NL2022824B1 - Cut flower transport system - Google Patents

Abstract

Systeem voor transport van snijbloemen, omvattend: -een railstelsel dat zich uitstrekt tussen één of meer eerste locaties en één of meer tweede looaties, op afstand van de eerste locaties, -een reeks trolleys die langs de rails van het railstelsel verplaatsbaar zijn en elk voorzien zijn van tenminste één bloemhouder voor het individueel houden van een snijbloem, -waarbij het railstelsel althans twee onderling parallelle railtrajecten omvat die aansluitbaar zijn op een enkelvoudig railtraject, en een wissel voor het maken van een railverbinding tussen een gekozen railtraject van de parallelle railtrajecten en het enkelvoudig railtraject, -waarbij de trolleys voorzien zijn van een vooreind en een achtereind, waarbij het vooreind voorzien is van een eerste koppeldeel en het achtereind voorzien is van een tweede koppeldeel, met het kenmerk, dat van twee opeenvolgende trolleys respectievelijk het eerste koppeldeel en het tweede koppeldeel een koppeling met elkaar kunnen vormen zodat de twee opeenvolgende trolleys als een eenheid langs de rail verplaatst kunnen worden, waarbij het systeem voorzien is van koppelmiddelen voor het realiseren van de koppeling tussen de twee opeenvolgende trolleys en van ontkoppelmiddelen voor het verbreken van de koppeling tussen de twee opeenvolgende trolleys.System for transporting cut flowers, comprising: - a rail system extending between one or more first locations and one or more second tannings, remote from the first locations, - a series of trolleys movable along the rails of the rail system and each provided be of at least one flower holder for individually holding a cut flower, wherein the rail system comprises at least two mutually parallel rail tracks that can be connected to a single rail track, and a switch for making a rail connection between a selected rail track of the parallel rail tracks and the single rail track, wherein the trolleys are provided with a front end and a rear end, wherein the front end is provided with a first coupling part and the rear end is provided with a second coupling part, characterized in that of two successive trolleys the first coupling part and the second coupling part can form a coupling with each other so that the two successive trolleys can be moved as a unit along the rail, the system being provided with coupling means for realizing the coupling between the two successive trolleys and with uncoupling means for breaking the coupling between the two successive trolleys.

Description

Nr. P633NL Systeem voor transport van snijbloemenNo. P633NL System for transporting cut flowers

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor transport van snijbloemen. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een systeem voor transport van snijbloemen vanaf een plaats van aanvoer van de snijbloemen, zoals een inhangstation waar de snijbloemen in snijbloemhouders worden gehangen, naar een plaats van sorteren en samenvoegen van de snijbloemen. De uitvinding heeft voorts betrekking op een systeem voor transport en sorteren van snijbloemen. De uitvinding heeft voorts betrekking op een trolley met een bloemhouder voor een snijbloem.BACKGROUND OF THE INVENTION The invention relates to a system for transporting cut flowers. In particular, the invention relates to a system for transporting cut flowers from a place of supply of the cut flowers, such as a hanging station where the cut flowers are hung in cut flower holders, to a place of sorting and assembling the cut flowers. The invention further relates to a system for transporting and sorting cut flowers. The invention further relates to a trolley with a flower holder for a cut flower.

Snijbloemen kunnen na geplukt te zijn in een kweekruimte in opslag worden gehouden in een gekoelde ruimte waar zij ook kunnen worden voorzien van water. Na enige verblijftijd in die ruimte worden zij ingehangen in snijploemhouders van een transporteur en door deze naar een sorteermachine gevoerd, alwaar de snijbloemen op één of meer eigenschappen worden gesorteerd en vervolgens gebundeld. Voorbeelden van sorteer- en bundelmachines zijn beschreven in NL octrooiaanvrage 92.00894, NL octrooiaanvrage 90.00371 en NL octrooiaanvrage 94.00067.Cut flowers, after being picked, can be stored in a growing room in a refrigerated room where they can also be supplied with water. After some residence time in that space, they are hung in cut flower holders of a conveyor and conveyed through the latter to a sorting machine, where the cut flowers are sorted on one or more properties and then bundled. Examples of sorting and bundling machines are described in NL patent application 92.00894, NL patent application 90.00371 and NL patent application 94.00067.

Voor het transport van de snijbloemen naar de sorteermachine wordt daarbij gebruik gemaakt van een transportsysteem, dat een reeks op vaste afstand van elkaar gelegen snijbloemhouders, die bevestigd zijn aan trolleys die met wielen in/over een geleiderail verplaatsbaar zijn en elk verbonden zijn met een omlopend aandrijfelement, zoals een koord of een ketting, zoals bijvoorbeeld beschreven in NL octrooi 1028644. Ook bestaan er tamsportsystemen waarin snijploemhouders op een kettingtransporteur zijn bevestigd, zoals in US octrooiFor the transport of the cut flowers to the sorting machine, use is made here of a transport system comprising a series of cut flower holders situated at a fixed distance from each other, which are attached to trolleys which are movable with wheels in / over a guide rail and are each connected to a circumferential drive element, such as a cord or a chain, as described, for example, in NL patent 1028644. There are also tamsport systems in which cutting flower holders are mounted on a chain conveyor, as in US patent

3.659.709.3,659,709.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Een doel van de uitvinding is een transportsysteem voor snijbloemen te verschaffen, waarmee het sorteerproces van de aangevoerde snijbloemen kan worden bevorderd.SUMMARY OF THE INVENTION An object of the invention is to provide a transport system for cut flowers, with which the sorting process of the supplied cut flowers can be promoted.

Een doel van de uitvinding is een transportsysteem voor snijbloemen te verschaffen, waarmee het aanvoerproces van de snijbloemen naar een sorteerinrichting kan worden bevorderd, in het bijzonder flexibel en/of efficiënt uitgevoerd kan worden.An object of the invention is to provide a transport system for cut flowers, with which the supply process of the cut flowers to a sorting device can be promoted, in particular can be carried out flexibly and / or efficiently.

Vanuit één aspect voorziet de uitvinding in een systeem voor transport van snijbloemen, omvattend: -een railstelsel dat zich uitstrekt tussen één of meer eerste locaties, bijvoorbeeld een inhangstation, en één of meer tweede locaties, zoals een sorteerinrichting, op afstand van de eerste locaties, -een reeks trolleys die langs de rails van het railstelsel verplaatsbaar zijn en elk voorzien zijn van tenminste één bloemhouder voor het individueel houden van een snijbloem, -waarbij het railstelsel althans twee onderling parallelle railtrajecten omvat die aansluitbaar zijn op een enkelvoudig railtraject, en een wissel voor het maken van een railverbinding tussen een gekozen railtraject van de parallelle railtrajecten en het enkelvoudig railtraject, -waarbij de trolleys voorzien zijn van een vooreind en een achtereind, waarbij het vooreind voorzien is van een eerste koppeldeel en het achtereind voorzien is van een tweede koppeldeel, waarbij van twee opeenvolgende trolleys respectievelijk het eerste koppeldeel en het tweede koppeldeel een koppeling met elkaar kunnen vormen zodat de twee opeenvolgende trolleys als een eenheid langs de rail verplaatst kunnen worden, waarbij het systeem voorzien is van middelen voor het realiseren van de koppeling tussen de twee opeenvolgende trolleys en van ontkoppelmiddelen voor het verbreken van de koppeling tussen de twee opeenvolgende trolleys.From one aspect, the invention provides a system for transporting cut flowers, comprising: a rail system extending between one or more first locations, for example a hang-in station, and one or more second locations, such as a sorting device, remote from the first locations a series of trolleys which can be moved along the rails of the rail system and each is provided with at least one flower holder for individually holding a cut flower, wherein the rail system comprises at least two mutually parallel rail tracks that can be connected to a single rail track, and one switch for making a rail connection between a selected rail section of the parallel rail sections and the single rail section, where the trolleys are provided with a front end and a rear end, the front end being provided with a first coupling part and the rear end being provided with a second coupling part, where of two successive trolleys respectively he The first coupling part and the second coupling part can form a coupling with each other so that the two successive trolleys can be moved as a unit along the rail, the system being provided with means for realizing the coupling between the two successive trolleys and with uncoupling means for breaking the link between the two successive trolleys.

Het systeem volgens de uitvinding biedt de gebruiker de mogelijkheid om, afhankelijk van wat op dat moment voor een efficiënt transportproces nodig of gewenst is, trolleys met elkaar te koppelen of juist weer te ontkoppelen. Anders dan in de stad van de techniek kunnen de trolleys in het ene geval een treintje vormen in een gemeenschappelijk railtraject en in het andere geval, na ontkoppeling en via de wissel, ieder een eigen gekozen railtraject volgen. Andersom is ook mogelijk, waarbij trolleys vanuit gekozen paralleltrajecten via een wissel en met koppeling op het enkelvoudige railtraject een samengestelde trein kunnen gaan vormen. Hiermee kan een verwerkingsproces, zoals een sorteerproces, verfijnd worden. Ook kan de afstemming op een aanvoer bevorderd worden, welke aanvoer in hoeveelheid en in eigenschappen van de snijbloemen aan variaties onderhevig kan zijn. Opgemerkt wordt dat met “‘parallel’niet enkel bedoeld wordt —evenwijdig--, doch in het algemeen bedoeld wordt dat ter plaatse van de wissel een enkelvoudig railtraject aansluit op meerdere railtrajecten die elk de trolleys van de wissel af voeren of elk trolleys daarnaar toe voeren.The system according to the invention offers the user the option, depending on what is required or desired at that moment for an efficient transport process, to couple trolleys with each other or to disconnect them again. Unlike in the city of technology, the trolleys can in the one case form a train in a common rail route and in the other case, after disconnection and via the switch, each follow its own chosen rail route. The other way around is also possible, whereby trolleys can form a composite train from selected parallel routes via a switch and with coupling on the single rail route. This allows a processing process, such as a sorting process, to be refined. The adaptation to a supply can also be promoted, which supply can be subject to variations in quantity and in properties of the cut flowers. It should be noted that by "" parallel "is not only meant" parallel ", but in general it is meant that at the location of the switch a single rail section connects to several rail sections, each of which takes the trolleys away from the switch or each trolleys towards it. feed.

De afstemming op aansluitende processen, zoals aanvoer en verwerking, wordt verder bevorderd indien de trolleys voorzien van slechts één bloemhouder.The coordination with subsequent processes, such as supply and processing, is further promoted if the trolleys are provided with only one flower holder.

In een verdere ontwikkeling van het systeem volgens de uitvinding omvatten de ontkoppelmiddelen een ontkoppelinrichting die ingericht is voor het ontkoppelen door het uitoefenen van een afschuifkracht op het eerste en/of het met dat eerste koppeldeel gekoppelde tweede koppeldeel van met elkaar gekoppelde trolleys in een richting dwars op de rail, in het bijzonder in een horizontale richting dwars op de rail. Een dergelijke uitvoering maakt het mogelijk om de koppeling en de ontkoppeling van trolleys te combineren met het ingaan of uitgaan van een gekozen railtraject, waarbij immers ook sprake zal zijn van een relatieve verplaatsing in dwarsrichting tussen opeenvolgende trolleys.In a further development of the system according to the invention, the uncoupling means comprise a uncoupling device which is adapted for uncoupling by exerting a shear force on the first and / or the second coupling part coupled to said first coupling part of trolleys coupled together in a transverse direction. on the rail, in particular in a horizontal direction transverse to the rail. Such an embodiment makes it possible to combine the coupling and uncoupling of trolleys with the entry or exit of a selected rail section, in which case, after all, there will also be a relative displacement in transverse direction between successive trolleys.

In een uitvoering hiervan maakt de wissel deel uit van de ontkoppelinrichting en is de wissel uitgerust met een aandrijver voor het in een richting dwars op de rail verplaatsen van een op het aansluitende enkelvoudige railtraject aansluitend verplaatsbaar railgedeelte tussen een stand waarin het in lijn ligt met het ene parallelle railtraject en een stand waarin het in lijn ligt met het andere parallelle railtraject. Met het omzetten van de wissel kan aldus tegelijkertijd ontkoppeling plaatsvinden.In one embodiment thereof, the switch forms part of the uncoupling device and the switch is equipped with an actuator for moving a movable rail section connecting to the connecting single rail track in a direction transverse to the rail between a position in which it lies in line with the rail track. one parallel rail section and a position in which it is aligned with the other parallel rail section. Decoupling can thus take place simultaneously with the conversion of the switch.

Het door de aandrijver verplaatsbare railgedeelte kan als één geheel verplaatsbaar zijn met een eerste en een tweede aanslag voor het afsluiten van het betreffende parallelle railtraject dat uit lijn ligt met het verplaatsbare railgedeelte. Hierdoor wordt er in één en dezelfde actie tevens voor gezorgd dat het trolleys die zich bevinden in het parallelle railtraject dat “open” komt te staan niet uit dat railtraject kunnen vallen.The rail portion displaceable by the actuator may be movable integrally with a first and a second stop for closing off the respective parallel rail path which is aligned with the movable rail portion. As a result, in one and the same action it is also ensured that the trolleys that are located in the parallel rail section that will be “open” cannot fall out of that rail section.

Een in relatie tot de transportsnelheid van de trolleys langs de rails snelle bediening van de wissel kan gerealiseerd worden wanneer de aandrijver een cilinder omvat, in het bijzonder pneumatische cilinder.A rapid actuation of the switch in relation to the transport speed of the trolleys along the rails can be realized if the actuator comprises a cylinder, in particular a pneumatic cylinder.

In een verdere ontwikkeling van het systeem volgens de uitvinding zijn de koppelmiddelen magnetisch werkzaam. Daarmee kan koppeling en kan ook ontkoppeling vergemakkelijkt worden, zodat deze op snelle en eenvoudige wijze kunnen plaatsvinden. De voornoemde wissel kan hierbij ook deel uitmaken van de koppelmiddelen, om de eerste en tweede koppeldelen bij elkaar te brengen.In a further development of the system according to the invention, the coupling means are magnetically active. Coupling and uncoupling can hereby be facilitated, so that these can take place in a quick and simple manner. The aforementioned switch can also form part of the coupling means for bringing the first and second coupling parts together.

Het eerste koppeldeel kan hierbij een permanente magneet omvatten, bijvoorbeeld met neodymium, en het tweede koppeldeel magnetiseerbaar materiaal omvatten.The first coupling part can herein comprise a permanent magnet, for instance with neodymium, and the second coupling part may comprise magnetizable material.

Indien althans één van de eerste en tweede koppeldelen een bolvormig contactvlak voor contact met het andere koppeldeel heeft wordt het doorlopen van gebogen railtrajecten van aan elkaar gekoppelde trolleys vergemakkelijkt Het eerste koppeldeel kan een vlak contactvlak voor contact met het tweede koppeldeel hebben.If at least one of the first and second coupling parts has a spherical contact surface for contact with the other coupling part, traversing curved rail paths of trolleys coupled to each other is facilitated. The first coupling part may have a flat contact surface for contact with the second coupling part.

In een uitvoering omvat de permanente magneet een potmagneet. Een dergelijke permanente magneet, geplaatst als eerste koppeldeel aan het eerste eind van de trolley, heeft een hoge magnetische veldsterkte in een railrichting en een relatief geringe magnetische veldsterkte in een richting dwars op de rail. Die eigenschap kan benut worden voor de bovengenoemde ontkoppeling.In one embodiment, the permanent magnet comprises a pot magnet. Such a permanent magnet, placed as the first coupling part at the first end of the trolley, has a high magnetic field strength in a rail direction and a relatively low magnetic field strength in a direction transverse to the rail. This property can be utilized for the aforementioned decoupling.

In een uitvoering hebben de trolleys een langwerpig lichaam, dat zich parallel aan de rail kan uitstrekken, en nabij het vooreind en nabij het achtereind respectievelijk een eerste en een tweede wielstel heeft, welke om respectievelijk eerste en tweede verticale draaihartlijnen draaibaar verbonden zijn met het lichaam, waarbij het eerste en het tweede wielstel telkens een rollend aangrijppunt op de rail hebben dat respectievelijk gelegen op een grotere afstand van het vooreind dan de eerste verticale draaihartmijn en een grotere afstand van het achtereind dan de tweede verticale draaihartlijn. Hiermee wordt het gedrag in gebogen railtrajecten bevorderd, omdat de onderlinge afstand tussen wielstelsels van met elkaar gekoppelde trolleys dan groter is dan de onderlinge afstand tussen draaihartlijnen van die trolleys. Kleinere kromtestralen in het railtraject, in het horizontale vlak, zijn dan eerder realiseerbaar.In one embodiment, the trolleys have an elongated body, which can extend parallel to the rail, and has a first and a second wheel set, respectively, near the front end and near the rear end, which are pivotally connected to the body about first and second vertical pivot axes, respectively. wherein the first and second wheel sets each have a rolling point of engagement on the rail that is respectively located at a greater distance from the front end than the first vertical axis of rotation and a greater distance from the rear end than the second vertical axis of rotation. This promotes the behavior in curved rail routes, because the mutual distance between wheel systems of trolleys coupled to each other is then greater than the mutual distance between rotation axes of those trolleys. Smaller radii of curvature in the rail section, in the horizontal plane, can then be realized earlier.

Het eerste en het tweede wielstel kunnen voorts elk een tweede rollend aangrijppunt hebben dat in lijn ligt met de betreffende verticale draaihartlijn.The first and the second wheel set may further each have a second rolling point of engagement which is aligned with the respective vertical axis of rotation.

Volgens een verder aspect, waarbij de trolleys een lichaam hebben, en een verbindingsdeel voor verbinding van de bloemhouder met het lichaam, is het verbindingsdeel draaibaar aangebracht op het lichaam voor verdraaiing om een verticale draaihartlijn tussen meerdere draaistanden, waarbij het systeem omvat langs het railstelsel opgestelde rotatiemiddelen voor het dwingen van het verbindingsdeel te verdraaien van de ene draaistand naar de andere draaistand, waarbij de trolley voorzien is van een veerbelaste koppeling voor het in verschillende draaistanden houden van het verbindingsdeel, in het bijzonder in een aantal 90 graden van elkaar verschillende draaistanden. Hiermee kan de bloemhouder op eenvoudige en daardoor storingarme wijze in een voor het proces gewenste stand gebracht en gehouden worden. Zo kan de stand tijdens 5 transport afwijken van die tijdens het inhangen van een snijbloem en van die tijdens het overgeven van een snijbloem aan een sorteerinrichting.In a further aspect, wherein the trolleys have a body, and a connecting member for connecting the flower container to the body, the connecting member is rotatably mounted on the body for rotation about a vertical axis of rotation between a plurality of rotational positions, the system comprising arranged along the rail system. rotation means for forcing the connecting part to rotate from one rotational position to the other rotational position, the trolley being provided with a spring-loaded coupling for holding the connecting part in different rotational positions, in particular in a number of 90 degrees different rotational positions. The flower holder can hereby be brought and kept in a position desired for the process in a simple and therefore trouble-free manner. For instance, the position during transport can deviate from that during the hanging of a cut flower and from that during the transfer of a cut flower to a sorting device.

In een eenvoudige uitvoering heeft het verbindingsdeel hiertoe een schroeflijn- of helixvormig oppervlak, met een verticale helixhartlijn, waarbij de rotatiemiddelen naast het railstelsel opgestelde geleiders, in het bijzonder aan weerszijden daarvan opgestelde geleiders, omvat, welke geleiders zich in railrichting en in verticale richting uitstrekken om in aangrijping op het helixvormige oppervlak van het verbindingsdeel de verdraaiing te bewerkstelligen bij voortgaande beweging van de trolley langs de rail. De geleiders sluiten het helixvormig oppervlak daarbij tussen zich in, zodat dat oppervlak gedwongen wordt te verdraaien, waarbij het verbindingsdeel uit de veerbelaste koppeling getrokken worden en na verdraaiing weer in de veerbelaste koppeling komt.In a simple embodiment, the connecting part has a helical or helical surface for this purpose, with a vertical helical axis, the rotation means comprising guides arranged next to the rail system, in particular guides arranged on either side thereof, which guides extend in the rail direction and in the vertical direction. to engage the helical surface of the connecting member to effect rotation with continued movement of the trolley along the rail. The guides thereby enclose the helical surface between them, so that that surface is forced to rotate, the connecting part being pulled out of the spring-loaded coupling and, after rotation, re-enters the spring-loaded coupling.

In een verdere uitvoering omvat de bloemhouder een zich horizontaal vanaf het verbindingsdeel uitstrekkende houderarm, waarbij het helixvormig oppervlak een ondereind heeft dat op verticale afstand van, boven de houderarm gelegen is. Hierdoor kunnen de onderdelen die nodig zijn voor de verdraaiing boven het voor de snijbloem, tijdens de verplaatsing langs de rail, benodigde ruimtelijke profiel blijven.In a further embodiment, the flower holder comprises a holder arm extending horizontally from the connecting part, the helical surface having a lower end which is located at a vertical distance from, above the holder arm. As a result, the parts required for the rotation can remain above the spatial profile required for the cut flower during the movement along the rail.

In een uitvoering omvat de bloemhouder een zich horizontaal vanaf het verbindingsdeel uitstrekkende houderarm, die aan het vrije armeind een bloemopneemruimte vormt, waarbij het systeem omvat een langs een rail van het railstelsel opgesteld bloembeeldopnamestation, waarbij de geleiders ter plaatse van het bloembeeldopnamestation uitgevoerd zijn voor het bij voortgaande beweging van de trolley langs de rail verdraaien van het verbindingsdeel in het horizontale vlak , waarbij de houderarm verdraaid wordt in bovenstroomse richting, in het bijzonder van een in benedenstroomse richting wijzende stand naar een in bovenstroomse richting wijzende stand. Door het scannen van de bloem te laten samenvallen met genoemde verdraaiing wordt de verblijftijd van de bloem in het scanstation vergroot. Bij een scannen vanaf één zijde kunnen voorts op eenvoudige wijze beelden van de bloem van meerdere richtingen verkregen worden. Hierdoor worden het scanproces en de beoordeling van de bloem bevorderd, waardoor een betrouwbaarder sorteerproces mogelijk is.In one embodiment, the flower holder comprises a holder arm extending horizontally from the connecting part, which at the free arm end forms a flower receiving space, the system comprising a flower image pick-up station arranged along a rail of the rail system, the guides being designed at the location of the flower image pick-up station for with continued movement of the trolley along the rail, turning the connecting part in the horizontal plane, whereby the holder arm is rotated in upstream direction, in particular from a position pointing in the downstream direction to a position pointing in the upstream direction. By having the scanning of the flower coincide with the said rotation, the residence time of the flower in the scanning station is increased. When scanning from one side, it is furthermore possible to obtain images of the flower from several directions in a simple manner. This promotes the scanning process and the assessment of the flower, allowing for a more reliable sorting process.

Bovenstrooms van het bloembeeldopnamestation kunnen de geleiders uitgevoerd zijn voor het bij voortgaande beweging van de trolley langs de rail verdraaien van het verbindingsdeel in het horizontale vlak, waarbij de houderarm verdraaid wordt in benedenstroomse richting, in het bijzonder van een in bovenstroomse richting wijzende stand naar een in benedenstroomse richting wijzende stand. Een dergelijke stand is gunstig voor tijdens transport, omdat de bloem dan enigszins tegen botsingen met stationaire onderdelen of voorwerpen beschermd kan worden door het verbindingsdeel en een deel van de houderarm.Upstream of the flower image-taking station, the guides can be designed for turning the connecting part in the horizontal plane with continued movement of the trolley along the rail, whereby the holder arm is rotated in a downstream direction, in particular from a position pointing in an upstream direction to a position. position pointing downstream. Such a position is favorable during transport, because the flower can then be somewhat protected against collisions with stationary parts or objects by the connecting part and a part of the holder arm.

De bescherming van de bloem kan verder worden bevorderd indien de verticale draaihartlijn voor het verbindingsdeel in transportrichting gezien vóór het midden van het lichaam van de trolley gelegen is, gezien in railrichting. Dan kan de houderarm met een langere lengte in een stand waarin deze zich parallel aan de lengte van de trolley uitstrekt toch geheel binnen de lengte van de trolley blijven.The protection of the flower can be further enhanced if the vertical axis of rotation for the connecting part, viewed in the direction of transport, is situated in front of the center of the body of the trolley, viewed in the rail direction. Then the holder arm of a longer length in a position in which it extends parallel to the length of the trolley can still remain entirely within the length of the trolley.

Indien de veerbelaste koppeling zich boven het lichaam bevindt en het verbindingsdeel zich onder het lichaam bevindt worden de beweegbare delen zo ver mogelijk van de bloemen gehouden.When the spring-loaded coupling is above the body and the connecting part is below the body, the movable parts are kept as far away from the flowers as possible.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een systeem zoals hiervoor beschreven, waarbij de eerste locatie een inhangstation is voor het in de bloemhouders inhangen van aangevoerde snijbloemen en de tweede locatie een sorteer- of verdeelstation is voor de snijbloemen , waarbij het systeem voorts omvat: -een langs een rail van het railstelsel, bovenstrooms het sorteerstation opgesteld bloembeeldopnamestation voor het in opeenvolging Scannen van een aangeboden snijbloem voor het detecteren van één of meer eigenschappen van die snijbloem, en een geheugen voor het daarin opslaan van de gedetecteerde eigenschappen in verband met de betreffende snijbloem, -waarbij het sorteerstation omvat: een aantal in het sorteerstation opgestelde selectielocaties, in het bijzonder selectiestations, die in serie zijn opgesteld voor ontvangst van de, op grond van de één of meer eigenschappen, geselecteerde snijbloemen; waarbij het systeem voorts omvat: -een besturingseenheid voor het, op basis van de in het bloembeeldopnamestation gedetecteerde één of meer eigenschappen, toewijzen van een snijbloem aan één van de selectielocaties; -door de besturingseenheid gestuurde middelen voor het overbrengen van een gedetecteerde snijbloem naar een op basis van de gedetecteerde één of meer eigenschappen toegewezen selectielocatie.From a further aspect, the invention provides a system as described above, wherein the first location is a hanging station for hanging supplied cut flowers in the flower containers and the second location is a sorting or distribution station for the cut flowers, the system further comprising: -a flower image recording station arranged along a rail of the rail system, upstream of the sorting station, for scanning in succession a cut flower presented for detecting one or more properties of that cut flower, and a memory for storing therein the detected properties in connection with the relevant cut flower, wherein the sorting station comprises: a number of selection locations, in particular selection stations, arranged in the sorting station, which are arranged in series for receiving the cut flowers selected on the basis of the one or more properties; the system further comprising: -a control unit for assigning a cut flower to one of the selection locations on the basis of the one or more properties detected in the flower image recording station; - means controlled by the control unit for transferring a detected cut flower to a selection location assigned on the basis of the detected one or more properties.

In een uitvoering omvat het sorteerstation -een in het sorteerstation opgestelde, volgens een omloopbaan omlopende sorteertransporteur met bloemhouders voor het houden van verenkelde snijbloemen; waarbij het aantal in het sorteerstation opgestelde selectielocaties, in het bijzonder selectiestations, in serie langs de omloopbaan van de sorteertransporteur zijn opgesteld voor ontvangst van de, op grond van de één of meer eigenschappen, geselecteerde snijbloemen; waarbij de selectielocaties opgesteld zijn in twee of meer deelreeksen, waarbij het sorteerstation twee of meer sorteertrajecten omvat, die elkaar in omlooprichting opvolgen en elk een deelreeks selectielocaties omvatten, alsmede een aan die deelreeks bovenstrooms gelegen eigen invoerlocatie voor opeenvolgende ontvangst van snijbloemen van de trolleys van het railstelsel van het systeem omvatten.In one embodiment, the sorting station comprises a sorting conveyor arranged in the sorting station and revolving around a revolving path with flower holders for holding singled cut flowers; wherein the number of selection locations, in particular selection stations, arranged in the sorting station are arranged in series along the orbit of the sorting conveyor for receiving the cut flowers selected on the basis of the one or more properties; wherein the selection locations are arranged in two or more sub-series, wherein the sorting station comprises two or more sorting routes, which follow each other in the direction of circulation and each comprise a sub-series of selection locations, as well as an own input location located upstream of said sub-series for successive receipt of cut flowers from the trolleys of comprise the busbar system of the system.

Hierbij kan één sorteertransporteur benut worden voor meerdere parallel uitgevoerde sorteerprocessen van dezelfde soort snijbloemen. Elke deelreeks selectielocaties kan ingericht zijn voor eenzelfde selectiepatroon. De te detecteren eigenschappen kunnen een tiental zijn, waarbij dertig verschillende sorteringen geen uitzonderlijk aantal is.One sorting conveyor can be used for several parallel sorting processes of the same kind of cut flowers. Each sub-series of selection locations can be arranged for the same selection pattern. The properties to be detected can be ten, with thirty different sorts not being an exceptional number.

Alternatief kunnen selectielocaties in verschillende deelreeksen bestemd zijn voor snijbloemen met dezelfde eigenschappen. Voorts is het mogelijk om indien het aanbod van snijbloemen en/of storing bij één of meer selectielocaties dat wenselijk maakt de snijbloemen in een andere deelreeks selectiestations te laten verwerken. Dat kan door de snijbloemen door de sorteertransporteur te laten doorlopen naar een andere deelreeks selectiestations. Dat kan ook door al op een eerder moment een andere invoerlocatie te gebruiken. Ook kan een storing in een invoerlocatie op die manier in effect beperkt worden gehouden. De sorteertransporteur kan bovendien als buffer gebruikt worden.Alternatively, selection locations in different sub-series can be intended for cut flowers with the same properties. It is further possible to have the cut flowers processed in another sub-series of selection stations if the supply of cut flowers and / or malfunction at one or more selection locations makes this desirable. This can be done by having the cut flowers pass through the sorting conveyor to another sub-series of selection stations. This can also be done by using a different input location at an earlier time. A disturbance in an input location can also be limited in effect in this way. The sorting conveyor can also be used as a buffer.

In een uitvoering is de omloopbaan langwerpig, waarbij aan elke langszijde een invoerlocatie en een deelreeks selectielocaties gelegen zijn. Hierbij kan de invoerlocatie voor een deelreeks selectielocaties gelegen zijn aan de andere langszijde dan die waaraan die deelreeks selectiestations gelegen is.In one embodiment, the orbital track is elongated, with an input location and a sub-series of selection locations located on each longitudinal side. The input location for a sub-series of selection locations can herein be located on the other longitudinal side than that on which the sub-series of selection stations is located.

De selectielocaties kunnen elk voorzien zijn van middelen voor het groeperen van in de betreffende selectielocatie ontvangen producten. De groepeermiddelen kunnen ingericht zijn voor het tot een bos samenvoegen van de snijbloemen.The selection locations can each be provided with means for grouping products received in the relevant selection location. The grouping means can be designed for combining the cut flowers into a bunch.

In een uitvoering is het inhangstation voorzien is van een opgavestation waarin een persoon die de snijbloemen inhangt één of meer door die persoon opgemerkte eigenschappen van een in te hangen snijbloem kan opgeven, waarbij het opgavestation verbonden is met de besturingseenheid voor overdracht van de in het opgavestation opgegeven eigenschappen daaraan, waarbij de besturingseenheid ingericht is voor het, op basis van de in het bloembeeldopnamestation gedetecteerde en in het opgavestation opgegeven één of meer eigenschappen, toewijzen van een snijbloem aan één van de selectielocaties.In one embodiment, the hanging station is provided with a depositing station in which a person who hangs in the cut flowers can specify one or more properties of a cut flower to be hung, noticed by that person, wherein the depositing station is connected to the control unit for transferring the items in the depositing station. properties specified thereto, wherein the control unit is arranged to assign a cut flower to one of the selection locations on the basis of the one or more properties detected in the flower image recording station and specified in the specification station.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een trolley voor het transport langs een rail, waarbij de trolley is voorzien van een snijbloem, waarbij de trolley uitgevoerd is zoals beschreven in als onderdeel van het systeem volgens de uitvinding.From a further aspect, the invention provides a trolley for transport along a rail, the trolley being provided with a cut flower, the trolley being designed as described in as part of the system according to the invention.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can also be used separately from each other where possible. Those individual aspects and other aspects may be the subject of divisional patent applications related thereto. This applies in particular to the measures and aspects which are described per se in the sub-claims.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: Figuur 1.een schematische weergave van een mogelijk systeem volgens de uitvinding; Figuren 2A-G een aantal aanzichten en doorsneden van een voorbeeld van een trolley volgens de uitvinding, alsmede een gebruikstoestand; Figuren 3A en 3B een illustratie van een reeks met elkaar gekoppelde trolleys van de figuren 2A-F en een detail daarvan; Figuren 4A-J een aantal afbeeldingen ter illustratie van een voorbeeld van een wissel volgens de uitvinding en de werking daarvan; en Figuren 5A-D een aantal afbeeldingen van een voorbeeld van een rotatie-inrichting met aandrijfmiddelen voor het verdraaien van een bloemhouder van een trolley volgens de uitvinding.BRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown in: Figure 1 is a schematic representation of a possible system according to the invention; Figures 2A-G show a number of views and cross-sections of an example of a trolley according to the invention, as well as a position of use; Figures 3A and 3B illustrate a series of interconnected trolleys of Figures 2A-F and a detail thereof; Figures 4A-J show a number of images to illustrate an example of a switch according to the invention and the operation thereof; and Figures 5A-D show a number of images of an example of a rotation device with drive means for rotating a flower holder of a trolley according to the invention.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN Het systeem 1 in figuur 1 omvat een in richting A omlopend railstelsel 4 dat voert langs een inhangstation 2, waar de uit een koelruimte en/of voorwaterruimte in bakken aangevoerde partijen snijbloemen verenkeld ingehangen worden in bloemhouders van door het railstelsel getransporteerde trolleys 10 (figuren 2A-F). Het inhangstation 2 is voorzien van een bak 2a voor de aangevoerde snijbloemen en van een toetsenpaneel 2b waarop de inhanger bepaalde opgemerkte eigenschappen van een ingehangen snijbloem kan invoeren voor opslag van dat gegeven of die gegevens in een centrale besturingseenheid 100. Benedenstrooms van het inhangstation 2 is een beeldopnamestation of scanstation 5 opgesteld, alwaar van elke daardoorheen getransporteerde snijbloem een registratie wordt gemaakt van een aantal eigenschappen, welke geregistreerde eigenschappen worden opgeslagen in de centrale besturingseenheid 100.DETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS The system 1 in figure 1 comprises a rail system 4 revolving in direction A, which leads past a suspension station 2, where the batches of cut flowers supplied from a cooling space and / or pre-water space in trays are singly suspended in flower holders of transported by the rail system. trolleys 10 (Figures 2A-F). The hanging station 2 is provided with a tray 2a for the cut flowers supplied and with a keypad 2b on which the hanger can input certain noted properties of a suspended cut flower for storage of that data or that data in a central control unit 100. Downstream of the hanging station 2 is an image recording station or scanning station 5 is set up, where a registration of a number of properties is made of each cut flower transported therethrough, which registered properties are stored in the central control unit 100.

Het railsysteem voert via een selectie- of rangeerstation 6a naar een sorteerinrichting 3 die een eindloze, in richting B omlopende transporteur 7 omvat met een reeks bloemhouders die elk één snijbloem kunnen houden. Ter plaatse van invoerstations 9a en 9b worden de snijbloemen overgegeven van de bloemhouders van de trolleys 10 aan de bloemhouders van de sorteertransporteurThe rail system leads via a selection or shunting station 6a to a sorting device 3 which comprises an endless conveyor 7 revolving in direction B with a series of flower holders, each of which can hold one cut flower. At input stations 9a and 9b, the cut flowers are transferred from the flower holders of the trolleys 10 to the flower holders of the sorting conveyor.

7.7.

De sorteertransporteur 7 loopt ononderbroken door, langs twee deelreeksen 8a en 8b van selectiestations alwaar de snijbloemen vanuit de bloemhouders worden afgegeven, afhankelijk van waar dat volgens de in het scanstation 5 opgenomen eigenschappen en in het inhangstation 2 ingevoerde eigenschappen gewenst is,.The sorting conveyor 7 runs uninterruptedly, along two sub-series 8a and 8b of selection stations where the cut flowers are delivered from the flower holders, depending on where this is desired according to the properties included in the scan station 5 and inputted into the suspension station 2.

In het retourtraject van sorteerinrichting 3 naar inhangstations 2 is in het railstelsel 4 een samenvoegstation 6b opgenomen, waar de trolleys die afkomen van deelreeksen 8a en van deelreeksen 8b weer op één rail gebracht worden.In the return route from sorting device 3 to suspension stations 2, a combining station 6b is included in the rail system 4, where the trolleys coming from subseries 8a and from subseries 8b are brought back onto one rail.

Voor de afstemming van de werking van de diverse componenten en besturing van het systeem is voornoemde centrale, programmeerbare besturingseenheid 100 opgesteld.The aforementioned central, programmable control unit 100 is arranged for coordinating the operation of the various components and control of the system.

De in de figuren 2A-F afgebeelde trolley 10 omvat een lichaam 11 in de vorm van een rechthoekige buis. Op de bovenzijde van de buis 11 zijn twee wielstellen 14a,14b bevestigd, draaibaar om verticale hartlijnen V1 en V2. De wielstellen 144, 14b omvatten elk twee paar rollen 19aa,19ab, 19ba,19bb. Het paar rollen 19ab en het paar rollen 19bb liggen op een grotere afstand van de respectieve buiseinden van de hartlijnen V1 en V2 en liggen ook verder weg van de verticale hartlijnen V1 en V2 dan het paar rollen 194aa en het paar rollen 19ba, die in dit voorbeeld in lijn liggen met de verticale hartlijnen V1 en V2. Anders gezegd ligt het midden tussen de paren rollen 19aa-19ab op grotere afstand van het buiseind aldaar dan V1 en geldt hetzelfde voor het andere wielstel en het andere buiseind., zie ook figuren 2B en 2D. De rollen 19aa en 19ba liggen op enige afstand van de buiseinden.The trolley 10 shown in Figures 2A-F comprises a body 11 in the form of a rectangular tube. Two wheel sets 14a, 14b are mounted on the top of the tube 11, rotatable about vertical axes V1 and V2. The wheel sets 144, 14b each include two pairs of rollers 19aa, 19ab, 19ba, 19bb. The pair of rollers 19ab and the pair of rollers 19bb are further away from the respective tube ends of the axes V1 and V2 and are also further away from the vertical axes V1 and V2 than the pair of rollers 194aa and the pair of rollers 19ba described in this example are in line with the vertical center lines V1 and V2. In other words, the center between the pairs of rollers 19aa-19ab is at a greater distance from the tube end there than V1 and the same applies to the other wheel set and the other tube end, see also figures 2B and 2D. Rollers 19aa and 19ba are spaced some distance from tube ends.

In figuur 2G is geïllustreerd dat door de besproken ligging van de hartlijnen V1 en V2 van de wielstellen 14a en 14b de loop van met elkaar gekoppelde trolleylichamen 11,11 door een gebogen railtraject bevorderd wordt.Figure 2G illustrates that due to the discussed location of the center lines V1 and V2 of the wheel sets 14a and 14b, the course of interconnected trolley bodies 11, 11 is promoted by a curved rail track.

Op het wielstel 14a is een transponderplaatje of tag 16 bevestigd, met een ID-code die uniek is voor de betreffende trolley 10.A transponder plate or tag 16 is attached to the wheelset 14a, with an ID code unique to the respective trolley 10.

Aan de langseinden van de buis 11 zijn koppeldelen 15a,15b bevestigd., zie ook figuren 2E en 2F. Het eerste koppeldeel 154 is uitgevoerd als een zogenoemde potmagneet, bijvoorbeeld omvattend zeldzame aarde, zoals Neodymium, met een plat contactvlak 20a en een de magneet omgevende kraag 20b van magnetiseerbaar materiaal. De potmagneet omvat een steel 21a, die door veer 22 in de aangegeven richtingen verend bevestigd is in de buis 11. Het tweede koppeldeel 15b is van een magnetiseerbaar materiaal, heeft een bol contactvlak 20c en is met steel 21b vast bevestigd in de buis 11.Coupling parts 15a, 15b are attached to the longitudinal ends of the tube 11, see also figures 2E and 2F. The first coupling part 154 is designed as a so-called pot magnet, comprising, for example, rare earth, such as Neodymium, with a flat contact surface 20a and a collar 20b of magnetizable material surrounding the magnet. The pot magnet comprises a stem 21a, which is resiliently fixed in the tube 11 by spring 22 in the indicated directions. The second coupling part 15b is of a magnetizable material, has a convex contact surface 20c and is fixedly fixed in the tube 11 with stem 21b.

Door de koppeldelen 15a en 15b kunnen de trolleys 10 met elkaar gekoppeld worden tot een trein, zie figuur 3A. Door het bolle contactvlak 20c kunnen gekoppelde trolleys een bochttraject makkelijk volgen. Dit wordt verder bevorderd door de verende verbinding van het eerste koppeldeel 15a met de buisThe trolleys 10 can be coupled together to form a train by means of the coupling parts 15a and 15b, see figure 3A. Due to the convex contact surface 20c, coupled trolleys can easily follow a bend route. This is further promoted by the resilient connection of the first coupling part 15a with the tube

11. Door de magneetkoppeling blijven de trolleys met elkaar gekoppeld wanneer op één van de trolleys een aandrijfkracht wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld op de zijkanten van de buis 11, zoals nog besproken wordt in verband met figuur 4B. De magneetkoppeling is in hoofdzaak axiaal gericht (richting C, figuur 3B), dus in transportrichting. De magneetkoppeling kan daardoor relatief gemakkelijk verbroken worden door een dwarskracht uit te oefenen op het eerste koppeldeel of op het tweede koppeldeel (richtingen D, D1 en D2, figuur 3B). Hierop wordt verder ingegaan bij de bespreking van de figuren 4C-J.11. The magnetic coupling keeps the trolleys mutually coupled when a driving force is exerted on one of the trolleys, for example on the sides of the tube 11, as will be discussed in connection with figure 4B. The magnetic coupling is essentially axially directed (direction C, figure 3B), i.e. in the direction of transport. The magnetic coupling can therefore be broken relatively easily by exerting a transverse force on the first coupling part or on the second coupling part (directions D, D1 and D2, figure 3B). This is discussed further in the discussion of Figures 4C-J.

Terugkerend naar de figuren 2A-C, een verder aspect van de trolley 10 vormt de bloemhouder 13 met bloemopneemruimte 13a, die bevestigd is aan het ondereind van een verbindingsdeel 12. Het verbindingsdeel 12 omvat een verticale staaf 12a, die door een lichaam 12b reikt , door de buis 11 heen tot boven de buis 11. Op het boven de buis 11 reikende gedeelte van de staaf 12a is een schijf 17 bevestigd, welke schijf 17 in de rand op vier op 90 graden van elkaar gelegen plaatsen voorzien is van koppelgaten 17a. Boven op de buis 11 is een door een veer naar de schijf 17 toe gespannen koppelkogel 18 aangebracht, welke door de veerspanning in een koppelgat 17a kan snappen om de stand van de schijf 17 en daarmee de rotatievast daarmee verbonden staaf 12a en daarmee de stand van de bloemhouder 13 vast te houden.Returning to Figures 2A-C, a further aspect of the trolley 10 forms the flower container 13 with flower receiving space 13a, which is attached to the lower end of a connecting part 12. The connecting part 12 comprises a vertical rod 12a, which extends through a body 12b, through the tube 11 to above the tube 11. On the portion of the rod 12a extending above the tube 11, a disc 17 is mounted, which disc 17 in the rim is provided with coupling holes 17a at four locations at 90 degrees from each other. On top of the tube 11 a coupling ball 18, which is tensioned by a spring towards the disc 17, can snap through the spring tension in a coupling hole 17a to adjust the position of the disc 17 and the rod 12a connected thereto and therewith the position of holding the flower holder 13.

Het lichaam 12b heeft een helixvormig oppervlak, dat dient om aangegrepen te worden door externe rotatiemiddelen met het oog op verdraaiing van de staaf 12 en daarmee de bloemhouder 13. Dit komt aan de orde bij de bespreking van figuren 5A-D.The body 12b has a helical surface, which serves to be engaged by external rotation means with a view to rotation of the rod 12 and therewith the flower holder 13. This will be discussed in the discussion of figures 5A-D.

In figuur 4A is een wisselgebied getoond, waar twee parallelle railtrajecten 4b en 4c aansluiten op een enkelvoudig railtraject 4a. In het railtraject 4b is een aandrijving 30 opgesteld, evenals in railtraject 4a.Figure 4A shows a switch area where two parallel rail sections 4b and 4c connect to a single rail section 4a. A drive 30 is arranged in the rail section 4b, as well as in the rail section 4a.

De aandrijving 30, die ook nader te zien in figuur 4B, omvat een montageplaat 35 en een elektromotor 31, welke een aandrijfwiel 32 aandrijft. Het aandrijfwiel 32 is opgesteld om de zijkant van een buis 11 van een trolley 10 aandrijvend aan te grijpen. Voor de tegendruk is aan de andere zijde aan vrijlopende wiel 33 opgesteld, dat in aangrijping met de andere zijde van de buis 11 wordt getrokken door een veer 34, in het voorbeeld een gasveer.The drive 30, which can also be seen in more detail in Figure 4B, includes a mounting plate 35 and an electric motor 31, which drives a drive wheel 32. The drive wheel 32 is arranged to drively engage the side of a tube 11 of a trolley 10. For the counter pressure, a free-running wheel 33 is arranged on the other side, which wheel is pulled into engagement with the other side of the tube 11 by a spring 34, in the example a gas spring.

Aandrijvingen 30 zijn op meerdere plaatsen langs het railstelsel 4 opgesteld, al waar dat gewenst is. De tussenafstand kan bijvoorbeeld ongeveer tien trolleylengtes zijn.Drives 30 are arranged at several places along the rail system 4, wherever desired. The spacing can be, for example, about ten trolley lengths.

De wissel 40, zie ook figuren 4C en 4D, omvat een montageplaat 45 en daarop bevestigde koppelstukken 41a41b en 41c, voor koppeling met respectievelijk railtrajecten 4a,4b en 4c. Een verplaatsbaar railgedeelte 41 is ter plaatse van 46 aan het ene eind draaibaar bevestigd aan de montageplaat 45 en is aan het andere eind bevestigd aan een stang van een pneumatische cilinderThe switch 40, see also figures 4C and 4D, comprises a mounting plate 45 and coupling pieces 41a41b and 41c fixed thereon, for coupling to rail paths 4a, 4b and 4c, respectively. A movable rail portion 41 is rotatably attached at one end to the mounting plate 45 at 46 and is attached at the other end to a rod of a pneumatic cylinder.

43. Een dergelijke cilinder maakt zeer snelle verplaatsingen van railgedeelte 41 in de richtingen E1,E2 met een kleine schakeltijd, bijvoorbeeld < 0,1 sec, mogelijk.43. Such a cylinder enables very fast movements of rail portion 41 in the directions E1, E2 with a short switching time, for example <0.1 sec.

Een dubbele aanslag 42b,c is eveneens verbonden met de stand van de cilinder 43, en wordt als één geheel met het eind van railgedeelte 41 heen en weer verplaatst.A double stop 42b, c is also connected to the position of the cylinder 43, and is reciprocated integrally with the end of rail portion 41.

In de figuren 4E, 4F en 4G is de toestand weergegeven waarin het railgedeelte 41 via de koppelstukken 41c en 41a de railtrajecten 4c en 4a met elkaar verbindt, zodat de trein trolleys 10 de richtingen A1-A kan volgen. Het railgedeelte naar het koppelstuk 41b en daarmee het railtraject 4b is afgesloten door aanslag 42b.Figures 4E, 4F and 4G show the state in which the rail section 41 connects the rail sections 4c and 4a to each other via the coupling pieces 41c and 41a, so that the train trolleys 10 can follow the directions A1-A. The rail portion to the coupling piece 41b and thus the rail path 4b is closed by stop 42b.

Wanneer het gewenst is de aanvoer van trolleys 10 vanaf railtraject 4c te stoppen en/of een aanvoer van trolleys vanuit railtraject 4b mogelijk te maken, dan wordt de wissel 40 bediend. Het moment waarop is afgestemd op de met een positiedetector (niet weergegeven) opgemerkte aanwezigheid van de aankomende trolley 10b. De cilinder 43 kan daardoor op het juiste moment, wanneer de koppeling 15a,15b ter plaatse van de overgang bij het verplaatsbare eind van railgedeelte 41 is aangekomen, worden geactiveerd. Door het door de cilinder 43 in zeer korte tijd in richting E2 dwingen van het eind van het railgedeelte 41 wordt een dwarskracht D2 (figuur 3B) uitgeoefend op de koppeling 15a,15b en wordt deze in zeer korte tijd verbroken. De voorlopende trolley 10a wordt daarbij niet of nauwelijks gehinderd in zijn verdere transport in richting A, nu als laatste trolley van een trein. De afstand tussen de achterste rollen van de voorlopende trolley die in de rail 4 steun vinden en de plaats van koppeling 15a,15b geeft ook enige extra tijd voor de wisselbeweging.When it is desired to stop the supply of trolleys 10 from rail track 4c and / or to enable a supply of trolleys from rail track 4b, the switch 40 is operated. The moment at which the presence of the arriving trolley 10b is detected by a position detector (not shown). As a result, the cylinder 43 can be activated at the right moment, when the coupling 15a, 15b has arrived at the position of the transition at the movable end of the rail portion 41. By forcing the end of the rail portion 41 by the cylinder 43 in a very short time in the direction E2, a transverse force D2 (figure 3B) is exerted on the coupling 15a, 15b and is broken in a very short time. The leading trolley 10a is thereby not or hardly hindered in its further transport in direction A, now as the last trolley of a train. The distance between the rear rollers of the leading trolley that are supported in the rail 4 and the location of coupling 15a, 15b also gives some extra time for the switching movement.

De nalopende trolley 10b wordt in dit proces tegelijkertijd tegengehouden verder te gaan door de aanslag 42c. Nu is de toestand van figuren 4H, 4l en 4J bereikt.The trailing trolley 10b is simultaneously stopped in this process from advancing by the stop 42c. Now the state of figures 4H, 41 and 4J has been reached.

Wanneer in die toestand een trein trolleys in de richting A bijna is gepasseerd, kan op het moment dat het achterste stel rollen 19aa net op het eind van railgedeelte 41 is gekomen, de wissel 40 en de cilinder 43 weer geactiveerd worden, zodat het railgedeelte 41 in de richting E1 wordt getrokken en het railgedeelte naar het koppelstuk e 41c weer in lijn komt met het railgedeelte 41.When in that state a train of trolleys has almost passed in direction A, the moment the rear set of rollers 19aa has just reached the end of rail section 41, switch 40 and cylinder 43 can be activated again, so that rail section 41 is pulled in the direction E1 and the rail portion towards the coupling piece e 41c re-aligns with the rail portion 41.

De permanente magneet 15a van trolley 10b kan weer koppelen met koppeldeel 15b van de laatste trolley 10d van de trein, zodat de trolley 10b (en de daarmee gekoppelde trolleyreeks op railtraject 4c met de trein wordt meetrokken.The permanent magnet 15a of trolley 10b can couple again with coupling part 15b of the last trolley 10d of the train, so that the trolley 10b (and the trolley series coupled thereto on track 4c is pulled along with the train.

Een vergelijkbare opstelling kan worden benut bij het afsplitsen van trolleys van een trein.A similar arrangement can be used when trolleys are split off from a train.

In figuren 5A-D is getoond het proces van het verdraaien van de bloemhouder 13. Een aandrijving 30 is daarbij aangevuld met een vaste rotatie- inrichting 50, met een stel vaste geleiders 51a,51b die voorzien zijn van naar elkaar toe gekeerde geleideranden 52a,52b. Deze randen 52a,52b zijn opgesteld in afstemming op de hoogte van het helixvormige lichaam 12b. In dit voorbeeld zijn de geleiders 51a,51b gevormd om een verdraaiing van het lichaam 12b en daarmee van bloemenhouder 13 over 90 graden te bewerkstelligen., van de inkomende stand in figuur 5B, via een oplopend traject van de randen 52a,52b in figuur 5C, naar de kwartslag gedraaide stand van figuur 5D. De door de randen 52a,52b op de helix 12b uitgeoefende kracht is groot genoeg om de koppelkogel 118 uit het betreffende koppelgat 17a te halen. Na verdraaiing snapt de kogel 18 weer in het volgende koppelgat 17a en is de stand van de houder 13 weer gezekerd. | In de toestand van figuur 5A5B is de bloemhouder gericht in bovenstroomse richting en ligt de bloem in de schaduw van de staaf 12. Zoals te zien in figuur 2B blijft de bloem dan binnen de verticale lijnen die door de uiteinden van de buis 11 getrokken kunnen worden.Figures 5A-D show the process of rotating the flower holder 13. A drive 30 is thereby supplemented by a fixed rotation device 50, with a set of fixed guides 51a, 51b which are provided with guide edges 52a facing each other, 52b. These edges 52a, 52b are arranged in alignment with the height of the helical body 12b. In this example, the guides 51a, 51b are formed to effect a 90 degree rotation of the body 12b, and thus flower holder 13, from the incoming position in Figure 5B, via an ascending path of the edges 52a, 52b in Figure 5C. , to the rotated quarter turn position of Figure 5D. The force exerted on the helix 12b by the edges 52a, 52b is great enough to pull the coupling ball 118 out of the respective coupling hole 17a. After rotation, the ball 18 snaps into the next coupling hole 17a again and the position of the holder 13 is secured again. | In the state of figure 5A5B, the flower holder is oriented in an upstream direction and the flower lies in the shadow of the rod 12. As can be seen in figure 2B, the flower then remains within the vertical lines that can be drawn through the ends of the tube 11. .

In bedrijf worden snijbloemen aangevoerd naar inhangstations 2, waar een persoon de snijbloemen één voor één inhangt in een individuele bloemhouder 13 aan een individuele trolley 10, waarbij de bloemhouder de stand van figuur 5D zal hebben. De persoon kan op zicht bepaalde eigenschappen invoeren op een toetsenpaneel 2b en daarmee invoert in de besturingseenheid 100, waarbij die gegevens gekoppeld zullen zijn met de betreffende trolley 10.In operation, cut flowers are supplied to hanging stations 2, where a person hangs the cut flowers one by one in an individual flower holder 13 on an individual trolley 10, the flower holder being in the position of figure 5D. The person can visually enter certain properties on a keypad 2b and thereby input them into the control unit 100, wherein said data will be coupled to the relevant trolley 10.

Meerdere aldus beladen trolleys kunnen in de wacht gezet worden, waarbij ook weer met geleider 50 de bloemhouder 13 weer in de stand overeenkomstig figuur 5A,B gedraaid wordt door een geleider 50. Via een wissel 40 en door aandrijving 30 wordt de trein trolleys op een juist moment op de hoofdbaan van railstelsel 4 gezet. Daarbij kan eventueel koppeling met andere trolleys of een andere trein plaatsvinden.Several trolleys loaded in this way can be put on hold, whereby again with guide 50 the flower holder 13 is again turned into the position according to Figs. 5A, B by a guide 50. Via a switch 40 and drive 30, the train trolleys are placed on a set the correct moment on the main track of rail system 4. In this case, coupling can take place with other trolleys or another train.

De trein trolleys, op verschillende plaatsen aangedreven door aandrijvingen 30, komt aan bij scanstation 5, waarbij door een geleider 50 aldaar de bloemhouder 13 over 180 graden wordt gedraaid, zodat de bloem nu vooraan gehouden is.The train trolleys, driven at various places by drives 30, arrive at scanning station 5, where a guide 50 there rotates the flower holder 13 through 180 degrees, so that the flower is now held in front.

Bij het doorlopen van het scanstation 5 wordt met een daarin gelegen geleider 50 de bloemhouder 13 weer over 180 graden terug gedraaid, zodat de te scannen bloem een lagere snelheid heeft in richting A, mogelijk zelfs wordt stilgehouden tijdens voortgaande eenparige beweging van de trolley, waardoor het scanproces bevorderd wordt. De bloemhouders bevinden zich nu weer vanzelf in de veilige transportstand.When passing through the scanning station 5, with a guide 50 located therein, the flower holder 13 is rotated back through 180 degrees, so that the flower to be scanned has a slower speed in direction A, possibly even being stopped during continuous uniform movement of the trolley, whereby the scanning process is promoted. The flower holders are now automatically in the safe transport position again.

In het scanstation 5 kunnen een tiental eigenschappen, afhankelijk van wat gewenst is, opgemerkt worden. In de besturingseenheid is ingevoerd/geprogrammeerd op welke criteria de bloemen geselecteerd moeten worden. Van elke trolley/bloem kan daarin bepaald worden in welk deeltraject 8a.8b en/of selectiestation de betreffende bloem verwerkt moet gaan worden.In the scan station 5, about ten properties, depending on what is desired, can be noticed. The criteria for selecting the flowers have been entered / programmed into the control unit. For each trolley / flower it can be determined therein in which subsection 8a.8b and / or selection station the relevant flower is to be processed.

Op basis daarvan wordt in rangeerstation 6a, waarin één of meer wissels 40 zijn opgenomen, een trolley 10 naar invoerstation 9a of 9b gestuurd. Aldaar worden met geleiders 50 de bloemhouders 13 in een voor overname van de bloemen geschikte oriëntatie gebracht, waarna de bloemen overgenomen kunnen worden door de bloemhouders van de sorteertransporteur 7.On this basis, in shunting yard 6a, in which one or more switches 40 are included, a trolley 10 is sent to input station 9a or 9b. There the flower holders 13 are brought into an orientation suitable for taking over the flowers with guides 50, after which the flowers can be taken over by the flower holders of the sorting conveyor 7.

Door de transporteur 7 worden de bloemen naar het voor de betreffende bloem bepaalde selectiestation in deeltraject 8a of 8b gebracht, en aldaar door overzetters uit de bloemhouder en in het selectiestation gezet.The flowers are transported by conveyor 7 to the selection station in section 8a or 8b determined for the flower concerned, and there they are placed from the flower holder and into the selection station by transfer devices.

De lege bloemhouders 13 worden langs railstelsel 4 teruggevoerd, en via van wissels 40 voorzien rangeerstation 6b weer gecombineerd en naar het inhangstation gevoerd.The empty flower holders 13 are returned along rail system 4, and via switching station 6b provided with switches 40, combined again and transported to the hanging station.

De uitvinding{en) is/zijn geenszins beperkt tot de in de tekeningen en beschrijving getoonde en beschreven uitvoeringen. De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeurs- uitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. Variaties zijn mogelijk van de in de tekeningen getoonde en in de beschrijving beschreven onderdelen. Zij kunnen apart worden toegepast in andere uitvoeringen van de uitvinding(en). Onderdelen van verschillende gegeven voorbeelden kunnen met elkaar gecombineerd worden.The invention is / are in no way limited to the embodiments shown and described in the drawings and description. The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. From the above explanation, many variations will be apparent to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention. Variations are possible of the parts shown in the drawings and described in the description. They can be used separately in other embodiments of the invention (s). Parts of different examples given can be combined with each other.

Claims (34)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Systeem voor transport van snijbloemen, omvattend: -een railstelsel dat zich uitstrekt tussen één of meer eerste locaties en één of meer tweede locaties, op afstand van de eerste locaties, -een reeks trolleys die langs de rails van het railstelsel verplaatsbaar zijn en elk voorzien zijn van tenminste één bloemhouder voor het individueel houden van een snijbloem, met het kenmerk, -dat het railstelsel althans twee onderling parallelle railtrajecten omvat die aansluitbaar zijn op een enkelvoudig railtraject, en een wissel voor het maken van een railverbinding tussen een gekozen railtraject van de parallelle railtrajecten en het enkelvoudig railtraject, -waarbij de trolleys voorzien zijn van een vooreind en een achtereind, waarbij het vooreind voorzien is van een eerste koppeldeel en het achtereind voorzien is van een tweede koppeldeel, waarbij van twee opeenvolgende trolleys respectievelijk het eerste koppeldeel en het tweede koppeldeel een koppeling met elkaar kunnen vormen zodat de twee opeenvolgende trolleys als een eenheid langs de rail verplaatst kunnen worden, waarbij het systeem voorzien is van koppelmiddelen voor het realiseren van de koppeling tussen de twee opeenvolgende trolleys en van ontkoppelmiddelen voor het verbreken van de koppeling tussen de twee opeenvolgende trolleys.System for transporting cut flowers, comprising: - a rail system extending between one or more first locations and one or more second locations, remote from the first locations, - a series of trolleys movable along the rails of the rail system, and each being provided with at least one flower holder for individually holding a cut flower, characterized in that the rail system comprises at least two mutually parallel rail tracks that can be connected to a single rail track, and a switch for making a rail connection between a selected rail track of the parallel rail tracks and the single rail track, wherein the trolleys are provided with a front end and a rear end, the front end being provided with a first coupling part and the rear end being provided with a second coupling part, the first coupling part being provided with two successive trolleys, respectively and the second coupling part can form a coupling with each other so that the t two successive trolleys can be moved as a unit along the rail, the system being provided with coupling means for realizing the coupling between the two successive trolleys and with uncoupling means for breaking the coupling between the two successive trolleys. 2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de trolleys voorzien van slechts één bloemhouder.2. System as claimed in claim 1, wherein the trolleys are provided with only one flower holder. 3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ontkoppelmiddelen een ontkoppelinrichting omvatten die ingericht is voor het ontkoppelen door het uitoefenen van een afschuifkracht op het eerste en/of het met dat eerste koppeldeel gekoppelde tweede koppeldeel van met elkaar gekoppelde trolleys in een richting dwars op de rail, in het bijzonder in een horizontale richting dwars op de rail.3. System according to claim 1 or 2, wherein the uncoupling means comprise a uncoupling device which is adapted for uncoupling by exerting a shear force on the first and / or the second coupling part coupled to said first coupling part of trolleys coupled together in a transverse direction. on the rail, in particular in a horizontal direction transverse to the rail. 4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de wissel deel uitmaakt van de ontkoppelinrichting en de wissel uitgerust is met een aandrijver voor het in een richting dwars op de rail verplaatsen van een op het aansluitende enkelvoudige railtraject aansluitend verplaatsbaar railgedeelte tussen een stand waarin het in lijn ligt met het ene parallelle railtraject en een stand waarin het in lijn ligt met het andere parallelle railtraject.System according to claim 1, 2 or 3, wherein the switch forms part of the uncoupling device and the switch is equipped with an actuator for moving a movable rail section connecting to the connecting single rail track between a position in a direction transverse to the rail. in which it is aligned with one parallel rail track and a position in which it is aligned with the other parallel rail track. 5. Systeem volgens conclusie 4, waarbij het door de aandrijver verplaatsbare railgedeelte als één geheel verplaatsbaar is met een eerste en een tweede aanslag voor het afsluiten van het betreffende parallelle railtraject dat uit lijn ligt met het verplaatsbare railgedeelte.System according to claim 4, wherein the rail portion displaceable by the actuator is movable as a whole with a first and a second stop for closing the respective parallel rail path which is aligned with the movable rail portion. 6. Systeem volgens conclusie 4 of 5, waarbij de aandrijver een cilinder omvat, in het bijzonder pneumatische cilinder.System according to claim 4 or 5, wherein the actuator comprises a cylinder, in particular pneumatic cylinder. 7. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen magnetisch werkzaam zijn.System according to any one of the preceding claims, wherein the coupling means are magnetically active. 8. Systeem volgens conclusie 7, waarbij het eerste koppeldeel een permanente magneet omvat en het tweede koppeldeel magnetiseerbaar materiaal omvat.The system of claim 7, wherein the first coupling part comprises a permanent magnet and the second coupling part comprises magnetizable material. 9. Systeem volgens conclusie 8, waarbij althans één van de eerste en tweede koppeldelen een bolvormig contactvlak voor contact met het andere koppeldeel heeft.System according to claim 8, wherein at least one of the first and second coupling parts has a spherical contact surface for contact with the other coupling part. 10. Systeem volgens conclusie 9, waarbij het eerste koppeldeel een vlak contactvlak voor contact met het tweede koppeldeel heeft.The system of claim 9, wherein the first coupling part has a planar contact surface for contact with the second coupling part. 11. Systeem volgens conclusie 8, 9 of 10, waarbij de permanente magneet een potmagneet omvat.The system of claim 8, 9 or 10, wherein the permanent magnet comprises a pot magnet. 12 Systeem volgens één der conclusies 8-11, waarbij het eerste koppeldeel neodymium bevat.System according to any one of claims 8-11, wherein the first coupling part contains neodymium. 13. Systeem volgens één der voorgaande conclusie, waarbij voornoemde wissel tevens deel uitmaakt van de koppelmiddelen, om de eerste en tweede koppeldelen bij elkaar te brengen.13. System according to any one of the preceding claims, wherein said switch also forms part of the coupling means for bringing the first and second coupling parts together. 14. Systeem volgens één der voorgaande conclusies of volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij de trolleys een langwerpig lichaam hebben, dat zich parallel aan de rail kan uitstrekken, en nabij het vooreind en nabij het achtereind respectievelijk een eerste en een tweede wielstel, welke om respectievelijk eerste en tweede verticale draaihartlijnen draaibaar verbonden zijn met het lichaam, waarbij het eerste en het tweede wielstel telkens een rollend aangrijppunt op de rail hebben dat respectievelijk gelegen is op een grotere afstand van het vooreind dan de eerste verticale draaihartlijn en een grotere afstand van het achtereind dan de tweede verticale draaihartlijn.System according to any one of the preceding claims or according to the preamble of claim 1, wherein the trolleys have an elongated body, which can extend parallel to the rail, and near the front end and near the rear end, respectively, a first and a second wheel set, which are rotatably connected to the body about first and second vertical pivot axes, respectively, the first and second wheelset each having a rolling point of engagement on the rail which is respectively located at a greater distance from the front end than the first vertical pivot axis and a greater distance from the rear end than the second vertical pivot axis. 15. Systeem volgens conclusie 14, waarbij het eerste en het tweede wielstel elk een tweede rollend aangrijppunt hebben dat in lijn ligt met de betreffende verticale draaihartlijn.System according to claim 14, wherein the first and the second wheel set each have a second rolling point of engagement that is aligned with the respective vertical axis of rotation. 16. Systeem volgens één der voorgaande conclusies of volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij de trolleys een lichaam hebben, en een verbindingsdeel voor verbinding van de bloemhouder met het lichaam, waarbij het verbindingsdeel draaibaar aangebracht is op het lichaam voor verdraaiing om een verticale draaihartlijn tussen meerdere draaistanden, waarbij het systeem omvat langs het railstelsel opgestelde rotatiemiddelen voor het dwingen van het verbindingsdeel te verdraaien van de ene draaistand naar de andere draaistand, waarbij de trolley voorzien is van een veerbelaste koppeling voor het in verschillende draaistanden houden van het verbindingsdeel, in het bijzonder in een aantal 90 graden van elkaar verschillende draaistanden.System according to any one of the preceding claims or according to the preamble of claim 1, wherein the trolleys have a body and a connecting part for connecting the flower container to the body, the connecting part being rotatably mounted on the body for pivoting about a vertical axis of rotation. between a plurality of rotational positions, the system comprising rotation means arranged along the rail system for forcing the connecting part to rotate from one rotational position to the other rotational position, the trolley being provided with a spring-loaded coupling for holding the connecting part in different rotational positions, in in particular in a number of 90 degrees different rotational positions. 17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij het verbindingsdeel een schroef- of helixvormig oppervlak heeft, met een verticale helixhartlijn, en waarbij de rotatiemiddelen naast het railstelsel opgestelde geleiders, in het bijzonder aan weerszijden daarvan opgestelde geleiders, omvat, welke geleiders zich in railrichting en in verticale richting uitstrekken om in aangrijping op het helixvormige oppervlak van het verbindingsdeel de verdraaiing te bewerkstelligen bij voortgaande beweging van de trolley langs de rail.17. System according to claim 16, wherein the connecting part has a helical or helical surface, with a vertical helical axis, and wherein the rotation means comprises guides arranged next to the rail system, in particular guides arranged on either side thereof, which guides extend in the rail direction and extend vertically so as to engage the helical surface of the connector to effect rotation with continued movement of the trolley along the rail. 18. Systeem volgens conclusie 17, waarbij de bloemhouder een zich horizontaal vanaf het verbindingsdeel uitstrekkende houderarm omvat, waarbij het helixvormig oppervlak een ondereind heeft dat op verticale afstand van, boven de houderarm gelegen is.18. System according to claim 17, wherein the flower holder comprises a holder arm extending horizontally from the connecting part, wherein the helical surface has a lower end which is vertically spaced from, above the holder arm. 19. Systeem volgens conclusie 18, 17 of 18, waarbij de bloemhouder een zich horizontaal vanaf het verbindingsdeel uitstrekkende houderarm omvat, die aan het vrije armeind een bloemopneemruimte vormt, waarbij het systeem omvat een langs een rail van het railstelsel opgesteld bloembeeldopnamestation, waarbij de geleiders ter plaatse van het bloembeeldopnamestation uitgevoerd zijn voor het bij voortgaande beweging van de trolley langs de rail verdraaien van het verbindingsdeel in het horizontale vlak, waarbij de houderarm verdraaid wordt in bovenstroomse richting, in het bijzonder van een in benedenstroomse richting wijzende stand naar een in bovenstroomse richting wijzende stand.19. System according to claim 18, 17 or 18, wherein the flower holder comprises a holder arm extending horizontally from the connecting part, which arm forms a flower receiving space at the free arm end, wherein the system comprises a flower image pick-up station arranged along a rail of the rail system, wherein the guides at the location of the flower image-taking station, for the continuous movement of the trolley along the rail to rotate the connecting part in the horizontal plane, whereby the holder arm is rotated in the upstream direction, in particular from a position pointing in the downstream direction to an upstream direction. direction-pointing position. 20. Systeem volgens conclusie 16, 17, 18 of 19, waarbij de geleiders bovenstrooms van het bloembeeldopnamestation uitgevoerd zijn voor het bij voortgaande beweging van de trolley langs de rail verdraaien van het verbindingsdeel in het horizontale vlak , waarbij de houderarm verdraaid wordt in benedenstroomse richting, in het bijzonder van een in bovenstroomse richting wijzende stand naar een in benedenstroomse richting wijzende stand.20. System according to claim 16, 17, 18 or 19, wherein the guides upstream of the flower image recording station are designed to rotate the connecting part in the horizontal plane with continued movement of the trolley along the rail, whereby the holder arm is rotated in a downstream direction. , in particular from a position pointing upstream to a position pointing downstream. 21. Systeem volgens één der conclusies 16-20, waarbij de verticale draaihartlijn voor het verbindingsdeel in transportrichting gezien vóór het midden van het lichaam van de trolley gelegen is, gezien in railrichting.21. System as claimed in any of the claims 16-20, wherein the vertical axis of rotation for the connecting part, viewed in the direction of transport, is located in front of the center of the body of the trolley, viewed in the rail direction. 22. Systeem volgens één der conclusies 16-21, waarbij de koppelmiddelen zich boven het lichaam bevinden en het verbindingsdeel zich onder het lichaam bevindt.22. System according to any one of claims 16-21, wherein the coupling means are located above the body and the connecting part is located under the body. 23. Systeem volgens één der voorgaande conclusies of volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij de trolleys elk langwerpige, zich in railrichting uitstrekkende lichamen hebben, waarbij langs de rails van het railstelsel paren van aan weerszijden van de rail opgestelde wielen zijn opgesteld voor aangrijping van de beide zijden van de staaf, waarbij één van de wielen een aandrijfwiel is en het andere een vrijlopend wiel.23. A system according to any one of the preceding claims or according to the preamble of claim 1, wherein the trolleys each have elongated bodies extending in the rail direction, wherein pairs of wheels arranged on either side of the rail are arranged along the rails of the rail system for engaging both sides of the bar, one of the wheels being a drive wheel and the other a free-running wheel. 24 Systeem volgens één der voorgaande conclusies of volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij de eerste locatie een inhangstation is voor het in de bloemhouders inhangen van aangevoerde snijbloemen en de tweede locatie een sorteer- of verdeelstation is voor de snijbloemen, waarbij het systeem voorts omvat: -een langs een rail van het railstelsel, bovenstrooms het sorteerstation opgesteld bloembeeldopnamestation voor het in opeenvolging scannen van een aangeboden snijbloem voor het detecteren van één of meer eigenschappen van die snijbloem, en een geheugen voor het daarin opslaan van de gedetecteerde eigenschappen in verband met de betreffende snijbloem, -waarbij het sorteerstation omvat: een aantal in het sorteerstation opgestelde selectielocaties, in het bijzonder selectiestations, die in serie zijn opgesteld voor ontvangst van de, op grond van de éen of meer eigenschappen, geselecteerde snijbloemen; waarbij het systeem voorts omvat: een besturingseenheid voor het, op basis van de in het bloembeeldopnamestation gedetecteerde één of meer eigenschappen, toewijzen van een snijbloem aan één van de selectielocaties; -door de besturingseenheid gestuurde middelen voor het overbrengen van een gedetecteerde snijbloem naar een op basis van de gedetecteerde één of meer eigenschappen toegewezen selectielocatie.A system according to any one of the preceding claims or according to the preamble of claim 1, wherein the first location is a hanging station for hanging supplied cut flowers in the flower holders and the second location is a sorting or distribution station for the cut flowers, the system further comprising a flower image recording station arranged along a rail of the rail system, upstream of the sorting station, for scanning a cut flower presented in succession for detecting one or more properties of that cut flower, and a memory for storing therein the detected properties in connection with the cut flower in question, wherein the sorting station comprises: a number of selection locations arranged in the sorting station, in particular selection stations, which are arranged in series for receiving the cut flowers selected on the basis of the one or more properties; wherein the system further comprises: a control unit for assigning a cut flower to one of the selection locations on the basis of the one or more properties detected in the flower image recording station; - means controlled by the control unit for transferring a detected cut flower to a selection location assigned on the basis of the detected one or more properties. 25. Systeem volgens conclusie 24, waarbij het sorteerstation omvat: -een in het sorteerstation opgestelde, volgens een omloopbaan omlopende sorteertransporteur met bloemhouders voor het houden van verenkelde snijbloemen;25. System according to claim 24, wherein the sorting station comprises: - a sorting conveyor arranged in the sorting station and revolving around a revolving path with flower holders for holding singled cut flowers; waarbij de in het sorteerstation opgestelde selectielocaties, in het bijzonder selectiestations, in serie langs de omloopbaan van de sorteertransporteur zijn opgesteld voor ontvangst van de, op grond van de één of meer eigenschappen, geselecteerde snijbloemen; waarbij de selectielocaties opgesteld zijn in twee of meer deelreeksen, waarbij het sorteerstation twee of meer sorteertrajecten omvat, die elkaar in omlooprichting opvolgen en elk een deelreeks selectielocaties omvatten, alsmede een aan die deelreeks bovenstrooms gelegen eigen invoerlocatie voor opeenvolgende ontvangst van snijbloemen van de trolleys van het railstelsel van het systeem omvatten.wherein the selection locations, in particular selection stations, arranged in the sorting station are arranged in series along the orbit of the sorting conveyor for receiving the cut flowers selected on the basis of the one or more properties; wherein the selection locations are arranged in two or more sub-series, wherein the sorting station comprises two or more sorting routes, which follow each other in the direction of circulation and each comprise a sub-series of selection locations, as well as an own input location located upstream of said sub-series for successive receipt of cut flowers from the trolleys of comprise the busbar system of the system. 26. Systeem volgens conclusie 25, waarbij de omloopbaan langwerpig is, waarbij aan elke langszijde een invoerlocatie en een deelreeks selectielocaties gelegen zijn.26. System according to claim 25, wherein the orbital path is elongated, with an input location and a sub-series of selection locations located on each longitudinal side. 27. Systeem volgens conclusie 26, waarbij de invoerlocatie voor een deelreeks selectielocaties gelegen is aan de andere langszijde dan die waaraan die deelreeks selectiestations gelegen is.27. System according to claim 26, wherein the input location for a sub-series of selection locations is located on the other longitudinal side than that on which said sub-series of selection stations is located. 28. Systeem volgens één der conclusies 24-27, waarbij de selectielocaties elk voorzien zijn van middelen voor het groeperen van in de betreffende selectielocatie ontvangen producten.28. System as claimed in any of the claims 24-27, wherein the selection locations are each provided with means for grouping products received in the relevant selection location. 29. Systeemvolgens conclusie 28, waarbij de groepeermiddelen ingericht zijn voor het tot een bos samenvoegen van de snijbloemen.29. System according to claim 28, wherein the grouping means are arranged for combining the cut flowers into a bunch. 30. Systeem volgens één der conclusies 24-29, waarbij het inhangstation voorzien is van een opgavestation waarin een persoon die de snijbloemen inhangt één of meer door die persoon opgemerkte eigenschappen vaneen in te hangen snijbloem kan opgeven, waarbij het opgavestation verbonden is met de besturingseenheid voor overdracht van de in het opgavestation opgegeven eigenschappen daaraan, waarbij de besturingseenheid ingericht is voor het, op basis van de in het bloembeeldopnamestation gedetecteerde en in het opgavestation opgegeven één of meer eigenschappen, toewijzen van een snijbloem aan één van de selectielocaties.30. A system according to any one of claims 24-29, wherein the hanging station is provided with a delivery station in which a person who hangs in the cut flowers can specify one or more properties of a cut flower to be hung noted by that person, wherein the giving station is connected to the control unit for transferring the properties specified in the submission station thereto, wherein the control unit is adapted to assign a cut flower to one of the selection locations on the basis of the one or more properties detected in the flower image recording station and specified in the submission station. 31. Trolley voor het transport langs een rail, waarbij de trolley is voorzien van een snijbloem, waarbij de trolley uitgevoerd is zoals beschreven in als onderdeel van het systeem volgens één of meer van de voorgaande conclusies.31. Trolley for transport along a rail, wherein the trolley is provided with a cut flower, wherein the trolley is designed as described in as part of the system according to one or more of the preceding claims. 32. Systeem voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.32. System provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 33. Trolley voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.33. Trolley provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 34 Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen.A method comprising one or more of the characterizing steps described in the attached description and / or shown in the attached drawings. -0-0-0-0-0-0-0-0--0-0-0-0-0-0-0-0-