend gebogen einde van het gedeelte 32 van het andere gekromde deel en een scharnierpen 42 de scharnieropstelling 40 te vormen. De scharnieropstelling 40 maakt het 15 mogelijk om de klemring 30 te openen ten einde deze over een samengebouwde pijpverbinding te schuiven en daarna om de verbinding te sluiten.As further shown in Figure 3, at the circumferential end of each curved portion 30a, 30b near the hinge arrangement 30, the portion 32 is elongated beyond the adjacent circumferential ends of the flanges 34 and 36 and bent at its end to match the corresponding curved end of the portion 32 of the other curved portion and a hinge pin 42 to form the hinge arrangement 40. The hinge arrangement 40 makes it possible to open the clamping ring 30 in order to slide it over an assembled pipe connection and then to close the connection.

De wijze' waarop de klemring gesloten wordt gehouden om de pijpverbinding is weergegeven in de fig.3 en 4. Bij het omtrekseinde van ieder gekromd deel ,30a ,30b afgekeerd van de scharnieropstelling 40 is het desbetreffen-20 de gedeelte 32 verlengt voorbij de naburige omtrekseinden van de desbetreffende flenzen 34 en 36 en het uitstekende gedeelte is naar buiten gebogen in omgekeerde richting ten opzichte van de kromning van het desbetreffende gekromde gedeelte voor het verkrijgen van een althans in hoofdzaak kanaalvormig orgaan 44,dat althans in hoofdzaak evenwijdig aan de 25 krommingshartlijn van het desbetreffende gedeelte 32 verlooft,waarbij de wand 46 van ieder kanaalvormig orgaan 34,dat het verste is afgelegen van de scharnieropstelling 40 eindigt in een destfitreffende vrije rand 48. De randen 48 van de wanden 46 van de twee gekromde delen zijn zodanig gevormd,dat indien de klemring in zijn gesloten stand is met de 30 relatieve standen van de delen 30a en 30b zoals is weergegeven in fig.3 de vrije randen 48,gezien in de richting van pijl 50 in fig.3 op gelijke wijze maar in tegengestelde richting hellend zijn ten opzichte van de richting van de kroramingsassen van de desbetreffende gekromde delen 30a en 30b. In de gesloten stand van de klemring zoals weergege-35 ven in fig.3 verlopen dus de randen 48 hellend naar elkaar vanaf een axiaal einde van de klem naar let andere einde gezien in de richting van pijl 50 ih fig.3.The manner in which the clamping ring is held closed about the pipe connection is shown in Figures 3 and 4. At the circumferential end of each curved portion 30a, 30b facing away from the hinge arrangement 40, the respective portion 32 is extended beyond the adjacent one. circumferential ends of the respective flanges 34 and 36 and the protruding portion is bent outwardly in opposite direction to the curvature of the respective curved portion to obtain an at least substantially channel-shaped member 44 which is at least substantially parallel to the axis of curvature of the relevant portion 32, the wall 46 of each channel-shaped member 34 furthest from the hinge arrangement 40 terminating in a suitable free edge 48. The edges 48 of the walls 46 of the two curved portions are formed such that that when the clamping ring is in its closed position with the relative positions of parts 30a and 30b as shown in Fig. 3 the free edges 48, seen in the direction of arrow 50 in Fig. 3, are inclined in the same manner but in opposite directions relative to the direction of the curved estimate axes of the respective curved parts 30a and 30b. Thus, in the closed position of the clamping ring as shown in Fig. 3, the edges 48 are inclined towards each other from an axial end of the clamp to the other end when viewed in the direction of arrow 50 in Fig. 3.

7901276 -7- ' 205C5/CV/tl7901276 -7- '205C5 / CV / tl

De klemring wordt om de verbinding vastgehouden met behulp van een althans in hoofdzaak in doorsnede kanaalvomig orgaan 52,dat een vlakke wand 53 bezit dat de basis van het kanaal vormt,en zijwanden 54,die in dwarsdoorsnede (fig.3) gezien,gekromd zijn,· zodanig dat zij zich bij hun 5 vrije einden naar elkaar toe uitstrekken en het kanaal bij zijn monding nauwer is dan op een plaats tussen zijn monding en zijn basis.Iedere zijwand 54 heeft een althans nagenoeg gelijkmatige dwarsdoorsrade vanaf een einde van het orgaan 52 naar het andere einde maar de breedte van de basis 53 van het kanaal verloopt taps van het ene einde van het or-10 gaan 52 naar het andere einde en de richtingen van de langsuitstrekkingen van de twee zijwanden 54 zijn overeenkomstig hellend verlopend ten opzichte van elkaar in de langsrichting van het kanaal,zoals weergegeven in fig.4 waarbij de onderlinge helling van de richtingen van de langs-uitstrekkingen van de zijwanden overeenkomen met debnderlinge helling 15 van de randen 48 in de gesloten stand van de klemring.The clamping ring is held about the connection by means of an at least substantially cross-section channel-shaped member 52, which has a flat wall 53 which forms the base of the channel, and side walls 54, seen in cross-section (fig. 3), are curved Such that they extend towards each other at their free ends and the channel is narrower at its mouth than at a location between its mouth and its base. Each side wall 54 has an at least substantially transverse passage from one end of the member 52 to the other end but the width of the base 53 of the channel is tapered from one end of the organ 52 to the other end and the directions of the longitudinal extensions of the two side walls 54 are correspondingly sloping relative to each other in the longitudinal direction of the channel, as shown in Fig. 4, the mutual inclination of the directions of the longitudinal extensions of the side walls corresponding to the inclined inclination of the n the edges 48 in the closed position of the clamping ring.

Indien de klemring om een pijpverbinding is geslo'ten wordt het wig-orgaan 52 over de flenzen 46 geschoven in een langsrichting evenwijdig aan de hartlijn van de verbinding waarbij het breedste gedeelte van het door het orgaan 52 gévormde kanaal in ingrijping wordt gebracht over de r 20 flenzen 46 bij dat axiale einde waar de vrije randen 48 van de flenzen het dichts bij elkaar zijn gelegen waarna het orgaan 52 in de axiale richting wordt verschoven terwijl de randen 48 tegen de binnenoppervlak-ken van de zijwanden 54 dragen en daardoor naar elkaar toe worden gedrongen tijdens de verschuiving van het klemorgaan,dat wordt tegengehouden 25 door de naar binnen gedraaide vrije randgedeelten van de zijwanden 54, die grijpen in de door de organen 44 gevormde kanalen.When the clamping ring is closed around a pipe joint, the wedge member 52 is slid over the flanges 46 in a longitudinal direction parallel to the centerline of the joint with the widest portion of the channel formed by the member 52 engaging the r Flanges 46 at that axial end where the free edges 48 of the flanges are closest to each other, after which the member 52 is shifted in the axial direction while the edges 48 bear against the inner surfaces of the side walls 54 and thereby toward each other during the displacement of the clamping member which is retained by the inwardly turned free edge portions of the side walls 54 which engage the channels formed by the members 44.

Bij de in fig.1 weergegeven verbinding verlopen de conisch hellende flanken van de vervormingen 15 en 17 en de overeenkomstige flenzen 34 en 36 hellend onder een hoek van 45° ten opzichte van de hartlijn van de 30 pijpverbinding. De in fig.2 weergegeven pijpverbinding komt wat constructie betreft overeen met de^in fig.l weergegeven pijpvertitnding behoudens dat in de verbinding weergegeven in fig.2 de flanken van de vervormingen 15 en 17 en de overeenkomstig hellend verlopende flenzen 34 en 36 onder een hoek van 30° verlopen ten opzichte van de hartlijn van de pijpverbin-35 <*ingiIn the connection shown in Figure 1, the conically inclined flanks of the deformations 15 and 17 and the corresponding flanges 34 and 36 slope at an angle of 45 ° with respect to the center line of the pipe connection. The pipe connection shown in Fig. 2 corresponds in construction to the pipe titration shown in Fig. 1 except that in the connection shown in Fig. 2 the flanks of the deformations 15 and 17 and the correspondingly inclined flanges 34 and 36 under a angle of 30 ° with respect to the center line of the pipe connection

Uit fg. 1 zal het duidelijk zijn,dat iedere inwendige fluidumdruk in 7901276 -8- - 20505/CV/tl /> r - een de pijpverbinding omvattend pijpsysteem er toe zal neigen de lippen van het afdichtorgaan 28 gevormd door de desbetreffende benen van de U-doorsnede uit elkaar te dringen en er verder toe zal neigen de afdichting te dringen in een zich vernauwend deel van de ringvormige ruimte 5 welke de afdichtring 28 opneemt waarbij dit nauwer wordende deel wordt begrensd tussen de hellend verlopend wand 22 en het uitwendige van deel 14. De afdichtring wordt dus steviger in contact gebracht met de oppervlakken waarmede de afdichtring afdichtend in ingrijping moet komen waardoor een goede afdichting wordt gewaarborgd.From fg. 1, it will be appreciated that any internal fluid pressure in a pipe system comprising the pipe joint will tend to the lips of the sealing member 28 formed by the respective legs of the U-section in 7901276 -8- - 20505 / CV / tl /> r. will squeeze apart and will further tend to penetrate the seal into a narrowing portion of the annular space 5 which receives the sealing ring 28, this narrowing portion being bounded between the sloping wall 22 and the exterior of portion 14. The sealing ring is thus brought into stronger contact with the surfaces with which the sealing ring must engage sealingly, thereby ensuring a good sealing.

10 Het zal duidelijk zijn,dat ofschoon een inwendige druk in een pijp- systeem voorzien van de verbinding afgebeeld in fig.l of fig.2 een kracht zal opwekken welke ertoe neigt de pijpen 10 en 12 axiaal uit elkaar te bewegen. Een dergelijke kracht zal worden tegengewerkt door de klemring 30,zoals hierboven is uiteengezet. Verder is de axiale lengte 15 van de oppervlakken van de eindgedeelten 14 en 16,die in onderlinge ingrijping zijn in de samengebouwde pijpverbinding voldoende voor het verkrijgen .van een hoge mate van stijfheid van de verbinding ten einde • spanningen in dwarsrichting te weerstaan. De axiale lengte van de laatst genoemde oppervlakken bewerkstelligt ook een uitlijnen van de 20 .pijpen 10 en 12 in de verbinding.It will be appreciated that although an internal pressure in a piping system provided with the joint shown in Fig. 1 or Fig. 2 will generate a force which tends to move the pipes 10 and 12 axially apart. Such a force will be counteracted by the clamping ring 30, as explained above. Furthermore, the axial length 15 of the surfaces of the end portions 14 and 16 which interlock with the assembled pipe joint is sufficient to obtain a high degree of joint stiffness to withstand transverse stresses. The axial length of the latter surfaces also effects alignment of the pipes 10 and 12 in the joint.

Bovendien heeft de beschreven verbinding het voordeel,dat deze gemakkelijk kan worden samengebouwd en even gemakkelijk kan worden losgekoppeld zonder een van de delen van de verbinding te beschadigen.Moreover, the described connection has the advantage that it can be easily assembled and disconnected just as easily without damaging any of the parts of the connection.

Het zal duidelijk zijn,dat bovenstaande beschijving evenals bijgaan-25 de figuren van pijpverbindingen volgens de uitvinding slechts als voorbeeld zijn gegeven,hetgeen in het bijzonder geldt voor de klemringconstruc-tie beschreven aan de hand van de fig.3 en 4. Hierop zijn echter binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding wijzigingen en/of aanvullingen mogelijk. Zo kan de klemring een groot aantal verschillende 30 vormen aannemen aangepast aan de beoogde werking, in het bijzonder met betrekking tot de voorzieningen getroffen voor het voldoende openen van de ring tot in een stand om de ring over de pijpverbinding te plaatsen en de middelen toegepast om de ring in omtrelcsrichting onder spanning te brengen. De algemene doorsnede vorm van de klemring zoals weergegeven 35 in fig.l en 2 verdient echter de voorkeur voor pijpverbindingen van de in de figuren weergegeven vorm.It will be clear that the above description, as well as the accompanying figures, of pipe connections according to the invention are only given by way of example, which applies in particular to the clamping ring construction described with reference to Figures 3 and 4. However, these changes and / or additions are possible within the spirit and scope of the invention. Thus, the clamping ring can take a wide variety of shapes adapted to its intended function, particularly with regard to the provisions made for opening the ring sufficiently into a position to place the ring over the pipe joint and the means used to pressurize the ring in the circumferential direction. However, the general cross-sectional shape of the clamping ring as shown in Figures 1 and 2 is preferred for pipe joints of the shape shown in the Figures.

79012767901276

Claims (5)

1. Mechanische verbinding tussen twee pijpen,waarin een eindgedeelte van een eerste pijp nauw passend is opgenomen in een eindgedeelte van een tweede pijp en iédere pijp uitwendig op een plaats op afstand van het door het desbetreffende eindgedeelte verkregen einde daarvan uit- 5 wendig is voorzien van een ringvormige rib,die zich coaxiaal om de pijp uitstrekt terwijl de pijpen tegen axiale scheiding worden tegengehouden door een de twee pijpen bij de verbinding omgevende klemring die de ringvormige ribben van de twee pijpen overspant waarbij de klemring aan zijn uiteinden is voorzien van flenzen welke zich uitstrekken in 10 een naar de hartlijn van de pijpen toegekeerde richting en iedere flens in ingrijping is met die flank van een ringvormige rib,die is afgekeerd van de andere ringvormige rib.1. Mechanical connection between two pipes, in which an end section of a first pipe is closely fitted in an end section of a second pipe and each pipe is provided externally at a location remote from the end thereof obtained by the respective end section. of an annular rib extending coaxially about the pipe while the pipes are restrained from axial separation by a clamping ring surrounding the two pipes at the joint spanning the annular ribs of the two pipes, the clamping ring being provided at its ends with flanges extend in a direction toward the centerline of the pipes, and each flange engages that flank of an annular rib facing away from the other annular rib. 2. Verbinding volgens conclusie l,met het kenmerk,dat althans de tweede pijp is voorzien van een inwendige ringvormige groef op een axiale 15 plaats overeenkomend met de uitwendige ringvormige rib op deze pijp en de relatieve lengtes van de eindgedeelten van de twee-pijpen zodanig zijn,dat. het eindgedeelte van de eerste pijp zich althans gedeeltelijk over de ringvormige groef in de tweede pijp uitstrekt en een ringvormige pakking is opgesteld in de 'ringvormige ruimte begrensd tussen de 20 wand van de ringvormige groef in de tweede pijp 'fen- het naburige deel van het uitwendige van het eindgedeelte van de eerste pijp.2. Connection according to claim 1, characterized in that at least the second pipe is provided with an internal annular groove at an axial position corresponding to the external annular rib on this pipe and the relative lengths of the end parts of the two pipes such are those. the end portion of the first pipe extends at least partially over the annular groove in the second pipe and an annular gasket is disposed in the annular space defined between the wall of the annular groove in the second pipe and the adjacent portion of it. exterior of the end portion of the first pipe. 3. Verbinding volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de klemring is gevormd lit twee gekromde delen,die bij hun ene einden flexibel met elkaar zijn verbonden en aan hun andere einden zijn voorzien van 25 organen,die in de samengestelde verbinding in ingrijping zijn met een kanaalvormig wigorgaan dat over de organen is geschoven in een richting althans nagenoeg evenwijdig aan de langshartlijnen van de pijpen bij de verbinding.Connection according to claim 1 or 2, characterized in that the clamping ring is formed in two curved parts, which are flexibly connected at one end and are provided at their other ends with members, which in the composite connection engage with a channel-shaped wedge member slid over the members in a direction substantially parallel to the longitudinal axes of the pipes at the joint. 4. Verbinding volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 30 dat de met de flenzen van de klemring in ingrijping zijnde flanken van de ringvormige ribben hellend verlopen ten opzichte van de hartlijn van de pijpverbinding en de flenzen van de klemring overeenkomstig hellend verlopen op zodanige wijze,dat een op de klemring litgeoefende klemkracht in omtreksrichting werkt voor het naar elkaar toe dringen van de twee 35 pijpen.4. Connection according to any one of the preceding claims, characterized in that the flanks of the annular ribs engaging the flanges of the clamping ring are inclined relative to the axis of the pipe connection and the flanges of the clamping ring are correspondingly inclined on such that a clamping force applied to the clamping ring acts in the circumferential direction for urging the two pipes together. 5. Pijpverbinding althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en/ of is afgebeeid in bijgaande figure^ 79012765. Pipe connection at least as described above and / or finished in the accompanying figure ^ 7901276