NL7809791A

NL7809791A - V-riem met profielbepalende dwarsplaatjes.

Info

Publication number: NL7809791A
Application number: NL7809791A
Authority: NL
Original assignee: Varitrac Ag
Priority date: 1978-09-27
Filing date: 1978-09-27
Publication date: 1980-03-31
Also published as: IT7851915A0; FR2437531A1; JPS5728815B2; IT1107992B; SE431673B; SE7811685L; GB2030263A; JPS5547035A; GB2030263B; FR2437531B1

Description

78514-1/L/PB _ ; κ 4

Aanvraagster: VABITHAC A.G., te Zug, Zwitserland Titels V-riem met profielbepalende dwarsplaatjes.

De uitvinding heeft betrekking op een drijfriem met krachtover-brenging verzorgende zijvlakken, in het bijzonder drijfriem met trapeziumvormig profiel, waarin trekbanden over de gehele lengte van de drijfriem opgenomen zijn in een elastische buigzame band, die met 5 onderlinge tussenruimten dicht naast elkaar gelegen stijve dwarsplaatjes draagt, die het riemprofiel bepalen·

Een drijfriem van deze soort is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2.638.007. Volgens deze bekende uitvoering is de elastische band waarin de trekbanden opgenomen zijn, gevormd als Ί0 een zelfstandige rubberband, die in een bedding gelegd is, welke in de reeks van dwarsplaatjes gevormd is en die breder is dan de bandbreedte. De dwarsplaatjes worden met de rubberband verbonden door middel van een doorlopende metalen band die om de rubberband gevoerd wordt en aan de aan weerszijden buiten de rubberband overstekende 15 randen door middel van schroefbouten met elk der plaatjes verbonden wordt, waarbij de plaatjes tegen de elastische band geklemd worden.

• De uitvinding beoogt zowel de fabricage en de wijze van bevestiging te vereenvoudigen en te verbeteren, met vermindering van het aantal vereiste onderdelen en verhoging van bedrijfszekerheid en levensduur 20 o.m. door vermijding van onderdelen die tijdens het bedrijf los kunnen werken. Tevens wordt beoogd een drijfriem te verschaffen van gering gewicht in vergelijking met het daarmede over te brengen vermogen en met een hoog overbrengingsrendement en lange levensduur.

Uitgaande van de in de inleiding aangegeven stand der techniek 25 is daartoe de uitvindingrtaardoor gekenmerkt, dat de dwarsplaatjes over een deel van hun hoogte Ingebed zijn in het materiaal van de elastische band en door oppervlakte-aanhechting daarmee verbonden zijn. Dit is tevens van groot belang voor het voorkomen van afscheuring ter plaatse van de aan de elastische band aanliggende kanten 30 van de dwarsplaatjes* — Het is hierbij van groot belang gebleken om de aanhechtings- 79 0 97 9 1 %

•V

_2 _ oppervlakken van de dwarsplaatjes van een profilering te voorzien en volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm daarvan bestaat deze profilering uit door het uitstampen van de plaatjes te verkrijgen, in dwarsrichting van het plaatje verlopende ribbels.

5 In een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het mate riaal van de elastische band, zoals in de genoemde bekende techniek, in insnijdingen van de dwarsplaatjes ondergebracht, die volgens deze techniek, zoals reeds vermeld, uit in een lange zijde der plaatjes ingesneden beddingen bestaan.

10 In tegenstelling tot deze bekende techniek vult nu in een uit voeringsvorm van de uitvinding het elastische materiaal, waarin de trekbanden opgenomen zijn, ruimten van dé dvarsplaatjes op, die gevormd worden door door een tweetal aan weerszijden van een middenvlak aangebrachte, vanaf de eindvlakken tot nabij dat middenvlak 15 aangebrachte insnijdingen en strekt het materiaal zich tussen de dwarsplaatjes over een afstand boven- en benedenwaarts van die insnijdingen uit.

Aldus geschiedt de aanhechting over een groot oppervlak volgens bet langsverloop van de insnijdingen aan twee tegenover elkander 20 gelegen begrenzingsoppervlakken daarvan, waardoor de zekerheid van een betrouwbare aanhechting gedurende een lange levensduur nog verhoogd wordt met een betrekkelijk gering materiaalgebruik en laag riemgewicht.

Bovendien wordt het nu mogelijk de trekbanden of snaren zijdelings dicht aaneengesloten te plaatsen, omdat de krachten zonder meer gelijk-25 natig aan boven- en onderzijde van het snarenpakket worden overgebrachb.

Door de betrekkelijk geringe dikte van het elastische materiaal wordt de vervorming van de riem met name bij de kromming om de riem-sehijven beperkt en de bereikte voordelen hangen voor een belangrijk leel daarmee samen.

50 De uitvinding en een aantal met voordeel in de uitwerking daarvan boe te passen bijzonderheden zijn gedefinieerd in de toegevoegde ;onclusies en worden hierna toegelicht aan de hand van een in de te-cening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening toont: 55 fig. 1 twee verschillende aanzichten (gedeeltelijk doorneden), links en nanhts van aan m-i ririanvl ok vfln_ria Hwn-repl αη-h joo j - 7809791 _5 _ ' s gens de pijlrichting ten opzichte van de doorsnedevlakken Ι„-Ι„ in 1 1 fig. 2. reep. 13-¾ in fi8· 3i fig. 2 een aanzicht tegen een langszijdedeel van de riem volgens fig. 1, en 5 fig. 3 een dwarsdoornede van de riem volgens de lijn III-III van fig. 1.

In de figuren ie de riem als geheel door 1 aangeduid.

De trekbanden bestaan uit twee groepen sterke snaren 2, die in éên vlak in de neutrale zdne van de riem 1 gelegen, ingebed zijn in 10 een elastische massa 4, 5· Deze bestaat uit rubber of ”rubberoidH

materiaal, onder welke term ook kunststof, in het bijzonder op poly-urethaanbasis, begrepen is. Het profiel van de band wordt bepaald door plaatjes 6, 7, die over de gehele lengte van de band op onderlinge afstand aangebracht zijn en over een deel van hun hoogte inge-15 bed zijn in het materiaal 4 van de elastische band en door oppervlakte -aanhechting daarmede verbonden zijn. Deze aanhechting kan met name verkregen worden door vulcanisatie van de massa 4, 5. Bij toepassing van rubber is de gewenste vulcanieatieduur ongeveer drie uur. Voor de plaatjes 6. 7* die voor genoemd doel en ook ten dienste van het ge-20 wenste lage riemgewicht in de praktijk uit metaal zoals aluminium bestaan, kan een dikte gekozen worden van ongeveer 3 mm bij een diameter van de riem zonder einde van 400 mm, gemeten als een cylinder.

De afstand tussen de plaatjes onderling wordt zo gekozen, dat de. elkaar bij kromming van de riem om een loopschijf naderende randen 25 elkaar niet raken. Deze afstand wordt dus gekozen in verband met de kleinste loopradius, waarvoor de drijfriem bestemd is. Bij een dikte d van de plaatjes, een hoogte 2h en een kleinste loopstraal rmin laat zich eenvoudig berekenen, dat*de onderlinge afstand s moet zijn hd 3Q S -rmin “ h *

Overigens brengt men zoveel mogelijk plaatjes aan in verband met het over te brengen vermogen.

De elastische band 4, 5 wordt gevormd door een tweetal, weerszijden van het middenvlak van de dwarsplaatjes 6, 7 in zijde-35 lingee insnijdingen daqrvan ondergebrachte helften, die over de ge- «» 7809791

A

-b - hele lengte van de riem 1 doorlopen. De massa’s 4, 5 vullen deze insnijdingen, die zich tot dicht bij genoemd middenvlak voortzetten, geheel op, De aanhechting van het rubberoide materiaal k, 5 aan de plaatjes 6, 7 heeft nu dus plaats zowel aan de onderzijde als aan de 5 bovenzijde van deze massa’s in de genoemde insnijdingen 10, 11 en bovendien zijn deze aanhechtingsoppervlakken zoals rechts in fig.- 2 te zien is, van een zaagtandvormige profilering voorzien. Omdat de zaagtanden of ribbels in dwarsrichting van het plaatje verlopen, kunnen deze zonder een extra bewerkingsstap bij het uitstampen van de 10 plaatjes gevormd worden door het matrijsstempel dienovereenkomstig uit te voeren. Het aanhechtingsoppervlak wordt op deze wijze aanzienlijk vergroot.

Een vergroting van het aanhechtingsoppervlak wordt tevens.verkregen, doordat, zoals in het bijzonder in de fig. 2 en 3 te zien is, 15 het materiaal zich tussen de dwarsplaatjes 6, 7 over een afstand boven- en benedenwaarts van de begrenzingen 10 en 11 van de insnijdingen uitstrekt. In de figuren is aan het bovenvlak van het tussen de plaatjes gelegen deel van de bandmassa's A-, 5 door 18, resp. .19 aangeduid en de benedenrand van de insluiting der plaatjes door 20.

20 In fig. 3 ziet men bij 23 dat de elastische massa tussen de plaatjes 6, 7 aan de onderzijde van de snaren 3 vanaf het middenvlak tussen twee plaatjes hellend naar deze plaatjes toe verloopt. Deze vormgeving is in fig. 2 ook bij 21 en 22 aangeduid en is gegeven om in de matrijs traarin de plaatjes geplaatst worden en de massa *f, 5 gevormd en aan 25 iie plaatjes aangehecht wordt, de oplegging van de snaren 3 op een natrijsonderdeel mogelijk te maken.

Verder is in de figuren te zien, dat de elastische materiaal-nassa *f, 5 als een aansluitend geheel gevormd is met een op de eind-rlakken 12, 13'«an de dwarsplaatjes aangebrachte oppervlaktebekleding 30 5,. 9. De aanhechting van deze bekleding 8, 9* die in het bedrijf met ie loopschijven voor de drijfriem in aanraking komt, heeft eveneens op een vergroot oppervlak plaats, doordat de eindvlakken 12, 13 geprofileerd zijn, eveneens door zaagtandvormige dwarsribben, die bij het uitstampen van de plaatjes gevormd worden. In het bijzonder voor 35 deze profilering geldt, dat de diepte van de daardoor gevormde holten ; a i^aw de dikte van de buiten de vulling van de profilering^- 7809791

Claims

1. Drijfriem met krachtoverbrenging verzorgende zijvlakken, in het bijzonder drijfriem met trapeziumvormig profiel, waarin trekbanden over de gehele lengte van de drijfriem opgenomen zijn in een elastisch buigzame band, die met onderlinge-tussenruimten dicht naast 20 elkaar gelegen stijve dwarsplaatjes draagt, die het riemprofiel bepalen, met het kenmerk, dat de dwarsplaatjes over een deel van hun hoogte ingebed zijn in het materiaal van de elastische band en door oppervlakteaanhechting daarmee verbonden zijn.

2. Drijfriem volgens conclusie 1, m et he t kenmerk, dat 25 de aanhechtingsoppervlakken van de dwarsplaatjes een profilering vertonen. 3« Drijfriem volgens conclusie 2, m e t h e t k e n m e r k, dat de profilering gevormd wordt door bij het uitstampen van de plaatjes te vormen, in dwarsrichting van het plaatje verlopende 30 ribbels.

4. Drijfriem volgens conclusie 2 of 3, waarbij het materiaal van ie elastische band in insnijdingen van de dwarsplaatjes ondergebracht 7 ff 0 57 91 ---~—- * y - 6 - is en voor drijfkrachtoverbrenging t.o.v. riemschijven bestemde eind-vlakken ervan eveneens van een aanhechtende bekleding voorzien kunnen zijn, met het kenmerk, dat het elastische materiaal waarin de 5 trekbanden opgenomen zijn, ruimten van de dwarsplaatjes opvult, die gevormd worden door een tweetal aan weerszijden van een middenvlak aangebrachte, vanaf de eindvlakken tot nabij dat middenvlak aange-brachte insnijdingen, waarbij het materiaal zich tussen de dwarsplaat jes over een afstand boven- en benedenwaarts van die insnijdin-10 gen uitstrekt.

5· Drijfriem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat snaarvormige trekbanden zijdelings dicht aaneengesloten naast elkaar zijn geplaatst.

6. Drijfriem volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat het in insnijdingen van de dwarsplaatjes ondergebrachte materiaal, waarin de trekbanden opgenomen zijn, een aansluitend geheel vormt met een op de eindvlakken van de dwarsplaatjes aangebrachte oppervlaktebekleding.

7· Drijfriem volgens een der voorgaande conclusies, met h et 20 kenmerk, dat de afstand tussen de plaatjes in verband met hun hoogte zo gekozen is, dat er bij hun onderlinge hoekverdraaiing bij het voeren van de dwarsriem over of tussen riemschijven met. de kleinste loopradius waarvoor de drijfriem bestemd is, er minstens enige speling overblijft tussen de randen van de plaatjes die zich bij het 25 doorlopen van genoemde radius naar elkaar toe bewegen.

8. Drijfriem volgens een der conclusies 2 en volgende, waarbij de eindvlakken van de dwarsplaatjes van een aanhechtende bekleding van elastisch materiaal voorzien zijn, met het kenmerk, dat ie diepte van de holten in de profilering groter is-dan'de dikte 30 iran de buiten de vulling van de profilering doorlopende oppervlakte-Laag op de eindvlakken van de dwarsplaatjes. ?. Drijfriem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eind-rlakken van de dwarsplaatjes van een aanhechtende bekleding van Slastisch materiaal voorzien zijn, met h e~t kenmerk, dat 7809791 - 7 _ . ' A. ' '\ het op de eindvlakken van de dwarsplaatjes toegepaete bekledingsma-teriaal verhoogde slijtvastheidseigenschappen bezit ten opzichte van het materiaal van de elastische band waarin de trekbanden opgenomen zijn.

10. Drijfriem volgens een der voorgaande conclusies, m e t h e t kenmerk, dat voor de aanhechting van het elastische materiaal aan het oppervlak van de dvarsplaatjes rubber toegepast is en de aanhechting door vulcanisatie van de rubber tot stand gebracht is. 78 0 979 1