NL2026481B1 - Conveyor - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transporteurstelsel, in een frame met een door rollen samengesteld in hoofdzaak vlak transportoppervlak voor het in een transportrichting T transporteren van producten naar een eindstation met eindaanslag, - waarbij het frame een randdeel met rolassleuven met elk een rolassleufbenedeneinde omvat waarin rolassen verplaatsbaar opgenomen zijn, - waarbij het transporteurstelsel voorts omvat een rollenasbalk met een aandrijfband aangebracht tegen de rollen voor het roteren van de rollen om daarmee de producten te transporteren, waarbij bij het door een product bereiken van de eindaanslag of bij het door een product bereiken van een voorgaand aangekomen product de genoemde aandrijfband onder de rollen onder deze aangekomen producten door slipt, en - waarbij met een verbindingselement tussen genoemde rollenasbalk en het frame een maximale duwkracht die deze producten buffert verkregen wordt. Dit verbindingselement omvat in het ene uitvoeringsvoorbeeld onder meer een stelsel van veren en in een verder uitvoeringsvoorbeeld onder meer een hefboomstelsel. Verder omvat deze uitvinding een werkwijze voor het met een bovengenoemd transporteurstelsel verkrijgen van een dergelijke maximale duwkracht. Vlet groot voordeel wordt met deze uitvinding het kruien van de aangevoerde producten vermeden waardoor verdere verwerking hiervan zoals verpakken, alsmede het beschadigen van de producten, vermeden wordt.

Description

Conveyor De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het op roterende rollen van een transporteur in transportrichting T transporteren van een rij van producten naar een eindstation waar de producten een eindpositie bereiken en als rij gebufferd worden, waarbij de producten op de genoemde roterende rollen getransporteerd worden, waarbij bij de eindpositie bufferen met stilstand van de rollen onder de gebufferde producten verkregen wordt.

Voorts heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een transporteur of transporteurstelsel, in een frame met een door rollen samengesteld in hoofdzaak vlak transportoppervlak voor het in een transportrichting T transporteren van producten naar een eindstation met eindaanslag, met een aandrijfband aangebracht tegen de rollen voor het roteren van de rollen om daarmee de producten te transporteren, voor het uitvoeren van de hiervoor vermelde werkwijze.

Bovengenoemde werkwijze, transporteurs, en transporteurstelsels, zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld toegepast voor het transporteren van producten naar een eindstation. Bij dit eindstation zal een volgende verwerkingsstap uitgevoerd worden, bijvoorbeeld het opnemen van deze producten, handmatig dan wel machinematig met bijvoorbeeld een grijper of een robot, waarna verdere verpakkingshandelingen uitgevoerd kunnen worden. Meer in het bijzonder zullen bij aankomst bij het eindstation meestal een aantal producten tegen een eindplaat, eindaanslag of eindbalk geduwd worden om daarmee een groep, bijvoorbeeld een rij, te formeren die vervolgens opgepakt kan worden. Het op deze wijze verzamelen van losse producten en tot stand komen van een dergelijke groep, soms ook zeer nauwkeurig in patronen, wordt ook wel bufferen genoemd, te weten het handelen vooraf aan verdere verwerking, zoals bijvoorbeeld de hierboven genoemde verpakkingshandelingen.

Bij genoemd duwen kunnen zich meerdere situaties voordoen, al dan niet gelijktijdig.

De producten, bijvoorbeeld grote of kleine dozen, worden tegen elkaar aangeduwd terwijl de rollen slippend onder de gevormde rij doordraaien.

Regelmatig zal het voorkomen dat de producten gaan ‘kruien’, te weten op elkaar geduwd worden, al dan niet in combinatie met gedeeltelijk slippen als hiervoor vermeld.

Het zal duidelijk zijn dat dit kruien, met mogelijke beschadigingen voor de producten en energieverlies bij de aandrijvingen, voorkomen dient te worden, vooral omdat de verwerkingsstap bij kruien na het bufferen veelal onmogelijk wordt gemaakt.

Dergelijke transporteurs zijn bijvoorbeeld bekend, bijvoorbeeld uit WO2016195497, waarbij de beschreven transporteur wordt toegepast voor zowel transport, waaronder begrepen transport bijvoorbeeld omhoog om een hoogteverschil te overbruggen, alsook om te bufferen.

Om deze beide functies met rollen welke in principe vrijdraaiend zijn te realiseren, is respectievelijk enerzijds voorzien in tussen de rollen zonodig omhoog bewegende meenemers en anderzijds in een geschikte combinatie van aandrijfband en roloppervlak voor het op geschikte wijze transporteren en bufferen.

In het bijzonder voor het bufferen is voorts een geschikte keuze van materialen en afmetingen gerealiseerd om de benodigde combinatie van wrijving en aandrijfkoppel te verkrijgen.

Voorts zal externe of automatische detectie, alsmede de bijhorende bediening van schakelelementen de besturing daarvan, vereist zijn om de meenemers tijdens transport of bufferen in te voegen of weg te trekken.

Bovendien zal een optimale werking een voldoend lang rollenstelsel nodig maken.

Een geheel ander systeem wordt beschreven in NL1013144, te weten een frame met rollentransporteur, waarbij een onderliggende aandrijfband de rollen met oplegringen aandrijft middels wrijving tussen de aandrijfband en de respectieve oplegringen.

De assen met oplegringen zijn vrijdraaiend aangebracht in uitsparingen in het frame waarbij deze uitsparingen verplaatsingen van deze rollen mogelijk maken, horizontaal over een zekere transportiengte en verticaal vanwege een helling.

Wanneer bij bufferen producten zoals dozen vervolgens opgeduwd dreigen te worden worden de rollen middels de oplegringen enigszins tegen de helling omhoog geduwd zodat de wrijvingskracht verkleind wordt en de rollen terplaatse onder juist deze rollen minder draaien.

Ook bij een dergelijk systeem zal kruien uiteindelijk niet voorkomen kunnen worden omdat de duwkracht al maar zal toenemen.

Tevens zullen de enigszins omhoogkomende rollen kleine hoogteverschillen tussen de producten geven en daarmee kantelen van de producten in hand werken.

Voor elke deskundige zal duidelijk zijn dat een aanmerkelijk deel van bovengeschetst probleem gezocht moet worden in de wrijving tussen de roloppervlakken en de producten, te weten de bodemoppervlakken van de producten, zoals dozen.

Meer in het bijzonder is het probleem gelegen in het kiezen van een wrijvingscoéfficiént die bij wijzigen van te transporteren product, bijvoorbeeld een ander type doos van dienovereenkomstig ander materiaal, op de gewenste wijze blijft bufferen, meer in het bijzonder met slip zoals hiervoor aangegeven.

In het algemeen worden voor de wrijvingscoéfficiént waarden gekozen tussen 0.2 en 0.8. Echter moet worden opgemerkt dat voor veel typen producten bij het bufferen hiervan toch kruien optreedt omdat de duwkracht niet of onvoldoende bestuurbaar is.

Ten einde dit probleem te verhelpen verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze volgens bovenstaande aanhef waarbij een maximale duwkracht bij bufferen van de producten bij het eindstation verkregen wordt.

Meer in het bijzonder heeft de werkwijze het kenmerk dat de maximale duwkracht bij bufferen verkregen wordt met een veerkracht. Verder verschaft de onderhavige uitvinding een transporteur of transporteurstelsel volgens bovenvermelde aanhef, waarbij het frame een randdeel met rolassleuven met elk een rolassleufbenedeneinde omvat waarin de rolassen verplaatsbaar opgenomen zijn, en waarbij met een verbindingselement tussen genoemde rollenasbalk en het frame een maximale duwkracht die deze producten buffert verkregen wordt.

Met bovenbeschreven maatregelen wordt op doeltreffende wijze bereikt dat voor zeer veel situaties kruien vermeden wordt. Op geschikte wijze kunnen dergelijke transporteurs voor het verzamelen en bufferen van velerlei producten, in het bijzonder verpakkingselementen zoals dozen, meer in het bijzonder van dozen welke niet alle exact dezelfde vorm hebben maar kleine onderlinge afwijkingen vertonen, toegepast worden. Hierna zullen aan de hand van een tekening de details van de onderhavige uitvinding beschreven worden.

Meer in het bijzonder omvat de tekening FIGUREN 1, 2, en 3. waarbij FIGUUR 1 een zijaanzicht toont van een dwarsdoorsnede door een transporteurstelsel volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige uitvinding waarin een enkel product gebufferd wordt,

waarbij FIGUUR 2 eenzelfde zijaanzicht toont van de dwarsdoorsnede volgens FIGUUR 1 waarin meerdere producten gebufferd worden, en waarbij FIGUUR 3 een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding laat zien. 5 In deze FIGUREN verwijzen dezelfde cijfers en letters daar dezelfde onderdelen en kenmerken, In FIGUUR 1 is een zijaanzicht getoond van een dwarsdoorsnede door een transporteurstelsel 1 volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige uitvinding.

Dit omvat een frame 2 en een met een verbindingselement daarmee verbonden of gekoppelde rollenasbalk 6. in een randdeel van het frame 2 bevinden zich in hoofdzaak zich verticaal uitstrekkende rolassleuven 5 met rolassleufbenedeneinden waarin rolassen 4 van rollen 3 van dit stelsel 1 verplaatsbaar opgenomen zijn.

Als te zien in FIGUUR 1 rusten de rollen op een aandrijfband 7 die deel uitmaakt van en aangebracht is op de rollenasbalk 6. In het algemeen is een dergelijke aandrijfband 7 eindloos en wordt deze op gebruikelijke wijze over eindwielen geleid waarvan er bijvoorbeeld één aangedreven wordt, bijvoorbeeld met een electromotor.

Voorts is transportrichting T aangegeven waarin de producten P, in het getoonde geval eierdozen, verplaatst worden wanneer de rollen gaan roteren als gevolg van wrijving tussen de rollen 3 en de aandrijfband 7. Aan het einde van het transporttraject is een eindaanslag 8 weergegeven.

Deze dient om de in transportrichting T aangevoerde producten P tegen te houden, In het algemeen zullen na aanvoer van enkele van deze producten P verdere verwerkingsstappen plaatsvinden.

Bijvoorbeeld wordt een groep van bijvoorbeeld drie tegen elkaar geschoven dozen P opgepakt en in een grote verpakkingsdoos geplaatst, hetzij handmatig, hetzij automatisch, bijvoorbeeld met een robot.

Aangezien het in FIGUUR 1 slechts een aanzicht vanuit een enkele richting geeft kunnen het meerdere rijen, in de FIGUUR achter elkaar, zijn, die dan gezamenlijk opgepakt kunnen worden.

De materialen zijn zo gekozen dat bij aandrijven van de band 7 de rollen onder deze eierdoos P die aangeschoven is tegen de eindaanslag 8, stil staan, waarbij de band 7 onder deze rollen door slipt.

In FIGUUR 2 is eenzelfde aanzicht getoond, nu voor het geval er vijf dozen tegen de eindaanslag 8 aangeschoven zijn. In deze FIGUUR 2 is in detail weergegeven hoe bij deze last, te weten de vijf eierdozen P, de rolassen 4 verder in de rolassleuven 5 gezakt zijn naar benedeneinden hiervan. Zoals hierboven vermeld voor de ene eierdoos P tegen de eindaanslag 8 geldt ook voor deze rij van vijf dozen dat de zich hieronder bevindende rollen 3 niet draaien en de aandrijfband 7 hier onderdoor slipt. In de FIGUREN 1 en 2 is voor twee werksituaties een verbindingselement volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding weergegeven. In het bijzonder omvat het verbindingselement twee delen, te weten een stelsel van twee veren 9 en, hier weergegeven, twee pen — sleuf verbindingen 10, 11. De twee veren 9 a,b ondersteunen de rollenasbalk 6 en drukken tegen het frame 2 door middel van de twee pen-sleuf verbindingen welke gevormd worden door twee rollenasbalksleuven 10 a,b met rollenasbalksieufeinden aangebracht in rollenasbalk 6, en twee daarbij horende rollenasbalkpennen 11 a,b aangebracht op en uitstekende vanaf het frame 2. Meer in het bijzonder zal door deze combinatie van pennen 11 en sleuven 10 middels het aandrukken door de veren 9 een voorspanning gegenereerd worden zodat bij het aanvoeren van de eerste producten P de pennen 11 tegen de rollenasbalksleufeinden van de sleuven 10 gedrukt blijven. In het algemeen worden stugge veren 9 toegepast. Voor de deskundige zal duidelijk zijn dat voor de onderhavige uitvinding tenminste een enkele veer 9 en daarbij een pen — sleuf verbinding 10, 11 vereist zijn.

Hierna zal in het kort voor enkele opeenvolgende werksituaties de uitwerking van de bovengenoemde combinatie van maatregelen toegelicht worden waarbij voor een toenemende duwkracht de onderhavige uitvinding voorziet in het verkrijgen van een situatie waarin deze duwkracht maximaal wordt.

Als aangegeven in FIGUUR 1 bij aanvoer van een enkel product P bevinden de rolassen 4 van de rollen 3 zich boven in de rolassleuven 5 die in een randdeel van het frame 2 aangebracht zijn.

Deze situatie zal onveranderd blijven voor situaties vanaf het allereerste begin wanneer nog geen product P op de rollen 3 staat tot aanvoer van een zeker aantal producten P welke dan gezamenlijk tenminste een welbepaald gewicht samenstellen.

Dit welbepaalde gewicht komt overeen met de aandrukkracht waarmee de veren 9 welke de rollenasbalk 6 ondersteunen deze balk 6 tevens middels de sleuven

10 tegen de pennen 11 aandrukken en daarmee een voorspanningstraject geven.

Bij dat gewicht wordt deze aandrukkracht of voorspanning van de veren 9 gecompenseerd of geëvenaard en zullen de pennen 11 loskomen van de sleuven 10. Opgemerkt wordt dat het genoemde gezamenlijke gewicht in het algemeen niet exact overeenkomt met de genoemde voorspanning, omdat aanvoer van producten P met een dergelijke transporteur nu eenmaal betekent dat er verschillende productstromen verwerkt zullen worden met telkens dienovereenkomstig andere typen producten P {met andere individuele gewichten} maar ook dat in een productstroom van alle dezelfde producten P kleine onderlinge verschillen tussen de producten P kunnen bestaan.

Dit laatste is zeker het geval bij eierdozen waarin eieren met wisselende gewichten verpakt en vervoerd zullen worden.

Meer in het bijzonder wordt opgemerkt dat bij eerste overschrijding van de bovengenoemde voorspanning de pennen 11 loskomen van de sleuven 11. Dit zal bij de gekozen instellingen, meer in het bijzonder bij de keuze van de veren 9 die stug zijn als hierboven vermeld, een kleine indrukafstand (loskomafstand) betreffen, bijvoorbeeld enkele mm. Deze zelfde afstand zullen de rolassen 4 in de rolassleuven 5 naar beneden zakken of naar beneden verplaatst worden, Bij nog een volgend product P zal de kleine of geringe afstand tot de benedeneinden van rolassleuven verder overbrugd worden waarbij de rolassen 4 dan op de benedeneinden van de rolassleuven 5 rusten.

De twee hierboven toegelichte situaties, te weten het loskomen van de pennen 11 van de sleuven 10, en het geheel in de rolassleuven 5 zakken van de rolassen 4, zijn bepalend voor het verloop van de duwkracht die geleverd wordt door de aandrijfband 7. Voor elke deskundige zal duidelijk zijn dat deze duwkracht geleverd wordt door de wrijvingskracht die weer bepaald wordt door reactie op de gewichtskracht en de afhankelijkheid van de wrijvingscoëfficient. Meer in het bijzonder geldt dat in het traject waarin de voorspanning zal afnemen en geëvenaard wordt, de duwkracht dienovereenkomstig zal toenemen. Zodra de rolassen 4 tegen de benedeneinden van de rolassleuven 5 komen zal de duwkracht niet verder toenemen, met andere woorden een maximale waarde bereiken. Dit resultaat betekent dat instellingen zo gekozen kunnen worden dat kruien van producten P geheel vermeden wordt. Bovendien kunnen keuzes en combinaties gemaakt worden voor delen van de rolasoppervlakken, voor rolasdiameters, en voor transportvlak hellingen waarvoor dienovereenkomstig componenten van de gewichtskrachten in rekening gebracht moeten worden, welke keuzes en combinaties verdere geschikte transportsituaties mogelijk maken.

Een verder voordeel van de bovenbeschreven situatie is de genoemde kleine of geringe afstanden welke de rolassen 4 in de bijhorende sleuven 5 zullen zakken zodat het transportoppervlak voor alle werksituaties nagenoeg dezelfde hoogtepositie zal hebben.

Opgemerkt wordt dat eveneens een maximale duwkracht bereikt wordt wanneer de pen — sleuf verbinding met pennen 11 en sleuven 10 niet toegepast wordt. Echter, aangezien daar geen voorspanningstraject om het genoemde welbepaalde gewicht te bereiken van toepassing is, zullen de veren 9 over een aanmerkelijk grotere afstand ingedrukt worden voordat de bovengenoemde benedeneinden van de rolassleuven 5 bereikt worden. Dit betekent dat het transportoppervlak van de transporteur dienovereenkomstig op een andere hoogte de positie zal bereiken waarbij de maximale duwkracht verkregen wordt. Hierna zal nog een verder uitvoeringsvoorbeeld besproken worden waarbij een verbindingselement toegepast wordt waarbij op een andere wijze dan met een stelsel veren een deel van het gewicht gecompenseerd wordt.

In FIGUUR 3 is in stereometrisch aanzicht een deel van een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding getoond, met transporteurstel 1, frame 2, rollen 3, en rolas 4 voor een enkele rol in dit aanzicht, beweegbaar aangebracht in een rolassleuf 5 in een bovenrand van het frame 2. Een rollenasbalkpen 11, verbonden met en uitstekend vanaf het frame 2, is beweegbaar opgenomen in een rollenasbalksleuf 10, aangebracht in een rollenasbalk 6, De rollen 3 worden op bekende wijze aangedreven met een aandrijfband 7, aangebracht op de rollenasbalk 6, op dezelfde wijze als aangegeven voor de FIGUREN 1en2. Als verbindingselement tussen het frame 2 en de rollenasbalk 6 fungeert nu een hefboomstelsel 20, met contralast 21, een stelsleuf 22 voor het plaatsen van de contralast 21 in een arm van dit hefboomstelsel, een draaias 23 die verbonden is met het frame 2, en een verbindingspen 24 die verbonden is met de rollenasbalk 6.

Op dezelfde wijze als toegelicht voor het eerste uitvoeringsvoorbeeld, zullen de rollen 3 met rolassen 4 in de rolassleuven 5 zakken waarbij een met de contralast 21 ingesteld maximum voor de duwkracht bereikt wordt, en zal de aandrijfband 7 weer onder de rollen 3 doorslippen bij bereiken van een (niet weergegeven) eindaanslag.

Het evenaren van de hefboomkracht, die zijn uitwerking via de hefboom 20 heeft aan de {in FIGUUR 3) linkerzijde van de draaias 23 terplaatse van de verbindingspen 24, vindt plaats bij aanvoer van een stroom producten P op soortgelijke wijze als aangegeven voor de veren 9 in de FIGUREN 1 en 2. Ook in dit uitvoeringsvoorbeeld zullen de rolassen 4 op zeker moment in de rolassleuven 5 zakken waarbij de maximum duwkracht bereikt wordt. Voor elke deskundige zal duidelijk zijn dat er naast de uitvoeringsvoorbeelden en de mogelijke combinaties verdere varianten op de bovenbeschreven maatregelen mogelijk zijn. Een verdere variant betreft het omkeren van de posities van pennen 11 en sleuven 10, te weten het bevestigen van de pennen 11 met de balk 6 en de sleuven aanbrengen in het frame 2. Ook met deze constructie kan de hierboven toegelichte maximale duwkracht verkregen worden waarbij de pennen 11 in deze toepassing tegen een boveneinde van de sleuven 10 gedrukt worden. In nog een verdere variant kunnen verdere uitvoeringen van aandrijfbanden 7 toegepast worden waarbij de rolassen 4 hetzij aan een enkele zijde, hetzij aan beide zijden aangedreven worden. Daarmee kan de aandrijfkracht van de aandrijfband 7 gevarieerd worden welke direct samenhangt met de wrijvingskracht, en daarmee met de duwkracht. Voor elke deskundige zal duidelijk zijn dat kleine wijzigingen en kleine varianten van de uitvoeringen welke hierboven toegelicht zijn beschouwd worden binnen de beschermingsomvang te vallen van de aangehechte conclusies.

LEGENDA 1 rollentransporteur 93,b balksteunveren 2 frame 10a,b rollenasbalksleuven 3 rollen 113, rollenasbalkpennen 4 rolas 20 hefboom rolassleuf 21 contralast 6 rollenasbalk 22 stelsleuf 7 aandrijfband 23 draaias 8 eindaanslag 24 verbindingspen

5

Claims (7)

Conclusies/ ClaimsConclusions/ Claims 1. Werkwijze voor het op roterende rollen van een in een frame opgenomen transporteur in transportrichting T transporteren van een rij van producten naar een eindstation waar de producten een eindpositie bereiken en als rij gebufferd worden, omvattend, - het transporteren van producten op de genoemde roterende rollen naar de eindpositie, - het roteren van de rollen met een aandrijfband aangebracht tegen de rollen, waarbij voor de rollen onder de gebufferde producten stilstand tussen de rollen en de producten, en slip tussen deze rollen en de aandrijfband, verkregen wordt, en - het verkrijgen van een maximale duwkracht bij bufferen van deze producten bij het eindstation.A method for conveying a row of products on rotating rollers of a framed conveyor in conveying direction T of a row of products to a terminal station where the products reach an end position and are buffered as a row, comprising - conveying products on said rotary rollers to the end position, - rotating the rollers with a drive belt arranged against the rollers, whereby for the rollers under the buffered products, standstill between the rollers and the products, and slip between these rollers and the drive belt, is obtained, and - the obtaining a maximum pushing force when buffering these products at the terminal station. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de maximale duwkracht bij bufferen verkregen wordt met een veerkracht.Method according to claim 1, characterized in that the maximum pushing force during buffering is obtained with a spring force. 3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de maximale duwkracht verkregen wordt met een hefboom met een contralast.Method according to claim 1, characterized in that the maximum pushing force is obtained with a lever with a counterload. 4. Transporteurstelsel, in een frame met een door rollen samengesteld in hoofdzaak vlak transportoppervlak voor het in een transportrichting T transporteren van producten naar een eindstation met eindaanslag, - waarbij het frame een randdeel met rolassleuven met elk een rolassleufbenedeneinde omvat waarin rolassen verplaatsbaar opgenomen zijn, - waarbij het transporteurstelsel voorts omvat een rollenasbalk met een aandrijfband aangebracht tegen de rollen voor het roteren van de rollen om daarmee de producten te transporteren, waarbij bij het door een product bereiken van de eindaanslag of bij het door een product bereiken van een voorgaand aangekomen product de genoemde aandrijfband onder de rollen onder deze aangekomen producten door slipt, en - waarbij met een verbindingselement tussen genoemde rollenasbalk en het frame een maximale duwkracht die deze producten buffert verkregen wordt.4. Conveyor system, in a frame with a substantially flat conveying surface composed by rollers for conveying products in a conveying direction T to a terminal station with end stop, the frame comprising an edge portion with roller shaft slots each having a roller shaft slot lower end in which roller shafts are movably accommodated, - wherein the conveyor system further comprises a roller shaft beam with a drive belt mounted against the rollers for rotating the rollers to transport the products therewith, whereby the end stop is reached by a product or when a previously arrived product is reached by a product the said drive belt slips under the rollers under these arrived products, and - whereby a maximum pushing force is obtained which buffers these products with a connecting element between said roller axle beam and the frame. 5. Transporteurstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het verbindingselement tenminste een enkele veer omvat die de rollenasbalk steunt op het frame, waarbij bij aanvoer van producten deze tegen de aanslag geschoven worden, de rolassen benedenwaarts in de rolassleuven verplaatst worden en bij een welbepaald gewicht van deze producten de rolassen op genoemde benedeneinden rusten, waarbij bij de genoemde benedenwaartse verplaatsing van de rollenassen een duwkracht met de eindaanslag opgebouwd wordt en bij bereiken van de rolassleufbenedeneinden de duwkracht een maximale waarde bereikt.Conveyor system according to claim 4, characterized in that the connecting element comprises at least a single spring which supports the roller shaft beam on the frame, whereby when products are supplied these are pushed against the stop, the roller shafts are moved downwards in the roller shaft slots and at a With a specific weight of these products, the roller shafts rest on said lower ends, wherein a pushing force is built up with the end stop during said downward displacement of the roller shafts and when the roller shaft slot lower ends are reached the pushing force reaches a maximum value. 6. Transporteurstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het verbindingselement omvat, - tenminste een enkele veer, die de rollenasbalk steunt op het frame en daarbij ingedrukt wordt, en - een pen — sleuf verbinding, met tenminste een enkele rollenasbalkpen bevestigd aan en uitstekend vanaf het frame, en met dienovereenkomstig tenminste een enkele rollenasbalksleuf met een rollenasbalksleufbenedeneinde in de rollenasbalk, waarbij in onbelaste situatie van de rollen de genoemde veer de rollenasbalk in de pen — sleuf verbinding de pen met een welbepaalde indrukkracht tegen genoemd rollenasbalksleufbenedeneinde drukt en waarbij de rolassen zich op een kleine afstand van de rolassleufbenedeneinden bevinden, en waarbij bij toenemende belasting van de rollen bij aanvoer van producten in dienovereenkomstig toenemende mate de indrukkracht verminderd wordt totdat de rollenasbalkpen loskomt van het rollenasbalksleufbenedeneinde waarna vervolgens bij verdere aanvoer van producten de rollenassen naar de rolassleufbenedeneinden zakken, waarbij bij de genoemde toenemende belasting de duwkracht toeneemt en bij het door de rolassen bereiken van de rolassleufbenedeneinden een maximale duwkracht verkregen wordt,Conveyor system according to claim 4, characterized in that the connecting element comprises - at least a single spring which supports the roller axle beam on the frame and is thereby compressed, and - a pin-slot connection, having at least a single roller axle beam pin attached to and projecting from the frame, and correspondingly having at least a single roller axle beam slot with a roller axle beam slot lower end in the roller axle beam, wherein in the unloaded condition of the rollers said spring presses the roller axle beam into the pin-slot connection of the pin with a predetermined depressing force against said roller axle beam slot lower end and wherein the roller shafts are located a short distance from the roller shaft slot lower ends, and with increasing load on the rollers when feeding products, the compression force is reduced accordingly to an increasing extent until the roller shaft beam pin disengages from the roller shaft slot lower end whereupon with further product feeds the rollers the shafts descend to the roller shaft slot lower ends, whereby with the said increasing load the pushing force increases and a maximum pushing force is obtained when the roller shafts reach the roller shaft slot lower ends, 7. Transporteurstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het verbindingselement een hefboomstelsel met contralast omvat - met een draaias, die verbonden is met het frame, en - met een pen — sleuf verbinding, met een rollenasbalkpen, bevestigd aan en uitstekend vanaf het frame,Conveyor system according to claim 4, characterized in that the connecting element comprises a counter-loaded lever system - having a pivot shaft connected to the frame, and - having a pin-slot connection, having a roller shaft beam pin attached to and projecting from the said frame. frame, met dienovereenkomstig een rollenasbalksleuf met een rollenasbalksleufbenedeneinde in de rollenasbalk, en met een verbindingspen die verbonden is met de rollenasbalk, waarbij in onbelaste situatie van de rollen de genoemde hefboom met een hefboomkracht de rollenasbalk in de pen — sleuf verbinding de pen met een welbepaalde hefboomkracht tegen genoemd rollenasbalksleufbenedeneinde drukt en waarbij de rolassen zich op een kleine afstand van de rolassleufbenedeneinden bevinden, en waarbij bij toenemende belasting van de rollen bij aanvoer van producten in dienovereenkomstig toenemende mate de hefboomkracht verminderd wordt totdat de rollenasbalkpen loskomt van het rollenasbalksleufbenedeneinde waarna vervolgens bij verdere aanvoer van producten de rollenassen naar de rolassleufbenedeneinden zakken, waarbij bij de genoemde toenemende belasting de duwkracht toeneemt en bij het door de rolassen bereiken van de rolassleufbenedeneinden een maximale duwkracht verkregen wordt,having correspondingly a roller axis beam slot having a roller axis beam slot in the lower end of the roller axis beam, and having a connecting pin connected to the roller axis beam, wherein in the unloaded situation of the rollers said lever with a lever force engages the roller axis beam in the pin — slot connects the pin with a predetermined lever force against said roller shaft slot lower end and wherein the roller axes are a short distance from the roller shaft slot lower ends, and with increasing load on the rollers when feeding products, the leverage is reduced correspondingly and progressively until the roller shaft beam pin disengages from the roller shaft slot lower end whereupon with further feeding of products products lower the roller shafts to the roller shaft slot lower ends, whereby the pushing force increases with the said increasing load and a maximum pushing force is obtained when the roller shafts reach the roller shaft slot lower ends,