NL2027954B1 - Mal, systeem, en werkwijze voor het vervaardigen van een constructie-element - Google Patents

Abstract

De vinding betreft een mal, een systeem en werkwijze voor het vervaardigen van een vloerdeel of een wanddeel met een sandwichstructuur. De mal omvat: - een aantal onderste basis-malelementen, waarbij het aantal onderste basismalelementen aangrenzend aan elkaar op een ondergrond voor het vloerdeel of het wanddeel plaatsbaar zijn voor het vormen van een omtrek voor een eerste betonlaag; - een eerste laag van hulp-malelementen, waarbij het aantal hulp-malelementen aangrenzend aan elkaar op het aantal onderste basis-malelementen plaatsbaar zijn voor het vormen van een omtrek voor een boven de eerste betonlaag aangebrachte isolatielaag en/of tweede betonlaag.

Description

MAL, SYSTEEM, EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN CONSTRUCTIE-ELEMENT De onderhavige vinding heeft betrekking op een mal voor het vervaardigen van een vloerdeel of wanddeel als cen constructie-element met een sandwichstructuur die meerdere lagen omvat. De uitvinding heeft verder betrekking op een systeem voor het vervaardigen van een vloerdeel of wanddeel met een sandwichstructur die meerdere lagen omvat, en een werkwijze voor het vervaardigen van een vloerdeel of wanddeel met een sandwichstructuur die meerdere Jagen omvat.

Het is een trend in de bouwsector om (delen van) woningen steeds meer prefab aan te leveren. Dit heeft als voordeel dat voor het bouwen van een huis minder tijd nodig is op de bouwplaats zelf, wat de kosten reduceert. Woningen zijn vaak voorzien van een vloerdeel of wanddeel met een zogenaamde sandwichstructuur die meerdere lagen omvat. Een wanddeel kan bijvoorbeeld een eerste (onderste) betonlaag, een (middelste) isolatielaag en een tweede (bovenste) betonlaag omvatten. Deze vloerdelen en wanddelen met een sandwichstructuur worden bij voorkeur ook in een fabriek gemaakt.

Het kan gewenst zijn om de eerste en tweede betonlagen en de isolatielaag niet even groot te maken, dat wil zeggen te voorzien van dezelfde afmetingen qua lengte en breedte. Zo kan het gewenst zijn om de betonlaag qua afmetingen kleiner of groter te maken dan de isolatielaag en tweede betonlaag. Dit resulteert in het respectievelijk inwaarts of uitwaarts verspringen van de eerste betonlaag ten opzichte van de isolatielaag en de tweede betonlaag.

Uit de praktijk bekende inrichtingen om vloerdelen of wanddelen met een sandwichstructuur te maken zijn voorzien van een aantal malelementen, die eventueel zijn voorzien van een inwaarts verspringend profiel voor het realiseren van een eerste betonlaag met klemere afmetingen, waarbij de malelementen door middel van een zogeheten molenwiekconstructie aangrenzend aan elkaar zijn gelegd. De molenwiekconstructie, ook wel molenwieken genoemd, houdt in dat elk malelement haaks op elkaar is gepositioneerd, waarbij elk malelement aangrenzend en uitstekend aan een ander malelement is geplaatst. Hierdoor wordt een rechthoekige mal voor het vloerdeel of wanddeel gerealiseerd waarvan de afmetingen eenvoudig aan te passen zijn. Het is voor de vakman duidelijk dat andere ontwerpen, bijvoorbeeld waarbij de malelementen niet haaks op elkaar zijn gepositioneerd, ook tot de mogelijkheden behoort.

Het nadeel van dergelijke bekende inrichtingen is dat elk malelement enkel voor het vervaardigen van één soort vloerdeel of wanddeel gebruikt kan worden. Dat wil zeggen, een malelement dat gebruikt kan worden voor een vloerdeel waarvan de eerste betonlaag 10 centimeter inspringt, kan niet gebruikt worden voor een vloerdeel waarvan de betonlaag 5 centimeter inspringt. Hiervoor is een apart daarvoor gemaakt malelement nodig.

De onderhavige uitvinding heeft als doel de bovengenoemde problemen op te lossen of ten minste te verminderen. Het is in het bijzonder een doel van de vinding om een mal te voorzien die toepasbaar is voor het vervaardigen van vloerdelen en wanddelen van verschillende afmetingen.

Het doel wordt bereikt door middel van een mal voor het vervaardigen van een vloerdeel of wanddeel met een sandwichstructuur die meerdere lagen omvat, omvattende: - een aantal onderste basis-malelementen, waarbij het aantal onderste basis- malelementen aangrenzend aan elkaar op een ondergrond voor het vloerdeel of het wanddeel plaatsbaar zijn voor het vormen van een omtrek voor een eerste betonlaag; - een eerste laag van hulp-malelementen, waarbij het aantal hulp-malelementen aangrenzend aan elkaar op het aantal onderste basis-malelementen plaatsbaar zijn voor het vormen van een omtrek voor de boven een eerste betonlaag aangebrachte isolatielaag en/of tweede betonlaag.

Door de combinatie van basis-malelementen en hulp-malelementen wordt een mal verkregen die elke praktische afmetingen van de eerste betonlaag, de isolatielaag en de tweede betonlaag mogelijk maakt, zonder een grote hoeveelheid aan verschillende malelementen te vereisen. De basiselementen en hulpmalelementen kunnen na het vervaardigen van een vloerdeel of wanddeel eenvoudig van elkaar worden afgehaald om vervolgens weer te worden opgestapeld en/of neergezet om een volgend vloerdeel en/of wanddeel te vervaardigen. De kosten voor het maken van een vloerdeel of wanddeel met een sandwichstructuur van verschillende afmetingen worden hiermee sterk verlaagd, omdat een klein aantal basis-malelementen en hulp-malelementen volstaat voor het maken van alle denkbare afmetingen. Tevens wordt de flexibiliteit voor het verwerken van vloerdelen en/of wanddelen met een scala aan afmetingen vergroot.

Door het aantal onderste basis-malelementen kan eenvoudig een omtrek worden gevormd, waarin een eerste betonlaag kan worden aangebracht. Doordat de omtrek is opgebouwd uit individuele basis-malelementen, kan de omtrek elke praktische afmetingen omvatten.

De basis-malelementen zijn bij voorkeur rechthoekig gevormd. Hierdoor zijn de basis- malelementen eenvoudig aangrenzend te plaatsen, zodat een volledige mal zonder ongewenste gaten of kieren wordt gerealiseerd.

Door gebruik van een eerste laag van hulp-malelementen die plaatsbaar zijn op de basis- malelementen, kan eenvoudig een omtrek voor een isolatielaag en/of tweede betonlaag worden verkregen. De hulp-malelementen kunnen gelijk zijn aan de basis-malelementen. Het voordeel van de hulp-malelementen die op de basis-malelementen plaatsbaar zijn is dat hierdoor elke gewenste verspringing van de isolatielaag en/of tweede betonlaag ten opzichte van de eerste betonlaag kan worden gerealiseerd.

Alternatief of aanvullend kunnen de hulp-malelementen ook een profiel omvatten. Het profiel kan bijvoorbeeld een eerste en een tweede deel omvatten, waarbij het tweede deel boven het eerste deel ten opzichte van het vloerdeel of wanddeel is geplaatst. Op deze wijze kan het eerste deel bijvoorbeeld een omtrek zijn voor een isolatielaag, terwijl het tweede deel een omtrek vormt voor de tweede betonlaag, waarbij de isolatielaag en de tweede betonlaag optioneel ten opzichte van elkaar verspringen.

Bij voorkeur worden de basis-malelementen en hulp-malelementen door een robot op respectievelijk de ondergrond en de basis-malelementen geplaatst. Hierdoor wordt verzekerd dat de basis-malelementen en hulp-malelementen correct worden gepositioneerd. Tevens worden hiermee de benodigde manuele handelingen verminderd.

Het is voor de vakman duidelijk dat met constructie-elementen zoals vloerdelen of wanddelen ook gevelelementen, dakranden en dakvloeren worden bedoeld. Verder zal het voor de vakman duidelijk zijn dat onder beton in de huidige aanvrage ook alternatieven die bij de vervaardiging van vloerdelen of wanddelen mogelijk zijn worden bedoeld. Zo is het mogelijk om in plaats van beton een geo-polymeer te gebruiken.

Het is ook mogelijk om de onderhavige uitvinding toe te passen op een vloerdeel of wanddeel dat uit een enkele laag bestaat, waarbij de enkele laag verspringt, dat wil zeggen een nok omvat en aldus een variant van een sandwichstructuur volgens de vinding vormt. Verder behoort het ook tot de mogelijkheden om de mal volgens de vinding te gebruiken met de reeds bekende malelementen.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de mal verder een tweede laag van hulp- malelementen, waarbij de tweede laag hulp-malelementen aangrenzend aan elkaar op de eerste laag hulp-malelementen plaatsbaar is voor het vormen van een omtrek voor een boven de eerste betonlaag en isolatielaag aangebrachte tweede betonlaag.

Door de tweede laag hulp-malelementen kan een verspringing van de tweede betonlaag ten opzichte van de isolatielaag worden gerealiseerd. Hierdoor kan eenvoudig een vloerdeel of wanddeel worden vervaardigd waarbij de eerste betonlaag, de isolatielaag en de tweede betonlaag allemaal ten opzichte van elkaar met een gewenste afstand verspringen.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat ten minste één van de basis- malelementen en/of hulp-malelementen een in gebruik richting de ondergrond beweegbare bovenplaat die is ingericht voor het verschaffen van een speling voor het lossen van het vloerdeel en/of het wanddeel.

De bovenplaat is een bovenste deel van het basis-malelement. De bovenplaat volgens de vinding bij voorkeur verplaatsbaar ten opzichte van het (resterende) basis-malelement zodanig dat er een speling ontstaat tussen het basis-malelement en de vloerdeel of wanddeel. Dit maakt het zogeheten lossen van het vloerdeel of wanddeel eenvoudiger. Alternatief of aanvullend is het voordeel van de bovenplaat dat eenvoudig op het basis-malelement of hulp-malelement kan worden gestort, omdat deze vervolgens ook eenvoudig te verwijderen is.

In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is in ieder geval deels in een richtingscomponent richting de ondergrond beweegbaar. Dit heeft als voordeel dat wanneer het vloerdeel is vervaardigd en er een isolatielaag en/of tweede betonlaag op de basis-malelementen rust, er een speling ontstaat tussen het basis-malelement en de isolatielaag en/of de tweede betonlaag. Hierdoor is het basis-malelement te verwijderen van de ondergrond, en het vloerdeel en/of het wanddeel eenvoudig te lossen van de ondergrond. Het is voor de vakman duidelijk dat een richting de ondergrond beweegbare bovenplaat gelijk is aan een bovenplaat die richting de onderkant van het basis-malelement en/of het hulpmalelement beweegbaar is. Dit wordt momenteel bij voorkeur gerealiseerd door de bovenplaat in een langrichting over een afstand te verplaatsen en zo de speling te realiseren.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het basis-malelement en/of het hulp- malelement een storttoestand en een lostoestand, waarbij in de lostoestand de bovenplaat richting de ondergrond is bewogen zodanig dat een effectieve hoogte van het basis-malelement en/of het huip-malelement in de lostoestand lager is dan in de storttoestand.

Doordat de effectieve hoogte verschilt in de storttoestand en de lostoestand, kan na het vervaardigen van het vloerdeel en/of het wanddeel eenvoudig een speling worden verkregen tussen het basis-malelement en het vloerdeel en/of het wanddeel. Dit vergemakkelijkt het verwijderen van de basis-malelementen en het vloerdeel en/of wanddeel van de ondergrond.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is de effectieve hoogte van het basis- malelement en/of het hulp-malelement in de lostoestand ten minste 1 millimeter, bij voorkeur ten minste 3 millimeter, met meer voorkeur ten minste 5 millimeter, en met de meeste voorkeur ten minste 10 millimeter lager dan in de storttoestand.

Uit de praktijk blijkt dat de bovengenoemde speling een effectief verwijderen van het basis-malelement mogelijk maakt.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is de bovenplaat door middel van een schuin aflopend vlak tussen de bovenplaat en de rest van het basiselement en/of het hulp-malelement richting de ondergrond beweegbaar.

Het schuine vlak is bij voorkeur aflopend gezien vanaf het vloerdeel en/of het wanddeel. Het schuine aflopende vlak heeft als effect dat door een trekbeweging, waarmee een beweging die zich bij voorkeur in hoofdzaak uitstrekt in een richting parallel aan de ondergrond wordt bedoelt, de bovenplaat eenvoudig van de storttoestand naar de lostoestand brengbaar is.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is er een wig voorzien tussen de bovenplaat en de rest van het basis-malelement en/of het hulp-malelement, zodanig dat bij het uittrekken van de wig het basis-malelement en/of het hulp-malelement van de storttoestand naar de lostoestand brengbaar is.

Bij voorkeur omvat in deze uitvoeringsvorm het basis-malelement en/of het hulpmalelement een scharnierverbinding tussen de bovenplaat en de rest van het basis-malelement en/of het hulp-malelement, zodat na het uittrekken van de wig door de scharnierbeweging de bovenplaat richting de ondergrond wordt bewogen.

5 In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de mal verder een tussen de bovenplaat en de rest van het basis-malelement en/of het hulp-malelement aangebracht elastisch element, waarbij de bovenplaat door indrukken van het elastisch element van de storttoestand naar de lostoestand brengbaar is.

Het elastisch element is gemaakt van elastisch materiaal. Een voorbeeld elastisch materiaal is rubber, bijvoorbeeld mosrubber, of een elastische kunststof. Een voordeel van rubber is dat het een gesloten structuur heeft, waardoor geen (cement)water wordt opgenomen in het basis- malelement en/of het hulp-malelement. Mosrubber heeft verder als voordeel dat het extra flexibel is, en daardoor makkelijk terugveert.

Een voordeel van het elastisch element is dat het basis-malelement en/of het hulp- malelement door het indrukken van het elastisch element op een eenvoudige wijze van de storttoestand naar de lostoestand brengbaar is.

In een uitvoeringvorm volgens de vinding omvat de mal verder een trekelement dat scharnierbaar is verbonden met de bovenplaat en de rest van het basis-malelement en/of het hulp- malelement, waarbij door uittrekking van het trekelement het elastisch element wordt ingedrukt en de bovenplaat van de storttoestand naar de lostoestand wordt gebracht.

Bij voorkeur wordt het trekelement in longitudinale richting uit het basis-malelement en/of het hulpelement getrokken. Het voordeel van het trekelement is dat het eenvoudig kan worden toegepast in combinatie met een robotsysteem die door middel van een simpele trekbeweging het basis-malelement en/of het hulp-malelement van de storttoestand naar de lostoestand kan brengen.

Het is voor de vakman duidelijk dat onder trekelement ook een duwelement moet worden begrepen, waarbij door het induwen van het trekelement het elastisch element wordt ingedrukt en de bovenplaat van de storttoestand naar de lostoestand wordt gebracht. Van belang is dat er een relatieve beweging van het trekelement ten opzichte van de bovenplaat en de rest van het basis- malelement en/of het hulp-malelement plaatsvindt.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding Kan het trekelement ook door middel van een schroefverbinding zijn verbonden met de rest van het basis-malelement en/of het hulpmalelement. Hierbij omvat het trekelement een draad en de rest van het basis-malelement en/of het hulpmalelement een schroef, waarbij door draaiing van de schroef het trekelement wordt ingedrukt of uitgetrokken, afhankelijk van de draairichting.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding zijn de basis-malelementen en/of hulp- malelementen door middel van een magneetkoppeling aan elkaar en/of de ondergrond verbindbaar.

Door de magneetkoppeling zijn de basis-malelementen en/of hulp-malelementen gemakkelijk aan elkaar en/of de ondergrond verbindbaar. In het bijzonder is dit voordelig in combinatie met een robot die de basis-malelementen en/of hulp-malelementen positioneert op de ondergrond. Een verder voordeel van een magneetkoppeling is dat deze minder slijtage heeft dan een mechanische koppeling.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding zijn de malelementen ten minste deels gemaakt van een magnetiseerbaar materiaal.

Het magnetiseerbaar materiaal omvat bij voorkeur metaal, zoals staal.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat ten minste één van de hulp- malelementen een positioneringselement dat is voorzien van een binnenplaat voor het vormen van een omtrek die inwaarts verspringt ten opzichte van de omtrek van de eerste betonlaag en/of isolatielaag.

Door de binnenplaat is een inwaarts verspringende, dat wil zeggen naar het midden van het vloerdeel en/of wanddeel toe, isolatielaag en/of tweede betonlaag mogelijk. Hierdoor kan elke gewenste afmeting van elk van de eerste betonlaag, isolatielaag en/of tweede betonlaag worden vervaardigd. Doordat de hulp-malelementen in een uitvoeringsvorm volgens de vinding op een gewenste locatie op het basis-malelement plaatsbaar is, kan volstaan worden met een gering aantal zogeheten verspringblokken. Dit vergroot de efficiëntie van het vervaardigingsproces.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de mal verder een verspringblok dat plaatsbaar is aan de binnenzijde van de hulp-malelementen voor het vormen van een omtrek die inwaarts verspringt ten opzichte van de omtrek van de eerste betonlaag en/of isolatielaag.

Het verspringblok kan aan de binnenkant van de omtrek van de hulp-malelementen worden aangebracht, om de betreffende laag inwaarts te laten verspringen. Hierdoor kan elke gewenste afmeting van elk van de eerste betonlaag, isolatielaag en/of tweede betonlaag worden vervaardigd.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding zijn ten men minste een deel van de malelementen voorzien van een uitsparing voor een grijper.

Door de uitsparing kan een grijper, bij voorbeeld van een robot, de malelementen eenvoudig vastgrijpen en positioneren op de ondergrond, de basis-malelementen en/of de hulp- malelementen. In cen uitvoeringsvorm is de door het grijpen van de uitsparing de bovenplaat van het basis-malelement en/of het hulp-malelement zelfuitlijnend, wat wil zeggen dat de bovenplaat precies in lijn ligt met rest van het basis-malelement en/of het hulp-malelement. Alternatief of aanvullend is de bovenplaat ook zelfzekerend, wat wil zeggen dat de bovenplaat vastgezet wordt ten opzichte van de rest van het basis-malelement en/of het hulp-malelement. Hierdoor wordt verzekerd dat de bovenplaat in de storttoestand wordt gebracht en vastgezet. Dit heeft als voordeel dat na het positioneren het basis-malelement en/of het hulp-malelement direct gereed is voor het vervaardigen van het vloerdeel en/of het wanddeel.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de mal verder een ondergrond voor het vloerdeel of het wanddeel waarop de basis-malelementen plaatsbaar zijn.

Op de ondergrond kan in ieder geval de eerste betonlaag worden aangebracht. De ondergrond is bij voorkeur van magnetiscerbaar materiaal gemaakt, zoals metaal, bij voorkeur staal. Hierdoor is de ondergrond eenvoudig met een magneetkoppeling te koppelen aan het basis- malelement. Alternatief of aanvullend is ook de gehele ondergrond magnetiseerbaar te maken, zodanig dat de basis-malelementen aan de ondergrond koppelbaar zijn.

De uitvinding heeft verder betrekking op een systeem voor het vervaardigen van een vloerdeel of een wanddeel met een sandwichstructuur die meerdere lagen omvat, omvattende een IO mal volgens één van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen.

Het systeem heeft soortgelijke effecten en voordelen als beschreven voor de mal.

De uitvinding heeft voorts tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een vloerdeel of een wanddeel met een sandwichsstructuur, omvattende: - het voorzien en positioneren van een mal volgens één van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen; - het aansluitend aan elkaar aanbrengen van basis-malelementen op een ondergrond voor het vormen van een omtrek voor een eerste betonlaag; - het storten van een eerste betonlaag; - het aanbrengen van een isolatielaag; - het aansluitend aan elkaar aanbrengen aanbrengen van een eerste laag hulp- malelementen op de basis-malelementen voor het vormen van een omtrek voor een tweede betonlaag; en - het storten van de tweede betonlaag.

De werkwijze heeft soortgelijke effecten en voordelen als beschreven voor de mal. Het is voor de vakman duidelijk dat de werkwijzestappen niet noodzakelijk in de bovengenoemde volgorde dienen te worden uitgevoerd. Zo is het ook mogelijk eerst een mal volledig op te bouwen, waarna achtereenvolgens de eerste betonlaag, isolatilaag en tweede betonlaag worden aangebracht.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de werkwijze verder: - het van de storttoestand naar de lostoestand brengen van de basis-malelementen; en - het lossen van het vloerdeel of het wanddeel.

Bij voorkeur wordt het vloerdeel of het wanddeel gelost door het achtereenvolgens verwijderen van de hulp-malelementen, de basis-malelementen en het vloerdeel en/of het wanddeel. In ieder geval de basis-malelementen worden bij voorkeur in een zijwaartse richting gelost, waarbij onder zijwaarts in een richting parallel aan de ondergrond wordt verstaan.

Verdere kenmerken, voordelen en details van de vinding worden beschreven aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: - figuren 1A-G, verschillende stadia van een mal volgens de vinding tijdens het vervaardigen van een wanddeel; en - figuren 2A-D, dwarsdoorsnedes van een deel van de mal volgens de vinding; - figuur 3, een wanddeel vervaardigd met een mal volgens de vinding; - figuur 4A-E, verschillende varianten van wandelen: - figuur 5, een schematische tekening van basis-malelement volgens de vinding; - figuren 6 — 9, verschillende schematische tekeningen van een basis-malelement voorzien van een bovenplaat.

Mal 2 (figuur 1A) omvat een onderste laag van basis-malelementen 4 die op ondergrond 6 zijn aangebracht. Basis-malelementen 4 en ondergrond 6 zijn in de getoonde uitvoeringsvorm beiden gemaakt van staal, zodat basis-malelementen 4 en ondergrond 6 eenvoudig door middel van een magneetkoppeling aan elkaar kunnen worden verbonden. Basismal-elementen 4 vormen omtrek 8 waarin een eerste betonlaag kan worden aangebracht. Omtrek 8 omvat eerste rij Sa, tweede rij 5b, derde en vierde rij Sc en 5d, en vijfde rij Se van elementen 4. Derde en vierde rij Sc en Sd zijn parallel aan elkaar geplaatst, waarbij overige rijen haaks op elkaar zijn geplaatst. Rijen 5a-e zijn op een molenwiekwijze geplaatst, wat in de getoonde uitvoeringsvorm wil zeggen dat rij Sb haaks op de binnenkant van rij 5a is geplaatst, rijen 5c en Sd haaks op de binnenkant van rij 5b is geplaatst, rij Se haaks op de binnenkant van rij Sc is geplaatst, en rij 5a haaks op de binnenkant van rij Se is geplaatst.

Hulp-malelementen 10 {figuur 1B) zijn op basis-malelementen 4 geplaatst. Omtrek 12 die door hulp-malelementen 10 is gevormd is groter dan omtrek 8 van basis-malelementen 4, waardoor omtrek 12 verspringt met een afstand D ten opzichte van omtrek 12. Ook hulp-malelementen 10 zijn op molenwiekwijze geplaatst.

Eerste betonlaag 14 {figuur 1C) kan worden aangebracht in omtrek 8 van basis- malementen 4. De hoogte van eerste betonlaag 14 is bij voorkeur gelijk aan de hoogte van basis- malelementen 4. Vervolgens wordt isolatielaag 16 (figuur 1D) aangebracht bovenop eerste betonlaag 14. Isolatielaag 16 is aangebracht in omtrek 12 van hulp-malelementen 10.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de hoogte van isolatielaag 16 lager dan de hoogte van hulp-malelementen 10, zodat een gedeelte van omtrek 12 overblijft om daarop tweede betonlaag 18 (figuur 1E) aan te brengen. Hulpmalelementen 10 kunnen worden verwijderd {figuur IF), waardoor tweede betonlaag 18 en isolatielaag 16 vrij komen. Vervolgens worden basis- malelementen 4 verwijderd, waardoor wanddeel 20 vrijkomt en gereed is om verplaatst te worden naar een bouwlocatie.

Deel van mal 2 (figuur 2A-D) is getoond in een dwarsdoorsnede. Mal 2 omvat basis- malelementen 4a en 4b die geplaatst zijn op ondergrond 6. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn twee rijen naast elkaar gezet. Basis-malelementen 4 zijn voorzien van een bovenplaat 22, die middels eerste schuin vlak 24 en tweede schuine vlak 26 in Y- richting beweegbaar is. Basis- malelementen 4 bevinden zich in figuur 2A in storttoestand 28. Boven op buitenste basis- malelement 4a zijn twee hulp-malelementen 10 geplaatst, zodanig dat een gewenste hoogte voor wanddeel 20 is bereikt. Wanddeel 20 omvat eerste betonlaag 14, waarboven isolatielaag 16 is voorzien die lengte L,; uitsteekt ten opzichte van eerste betonlaag 14. Boven isolatielaag 16 is tweede betonlaag 18 aangebracht, waarbij overhanging 18a een lengte L. uitsteekt en overhangt IO over isolatielaag 16.

Hulp-malelementen 10 (figuur 2B) zijn verwijderbaar van basis-malelement 4a. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door een in- en uitschakelbare magneetkoppeling. Alternatief kunnen hulp-malelementen 10 en basis-malelement 4a ook door middel van een vacuumverbinding, lijmverbinding en/of klemverbinding verbonden zijn.

Bovenplaat 22 (figuur 2B) kan door middel van een schuifbeweging in X- richting ten opzichte van de ondergrond worden bewogen. De schuifbeweging kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het vastpakken van aangrijpelement 25 nabij buitenzijde 23 van basis- malelement 4a. Door het naar beneden bewegen van bovenplaat 22a bevindt basis-malelement 4a zich in lostoestand 30.

In de getoonde uitvoeringsvorm is in lostoestand 30 de effectieve hoogte van basis- malelement 4a zo’n 10 millimeter lager dan in storttoestand 28, waardoor speling 32 ontstaat tassen tweede betonlaag 18 en basis-malelement 4a. Dit biedt de mogelijkheid om basis- malelement 4a te verwijderen.

Vervolgens kan bovenplaat 22b (figuur 2C) van basis-malelement 4b naar beneden worden bewogen, zodat ook hier speling 32 ontstaat tussen basis-malelement 4b en isolatielaag 16 waardoor basis-malelement 4b verwijderbaar is. Hierdoor wordt vloerelement 20 volledig vrijgemaakt, waarna deze van ondergrond 6 verwijderd kan worden en naar een gewenste bouwplaats vervoerd kan worden. Hierna is het mogelijk om basis-malelementen 4a, 4b en hulp- malelementen 10 opnieuw op ondergrond 6 te plaatsen, waarbij eventueel een andere verspringing kan worden gerealiseerd. Mal 2 zoals beschreven in de getoonde uitvoeringsvormen heeft als voordeel dat door het op elke positie verbindbaar zijn van basis-malelementen 4 op de ondergrond en het op elke positie verbindbaar zijn van hulp-malelementen 10 met basis-malelementen 4, elk soort afmetingen en inspringen kan worden gerealiseerd.

Wanddeel 120 (figuur 3) omvat eerste betonlaag 114, isolatielaag 116 en tweede betonlaag

118. In wanddeel 120 zijn deuropening 150 waarin een deur is geplaatst en raamopening 152 waarin een raam is geplaatst voorzien.

Verschillende varianten van wanddelen 20 met elk eerste betonlaag 14, isolatielaag 16 en tweede betonlaag 18 zijn getoond in figuren 4A-E. Elke van de varianten 4A-E kan eenvoudig worden vervaardigd door middel van mal 2 volgens de vinding. Figuur 4A toont een eerste variant waarbij eerste betonlaag 14 van wanddeel 20 afstand W, inspringt ten opzichte van isolatielaag 16 en tweede betonlaag 18. Figuur 4B toont een tweede variant, waarbij tweede betonlaag 18 afstand Wa inspringt ten opzichte van eerste betonlaag 14 en isolatielaag 16. Figuur 4C toont een derde variant, waarbij eerste betonlaag 14 afstand W; inspringt ten opzichte van isolatielaag 16 en tweede betonlaag 18. Het verschil met de variant van figuur 4A is dat isolatielaag 16 en tweede betonlaag 18 overhangen ten opzichte van eerste betonlaag 14. Hierbij strekken overhanging 16a en 18a van respectievelijk isolatielaag 16 en betonlaag 18 zich uit in een richting loodrecht op ondergrond 6. Figuur 4D toont een vierde variant waarbij isolatielaag 16 en tweede betonlaag 18 afstand W; inspringen ten opzichte van eerste betonlaag 18. Figuur 4E toont een vijfde variant waarbij eerste betonlaag 14 een afstand W, inspringt ten opzichte van tweede betonlaag 18, en waarbij isolatielaag 16 een afstand Ws inspringt ten opzichte van tweede betonlaag 18. Dit betekent dat eerste betonlaag 14 afstand Ws = W, — W; inspringt ten opzichte van isolatielaag 16.

Basis-malelement 4 (figuur 5) omvat bovenplaat 22 die aan de bovenkant van rest van basis-malelement 21 is aangebracht. Bovenplaat 22 is voorzien van koppelingen 54, in de getoond uitvoeringsvorm uitgevoerd als magneetkoppelingen. Door koppelingen 54 kan basis-malelement 21 worden vastgezet aan ondergrond 6, In een mogelijke uitvoeringsvorm wordt door het inschakelen van koppelingen 54 bovenplaat 22 ook gezekerd aan rest van basis-malelement 21. Verder omvat bovenplaat 22 aangrijping 56 die in hoofdzaak in het midden van bovenplaat 22 is gepositioneerd en aangrijping 58, die aan de buitenkant van bovenplaat 22 is gepositioneerd. Door aangrijpingen 56 en 58 kan een robotarm eenvoudig basis-malelement 4 vastgrijpen om deze op te pakken dan wel te positioneren. In een mogelijke uitvoeringsvorm wordt door het aangrijpen van de robotarm in aangrijpingen 56 en 58 bovenplaat 22 recht boven rest van basis-malelement 21 gepositioneerd.

Bovenplaat 22 (figuren 6 - 8) kan op verschillende manieren van storttoestand 28 naar lostoestand 30 worden gebracht. Eén mogelijkheid is getoond in figuren 2A-D. Een tweede mogelijk is schuin aflopend oppervlak 660 (figuur 6) over de gehele breedte van basis-malelement

604. In bovenplaat 622 is eerste verbindingselement 662 aangebracht en in rest van basis- malelement 621 is tweede verbindingselement 664 aangebracht. Eerste arm 666 is scharnierend verbonden met eerste verbindingselement 662 en tweede arm 668 is scharnierend verbonden met tweede verbindingselement 664. Eerste arm 666 en tweede arm 668 zijn scharnierend met elkaar verbonden door scharnierverbinding 670. Door scharnierverbinding 670 kan door het in verticale richting indrukken of uittrekken van bovenplaat 622 van storttoestand 28 naar lostoestand 30 of van lostoestand 30 naar storttoestand 28 worden gebracht.

Bovenplaat 722 (figuur 7) kan met scharnierverbinding 772 scharnierend zijn verbonden aan rest van basis-malelement 721. Tussen bovenplaat 722 en rest van basis-malelement 721 is wig 774 aangebracht, die door een horizontale beweging parallel aan de ondergrond bovenplaat 722 van storttoestand 28 naar lostoestand 30 of van lostoestand 30 naar storttoestand 28 brengen. Dit wordt gerealiseerd door een scharnierbeweging van bovenplaat 722 om scharnierverbinding 772, waardoor de effectieve hoogte van basis-malelement 704 kan worden ingesteld.

Bovenplaat 822 (figuur 8A-B) kan met dubbele scharnierverbinding 876 omlaag worden gescharnierd. Hiertoe is in rest van basis-malelement 821 een groef voorzien waarin bovenplaat 822 kan verzinken. Zo is basis-malelement 804 van storttoestand 828 (figuur 8A) naar lostoestand 830 (figuur 8B) te brengen.

Bovenplaat 922 (figuur 9A-B) kan ook omlaag worden gescharnierd met behulp van trekelement 980. Trekelement 980 is in de getoonde afbeelding uitgevoerd als buisvormig element. Trekelement 980 is met eerste scharnierarmen 982 scharnierbaar verbonden met bovenplaat 922 en met tweede scharnierarmen 984 scharnierbaar verbonden met rest van basis-malelement 921.

Trekelement 980 is in longitudinale richting X uittrekbaar. Tussen bovenplaat 922 en rest van basis-malelement 921 is elastisch element 986 aangebracht. In de getoond afbeelding is elastisch element 986 uitgevoerd als mosrubber.

Door het uittrekken van trekelement 980 in longitudinale richting X worden bovenplaat 922 door eerste scharnierarmen 984 en tweede scharnierarmen 982 in de richting van rest van basis-malelement 921 gescharnierd. De beweging van bovenplaat 922 richting rest van basis- malelement 921 wordt mogelijk gemaakt door het indrukken van elastisch element 986. Hierdoor is basis-malelement 921 van storttoestand 928 (figuur 9A) naar lostoestand 930 (figuur 9B) te bregen. In storttoestand 928 is hoogte H; van basis-malelement 903 5 millimeter hoger dan hoogte H, van basis-malelement 903 in lostoestand 930. In een uitvoeringsvorm is het mogelijk dat door het loslaten van trekelement 980 elastisch element 986 automatisch uitzet en basis-malelement 904 terugbrengt naar storttoestand 928.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde bescherming wordt bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (17)

1. CONCLUSIES {. Mal voor het vervaardigen van een vloerdeel of wanddeel met een sandwichstructuur die meerdere lagen omvat, omvattende: - cen aantal onderste basis-malelementen, waarbij het aantal onderste basis- malelementen aangrenzend aan elkaar op een ondergrond voor het vloerdeel of het wanddeel plaatsbaar zijn voor het vormen van een omtrek voor een eerste betonlaag; - een eerste laag van hulp-malelementen, waarbij het aantal hulp-malelementen aangrenzend aan elkaar op het aantal onderste basis-malelementen plaatsbaar zijn voor het vormen van een omtrek voor een boven de eerste betonlaag aangebrachte isolatielaag en/of tweede betonlaag.
2. 2. Mal volgens conclusie 1, verder omvattende een tweede laag van hulp-malelementen, waarbij de tweede laag hulp-malelementen aangrenzend aan elkaar op de eerste laag hulp- malelementen plaatsbaar is voor het vormen van een omtrek voor een boven de eerste betonlaag en isolatielaag aangebrachte tweede betonlaag.
3. 3. Mal volgens conclusie 1 of 2, waarbij ten minste één van de basis-malelementen en/of hulp-malelementen een richting de ondergrond beweegbare bovenplaat omvat die is ingericht voor het verschaffen van een speling voor het lossen van het vloerdeel en/of het wanddeel.
4. 4. Mal volgens conclusie 3, waarbij het basis-malelement en/of het hulp-malelement een storttoestand en een lostoestand omvat, waarbij in de lostoestand de bovenplaat richting de ondergrond is bewogen zodanig dat een effectieve hoogte van het basis-malelement en/of het hulp-malelement in de lostoestand lager is dan in de storttoestand.
5. 5. Mal volgens conclusie 3 of 4, waarbij de effectieve hoogte van het basis-malelement en/of het hulp-malelement in de lostoestand ten minste 1 millimeter, bij voorkeur ten minste 3 millimeter, met meer voorkeur ten minste 5 millimeter, en met de meeste voorkeur ten minste 10 millimeter lager is dan in de storttoestand.
6. 6. Mal volgens conclusie 3, 4 of 5, waarbij de bovenplaat door middel van een schuin aflopend vlak tussen de bovenplaat en de rest van het basiselement en/of het hulp- malelement richting de ondergrond. beweegbaar is.
7. 7. Mal volgens conclusie 3, 4 of 5, waarbij er een wig is voorzien tussen de bovenplaat en de rest van het basis-malelement en/of het hulp-malelement, zodanig dat bij het uittrekken van de wig het basis-malelement en/of het hulp-malelement van de storttoestand naar de lostoestand brengbaar is.
8. 8. Mal volgens conclusie 3, 4 of 5, omvattende een tussen de bovenplaat en de rest van het basis-malelement en/of het hulp-malelement aangebracht elastisch element, zodanig dat de bovenplaat door indrukken van het elastisch element van de storttoestand naar de tostoestand brengbaar is.
9. 9. Mal volgens conclusie 8 ‚verder omvattende een trekelement dat scharnierbaar is verbonden met de bovenplaat en de rest van het basis-malelement en/of het hulp- malelement, waarbij door het uittrekken van het trekelement het elastisch element wordt ingedrukt en de bovenplaat van de storttoestand naar de lostoestand wordt gebracht.
10. 10. Mal volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de basis-malelementen en/of hulp- malelementen door middel van een magneetkoppeling aan elkaar en/of de ondergrond verbindbaar zijn.
11. 11. Mal volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de malelementen ten minste deels gemaakt zijn van een magnetiseerbaar materiaal.
12. 12. Mal volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de hulp- malelementen een positionermgselement omvat dat is voorzien van een binnenplaat voor het vormen van een omtrek die inwaarts verspringt ten opzichte van de omtrek van de eerste betonlaag en/of isolatielaag.
13. 13. Mal volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een verspringblok dat plaatsbaar is aan de binnenzijde van de hulp-malelementen voor het vormen van een omtrek die inwaarts verspringt ten opzichte van de omtrek van de eerste betonlaag en/of isolatielaag.
14. 14. Mal volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten men minste een deel van de malelementen zijn voorzien van een uitsparing voor een grijper.
15. 15. Mal volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een ondergrond. voor de het vloerdeel of het wanddeel waarop de basis-malelementen plaatsbaar zijn.
16. 16. Systeem voor het vervaardigen van een vloerdeel of een wanddeel met een sandwichstructuur die meerdere lagen omvat, omvattende een mal volgens één van de voorgaande conclusies.
17. 17. Werkwijze voor het vervaardigen van een vloerdeel of een wanddeel met een sandwichsstructuur, omvattende: - het voorzien en positioneren van een mal volgens één van de voorgaande conclusies; - het aansluitend aan elkaar aanbrengen van basis-malelementen op een ondergrond voor het vormen van een omtrek voor een eerste betonlaag; - het storten van een eerste betonlaag; - het aanbrengen van een isolatielaag; - het aansluitend aan elkaar aanbrengen aanbrengen van een eerste laag hulp- malelementen op de basis-malelementen voor het vormen van een omtrek voor een tweede betonlaag; en - het storten van de tweede betonlaag.

    18, Werkwijze volgens conclusie 17, verder omvattende: - het van de storttoestand naar de lostoestand brengen van de basis-malelementen; en - het lossen van het vloerdeel of het wanddeel.