NL2027647B1 - Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, samenstel, en werkwijze - Google Patents

Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, samenstel, en werkwijze Download PDF

Info

Publication number
NL2027647B1
NL2027647B1 NL2027647A NL2027647A NL2027647B1 NL 2027647 B1 NL2027647 B1 NL 2027647B1 NL 2027647 A NL2027647 A NL 2027647A NL 2027647 A NL2027647 A NL 2027647A NL 2027647 B1 NL2027647 B1 NL 2027647B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
insulation
carrier plate
insulation panel
panel according
mat
Prior art date
Application number
NL2027647A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2027647A (nl
Inventor
Petrus Adrianus Christian Van Mensvoort Rogier
Original Assignee
Van Mensvoort Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Van Mensvoort Beheer B V filed Critical Van Mensvoort Beheer B V
Priority to NL2027647A priority Critical patent/NL2027647B1/nl
Priority to BE20225115A priority patent/BE1029095B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2027647B1 publication Critical patent/NL2027647B1/nl
Publication of NL2027647A publication Critical patent/NL2027647A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/74Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
    • E04B1/76Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only
    • E04B1/7654Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only comprising an insulating layer, disposed between two longitudinal supporting elements, e.g. to insulate ceilings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/74Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
    • E04B1/88Insulating elements for both heat and sound
    • E04B1/90Insulating elements for both heat and sound slab-shaped
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/16Insulating devices or arrangements in so far as the roof covering is concerned, e.g. characterised by the material or composition of the roof insulating material or its integration in the roof structure
    • E04D13/1606Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure
    • E04D13/1612Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters
    • E04D13/1637Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters the roof purlins or rafters being mainly insulated from the interior, e.g. the insulating material being fixed under or suspended from the supporting framework
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/74Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
    • E04B2001/742Use of special materials; Materials having special structures or shape
    • E04B2001/743Animal products, e.g. wool, feathers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/74Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
    • E04B2001/742Use of special materials; Materials having special structures or shape
    • E04B2001/745Vegetal products, e.g. plant stems, barks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Acoustics & Sound (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Abstract

22 Uittreksel De uitvinding heeft betrekking op een isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie van een wand of dakdeel en een werkwijze voor het isoleren 5 van een wand of dakdeel. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van onderling gekoppelde isolatiepanelen overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het isoleren van een wand of dakdeel, in het bijzonder middels een isolatiepaneel overeenkomstig de uitvinding.

Description

Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, samenstel, en werkwijze De uitvinding heeft betrekking op een isolatiepaneel voor isolatie, in het bijzonder thermische isolatie en/of akoestische isolatie en/of geluidsisolatie, van een wand of dakdeel. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van onderling gekoppelde isolatiepanelen overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het isoleren van een wand of dakdeel, in het bijzonder middels een isolatiepaneel overeenkomstig de uitvinding.
In de transitie naar een duurzamere wereld waarbij aardgasverbruik wordt verminderd, is het verduurzamen van huizen een belangrijke stap. Eén van de manieren om huizen en andersoortige gebouwen te verduurzamen is het aanbrengen van een thermische isolatie op wand en dakdelen. Door extra isolatie aante brengen is er minder energie nodig om het huis op een comfortabele temperatuur te houden en is er dus minder energieverbruik. Naast thermische isolatie is het tevens bekend om wanden of dakdelen te voorzien van een akoestische isolatie om de geluidswaarneming in een ruimte te verbeteren en/of om wanden of dakdelen te voorzien van geluidsisolatie om geluidshinder van binnen of buitenaf te verminderen. Een combinatie van voornoemde drie isolatiesoorten is tevens denkbaar en met grote regelmaat van toepassing. Voor het isoleren van een wand of dakdeel bestaan diverse oplossingen. Schuine daken (en dakdelen) worden doorgaans van binnenuit geïsoleerd. Bij schuine daken worden hierbij de ruimtes tussen de kepers en/of op deze kepers aangebrachte gordingen opgevuld met uit glas- of steenwol vervaardigde isolatiematten met een typische laagdikte van 15-20 centimeter. De isolatiematten worden na plaatsing doorgaans afgedekt middels gipsplaten. Het van binnenuit isoleren van wanden wordt vaak op soortgelijke wijze gerealiseerd middels toepassing van uit glas- of steenwol vervaardigde isolatiematten die na plaatsing worden afgedekt middels voorzetwanden, zoals een gips- of spaanplaat. De voortzetwanden kunnen vervolgens naar keuze geschilderd of behangen worden. Alhoewel het isoleren van wanden en dakdelen leidt tot diverse voordelen is het proces voor het realiseren van een dergelijke isolatie nog altijd tijdrovend en derhalve kostbaar. Met name voor het (na-)isoleren van bijvoorbeeld sociale huurwoningen is het belangrijk om de isolatie zo kostenefficiënt mogelijk te realiseren. Een verder nadeel van de bekende isolatietechniek is dat de afdekkende (gips)platen na verloop van tijd zullen gaan doorbuigen en inwendige condensatie kan vormen, hetgeen niet alleen vanuit esthetisch oogpunt ongewenst is, maar tevens de isolerende werking negatief beïnvloedt.
Een eerste doel van de onderhavige uitvinding is om een verbeterd isolatiepaneel te verschaffen waarmee ten minste één van voornoemde nadelen kan worden weggenomen.
Een tweede doel van de onderhavige uitvinding is om een verbeterde werkwijze te verschaffen voor het isoleren van wanden en dakdelen, in het bijzonder schuine dakdelen, waarmee ten minste één van voornoemde nadelen kan worden weggenomen.
De uitvinding verschaft daartoe een isolatiepaneel van het in aanhef genoemde type, omvattende ten minste één dragerplaat, ten minste één met een achterzijde van de dragerplaat verbonden isolatiemat, waarbij de isolatiemat ten minste één, ten minste gedeeltelijk uit natuurlijke vezels vervaardigde comprimeerbare isolatielaag omvat, en, bij voorkeur, ten minste één met de achterzijde van de dragerplaat verbonden verstijvingsrib voor het verstijven van de dragerplaat, waarbij ten minste één verstijvingsrib bij voorkeur in hoofdzaak volledig wordt omsloten door de dragerplaat en de isolatiemat, en waarbij ieder uiteinde van de verstijvingsrib op afstand is gelegen van een omtreksrand van de dragerplaat.
Een eerste belangrijk voordeel van isolatiepaneel volgens de uitvinding is dat het isolatiepaneel een uit een dragerplaat (afdekplaat) en isolatiemat samengesteld isolatiepaneel is. Slechts het positioneren en bevestigen van het samengestelde isolatiepaneel tegen de wand en/of het dakdeel is reeds voldoende om de isolatie te bewerkstelligen, waardoor diverse oorspronkelijk benodigde handelingen kunnen worden uitgespaard, waardoor kostbare tijd kan worden bespaard tijdens het isoleren van een wand of (hellend) dakdeel. Een verder voordeel van het isolatiepaneel is dat een comprimeerbare isolatiemat wordt toegepast, waardoor de isolatiemat op gecomprimeerde wijze kan worden ingeklemd tussen bijvoorbeeld meerdere regels, kepers, gordingen, en/of andersoortige balken die deel uitmaken van de te isoleren wand en/of het te isoleren dakdeel. Hierdoor kan het ontstaan van koudebruggen worden voorkomen of op zijn minst sterk verminderd.
De gehele ruimte tussen oorspronkelijke wand en de dragerplaat kan op deze wijze relatief eenvoudig worden opgevuld de comprimeerbare isolatiemat.
Een derde voordeel van het isolatiepaneel overeenkomstig de uitvinding is dat de comprimeerbare isolatielaag ten minste gedeeltelijk, en bij voorkeur in hoofdzaak, bestaat uit natuurlijke vezels.
De bekende harde synthetische (onnatuurlijke) isolatiematerialen hebben geen ademend vermogen, hetgeen significante risico’s op inwendige condensatie met zich mee brengt, en daarmee op schimmelvorming en een ongezond leefklimaat.
Natuurlijke isolatiematerialen, in het bijzonder natuurlijke vezels zoals toegepast in het isolatiepaneel overeenkomstig de uitvinding, hebben van nature een ademende vochtregulering, waardoor condensatievorming kan worden vermeden.
Bij natuurlijke vezels beweegt de vochtopname en -afgifte binnenshuis met het vochtniveau buitenshuis, waardoor in het (geïsoleerde) gebouw een evenwichtige, natuurlijke vochthuishouding ontstaat.
Natuurlijke vezels, bij voorkeur vlasvezels, kunnen significante hoeveelheden vocht absorberen, tot wel 35% (ingeval van vlasvezels) terwijl het materiaal niet verschimmelt niet.
Daarnaast zijn natuurlijke vezels ook goedkoop en daarmee geschikt voor (sociale) woningbouw en voor utiliteitsbouw.
Verder hebben natuurlijke vezels uitstekende isolatiewaardes, hetgeen het isolatiepaneel als zodanig tevens gunstige isolatiewaardes verschaft.
Bij voorkeur ligt de warmtegeleidingscoéfficient (A) van het isolatiepaneel tussen 0,02 en 0,05 W/mK, bij voorkeur tussen 0,030 en 0,045 W/mK, bij nadere voorkeur op of rond 0,038W/mK.
Het geluidsisolerende vermogen van het isolatiepaneel is bij voorkeur minimaal 5dB(a), bij voorkeur minimaal 15dB(A), nog meer bij voorkeur 25 dB(A)
en kan in een uitvoeringsvorm een geluidsisolerend vermogen hebben van minimaal 42dB(A). Een ander voordeel van het isolatiepaneel overeenkomstig de uitvinding is dat de toepassing van één of meerdere verstijvingsribben, ook wel aangeduid als verstevigingsribben, de dragerplaat versterkt, en daarmee het isolatiepaneel als zodanig versterkt.
Hierdoor kan doorbuiging van de dragerplaat worden tegengegaan, hetgeen het toelaat om een relatief grote dragerplaat op duurzame en betrouwbare wijze toe te passen.
Bovendien heeft dit als voordeel dat het isolatiepaneel gemakkelijker te monteren is.
De ten minste éne verstijvingsrib wordt bij voorkeur in hoofdzaak volledig omsloten door de dragerplaat en de isolatiemat.
Deze opsluiting van de verstijvingsrib leidt tot een zekere mate van bescherming van de verstijvingsrib, hetgeen de levensduur van het isolatiepaneel ten goede komt. Bovendien leidt deze opsluiting, in combinatie met de positionering van de verstijvingsrib(ben) op afstand van de omtreksrand van de dragerplaat, tot een situatie waardoor de te isoleren wand en/of het te isoleren dakdeel in contact zal staan met de isolatiemat en niet direct met de verstijvingsrib, waardoor een plaatselijk verminderde isolatie als gevolg van een koude- of warmtebrug kan worden voorkomen. Door afstand te houden tussen de ten minste éne verstijvingsrib en een omtreksrand van de dragerplaat blijft er ruimte voor het comprimeren van de isolatiemat vanaf de omtreksrand, waardoor de oneffenheden in het wand- of dakdeel voldoende opgevuld kunnen worden.
Het isolatiepaneel kan worden toegepast in ieder gebouw, in het bijzonder woningbouw en utiliteitsbouw, en wordt bij voorkeur, doch niet noodzakelijkerwijs, toegepast als na-isolatie in bestaande bouw. Het is tevens denkbaar dat het isolatiepaneel overeenkomstig de uitvinding wordt toegepast in nieuwbouw. Het isolatiepaneel zal doorgaans worden toegepast als thermisch isolatiepaneel. Het is echter tevens (en eventueel aanvullend) denkbaar dat het isolatiepaneel wordt toegepast als akoestisch isolatiepaneel en/of geluidsisolatiepaneel. Het isolatiepaneel overeenkomstig de uitvinding is in het bijzonder ingericht om wanden, of delen daarvan, en daken, of delen daarvan, doch dit sluit niet uit dat andere bouwkundige elementen kunnen worden geïsoleerd middels het isolatiepaneel overeenkomstig de uitvinding.
Bij voorkeur is een eerste paar van twee overliggende zijden van de dragerplaat volgens de uitvinding voorzien van complementaire eerste koppelprofielen, zoals een tand en een groef, voor het onderling kunnen koppelen van naastgelegen isolatiepanelen. De koppelprofielen zijn complementair, hetgeen niet noodzakelijkerwijs betekent dat de koppelprofielen een volledig omgekeerde geometrie bezitten, maar eerder dat een eerste koppelprofiel van een dragerplaat is ingericht om zodanig samen te werken met een ander (complementair) eerste koppelprofiel van een naastgelegen dragerplaat, dat een onderlinge vergrendeling van beide dragerplaten, en derhalve van beide isolatiepanelen, zal plaatsvinden. Deze vergrendeling zal doorgaans in ten minste één richting plaatsvinden, bijvoorbeeld in een richting die loodrecht staat op een door de dragerplaten opgespannen (virtueel) vlak. Het is tevens denkbaar dat de vergrendeling in meerdere richtingen plaatsvinden, bijvoorbeeld in zowel een eerste richting die loodrecht staat op en een tweede richting die evenwijdig is aan een door de dragerplaten opgespannen (virtueel) vlak. Deze onderlinge koppeling stabiliseert 5 het samenstel van gemonteerde isolatiepanelen, waardoor het risico op verschuiven en verzakken van isolatiepanelen onderling verder kan worden tegengegaan. Bovendien kan op deze wijze worden gewaarborgd dat met de dragerplaten verbonden isolatiematten van de naastgelegen isolatiepanelen op elkaar aansluiten. De onderlinge koppeling van naastgelegen isolatiepanelen, in het bijzonder de isolatiematten van deze isolatiepanelen, heeft als voordelig effect dat koudebruggen (of warmtebruggen) tussen de naastgelegen isolatiepanelen verder kunnen worden voorkomen en/of kunnen worden verminderd. Daarnaast is het systeem zodoende hoofdzakelijk luchtdicht.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding maken de koppelprofielen integraal deel uit van de dragerplaat. Dit heeft als voordeel dat de dragerplaat uit één geheel kan bestaan, hetgeen vanuit productietechnisch en constructief oogpunt alsmede vanuit financieel oogpunt doorgaans voordelig is.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding zijn de koppelprofielen ingericht voor het koppelen van naastgelegen isolatiepanelen die onderling een hoek insluiten. De wand- of dakdelen die onderling een hoek insluiten kunnen dan door deze uitvoeringsvorm van de isolatiepanelen volgens de uitvinding worden geïsoleerd zonder tussenkomst van andere opvuimiddelen of verbindingsstukken.
Het is mogelijk dat in een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding een tweede paar van twee overliggende zijden van de dragerplaat is voorzien van complementaire tweede koppelprofielen, zoals een tand en een groef, voor het onderling kunnen koppelen van naastgelegen isolatiepanelen. Daar het isolatiepaneel doorgaans rechthoek, en eventueel langwerpig, is vormgegeven, betekent dit dat iedere zijde van de dragerplaat is voorzien van een koppelprofiel. Dit maakt toepassing van een separate afdichting voor het afdichten van eventuele kieren tussen de naastgelegen panelen overbodig, waardoor materiaal, tijd, en kosten kunnen worden bespaard.
Het is voordelig wanneer een naar de dragerplaat toegekeerde voorzijde van de isolatiemat gedeeltelijk is verlijmd met de achterzijde van de dragerplaat.
Verlijming is een snelle en goedkope manier om de dragerplaat met de isolatiemat te verbinden.
Voor een verbinding is het niet noodzakelijk om geheel te verlijmen en zal gedeeltelijk te verlijmen doorgaans kunnen volstaan voor het realiseren van voldoende hechting tussen de draagplaat en de isolatiemat.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding wordt een contactoppervlak gedefinieerd door de achterzijde van de dragerplaat en de voorzijde van de isolatiemat, welk contactoppervlak ten minste één verlijmde zone en ten minste één onverlijmde zone omvat, waarbij de isolatiemat in de ten minste ene onverlijmde zone los aanligt tegen de dragerplaat.
Toepassing van de onverlijmde zone(s) maakt het mogelijk om de isolatiemat te verplaatsen, in het bijzonder te verschuiven, ten opzichte van de dragerplaat (parallel aan de dragerplaat). Deze uitvoeringsvorm is met name voordelig wanneer het isolatiepaneel gebruikt wordt bij het na-isoleren van wanden of dakdelen, waarbij de isolatiemat in gecomprimeerde toestand kan worden ingeklemd tussen constructie-elementen, zoals bijvoorbeeld regels, kepers, of gordingen, terwijl de dragerplaat voornoemde constructie-elementen ten minste gedeeltelijk kan afdekken.
Het in gecomprimeerde toestand opsluiten van de isolatiemat komt de isolatie van de wand en/of van het dak doorgaans ten goede.
In een voorkeuruitvoering van het isolatiepaneel volgens de uitvinding, steekt de isolatiemat ten minste in één richting, bij voorkeur in ten minste twee tegenover elkaar gelegen richtingen, lateraal uit ten opzichte van de dragerplaat.
Dit betekent dat de footprint van de isolatiemat, of het geheel van isolatiematten ingeval meerdere isolatiematten zouden worden toegepast in een isolatiepaneel, groter is dan de footprint van de dragerplaat, althans in ongecomprimeerde toestand van de isolatiemat(ten). Tijdens installatie van het isolatiepaneel wordt de footprint van de isolatiemat(ten) verkleint, en zal doorgaans zelfs kleiner worden dan de footprint van de dragerplaat.
Bij nadere voorkeur steekt de isolatiemat ten minste in één richting ten minste 3 centimeter lateraal uit ten opzichte van de dragerplaat.
Deze uitvoeringsvorm is met name voordelig wanneer het isolatiepaneel volgens de uitvinding wordt gebruikt voor het isoleren van een dak met gordingen en/of een wand voorzien van een onderregel (onderbalk) en/of bovenregel (bovenbalk).
Het is bijzonder voordelig wanneer de isolatiemat lateraal uitsteekt ten opzichte van twee overliggende zijden van de dragerplaat, en de isolatiemat bij voorkeur ten minste 3 centimeter uitsteekt ten opzichte van iedere van voornoemde zijden van de dragerplaat. Dit draagt bij aan het verder vergemakkelijken van het na-isoleren van een wand- of dakdeel. Bij voorkeur steekt de, bij voorkeur langwerpige, isolatiemat in de lengterichting uit ten opzichte van de bij voorkeur langwerpige of vierkante, dragerplaat.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding is de dikte van de isolatiemat gelegen tussen 3 en 30 centimeter, bij voorkeur tussen de 5 en 20 centimeter. Uit de praktijk is gebleken dat een dikte tussen de 3 en 30 centimeter voordelig is, enerzijds om de juiste isolatie-eigenschappen te verkrijgen en anderzijds om dak- of wand-oneffenheden in de richting loodrecht op het vlak van de dragerplaat voldoende te kunnen opvangen. Afhankelijk van de gewenste eigenschappen kan de juiste dikte worden bepaald.
De lengte van de dragerplaat kan zeer divers zijn, doch zal in de praktijk doorgaans ten minste 100 centimeter bedragen, en bij voorkeur zijn gelegen tussen 100 en 300 centimeter. De breedte van de dragerplaat kan eveneens zeer divers zijn, doch zal in de praktijk doorgaans zijn gelegen tussen 30 en 200 centimeter, bij voorkeur tussen 50 en 150 centimeter.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding, grijpt de isolatiemat onder voorspanning aan op ten minste één verstijvingsrib. In deze uitvoeringsvorm is de isolatiemat bij voorkeur voorzien van inkepingen, in het bijzonder snedes (insnijdingen) of groeven, voor het met klemspanning opnemen van ten minste één verstijvingsrib. Bij voorkeur omvat de isolatiemat ten minste één opneemruimte voor opname van ten minste een deel van ten minste één verstijvingsrib. De opneemruimte zorgt voor een goede aansluiting van de isolatiemat met de verstijvingsrib. Een goede aansluiting, bij voorkeur onder voorspanning, betekent dat er geen ongewenste ruimte ontstaat tussen de isolatiemat en de verstevigingsribben waardoor een verminderde isolerende werking zou kunnen ontstaan. Lateraal gepositioneerde verstijvingsribben {indien toegepast) worden doorgaans niet volledig omsloten door de dragerplaat en de isolatiemat, maar ook bij deze latere verstijvingsribben is het voordelig ingeval de isolatiemat onder voorspanning hierop aangrijpt. Enerzijds garandeert dit voldoende isolatiewaarde van het isolatiepaneel doordat kiervorming op deze wijze kan worden voorkomen, of althans kan worden tegengegaan, en anderzijds is minder of zelfs geen lijm (of ander hechtmiddel) benodigd om de isolatiemat en de dragerplaat bij elkaar te houden. Ingeval geen lijm en slechts voorspanning wordt toegepast, is het denkbaar om de dragerplaat te scheiden van de isolatiemat, hetgeen het bijvoorbeeld mogelijk maakt om de dragerplaat en de isolatiemat afzonderlijk van elkaar op maat te snijden en vervolgens (weer) op elkaar te klemmen. Ook maakt dit het mogelijk om een isolatiemat relatief eenvoudig te vervangen door een andere isolatiemat. De inkepingen kunnen zich geheel of gedeeltelijk door de gehele isolatiemat uitstrekken.
Het is mogelijk dat de isolatiemat meerdere, onderling verbonden isolatielagen omvat, waarbij ten minste één isolatielaag, en bij voorkeur iedere isolatielaag, ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit natuurlijke vezels. Meerdere isolatielagen geven een grotere ontwerpvrijneid aan het isolatiepaneel, zodat bijvoorbeeld aan hogere eisen kan worden voldaan. Hierbij kan gedacht worden aan het toepassen van een isolatielaag met hoge akoestisch-isolerende eigenschappen die gecombineerd kan worden met een isolatielaag met hoge thermisch-isolerende eigenschappen om zo het beste van twee samenstellingen van een isolatielaag te combineren in één isolatiepaneel. De meerdere isolatielagen kunnen gelaagd, als laminaat, op elkaar zijn bevestigd en/of naast elkaar zijn gerangschikt.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding omvat de isolatiemat ten minste één drukvaste schuimlaag. Dit draagt verder bij aan de stijfheid van het isolatiepaneel als zodanig, en kan tevens de isolerende werking ten goede komen.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding, wordt ten minste een deel van de natuurlijke vezels van de ten minste ene comprimeerbare isolatielaag gevormd door plantaardige vezels, bij voorkeur ten minste één plantaardige vezel gekozen uit de groep bestaande uit: vlas, jute, hennep, bananenblad, sisal, bagasse, kokos en katoen. Het is tevens denkbaar dat ten minste een deel van de natuurlijke vezels van de ten minste ene comprimeerbare isolatielaag gevormd door plantaardige bastvezels, bij voorkeur ten minste één plantaardige vezel gekozen uit de groep bestaande uit jute, vlas, ramie, hennep, en kenaf. Het is tevens denkbaar dat ten minste een deel van de natuurlijke vezels van de ten minste ene comprimeerbare isolatielaag gevormd door plantaardige zaadvezels, bij voorkeur ten minste één plantaardige vezel gekozen uit de groep bestaande uit katoen, kokos, en kapok. Het is tevens denkbaar dat ten minste een deel van de natuurlijke vezels van de ten minste ene comprimeerbare isolatielaag gevormd door plantaardige bladvezels, bij voorkeur ten minste één plantaardige vezel gekozen uit de groep bestaande uit sisal, ananas, en abaca. Het is tevens denkbaar dat ten minste een deel van de natuurlijke vezels van de ten minste ene comprimeerbare isolatielaag gevormd door plantaardige gras- en/of rietvezels, bij voorkeur ten minste één plantaardige vezel gekozen uit de groep bestaande uit rijst, mais, en tarwe. Het is tevens denkbaar dat ten minste een deel van de natuurlijke vezels van de ten minste ene comprimeerbare isolatielaag gevormd door plantaardige houtvezels en/of wortelvezels.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding, wordt ten minste een deel van de natuurlijke vezels van de ten minste ene comprimeerbare isolatielaag gevormd door dierlijke vezels, bij voorkeur ten minste één dierlijke vezel gekozen uit de groep bestaande uit: wol, (paarden)haar, avianvezels, en zijde. Voor wol kan gedacht worden aan alpaca, lama of schapenwol. Een dierlijke vezel is geschikt voor thermische isolatie. Bij avianvezels kan worden gedacht aan vezels van vogels, zoals veren.
Het is voordelig wanneer de comprimeerbare isolatielaag, bij voorkeur de isolatiemat als zodanig, is voorzien van een brandvertragende substantie. Een brandvertragende substantie is voordelig om in geval van brand in de met isolatiepanelen volgens de uitvinding geïsoleerde ruimte het overslaan van de band van de ene naar de andere ruimte te voorkomen of in ieder geval te vertragen.
In een uitvoeringsvorm van een isolatiepaneel volgens de uitvinding, is de ten minste één verstijvingsrib op ten minste 5 centimeter, bij voorkeur ten minste 10 centimeter, bij nader voorkeur ten minste 15 centimeter, gelegen van de omtreksrand van de dragerplaat. Proefondervindelijk is gebleken dat een verstijvingsrib op genoemde afstand een goede balans geeft tussen een stijf paneel, en ruimte voor compressie van de comprimeerbare isolatielaag. Bij voorkeur strekt ten minste één verstijvingsrib zich uit in een lengterichting van de dragerplaat, en bij nadere voorkeur is de verstijvingsrib in hoofdzaak parallel georiënteerd aan de lengteas van de dragerplaat. In een uitvoeringsvorm van een isolatiepaneel volgens de uitvinding, bezit ten minste één verstijvingsrib een boogvormige geometrie, waarbij een binnenzijde van de boogvormige geometrie bij voorkeur is toegekeerd naar de achterzijde van de dragerplaat. Genoemde geometrie, ook wel banaanvormig genoemd, geeft met hetzelfde materiaal meer stijfheid aan het isolatiepaneel dan wanneer de verstijvingsrib niet boogvormig is. De kromtestraal zal doorgaans relatief groot zijn om de kromming beperkt te houden.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding omvat het isolatiepaneel ten minste één met de achterzijde van de dragerplaat verbonden verstijvingsrib die aan of nabij een langsrand van de dragerplaat is gepositioneerd, en die ten minste een deel van een zijkant van het isolatiepaneel definieert. Deze extra verstijvingsrib is voordelig bij de montage van een laatste isolatiepaneel in een rij, wanneer het isolatiepaneel niet als geheel kan worden gemonteerd. Door de extra verstijvingsrib die aan of nabij een langsrand van de dragerplaat is gepositioneerd wordt de stijfheid van het paneel behouden en een makkelijke montage aan een plafond, vioer of wand mogelijk.
In een voorkeursuitvoering van het isolatiepaneel volgens de uitvinding, is het isolatiepaneel langwerpig, bij voorkeur rechthoekig, en waarbij ten minste één verstijvingsrib parallel loopt aan de langsrichting van het isolatiepaneel. Een langwerpige vorm is voordelig, omdat deze gemakkelijk hanteerbaar is en een snelle viakvulling voor de isolatie van een wand of dakdeel mogelijk maakt.
Het is mogelijk dat ten minste één verstijvingsrib een samengestelde verstijvingsrib is die is opgebouwd uit meerdere onderling verbonden verstijvingssegmenten. Het voordeel hiervan is dat meerdere vormen kunnen worden gebruikt voor het verstijven van het isolatiepaneel. Ook is het gemakkelijker om bijvoorbeeld gerecycled hout te gebruiken voor de verstijvingsrib, om uit de voorhanden zijnde stukken hout een verstijvingsrib te construeren.
In een voorkeursuitvoering van het isolatiepaneel volgens de uitvinding is de samengestelde verstijvingsrib opgebouwd uit aantal n onderling, bij voorkeur kruisvormig, verbonden verstijvingssegmenten, waarbij nz3, en waarbij naastgelegen verstijvingssegment onderling een hoek van 360/n graden insluiten. leder verstijvingssegment strekt zich hierbij in een eigen richting uit ten opzichte van een knooppunt van de samengestelde verstijvingsrib.
Dit sluit overigens niet uit dat meerdere verstijvingssegment in elkaar verlengde, aan weerszijden van het knooppunt, kunnen zijn gelegen.
Voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat in verschillende richtingen verstijving voor het isolatiepaneel kan worden aangebracht.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding omvat ten minste één verstijvingsrib hout en bij voorkeur in hoofdzaak volledig uit hout vervaardigd is.
Hout is een natuurlijk, sterk materiaal dat relatief goedkoop verkrijgbaar is, en relatief eenvoudig te bewerken is.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding is de dragerplaat ten minste gedeeltelijk vervaardigd uit een materiaal! gekozen uit de groep bestaande uit: gips, hout, metaal, en kunststof.
Doorgaans zijn duurzaamheid, sterkte, gewicht, en eventueel esthetiek, van belang bij de materiaalkeuze van de dragerplaat, hetgeen per toepassing kan verschillen.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de voorzijde van de isolatiepaneel, in het bijzonder de voorzijde van de dragerplaat, een decoratieve deklaag, zoals een print of een coating.
Dit heeft als voordeel dat geen behang of verf meer nodig is op de wanden of dakdelen om een voor de bewoners of gebruikers van de ruimte aangename sfeer te creëren.
In een voorkeursuitvoering van het isolatiepaneel volgens de uitvinding is de dragerplaat een in hoofdzaak stijve dragerplaat.
Een in hoofdzaak stijve dragerplaat moet hier gelezen worden als een laag die meer stijf is dan flexibel.
Dit zorgt voor vormvastheid in het isolatiepaneel, alsmede voor een zelfdragend vermogen.
In een uitvoeringsvorm van het isolatiepaneel volgens de uitvinding omvat het isolatiepaneel een tweede dragerplaat, die is verbonden met de achterzijde van de isolatiemat. Een dergelijke sandwichconstructie heeft als voordeel dat het isolatiepaneel bijvoorbeeld ook als tussenwand kan worden ingezet. Met een thermisch en akoestisch isolerende tussenwand is het mogelijk om verschillende ruimtes op verschillende temperatuur te houden met beperkt energieverlies. Ook de geluidsisolerende werking van een tussenwand is voordelig wanneer de gebruiker de twee ruimtes zoveel mogelijk gescheiden wil houden van het geluid van de andere ruimte.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel isolatiepanelen overeenkomstig de uitvinding, waarbij ten minste twee isolatiepanelen onderling zijn gekoppeld middels koppelprofielen van de isolatiepanelen deel uitmakende koppelprofielen. Bij voorkeur omvat het samenstel ten minste twee naastgelegen isolatiepanelen, waarbij de naar elkaar toegekeerde zijden vrij zijn van koppelprofielen, en waarbij een tussen voornoemde zijden gevormde kier bij voorkeur is afgedekt middels tenminste één afdekplint. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het isoleren van een wand of dakdeel middels voornoemd samenstel overeenkomstig de uitvinding, omvattende de stappen, omvattende de stappen: a) het verschaffen van meerdere overeenkomstig de uitvinding, b) het plaatsen van een eerste isolatiemat van een eerste isolatiepaneel tussen overliggende liggers en/of overliggende staanders van een wand of dakdeel, zodanig dat de isolatiemat in gecomprimeerde toestand wordt ingeklemd door de liggers en/of staanders, c) het door de eerste dragerplaat van het eerste isolatiepaneel ten minste gedeeltelijk laten afdekken van de liggers en/of staanders, d) het bevestigen van de eerste dragerplaat met de wand en/of met het dakdeel, e) het plaatsen van een tweede isolatiemat van een ten minste één tweede isolatiepaneel tussen overliggende liggers en/of overliggende staanders van een wand of dakdeel, zodanig dat de tweede isolatiemat in gecomprimeerde toestand wordt ingeklemd door de liggers en/of staanders,
f) het aan naar elkaar toegekeerde zijden middels koppelprofielen koppelen van de eerste dragerplaat en ten minste één tweede dragerplaat, bij voorkeur zodanig dat de isolatiepanelen worden vergrendeld in een richting die loodrecht staat op een door ten minste één dragerplaat opgespannen vlak, en g) het door de tweede dragerplaat van het ten minste ene tweede isolatiepaneel ten minste gedeeltelijk laten afdekken van de liggers en/of staanders, h) het bevestigen van de ten minste ene tweede dragerplaat met de wand en/of met het dakdeel Bij voorkeur worden tijdens stap a) de isolatiepanelen zodanig verschaft, dat de lengte van een dragerplaat van ieder isolatiepaneel groter is dan een kleinste afstand tussen overliggende liggers en/of overliggende staanders van een wand of dakdeel, zodat de dragerplaat een kopse zichtzijde van de liggers en/of staanders ten minste gedeeltelijk kan afdekken tijdens stap c) en tijdens stap g). Dit zal doorgaans resulteren in de efficiënte isolatie, alsmede in de meest praktische afwerking.
Tijdens stap d) en stap h) zal de dragerplaat bij voorkeur middels mechanische bevestigingselementen, zoals schroeven, nieten, of spijkers worden bevestigd met de liggers en/of staanders.
Diverse stappen van de werkwijze kunnen tegelijkertijd worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld stappen b) en c), en stappen e), f), en g). Het is verder bijvoorbeeld denkbaar dat stappen d) en h) gelijktijdig worden uitgevoerd.
De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve figuren: - Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht op een isolatiepaneel volgens onderhavige uitvinding; - Figuur 2 toont een schematische weergave van de achterzijde van een dragerplaat met twee verstijvingsribben; - Figuur 3 toont een schematische weergave van een koppelprofiel volgens de onderhavige uitvinding; - Figuur 4 toont een schematisch aanzicht op de achterzijde van een dragerplaat voorzien van een zone voor verlijming;
- Figuur 5 toont een schematische weergave van de isolatiemat voorzien van inkepingen; - Figuur 6 toont een voorbeeld van de toepassing van een isolatiepaneel volgens de uitvinding voor het isoleren van een dakdeel inclusief de nok; - Figuur 7 toont een voorbeeld van de toepassing van een isolatiepaneel volgens de uitvinding voor het isoleren van een dakdeel; - Figuur 8 toont een samenstel van gekoppelde isolatiepanelen volgens onderhavige uitvinding.
Figuur 1 toont een isolatiepaneel 1 volgens de uitvinding welke een langwerpige dragerplaat 101 en isolatiemat 102 omvat, waarbij de isolatiemat 102 met een achterzijde van de dragerplaat 101 is verbonden. De isolatiemat heeft in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een gelijke omtrek als de dragerplaat. De figuur toont dat de ten minste éne verstijvingsrib geheel omsloten is door de isolatiemat 102 en daardoor is deze niet zichtbaar. Het isolatiepaneel zoals getoond is het isolatiepaneel vóór montage, voor montage is het mogelijk dat de dragerplaat en/of de isolatiemat worden ingekort en/of op maat worden gemaakt. Bij voorkeur wordt hierbij de dragerplaat 101 ingekort door aan overliggende kopse zijden van de dragerplaat 101 twee strips 1014, 101b, te verwijderen, bijvoorbeeld middels zagen, waardoor de isolatiemat 102 tweezijdig lateraal zal uitsteken ten opzichte van de dragerplaat 101, hetgeen doorgaans voordelig is voor het in ingeklemde toestand kunnen plaatsen van de isolatiemat 102 tussen vast constructie- elementen, zoals liggers en/of staanders, van een wand en/of dakdeel, hetgeen de isolerende werking van het isolatiepaneel 1 doorgaans ten goede komt.
Figuur 2 toont een dragerplaat 201 volgens de uitvinding waarbij de achterzijde 203 van de dragerplaat 201 is voorzien van twee verstijvingsribben 204a, 204b. Beide verstijvingsribben 2044 ,204b zijn in de langsrichting op afstand Y gelegen en in breedterichting op afstand X gelegen vanaf de omtreksrand 205 van de dragerplaat.
Figuur 3 toont een detailaanzicht van twee panelen 3, 4, beide voorzien van een koppelprofiel met tandgroefverbinding 306a, 306b.
Figuur 4 toont een schematisch aanzicht van een achterzijde 403 van een dragerplaat 401. De achterzijde 403 is verdeeld in drie zones, 40724, 407b, 407c.
De middelste zone 407b, is de zone die volledig of gedeeltelijk verlijmd zal worden met een isolatiemat (niet getoond). Zone 407a en 407c zijn vrij van lijm en slechts in contact met een isolatiemat na verlijming, zodat de isolatiemat in deze zones 407a, 407c richting de middelste zone 407b kan comprimeren.
Figuur 5 toont een schematische weergave van een isolatiemat 502, voorzien van twee insnedes (insnijdingen) 508a, 508b, voor de verstijvingsribben (niet getoond), waarbij de insnedes 50824, 508b, op afstand gelegen zijn van de omtreksrand 505 van de isolatiemat 502. De afstand X’ en Y’ zijn in dit voorbeeld net iets groter dan de afstand tussen de verstijvingsribben en de omtreksrand 505 van de dragerplaat, respectievelijk X en Y, zodat de isolatiemat 502 de verstijvingsribben helemaal! omsluit.
Figuur 6 toont een voorbeeld van de toepassing van een isolatiepaneel 6 volgens de uitvinding voor het isoleren van een dakdeel 609 inclusief de nok. Wanneer het isolatiepaneel 6 volgens de juiste wijze wordt toegepast is de ruimte tussen het dakdeel en de dragerplaat 601 volledig gevuld met materiaal van de isolatiemat 602 en de dragerplaat 601 sluit aan op de nokgording 610. De isolatiemat 602 comprimeert zodanig dat deze zich om de oneffenheden van het dak heen vormt, zodat een goede isolatie wordt bereikt.
Figuur 7 toont een voorbeeld van de toepassing van een isolatiepaneel 7 volgens de uitvinding voor het isoleren van een dakdeel 709, waarbij het isolatiepaneel 7tussen twee gordingen 711,712 wordt geplaatst. De isolatiemat 702 vult de gehele ruimte tussen de twee gordingen 711,712 en de dragerplaat 701 kan op de gordingen 711,712 worden vastgezet.
Figuur 8 toont een samenstel van gekoppelde isolatiepanelen 8-16 volgens onderhavige uitvinding. De dragerplaten van de isolatiepanelen 8-16 zijn vastgespijkerd, geniet of geschroefd op de gordingen 811,812 en worden afgedekt met een afdekplint 813. De ruimte tussen de gordingen 811,812 is opgevuld met isolatiemateriaal van de isolatiemat 802.
De rangtelwoorden die in dit document worden gebruikt, zoals "eerste" en "tweede", worden alleen gebruikt voor identificatiedoeleinden. Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen. Hierbij is het denkbaar dat verschillende inventieve concepten en/of technische maatregelen van de hierboven beschreven uitvoeringsvarianten volledig of gedeeltelijk gecombineerd kunnen worden zonder daarbij afstand te doen van de in bijgesloten conclusies beschreven uitvindingsgedachte.
Met het in dit octrooischrift gebruikte werkwoord 'omvatten' en vervoegingen hiervan wordt niet alleen 'omvatten' verstaan, maar wordt ook verstaan de uitdrukkingen ‘bevatten’, 'in hoofdzaak bestaan’, ‘gevormd door’, en vervoegingen hiervan.

Claims (34)

Conclusies
1. Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie van een wand of dakdeel, omvattende: e ten minste één dragerplaat, e ten minste één met een achterzijde van de dragerplaat verbonden isolatiemat, waarbij de isolatiemat ten minste één, ten minste gedeeltelijk uit natuurlijke vezels vervaardigde comprimeerbare isolatielaag omvat, en + ten minste één met de achterzijde van de dragerplaat verbonden verstijvingsrib voor het verstijven van de dragerplaat, waarbij ten minste één verstijvingsrib in hoofdzaak volledig wordt omsloten door de dragerplaat en de isolatiemat, en waarbij ieder uiteinde van de verstijvingsrib op afstand is gelegen van een omtreksrand van de dragerplaat.
2. Isolatiepaneel volgens conclusie 1, waarbij een eerste paar van twee overliggende zijden van de dragerplaat is voorzien van complementaire eerste koppelprofielen, zoals een tand en een groef, voor het onderling kunnen koppelen van naastgelegen isolatiepanelen.
3. Isolatiepaneel volgens conclusie 2, waarbij de koppelprofielen integraal deel uitmaken van de dragerplaat.
4. Isolatiepaneel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de koppelprofielen zijn ingericht voor het vergrendelen van onderling gekoppelde isolatiepanelen in een richting die loodrecht staat op een door de isolatiepanelen opgespannen vlak.
5. Isolatiepaneel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de koppelprofielen zijn ingericht voor het koppelen van naastgelegen panelen die onderling een hoek insluiten.
6. lsolatiepaneel volgens een der conclusies 2-5, waarbij een tweede paar van twee overliggende zijden van de dragerplaat is voorzien van complementaire tweede koppelprofielen, zoals een tand en een groef, voor het onderling kunnen koppelen van naastgelegen isolatiepanelen.
7. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een naar de dragerplaat toegekeerde voorzijde van de isolatiemat gedeeltelijk is verlijmd met de achterzijde van de dragerplaat.
8. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een contactoppervlak gedefinieerd door de achterzijde van de dragerplaat en de voorzijde van de isolatiemat ten minste één verlijmde zone en ten minste één onverlijmde zone omvat, waarbij de isolatiemat in de ten minste ene onverlijmde zone los aanligt tegen de dragerplaat.
9. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de isolatiemat ten minste in één richting lateraal uitsteekt ten opzichte van de dragerplaat.
10. Isolatiepaneel volgens conclusie 8, waarbij de isolatiemat ten minste in één richting ten minste 3 centimeter lateraal uitsteekt ten opzichte van de dragerplaat.
11. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de isolatiemat lateraal uitsteekt ten opzichte van twee overliggende zijden van de dragerplaat, en waarbij de isolatiemat bij voorkeur ten minste 3 centimeter uitsteekt ten opzichte van iedere van voornoemde zijden van de dragerplaat.
12. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dikte van de isolatiemat is gelegen tussen 3 en 30 centimeter.
13. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de isolatiemat onder voorspanning aangrijpt op ten minste één verstijvingsrib.
14. lsolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de isolatiemat meerdere, onderling verbonden isolatielagen omvat, waarbij ten minste één isolatielaag, en bij voorkeur iedere isolatielaag, ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit natuurlijke vezels.
15. lsolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één drukvaste schuimlaag omvat.
16. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de isolatiemat ten minste één opneemruimte omvat voor opname van ten minste een deel van ten minste één verstijvingsrib.
17. lsolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van de natuurlijke vezels van de ten minste ene comprimeerbare isolatielaag wordt gevormd door plantaardige vezels, bij voorkeur ten minste één plantaardige vezel gekozen uit de groep bestaande uit: vlas, jute, hennep, en katoen.
18. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van de natuurlijke vezels van de ten minste ene comprimeerbare isolatielaag wordt gevormd door dierlijke vezels, bij voorkeur ten minste één dierlijke vezel gekozen uit de groep bestaande uit: wol, en zijde.
19. Isolatiepaneel volgens één van voorgaande conclusies, waarbij de comprimeerbare isolatielaag, bij voorkeur de isolatiemat als zodanig, is voorzien van een brandvertragende substantie.
20. lsolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één verstijvingsrib op ten minste 5 centimeter, bij voorkeur ten minste 10 centimeter, is gelegen van de omtreksrand van de dragerplaat.
21. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één verstijvingsrib een boogvormige geometrie bezit, waarbij een binnenzijde van de boogvormige geometrie bij voorkeur is toegekeerd naar de achterzijde van de dragerplaat.
22. lIsolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het isolatiepaneel ten minste één met de achterzijde van de dragerplaat verbonden verstijvingsrib omvat die aan of nabij een langsrand van de dragerplaat is gepositioneerd, en die ten minste een deel van een zijkant van het isolatiepaneel definieert.
23. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het isolatiepaneel langwerpig, bij voorkeur rechthoekig is, en waarbij ten minste één verstijvingsrib parallel loopt aan de langsrichting van het isolatiepaneel.
24. |solatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één verstijvingsrib een samengestelde verstijvingsrib is die is opgebouwd uit meerdere onderling verbonden verstijvingssegmenten.
25. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de samengestelde verstijvingsrib is opgebouwd uit aantal n onderling, bij voorkeur kruisvormig, verbonden verstijvingssegmenten, waarbij n23, en waarbij naastgelegen verstijvingssegment onderling een hoek van 360/n graden insluiten.
26. [solatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één verstijvingsrib hout omvat en bij voorkeur in hoofdzaak volledig uit hout vervaardigd is.
27. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dragerplaat ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een materiaal gekozen uit de groep bestaande uit: gips, hout, metaal, en kunststof.
28. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorzijde van de isolatiepaneel, in het bijzonder de voorzijde van de dragerplaat, een decoratieve deklaag omvat.
29. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dragerplaat een in hoofdzaak stijve dragerplaat is.
30. Isolatiepaneel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het isolatiepaneel een tweede dragerplaat omvat die is verbonden met de achterzijde van de isolatiemat.
31. Samenstel van isolatiepanelen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste twee isolatiepanelen onderling zijn gekoppeld middels koppelprofielen van de isolatiepanelen deel uitmakende koppelprofielen.
32. Samenstel volgens conclusie 31, waarbij het samenstel ten minste twee naastgelegen isolatiepanelen omvat, waarbij de naar elkaar toegekeerde zijden van deze isolatiepanelen vrij zijn van koppelprofielen, en waarbij een tussen voornoemde zijden gevormde kier is afgedekt middels tenminste één afdekplint.
33. Werkwijze voor het isoleren van een wand of dakdeel middels een samenstel volgens conclusie 31 of 32, omvattende de stappen: a) het verschaffen van meerdere isolatiepanelen volgens een der conclusies 1-30, b) het plaatsen van een eerste isolatiemat van een eerste isolatiepaneel tussen overliggende liggers en/of overliggende staanders van een wand of dakdeel, zodanig dat de isolatiemat in gecomprimeerde toestand wordt ingeklemd door de liggers en/of staanders, c) het door de eerste dragerplaat van het eerste isolatiepaneel ten minste gedeeltelijk laten afdekken van de liggers en/of staanders, d) het bevestigen van de eerste dragerplaat met de wand en/of met het dakdeel, e) het plaatsen van een tweede isolatiemat van een ten minste één tweede isolatiepaneel tussen overliggende liggers en/of overliggende staanders van een wand of dakdeel, zodanig dat de tweede isolatiemat in gecomprimeerde toestand wordt ingeklemd door de liggers en/of staanders, f) het aan naar elkaar toegekeerde zijden middels koppelprofielen koppelen van de eerste dragerplaat en ten minste één tweede dragerplaat, bij voorkeur zodanig dat de isolatiepanelen worden vergrendeld in een richting die loodrecht staat op een door ten minste één dragerplaat opgespannen vlak, en g) het door de tweede dragerplaat van het ten minste ene tweede isolatiepaneel ten minste gedeeltelijk laten afdekken van de liggers en/of staanders, h) het bevestigen van de ten minste ene tweede dragerplaat met de wand en/of met het dakdeel
34. Werkwijze volgens conclusie 33, waarbij tijdens stap a) de isolatiepanelen zodanig worden verschaft, dat de lengte van een dragerplaat van ieder isolatiepaneel groter is dan een kleinste afstand tussen overliggende liggers en/of overliggende staanders van een wand of dakdeel, zodat de dragerplaat een kopse zichtzijde van de liggers en/of staanders ten minste gedeeltelijk kan afdekken tijdens stap c) en tijdens stap g).
NL2027647A 2021-02-25 2021-02-25 Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, samenstel, en werkwijze NL2027647B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2027647A NL2027647B1 (nl) 2021-02-25 2021-02-25 Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, samenstel, en werkwijze
BE20225115A BE1029095B1 (nl) 2021-02-25 2022-02-22 Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, samenstel, en werkwijze

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2027647A NL2027647B1 (nl) 2021-02-25 2021-02-25 Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, samenstel, en werkwijze

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2027647B1 true NL2027647B1 (nl) 2022-09-20
NL2027647A NL2027647A (nl) 2022-09-20

Family

ID=76159897

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2027647A NL2027647B1 (nl) 2021-02-25 2021-02-25 Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, samenstel, en werkwijze

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1029095B1 (nl)
NL (1) NL2027647B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4078349A (en) * 1976-02-06 1978-03-14 Hans Gantner Insulation roof lining
DE29518865U1 (de) * 1995-10-13 1996-02-01 Pfleiderer Dämmstofftechnik GmbH & Co., 92318 Neumarkt Plattenförmiges Dämmelement aus Mineralwolle
WO2015034409A1 (en) * 2013-09-06 2015-03-12 Panwich Ab Building element with first and second cover layers and intermediate core

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4078349A (en) * 1976-02-06 1978-03-14 Hans Gantner Insulation roof lining
DE29518865U1 (de) * 1995-10-13 1996-02-01 Pfleiderer Dämmstofftechnik GmbH & Co., 92318 Neumarkt Plattenförmiges Dämmelement aus Mineralwolle
WO2015034409A1 (en) * 2013-09-06 2015-03-12 Panwich Ab Building element with first and second cover layers and intermediate core

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029095A1 (nl) 2022-09-01
NL2027647A (nl) 2022-09-20
BE1029095B1 (nl) 2023-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10077553B2 (en) Modular wall system with integrated channels
US6412247B1 (en) Composite structural member and wall assembly method
US9249572B2 (en) Prefabricated shear wall system with integrated channels
US4522284A (en) Composite panel structure
AU2001285564B2 (en) Building
US4641726A (en) Composite structure and method of manufacturing it
EP2273024B1 (en) Building element and roof construction
NL2027647B1 (nl) Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, samenstel, en werkwijze
KR100994783B1 (ko) 생태재료를 활용한 조립식 생태건축용 단위패널 및 이에 의한 생태건축물
KR102228902B1 (ko) 폴리에스테르 흡음보드를 이용한 흡음판 및 그 흡음판 제조방법
RU59096U1 (ru) Сэндвич-панель для щитового дачного дома
NL2032478B1 (nl) Isolatiepaneel voor akoestische en/of thermische isolatie, en samenstel van dergelijke isolatiepanelen
NL2016206B1 (nl) Constructiepaneel voor een huisvesting, wand opgebouwd uit dergelijke constructiepanelen en een huisvesting voorzien van een dergelijk constructiepaneel.
JPS63219739A (ja) 壁体、支柱、天井の軽量建築部材およびその他の建築部材からなる建築ユニツトならびに軽量建築板
US20090151279A1 (en) Log house construction element
RU108768U1 (ru) Строение из деревянного бруса
RU2715943C1 (ru) Многослойная строительная панель
RU220698U1 (ru) Панель гофрошпонная
CA2248797A1 (en) Sound deadening panels
US4490955A (en) Residential wall construction
JPH0941629A (ja) 薄畳及びその製造方法
JP4014727B2 (ja) 積層体の床取付構造
AU2003285845B2 (en) Use of insulating material off-cuts for fire rated door and structures
KR20180010118A (ko) 온돌 블록 및 흡음 보드를 사용한 난방 시스템 및 상기 난방 시스템의 시공 방법
CN208518195U (zh) 一种轻质保温隔音墙