NL2026396B1 - A coupling system for mooring and unmooring a seagoing vessel. - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koppelsysteem, voor het afmeren en ontmeren van een zeevaartuig aan een zeeplatform, waarbij het zeeplatform is voorzien van: een eerste koppelpunt, een tweede koppelpunt, waarbij het tweede koppelpunt op een afstand van het eerste koppelpunt is gelegen, en waarbij het zeevaartuig is voorzien van: een eerste koppeling , welke koppeling een verbinding is met een rotatiemogelijkheid om ten minste één as, voor het in ten minste één richting vastleggen van een eerste afstand tussen een eerste zijde van het zeevaartuig en het eerste koppelpunt. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het afmeren en ontmeren van een zeevaartuig aan een zeeplatform.The present invention relates to a docking system for mooring and unmooring a seagoing vessel to a sea platform, wherein the sea platform is provided with: a first docking point, a second docking point, the second docking point being located at a distance from the first docking point, and wherein the marine vessel is provided with: a first coupling, which coupling is a connection with a rotation capability about at least one axis, for determining in at least one direction a first distance between a first side of the marine vessel and the first coupling point. The invention also relates to a method for mooring and unmooring a seagoing vessel to a sea platform.

Description

Een koppelsysteem voor het afmeren en ontmeren van een zeevaartuig. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het afmeren en ontmeren van een zeevaartuig, de uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het afmeren en ontmeren van een zeevaartuig. Met de hedendaagse transitie naar meer en meer groene energie worden er steeds meer turbineparken aangelegd. Dit gebeurt niet enkel op het vaste land, waar de efficiëntie van een turbine is beperkt door de steden en gebieden om de turbine heen, maar ook op zee. Op zee kunnen hogere turbines worden geplaatst doordat er minder overlast wordt ondervonden door omwonende. Doordat het omliggende gebied vrij is van bebouwing en bebossing is het zo dat de efficiëntie van de turbine eveneens hoger ligt. Dit brengt met zich mee dat er steeds meer turbineparken op zee worden geplaatst. De parken komen steeds verder van de kust te liggen, hetgeen een aantal problemen met zich mee brengt.A coupling system for mooring and unmooring a seagoing vessel. The present invention relates to a system for mooring and unmooring a seagoing vessel, the invention also relates to a method for mooring and unmooring a seagoing vessel. With the contemporary transition to more and more green energy, more and more turbine parks are being built. This does not only happen on land, where the efficiency of a turbine is limited by the cities and areas around the turbine, but also at sea. Higher turbines can be installed at sea because less nuisance is experienced by local residents. Because the surrounding area is free of buildings and afforestation, the efficiency of the turbine is also higher. This means that more and more turbine parks are being placed at sea. The parks are moving further and further from the coast, which creates a number of problems.

De turbineparken op zee vergen routineonderhoud om slijtage te beperken. Voor dit onderhoud wordt personeel met een zeevaartuig naar de betreffende turbine gestuurd om onderhoud te plegen. Als turbines verder weg van de havens worden geplaatst, is de vaarafstand te groot om met een schip tussen de haven en de turbine op en neer te pendelen. Hierdoor kunnen de monteurs niet meer binnen een werkdag de werkzaamheden uitvoeren. Ze zullen dus op zee moeten verblijven om de reistijd te mitigeren. Dit vraagt om een groter schip of om een zeeplatform met hotel faciliteiten. Een dergelijk groter schip of zeeplatform kan een vaste ligplaats krijgen nabij het turbinepark. Het vervoer tussen de turbines en het zeeplatform of grotere schip dient zo veilig, snel en goedkoop als mogelijk te worden gefaciliteerd. Hoe goedkoper het onderhoud aan de turbines kan plaatsvinden hoe hoger het rendement op de stroom.The offshore wind farms require routine maintenance to limit wear. For this maintenance, personnel are sent to the relevant turbine with a seagoing vessel to carry out maintenance. If turbines are placed further away from the ports, the sailing distance is too great for a ship to commute up and down between the port and the turbine. As a result, the technicians can no longer carry out the work within one working day. They will therefore have to stay at sea to mitigate the travel time. This requires a larger ship or a sea platform with hotel facilities. Such a larger ship or sea platform can be given a permanent berth near the turbine park. Transport between the turbines and the sea platform or larger ship must be facilitated as safely, quickly and cheaply as possible. The cheaper the maintenance of the turbines can take place, the higher the efficiency of the electricity.

Tevens is er vaak door het lastig te voorspellen weer een beperkt tijdslot waarin het onderhoud kan worden uitgevoerd, waardoor het ver van tevoren plannen van dergelijk onderhoud vaak lastig is. Door voorgenoemde problemen lopen de kosten voor het tussen een nabije haven en het turbinepark transporteren van onderhoudspersoneel hoog op, waardoor het rendement op de stroom snel terugloopt.Also, because of the difficult to predict weather, there is often a limited time slot in which maintenance can be performed, making it difficult to plan such maintenance far in advance. Due to the aforementioned problems, the costs for transporting maintenance personnel between a nearby port and the turbine park are high, so that the efficiency of the electricity decreases rapidly.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om het rendement van de turbineparken te verhogen.It is an object of the present invention to increase the efficiency of the wind farms.

De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een systeem voor het afmeren en ontmeren van een zeevaartuig aan een zeeplatform, alsmede een werkwijze met hetzelfde doel. De inrichting en werkwijze zullen navolgend worden toegelicht.To this end, the present invention provides a system for mooring and unmooring a seagoing vessel to a sea platform, as well as a method with the same aim. The device and method will be explained below.

In deze aanvrage wordt het afmeren en ontmeren verstaan het respectievelijk koppelen van het zeevaartuig aan het zeeplatform en het ontkoppelen van het zeevaartuig van het zeeplatform. Hieronder dient eveneens te worden verstaan het te water laten en het binnen halen van het zeevaartuig. Alle andere benamingen die dezelfde strekking hebben vallen hier ook onder. De termen zeevaartuig en zeeplatform worden in deze aanvrage in het bijzonder gebruikt voor een schip en platform op zee, maar de uitvinding is hiertoe echter niet beperkt en dient te worden gelezen als een platform dat zich op zee dan wel op een meer bevindt waar een vaartuig zoals bijvoorbeeld een schip of boot mee kan koppelen. De onderhavige uitvinding voorziet een koppelsysteem, voor het afmeren en ontmeren van een zeevaartuig aan een zeeplatform, waarbij het zeeplatform is voorzien van; een eerste koppelpunt, een tweede koppelpunt, waarbij het tweede koppelpunt op een afstand van het eerste koppelpunt is gelegen, en waarbij het zeevaartuig is voorzien van; een eerste koppeling, welke koppeling een verbinding is met een rotatiemogelijkheid om ten minste één as, voor het in ten minste één richting vastleggen van een eerste afstand tussen een eerste zijde van het zeevaartuig en het eerste koppelpunt, een tweede koppeling, welke koppeling een verbinding is met een rotatiemogelijkheid om ten minste één as, voor het in ten minste één richting vastleggen van een tweede afstand tussen een tweede, aan de eerste zijde overliggende, zijde van het zeevaartuig en het tweede koppelpunt, waarbij de tweede koppeling zich op een van de eerste koppeling afgekeerde zijde van het zeevaartuig bevindt. Ten eerste zorgt het zeeplatform uit de onderhavige uitvinding ervoor dat de afstand die het zeevaartuig moet afleggen aanzienlijk wordt beperkt. Waar voorheen een zeevaartuig van de meest nabije haven naar het turbinepark moest varen, kan het nu worden beperkt tot de afstand van een turbine naar het zeeplatform.In this application mooring and unmooring is understood to mean respectively coupling the sea vessel to the sea platform and uncoupling the sea vessel from the sea platform. This should also be understood to mean the launching and retrieval of the seagoing vessel. All other names that have the same meaning are also included. The terms sea vessel and sea platform are used in this application in particular for a ship and platform at sea, but the invention is, however, not limited thereto and should be read as a platform located at sea or on a lake where a vessel such as, for example, connecting a ship or boat. The present invention provides a coupling system for mooring and unmooring a seagoing vessel to a sea platform, wherein the sea platform is provided with; a first docking point, a second docking point, the second docking point being spaced from the first docking point, and wherein the marine vessel is provided with; a first coupling, which coupling is a connection with a possibility of rotation about at least one axis, for determining in at least one direction a first distance between a first side of the seagoing vessel and the first coupling point, a second coupling, which coupling is a connection has a possibility of rotation about at least one axis, for determining in at least one direction a second distance between a second side of the seagoing vessel opposite the first side and the second coupling point, the second coupling being located on one of the first coupling is located on the opposite side of the vessel. Firstly, the sea platform of the present invention ensures that the distance that the sea vessel has to travel is considerably limited. Where previously a seagoing vessel had to sail from the nearest port to the turbine farm, it can now be limited to the distance from a turbine to the sea platform.

Het zeeplatform kan mobiel zijn, en kan dus bij het turbinepark worden geplaatst waar onderhoud gepleegd moet worden.The sea platform can be mobile, and can therefore be placed near the turbine park where maintenance must be carried out.

Ook kan ervoor worden gekozen om bij de aanleg van een turbinepark een vast zeeplatform aan te leggen.It is also possible to choose to construct a fixed sea platform when constructing a turbine park.

Een zeeplatform volgens de onderhavige uitvinding is bijvoorbeeld gekozen uit de groep van; varende, drijvende, semi-drijvende, en gefixeerde zeeplatformen.For example, a sea platform according to the present invention is selected from the group of; sailing, floating, semi-floating, and fixed sea platforms.

De zeeplatformen kunnen worden voorzien van goederen voor het verblijf van onderhoudspersoneel door middel van een helikopter of per schip.The sea platforms can be supplied with goods for the accommodation of maintenance personnel by means of a helicopter or by ship.

Hierdoor kan het onderhoudspersoneel voor langere tijd verblijven op het zeeplatform en worden de vele vaarbewegingen van en naar de nabije haven bespaart, en beperkt tot vaarbewegingen van een turbine naar het zeeplatform.As a result, maintenance personnel can stay on the sea platform for a longer period of time and the many sailing movements to and from the nearby harbor are saved, and limited to sailing movements from a turbine to the sea platform.

Niet alleen wordt hiermee veel brandstof van het zeevaartuig bespaart, ook is het onderhoudspersoneel minder vermoeid door de lange reis vanuit een nabije haven.Not only does this save a lot of fuel for the seagoing vessel, it also reduces fatigue for maintenance personnel due to the long journey from a nearby port.

Het zeeplatform is geschikt om een zeevaartuig aan te laten verbinden.The sea platform is suitable for connecting a sea vessel.

Aangezien de condities ver op zee soms erg ruig kunnen zijn is het noodzakelijk dat deze verbinding bestand is tegen ruig weer en daarmee gepaarde hoge golven.Since the conditions far out at sea can sometimes be very rough, it is necessary that this connection can withstand rough weather and associated high waves.

Voor het koppelen van een zeevaartuig aan het zeeplatform zijn beide uitgerust met samenwerkende middelen.Both are equipped with cooperating means for coupling a seagoing vessel to the sea platform.

Zo is het zeeplatform voorzien van ten minste twee koppelpunten.For example, the sea platform is provided with at least two coupling points.

Deze koppelpunten zijn op een afstand van elkaar geplaatst, en zijn geschikt voor het ontvangen van een koppeling.These coupling points are spaced apart and are suitable for receiving a coupling.

De koppeling kan een verbinding bewerkstelligen tussen het zeevaartuig en het koppelpunt van het zeeplatform.The coupling can establish a connection between the sea vessel and the coupling point of the sea platform.

Deze verbinding door de koppeling heeft ten minste één rotatiemogelijkheid, en legt de afstand tussen het zeevaartuig en het zeeplatform vast.This connection through the coupling has at least one rotation capability, and defines the distance between the marine vessel and the marine platform.

Doordat het zeevaartuig is voorzien van een eerste en een tweede koppeling, welke aan van elkaar afgelegen zijdes van het zeevaartuig zijn geplaatst kan een positie van het zeevaartuig ten opzichte van het zeeplatform worden vastgelegd.Because the sea vessel is provided with a first and a second coupling, which are placed on sides of the sea vessel remote from each other, a position of the sea vessel relative to the sea platform can be fixed.

Dit zorgt voor een veiligere verbinding tussen het zeeplatform en het zeevaartuig in ruige condities, en zorgt ervoor dat met ruiger weer, en hogere golven alsnog vaarbewegingen mogelijk zijn tussen het zeepark en het zeeplatform waardoor de hoeveelheid down time wordt beperkt.This ensures a safer connection between the sea platform and the sea vessel in rough conditions, and ensures that sailing movements are still possible between the sea park and the sea platform in rough weather and higher waves, limiting the amount of down time.

De verbinding tussen de eerste en/of tweede koppeling en het eerste en/of tweede koppelpunt legt een eerste en/of tweede afstand tussen de twee respectievelijk vast, en staat een rotatie van de verbinding toe.The connection between the first and/or second coupling and the first and/or second coupling point establishes a first and/or second distance between the two respectively, and allows rotation of the connection.

Het vastleggen van de afstand zorgt ervoor dat het onderhoudspersoneel veilig van het zeevaartuig naar het zeeplatform kan overlopen.Determining the distance ensures that maintenance personnel can walk safely from the seagoing vessel to the sea platform.

Het is hierbij van belang dat het zeevaartuig niet kan bewegen in een translatie van en naar het zeeplatform, maar dat bijvoorbeeld een rotatie van het zeevaartuig ten opzichte van het zeeplatform om de verbinding van de eerste en/of tweede koppeling met het eerste en/of tweede koppelpunt wel mogelijk is. Bij voorkeur is de koppeling ingericht om tijdens de overstap van het onderhoudspersoneel naar het zeeplatform tevens een verticale beweging van het zeevaartuig, in het bijzonder een verticale bewegingsvrijheid van de boeg van het zeevaartuig, te beperken. Beperking van de verticale beweging van de boeg van het zeevaartuig doet een scharnierpunt ontstaan in het verbindingspunt tussen de koppeling en het koppelpunt. In een verder uitvoeringsvariant van de onderhavige uitvinding is de eerste en tweede afstand bepaald door respectievelijk een eerste en tweede contactpunt tussen de eerste en tweede koppeling en het eerste en tweede koppelpunt. Dat wil zeggen dat de koppeling op het zeevaartuig direct aanligt op het koppelpunt van het zeeplatform, waardoor de afstand van het zeevaartuig ten opzichte van het zeeplatform in translatie direct vast ligt, en waarbij een rotatie van het zeevaartuig ten opzicht van het zeeplatform door de verbinding wordt toegestaan. Dat wil zeggen dat het zeevaartuig roteerbaar, om de verbinding, is verbonden met het zeeplatform. De verbinding tussen een koppeling en een koppelpunt neemt dus de translatievrijheidsgraden weg, en laat ten minste één rotatiemogelijkheid, en bij voorkeur twee rotatiemogelijkheden vrij. Door het vrij laten van twee rotatiemogelijkheden kan het zeevaartuig, in geval slechts één koppeling met één koppelpunt is verbonden, meebewegen met de golven, terwijl het onderhoudspersoneel veilig kan overstappen van het zeevaartuig naar het zeeplatform aangezien de afstand hiertussen is vastgelegd en beperkt tot een minimale overstap.It is important here that the sea vessel cannot move in a translation from and to the sea platform, but that, for instance, a rotation of the sea vessel with respect to the sea platform about the connection of the first and/or second coupling with the first and/or second coupling point is possible. The coupling is preferably designed to also limit a vertical movement of the seagoing vessel, in particular a vertical freedom of movement of the bow of the seagoing vessel, during the transfer of the maintenance personnel to the sea platform. Restriction of the vertical movement of the bow of the marine vessel creates a pivot point at the connection point between the coupling and the coupling point. In a further variant embodiment of the present invention, the first and second distance is defined by a first and second contact point, respectively, between the first and second coupling and the first and second coupling point. That is, the coupling on the seagoing vessel abuts directly on the coupling point of the sea platform, whereby the distance of the seagoing vessel relative to the sea platform is directly fixed in translation, and wherein a rotation of the seagoing vessel with respect to the sea platform through the connection is allowed. That is, the marine vessel is rotatably connected to the marine platform about the connection. The connection between a coupling and a coupling point thus removes the translational degrees of freedom, and leaves at least one rotation possibility, and preferably two rotation possibilities, free. Allowing two rotation possibilities, in case only one coupling is connected to one coupling point, the seagoing vessel can move with the waves, while maintenance personnel can transfer safely from the seagoing vessel to the sea platform as the distance between them is fixed and limited to a minimum switch.

In een alternatieve uitvoeringsvariant bevindt de eerste koppeling zich aan een voorzijde van het zeevaartuig, en bevindt de tweede koppeling zich aan een achterzijde van het zeevaartuig. Door het plaatsen van de koppeling op de voor en achterzijde van de koppeling kan het zeevaartuig relatief eenvoudig worden gemanoeuvreerd naar het zeeplatform om een verbinding tussen de twee te bewerkstelligen. Plaatsing aan de voor en achterzijde veroorzaakt ook minder belemmering tijdens het varen in de haven aangezien de breedte van het zeevaartuig onveranderd blijft. Tevens kan door plaatsing aan voor en achterzijde het zeevaartuig zo dicht mogelijk bij het zeeplatform worden verbonden met de koppelpunten. In weer een alternatieve uitvoeringsvariant is de afstand tussen het eerste en tweede koppelpunt geconfigureerd voor het ten minste in de lengte en/of breedte opnemen van het zeevaartuig. Dit zorgt voor een compacte verbinding tussen het zeevaartuig en het zeeplatform. Hierdoor kan het onderhoudspersoneel makkelijk het zeevaartuig op en af. De afstand tussen het eerste en tweede 5 koppelpunt is in het bijzonder geconfigureerd voor het opnemen van het zeevaartuig inclusief koppelingen. In het geval de koppeling op het zeevaartuig wordt gevormd door een uitstekende grijper is de ruimte tussen de twee koppelpunten voldoende voor het opnemen van het zeevaartuig inclusief de grijpers.In an alternative embodiment variant, the first coupling is located at a front of the marine vessel, and the second coupling is located at a rear of the marine vessel. By placing the coupling on the front and rear of the coupling, the seagoing vessel can be maneuvered relatively easily to the sea platform in order to establish a connection between the two. Positioning at the fore and aft also causes less hindrance when sailing in port as the width of the seagoing vessel remains unchanged. Also, by positioning at the front and rear, the seagoing vessel can be connected to the coupling points as close as possible to the sea platform. In yet another alternative embodiment, the distance between the first and second coupling point is configured to accommodate the sea vessel at least in the length and/or width. This ensures a compact connection between the sea vessel and the sea platform. This makes it easy for maintenance personnel to get on and off the seagoing vessel. The distance between the first and second coupling point is particularly configured to accommodate the marine vessel including couplings. In case the coupling on the seagoing vessel is formed by a projecting grab, the space between the two coupling points is sufficient to accommodate the seagoing vessel including the grabs.

Een verbinding van de eerste en tweede koppeling aan het eerste en tweede koppelpunt is in hoofdzaak star is in een richting van en naar het zeeplatform in een alternatieve uitvoeringsvariant. Hierdoor wordt een stevige verbinding bewerkstelligd die het veilig maakt voor het onderhoudspersoneel om te passeren vanen naar het zeeplatform. Hiervoor is het van belang dat in ieder geval de afstand van de zijde van het zeevaartuig waarmee het is gekoppeld aan het zeeplatform niet beweegt van of naar het zeeplatform. In een verdere uitvoeringsvariant is de koppeling geconfigureerd voor het dragen van ten minste één persoon, dat wil zeggen dat in een met een koppelpunt verbonden toestand de koppeling kan fungeren als een brug die zich uitstrekt tussen het zeeplatform en het zeevaartuig. In wederom een alternatieve uitvoeringsvariant zijn de eerste en tweede koppeling grijpers, voor het aangrijpen van een koppelpunt, waarbij in weer een verdere uitvoeringsvariant van de eerste en tweede grijper het eerste en tweede koppelpunt respectievelijk ten minste gedeeltelijk omsluiten. De grijper is gevormd door twee armen, waarbij de armen in het bijzonder beweegbaar zijn tussen een eerste positie, waarbij de uiteinde van de ten minste twee armen onderling een maximale afstand hebben, waarbij de maximale afstand is geconfigureerd voor het opnemen van een koppelpunt van het zeeplatform, en een tweede positie waarbij de onderlinge afstand tussen de uiteindes van de armen een minimale afstand hebben, waarbij het koppelpunt van het zeeplatform op een constante afstand van het zeevaartuig wordt gehouden. Ten minste één van de twee armen van de grijper kan zich in een opneemruimte van het zeevaartuig terugtrekken. Hierdoor kan worden bewerkstelligd dat het zeevaartuig, na het verbinden van een eerste grijper met een eerste koppelpunt, richting het tweede koppelpunt kan roteren zonder dat het zeevaartuig met de tweede grijper tegen het tweede koppelpunt aan komt, en vervolgens hieraan kan verbinden. Vervolgens kan na het het losmaken van één van de twee grippers ten minste één arm weer worden opgenomen in de opneemruimte zodat het zeevaartuig in een van het zeeplatform afgekeerde richting kan roteren zonder het koppelpunt en/of grijper te breken. In een alternatieve uitvoeringsvariant van de onderhavige uitvinding is het zeeplatform tevens voorzien van een hijssysteem, welk hijssysteem verbindbaar is met het zeevaartuig voor het over een in hoofdzaak verticaal hijspad optakelen van het aan de koppelpunten verbonden zeevaartuig. Door middel van het hijssysteem kan het zeevaartuig uit het water worden opgetakeld en op het dek worden geplaatst van het zeeplatform. Het zeevaartuig kan zijn voorzien van haken of lussen om het hijssysteem aan te bevestigen. Het hijssysteem kan worden gevormd door één kraan, of in een alternatieve uitvoering door twee kranen die elk op afstand van elkaar zijn geplaatst en gelijktijdig het zeevaartuig kunnen optakelen. Hierdoor kan de last van het zeevaartuig worden verdeeld over twee, kleinere, kranen die minder plaats innemen op het zeeplatform. Ook kan met twee kranen worden gestuurd in de horizontale positie van het zeevaartuig tijdens het optakelen zodat deze in hoofdzaak horizontaal blijft.A connection of the first and second coupling to the first and second coupling point is substantially rigid in a direction to and from the sea platform in an alternative embodiment. This provides a solid connection that makes it safe for maintenance personnel to pass through and to the sea platform. For this it is important that in any case the distance from the side of the sea vessel with which it is coupled to the sea platform does not move from or to the sea platform. In a further embodiment variant, the coupling is configured for carrying at least one person, i.e. in a condition connected to a coupling point, the coupling can function as a bridge extending between the sea platform and the sea vessel. In yet another alternative embodiment variant, the first and second coupling are grippers for engaging a coupling point, in yet another embodiment variant of the first and second gripper enclosing the first and second coupling point at least partially, respectively. The gripper is formed by two arms, the arms in particular being movable between a first position, wherein the ends of the at least two arms have a maximum mutual distance, the maximum distance being configured to receive a coupling point of the gripper. sea platform, and a second position in which the mutual distance between the ends of the arms has a minimum distance, wherein the coupling point of the sea platform is kept at a constant distance from the sea vessel. At least one of the two arms of the grab can retract into a receiving space of the seagoing vessel. It can hereby be achieved that, after connecting a first grab to a first coupling point, the seagoing vessel can rotate towards the second coupling point without the seagoing vessel coming into contact with the second coupling point with the second gripper, and can subsequently connect thereto. Subsequently, after releasing one of the two grippers, at least one arm can be received again in the accommodation space, so that the sea vessel can rotate in a direction away from the sea platform without breaking the coupling point and/or grab. In an alternative embodiment variant of the present invention, the sea platform is also provided with a hoisting system, which hoisting system is connectable to the sea vessel for lifting the sea vessel connected to the coupling points over a substantially vertical hoisting path. By means of the lifting system, the seagoing vessel can be lifted out of the water and placed on the deck of the sea platform. The marine vessel may be provided with hooks or loops for attaching the hoisting system. The lifting system can be formed by one crane, or in an alternative embodiment by two cranes, each spaced apart and capable of simultaneously lifting the marine vessel. As a result, the load of the seagoing vessel can be divided between two, smaller, cranes that take up less space on the sea platform. It is also possible to steer with two cranes in the horizontal position of the seagoing vessel during lifting so that it remains substantially horizontal.

In wederom een alternatieve uitvoeringsvariant zijn het eerste en tweede koppelpunt van het zeeplatform twee in hoofdzaak verticale staanders, en waarbij de koppelingen van het zeevaartuig, in een met de staanders verbonden toestand, een beweging van het zeevaartuig in een langsrichting van de staanders toestaat, eneen beweging van het zeevaartuig in een richting loodrecht op de langsrichting begrenst. Hierdoor wordt de bewegingsvrijheid van het zeevaartuig beperkt en kan het zeevaartuig uitsluitend langs de horizontale staanders bewegen door bijvoorbeeld het zeevaartuig op te takelen door middel van een hijssysteem. Hierbij is het denkbaar dat de koppelingen worden gevormd door grijpers die de verticale staanders omsluiten, en die zodoende het zeevaartuig geleiden tijdens het optakelen. Dit zorgt voor een zeer stabiele positie van het zeevaartuig waardoor er onder zeer ruige omstandigheden, alsnog het zeevaartuig kan worden opgetakeld. In een verdere uitvoeringsvariant is in een in de met de staanders verbonden toestand van het zeevaartuig tevens een rotatie om de lengte en/of breedteas van het zeevaartuig begrenst. Dit is wenselijk om de beweging van het zeevaartuig te beperken tijdens het eventueel optakelen hiervan. De beweging van het zeevaartuig dient hiertoe zo ver mogelijk te zijn vastgelegd, zonder de wrijving tijdens het optakelen te beïnvloeden. Doordat een rotatie van het schip tijdens het optakelen voor ongewenste krachten kan zorgen is het van belang om deze rotatie tot een minimum te beperken. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het koppelen van een zeevaartuig, voorzien van een eerste koppeling, en een tweede koppeling, waarbij de tweede koppeling op een van de eerste koppeling afgekeerde zijde is gelegen, aan een zeeplatform, voorzien van een eerste koppelpunt en een tweede koppelpunt op een afstand van elkaar gelegen, omvattende de stappen van het: c) het verbinden van de eerste koppeling aan het eerste koppelpunt, d) het verbinden van de tweede koppeling aan het tweede koppelpunt, waarbij de in de stappen ¢) en d) gevormde verbinding ten minste star is in een richting van en naar het eerste en tweede koppelpunt. Met deze werkwijze kunnen de voordelen worden gerealiseerd zoals bovenstaand reeds beschreven aan de hand van de koppelsysteem volgens de onderhavige uitvinding, welke voordelen hier door middel van verwijzing ook worden opgenomen ten aanzien van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. De stappen c) en d) zijn in het bijzonder opvolgende stappen. Het maakt echter geen verschil welk van de eerste of tweede koppeling als eerste wordt verbonden met het eerste of tweede koppelpunt, maar het is van belang dat eerst de eerste zijde van het zeevaartuig wordt verbonden, gevolgd door de tweede zijde.In yet another alternative embodiment variant, the first and second coupling points of the sea platform are two substantially vertical uprights, and wherein the couplings of the sea vessel, in a condition connected to the uprights, allow movement of the sea vessel in a longitudinal direction of the uprights, and a movement of the seagoing vessel in a direction perpendicular to the longitudinal direction. The freedom of movement of the seagoing vessel is hereby restricted and the seagoing vessel can only move along the horizontal uprights by, for instance, lifting the seagoing vessel by means of a hoisting system. It is conceivable here that the couplings are formed by grippers which enclose the vertical uprights and which thus guide the seagoing vessel during lifting. This ensures a very stable position of the seagoing vessel, so that the seagoing vessel can still be lifted under very rough conditions. In a further embodiment variant, when the sea vessel is connected to the uprights, a rotation about the longitudinal and/or lateral axis of the sea vessel is also limited. This is desirable in order to limit the movement of the seagoing vessel during the eventual lifting thereof. To this end, the movement of the seagoing vessel must be fixed as far as possible, without influencing the friction during lifting. Because a rotation of the ship during lifting can cause undesired forces, it is important to keep this rotation to a minimum. The present invention also relates to a method for coupling a seagoing vessel, provided with a first coupling, and a second coupling, wherein the second coupling is situated on a side remote from the first coupling, to a sea platform provided with a first coupling. coupling point and a second coupling point spaced apart, comprising the steps of: c) connecting the first coupling to the first coupling point, d) connecting the second coupling to the second coupling point, the steps ¢ ) and d) formed connection is at least rigid in a direction from and to the first and second coupling point. With this method the advantages can be realized as already described above with reference to the coupling system according to the present invention, which advantages are also incorporated herein by reference with regard to the method according to the present invention. Steps c) and d) are in particular successive steps. However, it makes no difference which of the first or second coupling is connected first to the first or second coupling point, but it is important that the first side of the marine vessel is connected first, followed by the second side.

In een verdere uitvoeringsvariant van de onderhavige werkwijze zijn de koppelingen aan de voor en achterzijde van het zeevaartuig geplaatst. Hierdoor zal de lengterichting van het zeevaartuig in hoofdzaak parallel komen te liggen in een gekoppelde positie ten opzichte van het zeeplatform.In a further variant embodiment of the present method, the couplings are placed at the front and rear of the seagoing vessel. As a result, the longitudinal direction of the seagoing vessel will come to lie substantially parallel in a coupled position with respect to the sea platform.

In een alternatieve uitvoering van de onderhavige werkwijze is de afstand tussen de koppelpunten geconfigureerd voor het ontvangen van het zeevaartuig. Zo kan het zeevaartuig zo dicht als mogelijk worden opgenomen bij het zeeplatform, waardoor de overstap van het zeevaartuig naar het zeeplatform voor het onderhoudspersoneel wordt geminimaliseerd.In an alternative embodiment of the present method, the distance between the coupling points is configured to receive the marine vessel. This allows the sea-going vessel to be accommodated as close as possible to the sea platform, minimizing the switch from the sea-going vessel to the sea platform for maintenance personnel.

In wederom een alternatieve uitvoering van de onderhavige werkwijzer, is het zeeplatform tevens voorzien van een hijsysteem, en waarbij de werkwijze tevens de stappen omvat van: e) het verbinden van het hijssysteem aan het zeevaartuig, f) het met het hijssysteem optakelen van het aan de koppelpunten gekoppelde zeevaartuig. Door het hijssysteem te verbinden met het zeevaartuig kan het worden opgetakeld en op het dek van het zeeplatform worden opgeslagen. Dit zorgt voor een veilige opslag van het zeevaartuig als het niet wordt gebruikt.In yet another alternative embodiment of the present method, the sea platform is also provided with a hoisting system, and the method also comprising the steps of: e) connecting the hoisting system to the sea vessel, f) lifting the the coupling points coupled sea vessel. By connecting the lifting system to the marine vessel, it can be hoisted and stored on the deck of the marine platform. This ensures safe storage of the marine vessel when not in use.

De onderhavige uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin - figuur 1 een perspectivische weergave geeft van het koppelsysteem volgens de onderhavige uitvinding, - figuur 2 een schematisch bovenaanzicht geeft van het in figuur 1 getoonde koppelsysteem - figuren 3a-3d een schematische weergave geven vaan de stappen volgens de werkwijze van de onderhavige uitvinding. In figuur 1 is een perspectivische weergave gegeven van het koppelsysteem 1 volgens de onderhavige uitvinding. Het koppelsysteem 1 toont een aan het zeeplatform 3 verbonden zeevaartuig 2. Het zeevaartuig 2 is door middel van een eerste en tweede koppeling 5, 5’ verbonden met een eerste en tweede koppelpunt 4, 4. De koppelingen 5, 5’ zijn aan een voor en achterzijde van het zeevaartuig 2 geplaatst. De koppelpunten 4, 4’ zijn door middel van een stelling 6 verbonden met het zeeplatform 3. De stelling 6 is voorzien van trappen zodat het onderhoudspersoneel dat zich in het zeevaartuig 2 bevindt van boord kan gaan of juist aan boord kan treden, al naar gelang het zeevaartuig 2 aankomt of vertrekt. Het in de figuur getoonde zeevaartuig 2 is door middel van kabels verbonden aan een hijsinrichting 7, welke hijsinrichting 7 is gevormd door twee kranen 8. De kranen 8 zijn geconfigureerd voor het optakelen van het zeevaartuig 2 door deze via de kabels omhoog te trekken. Tevens toont deze figuur duidelijk dat de koppelpunten 4, 4’ op het zeeplatform twee in hoofdzaak verticale staanders zijn 4,The present invention will be further elucidated below with reference to the following figures, in which - figure 1 shows a perspective view of the coupling system according to the present invention, - figure 2 shows a schematic top view of the coupling system shown in figure 1 - figures 3a- 3d is a schematic representation of the steps according to the method of the present invention. Figure 1 shows a perspective view of the coupling system 1 according to the present invention. The coupling system 1 shows a sea vessel 2 connected to the sea platform 3. The sea vessel 2 is connected to a first and second coupling point 4, 4 by means of a first and second coupling 5, 5'. and rear of the sea vessel 2. The coupling points 4, 4' are connected to the sea platform 3 by means of a scaffolding 6. The scaffolding 6 is provided with stairs so that the maintenance personnel present in the seagoing vessel 2 can disembark or, conversely, get on board, depending on whether the vessel 2 arrives or departs. The sea vessel 2 shown in the figure is connected by means of cables to a hoisting device 7, which hoisting device 7 is formed by two cranes 8. The cranes 8 are configured for lifting the sea vessel 2 by pulling it upwards via the cables. This figure also clearly shows that the coupling points 4, 4' on the sea platform are two substantially vertical uprights 4,

4.4.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de hiervoor beschreven uitvoeringsvariant van het koppelsysteem 1. In dit bovenaanzicht is met meer detail weergegeven hoe de eerste en tweede koppeling 5, 5’ het zeevaartuig 2 verbinden met het eerste en tweede koppelpunt 4, 4’ van het zeeplatform 3. De eerste en tweede koppeling 5, 5’ van het zeevaartuig 2 zijn namelijk gevormd door grijpers 5, 5’. De beide grijpers 5, 5’ hebben twee armen die beweegbaar zijn tussen een in hoofdzaak open en een hoofdzaak gesloten positie. In de open positie kan het zeevaartuig 2 de koppelpunten 4, 4’, of in deze uitvoeringsvariant de verticale staanders 4, 4’, opnemen binnen een door de armen van de grijpers 5, 5’ bestreken gebied. In de gesloten positie omsluiten de armen van de grijpers 5, 5° de verticale staanders 4, 4’ ten minste gedeeltelijk. Hierbij vormt zich bij voorkeur een contactpunt tussen de grijpers 5, 5’ en de staanders 4, 4’, dat is, de grijpers 5, 5’ klemmen het zeevaartuig 2, in het bijzonder de grijpers 5, 5’, vast aan de staanders 4, 4’. Omdat dit aan zowel de voor als achterzijde van het zeevaartuig 2 gebeurt ligt de positie van het zeevaartuig in het in deze figuur weergegeven vlak vast. Doordat de staanders 4, 4’ zich op een onderlinge afstand A bevinden kan het zeevaartuig 2 in de lengterichting hierin worden opgenomen. De eerste en tweede staander 4, 4’ zijn in deze figuur beide weergegeven als twee dicht bij elkaar geplaatste staanders, dit zorgt ervoor dat ook de rotatie van het zeevaartuig 2 in de met de staanders verbonden toestand zoals in de figuur weergegeven wordt beperkt. Dit is voordelig voor het optakelen vaan het zeevaartuig 2, doordat enkel de beweging van het zeevaartuig in een richting loodrecht op het in deze figuur weergegeven vlak wordt toegestaan door de interactie tussen de staanders 4, 4’ en de grijpers 5, 5’ kan met ruigere weersomstandigheden alsnog veilig het zeevaartuig 2 worden opgetakeld.Figure 2 shows a top view of the above-described embodiment variant of the coupling system 1. This top view shows in more detail how the first and second coupling 5, 5' connect the sea vessel 2 to the first and second coupling point 4, 4' of the sea platform. 3. The first and second coupling 5, 5' of the sea vessel 2 are namely formed by grippers 5, 5'. The two grippers 5, 5' have two arms which are movable between a substantially open and a substantially closed position. In the open position, the sea vessel 2 can receive the coupling points 4, 4', or in this embodiment variant the vertical uprights 4, 4', within an area covered by the arms of the grippers 5, 5'. In the closed position, the arms of the grippers 5, 5° enclose the vertical uprights 4, 4' at least partially. A contact point is hereby preferably formed between the grippers 5, 5' and the uprights 4, 4', i.e. the grippers 5, 5' clamp the sea vessel 2, in particular the grippers 5, 5', to the uprights. 4, 4'. Because this takes place at both the front and rear of the seagoing vessel 2, the position of the seagoing vessel in the plane shown in this figure is fixed. Because the uprights 4, 4' are located at a mutual distance A, the sea vessel 2 can be accommodated therein in the longitudinal direction. The first and second uprights 4, 4' are both shown in this figure as two uprights placed closely together, this ensures that the rotation of the sea vessel 2 in the position connected to the uprights as shown in the figure is also limited. This is advantageous for the lifting of the seagoing vessel 2, in that only the movement of the seagoing vessel in a direction perpendicular to the plane shown in this figure is allowed by the interaction between the uprights 4, 4' and the grippers 5, 5'. rougher weather conditions can still be safely lifted from the seagoing vessel 2.

Figuren 3a tot en met 3d tonen de stappen voor de werkwijze waar de onderhavige uitvinding betrekking op heeft. In figuur 3a komt een zeevaartuig 2 aanvaren in de richting van het zeeplatform 3. Het zeevaartuig 2 verbindt de koppeling 5’ aan de voorzijde van het zeevaartuig 2 met het koppelpunt 4’ van het zeeplatform 3.Figures 3a to 3d show the steps for the method to which the present invention relates. In figure 3a, a seagoing vessel 2 approaches the sea platform 3. The seagoing vessel 2 connects the coupling 5' at the front of the seagoing vessel 2 with the coupling point 4' of the sea platform 3.

Hierdoor wordt een afstand tussen het zeevaartuig 2 en het zeeplatform 3 vastgelegd. Hierdoor kan het personeel aan boord veilig uitstappen, zoals aangegeven in figuur 3b. Het personeel verlaat het zeevaartuig 2 via de boeg van het zeevaartuig 2 waar het de afstand heeft vastgelegd, hiermee is de overstap van het zeevaartuig 2 tot het zeeplatform 3 een constante grootte. Als het personeel uit het zeevaartuig 2 eenmaal op de stelling 6 is getreden kunnen zij door middel van de trappen het zeeplatform 3 betreden.As a result, a distance between the sea vessel 2 and the sea platform 3 is fixed. This allows the personnel on board to disembark safely, as shown in figure 3b. The personnel leaves the sea vessel 2 via the bow of the sea vessel 2 where they have recorded the distance, so that the transfer from the sea vessel 2 to the sea platform 3 is a constant size. Once the personnel from the sea vessel 2 has stepped onto the scaffolding 6, they can enter the sea platform 3 by means of the stairs.

Het is echter ook denkbaar dat alvorens het personeel van boord gaat eerst de achterzijde van het zeevaartuig 2 wordt verbonden aan het zeeplatform 3. Dit is zichtbaar in de figuur 3c.However, it is also conceivable that before the personnel disembark, the rear of the sea vessel 2 is first connected to the sea platform 3. This is visible in figure 3c.

De uitvinding is derhalve niet beperkt tot een volgorde voor het verbinden van voor- en achterzijde en het van boord gaan van het personeel.The invention is therefore not limited to a sequence for connecting front and rear and disembarkation of the personnel.

Dat houdt in dat eerst de voorkant van het zeevaartuig 2 kan worden verbonden met het zeeplatform 3, het vervolgens van boord gaan van het personeel en opvolgend het verbinden van de achterzijde van het zeevaartuig 2 met het zeeplatform 3 (zoals in respectievelijk de figuren 3a, 3b en 3c). Maar het is ook denkbaar dat de voorzijde wordt verbonden met het zeeplatform 3, daarna de achterzijde verbinden met het zeeplatform 3, en vervolgens het van boord gaan van het personeel.This means that first the front of the seagoing vessel 2 can be connected to the sea platform 3, then disembarking of the personnel and subsequently connecting the rear of the seagoing vessel 2 to the sea platform 3 (as in figures 3a, respectively). 3b and 3c). But it is also conceivable that the front is connected to the sea platform 3, then the rear is connected to the sea platform 3, and then the personnel disembark.

Als laatste variant is tevens mogelijk dat een achterzijde van het zeevaartuig 2 wordt verbonden met het zeeplatform 3, gevolgd door het van boord gaan van het personeel en vervolgens verbinden van de voorzijde met het zeeplatform 3. Nadat het personeel van boord is en zowel de voor als achterzijde van het zeevaartuig 2 zijn verbonden met het zeeplatform 3 kunnen de kabels van de twee kranen 8 worden verbonden met het zeevaartuig 2. Figuur 3c geeft de verbonden kabels van de kranen 8 aan, en in figuur 3d is het zeevaartuig 2 in opgetakelde positie te zien.As a last variant, it is also possible that a rear side of the seagoing vessel 2 is connected to the sea platform 3, followed by the disembarkation of the personnel and then connecting the front side to the sea platform 3. After the personnel has disembarked and both the front when the rear of the marine vessel 2 is connected to the marine platform 3, the cables of the two cranes 8 can be connected to the marine vessel 2. Figure 3c shows the connected cables of the cranes 8, and in Figure 3d the marine vessel 2 is in hoisted position to see.

Claims (14)

ConclusiesConclusions 1. Een koppelsysteem, voor het afmeren en ontmeren van een zeevaartuig aan een zeeplatform, waarbij het zeeplatform is voorzien van: - een eerste koppelpunt, - een tweede koppelpunt, waarbij het tweede koppelpunt op een afstand van het eerste koppelpunt is gelegen, en waarbij het zeevaartuig is voorzien van: - een eerste koppeling, welke koppeling een verbinding is met een rotatiemogelijkheid om ten minste één as, voor het in ten minste één richting vastleggen van een eerste afstand tussen een eerste zijde van het zeevaartuig en het eerste koppelpunt, - een tweede koppeling, welke koppeling een verbinding is met een rotatiemogelijkheid om ten minste één as, voor het in ten minste één richting vastleggen van een tweede afstand tussen een tweede, aan de eerste zijde overliggende, zijde van het zeevaartuig en het tweede koppelpunt, met het kenmerk dat de tweede koppeling zich op een van de eerste koppeling afgekeerde zijde van het zeevaartuig bevindt.1. A docking system for mooring and unmooring a seagoing vessel to a sea platform, wherein the sea platform is provided with: - a first docking point, - a second docking point, the second docking point being located at a distance from the first docking point, and wherein the seagoing vessel is provided with: - a first coupling, which coupling is a connection with a rotation possibility about at least one axis, for determining in at least one direction a first distance between a first side of the seagoing vessel and the first coupling point, - a second coupling, which coupling is a connection with a possibility of rotation about at least one axis, for determining in at least one direction a second distance between a second side of the sea vessel opposite the first side and the second coupling point, with characterized in that the second coupling is located on a side of the seagoing vessel remote from the first coupling. 2. Een koppelsysteem volgens conclusie 1, waarbij de eerste en tweede afstand is bepaald door respectievelijk een eerste en tweede contactpunt tussen de eerste en tweede koppeling en het eerste en tweede koppelpunt.A coupling system according to claim 1, wherein the first and second distance is defined by a first and second contact point, respectively, between the first and second coupling and the first and second coupling points. 3. Een koppelsysteem een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste koppeling zich aan een voorzijde van het zeevaartuig bevindt, en waarbij de tweede koppeling zich aan een achterzijde van het zeevaartuig bevindt.A coupling system according to any one of the preceding claims, wherein the first coupling is located at a front of the marine vessel, and wherein the second coupling is located at a rear of the marine vessel. 4. Een koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen het eerste en tweede koppelpunt is geconfigureerd voor het ten minste in de lengte en/of breedte opnemen van het zeevaartuig.A docking system according to any one of the preceding claims, wherein the distance between the first and second docking points is configured to accommodate the marine vessel at least in length and/or breadth. 5. Een koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een verbinding van de eerste en tweede koppeling aan het eerste en tweede koppelpunt in hoofdzaak star is in een richting van en naar het zeeplatform.A coupling system according to any preceding claim, wherein a connection of the first and second coupling to the first and second coupling point is substantially rigid in a direction to and from the sea platform. 6. Een koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede koppeling grijpers zijn, voor het aangrijpen van een koppelpunt.A coupling system according to any one of the preceding claims, wherein the first and second coupling are grippers for engaging a coupling point. 7. Een koppelsysteem volgens conclusie 6, waarbij de eerste en tweede grijper het eerste en tweede koppelpunt respectievelijk ten minste gedeeltelijk omsluiten.A coupling system according to claim 6, wherein the first and second grippers at least partially enclose the first and second coupling points, respectively. 8. Een koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het zeeplatform tevens is voorzien van een hijssysteem, welk hijssysteem verbindbaar is met het zeevaartuig voor het over een in hoofdzaak verticaal hijspad optakelen van het aan de koppelpunten verbonden zeevaartuig.A coupling system according to any one of the preceding claims, wherein the sea platform is also provided with a hoisting system, which hoisting system is connectable to the sea vessel for lifting the sea vessel connected to the coupling points over a substantially vertical hoisting path. 9. Een koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede koppelpunt van het zeeplatform twee in hoofdzaak verticale staanders zijn, en waarbij de koppelingen van het zeevaartuig, in een met de staanders verbonden toestand, een beweging van het zeevaartuig in een langsrichting van de staanders toestaat, en een beweging van het zeevaartuig in een richting loodrecht op de langsrichting begrenst.A coupling system according to any one of the preceding claims, wherein the first and second coupling points of the sea platform are two substantially vertical uprights, and wherein the couplings of the sea vessel, in a state connected to the uprights, control movement of the sea vessel in a longitudinal direction. of the uprights, and limits movement of the marine vessel in a direction perpendicular to the longitudinal direction. 10. Een koppelsysteem volgens conclusie 9, waarbij in een in de met de staanders verbonden toestand van het zeevaartuig tevens een rotatie om de lengte en/of breedteas van het zeevaartuig is begrenst.10. A coupling system according to claim 9, wherein, when the sea vessel is connected to the uprights, a rotation about the longitudinal and/or lateral axis of the sea vessel is also limited. 11. Werkwijze voor het koppelen van een zeevaartuig, voorzien van een eerste koppeling, en een tweede koppeling, waarbij de tweede koppeling op een van de eerste koppeling afgekeerde zijde is gelegen, aan een zeeplatform, voorzien van een eerste koppelpunt en een tweede koppelpunt op een afstand van elkaar gelegen, omvattende de stappen van het: c) het verbinden van de eerste koppeling aan het eerste koppelpunt, d) het verbinden van de tweede koppeling aan het tweede koppelpunt met het kenmerk dat de in de stappen c) en d) gevormde verbinding ten minste star is in een richting van en naar het eerste en tweede koppelpunt.11. Method for coupling a seagoing vessel, provided with a first coupling, and a second coupling, wherein the second coupling is located on a side remote from the first coupling, to a sea platform provided with a first coupling point and a second coupling point on spaced apart, comprising the steps of: c) connecting the first coupling to the first coupling point, d) connecting the second coupling to the second coupling point, characterized in that the in steps c) and d) formed connection is at least rigid in a direction from and to the first and second coupling point. 12. Werkwijze volgens conclusie 11 waarbij de koppelingen aan de voor en achterzijde van het zeevaartuig zijn geplaatst.A method according to claim 11, wherein the couplings are placed at the front and rear of the seagoing vessel. 13. Werkwijze volgens een van de conclusies 11-12, waarbij de afstand tussen de koppelpunten is geconfigureerd voor het ontvangen van het zeevaartuig.A method according to any one of claims 11-12, wherein the distance between the coupling points is configured to receive the marine vessel. 14. Werkwijze volgens een van de conclusies 11-13, waarbij het zeeplatform tevens is voorzien van een hijsysteem, en waarbij de werkwijze tevens de stappen omvat van: e) het verbinden van het hijssysteem aan het zeevaartuig, f) het met het hijssysteem optakelen van het aan de koppelpunten gekoppelde zeevaartuig.A method according to any one of claims 11-13, wherein the sea platform is also provided with a hoisting system, and wherein the method also comprises the steps of: e) connecting the hoisting system to the sea vessel, f) lifting it with the hoisting system of the seagoing vessel coupled to the coupling points.