NL7811982A - Sequential machining of workpieces on carriers - moved stepwise on frame and lifted off rails by carrier locating discs at work stations - Google Patents

Abstract

The appts. is for sequential machining of workpieces (2) at a number of machining stations. It comprises workpiece carriers (7) moved (9) along rails (5, 6) in a main frame (4), discs (12-16) to locate carriers at successive stations and machine tools at the stations. At least at one station, the locating discs lift the carrier off the rails during their locating action. The locating means may comprise concave cones (13, 16) on the frame capable of engaging complementary cones (14, 15) on the carrier, the axes of the cones (13, 16) being at a higher level than those of the cones (14, 15) so that, on engagement, the carrier is lifted.

Description

• · · - ι - < Μ Kon/HH,394 ' ' ? » MULTIFORM B.V.' te‘ Meuw-Vennep...........• · · - ι - <Μ Kon / HH, 394 ''? »MULTIFORM B.V. ' in "Meuw-Vennep ...........

Inrichting voor het in serie op een veelvoud van bewerkingsplaatsen bewerken van werkstukken_Device for machining workpieces in series at a plurality of machining locations_

De uitvinding betreft een inrichting voor het in serie op een veelvoud van bewerkingsplaatsen van de inrichting bewerken van werkstukken, omvattende een freem, een-veelvoud van ten opzichte van het freem bewegende dragers 5 voor het dragen van werkstukken, aandrijfmiddelen voor het verplaatsen van de dragers langs de bewerkingsplaatsen, fi-. weermiddelen voor het ten opzichte van het freem fixeren van de dragers bij de bewerkingsplaatsen en werktuigen die elk bij een bijbehorende bewerkingsplaats zijn aangebracht, waar-10 bij elke drager in het bewerkingstrajekt langs de bewerkings-plaatsen beweegt, terwijl hij met steunorganen, bijvoorbeeld rollen, op rails steunt.The invention relates to a device for machining workpieces in series at a plurality of working places of the device, comprising a frame, a plurality of carriers moving with respect to the frame 5 for carrying workpieces, drive means for moving the carriers along the processing places, fi. weather means for fixing the carriers relative to the frame at the processing places and tools, each of which is arranged at an associated processing place, wherein each carrier moves along the processing places in the processing path, while it is supported with supporting members, for example rollers, on rails.

len dergelijke inrichting is bekend. Daarbij steunen de dragers tijdens het bewerken van de werkstukken op 15 de rails die evenals de steunorganen aan slijtage onderhevig zijn, waardoor de fixatie van de drager ten opzichte van het freem op den duur niet meer nauwkeurig is bepaald.Such a device is known. During the machining of the workpieces, the carriers thereby rest on the rails, which, like the supporting members, are subject to wear, as a result of which the fixation of the carrier with respect to the frame is no longer determined accurately.

Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, • doordat de fixeermiddelen de drager op ten minste een bewer-20 kingsplaats van de rails opheffen bij het fixeren van de drager ten opzichte van het freem.This problem is solved according to the invention, in that the fixing means lift the carrier at least one working place from the rails when the carrier is fixed relative to the frame.

De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen in de hierna volgende beschrijving aan de hand van een tekening bij wijze van voorbeeld worden verduidelijkt.The mentioned and other features of the invention will be elucidated in the description below by way of example by way of drawing.

25 In üe tekening stellen voor: figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een inrichting voor het in serie vervaardigen van werkstukken, figuur 2 op grotere schaal een zijaanzicht van de inrichting van figuur 1, 30 figuur 3 een weggebroken perspektivisch aanzicht van de inrichting van figuur 1, figuur 4 op grotere schaal een weggebroken perspek- • 78 1 1 9 82 - 2 tivlsch aanzicht van detail IV van figuur 3, • - figuur 5 op grotere schaal een perspektivisch aan- .zicht van het freem van details VII, VIII, XI en IX van figuur 1, 5 figuur 6 op grotere schaal een perspektivisch aan zicht van detail VI van figuur 1, figuur 7 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail VII van het freem van de inrichting van figuur 1 , 10 figuur 8 op grotere schaal een perspektivisch aan zicht van detail VIII van het freem van de inrichting van figuur 1 , figuur 9 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail IX van het freem van de inrichting van 15 figuur 1, figuur 10 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail X van het freem van de inrichting van figuur 1, figuur 11 op grotere schaal een perspektivisch aan-20 zicht van detail XI van het freem van de inrichting van figuur 1, .In the drawing: figure 1 shows a schematic top view of a device for the serial production of workpieces, figure 2 an enlarged side view of the device of figure 1, figure 3 a broken away perspective view of the device of figure 1 , figure 4 on a larger scale a broken away pitch - • 78 1 1 9 82 - 2 tivlsch view of detail IV of figure 3, • - figure 5 on a larger scale a perspective view of the frame of details VII, VIII, XI and IX of figure 1, 5 figure 6 on a larger scale a perspective view of detail VI of figure 1, figure 7 on a larger scale a perspective view of detail VII of the frame of the device of figure 1, figure 8 on a larger scale a perspective view of detail VIII of the frame of the device of figure 1, figure 9 on a larger scale a perspective view of detail IX of the frame of the device of figure 1, figure 10 on a larger sc obtain a perspective view of detail X of the frame of the device of figure 1, figure 11, on a larger scale, a perspective view of detail XI of the frame of the device of figure 1,

figuur 12 een geëxplodeerd perspektivisch aanzicht ' van het detail VIII, figuur 13 een perspektivisch aanzicht van detail 25 VIII tijdens het bewerken ervan met behulp van een op zich zelf bekende freesbank, figuur 14 op grotere schaal een doorsnede over de lijn XIV-XÏV van figuur 11, figuur 15 op grotere schaal een perspektivisch aan-30 zicht van het detail XV van figuur 8 tezamen met daaraan te bevestigen onderdelen, figuur 16 een gedeeltelijk weggebroken perspektivisch aanzicht van een detail XI en twee details X tijdens het samenstellen van een freem van de inrichting van' figuur 1· 35 figuur 17 op grotere schaal een perspektivisch weg gebroken aanzicht van detail XVII van figuur 16, figuur 18 op grotere schaal een perspektivisch weg- 78 1 1 9 82 ' . - 3 - _ gebroken aanzicht van detail XVIII van figuur 1, figuur 19 op grotere schaal een doorsnede over de lijn XIX-XIX van figuur 18, figuur 20 op grotere schaal een doorsnede over de 5 lijn XX-XX van figuur 18, figuur 21 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail XXI van figuur 6, figuur 22 een schema van de hewerkingscyclus van de inrichting van figuur 1, figuur 23 een hydraulisch schakelsysteem voor de inrichting van figuur 1, figuur 24 een variant van een freemelement voor een andere inrichting volgens de uitvinding, en figuur 25 een doorsnede over de lijn XXV-XXV van 15 figuur 2.figure 12 is an exploded perspective view of detail VIII, figure 13 is a perspective view of detail 25 VIII during machining thereof using a milling machine known per se, figure 14 is a larger-scale section along the line XIV-XIV of figure 11, FIG. 15 is an enlarged perspective view of the detail XV of FIG. 8 together with parts to be attached thereto, FIG. 16 is a partly broken away perspective view of a detail XI and two details X during the assembly of a frame of the device of figure 1, figure 17, on a larger scale, a perspective broken away view of detail XVII of figure 16, figure 18, on a larger scale, a perspective view, 78 1 1 9 82 '. - 3 - broken view of detail XVIII of figure 1, figure 19 on a larger scale a section along the line XIX-XIX of figure 18, figure 20 on a larger scale a section on the line XX-XX of figure 18, figure 21 larger-scale perspective view of detail XXI of figure 6, figure 22 a diagram of the operating cycle of the device of figure 1, figure 23 a hydraulic switching system for the device of figure 1, figure 24 a variant of a frame element for another device according to the invention, and figure 25 shows a section along the line XXV-XXV of figure 2.

De inrichting 1 is bestemd om werkstukken 2 in serie op een veelvoud van bewerkingsplaatsen 3 te bewerken (zie figuur 3)· De inrichting 1 omvat een freem 4 met rails 5 en 6, waarop een veelvoud van dragers 7 voor het dragen van 20 werkstukken 2 met hun als wielen 8 uitgevoerde steunorganen steunen, wanneer zij in de pijlrichting 9 in een heengaand trajekt stapsgewijs ten opzichte van het freem 4 worden ver7 plaatst langs de bewerkingsplaatsen 3· ELke drager 7 heeft tevens leid rollen 99, waarmee hij wordt geleid langs de rails 25 5 en 6 en heeft aan elk van zijn beide einden twee verende buffers 100 (figuren 18 en 19), elk bestaande uit een scho-telveer 101, een metalen dop 102 en een verzonken bevesti-gingsbout 103. Aldus sluiten twee op elkaar volgende dragers 7 verend op elkaar aan, wanneer zij als een trein worden ver-30 plaatst door aandrijfmiddelen bestaande uit hydraulische cilinders 10 en 11 die middels aandrukelementen 17 en 18 een serie dragers 7 in de richting van deze serie tussen zich inklemmen en die dan de serie als een geheel over de lengte van een bewerkingsplaats 3 verder verplaatsen. Daartoe wordt 33 het aandrukelement 18 eerst in pijlrichting 104 tegen de laatste drager 7 aan bewogen en wordt vervolgens het aandruk-element 17 tezamen met de gehele serie dragers 7 en het aan- 7811982 * 4 _ *ï' drukelement 18 in pijlrichting 9 gedreven. Hierbij wordt ver-• wijzend naar bet hydraulische schakelschema van figuur 23 'opgemerkt, dat de olieafvoer uit de kamer. 106 van de cilinder 11 plaats vindt via een klep 107 en parallel daaraan via een 5 smoor 108 die in tegengestelde richting door een terugslagklep 109 kan worden gepasseerd. De klep 107 wordt geleidelijk gesloten door een nokvlak 110 van het aandrukelement 18 voor het in de laatste bewegingsfase van de verplaatsing van de dragers 7 smoren van de vloeistofafvoer uit de kamer 106 van 10 de cilinder 11, ten einde de beweging in de pijlrichting 9 af te remmen.The device 1 is intended for working workpieces 2 in series on a plurality of processing places 3 (see figure 3). The device 1 comprises a frame 4 with rails 5 and 6, on which a plurality of carriers 7 for carrying 20 workpieces 2 supports with their supporting members designed as wheels 8, when they are moved stepwise relative to the frame 4 in the direction of arrow 9 in an upward trajectory 7 along the processing locations 3 · Each carrier 7 also has guide rollers 99, with which it is guided along the rails 5 and 6 and has at each of its ends two resilient buffers 100 (Figures 18 and 19), each consisting of a shell spring 101, a metal cap 102 and a countersunk mounting bolt 103. Thus, two consecutive carriers 7 resiliently coupled when they are moved like a train by drive means consisting of hydraulic cylinders 10 and 11 which, by means of pressing elements 17 and 18, a series of carriers 7 in the direction of this series between them and then move the series further as a whole over the length of a processing location 3. For this purpose, the pressing element 18 is first moved in the direction of arrow 104 against the last carrier 7, and then the pressing element 17 together with the entire series of carriers 7 and the pressing element 18 is driven in arrow direction 9. Referring to the hydraulic circuit diagram of Figure 23 ', it is noted that the oil drains from the chamber. 106 of the cylinder 11 takes place via a valve 107 and parallel thereto via a throttle 108 which can be passed in the opposite direction through a non-return valve 109. The valve 107 is gradually closed by a cam surface 110 of the pressing element 18 for throttling the liquid discharge from the chamber 106 of the cylinder 11 in the last movement phase of the movement of the carriers 7, in order to end the movement in the arrow direction 9 to brake.

Daarna wordt het aandrukelement 17 in pijlrichting 104 terugbewogen en veren de dragers 7 een weinig, bijvoorbeeld 1 mm, uit elkaar. Dan worden de dragers 7 middels fi-15 xeermiddelen gefixeerd ten opzichte van het freem 4 bij een groot aantal van de bewerkingsplaatsen 3, doordat van een hydraulische klem 12 een bewegende klembek 13 met een conisch vlak 250 op een aangepast conisch vlak 14 in het midden van de ene zijkant van de drager 7 aangrijpt en aldus twee zich 20 horizontaal langs de andere zijkant uitstrekkende prismatische pasvlakken 15 van de drager 7 tegen een aangepast profiel 16 van het freem 4 aandrukt. De fixeermiddelen heffen daarbij de drager 7 van de rails 5 en 6 op, doordat de fixeermiddelen de drager 7 op het conische vlak 250 van de 25 klembek 13 en daarmede van het freem 4 doen aansluiten, welk conisch vlak 250 op een, 'bijvoorbeeld 1 mm, hoger niveau 111 ligt dan het niveau 113 van het overeenkomstige conische vlak 1·4 van de nog op de rails .5 en 6 steunende drager 7. Evenzo liggen·de prismatische pasvlakken 15 van de drager 7 dan op 30 het lagere niveau 113» dat wil zeggen onder het niveau 111 van het V-vormige profiel 16 (zie figuur 20). De rail 5 heeft uitsparingen 114 met schuine flanken 115 (figuur 18), waarin de leid rollen 99 van de dragers 7 met enige tussenruimte worden opgenomen, wanneer de dragers 7 tegen de profielen 16 aan 35 worden gedrukt. Bij aanvang van de beweging in pijlrichting 9 worden de dragers 7 meteen door de flanken 115 van het profiel 16 afgedrongen.Then the pressing element 17 is moved back in arrow direction 104 and the carriers 7 spring apart a little, for instance 1 mm. Then the carriers 7 are fixed with respect to the frame 4 by means of fixing means at a large number of the working places 3, because of a hydraulic clamp 12 a moving clamping jaw 13 with a conical surface 250 on an adapted conical surface 14 in the middle engages from one side of the carrier 7 and thus presses two prismatic mating surfaces 15 of the carrier 7 extending horizontally along the other side against an adapted profile 16 of the frame 4. The fixing means thereby lift the carrier 7 of the rails 5 and 6, because the fixing means make the carrier 7 connect to the conical surface 250 of the clamping jaw 13 and thereby of the frame 4, which conical surface 250 connects to a, for example 1 mm, level 111 is higher than level 113 of the corresponding conical plane 1 4 of the carrier 7 still supporting on rails 5 and 6. Likewise, the prismatic mating surfaces 15 of carrier 7 lie on lower level 113 That is, below the level 111 of the V-shaped profile 16 (see figure 20). The rail 5 has recesses 114 with inclined flanks 115 (Figure 18), into which the guide rollers 99 of the carriers 7 are received with some spacing when the carriers 7 are pressed against the profiles 16 to 35. At the start of the movement in the direction of arrow 9, the carriers 7 are immediately pushed through the flanks 115 of the profile 16.

78 1 1 9 82 -5*-' * ...... Ten einde de prisma's 16, dë pasvlakken 14 ën 15 van de dragers 7 en de kLembekken 15 schoon en vooral vrij van spanen te honden, reiken stationaire sehermplaten 255 liefst vanaf de bewerkingsplaats 5E tot de bewerkingsplaats 5 5Π tot in lang sg roeven 256 van de dragers 7 en zijn er van plaats tot plaats de pasvlakken 14 en 15 poetsende, stationaire borstels 257 aan het freem 4 bevestigd. Elke drager 7 heeft-twee dwarsbalken 27 aan weerszijden van het centrale gat 122, zodat de spanen gemakkelijk neerwaarts kunnen worden 10 afgevoerd door de uitsparingen 55 aan de einden van de drager 7· Tevens verschaffen die. uitsparingen 53 gemakkelijk toegang tot de onder de drager 7 aanwezige ruimten.78 1 1 9 82 -5 * - '* ...... In order to allow the prisms 16, the mating surfaces 14 and 15 of the carriers 7 and the clamping jaws 15 to be clean and, above all, free of chips, stationary heat shields 255 preferably from the machining location 5E to the machining location 5Π to the longest grooves 256 of the carriers 7 and the mating surfaces 14 and 15 polishing stationary brushes 257 are attached to the frame 4 from place to place. Each carrier 7 has two crossbars 27 on either side of the central hole 122, so that the chips can be easily discharged downwardly through the recesses 55 at the ends of the carrier 7. recesses 53 have easy access to the spaces present under the carrier 7.

De rails 5 en 6 sluiten aan op railstukken 19‘en 20 van een middels een hydraulische cilinder 21 re spekt ievelijk 15 22 op en neer bewogen lift 25 respektievelijk 24 (figuur 3)«The rails 5 and 6 connect to rail sections 19 and 20 of a lift 25 moved up and down by means of a hydraulic cylinder 21 and 24, respectively (Figure 3).

Een met een drager 7 beladen lift 24 beweegt neerwaarts tot de railstukken 20 aansluiten op rails 25, waarna deze drager 7 volgens pijlrichting 26 door middel van aandrijfmiddelen volgens een teruggaand trajekt over de rails 25 tot op de 20 inmiddels neerwaarts gelaten, lege lift 25 wordt verplaatst.A lift 24 loaded with a carrier 7 moves downwards until the rail pieces 20 adjoin rails 25, after which this carrier 7 is moved along the rails 25 in the meanwhile left downwards, by means of drive means, according to arrow direction 26, back to the 20 now empty. moved.

Deze aandrijfmiddelen (zie figuur 4) omvatten een telkens op een drager 7 aangrijpende slangpletter 117 die een zich evenwijdig aan het teruggaande trajekt mtstrekkende slang 118 plettend wordt aangedreven door afwisselend aan elk van de 25 beide einden 119 en 120 toegevoerd fluid urn, bij voorkeur druklucht. De dragers 7 zijn telkens slechts in het teruggaande trajekt met een aan de slangpletter 117 bevestigde meenemer 121 gekoppeld, doordat de meenemer 121 uit een bovenop de slangpletter 117 staande pen bestaat, die centraal 30 ' in een gat 122 telkens op een drager 7 volgens een pen-gat- verbihding aangrijpt, wanneer de lift 24 neerwaarts beweegt boven de slangpletter 117. De slangpletter 117 bestaat uit een slede die verschuifbaar is in rails 125 en uit twee in de slede roteerbaar gelegerde rollen 124 die de slang 118 tussen 35 zich in pletten. De aan het ene. einde 119 toegevoerde druk-•lucht stuwt de slangpletter 117 naar het andere einde 120 en transporteert de drager 7 tot op de aansluitende railstukken 781 1 9 82 - 6 - 5 * ï · 19 van de lift 23· Ten einde de slangpletter 117 zonder drager 7 tot onder de lift 24 terug te brengen, wordt de druk-.luchtbron op het einde 120 aangesloten. Ten behoeve van het teruggaande trajekt van de dragers -7 zijn aan de onderzijde 5 van dwars op het teruggaande trajekt staande freemplaten 127 doorlaten 148 uitgespaard. De inbouwhoogte van deze de slangpletter 117 omvattende aandrijfmiddelen is gering, terwijl de lengte van het op deze wijze te realiseren transport vrijwel onbeperkt is, hetgeen deze aandrij fmiddelen bij uitstek ge-10 ' schikt maakt bij een inrichting- 1. Het teruggaande trajekt is •in hetzelfde vertikale vlak onder het heengaande bewerkings-trajekt gelegen, waarbij aan elk van de beide einden van deze trajekten een lift 23 en 24 aanwezig is.These drive means (see figure 4) comprise a hose splitter 117 which engages in each case on a carrier 7 and which a hose 118 extending parallel to the return path is flattenedly driven by fluid urn, preferably compressed air, supplied alternately to each of the two ends 119 and 120. . The carriers 7 are in each case only coupled in the return path with a carrier 121 attached to the hose splitter 117, in that the carrier 121 consists of a pin standing on top of the hose splitter 117, which center 30 'in a hole 122 each on a carrier 7 according to a pin-to-hole engagement when lift 24 moves downward over hose splitter 117. Hose splitter 117 consists of a carriage slidable in rails 125 and two rotatably alloyed rollers 124 that crush hose 118 between 35 . The one on the one. pressure 119 supplied at the end 119 pushes the hose splitter 117 to the other end 120 and transports the carrier 7 up to the connecting rail sections 781 1 9 82 - 6 - 5 * 19 · of the elevator 23 · To end the hose splitter 117 without a carrier 7 to return below the elevator 24, the pressure air source is connected to the end 120. For the purpose of the return path of the carriers -7, passages 148 are recessed on the underside of frame plates 127 transverse to the return path. The installation height of these drive means comprising the hose splitter 117 is small, while the length of the transport to be realized in this way is virtually unlimited, which makes these drive means ideally suited for a device 1. The return path is • located in the same vertical plane below the upward processing path, with lifts 23 and 24 present at each of the two ends of these paths.

De liften 23 en 24 hebben elk holten 126 voor het 15 gefixeerd opnemen van de wielen 8 tijdens het vertikale transport van de dragers 7· De slang 118 en de door de rails 123 gevormde geleiding van de slangpletter 117 die zich evenwijdig aan het teruggaande trajekt uitstrekken, zijn aan de onderzijde van de drager 7 opgesteld tussen de rails 25 20 . die de drager 7 aan zijn beide zijden ondersteunen. ---------------The lifts 23 and 24 each have cavities 126 for fixedly holding the wheels 8 during the vertical transport of the carriers 7. The hose 118 and the guide of the hose splitter 117 formed by the rails 123, which extend parallel to the return path. , are arranged on the underside of the carrier 7 between the rails 25. supporting the carrier 7 on both its sides. ---------------

De met een drager 7 beladen lift 23 en de lege lift 24 worden middels de cilinders 21 en 22 opgeheven en dan kan weer voor het doen aanvangen van een volgende bewerkingscy-clus de serie dragers 7 een bewerkingsplaats 3 verder worden 25 verplaatst, nadat alle bewerkingen op de bewerkingsplaatsen 3 beëindigd zijn en de klemmen 12 zijn gelost.The lift 23 loaded with a carrier 7 and the empty lift 24 are lifted by means of the cylinders 21 and 22 and the series of carriers 7 can then again be moved to a processing location 3 before starting a next processing cycle, after all operations have been terminated at the processing locations 3 and the clamps 12 have been released.

In de figuren 1 en 2 ziet men achtereenvolgens in pijlrichting 9 achter de lift 23 de bewerkingsplaatsen 3 met de daarbij genoemde werktuigen, bestaande uit: 30 een aantal, bijvoorbeeld twee, laadplaatsen 3X, getekend zonder werktuig voor het geval met de hand wordt geladen of voorzien van een niet getekende laadrobot, een opspanplaats 3I1 met een opspanner 128,. een hoorplaats- 3J met een boormachine 129, 35 een voordraaiplaats 3K met een kottermachine 130, een reserveplaats 3Y nog zonder werktuig, - 'een tapplaats 3M met een tapmachine 131» ....... — 781 1 9 82 _7 _ ''· • * ν· een nadraaiplaats 3N met een kottermachine 132, een meetplaats 3P met een meetmachine 133, een voordraaiplaats 3R met een kottermachine 134, een nadraaiplaats JT met «een kottermachine 135, 5 een meetplaats 3ïï met een meetmachine 136, een reserveplaats 31 nog zonder werktuig, een schoonspoelplaats 3Y met een spoeler 137, een droogplaats 3W met een droger 138, een ontspanplaats 30 met een ontspanner 139, en 10 een losplaats 3Z zonder werktuig of met een niet : g e tek end e robo t, gevolgd door de lift 24·Figures 1 and 2 show successively in arrow direction 9 behind the lift 23 the processing places 3 with the tools mentioned therein, consisting of: a number, for example two, loading places 3X, drawn without tools in case of manual loading or provided with a loading robot (not shown), a clamping location 3I1 with a clamping 128 ,. a hearing place 3J with a drilling machine 129, 35 a pre-turning location 3K with a boring machine 130, a spare place 3Y still without tools, - 'a tap location 3M with a tap machine 131 »....... - 781 1 9 82 _7 _' A finishing place 3N with a boring machine 132, a measuring place 3P with a measuring machine 133, a pre-turning place 3R with a boring machine 134, a finishing place JT with a boring machine 135, 5 a measuring place 3ïï with a measuring machine 136, a spare place 31 still without tools, a rinsing place 3Y with a rinser 137, a drying place 3W with a dryer 138, a relaxation place 30 with a release valve 139, and 10 a unloading place 3Z without tools or with a non-drawn robo t, followed by the lift 24

Elke drager 7 (figuren 18 en 20) heeft aan zijn bovenzijde vier middels pennen 140 gesteunde klemmen 141 die 15 tegen de werking van veren 142 in middels schroeven 143 op de opspanplaats 3? neerwaarts worden geschroefd middels door een 'pneumatische rotatiemotor 240 aangedreven sleutels 144 van de opspanner 128 en die'op de ontspanplaats 3O worden gelost ...... middels door een pneumatische rotatiemotor 240 aangedreven _ 20 sleutels 145 voor het.opspannen respektievelijk ontspannen van een in figuur 18 met streeplijnen aangeduid, werkstuk 2 op een drager 7* Voor de op- en neergaande beweging van elke . motor 240 tezamen met de sleutels 144. respektievelijk‘145 is telkens een pneumatische cilinder 242 aanwezig. Deze opspan-25 respektievelijk ontspanbewerkingen geschieden evenals de andere verspanende bewerkingen en meetbewerking en op de bewerking splaatsen JF en 30 respektievelijk 3J» 3K, 3M, 3H, 3?,.Each carrier 7 (Figures 18 and 20) has at its top four clamps 141 supported by pins 140, which against the action of springs 142 by means of screws 143 on the clamping location 3. screwed down by means of a pneumatic rotary motor 240 driven keys 144 of the clamp 128 and which are released on the release point 30 ... by means of a pneumatic rotary motor 240 driven wrenches 145 for clamping or releasing respectively a workpiece 2 on a support 7 indicated by dashed lines in figure 18 * For the up and down movement of each. motor 240 together with keys 144 and "145" respectively, a pneumatic cylinder 242 is provided. These clamping and release operations, respectively, take place as well as the other machining and measuring operations and on the machining locations JF and 30 and 3J, 3K, 3M, 3H, 3,, respectively.

3R, 3T en 3Ü, terwijl de desbetreffende drager 7 ten opzichte van het freem 4 is gefixeerd middels een klem 12.3R, 3T and 3Ü, while the respective carrier 7 is fixed relative to the frame 4 by means of a clamp 12.

30 De boormachine 129 boort met boren 125 gaten 146 en 147. De kottermachine 130 draait met haar beitel(s) 150 een boring 157 voor. De tapmachine 131 met een tappen 149 tapt schroefdraad in de gaten 146. De kottermachine 132 kottert met haar beitel(s) 156 de boring 157 nauwkeurig op maat. De 35 meetmachine 133 meet met een middels een pneumatische cilinder 164 naar en vaii het werkstuk 2 bewogen meetkop 151 als een op zich' zelf bekende pneumatische taster of de*boring .157 781 1 9 82 ~ζ.The drilling machine 129 predrills holes 146 and 147 with drills 125. The boring machine 130 pre-drills a hole 157 with its chisel (s) 150. The tapping machine 131 with a tapping 149 taps threads in the holes 146. The boring machine 132, with its chisel (s) 156, accurately cuts the bore 157. The measuring machine 133 measures measuring head 151 moved by means of a pneumatic cylinder 164 to and from workpiece 2 as a per se known pneumatic probe or the bore. 157 781 1 9 82 ~ 1.

*% * , .*% *,.

8 - de vereiste maat heeft ën zendt hij een overmatige afwijking een· signaal uit voor het doen stoppen van de inrichting 1. De . werktuigen op de hewerkingsplaatsen 3R, 3T en 3U bewerken op overeenkomstige wijze de horizontale boring 152.8 - has the required size and sends an excessive deviation a signal to stop the device 1. The. tools at the working locations 3R, 3T and 3U similarly machine the horizontal bore 152.

5 Bij de werkwijze volgens de uitvinding worden de verspanend bewerkte werkstukken 2 op de bewerkingsplaats 3V schoongespoeld middels de spoeler 137» omvattende een aantal op een vloeistofleiding 153 aangesloten spuitmondstukken 154 die in het bijzonder zijn gericht op de bewerkte vlakken van 10 het werkstuk 2 en op de vlakken 14 en 15 van de drager 7. De vloeistof bestaat bijvoorbeeld uit goed vloeibare olie die vanuit een tank 158 door een pomp 159 met een windketel 155 aan de leiding 153 wordt geleverd. Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt de op de schoonspoelplaats 37 in een goot 15 160 ongevangen spoelvloeistof gebruikt voor het naar een ge meenschappelijk verzamelreservoir 161 (figuur 5) transporteren van de bij de verspanende bewerkingen op de bewerkings-plaatsen 3J, 3K, 3M,"3H, 3R en 31 gevallen en daar in een en dezelfde goot 160 opgevangën' spanen. De goot 1 60 bestaat uit 20 een stuk en strekt zich neerwaarts-hellend vanaf de schoon-spoelplaats 3V onder al de het werkstuk 2 verspanend bewerkende werktuigen tot in het verzamelreservoir 161 uit. Op de hewerkingsplaatsen 3J, 3K, 3M, 3H, 3R en 3f wordt· vanuit een andere op de pomp 159 aangesloten leiding 162 spoelvloeistof 25 nabij het verspanende gereedschap toegevoerd en wordt ook deze spoelvloeistof daar in de goot 160 opgevangen en verder gebruikt als transportmedium voor het naar het gemeenschappe-ljke verzamelreservoir 161 brengen. Het verzamelreservoir 161 bestaat uit een filter dat weer via een leiding 163 is aange-30 sloten op de tank 158. De spanen kunnen gemakkelijk uit het gemeenschappelijke verzamelreservoir 161 worden verwijderd.In the method according to the invention, the machined workpieces 2 at the processing site 3V are rinsed clean by means of the rinser 137, comprising a number of spray nozzles 154 connected to a liquid line 153, which are in particular aimed at the machined surfaces of the workpiece 2 and on the surfaces 14 and 15 of the carrier 7. The liquid consists of, for example, good liquid oil which is supplied from a tank 158 by a pump 159 with a wind boiler 155 to the pipe 153. In the method according to the invention, the rinsing liquid captured at the rinsing site 37 in a trough 15 160 is used for transporting the machining operations 3J, 3K, 3M to a common collection reservoir 161 (Figure 5). "3H, 3R and 31 cases and chips collected in one and the same chute 160. The chute 1 60 consists of 20 one-piece and extends downwards-inclined from the clean-rinsing location 3V under all the tools machining the workpiece 2 to in the collection reservoir 161. At the working locations 3J, 3K, 3M, 3H, 3R and 3f · rinsing liquid 25 is supplied from another pipe 162 connected to the pump 159 near the cutting tool and this rinsing liquid is also collected there in the chute 160 and further used as a transport medium for bringing to the common collection reservoir 161. The collection reservoir 161 consists of a filter which is again connected via a line 163 e-30 locks on the tank 158. The chips can be easily removed from the common collection reservoir 161.

Het freem 4 wordt opgebouwd uit een veelvoud van achter elkaar opgestelde, telkens bij een bewerkingsplaats 3 behorende freemelementen 28, 29, 30, 31 en 32 (zie de figuren 35 7-11) die elk in zich voldoende star en stijf worden vervaar digd om vervorming van het freemelement onder invloed van de bewerkingen van dè bijbehorende werktuigen te voorkomen.The frame 4 is built up of a plurality of frame elements 28, 29, 30, 31 and 32 (see Figures 35 7-11), which are arranged one behind the other and each associated with a processing location 3, each of which is manufactured sufficiently rigid and rigid to prevent deformation of the frame element under the influence of the machining of the associated tools.

781 1 9 82 .....9 ... ' , * ..... ....... Van het freémëlement 28 zijn de onderdelen getekend die aan elkaar worden gelast voor het vormen van een onnauwkeurig freemelement 29 dat volgens figuur 15 wordt opgesteld op een draaibare, in een bepaalde stand te fixeren opspanta-5 fel 165 van een op zich zelf bekende freesbank 166 die een roterende freeskop 167 heeft die zwenkbaar is om de vertikale aslijnen 168, 169 en 171 en om een horizontale aslijn 172, en die in vertikale richting langs een kolom 175 verplaatsbaar is, waarbij de onderlinge verplaatsingen respektievelijk 10 verdraaiingen van de draaitafel 165 en van de freeskop 167 ; : nauwkeurig kunnen worden geprogrammeerd en/of kunnen worden bediend met een bedieningsoigaan 175 en geregistreerd kunnen worden op een registratiepaneel 174. Op deze wijze worden de : freemelementen 29, 50, 51 en 52 nauwkeurig op maat gemaakt, 15 dat wil zeggen dat ten minste een eerste referentievlak 176 voor het aan het freemelement bevestigen van een werktuig enerzijds en ten minste een tweede referentievlak 177 voor het ten opzichte daarvan richten van de klem 12 anderzijds • ten opzic-hte van elkaar worden gepositioneerd en gericht.781 1 9 82 ..... 9 ... ', * ..... ....... Of the milling element 28, the parts are drawn which are welded together to form an inaccurate milling element 29 which according to figure 15 is arranged on a rotatable clamping-flange 165, which can be fixed in a certain position, of a milling machine 166 known per se which has a rotating milling head 167 which is pivotable about the vertical axes 168, 169 and 171 and about a horizontal axis 172, and which is movable in vertical direction along a column 175, with the mutual displacements and rotations of the turntable 165 and the milling head 167, respectively; : can be accurately programmed and / or can be operated with a control device 175 and can be registered on a registration panel 174. In this manner, the frame elements 29, 50, 51 and 52 are precisely tailored, ie at least a first reference plane 176 for attaching a tool to the frame element on the one hand, and at least a second reference plane 177 for aligning the clamp 12 relative thereto, on the other, are positioned and aligned.

2Q In de figuren 8 en 15 is het referentievlak 176 het eerste referentievlak, dat gevormd wordt door een horizontale tafel, waarop direkt of met tussenvoeging van vulplaten met nauwkeurig evenwijdige vlakken of onder tussenvoeging van eén console met twee nauwkeurig loodrecht op' elkaar staande 2 5 vlakken een werktuig kan worden geplaatst. In het tweede referentievlak 177 dat uit een groef bestaat, worden twee elk eveneens tot de tweede referentievlakken behorende pasgaten ' 178 (zie figuur 15) ook op deze freesbank 166 gepositioneerd en gericht, doordat zij worden aangebracht middels een in de 30 freeskop 167-op de plaats van een frees' 179 ingespannen boor.2Q In Figures 8 and 15, the reference plane 176 is the first reference plane, which is formed by a horizontal table on which, directly or with the insertion of shims with precisely parallel planes, or with the insertion of a console with two exactly perpendicular to each other. surfaces a tool can be placed. In the second reference plane 177, which consists of a groove, two pass holes '178' (also see figure 15), each also belonging to the second reference planes, are also positioned and aligned on this milling bench 166, because they are arranged by means of a 167-on milling head the place of a router '179 clamped drill bit.

Bij voorkeur worden evenzo gaten 180 die later van schroefdraad worden voorzien aangebracht.Likewise, holes 180 which are later to be threaded are preferably also provided.

Zoals te zien is in figuur 15 worden de profielen 16 elk gepositioneerd bevestigd aan het referentievlak 177 35 middels paspennen 227 en schroeven 228. De voor- en achter-vlakken van dit prisma 16 zijn uiteraard nauwkeurig evenwijdig. Bij voorkeur worden zoals getoond in de figuren 11 en 78 1 1 9 82 i i . - ï 5 · .... 1 ó „ ~ίΤΓ in plaats van volgens figuur 15» onder het te frezen referent ie vl ah 177 eerst nokken 250 aan het freemelement 52 en bij voorkeur ook aan elk ander freemelement 29, 30 en 51 gelast en wordt een groef 251 gefreesd met een vertikaal eerste 5 refer ent ie vlak 177 en een horizontaal tweede referentievlak 253 aan de bovenzijde van elke nok 250. Verder wordt er weer een zuiver prisma 16 met schroeven 228 vastgeschroefd, terwijl het prisma 16 op het referentievlak 253 steunt. Tijdens het telkens door het freemelement 52 vastklemmen van een dra-10 ger 7 wordt deze drager 7 opgeheven ten opzichte van het . prisma 16 dat dientengevolge steeds in de richting naar het referentievlak 253 toe wordt gedrukt, hetgeen het omhoog gaan van het prisma 16 met zekerheid voorkomt.As can be seen in Figure 15, the profiles 16 are each positioned positioned on the reference surface 177 35 by dowel pins 227 and screws 228. The front and rear surfaces of this prism 16 are, of course, precisely parallel. Preferably, as shown in Figures 11 and 78, 1 1 9 82 i i. instead of according to figure 15, under the milling reference to be milled, first cams 250 are welded to the frame element 52 and preferably also to any other frame element 29, 30 and 51 and a groove 251 is milled with a vertical first 5 reference plane 177 and a horizontal second reference plane 253 at the top of each cam 250. Furthermore, a pure prism 16 is screwed with screws 228 again, while the prism 16 is screwed onto the reference plane 253 supports. During each clamping of a carrier 7 by the frame element 52, this carrier 7 is raised relative to the carrier. prism 16 which is consequently always pressed in the direction towards the reference plane 253, which certainly prevents the prism 16 from rising.

Ook met behulp van de freesbank 166 worden pasgaten 15 : 181 in het referentievlak 176 geboord alsmede gaten 182 in de beide zijplaten 185 van het freemelement 29. Verder worden . tweede referentievlakken vormende steunvlakken 184 met pas-; gaten 186 voor het positioneren en richten en met schroef-gaten 187 voor het bevestigen van de hydraulische cilinder 20 185 van de klem 12 nauwkeurig aangebracht. Om de gaten-182 worden nauwkeurig ten opzichte van het eerste referentievlak gerichte aansluitvlakken 188 gefreesd die als derde referentievlakken dienen. Uiteraard kunnen op dë freesbank 166 nog andere vlakken worden bewerkt, zoals rails 5 en 6. .Also with the aid of the milling bench 166, pilot holes 15: 181 are drilled in the reference plane 176 as well as holes 182 in the two side plates 185 of the milling element 29. support surfaces 184 forming reference surfaces secondly; holes 186 for positioning and alignment and with screw holes 187 for fixing the hydraulic cylinder 20 185 of the clamp 12 accurately. Around the holes-182, precision faces relative to the first reference plane 188 are milled which serve as third reference planes. Of course, other surfaces can also be machined on the milling machine 166, such as rails 5 and 6..

25 De freemelementen 50, 51 en 52 worden in hoofdzaak op dezelfde wijze op de freesbank 166 vervaardigd. Bij het samenstellen van het freem 4 worden de freemelementen 29, 30, 51 en 52 in de in de figuren 1 en 2 aangeduide volgorde op ~ een ondergrond 192, bijvoorbeeld bestaande uit een betonvloer 30 van 10 cm dikte, geplaatst.'Zoals de figuren 16 en 17 tonen, worden de aansluitvlakken 188 loodrecht op de langsrichting van het freem 4 aangebracht en worden tijdens de samenstelling van het freem 4 de aansluitvlakken 188 van aangrenzende freemelementen onder tussenvoeging van afstandsstukken 189 35 met bepaalde dikte tegen elkaar getrokken middels bouten 190, waarna deze freemelementen ten opzichte van elkaar worden gericht middels provisorische steunmiddelen, bijvoorbeeld ___ 78 1 1 9 82 ' .11 * "'wiggen 193, tussen de freemelementen en de ondergrond 192,. ten einde de railstukken van de aangrenzende freemelementen .vloeiend op elkaar te laten aansluiten. Ten slotte wordt de ruimte tussen de ondergrond 192 en.de freemelementen met 5 betonspecie 194 opgevuld.The milling elements 50, 51 and 52 are manufactured on the milling machine 166 in substantially the same manner. When assembling the frame 4, the frame elements 29, 30, 51 and 52 are placed in the order indicated in Figures 1 and 2 on a surface 192, for instance consisting of a concrete floor 30 of 10 cm thickness. 16 and 17, the connection surfaces 188 are arranged perpendicular to the longitudinal direction of the frame 4 and during the assembly of the frame 4 the connection surfaces 188 of adjacent frame elements are drawn together with spacers 189 35 of certain thickness by means of bolts 190, after which these frame elements are aligned with respect to each other by means of temporary support means, for example wedges 193, between the frame elements and the base 192, in order to smoothly align the rail sections of the adjacent frame elements. Finally, the space between the substrate 192 and the frame elements is filled with 5 concrete mortar 194.

Bij voorkeur wordt het freem 4 opgebouwd uit een serie freemelementen die elk - in langsrichting van het freem 4 gezien - eenzelfde lengtemoduul hebben, welke’in hoofdzaak-overeenkomt met de lengte van een drager 7. Bij voorkeur 10 ' hebben de freemelementen of althans een belangrijk aantal daarvan eenzelfde lengte _s.Preferably, the frame 4 is built up from a series of frame elements, each of which, viewed in the longitudinal direction of frame 4, has the same length module, which substantially corresponds to the length of a carrier 7. Preferably 10 ', the frame elements or at least one important number of which have the same length _s.

In figuur 24 is een freemelement 195 voor een variant van de inrichting 1 getoond, waarvan de lengte a gelijk is aan 3s_. Dit freemelement 195 bestaat uit twee freemelemen-15 ten 29 en een freemelement 32 die tot een star geheel zijn samengelast en eerst daarna als een geheel bewerkt zijn op · een freesbank 166, zodat vervormingen ten gevolge van lassen niet na het nauwkeurig richten en positioneren van een eerste referentievlak 176 op het-freemelement ten opzichte van een 20 tweede referentievlak 177 op het buitenste freemelement 29. ontstaan. Dit alles is nodig in geval bij een schuingericht werktuig 197 de opspariplaats niet binnen het moduul van het freemelement 29 bij de freeskop 1 98.aanwezig· is. In dit geval is de bewerkingsplaats 3 op te vatten als zich uitstrekkende 25 over de lengte a. Bij voorkeur wordt op het referentievlak 176 van het freemelement 32 nog een ander werktuig opgespannen, evenals nog weer een ander werktuig op het tussengelegen freemelement 29, zodat op deze uitgebreide bewerkingsplaats 3 drie bewerkingen op drie elk op een afzonderlijk met een klem 30 12 gefixeerde, aparte drager 7 opgespannen werkstukken 2 plaats vinden.Figure 24 shows a frame element 195 for a variant of the device 1, the length a of which is equal to 3s_. This milling element 195 consists of two milling elements 29 and a milling element 32 which are welded together to form a rigid whole and are then processed as a whole on a milling bench 166, so that deformations as a result of welding are not carried out after precise alignment and positioning. a first reference plane 176 on the frame element relative to a second reference plane 177 on the outer frame element 29. are formed. All this is necessary if the clamping location is not present within the module of the milling element 29 at the milling head 1 with an inclined tool 197. In this case, the processing location 3 can be regarded as extending over the length a. Preferably, another tool is clamped on the reference plane 176 of the frame element 32, as is yet another tool on the intermediate frame element 29, so that on In this elaborate machining location 3, three machining operations on three each take place on workpieces 2 clamped separately with a clamp 12.

Op de bewerking splaats 3R (figuur 25) heeft het’ freemelement 30 twee eerste referentievlakken 176, en wel aan weerszijden van het bewerkingstraj ekt, opdat op een en de-35 zelfde bewerkingsplaats 3R twee bewerkingen tegelijk kunnen worden uitgevoerd. Het werktuig 200 bewerkt met beitel(s) 201 ‘een boring 203, terwijl een werktuig 204 met beitel(s) 78 1 1 9 8 2 -12 - * '205 è'ën’cö’axial’e boring~206 bewerkt. Het werktuig 200" "bë staat in hoofdzaak uit een op het referentievlak 176 gepositioneerde hydraulische cilinder 207, waarvan de zuigerstang 208 met zuiger 209 in horizontale richting .verplaatsbaar is door be-5 stuurde toe- en afvoer van olie naar en van de kamers 210 respektievelijk 211. Binnen in de zuigerstang 208 is een aandrijfas 213 in legers 212 roterend gelegerd. Deze aandrijfas 213 draagt aan zijn ene einde de beitel(s) 201 en is aan het andere einde via een drijfwerk 214 door een elektromotor ' 10 215 aangedreven. Het drijfwerk 214 is opgenomen in een drijf- werkkast 216 die vast is verbonden met de zuigerstang 208 en • het huis 217 van de motor 215. De drijfwerkkast 216 is tevens vast verbonden met een console 219 die schakelaars. 220 draagt, welke samenwerken met vast aan de cilinder 207 opge- 15 stelde nokken 223 voor het bedienen van het aan- en uitzetten van de motor 215 en voor het bedienen van de regelorganen voor de aan- en afvoer van olie aan de kamers 210 en.211. Het werktuig 204-is in principe hetzelfde gekonstrueerd als het werktuig 200 met dien verstande, dat de motor 215 aan de -.20 ___andere zijde van de drijfwerkkast 21-6 is opgesteld.On the machining location 3R (Figure 25), the frame element 30 has two first reference planes 176, on either side of the machining path, so that two operations can be performed simultaneously on one and the same machining location 3R. The tool 200 machined with chisel (s) 201 "a bore 203, while a tool 204 machined with chisel (s) 78 1 1 9 8 2 -12 - *" 205 "coaxial" bore ~ 206. The tool 200 substantially consists of a hydraulic cylinder 207 positioned on the reference plane 176, the piston rod 208 of which with piston 209 is displaceable in the horizontal direction by controlled supply and discharge of oil to and from the chambers 210 211, respectively. Inside the piston rod 208, a drive shaft 213 is rotatably mounted in bearings 212. This drive shaft 213 carries the bit (s) 201 at one end and is driven at the other end by an electric motor 214 by a drive motor 214. The gearbox 214 is contained in a gearbox 216 which is fixedly connected to the piston rod 208 and the housing 217 of the motor 215. The gearbox 216 is also fixedly connected to a console 219 which switches. 220, which cooperate with cams 223 fixedly mounted on the cylinder 207 for operating the switching on and off of the engine 215 and for operating the controls for the supply and discharge of oil to the chambers 210 and .211. The tool 204 is basically the same as the tool 200 except that the motor 215 is disposed on the other side of the gearbox 21-6.

Het is duidelijk dat zo'n werktuig 200 of 204 ook bruikbaar is voor het verspanend bewerken van een vertikale boring, in welk geval het werktuig tegen een vertikaal op-spanvlak wordt bevestigd, hetgeen geschiedt bij de bewer-25 kingsplaatsen 3K en 3N. Bij de bewerkingsplaats 3T is precies dezelfde opstelling van werktuigen als bij de bewerkings- • plaats 3R aanwezig, met dien verstande, dat de beitel(s) voor , het nadraaien op een iets grotere radius zijn opgesteld.It is clear that such a tool 200 or 204 can also be used for machining a vertical bore, in which case the tool is mounted against a vertical clamping surface, which is done at the machining locations 3K and 3N. At the working location 3T there is exactly the same arrangement of tools as at the • working place 3R, with the proviso that the tool (s) are positioned at a slightly larger radius before finishing.

De overige nog niet in detail beschreven werktuigen 30 behoeven in deze beschrijving niet nader te worden toege-licht, daar zij op zich zelf bekend zijn en/of in hoofdzaak overeenstemmen met reeds nader beschreven werktuigen.The other tools 30 which have not yet been described in detail need not be further elucidated in this description, since they are known per se and / or substantially correspond to tools already described in more detail.

Zo bestaat de droger 138 uit een bekende blaasinrichting die, bijvoorbeeld continu, via een aantal luchtmond-35 stukken al of niet verwarmde lucht over de werkstukken 2 blaast...The dryer 138 consists of a known blowing device which, for example continuously, blows heated or unheated air over the workpieces 2 via a number of air nozzles.

•Volgens figuur 23 wordt olie uit een tank 33_____• According to figure 23, oil from a tank 33_____

BB

781 1 9 82 '13 ...781 1 9 82 '13 ...

middels ëen pomp' 34 in een lage' drukleiding'35 met'"eëri druk P.j van 2-5 bar gepompt, die voorzien is van een accumulator .36. Evenzo wordt olie uit de tank 33 middels een pomp 37 in een van een accumulator 39 voorziene hoge drukleiding 38 met 5 een druk P2 van 70 bar gepompt. Een retourleiding 40 voert de olie na verwerking weer tot in de tank 33 terug. Vanuit de leiding 35 worden gevoed: de cilinder 10 via een wisselschuif 41; de cilinder 11 via een wisselschuif 42 en de eerder besproken klep 107; en de cilinders 21 en 22 via wisselschuiven 10 ' 43 respektievelijk 44. De tien cilinders 185 worden tegelijk vanuit beide leidingen 35 en 38 gevoed via een wisselschuif! 45* Eerst echter het meest vanuit de lage drukleiding 35, omdat de toevoer vanuit de leiding 38 wordt gesmoord door smoor 46. Eadat de druk in de cilinders 185 is gestegen boven 15 P.j, heeft de voeding verder plaats vanuit de leiding 38, totdat een drukschakelaar 47 bij het bereiken van de vereiste druk P^ gelegen tussen P| en P2 voor het verkrijgen van voldoende klemspanning op klemmen 12 wordt ingeschakeld en deze schakelaar 47 een signaal afgeeft, dat de volgende be-' 20 werkingen op het tijdstip t^ (figuur 22). kunnen beginnen.pumped by means of a pump "34 into a low" pressure line "35 with" pressure Pj of 2-5 bar, which is provided with an accumulator. 36. Likewise, oil from tank 33 is pumped into one of an accumulator. 39 high pressure pipe 38 provided with a pressure P2 of 70 bar with 5. A return pipe 40 returns the oil after processing back into the tank 33. From the pipe 35 are fed: the cylinder 10 via a switch valve 41; the cylinder 11 via a changeover valve 42 and the previously discussed valve 107, and the cylinders 21 and 22 via changeover slides 10 '43 and 44, respectively. The ten cylinders 185 are fed simultaneously from both lines 35 and 38 via a changeover slide! 45 * First, however, most from the low pressure line 35, because the supply from line 38 is throttled by throttle 46. After the pressure in cylinders 185 has risen above 15 Pj, the feed continues from line 38 until a pressure switch 47 upon reaching the required pressure P ^ located between and P | and P2 to obtain sufficient clamping voltage at terminals 12 is turned on and this switch 47 outputs a signal indicating the following operations at time t1 (Figure 22). can start.

Evenzo geeft een drukschakelaar 48 bij het ontkrachtigen van de klemmen 12 aan, dat de druk in de cilinders 185 is weggevallen en dat na het tijdstip t2^ wat die klemmen 185 -betreft de volgende bewerkingscyclus kan aanvangen.Likewise, when the clamps 12 are de-energized, a pressure switch 48 indicates that the pressure in the cylinders 185 has been released and that after the time t2, regarding those clamps 185, the next operating cycle may commence.

25 De cilinders 185 van de klemmen 12 worden weliswaar gelijktijdig bekrachtigd (figuur 23), doch hun slag bedraagt slechts enkele centimeters, zodat zij elk een klein vloei- : stofdebiet vergen. Een aanzienlijk groter vloeistofdebiet vergen de cilinders 207 van de het werkstuk 2 verspanend be-30 werkende werktuigen. Op de zes bewerkingsplaatsen-3J» 3K, 3M, 3E, 3R en 31 worden de afzonderlijke cilinders 207 voor het axiaal bewegen van het gereedschap van de bijbehorende werktuigen ten opzichte van het werkstuk elk bekrachtigd, in drie fasen, namelijk een snel uitgevoerde naderfase, een langzaam 35 uitgevoerde bewerkingsfase en een snel uitgevoerde terugtrek-fase. Daartoe wordt elke cilinder 207 eerst gevoed met olie vanuit de lage drukLeiding 35 via de in de getekende.stand 781 1 9 82 i .Although the cylinders 185 of the clamps 12 are energized simultaneously (figure 23), their stroke is only a few centimeters, so that they each require a small liquid flow rate. The cylinders 207 of the tools machining workpiece 2 require a considerably greater liquid flow rate. At the six machining locations-3J »3K, 3M, 3E, 3R and 31, the individual cylinders 207 for axially moving the tool of the associated tools relative to the workpiece are each energized in three phases, namely a rapidly executed follow-up phase, a slow processing stage and a fast retraction phase. To this end, each cylinder 207 is first fed with oil from the low pressure line 35 via the position 781 1 9 82 i shown.

* ' a -14 . __ "staande wisselschuif 51 en de in figuur 25 naar rechts geschoven wisselschuif 52. Bij het bijna bereiken van het werkstuk 2, hetgeen met een nok 223 wordt gesignaleerd, wordt de wissel schuif 52 bediend door een schakelaar 220 naar rechts 5 verplaats, zodat dan de cilinder 207 op de hoge drukleiding 38 is aangesloten en het gereedschap, bijvoorbeeld beitel(s) 201, met lage snelheid, doch wel star gestuurd, ten opzichte van het werkstuk 2 wordt bewogen tijdens de bewerkingsfase, aan het einde waarvan door omschakeling van de beide wissel-10 schuiven 51 en 52 een snelle terugtrekfase plaats vindt.* a -14. "standing switch slide 51 and the switch slide 52 pushed to the right in figure 25. When workpiece 2 is almost reached, which is signaled by a cam 223, the switch slide 52 is actuated by a switch 220 moved to the right 5, so that the cylinder 207 is connected to the high pressure line 38 and the tool, for example chisel (s) 201, is moved at low speed, but rigidly, relative to the workpiece 2 during the machining phase, at the end of which by switching the Both switch slides 51 and 52 have a rapid retraction phase.

Vooral bij de nader- en terugtrekfase is het vereiste vloeistofdebiet naar en van de betreffende hydraulische cilinder 207 groot, vandaar dat de naderfasen op ten minste 50# en liefst op een nog aanzienlijker aantal van het genoem-15 de zestal bewerkingsplaatsen, gerekend vanaf het tijdstip dat de werkstukken 2 daar reeds ter bewerking klaar staan, later worden uitgevoerd.Especially in the retraction and retraction phases, the required liquid flow to and from the respective hydraulic cylinder 207 is large, which is why the retreat phases are at least 50 # and preferably at an even more significant number of the six processing stations, counted from the time that the workpieces 2 are already there ready for machining, are carried out later.

Dit is verduidelijkt in figuur 22 die in de kolom b in de volgorde van figuur 1 de behandelingsplaatsen opsomt, 20 ^die in kolomo het verwijzingscijfer van de betreffende hydraulische cilinder aangeeft en die daarnaast een bijbehorende handelingstijdlijn toont. De geen aandrijfvloeistof vergende handelingen zijn met streeplijnen en de wel aandrijfvloeistof vergende handelingen zijn met volle lijnen gete-25 kend, waarbij de vette lijnen de perioden van vloeistofver-plaatsing gedurende de nader- en terugtrekfase aanduiden, en waarbij de bewerkingsfasen met kruislijnen zijn aangegeven.This is illustrated in Figure 22, which lists the treatment sites in column b in the order of Figure 1, 20 which indicates in column 0 the reference number of the hydraulic cylinder concerned and which additionally shows an associated operation timeline. The no-drive fluid-consuming operations are in dashed lines, and the driver-fluid-consuming operations are in solid lines, the bold lines indicating periods of fluid displacement during the draw and retraction phases, and the machining stages indicated in cross lines.

Het cyclusschema van figuur 22 is als kortschrift van de werkingswijze van de inrichting 1 te beschouwen. ; 30 Het schakelsysteem voor het bedienen van de werk-, tuigmotoren (cilinders 207) is zodanig geprogrammeerd (zie figuur 22), dat de naderfasen na het tijdstip t^, waarop de dragers 7 zijn gefixeerd, niet allen tegelijk beginnen. Slechts bij drie cilinders 207 die zelfs nog een vrij kleine 35 slag vergen, beginnen de naderfasen gelijktijdig, namelijk de beide cilinders 207 op de bewerkingsplaats 3ï en een cilinder 207 op de bewerkingsplaats.3R« De .andere cilind’ers .207 781 1 9 82 ..15 bëginnen op de bewerkingsplaatseri 3R, 3M en 3H latër ën die op de bewerkingsplaatsen 3J en 3K nog weer later.The cycle diagram of figure 22 can be regarded as a shortcut of the mode of operation of the device 1. ; The switching system for operating the tool motors (cylinders 207) is programmed (see figure 22), so that the follow-up phases after the time t, at which the carriers 7 are fixed, do not all start at the same time. Only with three cylinders 207 which require even a relatively small stroke, the approach phases start simultaneously, namely the two cylinders 207 at the processing location 3i and a cylinder 207 at the processing location. 3R. The other cylinders. 207 781 1 9 82 ..15 start on the working plates 3R, 3M and 3H and later on the working places 3J and 3K.

Een en ander is verder weer zo geprogrammeerd, dat de cilinders 207 hun terugtrekfasen- niet met meer dan drie tegelijk en liefst slechts met niet meer dan twee tegelijk uitvoeren.All this is further programmed in such a way that the cylinders 207 execute their withdrawal phases with no more than three at a time and preferably only with no more than two at a time.

. t' 781 1 9 82. t '781 1 9 82

Claims (4)

1. Inrichting voor het in ‘serie op een veelvoud van bewerkingsplaatsen van de inrichting bewerken van werkstukken, omvattende een freem, een veelvoud van ten opzichte van het freem bewegende dragers voor het dragen van werkstukken, aandrijfmiddelen voor het verplaatsen van de dragers langs de bewerkingsplaatsen, fixeermiddelen voor het ten opzichte van het freem fixeren van de dragers bij de bewerkingsplaatsen en werktuigen die elk bij een bijbehorende bewerkingsplaats zijn aangebracht, waarbij elke drager in het bewerkingstrajekt langs de bewerkingsplaatsen beweegt, terwijl hij met steunor-ganen, bijvoorbeeld rollen, op rails steunt, met het kenmerk, dat de fixeermiddelen de drager op ten minste een bewerkingsplaats van de rails opheffen bij het fixeren van de drager ten opzichte van het freem.1. Device for working workpieces in series at a plurality of working places of the device, comprising a frame, a plurality of carriers moving workpieces relative to the frame, drive means for moving the carriers along the processing places fixing means for fixing the carriers relative to the frame at the processing places and tools, each of which are arranged at an associated processing place, each carrier moving along the processing places in the processing path, while on supporting rails, for example rollers, on rails supports, characterized in that the fixing means lift the carrier on at least one processing location of the rails when fixing the carrier relative to the frame. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fixeermiddelen de drager volgens een conisch vlak op · het freem doen aansluiten, waarbij het conische vlak van het freem op hoger niveau ligt dan het conische aansluitvlak van de nog op de rails steunende drager.2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the fixing means make the carrier connect to the frame in accordance with a conical surface, wherein the conical surface of the frame lies at a higher level than the conical connecting surface of the carrier still supporting on the rails . . 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de fixeermiddelen aan ten minste een van de zijden van de drager uit een prismatisch, zich in horizontale richting uitstrekkend aansluitvlak met V-vormig profiel bestaan, en dat de nog op de rails steunende drager op lager hiveau ligt dan het overeenkomstige aansluitvlak van het . i ; freem. (. Device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the fixing means on at least one of the sides of the carrier consist of a prismatic, horizontally extending connecting surface with V-shaped profile, and that the rails still on the rails supporting support is at a lower level than the corresponding connection surface of the. i; frame. ( 4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een van de bewerkings-, plaatsen gevormd wordt door een opspanplaats die voorzien is' van een werktuig voor het·telkens bevestigen van een-werkstuk op de drager. 781 1 9 824. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that at least one of the processing places is formed by a clamping location which is provided with a tool for each time mounting a workpiece on the carrier. 781 1 9 82