NL2026868B1 - Fotoframe bevattende een venster- en framezijde, fotoframesysteem, verbindingselement. - Google Patents

Fotoframe bevattende een venster- en framezijde, fotoframesysteem, verbindingselement. Download PDF

Info

Publication number
NL2026868B1
NL2026868B1 NL2026868A NL2026868A NL2026868B1 NL 2026868 B1 NL2026868 B1 NL 2026868B1 NL 2026868 A NL2026868 A NL 2026868A NL 2026868 A NL2026868 A NL 2026868A NL 2026868 B1 NL2026868 B1 NL 2026868B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
window
photo
frame
frames
clamping
Prior art date
Application number
NL2026868A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Ninaber Johannes
Original Assignee
Hendrikus Ninaber Johannes
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hendrikus Ninaber Johannes filed Critical Hendrikus Ninaber Johannes
Priority to NL2026868A priority Critical patent/NL2026868B1/nl
Priority to EP21207563.4A priority patent/EP4000469A1/en
Priority to US17/523,588 priority patent/US20220142381A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2026868B1 publication Critical patent/NL2026868B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G1/00Mirrors; Picture frames or the like, e.g. provided with heating, lighting or ventilating means
    • A47G1/06Picture frames
    • A47G1/065Interconnected frames; Frame assemblies; Frames for two or more pictures
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G1/00Mirrors; Picture frames or the like, e.g. provided with heating, lighting or ventilating means
    • A47G1/06Picture frames
    • A47G1/0605Picture frames made from extruded or moulded profiles, e.g. of plastic or metal
    • A47G1/0611Picture frames made from extruded or moulded profiles, e.g. of plastic or metal the profiles having clamping action; Elongated clips

Landscapes

  • Mirrors, Picture Frames, Photograph Stands, And Related Fastening Devices (AREA)

Abstract

Een fotoframe bevat een venster- (1) en framezijde (2), waarbij de vensterzijde een transparant venster (3) bevat. Tussen het venster en de framezij de strekt zich een tussenruimte. Hierin een foto of afbeelding geplaatst worden. De venster- en de framezij de bevatten montageonderdelen (5) voor het aan elkaar monteren van venster- en framezijde. Een montageonderdeel op de framezij de bevat een flexibel uitstekend klemdeel (51) bevat, aan een naar het venster (3) gerichte kant voorzien van een klemprofiel (52) en het venster (3) is voorzien van een complementair klemprofiel (3 1) aan een rand van het venster (3) waarbij de complementaire klemprofielen (52, 3 1) in elkaar passen en waarbij in gemonteerde toestand de uitstekende klemdelen (51) een klemkracht (F2) op het venster (3) uitoefent waarbij de richting van klemkracht (F2) in hoofdzaak in het platte vlak van het venster valt. .

Description

Fotoframe bevattende een venster- en framezijde, fotoframesysteem, verbindingselement.
De uitvinding heeft betrekking op een fotoframe bevattende een venster- en framezijde, waarbij de vensterzijde een transparant venster bevat en waarbij zich tussen het transparante venster en de framezijde een tussenruimte uitstrekt voor het plaatsen van een vlak object zijnde een foto of afbeelding welke zichtbaar naar een van beide zijde geplaatst kan worden en waarbij de venster en de framezijde montageonderdelen bevatten voor het aan elkaar monteren van venster- en framezijde en daarmee het platte object insluiten.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een fotoframesysteem bevattende ten minste twee fotoframes vormende een samenstel van langs verbindingselementen aan elkaar verbindbare fotoframes.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een verbindingselement voor het een elkaar verbinden van fotoframes.
Uit de stand van de techniek zijn frames bekend bevattende een aan elkaar te monteren venster- en framezijde, waarbij door het transparant venster een afbeelding zichtbaar is. Tussen venster- en framezijde of venster- en framedeel kunnen zich verdere onderdelen bevinden. De onderdelen tezamen, Inclusief venster- en framedeel, vormen een fotoframe voor het presenteren van een foto of afbeelding. Dergelijke fotoframes bevatten, tussen venster- en framezijde een ruimte voor het plaatsen van een vlak object zijnde een foto of afbeelding.
Voorbeelden zijn onder meer bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US4608770, het Amerikaanse octrooischrift US5544436, het Amerikaanse octrooischrift US5544438, de Amerikaanse octrooiaanvraag US201 116758, de Amerikaanse octrooiaanvraag US2002066218, de Japanse octrooiaanvraag JP2002066218 en de Chinese octrooiaanvraag CN105832068.
In de bekende fotoframes is voor de montage een relatief groot deel van het aanzicht oppervlak nodig is om de montage mogelijk te maken en deze montage wordt veelal met lossen onderdelen gerealiseerd.t In bekende fotoframes zijn de montageonderdelen zo geplaatst in of aan de framedelen dat de voor de montageonderdelen benodigde montageruimte een rand rond de te presenteren foto of afbeelding vormt of de afbeelding geperforeerd moet worden. Deze buiten het oppervlak van de te presenteren afbeelding aanwezig zijnde rand maakt dat de meeste zo gevormde fotoframes of lijstjes bedoeld zijn voor de presentatie van op zich zelf staande afbeeldingen. Soms zijn de fotoframes aan elkaar te verbinden zodat meerdere afbeeldingen in een collagestructuur kunnen worden gepresenteerd, maar in al deze gevallen bedoeld voor onafhankelijke afbeeldingen. Zou men één afbeelding opknippen in meerdere delen en deze over verschillende frames plaatsen om gezamenlijk het grote geheel van de totaal afbeelding te tonen, dan is deze totaal afbeelding overmatig onderbroken door de benodigde ruimte van de montage onderdelen.
Het in het zichtvlak hebben van deze montagerand maakt dat wanneer een te tonen totaal afbeelding of foto over twee of meer fotoframes is opgedeeld om samen één gehele afbeelding of foto te tonen de tussenliggende ruimte nodig voor de montageonderdelen het aanzicht van de samengestelde totaal afbeelding of foto verstoren. De deelbeelden komen uit elkaar te liggen, gescheiden door montageranden waardoor een samenstel van meerdere beelddelen verspreid over meerdere aan elkaar liggende frames niet onverstoord getoond kan worden. Er treedt een verstoring in het aanzicht op in het te tonen beeld op of nabij de overgang van een fotoframe naar een aanliggend fotoframe door een te grote afstand van fotodeel naar fotodeel.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een fotoframe en een fotoframe systeem te verschaffen waarbij aan een zichtzijde van het fotoframe deelbeelden van een totaal afbeelding van buitenrand tot buitenrand overliggende zijde in het totaal beeld goed aan elkaar aansluiten zodat één afbeelding verdeeld over meerdere aanliggende fotoframes kan worden getoond met minimale onderbrekingen in de beeldovergang van het ene naar het andere frame.
Hiertoe is het fotoframe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het montageonderdeel op de framezijde een flexibel uitstekend klemdeel bevat, aan een naar het venster gerichte kant voorzien van een klemprofiel en | het venster voorzien van een complementair klemprofiel aan een rand van het venster waarbij de complementaire klemprofielen in elkaar passen waarbij in gemonteerde toestand het uitstekend klemdeel op de framezijde een klemkracht op het venster uitoefent waarbij de richting van klemkracht in hoofdzaak in het vlak van het venster valt. De klemkracht kan een geringe (tot 25% van de totaalkracht) neerwaartse, d.w.z. dwars op het venster, component bevatten. Aan ten minste twee tegen over elkaar liggende randen van het fotoframe bevinden zich uitstekende klemdelen.
De uitvinding maakt het mogelijk om de breedte van de rand te verkleinen waardoor beelden optisch beter kunnen aansluiten. Bij voorkeur steken de klemdelen althans nagenoeg niet uit buiten het buitenoppervlak van het venster. Hierdoor is het optisch effect van de klemdelen verkleind.
Bij voorkeur zijn de klemprofielen van het venster voorzien in uitsparingen aan de rand welke minder dan 20% van de lengte van de rand uitmaken wanneer het gebruikte materiaal voor de framezijde stijf is of volledig rondom wanneer het framezijde materiaal bijzonder flexibel is.
Hierdoor is het optisch effect van de klemdelen relatief klein. Venster- en framezijde worden hier verder ook als “framedeel” of “framedeel” aangeduid. Onder “fotoframe” wordt in het kader van de uitvinding ook een frame voor het presenteren van een afbeelding dragend plat voorwerp, zoals een ets, tekening, aquarel, zeefdruk, litho, borduurwerk, bladzijde uit een boek enzovoort, begrepen. Aan de vensterzijde voorziet de onderhavige vinding in een ontwerp waarbij de te presenteren afbeelding tot nagenoeg op de rand kan doorlopen en zich in deze rand de montageonderdelen zo uitstrekken vanuit het framedeel naar het vensterdeel dat het bij voorbeeld en bij voorkeur slechts 1 tot 2 millimeter breedte rand benodigd. Het vensterdeel kan zich uitstrekken tot boven deze rand en definieert de uiterste maten van beide delen met ingesloten foto. Buiten deze rand waar het vensterdeel boven het framedeel doorloopt en venster- en framedeel op elkaar aansluiten bevindt zich bij voorkeur in de rand van het venster een afronding of afschuining naar de buitenrand die zo is gevormd dat er vanuit de aanzicht zijde op het venster een lens- of optisch vergrotend effect ontstaat, waarbij de buitenste rand met beeld informatie van de ingesloten foto of afbeelding optisch word opgerekt en daarmee deels of geheel over de rand tussen de beide zijde van twee vensterdelen heen projecteert. De afronding welke dit optisch effect mogelijk maakt heeft bij voorkeur een straal met een brandpunt dat zich onder de buitenrand van de foto bevindt en zo de bovenliggende beeldinformatie binnen de projectiestraal heeft. Als twee aanliggende frames beide met vensterzijde naar het zichtvlak tegen elkaar zijn aangelegd en elk een aansluitend deelfoto of deelafbeelding bevatten maakt dit onderdeel van de uitvinding dat de beelden optisch dichter op elkaar aansluiten en er minder zichtbaar 1s van de feitelijke materiaal randen waar de framedelen tussen venster- en framezijde op elkaar aansluiten.
Wanneer volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige vinding de gebruikte foto’s of afbeeldingen samen één geheel zouden weergeven is het optisch reduceren van de tussen aanliggende vensters gelegen ruimte een verbetering van de beeld beleving en draagt het bij om de twee onderdelen van een totaal beeld weer als één te gaan zien.
Het optisch effect zoals bedoeld met de afronding of afschuinen naar de rand van het vensterdeel wordt onderbroken ter plaatse van het in de zijkant vast grijpen van de klemdelen van het framedeel in de zijde van het vensterdeel door de verbinding, wat een voorkeursvorm van de onderhavige vinding een massief niet transparant elementen bevat gelijk het materiaal van de gehele framezijde.
Deze optische onderbreking is, omdat de klemdelen niet boven het venster uitsteken, gering.
Het oog observeert een onderbroken totaal beeld in meerdere delen aan elkaar als een geheel wanneer de beeldinformatie zelf optisch niet onderbroken wordt en derhalve de tussen gelegen randen van de gebruikte frames volgens de uitvinding zo minimaal zijn dat er slecht een beperkt deel van de beeldinformatie wegvalt ter plaatsen van deze in montage aangesloten randen.
Het is geen vereiste de lens werking in de rand te gebruiken omdat een buitenrand van 1 tot 3 mm per fotoframe een zeer beperkte onderbreking is.
De lenswerking biedt wel een verdere optische verbetering.
Ook zonder de lenswerking als gevolg van een bolling of helling nabij de rand is het een onderdeel volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige vinding dat de vlakken in de randen waar het vensterdeel aansluit op het framedeel een heling vertonen waardoor er reflectie vlakken ontstaan en er door deze helling en de weerspiegeling in de binnen zijde van het vensterdeel beeldreflecties ontstaan die de onderbroken rand kleuren met beeldinformatie van de afbeelding of foto.
Het gebruik van een schuine helling of, bij voorkeur de bolling, volgens de uitvinding heeft dus als optisch effect dat de te tonen afbeelding aan de randen optisch wordt opgerekt en dit geld ook voor het reflectie effect van onder de rand gelegen hellende vlakke in het transparant venster.
De klemdelen verder ook wel haakdelen genoemd en de uitsparingen en het feit dat de klemdelen bij voorkeur niet uitsteken boven het vensteroppervlak zorgt er, samen met het optische effect of reflectie effect veroorzaken door de schuine helling of bolling voor dat het te tonen beeld tot aan de rand, of vrijwel tot aan de rand doorloopt en de montageonderdelen in de totaal afbeelding niet of in slechts geringe mate zichtbaar zijn. Dit maakt het beter mogelijk om een optisch vloeiende overgang tussen fotoframes te verkrijgen. 5 Aldus biedt het fotoframe systeem volgens de onderhavige uitvinding de keuze om afbeeldingen met aanzicht zijde in de frames te tonen door eenvoudig de framezijde van de aan elkaar gemonteerde venster- en frame delen te tonen, al dan niet in een opzet waarbij deze frames aan elkaar zijn verbonden dan wel los van elkaar zijn opgehangen.
Het is verder een doel van de onderhavige uitvinding in geprefereerde uitvoeringsvormen om de afbeelding aan de vensterzijde te presenteren waarbij een doorlopend geheel getoond kan worden en waarbij de fotoframes aan elkaar verbindbaar zijn door middel van verbindingselementen welke door het montageonderdeel waarmee venster- en framezijde aan elkaar worden gemonteerd tevens is ingesloten en met deze montageonderdelen de verbindingen met aanliggende frames kunnen worden gerealiseerd.
In de stand van de techniek zijn fotoframes voorzien van ophangelementen om de frames aan de wand te monteren. In veel gevallen belemmeren deze ophangelementen dat de fotoframes aan voor- en achterzijde kunnen worden gebruikt en daarmee uitstuitend aan één zijde monteerbaar zijn. Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding het gewicht van de framedelen zodanig laag te houden door hun slanke materiaalgebruik en de afwezigheid van lossen montageonderdelen dat deze eenvoudig met tapes, eventueel dubbelzijdig tape, aan een wand kunnen worden bevestigd.
Bekende fotoframes voorzien vaak in een oog of ander mechaniek om ze aan een wand te hangen aan de achterzijde van het fotoframe. Dit maakt dat het fotoframe uitsluitend eenzijdig gebruikt kan worden. Veel gebruikt is een oog vorm waarbij het fotoframe vrij in beweging horizontaal kunnen worden gesteld. Deze vrije beweging zorgt er ook voor dat veel van deze frames met ophang mechaniek na verloop van tijd uit het lood hangen.
Het gebruik van tapes maakt dat onderhavige frames niet meer in oriëntatie veranderen nadat ze zijn geplaatst. Tevens hebben de frames volgens onderhavige vinding daarmee geen specifieke onderkant, bovenkant of zijkant naast dat voor en achterkant naar vrije keuze kunnen worden bepaald.
Als je volgens onderhavige vinding meerdere aan elkaar verbonden fotoframes aan de muur wil plakken en de muur is niet perfect vlak, zoals bij een gemetselde muur, dan dienen de verbindingen flexibel te zijn om de uit het vlak staande positie van de frames mogelijk te maken en te compenseren.
Veel van de fotoframe systemen bekend uit de stand van de techniek welke aan elkaar verbind baar zijn beschikken wel over een verbindingselement om meerdere fotoframes in een raamwerk met elkaar te verbinden maar door middel van een verbinding met stijve verbindingselementen van niet flexibel materiaal en is de onderlinge beweging geregeld door een mechanisch scharnierend effect van met elkaar verbonden fotoframes. Een aantal van deze bekende standen in de techniek zijn US5544438, US5544436 of JP201141778. De onderhavige vinding voorziet in een fotoframe systeem bevattende ten minste twee fotoframes en een vlak verbindingselement voor het onderling verbinden van de ten minste twee fotoframes, waarbij het verbindingselement een of meer centrale openingen bevat voor het ontvangen van een klemdeel van te verbinden fotoframes en in geassembleerde toestand delen van het verbindingselement gelegen aan weerszijden van de een of meer centrale openingen geklemd zijn in de ten minste twee fotoframes. Hierdoor is een eenvoudige wijze doch vele mogelijkheden biedende wijze van verbinden gerealiseerd.
Bij voorkeur is het verbindingselement vervaardigd van een dun buigzaam flexibel materiaal waardoor een samenstel van fotoframes in een raamwerk eenvoudig ook aan een niet vlakke wand kan aanliggen en worden vast geplakt. Het dun, bij voorkeur, kunststofmateriaal is door zijn geringe dikte flexibel en staat toe dat aan elkaar verbindbare frames uit het platte vlak kunnen weg buigen om zo eventuele oneffenheden in de muur te ondervangen. De oriëntatie van deze buigzaamheid in de verbindingselementen is door het gebruik van een buigzaam materiaal voor de het verbindingselement niet beperkt tot buigen langs één as of in één richting. De verbindingselementen om fotoframe delen van verschillende frames aan elkaar te verbinden worden bij voorkeur gestanst uit een stijf maar buigzaam materiaal van geringe dikte. De verbindingselementen volgens onderhavige vinding worden mee ingesloten wanneer een vensterdeel tussen de uitstulpingen van een framedeel complementair word vast gezet en zijn daarmee bij voorkeur deels vrij in bewegen tussen de twee montageonderdelen.
Op deze wijze zijn de frames in een samenstel met meerdere eenvoudig op niet vlakke wanden te plakken.
Wanneer men aan elkaar verbindbare frames wil verschaffen voor gebruik van standaard fotomaten en deze in oriëntatie van aanlegpositie variabel moeten zijn en deze zoals in onderhavige vinding achter een volledig venster tot op de randen toonbaar moeten zijn dan zijn daarmee door de standaard fotomaten ook tevens de afmetingen van de frames bepaald. Wanneer deze slechts elk een minimale rand van 1 tot 3 mm bevatten en verschillende maten frames met elkaar te verbinden moeten zijn voorziet onderhavige vinding in het gebruik van een verbindingselement waarbij de ruimte tussen aanliggende frames variabel te maken is. In een uitvoeringvorm van onderhavige vinding is de variatie in tussen ruimte realiseerbaar door gebruik van verschillend gevormde verbindingselementen welke elk goed zijn voor de realisatie van een bepaalde afstand tussen de frames.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de onderhavige vinding heeft het verbindingselement in zichzelf bij voorkeur 2 of meerdere oriëntaties waarin het gebruikt kan worden en zo de tussen afstand kan worden bepaald. In een voorkeursvorm volgens de vinding heeft het verbindingselement gaten welke complementair aansluiten op koppelelementen en is de positie van het koppelelement in de aanhechting met het framedeel aan te passen waarmee de aanligafstanden van framedelen per maat en oriëntatie van een frame te variëren zijn. Dit maakt dat bijvoorbeeld op een korte zijde van een rechthoekig frame de aanhechting van het koppelelement verder naar binnen is geplaatst en dit de afstand tussen twee langs deze korte zijde gekoppelde frames reduceert. In een raamwerk van bijvoorbeeld twee frames voor foto’s van 15x15 cm en drie frames voor foto’s van 10x15 cm voorziet de onderhavige uitvinding dat de benodigde randen rond de foto’s welke de maten van de frames vergroten en daarmee een oneven afstand creëren van enerzijds twee en anderzijds drie frames worden gecompenseerd en met elkaar gelijk gemaakt door de tussenruimte bij de verschillende maten als mede de rand dikte van de framedelen te veranderen en daarmee de twee rijen frames tot gelijke totaalmaat te brengen zodat koppelelementen in twee te koppelen frames op aansluitende afstanden aanliggen. In het fotoframe verbindingssysteem volgens de uitvinding zijn derhalve systeem elementen voorzien welke het verbinden van verschillende maten in een collage mogelijk maken.
In veel van de standen van de techniek word voorgeschreven dat de delen uit kunststof worden vervaardigd maar ontbreekt het aan definitie waarom het kunststof zou moeten zijn en is niet voorzien aan welke eigenschappen het te gebruiken kunststof moet voordoen om de vinding uitvoerbaar te maken. Daarmee zijn in de meeste gevallen de kunststof eigenschappen geen onderdeel van de vinding behalve dat zij een materiaal keuze bepalen.
Kunststoffen bestaan er met zowel zeer stijve als zeer flexibele eigenschappen en in verschillende wijze van vervaardiging als spuigieten en extruderen of kalanderen. De onderhavige vinding voorziet bij voorkeur in het spuitgieten met gebruik van een zeer stijf maar helder kunststof voor de vensterdelen en een in zekere maten flexibeler kunststof voor de framedelen zodat de buigzaamheid van verbindingselementen realiseerbaar is, maar daarmee ook het ondervangen van de specifieke beperking van deze kunststof keuze. De vormen van de framedelen in onderhavige vinding zijn zodanig specifiek dat deze door spuitgieten dienen te worden vervaardigd en daarbij is volgens onderhavige vinding het vensterdeel vervaardigd uit een zeer helder maar daardoor ook stijf en hard kunststof. De helderheid als kunststof eigenschap maakt dat dit kunststof daardoor ook zeer stijf en niet flexibel is. De hardheid en stijfheid is een direct gevolg van helder te spuitgieten kunststof wat uithard als een hard materiaal. Een zacht uithardend te spuitgieten kunststof in de voorziene omliggende wand dikte van 1 tot 3 mm is niet of nauwelijks volledig helder te vervaardigen doordat de zachte eigenschappen worden gerealiseerd door vertroebelende weekmakers. In onderhavige uitvinding is het helder transparante vensterdeel derhalve hard en weinig flexibel maar geeft de helderheid onverstoord zicht op de te presenteren afbeelding. Voor de montage van een vensterdeel met een framedeel 1s het framedeel bij voorkeur vervaardigd van een niet helder zachter en daardoor meer flexibel kunststof. Het binnen de uitstulpingen op het framedeel insluiten of monteren van het vensterdeel is mogelijk omdat de omtrek dimensies binnen de uitstulpingen van montage elementen op het framedeel deel flexibel oprekken en daarmee net voldoende ruimte bieden om de entree en montage van het vensterdeel tussen de uitstulpingen in het framedeel te voorzien. In veel van de standen van de techniek worden onderdelen voorzien die zijn bedoeld om de twee zijde van een frame aan elkaar te monteren. Naast dat deze montage opties ruimte op nemen in het aanzichtvlak op de afbeelding zijn er losse elementen die montage tot een complex geheel maken. In veel gevallen worden bouten en moeren voorzien. In onderhavige vinding zijn geen losse elementen nodig om de twee framezijde aan elkaar te monteren maar voorziet het inklemmen van het vensterdeel tussen de opstaande vaste haakelementen op het framedeel in een montage zonder additionele losse onderdelen. Een belangrijk detail in een voorkeurs uitvoering van de onderhavige vinding is dat het inklemmen van het vensterdeel aan het framedeel op een contactvlak in de zijde van het vensterdeel plaatsvindt en niet in het zichtvlak op het vensterdeel en derhalve een minimale ruimte nodig heeft in het aanzichtvlak aan de vensterzijde en zo de in te sluiten afbeelding niet verstoort, onderbreekt of perforeert. De onderhavige vinding voorziet in het monteren van rechthoekige en vierkante frames maar het systeem is ook toepasbaar op zes of achthoekige of ronde frames.
Er zijn vele koppelsystemen of verbindingselementen bekend waarmee lijstjes aan elkaar gekoppeld of verbonden kunnen worden die zich kenmerken doordat de vorm aanpassingen om het koppelen mogelijk te maken duidelijk zichtbaar zijn. In veel gevallen wanneer men deze frames individueel op hangt zijn de openingen en montage elementen duidelijk zichtbaar en zijn de frames eigenlijk niet bedoeld om individueel op te hangen. Een onderdeel van de onderhavige uitvinding is een verbindingsmethode voor aanliggende frames te voorzien waarbij de verbindingen tussen frames worden gemaakt met uit platte delen bij voorkeur in dikte dunner dan 0,5 mm bestaande transparante materialen die zich bij voorkeur bevinden in het hart van de frames en op die plaats waar zich de scheiding van vensterdeel en framedeel bevind en het verbindingselement word ingesloten. Door deze aanhechting in midden te voorzien kunnen de frames tweezijdig wisselend van vensterzijde of framezijde aan elkaar worden verbonden zonder dat er hoogte verschillen ontstaan in het platte raamwerk van meerdere verbonden frames in een collage. Wanneer een frame volgens de uitvinding individueel in een vrije ruimte aan een muur wordt gehangen is de opening tussen de delen waarbij verbonden montage de verbindingselementen zouden aangrijpen zodanig klein en in de naad tussen het frame- en vensterdeel verwerkt dat deze niet opvalt als ware het frame niet bedoeld om zelfstandig te hangen.
De verbindingselementen volgens de uitvinding zijn bij voorkeur van een dicht niet poreus materiaal en bij voorkeur transparant zodat koppelingen tussen frames voor zover deze vanuit het aanzicht zichtbaar zijn dan is dit zichtbare effect verkleind door dat men door de verbindingselementen heen kan kijken en achtergelegen muur kan zien.
Wanneer de ruimte tussen de aanhechting van een verbindingselement aan het ene frame en de aanhechting in het aanliggende te verbinden frame vergroot zou worden is het een onderdeel volgens de uitvinding dat door de buigzaamheid van het materiaal van het verbindingselement de frames onder een hoek kunnen aanliggen. Zo kan men volgens de uitvinding aaneengesloten drie of meerdere frames tot een drie dimensionaal samenstel van frames maken. Bij fotografische afdrukken zijn veel standaardmaten in omloop voor het afdrukken van foto’s. Het is een onderdeel van de uitvinding om juist voor die standaardmaten een frame systeem te bieden waarbij verschillende standaardmaten van foto’s in complementaire frame maten met elkaar in verschillende samenstellen te verbinden zijn. Veel gebruikte fotomaten zijn 10 x 15 cm, met werkelijke maten van 101,6 mm bij 152,4 mm en 15 x 15 cm met werkelijke maten van 152,4 mm bij 152,4 mm hetgeen voorkomt uit het feit dat deze maten vanuit Amerikaanse inches ontstaan zijn als 4 inch x 6 inch en 6 inch x 6 inch. Het is een onderdeel van de uitvinding dat de maatvoering van de frames zo is voorzien dat 3 foto’s van 10 cm hoogte in hun respectievelijke frame behuizing en aan elkaar gemonteerd verbonden tot een zelfde totaal hoogte komen als 2 foto’s van 15 cm hoogte in bijbehorende frames en wel zo dat de koppel elementen in positie in elk frame alle een gelijke afstand tot de hoek van het frame hebben en in collage van meerdere frames aansluitend tegenover elkaar aanliggen.
Gelet op de exacte maten van de foto’s die los van de frames in dit samenstel van 3 (10 x 15 cm) en 2 (15 x 15 cm) al een identieke totaal hoogte hebben voorziet de onderhavige uitvinding in minimale frame randen rond die foto’s die aan de langszijde van de voor 10 x 15 cm bedoelde frames smaller zijn dan de randen in de frames bedoeld voor foto’s van 15 x 15 cm zodat ook de gekoppeld verbonden frames in het samenstel tot de zelfde totaal maat komen. De tussen ruimte tussen de twee 15 x 15 cm frames is door het verbindingssysteem van onderhavige vinding groter dan de tussenruimte van de op langzijde aanliggende 10 x15 cm frames en maakt dat de gecombineerde afstanden van verschillende wanddikte en tussen ruimte de verbindingselementen op plaatsen waar tussen de twee opstellingen de rijen aan elkaar kunnen worden verbonden de posities van deze verbindingselementen nauwkeurig aanliggen. Op deze wijze zijn frames van verschillende grote in combinatie met elkaar in een collage te combineren. In een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding zijn de frame verbinderelementen gestanste uit transparant en maatvast hard maar buigbaar plaat materiaal. Eenvoudige stansinrichtingen kunnen een hard materiaal slechts van geringe dikte stansen omdat te dik materiaal te veel kracht vereist om te doorklieven.
In de stans zitten snijlijnen die maken dat gaten in het deel die over de verbinding moeten worden geplaatst de te passeren verdikking kunnen langs gaan omdat aanleg vlakken rond het gat met de gemaakte inkeping kunnen meebuigen en er zo een tijdelijke vergroting van het gat de verdikking kan door laten.
De inkepingen zorgen er tevens voor dat randen van de verbinder kunnen worden geborgd achter uitstulpingen in het glas of frame deel ter plaatsen van de ingesloten verbinder.
Bij bestaande systemen is er veel ruimte nodig in het zicht vlak buiten de maten van de afbeelding om voor en achter zijde aan elkaar te monteren.
De montage elementen en het verbindingstechniek bevind zich in veel van de gevallen uit de stand der techniek midden tussen de frame delen, waardoor het veel ruimte vergt in het zichtbaar oppervlak.
Doel van de uitvinding is venster en framezijde te monteren met zo min mogelijk benodigde ruimte langs de buitenzijde van de te plaatsen afbeelding aan de venster zijde.
Een rand van 1 tot 3 millimeters is genoeg om met de methode volgens de uitvinding beide delen te monteren.
Deze minimale ruimte is in zijn geheel onvoldoende om volgens de methode in de stand van de techniek gebruik te maken van dergelijke montage technieken, zoals bout en moer of soortgelijke.
De montage volgens de uitvinding is mogelijk in deze kleine ruimte door het vensterdeel te klemmen tussen montage elementen van het framedeel die zich direct naast de afbeelding met minimaal materiaal gebruik uitstrekken.
De montage ontstaat door flexibiliteit in het materiaal van het framedeel die het binnen overliggende uitsteeksels te plaatsen vensterdeel insluiten.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de verbindingselementen in een veld van meerdere tegelijk gestanst of met spuitgieten vervaardigd maar nog niet uitgebroken.
Zo blijven de verbindingselementen aan elkaar gehecht en in hetzelfde platte vlak bewaard en kan de gebruiker de gewenste delen zelf uitbreken.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn het framedeel en het vensterdeel van verschillende complementaire aanlegvlakken voorzien die bij het samenbrengen van de framedelen op het juiste punt op lijnen met complementaire inkepingen in de buitenwand zodat het insluiten van het vensterdeel in het framedeel op de juiste plaats gebeurt.
Een zelfzoekende werking van de twee framedelen ontstaat door aanleg vlakken onder een complementaire hoek te brengen waarlangs de framedelen tot elkaar schuiven om naar de Juiste montage positie te komen en zo tegen over elkaar komen te liggen dat montage elementen met uitstulping met zijn bovenrand tegen de onderrand van venster inkeping komt te liggen en er met geringe handkracht voldoende beweging in montage element ontstaat dat beide randen elkaar passeren en de uitstulping in zijn complementaire gesloten positie komt aan te liggen complementair aan inkeping.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de complementaire hoeken van aanlegvlakken tevens bedoeld om de in te sluiten foto naar de gewenste juiste positie te begeleiden binnen het framedeel voordat deze met het vensterdeel gemonteerd wordt.
Bij het na montage insluiten van een foto en of passe-partout tussen de twee framedelen zijn deze delen bij voorkeur voorzien van wanden zowel op het framedeel als het vensterdeel met zelf zoekende complementaire randen onder een hoek zodat deze schuine vlakke helpen de twee framedelen op de juiste plaats te brengen en zodat het aangrijppunt van de uitstulping op montage element juist geplaatst is op de rand van de ontvangende inkeping in het vensterdeel wanneer deze door de tijdelijk verbuiging van de montage elementen langs elkaar in complementaire positie worden gebracht en het vensterdeel met complementair inkeping zich insluit tussen deze montage elementen op het framedeel. Het is meer specifiek de buigzaamheid van het framedeel materiaal en de stijfheid van het venster materiaal die maken dat er een soort klik verbinding ontstaat tussen inkepingen in het vensterdeel en montage elementen op complementaire plaatsen in het framedeel.
Het aanlegvlak van wanden in de rand van het vensterdeel staat bij voorkeur onder een hoek zodat de kleur van het materiaal van het framedeel er in weerspiegelt en naar buiten in het aanzicht van het vensterdeel.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is een passe-partout geprint op hard maar buigzaam folie zodat deze folie ook werkt als venster en tweezijdig bedrukt met kleur of motief van het gewenste passe-partout naar keuze met de gewenste print in het aanzicht van de te plaatsen afbeelding kunnen worden opgenomen. De maten van het passe-partout materiaal zijn complementair aan de ruimte tussen het frame- en vensterdeel zodat het bij samenvoegen van deze framedelen passend met de afbeelding ingesloten wordt.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het passe-partout een flexibele transparante laag met aan twee zijde een kleur of motief bedrukking en is het passe-partout naar keuze met een zijde zichtbaar te plaatsen over de afbeelding aan zowel de venster als de framezijde. De ruimte tussen de framedelen bied net voldoende plaats om zowel afbeelding als passe-partout er tussen te monteren en zo de afbeelding rondom voorziet van een kleur of motief rand of andere uitvoeringsvorm.
Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en geïllustreerd aan de hand van de tekening: In de tekening toont: Figuren lA tot en met 1L in doorsnede fotoframes bekend uit standen van de techniek en het commercieel verkeer;; Figuren 2 en 3 in doorsnede een deel van een fotoframe volgens de uitvinding, Figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van fotoframe volgens de uitvinding ; Figuur 5 een detail een perspectivisch aanzicht van een fotoframe van figuur 4 voorzien van een verbindingselement; Figuren 6 in perspectivisch aanzicht een samenstel van twee fotoframes volgens de uitvinding verbonden door een verbindingselement; Figuren 7 en 8 in doorsnede een uitvoeringsvoorbeelden van een fotoframe volgens de uitvinding in ingesloten toestand voorzien van een verbindingselement; Figuur 9 in aanzicht op delen van twee fotoframes met een verbindend verbindingselement en wanddikte en tussenliggende afstand; Figuur 10 in perspectivisch aanzicht van een hoekdetail van een fotoframe volgens de uitvinding; Figuren 11 tot en 14 illustraties van verbindingen tussen fotoframes volgens de uitvinding en de positie van het gebruikte verbindingselement; Figuren 15 tot en met 17 voorbeelden van verbindingselementen; Figuur 18 een uiteengenomen fotoframes volgens de uitvinding; Figuren 19 tot en met 26 voorbeelden van samenstellen van fotoframes volgens de uitvinding; Figuur 27 in doorsnede en perspectivisch aanzicht van een verder voorbeeld van een fotoframe volgens de uitvinding Figuur 28 een verbindingselement tussen twee fotoframes
Figuur 29 een collage samenstel van fotoframes volgens de uitvinding De figuren zijn niet altijd op schaal getekend, gelijke onderdelen worden in de regel met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. De in de figuren getoonde delen van het fotoframe en het samenstel van fotoframes zijn van de volgende verwijzingscijfers voorzien: Figuren 1A tot en met IL illustreren bekende fotoframes. Naast de figuren is steeds de vindplaats aangeduid. De aanduiding “Nielsen Bainbridge” duidt op een in de handel bestaand model.
De fotoframes bevatten een vensterzijde 1 voorzien van een venster 3, een framezijde 2 en montageonderdelen 5 voor het aan elkaar monteren van venster- en framezijde. Tussen de vensterzijde | en de framezijde 2 is een foto of afbeelding 4 voorzien, die door het venster 3 zichtbaar is. Opgemerkt wordt dat het feit dat een van de zijden “venster-zijde” wordt genoemd, niet uitsluit dat de tegenoverliggende zijde, de framezijde’ ook doorzichtig is. In dat geval zijn beide zijden zowel venster- als framezijde.
Infiguur 1A, dat een fotoframe bekend uit US4609770 toont, bevatten de montageonderdelen 5 complementaire onderdelen die in elkaar haken. De montageonderdelen vormen een zichtbare montagerand rondom de foto of afbeelding. De breedte van de montageonderdelen is aangegeven door Ra. Het punt waarop de kracht waarmee de onderdelen elkaar aangrijpen alsmede de richting van de hiermee gepaard gaande kracht is met pijl Fa aangeduid.
In figuur 1B, dat een fotoframe bekend uit US5544438 toont, zijn de framedelen door middel van een schroefverbinding aan elkaar verbonden. De montageonderdelen 5 zijn aan de randen van het fotoframe geplaatst. De breedte van de montageonderdelen is aangegeven door Rb. Het punt waarop de kracht waarmee de onderdelen elkaar aangrijpen, en de richting van de uitgeoefende kracht is met pijl Fb aangeduid.
In de verdere figuren 1C tot en met IL is steeds naast de figuur aangeduid waaruit het bekend is. De breedte van de montageonderdelen is aangegeven door Rc, Rd etc. Het punt waarop de kracht wordt uitgeoefend waarmee de onderdelen elkaar aangrijpen, alsmede de richting van de kracht is met pijlen Fc, Fd etc. aangeduid.
Figuur 2 toont een doorsnede van een framedeel en een vensterdeel van een fotoframezijde volgens de uitvinding.
Het montageonderdeel 5 bevat een flexibel uitstekend klemdeel 51. Dit uitstekende klemdeel 51 is aan een naar het venster gerichte kant voorzien van een klemprofiel of uitstulping 52. Het venster 3 is voorzien van een complementair klemprofiel
31 in een rand van het venster.
Het klemprofiel 52 van het uitstekend klemdeel 51 en complementair klemprofiel 31 van venster 3 passen in elkaar, waarbij in gemonteerde toestand het uitstekend klemprofiel 52 een klemkracht F2 op het venster uitoefent waarbij de richting van klemkracht F2 in hoofdzaak in het platte vlak van het venster valt en richting van deze kracht de vorm van de complementaire klemdelen doet insluiten en in gemonteerde positie houdt.
De klemkracht F2 kan een geringe (tot 25% van de totaalkracht) neerwaartse, d.w.z. dwars op het venster naar binnen gericht, component bevatten.
Aan ten minste twee tegen over elkaar liggende zijden van het fotoframe bevinden zich uitstekende klemdelen 51. Bij voorkeur steken de klemdelen 51 niet uit buiten het buitenoppervlak van het venster 3. R2 toont de zichtbare rand en F2 de richting van de kracht.
In vergelijking met de bekende standen van de techniek als getoond in figuren la tot 1h waarin een kracht wordt uitgeoefend voornamelijk recht op het venster oppervlak, wordt in figuur 2 het fotoframe volgens de uitvinding een klemkracht F2 uitgeoefend in hoofdzaak parallel aan het vensteroppervlak en aangrijpend in de zijde van dit venster oppervlak.
Dit maakt het mogelijk volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige vinding om de breedte R2 van de benodigde randen te verkleinen en dit maakt het mogelijk om deelbeelden van een te tonen afbeelding beter, dat wil zeggen met minder zichtbare randen aan te laten sluiten wanneer deze afbeelding met meerdere frames getoond wordt.
De complementaire klemprofielen 52 en 31 van respectievelijk klemdeel 51 en venster 3 passen in elkaar.
Bij voorkeur bevat het venster 3 uitsparingen aan de rand waarin de klemdelen 31 passen, welke uitsparingen volgens een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zich over slechts een deel van de rand uitstrekken, bij voorkeur minder dan 10% van de lengte van de rand al is het ook mogelijk de gehele rand van het venster van complementaire klemprofiel 31 te voorzien en het vensterdeel als gevolg van flexibiliteit met complementaire klemprofiel rondom te laten sluiten.
Figuur 3 toont verdere details van een uitvoeringsvorm van een fotoframe volgens de onderhavige uitvinding waarbij de vorm van het frame niet is beperkt tot rechthoekig maar ook 6 hoekig, achthoekig of rond zou kunnen zij.
Rond of aan weerzijde van flexibel uitstekend klemdeel 51 is een inkeping of spleet 511 voorzien. Deze spleet 511 vergroot de flexibiliteit van klemdeel 51 om een buitenwaartse beweging van het klemdeel met minder kracht te voltooien als onderdeel van het framedeel wanneer tijdelijk ruimte nodig is om vensterdeel 3 voor inklemming te laten passeren. De spleet 511 vergroot daarmee de lengte van klemdeel 51 tot aan de plaats waar het klemdeel in het framedeel aangrijpt en zo flexibeler wordt. In figuur 3 is met stippellijnen de positie van een buitenwaarts gebogen flexibel klemdeel 51 getekend. Verder zijn in deze figuur schematisch delen 55 en 56 getoond, de functie van welke onderdelen zal verder worden aangeduid in figuren 4 t/m 6. In figuur 3 toont verdere details van een uitvoeringsvorm van een fotoframe volgens de onderhavige uitvinding waarbij inkepingen 53 zich beperken in de zijde van de framedelen en niet in de beeld aanzicht zijde van deze framedelen.
Figuren 4 t/m 6 tonen geprefereerde uitvoeringsvormen van een fotoframe volgens de uitvinding. In deze geprefereerde uitvoeringsvormen worden fotoframes aan elkaar gekoppeld door middel van een flexibel verbindingselement 6. Figuur 4 toont een enkel fotoframe, figuur 5 toont een fotoframe voorzien van een gemonteerd verbindingselement 6 en figuur 6 toont een samenstel van twee fotoframes, verbonden middels in beide framedeel zijde gemonteerd verbindingselement 6.
Figuur 4 illustreert een geprefereerde uitvoeringsvorm van de uitvinding, aan weerszijden van het klemdeel 51 is het klemdeel van een inkeping 53 voorzien. Deze inkepingen 53 onderbreken buitenrand 54 en plaatsen klemdeel 51 vrijer beweegbaar en maken het mogelijk een buitenwaartse beweging van het klemdeel 51 als onderbroken onderdeel van de buitenrand 54 met minder kracht te voltooien. De inkepingen 53 kunnen, als getoond in figuur 4, een nog verder verlaagd deel, in figuur 4 zichtbaar als diepe dalen naast klemdeel 51, vertonen direct naast het klemdeel 51. Dit verhoogt de flexibiliteit nog meer.
Inkeping 53 vormt een entree tussen de framedelen aan weerszijden van uitstekend klemdeel 51 welke zich binnenwaarts vormt om uitstekend klemdeel 51 en een platte inleg ruimte 56 voorziet welke zich aan beide zijden rond klemdeel 51 door randdeel 54 uitstrekt, met bij voorkeur als aangegeven in dit voorbeeld een verhoogd deel 55. In figuur 3 zijn de platte inlegruimte 56 en verhoogd deel 55 ook schematisch aangegeven.
Figuur 5 illustreert hoe een verbindingselement 6 in een fotoframe wordt aangebracht, in de centrale opening 62 is klemdeel 51 ingesloten, het verbindingselement 6 valt in de platte inlegruimte 56. In dit voorbeeld past verhoogd deel 55 in verbindingselement opening 61. Na aanbrengen van verbindingselement 6 wordt venster 3 aangebracht. Het klemdeel 51 klemt met behulp van de klemprofielen 52 van klemdeel 51 en klemprofiel 31 van venster 3, waarbij klemprofiel 31 is aangebracht in een uitsparing in de zijrand van venster 3, het venster in het fotoframe, en daarmee tevens het verbindingselement 6 in het fotoframe. In figuur 5 is een verder geprefereerde uitvoeringsvorm geïllustreerd: De centrale opening 62, bevat een tweetal uitstulpingen 63, in gemonteerde toestand dwars op de rand van het fotoframe rond het flexibele deel 64 van het verbindingselement 6 aan beide zijden van uitgestrekt opening 62. Deze uitstulpingen 63 vergroten de flexibiliteit van het verbindingselement 6 waardoor het bij het insluiten van twee overliggende klemdelen tijdelijk voldoende ruimtespeling in de opening heeft dat beide delen entree vinden in centrale opening 62. De positie van deze openingen 61 ten opzichte van de centrale opening 62 correspondeert grosso modo met de onderling posities van klemdeel 51 en verhoogd deel
55. In de voorbeelden 1s een enkele centrale opening 62 getoond. Dit is een geprefereerde uitvoeringsvorm. Het is in principe mogelijk om twee door een heel strip gescheiden centrale openingen te voorzien in verbindingselement 6, een voor ieder klemdeel deze opening is in maat nagenoeg gelijke aan de breedte van twee aanliggende buitenranden 54. Verder is in geprefereerde uitvoeringsvormen een spleet 65 voorzien. Deze spleet 65 maakt enige speling mogelijk om kleine verschillen op te vangen. Deze speelt is verder ook in figuur 28 zichtbaar. Figuur 6 illustreert hoe een tweede fotoframe kan worden gekoppeld aan het fotoframe met verbindingselement 6 als getoond in figuur 5, waarbij in de in figuur 6 getoonde toestand het venster 3 van het tweede fotoframe nog niet is aangebracht. Het fotoframe is in dit voorbeeld tevens voorzien van een rand 59 waarop het venster kan rusten. Een venster wordt geklemd in het tweede fotoframe. De in te sluiten afbeelding rust op rand 58 van het framedeel welke de binnenzijde van het frame definieert.
Figuren 7 en 8 tonen in doorsnede een fotoframe volgens de uitvinding voorzien van een verbindingselement. Met 7 1s een passe-partout aangeduid en met 4 een afbeelding waarbij in elk van de afbeeldingen de positie van afbeelding 4 achter passe-partout 7 bepaald wordt door de kant waar vanuit de afbeelding zichtbaar zal zijn. Zo is in figuur 7 de afbeelding 4 aan de frame zijde zichtbaar achter het passe-partout en in figuur 8 zichtbaar aan de venster zijde achter het passe-partout. Ook het gebruik van een passe-partout is daarbij een keuze. In figuren 7 en 8 worden twee verschillende manieren voor complementaire profielen getoond. In figuur 7 toont een doorsnede door het klemdeel en bevat het venster een uitstekend of bol profiel dat past in een hol profiel van een klemdeel, in figuur 8 bevat het klemdeel een uitstekend of bol profiel dat past in een hol profiel in het venster. Beide vormen en ook combinaties daarvan zijn mogelijk.
In figuur 8 is een doorsnede getoond overeenkomend met een uitvoeringsvorm als getoond in figuur 5, dat wil zeggen met een verhoogd deel 55 in een geprefereerde uitvoeringsvorm. Een iets eenvoudiger uitvoeringsvorm wordt getoond in figuur 7. Het verhoogd deel 55 ontbreekt hier omdat centraal gat 62 klemdelen 51 insluit en beide framedelen in gemonteerde toestand verbindt. De klemkracht alleen kan voldoende zijn, zeker voor klein formaat fotoframes om de fotoframes te kunnen verbinden. Wel is het voorzien van een verhoogd deel 55 geprefereerd, dit verschaft extra zekerheid tegen los komen van een fotoframe wanneer zoals in figuur 7 het verbindingselement 6 de krachten van verbonden frames middels centraal gat 62 rusten op de klemdelen welke de framedelen aan elkaar monteren. Opgemerkt wordt dat in figuur 5 een enkel verhoogd deel is getoond. Dit is niet als beperking te zien, er kan gebruik worden gemaakt van meerdere verhoogde delen en overeenkomstig meerdere openingen 61 in het verbindingselement. In het voorbeeld is de verhoging 55 los van de randen van de platte inlegruimte 56. Dit is geen beperking, in uitvoeringsvormen kunnen verhoogde delen zich aansluiten aan een rand van inlegruimte 56. De getoonde halfronde vorm van verbindingselement 6 is een geprefereerde uitvoeringsvorm en vormt geen beperking, ook ander vormen, bijvoorbeeld rechthoekig, drie- of veelhoekig of slangvormig zijn mogelijk. Figuur 9 toont een aanzicht op delen van twee verbonden fotoframes met een verbindend verbindingselement. De figuur illustreert de werking en het effect van maatvoering volgens onderhavige vinding en de maat relatie van de verschillende onderdelen bij het combineren van fotoframes met verschillenden standaard fotomaten. Figuur 9 toont een buitenwand en tevens klemdeel dikte V en tussenruimte W die de afstand tussen twee frames bepaalt en de positie van verhogingen 55 in afstand U tot de klemdelen 51 bij twee aanliggende fotoframes. De spleetbreedte tussen twee fotoframes is 2W zijnde de som van Ws van elk frame. Bij collage montage van verschillende maten frames is de afstand van de hoek van het frame tot het midden van het klemdeel, in de figuur 9 aangeduid met X in alle fotoframe maten gelijk.
Dit maakt dat de positie van de klemdelen in de frames vast staat en wanneer een reeks van verschillende aan elkaar gemonteerde frames moet aansluiten aan een naast te monteren reeks van andere maten frames de klemdelen op juiste tegenoverliggende plaatsen dient aan te sluiten en hiervoor compensatie dient plaats te vinden in de maatvoering van U’s, V's en W’s waarbij kleinere frame ook een kleinere W en V maat hebben en een grotere U.
Klemdelen in rijen van verschillende maten frames sluiten volgens onderhavige uitvinding aan wanneer V- W-W-V combinatie tussen twee grootste frames gelijk is aan twee V-W-W-V combinaties tussen drie kleinere frames of gelijk aan drie V-W-W-V combinaties van vier nog kleinere frames.
In deze figuur is te zien dat afstand W het gevolg is van de positie van verhoging 55 getoond als afstand U en dat de aanhechting van een voor alle fotoframes identiek verbindingselement door afstand U een relatie krijgt met 2W als de spleetbreedte tussen twee aanliggende fotoframes.
De maat W verschilt afhankelijk van de grootte van de fotoframe.
Omdat de maat W verschillend is en V+W-+U voor alle fotoframes bij voorkeur bij benadering gelijk dient te zijn, indien van een universeel standaard verbindingselement gebruik wordt gemaakt, en de dikte V in grotere frames dikker kan zijn en de U kleiner waarmee er een grotere afstand tussen één tussenruimte bestaat die gelijk aan een in kleiner frame dunner V alsmede een grotere U zodat twee overgangen met drie frames een 1dentieke totaal afstand hebben en bij hoge benadering voor combinaties van alle maten gelijk is,
varieert de afstand U, waarbij de afstand U groter is voor kleinere formaten, omdat de afstand W kleiner is voor kleinere formaten.
De spleetbreedte tussen twee fotoframes voor 15 x 15 cm foto’s is door het verbindingssysteem van onderhavige vinding groter dan de spleetbreedte twee op langzijde aanliggende 10 x15 cm fotoframes.
Als men een collage samenstelt met links of rechts een kolom van twee 15 x 15 cm fotoframes en rechts of links een rij van drie 10 x15 cm fotoframes, waarbij aan de onderkant en aan de bovenkant de randen van fotoframes op een lijn dienen te liggen, dan is de spleetbreedte tussen de 15 x 15 cm fotoframes nagenoeg gelijk aan tweemaal de spleetbreedte tussen de 10 x 15 fotoframes, dus bijvoorbeeld 0,5 mm en
0,25 mm.
De maat U is dan, in dit voorbeeld, voor de 10 x 15 cm fotoframes 0,125 mm groter dan voor de maat U voor de 15 x 15 cm fotoframes.
De verschillen in W en daarmee U maakt dat de gecombineerde afstanden van verschillende wanddikte en tussen ruimte de verbindingselementen op plaatsen waar tussen de twee opstellingen rijen fotoframes aan elkaar kunnen worden verbonden de posities van deze verbindingselementen nauwkeurig aanliggen. Op deze wijze zijn frames van verschillende grote in combinatie met elkaar in een collage te combineren uitgaande van vaste bestaande foto afmetingen. Verder geldt bij voorkeur dat de afstand X iets kleiner dan 1 inch (2,54 cm) bedraagt. Als eerder uitgelegd zijn de werkelijke standaard geldende maten van foto’s, ook al worden deze uitgedrukt in centimeter, gebaseerd op inch maten. 15 x 15 cm is dus 6 x 6 inch. In de zojuist beschreven collage, links twee 15x15 cm fotoframes en rechts drie 10 x 15 cm fotoframes, kan men de linker en rechterrij onder de bovenrand en boven de onderrand van de collage onderling verbinden met verbindingselementen indien X voor alle foto frames gelijk is. De linker- en rechterrij zijn dan op twee plekken onderling verbonden. Men kan nog meer onderlinge verbindingen van linker- en rechterrij maken door een geschikte keuze van X. Er bevinden zich links 4 mogelijke aanhechtingsplekken voor verbindingselementen op de posities, gemeten vanaf de boven rand naar beneden:
1. X,
2. 15cm X,
3. 15 cm + spleetbreedte links+X
4. 30cm + spleetbreedte links -X Er bevinden zich rechts zes aanhechtingspunten op posities I. X
2. 10-X
3. 10 + spleetbreedte rechts +X
4. 20 + spleetbreedte rechts -X
5. 20+ 2*spleedbreedte rechts +X
6. 30+ 2*spleetbreedte rechts —X. Door ervoor te zorgen dat 2* spleetbreedte rechts gelijk is aan de spleetbreedte links komen aanhechtingsplekken 1 en 4 links op een lijn met aanhechtingsplekken 1 en 6 rechts te liggen zodat de linker- en rechterrij van de collage onderling verbonden kunnen worden.
Aanhechtingsplekken 2 en 3 links liggen op een lijn met respectievelijk aanhechtingsplekken 3 en 4 rechts indien aan de volgende vergelijkingen is voldaan: 15cm — X = 10 + spleetbreedte rechts +X en 15 cm + spleetbreedte links + X= 20 + spleetbreedte rechts -X Dat geeft twee vergelijkingen en die kunnen vereenvoudigd worden door de onderste vergelijking van de bovenste af te trekken tot - Spleetbreedte links — 2X =-10 + 2X 10 — spleetbreedte links=4X X = 2,5 — 0,25*spleetbreedte links. Als hierboven reeds vermeld zijn de werkelijke maten inchmaten, dus er geldt dat X=1 inch - 0,25*spleetbreedte links. Bij een spleetbreedte links van bijvoorbeeld 0,5 mm, is het antwoord dan 1 inch -0,0125 cm=2,53 cm. Om enige speling in maaknauwkeurigheid te kunnen opvangen is X bij voorkeur gelegen tussen 2,45 en 2,55 cm. Het voordeel voor de vermelde uitvoeringsvorm is dat de linker- en rechterrij niet op slechts twee maar op vier punten onderling verbonden kunnen worden door verbindingselementen.
Figuur 10 toont in meer detail een hoek van een fotoframe met gesloten frame en vensterdelen volgens de uitvinding. In de figuur 10 is zichtbaar hoe geleidingswand 57 tussen opstaande rand 54 en uitstaand deel 35 het samenbrengen van twee te monteren framedelen zodanig beïnvloedt dat de delen in de juiste montagepositie worden gebracht en waarin de tussenliggende ruimte 53 ontstaat als gevolg van het op elkaar sluiten van de framedelen. Inkeping 512 zet klemdeel vrij in de aansluiting met het vensterdeel en maakt dat bij het samenvoegen van de twee framedelen dit klemdeel onverstoord naar de klempositie kan worden gebracht. Verder is zichtbaar hoe bolling 32 in het venster is onderbroken door de inkeping 33 in venster 3 voor het klemdeel 51en klemprofiel 31 en er zich in de inkeping 33 tussen het uiteinde van klemdeel 51 een holte 52 bevindt, waar de vinger of een nagel ingestoken kan worden en aldus als aangrijppunt 50 dient om het klemdeel 51 handmatig uitwaarts te bewegen. Deze aangrijppunten 50 zijn het gevolg van de de vorm van het uiteinde van klemdeel 51 en de vorm van de uitsparing 33 in venster 3, waardoor zich een kleine holte vormt tussen klemdeel 51 en venster 3 welke holte in het oppervlak van het venster het mogelijk maakt dat klemdeel 31 zich buiten het venster hoeft uit te strekken en de constructie toch voorzien is van middelen om klemdeel 31 handmatig eenvoudig buitenwaarts te buigen.
Figuren 11 tot en 14 tonen illustraties van verbindingen tussen fotoframes volgens de uitvinding waarbij meerdere gaten 61 zijn aangeduid met 61a en 61b en aan de andere montage zijde van verbindingselement 6 met centraal gat 62 nog twee gaten 61 te zien zijn als 63a en 63b.
Figuur 12 toont een aansluiting van twee frames met een verbindingselement volgens figuur 11 in een platte opstelling waarbij de b gaten van het verbindingselement niet benut zijn en verhoging 55 aangrijpt in de a gaten.
Figuur 13 toont de aansluiting van twee frames waarbij de verbinding een hoek maakt langs twee venster zijde en ten behoeve van deze hoek er meer ruimte nodig is in de afstand tussen de verhogingen in beide frames en voor de montage de b gaten gebruikt zijn om in die vergrote afstand te voorzien.
Figuur 14 toont een vergelijkbare opzet als figuur 13 echter is de hoek van de frames aan de frame zijde gemaakt.
Figuren 15 tot en met 17 tonen voorbeelden van verbindingselementen; Figuur 18 toont een samenstel van de verschillende frame onderdelen waarbij duidelijk wordt hoe het passe-partout 7a of 7b aan deze beide zichtzijde bruikbaar zijn en op zich zelf ook gedraaid kan worden met een verschillende zijde naar de zichtzijde alsmede de draaibaarheid van de afbeelding om zich naar een van beide frame zijde te tonen al dan niet in combinatie met een zijde van het passe-partout.
Figuur 19 toont een samenstel van vijf fotoframes met aan de linkerzijde twee boven elkaar geplaatste vierkante fotoframes en rechts daarvan drie op elkaar aanliggende rechthoekige fotoframes, waarbij alle vijf de fotoframes aan elkaar aansluiten en gezamenlijk een rechthoekige vorm hebben. De fotoframes zijn alle zichtbaar vanaf de vensterzijdes en aan elkaar gekoppeld. Er is in deze figuur een grote afbeelding te zien welke over meerdere fotoframes gezamenlijk in zijn geheel te zien is en het onderbrekend effect van de ruimte tussen frames zichtbaar is.
Figuur 20 toont een samenstel van vijf fotoframes met aan de linkerzijde twee boven elkaar geplaatste vierkante fotoframes en rechts daarvan drie op elkaar aanliggende rechthoekige fotoframes, waarbij alle vijf de fotoframes aan elkaar aansluiten en gezamenlijk een rechthoekige vorm hebben. De fotoframes zijn alle zichtbaar vanaf de vensterzijdes en aan elkaar gekoppeld. Er is in deze figuur in elk fotoframe een eigen afbeelding te zien welke in zijn geheel te zien zijn omdat de vensterzijdes naar de zichtzijde gebruikt zijn. Figuur 21 toont een samenstel van vijf fotoframes met aan de linkerzijde twee boven elkaar geplaatste vierkante fotoframes waarvan de bovenste met vensterzijde en de onderste met framezijde te zien zijn en rechts daarvan drie op elkaar aanliggende rechthoekige fotoframes, waarbij de middelste met framezijde en de onderste en bovenste met vensterzijde te zien zijn. De vijf fotoframes hangen los van elkaar en zijn niet gekoppeld. Elk fotoframe is voorzien van een eigen afbeelding waarbij de twee fotoframes met de framezijde in het aanzicht het frame kader over de afbeelding tonen en dit deel van die afbeeldingen dan niet zichtbaar is.
Figuur 22 toont een verzameling van 7 losse fotoframes waarin de verschillende posities voor de X maten zijn weergegeven.
In figuren 20 en 22 wordt een kenmerk van of voor een geprefereerde uitvoeringsvorm geïllustreerd. De afstand tussen een hoekpunt van het fotoframe en een midden van een klemdeel, en daarmee het midden van een verbindingselement is voor alle formaten gelijk. In de figuren 20 en 22 is deze afstand met X aangeduid. Gelijk is niet te interpreteren als een mathematisch begrip maar als gelijk binnen de maaktoleranties en verbindingstoleranties.
Perfect mathematisch gelijk aan elkaar bestaat niet.
Figuur 23 toont een samenstel van vijf fotoframes met aan de linkerzijde twee boven elkaar geplaatste vierkante fotoframes beide met framezijde te zien zijn en rechts daarvan drie op elkaar aanliggende rechthoekige fotoframes, waarbij alle drie met framezijde te zien zijn. De vijf fotoframes hangen los van elkaar en zijn niet gekoppeld. Elk fotoframe is voorzien van een eigen afbeelding waarbij alle fotoframes met de framezijde in het aanzicht het framekader over de afbeelding tonen en dit deel van die afbeeldingen dan niet zichtbaar is.
Figuur 24 toont een samenstel van vijf fotoframes met aan de linkerzijde twee boven elkaar geplaatste vierkante fotoframes en rechts daarvan drie op elkaar aanliggende rechthoekige fotoframes, waarbij alle vijf de fotoframes aan elkaar aansluiten en gezamenlijk een rechthoekige vorm hebben. De fotoframes zijn alle zichtbaar vanaf de framezijdes en aan elkaar gekoppeld. Er is in deze figuur in elk fotoframe een eigen afbeelding te zien welke achter een passe-partout zijn geplaatst waardoor dit deel van de afbeeldingen niet zichtbaar zijn en welke passe-partouts op zich zelf ter plaatse van de frame bedekt zijn met het framekader over de passe-partout en dit deel van het passe-partout dan niet zichtbaar is.
Figuur 25 toont een samenstel van vijf fotoframes met aan de linkerzijde twee boven elkaar geplaatste vierkante fotoframes en rechts daarvan drie op elkaar aanliggende rechthoekige fotoframes, waarbij alle vijf de fotoframes aan elkaar aansluiten en gezamenlijk een rechthoekige vorm hebben. De fotoframes zijn alle zichtbaar vanaf de vensterzijdes en aan elkaar gekoppeld. Er is in deze figuur in elk fotoframe een eigen afbeelding te zien welke achter een passe-partout zijn geplaatst waardoor dit deel van de afbeeldingen niet zichtbaar zijn en welke passe-partouts op zich zelf achter de vensterzijde in zijn geheel zichtbaar zijn. Figuur 26 toont een samenstel van vijf fotoframes met aan de linkerzijde twee boven elkaar geplaatste vierkante fotoframes en rechts daarvan drie op elkaar aanliggende rechthoekige frames, waarbij alle vijf de frames aan elkaar aansluiten en gezamenlijk een rechthoekige vorm hebben. De fotoframes zijn alle zichtbaar vanaf de framezijdes en aan elkaar gekoppeld. Er is in deze figuur in elk fotoframe een eigen afbeelding te zien welke achter een passe-partout zijn geplaatst waardoor dit deel van de afbeeldingen niet zichtbaar zijn en welke passe-partouts op zich zelf ter plaatse van de frame bedekt zijn met het framekader over de passe-partout en dit deel van het passe-partout dan niet zichtbaar is. In dit samenstel zijn twee frame voorzien van een passe-partout welk met de gearceerde zijde naar het aanzicht is geplaatst en drie passe-partouts zijn met de zwarte zijde naar het aanzicht gemonteerd. Het aan twee zijde bruikbare passe-partout wordt hiermee getoond.
Figuur 27 illustreert een verdere geprefereerde uitvoeringsvorm van een fotoframe volgens de uitvinding. Het venster 3 vertoont aan de randen in het aanzichtvlak nabij de randen een schuine helling of bolling of helling. Deze bolling of helling 32 heeft een optische vergrotend effect met de afbeelding waardoor deze afbeelding oogt verder tot aan de zijde van het fotoframe zich uitstrekt. Figuur 28 illustreert twee fotoframes die verbonden zijn door een verbindingselement 6. De twee verbonden fotoframes kunnen twee relatief kleine fotoframes zijn, in welke geval er zich een relatief smalle spleet met spleetbreedte 2W 1, waarbij W1 de W-waarde is voor een relatief klein fotoframe is, tussen de twee fotoframes. Hetzelfde universele verbindingselement 6 kan ook gebruikt worden voor het verbinden van twee relatief grote fotoframes, ieder met een W-waarde van W3. In dat geval is de spleetbreedte tussen de twee relatief grote fotoframes 2W3. Om deze verschillen alsook kleine variaties in maten op te vangen zijn de openingen in het verbindingselement 6 zo vervaardigd dat er enige speling is verschaft. In figuur 28 is dit door T aangeduid. Door openingen 61 van spleten te voorzien (zie ook figuur 5) wordt ook enige speling verschaft. Figuur 29 illustreert een samenstel van fotoframes. In de figuur is aangegeven welke W- waarden van toepassing zijn. De spleetbreedte tussen twee fotoframes is steeds Wx + Wy waarbij Wx en Wy de W-waarden aan beide zijden van de spleet zijn. Het zal duidelijk zijn dat in het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn en de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven gegeven voorbeelden.
Kort samengevat kan de uitvinding omschreven worden door: Een fotoframe bevat een venster- (1) en framezijde (2), waarbij de vensterzijde een transparant venster (3) bevat. Tussen het venster en de framezijde strekt zich een tussenruimte uit.
Hierin kan een foto of afbeelding geplaatst worden.
De venster- en de framezijde bevatten montageonderdelen (5) voor het aan elkaar monteren van venster- en framezijde.
Een montageonderdeel op de framezijde bevat een flexibel uitstekend klemdeel (51), aan een naar het venster (3) gerichte kant voorzien van een klemprofiel (52) en het venster (3) is voorzien van een complementair klemprofiel (31) aan een rand van het venster (3) waarbij de complementaire klemprofielen (52, 31) in elkaar passen en waarbij in gemonteerde toestand de uitstekende klemdelen (51) een klemkracht (F2) op het venster (3) uitoefenen waarbij de richting van klemkracht (F2) in hoofdzaak in het platte vlak van het venster valt.

Claims (16)

Conclusies:
1. Fotoframe bevattende een venster- (1) en framezijde (2), waarbij de vensterzijde een transparant venster (3) bevat en waarbij zich tussen het transparante venster en de framezijde een tussenruimte uitstrekt voor het plaatsen van een vlak object (4) zijnde een foto of afbeelding welke zichtbaar naar een van beide zijden tonend geplaatst kan worden en waarbij de venster- en de framezijde montageonderdelen (5) bevatten voor het aan elkaar monteren van venster- en framezijde en daarmee het vlakke object insluiten, met het kenmerk, dat een montageonderdeel op de framezijde een flexibel uitstekend klemdeel (51) bevat, aan een naar het venster (3) gerichte kant voorzien van een klemprofiel (52) en het venster (3) is voorzien van een complementair klemprofiel (31) aan een rand van het venster (3) waarbij de complementaire klemprofielen (52, 31) in elkaar passen en waarbij in gemonteerde toestand de uitstekende klemdelen (51) een klemkracht (F2) op het venster (3) uitoefenen waarbij de richting van klemkracht (F2) in hoofdzaak in het platte vlak van het venster valt en met welke klemkracht het venster (3) in gemonteerde toestand aan de framezijde is verbonden.
2. Fotoframe volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat klemdelen (5) van beide zijde uit één en het zelfde materiaal vervaardigd zijn als de zijde waarin zij verwerkt zitten.
3. Fotoframe volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de klemdelen (51) althans nagenoeg niet buiten het buitenoppervlak van het venster (3) uitsteken.
4. Fotoframe volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klemprofielen van het venster voorzien zijn in uitsparingen aan de rand welke minder dan 10% van de lengte van de rand uitmaken.
5. Fotoframe volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klemprofielen van het venster voorzien zijn in uitsparingen aan alle zijden van het venster (3).
6. Fotoframe volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de binnenzijde van flexibel uitstekend klemdeel (51) een spleet (511) is voorzien.
7. Fotoframe volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan weerszijden van het klemdeel (51) een inkeping (53) is voorzien.
8. Fotoframe volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rand van het venster (3) een afronding of afschuining (32) naar de buitenrand van het venster (3) vertoont.
9. Fotoframesysteem bevattende ten minste twee fotoframes volgens een der voorgaande conclusies en een vlak verbindingselement (6) voor het onderling verbinden van twee fotoframes, waarbij het verbindingselement een of meer centrale openingen (62) bevat voor het ontvangen van aanliggende klemdelen (51) van te verbinden fotoframes en in geassembleerde toestand delen van het verbindingselement gelegen aan weerszijden van de een of meer centrale openingen (62) geklemd zijn in ten minste twee fotoframes.
10. Fotoframesysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het verbindingselement één centrale opening (62) bevat.
11. Fotoframesysteem volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat een of beide fotoframes voorzien zijn van een inlegruimte (56) voor het ontvangen van het in te klemmen deel van het verbindingselement (6).
12. Fotoframesysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de inlegruimte (56) voorzien is van een verhoogd deel (55) en het verbindingselement (6) voorzien 1s van een opening (61) corresponderend met het verhoogde deel (55).
13. Fotoframesysteem volgens een der conclusies 9 tot en met 12, met het kenmerk, dat de te verbinden of verbonden fotoframes verschillend van formaat zijn en de afstand (X) tussen een hoekpunt van ieder van de fotoframes en een midden van een klemdeel (51) voor de verschillende formaten gelijk is.
14. Fotoframe kennelijk voor gebruik in een fotoframesysteem volgens conclusies 11, 12 of 13.
15. Verbindingselement (6), kennelijk voor gebruik in een fotoframesysteem volgens een der conclusies 9 tot en met 13.
16. Fotoframesysteem volgens een der conclusies 9 tot en met 13 bevattende een collage met meerdere rijen fotoframes van verschillende maten verbonden door verbindingselementen (6), waarbij de fotoframes gescheiden zijn door scheidingsafstanden tussen naast en/of elkaar liggende afbeeldingen in de fotoframes waarbij de som van alle scheidingsafstanden langs een lijn in verticale en/of horizontale richting over de collage een gevolg is van de combinatie van de dikte van klemdelen (51) en tussenruimtes W in relatie tot de positie van verhoogte delen (55) en daarmee althans in hoofdzaak gelijk is.
NL2026868A 2020-11-11 2020-11-11 Fotoframe bevattende een venster- en framezijde, fotoframesysteem, verbindingselement. NL2026868B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2026868A NL2026868B1 (nl) 2020-11-11 2020-11-11 Fotoframe bevattende een venster- en framezijde, fotoframesysteem, verbindingselement.
EP21207563.4A EP4000469A1 (en) 2020-11-11 2021-11-10 Picture frame comprising a viewing window side and a frame side, picture frame system, connecting element
US17/523,588 US20220142381A1 (en) 2020-11-11 2021-11-10 Picture frame comprising a viewing window side and a frame side, picture frame system, connecting element

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2026868A NL2026868B1 (nl) 2020-11-11 2020-11-11 Fotoframe bevattende een venster- en framezijde, fotoframesysteem, verbindingselement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2026868B1 true NL2026868B1 (nl) 2022-06-28

Family

ID=74347665

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2026868A NL2026868B1 (nl) 2020-11-11 2020-11-11 Fotoframe bevattende een venster- en framezijde, fotoframesysteem, verbindingselement.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US20220142381A1 (nl)
EP (1) EP4000469A1 (nl)
NL (1) NL2026868B1 (nl)

Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4609770A (en) 1983-12-08 1986-09-02 Fuji Electric Corporate Research & Development Ltd. Thin-film solar cell array
US4608770A (en) 1984-07-30 1986-09-02 Gray Robert R Snap fitting picture frame collage
US5544438A (en) 1995-04-03 1996-08-13 Fazekas; James I. Card and picture holder
US5544436A (en) 1994-01-25 1996-08-13 Lefkowitz; Jay Multi-photo display apparatus
US6230428B1 (en) * 1996-03-01 2001-05-15 Stephen D. Albin Picture frame connector
JP2002066218A (ja) 2000-08-25 2002-03-05 Toto Ltd 浄水装置
US20020066218A1 (en) 2000-12-05 2002-06-06 Darby Richard J. Reclosable picture frame device with transparent overlay and non-skid backing for displaying a plurality of photographs
US20070051023A1 (en) * 2003-07-31 2007-03-08 Sosa Bravo Juan A Display assembly for laminar objects
US20110016758A1 (en) 2009-07-27 2011-01-27 Radcliffe Arthur J Transparent picture frame
JP2011041778A (ja) 2009-08-21 2011-03-03 Haruo Matsuura 額縁形透明フレーム
FR2963222A1 (fr) * 2010-07-29 2012-02-03 Philippe Hache Element mobilier modulaire
WO2015089320A1 (en) * 2013-12-11 2015-06-18 Tag108, Inc. Modular frame assembly and methods to use the same
CN105832068A (zh) 2016-05-18 2016-08-10 湖南大学 一种透明亚克力板相框

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8201377B2 (en) 2004-11-05 2012-06-19 Faus Group, Inc. Flooring system having multiple alignment points

Patent Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4609770A (en) 1983-12-08 1986-09-02 Fuji Electric Corporate Research & Development Ltd. Thin-film solar cell array
US4608770A (en) 1984-07-30 1986-09-02 Gray Robert R Snap fitting picture frame collage
US5544436A (en) 1994-01-25 1996-08-13 Lefkowitz; Jay Multi-photo display apparatus
US5544438A (en) 1995-04-03 1996-08-13 Fazekas; James I. Card and picture holder
US6230428B1 (en) * 1996-03-01 2001-05-15 Stephen D. Albin Picture frame connector
JP2002066218A (ja) 2000-08-25 2002-03-05 Toto Ltd 浄水装置
US20020066218A1 (en) 2000-12-05 2002-06-06 Darby Richard J. Reclosable picture frame device with transparent overlay and non-skid backing for displaying a plurality of photographs
US20070051023A1 (en) * 2003-07-31 2007-03-08 Sosa Bravo Juan A Display assembly for laminar objects
US20110016758A1 (en) 2009-07-27 2011-01-27 Radcliffe Arthur J Transparent picture frame
JP2011041778A (ja) 2009-08-21 2011-03-03 Haruo Matsuura 額縁形透明フレーム
FR2963222A1 (fr) * 2010-07-29 2012-02-03 Philippe Hache Element mobilier modulaire
WO2015089320A1 (en) * 2013-12-11 2015-06-18 Tag108, Inc. Modular frame assembly and methods to use the same
CN105832068A (zh) 2016-05-18 2016-08-10 湖南大学 一种透明亚克力板相框

Also Published As

Publication number Publication date
EP4000469A1 (en) 2022-05-25
US20220142381A1 (en) 2022-05-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1157368B1 (en) A device for displaying information
US6070350A (en) Display/viewer for multiple, 3D, and other special visual effects
MXPA97004812A (en) Multiple picture image exhibitors
US20050129460A1 (en) Modular frame corners
BE1011359A5 (nl) Projectiescherm voor naast en/of boven elkaar geplaatste beeldweergave-inrichtingen.
JP2010008589A (ja) 映像立体的認識装置
NL2026868B1 (nl) Fotoframe bevattende een venster- en framezijde, fotoframesysteem, verbindingselement.
JPH07502838A (ja) 画像フレーム
EP0193088B1 (en) Transmission type screen apparatus
US3645025A (en) Picture frame
KR20200040372A (ko) 탁상용 달력
EP1434079A1 (en) Autostereoscopic display system
WO2015131648A1 (zh) 一种立体观屏镜
AU684266B2 (en) Stereoscopic viewing device
US6845584B2 (en) Pictorial display
JP2016151763A (ja) 空間映像結像方法及びその装置
US5058990A (en) Stereoscopic viewer and view panels therefor
JP3207801U (ja) オートステレオスコピックディスプレイ
JP2520157Y2 (ja) 立体視装置
US20030192219A1 (en) Pictorial display
CN107966759B (zh) 一种背光模组
EP0884015A2 (en) Panel framing assembly
NL1018837C1 (nl) Panoramakaart.
EP1307123A2 (de) Bildhalter
JP3092200U (ja) 表示装置