NL2022012B1 - Scaffolding - Google Patents

Abstract

Een steigerwerk omvat een stelsel van opgaande staanders (10) die door liggers (20) met elkaar zijn verbonden onder insluiting van steigervakken (1,2). Opeenvolgende steigervakken (1,2) binnen een niveau zijn van een althans in hoofdzaak doorlopende steigervloer (30,40) voorzien. Een eerste vloerdeel (30) overspant een eerste steigervak (1) binnen het niveau en een tweede vloerdeel (40) een tweede steigervak (2). Het eerste vloerdeel (30) maakt een hoek met het tweede vloerdeel (40). Daartussen rust een platform (50,70) op een ondersteuning (60,90), welk platform (50,70) een tussenruimte tussen het eerste vloerdeel en het tweede voerdeel althans grotendeel overspant. Het platform (50,70) en de ondersteuning zijn zodanig ingericht dat een verstelling van de hoek tussen het eerste en het tweede steigervak is toegelaten.Scaffolding comprises a system of upright uprights (10) connected by girders (20), including scaffolding compartments (1,2). Successive scaffold sections (1,2) within a level are provided with an at least substantially continuous scaffold floor (30,40). A first floor section (30) spans a first scaffold section (1) within the level and a second floor section (40) spans a second scaffold section (2). The first floor part (30) forms an angle with the second floor part (40). Between them, a platform (50.70) rests on a support (60.90), which platform (50.70) spans at least a major part between the first floor part and the second feed part. The platform (50.70) and the support are arranged in such a way that an adjustment of the angle between the first and the second scaffold section is permitted.

Description

SteigerwerkScaffolding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een steigerwerk, omvattende een stelsel van opgaande staanders die door liggers met elkaar zijn verbonden onder insluiting van steigervakken, waarbij opeenvolgende steigervakken binnen een niveau van een steigervloer zijn voorzien, waarvan een eerste steigervak een eerste vloerdeel omvat en een tweede steigervak een tweede vloerdeel.The present invention relates to scaffolding, comprising a system of upright uprights connected by girders to include scaffolding compartments, wherein successive scaffolding compartments are provided within a level of a scaffold floor, of which a first scaffold compartment comprises a first floor part and a second scaffolding section a second floor section.

Steigerwerken worden op grote schaal toegepast als veelal tijdelijke constructie waarmee op hoogte werkzaamheden veilig aan een gebouw, bouwwerk of installatie kunnen worden uitgevoerd. Hiertoe wordt het steigerwerk te bestemder plaatse opgericht en voornamelijk uit opgaande staanders, daartussen liggende liggers en (val)beschermende leuningen samengesteld. Zowel de staanders als de liggers omvatten daarbij gewoonlijk robuuste metalen buisdelen, gewoonlijk uit staal of aluminium. De liggers bieden een ondersteuning aan vloerdelen die, waar nodig, in de steigervakken worden aangebracht en gewoonlijk het gehele steigervak overspannen. In opeenvolgende steigervakken kan zo op elk gewenst niveau een doorlopende steigervloer worden voorzien. Voor een toereikende stabiliteit wordt het geheel op één of meer plaatsen aan de vaste constructie van het betreffende bouwwerk verankerd. Aldus kan ter plaatse een passend steigerconstructie worden opgericht dat zich over het gehele te bewerken deel van het bouwwerk uitstrekt met, zowel zijdelings als in hoogterichting, opeenvolgende steigervakken van waaruit veilig kan worden gewerkt.Scaffolding works are widely used as a mostly temporary construction with which work can be carried out safely on a building, construction or installation at height. To this end, the scaffolding is erected at the appropriate location and mainly consists of upright uprights, intermediate beams and (fall) protective railings. Both the uprights and the beams usually comprise robust metal tube parts, usually made of steel or aluminum. The beams provide support for floorboards that are placed in the scaffolding sections where necessary and usually span the entire scaffold section. A continuous scaffold floor can be provided at any desired level in successive scaffolding sections. For adequate stability, the whole is anchored in one or more places to the fixed construction of the structure in question. A suitable scaffolding construction can thus be erected on site, which extends over the entire part of the structure to be processed, with successive scaffolding sections, both from the side and from the height, from which work can be carried out safely.

Er kan overigens een onderscheid worden gemaakt tussen zogenaamde systeemsteigers en niet-systeemsteigers. Bij systeemsteigers zijn de staanders en liggers van over en weer samenwerkende (systeem)koppelmiddelen voorzien, waarmee op snelle en betrouwbare wijze een onderlinge verbinding kan worden gemaakt. Deze koppelmiddelen gaan met een regelmatige steek van de staanders uit en zijn aan overstaande uiteinden van de liggers voorzien. Bij niet-systeemsteigers worden de verbindingen tussen staanders en liggers door middel van zelfstandige buiskoppelingen gerealiseerd. Dit is weliswaar omslachtiger, maar biedt als voordeel dat een deze verbinding op vrijwel ieder positie tot stand kan worden gebracht. In de praktijk komen verschillende vormen (systemen) van systeemsteigers voor en kunnen alle voorkomende modaliteiten, dat wil zeggen zowel verschillende vormen van systeemkoppelingen als buiskoppelingen, bovendien in een overkoepelend steigerwerk worden gecombineerd.A distinction can also be made between so-called system scaffolds and non-system scaffolds. In system scaffolding, the uprights and beams are provided with mutually cooperating (system) coupling means, with which a mutual connection can be made in a fast and reliable manner. These coupling means go out with a regular pitch from the uprights and are provided at opposite ends of the beams. For non-system scaffolding, the connections between uprights and beams are realized by means of independent pipe couplings. Although this is more laborious, it offers the advantage that this connection can be established at almost any position. In practice, different forms (systems) of system scaffolding occur and all common modalities, i.e. both different forms of system couplings and pipe couplings, can moreover be combined in an umbrella scaffolding.

-2Op zichzelf kan aldus snel en vakkundig een recht steigerwerk worden voorzien dat zich bijvoorbeeld langs één of meer gevels van een gebouw uitstrekt. Bij technische installaties in een rechte geven echter eerder uitzondering dan regel. In de praktijk wordt daar vaak met veel vernuft een passende constructie samengesteld die in afdoende mate een niet rechte contour van de installatie volgt. Een voorbeeld van een dergelijke installatie zijn grote voorraad en opslagtanks, zoals bij (petro)chemische installaties. Maar ook bij gebouwen komen in de praktijk ronde of gebogen daken en gevels voor, waarbij het wenselijk is dat het steigerwerk eveneens van een rechte lijn zou kunnen afwijken.-2A straight scaffolding can thus be provided quickly and professionally, which extends for instance along one or more facades of a building. With technical installations in a court, however, there is an exception rather than a rule. In practice, a suitable construction is often put together with great ingenuity, which follows an insufficiently straight contour of the installation. An example of such an installation are large stock and storage tanks, such as in (petro) chemical installations. In practice, round or curved roofs and facades also occur in buildings, where it is desirable that the scaffolding could also deviate from a straight line.

Met de onderhavige uitvinding wordt daarom onder meer beoogd te voorzien in een steigerwerk dat zich zijdelings met een doorlopende steigervloer uitstrekt en daarbij op één of meer plaatsen gebogen verloopt.The present invention therefore aims, inter alia, to provide a scaffolding which extends laterally with a continuous scaffold floor and thereby extends in one or more places.

Om het beoogde doel te bereiken geeft een steigerwerk van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het eerste vloerdeel zich in een eerste vloerrichting uitstrekt en het tweede vloerdeel zich in een tweede vloerrichting uitstrekt, welke tweede vloerrichting een hoek maakt met de eerste vloerrichting, dat tussen het eerste vloerdeel en het tweede vloerdeel een platform op een ondersteuning rust, welk platform een tussenruimte tussen het eerste vloerdeel en het tweede voerdeel althans grotendeels overspant, en dat het platform en de ondersteuning zodanig zijn ingericht dat een verstelling van de hoek tussen het eerste en het tweede vloerdeel is toegelaten. Het eerste en tweede steigervak, die aldus onderling een hoek maken, definiëren daarmee een kromming in het steigerwerk die althans in grote mate in staat stelt om een contour van een gebouw, bouwwerk of installatie te volgen. Om daarbij te voorzien in een doorlopende steigervloer, biedt de uitvinding een platform dat een aldus gecreëerde tussenruimte tussen het eerste en tweede steigervak overspant. Het platform wordt daarbij gedragen door een ondersteuning die tezamen met het platform zodanig is ingericht dat een variatie in de hoek tussen het eerste en tweede steigervak daardoor probleemloos kan worden geaccommodeerd. Aldus kan het steigerwerk optimaal worden afgestemd op een te volgen ronding in het betreffende bouwwerk.In order to achieve the intended object, a scaffolding of the type described in the preamble according to the invention has the feature that the first floor part extends in a first floor direction and the second floor part extends in a second floor direction, which second floor direction forms an angle with the first floor direction, which rests a platform on a support between the first floor part and the second floor part, which platform spans at least a large part of the space between the first floor part and the second feed part, and that the platform and the support are arranged such that an adjustment of the angle between the first and the second floor part is allowed. The first and second scaffolding sections, which thus make an angle with each other, thus define a curvature in the scaffolding that at least largely enables to follow a contour of a building, structure or installation. In order to provide a continuous scaffolding floor, the invention offers a platform that spans a space thus created between the first and second scaffolding section. The platform is supported by a support which, together with the platform, is arranged in such a way that a variation in the angle between the first and second scaffolding section can thereby be accommodated without any problem. The scaffolding can thus be optimally matched to a curve to be followed in the relevant construction.

Om te vermijden dat het platform onverhoeds uit het steigerwerk los kan raken, heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van het steigerwerk volgens de uitvinding als kenmerk dat de ondersteuning in glijdende borgmiddelen voorziet die het platform ten opzichte van het eersteIn order to prevent the platform from accidentally becoming detached from the scaffolding, a preferred embodiment of the scaffolding according to the invention has the feature that the support provides sliding securing means that the platform relative to the first

-3vloerdeel en het tweede vloerdeel verticaal fixeren maar lateraal de verstelling toelaten. Deze borgmiddelen gaan hierbij uit van de ondersteuning waardoor platform en ondersteuning een samenhangend, onderling verbonden geheel zullen vormen. Hierbij is het platform in verticale richting tegen een onverhoopt losraken gezekerd, maar blijft in laterale richting niettemin een variatie van de hoek tussen het eerste en tweede steigervak mogelijk.-3floor part and the second floor part fix vertically but allow lateral adjustment. These locking means are based on the support, whereby the platform and support will form a coherent, interconnected whole. The platform is hereby secured in the vertical direction against an unexpected loosening, but a lateral variation nevertheless remains possible between the first and the second scaffold section.

In een verdere uitvoeringsvorm is het steigerwerk volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het platform een vloerbord omvat met een plaatdikte en met de genoemde plaatdikte althans nagenoeg vlak aanligt op het eerste vloerdeel en het tweede vloerdeel. Met name indien de het vloerbord uit staal, aluminium of een ander geschikt metaal is gevormd, volstaat reeds een geringe plaatdikte van slechts enkele millimeter om in voldoende draagkracht te voorzien. Doordat het platform met deze plaatdikte aanligt op de aangrenzende vloerdelen, wordt aldus een vrijwel volledig vlakke overgang van en naar deze aangrenzende vloerdelen bereikt.In a further embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the platform comprises a floor board with a plate thickness and with said plate thickness at least substantially flat on the first floor part and the second floor part. Particularly if the floorboard is made of steel, aluminum or another suitable metal, a small plate thickness of only a few millimeters is sufficient to provide sufficient load-bearing capacity. Because the platform rests with this plate thickness on the adjoining floor parts, an almost completely flat transition to and from these adjoining floor parts is thus achieved.

In een eerste bijzondere uitvoeringsvorm is het steigerwerk volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de ondersteuning door ten minste een grendellichaam wordt geboden dat aan een proximaal uiteinde draaibaar om een longitudinale as met een aan het platform grenzende staander is verbonden, en dat het grendellichaam door een rotatie om de genoemde longitudinale as in een vergrendelende samenwerking met het platform brengbaar is en door een tegengestelde rotatie het platform vrijgeeft. Het grendellichaam biedt aldus op bijzonder praktische wijze zowel een ondersteuning als een borging aan het platform. Door het grendellichaam eenvoudig van een ene, het platform bevrijdende stand, door rotatie in de vergrendelende stand te brengen, wordt bijzonder doeltreffende een fixatie van het platform bereikt.In a first particular embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the support is provided by at least one locking body which is rotatably connected at a proximal end about a longitudinal axis with an upright adjacent the platform, and that the locking body is rotated about said longitudinal axis can be brought into a locking engagement with the platform and releases the platform by an opposite rotation. The locking body thus offers in a particularly practical manner both a support and a securing to the platform. By simply bringing the locking body from one position freeing the platform by rotation into the locking position, a particularly effective fixation of the platform is achieved.

Een verdere uitvoeringsvorm van het steigerwerk volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat de staanders op regelmatige afstanden van primaire koppelingsmiddelen zijn voorzien die ter oprichting van het stelsel in een gewenste dwarsrichting losneembaar zijn gekoppeld met secundaire koppelingsmiddelen die aan tegenoverliggende uiteinden aan de liggers zijn voorzien, dat het grendellichaam aan het proximale uiteinde van secundaire koppelingsmiddelen is voorzien en draaibaar om de longitudinale as met primaire koppelingsmiddelen van de staander is verbonden. Aldus wordt voor de verbinding van het grendellichaam aansluiting gezocht bij de systeem-koppelmiddelen van een dergelijkeA further embodiment of the scaffolding according to the invention is characterized in that the uprights are provided at regular distances with primary coupling means which are detachably coupled in the desired transverse direction in order to set up the system with secondary coupling means provided at opposite ends on the beams, that the locking body is provided at the proximal end with secondary coupling means and is rotatably connected about the longitudinal axis to primary coupling means of the upright. For connection of the locking body, connection is thus sought with the system coupling means of such

-4systeemsteiger. Deze laten de gewenste zijdelingse rotatie van het grendellichaam toe om het platform te vergrendelen dan wel, bij demontage van het steigerwerk, het platform weer vrij te geven.-4 system scaffold. These allow the desired lateral rotation of the locking body to lock the platform or, when the scaffolding is dismantled, to release the platform again.

Een bijzonder praktische uitvoeringsvorm van het steigerwerk volgens de uitvinding is daarbij gekenmerkt doordat het platform een vloerbord omvat met aan een langszijde een longitudinaal randdeel dat vanaf een rugzijde van het vloerbord meermaals is omgezet ter vorming van opeenvolgende segmenten, waarbij een uiterste segment van het randdeel een afstand ten opzichte van de rugzijde van het vloerbord bewaart ter vorming van een holte, en dat het grendellichaam in de holte tussen het uiterste segment van het randdeel en de rugzijde van het vloerbord verkeert ter vergrendeling van het vloerbord. Het omgezette randdeel kan bijvoorbeeld tweemaal haaks zijn omgezet om aldus de bedoelde tussenruimte te vormen waarin he grendellichaam worden ontvangen. Overigens dient het begrip omgezet daarbij ruim te worden opgevat en dient daaronder ook een extrusieprofiel te worden volstaan dat de beoogde tussenruimte biedt.A particularly practical embodiment of the scaffolding according to the invention is characterized in that the platform comprises a floor board with a longitudinal edge part which has been converted several times from a back side of the floor board to form successive segments, wherein an extreme segment of the edge part has a maintain a distance from the back of the floorboard to form a cavity, and that the locking body is in the cavity between the extreme segment of the edge portion and the back of the floorboard to lock the floorboard. The flanged edge part can for instance be bent at right angles twice in order to thus form the intended interspace in which the locking body is received. Incidentally, the concept of transposed should be interpreted broadly and an extrusion profile that provides the intended spacing should suffice.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het steigerwerk volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de ondersteuning een langwerpig dragerlichaam omvat dat aan een eerste uiteinde met aangrenzende staanders van respectievelijk het eerste en het tweede steigervak is verbonden en aan een overstaand, tweede uiteinde door tussenkomst van een ophanging tussen naburige staanders van respectievelijk het eerste en het tweede steigervak is opgehangen. Deze uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat het dragerlichaam een volledige overspanning van de tussenruimte biedt en eenvoudigweg door aanpassing van een lengte daarvan ook voor diepere steigervloeren uitkomst biedt. Aan een proximale zijde is het dragerlichaam daarbij rechtstreeks gekoppeld met aangrenzende staanders terwijl aan de overstaande zijde een ophanging is voorzien door tussenkomst waarvan het dragerlichaam bijvoorbeeld van een bovenliggende ligger van het steigerwerk afhangt en/of met aangrenzende staanders is verbonden. Dit biedt in hoegenaamd alle situaties voldoende ondersteuning en draagvermogen aan het platform. Met voordeel is daarbij het platform naar de tussenruimte gevormd zodat dit slechts een weinig met de aangrenzende vloerdelen overlapt.A further special embodiment of the scaffolding according to the invention is characterized in that the support comprises an elongated carrier body which is connected at a first end with adjacent uprights of the first and the second scaffolding section, respectively, and at an opposite, second end by means of a suspension is suspended between neighboring uprights of the first and second scaffolding sections, respectively. This embodiment has the advantage that the carrier body offers a full span of the interspace and, simply by adjusting a length thereof, also offers a solution for deeper scaffolding floors. On a proximal side, the carrier body is directly coupled to adjacent uprights, while on the opposite side a suspension is provided through which the carrier body depends, for example, from an overlying beam of the scaffolding and / or is connected to adjacent uprights. This provides the platform with sufficient support and load capacity in almost all situations. The platform is advantageously formed in this way so that it overlaps only slightly with the adjoining floor parts.

-5In een voorkeursuitvoeringsvorm is het steigerwerk daarbij gekenmerkt doordat de ophanging een oog omvat waardoorheen het overstaande uiteinde van het dragerlichaam gangbaar is en waarin het overstaande uiteinde steekt. Door het dragerlichaam in meer of mindere mate door het oog van de ophanging te steken, is daarbij een zekere tolerantie aanwezig in de concrete maat van de dwars-overspanning van de tussenruimte. Ook kan aldus met slechts een beperkt aantal standaard onderdelen worden volstaan om bij uiteenlopende dimensies van de tussenruimte in een adequate ondersteuning te voorzien.In a preferred embodiment the scaffolding is characterized in that the suspension comprises an eye through which the opposite end of the carrier body is passable and into which the opposite end protrudes. By inserting the carrier body to a greater or lesser extent through the eye of the suspension, a certain tolerance is present in the concrete measure of the transverse span of the interspace. It is thus also possible to suffice with only a limited number of standard parts to provide adequate support for various dimensions of the interspace.

Teneinde de ondersteuning vanaf een onderliggend niveau eenvoudig en veilig te kunnen realiseren, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het steigerwerk volgens de uitvinding als kenmerk dat de ophanging een T-leuning omvat met aan overstaande uiteinden daarvan een haakorgaan waarmee de ophanging over een bovenliggende ligger van het steigervak haakt. Aldus kan de ondersteuning ter plaatse van de tussenruimte eenvoudig worden gerealiseerd door de T-leuning met de haakorganen over de bovenliggende ligger, bijvoorbeeld een reling, van het steigervak te slaan en vervolgens het distale uiteinde van het dragerlichaam daarmee te verbinden. Voor een verhoogde stabiliteit heeft een verdere uitvoeringsvorm daarbij als kenmerk dat de ophanging aan weerszijden door tussenkomst van een tussen-ligger met aangrenzende staanders is verbonden. Deze tussen-ligger brengt een verband aan in de ondersteuningsconstructie die daarmee bijzonder rigide is.In order to be able to realize the support from a lower level in a simple and safe manner, a further special embodiment of the scaffolding according to the invention has the feature that the suspension comprises a T-handrail with a hook member at opposite ends thereof, with which the suspension over an upper beam of the scaffolding box crochets. Thus, the support at the location of the interspace can easily be realized by wrapping the T-handrail with the hook members over the overlying beam, for example a railing, of the scaffolding compartment and then connecting the distal end of the carrier body to it. For increased stability, a further embodiment has the feature that the suspension is connected on both sides by means of an intermediate beam with adjacent uprights. This intermediate beam makes a connection in the support construction, which is therefore particularly rigid.

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft het steigerwerk volgens de uitvinding als kenmerk dat het dragerlichaam een nok omvat waaronder een randdeel van het platform wordt ontvangen. De nok zekert het platform aan een eerste zijde in verticale richting terwijl niettemin een verstelling van de hoek tussen het eerste en tweede steigervak mogelijk blijft.In a further special embodiment, the scaffolding according to the invention has the feature that the carrier body comprises a ridge under which an edge part of the platform is received. The ridge secures the platform in a vertical direction on a first side, while still allowing an angle adjustment between the first and second scaffolding section.

Om aan een tegenoverliggende zijde in een beveiliging tegen vallende voorwerpen, en overigens daarmee tevens een borging, te voorzien heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het steigerwerk volgens de uitvinding als kenmerk dat het eerste vloerdeel en het tweede vloerdeel aan een valzijde elk van een opstand zijn voorzien, in het bijzonder een kantplank, met een zich in langsrichting uitstrekkende groef in ten minste één van beide opstanden, dat de tussenvloer van een verdere opstand is voorzien welke aan overstaande uiteinden een bek omvat waarmee de verdere opstand over de aangrenzende opstand van het eerste en tweede vloerdeel valt, dat in één van de bekken van de verdere opstand ten minsteIn order to provide a protection against falling objects on an opposite side, and incidentally also with a securing means, a further special embodiment of the scaffolding according to the invention has the feature that the first floor part and the second floor part are each of an upstand on a drop side. provided, in particular a side plank, with a longitudinally extending groove in at least one of the two uprights, that the intermediate floor is provided with a further upright which at opposite ends comprises a jaw with which the further upright over the adjacent upright of the first and the second floor part falls into at least one of the jaws of the further upstand

-6één nok uitsteekt die binnen de groef van de aangrenzende opstand van het eerste of tweede vloerdeel wordt ontvangen en door een rotatie van de verdere opstand zich daaruit bevrijdt. Voor wat betreft de opstand in beide steigervakken gaat het daarbij in het bijzonder om een kantplank zoals die reeds vaak wordt toegepast om vallende voorwerpen tegen te gaan. Voor het platform wordt hierbij voorzien in een aangepast kantplank die met beide bekken over de aangrenzende kantplanken kan worden gebracht. Met een draaiende manipulatie wordt de ten minste ene nok daarbij in de groef van de desbetreffende aangrenzende kantplank gebracht waardoor de opstand van het platform zich daarin verankert en daarmee tevens het platform borgt. Doordat de nok in de groef zijdelings gangbaar is, blijft een laterale verstelling van de hoek tussen het eerste en tweede steigervak mogelijk.-6 protrudes a ridge received within the groove of the adjacent curb of the first or second floor portion and released therefrom by rotation of the further curb. As far as the upright in both scaffolding sections is concerned, this is in particular a toe board as it is often used to prevent falling objects. For the platform, an adapted side board is provided that can be brought over the adjacent side boards with both jaws. With a rotary manipulation, the at least one cam is herein inserted into the groove of the respective adjacent toe board, whereby the upright of the platform is anchored therein and thereby also secures the platform. Because the ridge in the groove can be moved sideways, a lateral adjustment of the angle between the first and second scaffolding compartment remains possible.

De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:The invention will be explained in more detail below with reference to a few exemplary embodiments and an accompanying drawing. In the drawing shows:

Figuur 1 Figure 1 een perspectivisch achteraanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een steigerwerk volgens uitvinding; a perspective rear view of a first exemplary embodiment of a scaffolding according to the invention; Figuur 2A Figure 2A een perspectivisch aanzicht van een platform zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 1; a perspective view of a platform as used in the scaffolding of figure 1; Figuur 2B Figure 2B een dwarsdoorsnede van het platform zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 1; a cross section of the platform as used in the scaffolding of figure 1; Figuur 3 Figure 3 een perspectivisch aanzicht van een stel grendellichamen zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 1; a perspective view of a set of locking members as used in the scaffolding of figure 1; Figuur 4A Figure 4A een onderaanzicht van het platform en de grendellichamen zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 1, in een vrijgavestand van de grendellichamen; a bottom view of the platform and the locking members as used in the scaffolding of Figure 1, in a release position of the locking members; Figuur 4B Figure 4B een onderaanzicht van het platform en de grendellichamen zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 1, in een geborgde stand van de grendellichamen; a bottom view of the platform and the locking members as used in the scaffolding of figure 1, in a locked position of the locking members; Figuur 5A Figure 5A een onderaanzicht van het steigerwerk van figuur 1 met een geborgde stand van de grendellichamen bij een hoek van nul graden tussen een eerste en een tweede steigervak; a bottom view of the scaffolding of figure 1 with a locked position of the locking bodies at an angle of zero degrees between a first and a second scaffold section; Figuur 5B Figure 5B een onderaanzicht van het steigerwerk van figuur 1 met een geborgde stand van de grendellichamen bij een verstelling over hoek α tussen een eerste en een tweede steigervak; a bottom view of the scaffolding of figure 1 with a locked position of the locking bodies during an adjustment over angle α between a first and a second scaffold section; Figuur 6 Figure 6 een perspectivisch aanzicht van een platform zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 7; a perspective view of a platform as used in the scaffolding of figure 7;

-7Figuur 7 een perspectivisch achteraanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een steigerwerk volgens uitvinding;Figure 7 is a perspective rear view of a second exemplary embodiment of a scaffold according to the invention;

Figuur 8A een perspectivisch aanzicht van een kantplank zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 7;Figure 8A is a perspective view of a toe board as used in the scaffolding of Figure 7;

Figuur 8B een frontaal aanzicht van de kantplank zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 7;Figure 8B is a frontal view of the toe board as used in the scaffolding of Figure 7;

Figuur 9 een perspectivisch frontaal aanzicht van het steigerwerk van figuur 7 bij een verstelling over hoek α tussen een eerste en een tweede steigervak;Figure 9 shows a perspective frontal view of the scaffolding of figure 7 with an angle adjustment α between a first and a second scaffold section;

Figuur 10 een perspectivisch aanzicht van een dragerlichaam zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 7;Figure 10 is a perspective view of a carrier body as used in the scaffolding of Figure 7;

Figuur 11 een perspectivisch aanzicht van een ophanging zoals toegepast in het steigerwerk van figuur 7; enFigure 11 is a perspective view of a suspension as used in the scaffolding of Figure 7; and

Figuur 12 een bovenaanzicht van het steigerwerk van figuur 7 bij een hoek van nul graden tussen een eerste en een tweede steigervak.Figure 12 is a top view of the scaffolding of Figure 7 at a zero degree angle between a first and a second scaffold bay.

Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.Incidentally, it should be noted that the figures are purely schematic and not always drawn on (the same) scale. In particular, some dimensions may be exaggerated to a greater or lesser extent for the sake of clarity. Corresponding parts are designated by the same reference numerals in the figures.

In figuur is een eerste uitvoeringsvoorbeeld weergegeven van een steigerwerk volgens de uitvinding. Daarbij zij opgemerkt dat in de figuur slechts enkele steigervakken zijn weergegeven, maar dat in de praktijk zowel in verticale als horizontale richting de getoonde constructie vele malen kan repeteren om een steigerwerk te verschaffen dat een bouwwerk, zoals bijvoorbeeld een opslagtank, volledig te omspannen. Het steigerwerk is daartoe opgebouwd uit een stelsel van opgaande staanders 10 en liggers 20 die zich gewoonlijk dwars tussen de staanders uitstrekken en de staanders 10 onderling verbinden. In dit voorbeeld gaat het daarbij om een zogenaamde systeemsteiger, waarbij de staanders op regelmatige positie, ook wel knooppunten genoemd, zijn voorzien van primaire koppelorganen en de liggers 20 aan hun overstaande uiteinden complementaire secundaire koppelorganen dragen. In dit voorbeeld omvatten de primaire koppelorganen zogenaamde cups van naar elkaar openende schaaldelen, waarvan er één vast met de staanders is verbonden en de ander een geringe verticale slag kan maken om de cup te sluiten dan wel te openen. De secundaire koppelorganen omvatten wangen die naar de inwedige contour van de cups zijn gevormd en daarin spelingvrij kunnenFigure 1 shows a first exemplary embodiment of a scaffolding according to the invention. It should be noted that in the figure only a few scaffolding sections are shown, but that in practice the construction shown can repeat many times in both vertical and horizontal direction in order to provide a scaffolding that completely spans a structure, such as for instance a storage tank. To this end, the scaffolding consists of a system of upright uprights 10 and girders 20, which usually extend transversely between the uprights and interconnect the uprights 10. In this example, this is a so-called system scaffold, in which the uprights in regular position, also referred to as nodes, are provided with primary coupling members and the beams 20 carry complementary secondary coupling members at their opposite ends. In this example, the primary coupling members comprise so-called cups of shell parts opening towards each other, one of which is fixedly connected to the uprights and the other can make a slight vertical stroke to close or open the cup. The secondary coupling members comprise cheeks which are formed to the inner contour of the cups and can be free of play therein

-8worden ontvangen na het sluiten van de cup. Dit systeem wordt in de wandelgangen als cuplok aangeduid en wordt voor de gemiddelde vakman genoegzaam bekend verondersteld. Naast dit systeem zijn er nog tal van andere systemen voor systeemsteigers waarbij de onderhavige uitvinding mutatis mutandis evenzeer toepasbaar is.-8 will be received after closing the cup. This system is referred to as cuplock in the corridors and is assumed to be sufficiently known to the average skilled person. In addition to this system, there are many other systems for scaffolding systems in which the present invention is equally applicable mutatis mutandis.

De staanders 10 en liggers 20 van het steigerwerk sluiten aldus een aantal steigervakken in, waarvan in de figuur één eerste steigervak 1 en een tweede steigervak 2 zijn weergegeven. Aan een valzijde zijn deze steigervakken voorzien van een leuning 15 terwijl daarin een vloerdeel 30,40 is aangebracht om een doorgaande steigervloer te bieden waar vanaf werkzaamheden op een hoogte veilig kunnen worden uitgevoerd. Zoals uit de figuur naar voren komt, liggen beide steigervakken 1,2 niet in eikaars verlengde maar staan ze onder een hoek a met elkaar om aldus een ronding in een gevel, installatie of anderszins bouwwerk te kunnen volgen. Hierdoor ontstaat een tussenruimte 3 tussen beide steigervakken.The uprights 10 and beams 20 of the scaffolding thus enclose a number of scaffolding compartments, of which one first scaffolding compartment 1 and a second scaffolding compartment 2 are shown in the figure. On a fall side, these scaffolding compartments are provided with a handrail 15, while a floor section 30,40 is arranged therein to provide a continuous scaffolding floor from which work can be carried out safely from a height. As can be seen from the figure, both scaffolding sections 1,2 are not in line with each other, but they are at an angle a with each other so that they can follow a curve in a facade, installation or other structure. This creates a space 3 between the two scaffolding sections.

Conform de uitvinding is in dit tussenvak 3 een platform 50 voorzien die deze tussenruimte althans grotendeels overspant. In dit voorbeeld is sprake van een volledige overspanning in de vorm van een vloerbord, dat in figuur 2A en 2B nader is weergegeven, en dat met een geringe plaatdikte van de uiteinden 51 vrijwel vlak aansluit op beide aangrenzende vloerdelen 30,40. Ter bevordering van het draagvermogen ligt dit vloerbord op een ondersteuning in de vorm van een stel grendellichamen 60 dat in figuur 3 nader is weergeven en waarvan de werking hierna zal worden toegelicht.In accordance with the invention, a platform 50 is provided in this intermediate compartment 3, which at least largely spans this intermediate space. In this example there is a full span in the form of a floor board, which is shown in more detail in figures 2A and 2B, and which, with a small plate thickness of the ends 51, connects almost flat to both adjacent floor parts 30,40. To promote the load-bearing capacity, this floor board rests on a support in the form of a set of locking bodies 60, which is shown in more detail in Figure 3, the operation of which will be explained below.

De grendellichamen 60 dragen aan hun proximale uiteinde een secundair koppelorgaan 61 in overeenstemming met het systeem waarin het grendellichaam is toegepast. In dit geval omvat dit koppelorgaan een wang zoals ook aan de uiteinden van de liggers 20 is toegepast. Aldus kan elk grendellichaam 60 met de wang 61 in een cup 11 van een aangrenzende staander 10 worden ontvangen, hetgeen in de detailtekening bij figuur 1 nader is uitvergroot. Het vloerbord 50 omvat aan de aangrenzende langszijde 52 een randdeel dat naar onderen toe tweemaal is omgezet, zie figuur 2B. Het uiterste segment 53 daarvan bewaart aldus een afstand hl tot een rugzijde van het vloerbord 50 ter vorming van een holte 55 in overeenstemming met een hoogte h2 van de grendellichamen. Uit oogpunt van (buig)stijfheid is overigens ook het overstaande randdeel 54 tweemaal omgezet.The locking bodies 60 carry at their proximal end a secondary coupling member 61 in accordance with the system in which the locking body is used. In this case, this coupling member comprises a cheek as is also applied at the ends of the beams 20. Thus, each locking body 60 with the cheek 61 can be received in a cup 11 from an adjacent upright 10, which is further enlarged in the detail drawing of Figure 1. The floor board 50 comprises on the adjacent longitudinal side 52 an edge part that has been bent twice downwards, see figure 2B. The extreme segment 53 thereof thus maintains a distance h1 to a back of the floorboard 50 to form a cavity 55 in accordance with a height h2 of the locking bodies. From the viewpoint of (bending) stiffness, the opposite edge part 54 has also been converted twice.

-9De cuplok verbinding 61 van de grendellichamen 60 met hun respectieve staander 10 staat een zijdelingse rotatie om de langsas van de staander 10 toe. Hierdoor is het mogelijk om elk van de grendellichamen 61 vanuit een vrije positie, zie figuur 4A, naar binnen de holte 55 onder het vloerbord 50 te zwaaien, zie figuur 4B, om het randdeel 52,53 zo op te sluiten. Aldus bieden de grendellichamen 60 niet alleen een ondersteuning en additioneel draagvermogen aan het vloerbord 50, maar wordt het platform 50 daardoor tevens in positie geborgd. Deze borging staat echter niettemin een zijdelingse verstelling van beide steigervakken 1,2 toe vanuit een volledig rechte toestand, zie figuur 5A, naar een opstelling onder een hoek a, zie figuur 5B. Het steigerwerk is aldus binnen deze grenzen uitermate praktisch aanpasbaar aan een concrete ronding van het bouwwerk.The cuplock connection 61 of the locking bodies 60 with their respective upright 10 allows lateral rotation about the longitudinal axis of the upright 10. This makes it possible to swing each of the locking bodies 61 from a free position, see figure 4A, inside the cavity 55 under the floor board 50, see figure 4B, in order to enclose the edge part 52, 53. Thus, the locking bodies 60 not only provide support and additional load-bearing capacity to the floor board 50, but the platform 50 is thereby also secured in position. However, this securing nevertheless permits a lateral adjustment of both scaffold sections 1,2 from a completely straight position, see figure 5A, to an arrangement at an angle a, see figure 5B. Within these limits, the scaffolding is thus extremely practical to adapt to a concrete rounding of the structure.

Een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een steigerwerk volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 7. Ook hierbij gaat het om een systeemsteiger op basis van het hiervoor genoemde cuplok systeem. Overeenkomstige delen zijn dan ook met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid. Een ook hier is slechts een deel van een compleet steigerwerk weergeven dat in de praktijk gewoonlijk een veelvoud van het aantal steigervakken zowel in verticale richting als in horizontale richting zal omvatten om een volledige gevel of wand te overspannen. Anders dat bij het uitvoeringsvoorbeeld va figuur 1 gaat het hier om een diepere steiger doordat de liggers 20 in dwarsrichting langer zijn uitgevoerd.A second exemplary embodiment of a scaffolding according to the invention is shown in figure 7. This too is a system scaffold based on the aforementioned cuplok system. Corresponding parts are therefore designated with the same reference numerals. Here, too, only a portion of a complete scaffolding is represented, which in practice will usually comprise a multiple of the number of scaffold sections both vertically and horizontally to span an entire facade or wall. Other than that in the exemplary embodiment of Figure 1, this is a deeper scaffold because the beams 20 are made longer in the transverse direction.

Zoals in figuur 7 is getoond, liggen een eerste steigervak 1 met een eerste vloerdeel 30 en een tweede steigervak 2 met een tweede vloerdeel 40 ook in dit geval niet (noodzakelijkerwijs) in eikaars verlengde maar maken deze een hoek α met elkaar, zie ook figuur 9. Om ook in de daardoor ontstane tussenruimte 3 in een vloerdeel te voorzien is conform de uitvinding een platform aangebracht, dat in dit geval een vlakke vloerplaat 70 omvat, zie ook figuur 6. Deze vloerplaat is naar de (maximale) contour van de tussenruimte 3 gevormd en overspant aldus steeds de totale tussenruimte. Ook in dit geval is gebruik gemaakt van een relatief dunne vloerplaat van staal of aluminium, waardoor de vloerplaat 70 vlak aanligt op beide aangrenzende vloerdelen 30,40 en als het ware een vlakke, doorlopende steigervloer wordt verkregen.As shown in figure 7, a first scaffold section 1 with a first floor section 30 and a second scaffold section 2 with a second floor section 40 are not (necessarily) extended in each other in this case, but make an angle α with each other, see also figure 9. According to the invention, in order to provide a floor part in the intermediate space 3 thus created, a platform is provided, which in this case comprises a flat floor plate 70, see also figure 6. This floor plate is according to the (maximum) contour of the intermediate space 3 thus spans the entire interspace. Also in this case use is made of a relatively thin floor plate of steel or aluminum, whereby the floor plate 70 rests flat on both adjacent floor parts 30, 40 and, as it were, a flat, continuous scaffold floor is obtained.

Met het ook op een voldoende draagvermogen en een adequate borging van het platform 70 in de constructie steunt de vloerplaat 70 af op een ondersteuning die hier wordt gevormd doorWith also a sufficient load-bearing capacity and an adequate securing of the platform 70 in the construction, the floor plate 70 rests on a support formed here by

-10een langwerpig dragerlichaam 90, zie ook figuur 10, in combinatie met een ophanging 95, zie figuur 11. Het dragerlichaam omvat aan een proximaal uiteinde een tweetal wangen 91 die complementair zijn aan de cups 11 op de staanders, waardoor het dragerlichaam 90 met deze wangen 91 in de cups 11 van de aangrenzende staanders kan worden vastgezet, zoals in de uitvergroting bij figuur 9 is getoond. Van het dragerlichaam 90 gaat een nok 99 uit waaronder de vloerplaat 70 met een uitsparing 72 glijdend wordt ontvangen ter borging van de vloerplaat 70 aan deze zijde daarvan.- an elongated carrier body 90, see also figure 10, in combination with a suspension 95, see figure 11. The carrier body comprises at two proximal ends two cheeks 91 which are complementary to the cups 11 on the uprights, whereby the carrier body 90 with these cheeks 91 can be secured in the cups 11 of the adjacent uprights, as shown in the enlargement of Figure 9. A cam 99 extends from the carrier body 90 under which the floor plate 70 with a recess 72 is slidably received to secure the floor plate 70 on this side thereof.

Het tegenover gelegen, distale uiteinde 92 van het dragerlichaam 90 wordt gangbaar ontvangen in een oog 96 van de ophanging 95. Daarbij treedt het dragerlichaam met het vrij uiteinde 92 door het oog 96 en kan in of aan het uiteinde 92 een borgpen of anderszins een borging worden toegepast om te vermijden dat het dragerlichaam 90 onbedoeld uit het oog 96 schiet. Een nok 98 aan het dragerlichaam 90 correspondeert met een overeenkomstige opening 75 in de vloerplaat 70, zie ook figuur 6, en steekt met een uiteinde boven de vloerplaat 70 uit. Hierin kan een haarspeldveer of anderszins een borging worden toegepast ter verdere borging van de vloerplaat 70.The opposite, distal end 92 of the carrier body 90 is commonly received in an eye 96 of the suspension 95. Thereby, the carrier body with the free end 92 passes through the eye 96 and may have a locking pin or otherwise a locking pin in or at the end 92 be used to prevent the carrier body 90 from accidentally slipping out of the eye 96. A cam 98 on the support body 90 corresponds to a corresponding opening 75 in the floor plate 70, see also figure 6, and protrudes above the floor plate 70 with one end. A hairpin spring or other means of securing can be used therein for further securing the floor plate 70.

De ophanging omvat een T-leuning 94 met aan het uiteinde daarvan een tweetal haken 93 waarmee de ophanging aan een bovenliggende steigervak is opgehangen. Alle onderdelen van de ophanging, zijn evenals in het voorgaande voorbeeld, robuuste en sterk uitgevoerd, zoals uit staal of aluminium van voldoende dikte. Aldus is de vloerplaat 70 afdoende zwaar belastbaar. Met het oog op een onwrikbaar geheel is daarbij bovendien aan het uiteinde van de ophanging 95 een buiskoppeling 97 voorzien, waarin een extra tussen-ligger 22 wordt ontvangen die aan weerszijden door middel van buisklemmen met de aangrenzende staanders is gekoppeld. De T-leuning 94 kan overigens ook achterwege gelaten worden indien de tussen-ligger 22 op alternatieve wijze wordt gekoppeld aan dragerlichaam 90, bijvoorbeeld door middel van conventionele buiskoppelingen en steigerbuizen. De methoden en middelen hiervoor worden voor de gemiddelde vakman genoegzaam bekend verondersteld.The suspension comprises a T-handrail 94 with two hooks 93 at the end thereof, with which the suspension is suspended from an upper scaffold section. As in the previous example, all parts of the suspension are robust and strong, such as of steel or aluminum of sufficient thickness. The floor plate 70 is thus sufficiently heavy-duty. In view of an immovable whole, a pipe coupling 97 is furthermore provided at the end of the suspension 95, in which an additional intermediate beam 22 is received, which is coupled on either side to the adjacent uprights by means of pipe clamps. Incidentally, the T-handrail 94 can also be omitted if the intermediate beam 22 is alternatively coupled to carrier body 90, for example by means of conventional pipe couplings and scaffolding pipes. The methods and means for this are assumed to be sufficiently known to the average skilled person.

Beide steigervakken 1,2 zijn aan een valzijde begrenst met een opstand in de vorm van een gangbare kantplank 88, zie figuur 7. Daarmee wordt tegen gegaan dat losse voorwerpen onbedoeld van de steigervloer kunnen vallen. Dergelijke kantplanken worden voor een gemiddelde vakman genoegzaam bekend verondersteld en zijn gewoonlijk robuust uitgevoerdBoth scaffolding compartments 1,2 are bounded on a drop side with an upright in the form of a conventional toe board 88, see figure 7. This prevents loose objects from falling off the scaffolding floor unintentionally. Such toe boards are assumed to be sufficiently known to an average skilled person and are usually of robust design

-11uit staal of aluminium en hebben een geribbelde oppervlakte structuur waartussen zich één of meer longitudinale groeven over nagenoeg een volle lengte uitstrekken. Hiervan wordt in het onderhavige voorbeeld met voordeel gebruik gemaakt.-11 made of steel or aluminum and have a ribbed surface structure between which one or more longitudinal grooves extend over almost a full length. This is advantageously used in the present example.

In de ruimte tussen beide steigervakken 1,2 is eveneens een opstand voorzien in de vorm van een aangepaste kantplank, welke in figuur 8A en 8B in nader detail is weergegeven. Deze kantplank in uit aluminium of staal gevormd en omvat aan weerszijden een schuin omgezet oor met daarin een bek 85. Daarmee kan deze opstand over de in beide aangrenzende steigervakken aanwezig kantplanken 88 worden geplaatst. Eén van beide bekken 85 is daarbij voorzien van een nok 83 die door een verdraaiing van de opstand 80 ten opzichte van de reeds aanwezige kantplank 88 in een langsgroef daarvan kan worden gebracht. Daarin heeft de nok 83 voldoende speling om niettemin een plaatsing van de andere bek 85 over de andere kantplank 88 toe te staan. De nok 83 behoedt vervolgens dat de opstand 80 onbedoeld kan worden gelicht en borgt daarmee eveneens de vloerplaat 70 die daaronder ligt.In the space between the two scaffolding compartments 1,2, an upright is also provided in the form of a modified toe board, which is shown in further detail in figures 8A and 8B. This edging board is formed in aluminum or steel and comprises an obliquely bent ear with a jaw 85 therein. This upright can thus be placed over the edging boards 88 present in both adjacent scaffolding compartments. One of the two jaws 85 is thereby provided with a cam 83 which can be brought into a longitudinal groove thereof by rotating the upright 80 relative to the already present side board 88. Therein, the cam 83 has sufficient clearance to nevertheless allow placement of the other jaw 85 over the other toe board 88. The cam 83 then protects the upstand 80 from being unintentionally lifted, thereby also securing the floor plate 70 underlying it.

Ook in deze borging is glijdend in de zich dat de nok 83 zijdelings vrijelijk in de groef verplaatsbaar is, waardoor een verstelling van de hoek α tussen beide steigervakken 1,2 mogelijk is tot een vrijwel rechte situatie waarin beide steigervakken 1,2 in lijn liggen, zoals in figuur 12 ter illustratie is weergegeven. Daarmee geeft ook deze uitvoeringsvorm van een dieper steigerwerk volgens de uitvinding de mogelijkheid om de hoek α aan te passen aan een concrete ronding of contour van een te bewerken gevel of anderszins opgaand oppervlak.Also in this securing it is sliding in that the ridge 83 is freely movable laterally in the groove, so that an adjustment of the angle α between the two scaffolding compartments 1,2 is possible to an almost straight situation in which both scaffold compartments 1,2 are in line. as shown in Figure 12 for illustration. Thus, this embodiment of a deeper scaffolding according to the invention also makes it possible to adapt the angle α to a concrete rounding or contour of a facade to be processed or otherwise ascending surface.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.Although the invention has been further elucidated above on the basis of only a few exemplary embodiments, it will be clear that the invention is by no means limited thereto. On the contrary, many variations and forms are possible for an average skilled person within the scope of the invention.

Claims (13)

1. Steigerwerk, omvattende een stelsel van opgaande staanders die door liggers met elkaar zijn verbonden onder insluiting van steigervakken, waarbij opvolgende steigervakken binnen een niveau van een steigervloer zijn voorzien, waarvan een eerste steigervak een eerste vloerdeel omvat en een tweede steigervak een tweede vloerdeel, met het kenmerk dat het eerste vloerdeel zich in een eerste vloerrichting uitstrekt en het tweede vloerdeel zich in een tweede vloerrichting uitstrekt, welke tweede vloerrichting een hoek maakt met de eerste vloerrichting, dat tussen het eerste vloerdeel en het tweede vloerdeel een platform op een ondersteuning rust, welk platform een tussenruimte tussen het eerste vloerdeel en het tweede voerdeel althans grotendeels overspant, en dat het platform en de ondersteuning zodanig zijn ingericht dat een verstelling van de hoek tussen het eerste en het tweede vloerdeel is toegelaten.Scaffolding, comprising a system of upright uprights connected by girders to include scaffolding compartments, successive scaffolding compartments having a scaffold floor within a level, of which a first scaffold compartment comprises a first floor part and a second scaffold compartment a second floor part, characterized in that the first floor part extends in a first floor direction and the second floor part extends in a second floor direction, the second floor direction making an angle with the first floor direction, which platform rests on a support between the first floor part and the second floor part , which platform at least largely spans an interspace between the first floor part and the second feed part, and that the platform and the support are arranged such that an angle adjustment between the first and the second floor part is permitted. 2. Steigerwerk volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de ondersteuning in glijdende borgmiddelen voorziet die het platform ten opzichte van het eerste vloerdeel en het tweede vloerdeel verticaal fixeren maar lateraal de verstelling toelaten.Scaffolding according to claim 1, characterized in that the support provides sliding securing means which fix the platform vertically with respect to the first floor part and the second floor part, but allow lateral adjustment. 3. Steigerwerk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het platform een vloerbord omvat met een plaatdikte en met de genoemde plaatdikte althans nagenoeg vlak aanligt op het eerste vloerdeel en het tweede vloerdeel.Scaffolding according to claim 1 or 2, characterized in that the platform comprises a floor board with a plate thickness and with said plate thickness at least substantially flat on the first floor part and the second floor part. 4. Steigerwerk volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk dat de ondersteuning een langwerpig dragerlichaam omvat dat aan een eerste uiteinde met aangrenzende staanders van respectievelijk het eerste en het tweede steigervak is verbonden en aan een overstaand, tweede uiteinde door tussenkomst van een ophanging tussen naburige staanders van respectievelijk het eerste en het tweede steigervak is opgehangen.Scaffolding according to claim 1, 2 or 3, characterized in that the support comprises an elongated carrier body which is connected at a first end with adjacent uprights of the first and the second scaffolding section, respectively, and at an opposite, second end by means of a suspension is suspended between neighboring uprights of the first and second scaffolding sections, respectively. 5. Steigerwerk volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het platform althans in hoofdzaak naar de tussenruimte is gevormd.Scaffolding according to claim 4, characterized in that the platform is formed at least substantially towards the interspace. 6. Steigerwerk volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de ophanging een oog omvat waardoorheen het overstaande uiteinde van het dragerlichaam gangbaar is en waarin het overstaande uiteinde steekt.Scaffolding according to claim 4 or 5, characterized in that the suspension comprises an eye through which the opposite end of the carrier body is passable and into which the opposite end protrudes. 7. Steigerwerk volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk dat de ophanging een T-leuning omvat met aan overstaande uiteinden daarvan een haakorgaan waarmee de ophanging over een bovenliggende ligger haakt.Scaffolding according to claim 4, 5 or 6, characterized in that the suspension comprises a T-railing with a hook member at opposite ends thereof, with which the suspension hooks over an overlying beam. 8. Steigerwerk volgens één of meer der conclusies 5 tot en met 7, met het kenmerk dat de ophanging aan weerszijden door tussenkomst van een tusen-ligger met aangrenzende staanders is verbonden.Scaffolding according to one or more of claims 5 to 7, characterized in that the suspension is connected on both sides by means of an intermediate beam with adjacent uprights. 9. Steigerwerk volgens één of meer der conclusies 4 tot en met 8, met het kenmerkt dat het dragerlichaam een nok omvat waaronder een randdeel van het platform wordt ontvangen.Scaffolding according to one or more of claims 4 to 8, characterized in that the carrier body comprises a ridge under which an edge part of the platform is received. 10. Steigerwerk volgens één of meer der conclusies 4 tot en met 9, met het kenmerk dat het eerste vloerdeel en het tweede vloerdeel aan een valzijde elk van een opstand zijn voorzien, in het bijzonder een kantplank, met een zich in langsrichting uitstrekkende groef in ten minste één van beide opstanden, dat de tussenvloer van een verdere opstand is voorzien welke aan overstaande uiteinden een bek omvat waarmee de verdere opstand over de aangrenzende opstand van het eerste en tweede vloerdeel valt, dat in één van de bekken van de verdere opstand ten minste één nok uitsteekt die binnen de groef van de aangrenzende opstand van het eerste of tweede vloerdeel wordt ontvangen en door een rotatie van de verdere opstand zich daaruit bevrijdt.Scaffolding according to one or more of claims 4 to 9, characterized in that the first floor part and the second floor part are each provided with an upstand on a drop side, in particular a toe board, with a longitudinal groove in at least one of the two uprights, that the intermediate floor is provided with a further upright which at opposite ends comprises a jaw with which the further upright falls over the adjacent upright of the first and second floor part, which in one of the jaws of the further upright protrudes at least one projection received within the groove of the adjacent curb of the first or second floor portion and released therefrom by rotation of the further curb. 11. Steigerwerk volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat de ondersteuning door ten minste een grendellichaam wordt geboden dat aan een proximaal uiteinde draaibaar om een longitudinale as met een aan het platform grenzende staander is verbonden, en dat het grendellichaam door een rotatie om de genoemde longitudinale as in een vergrendelende samenwerking met het platform brengbaar is en door een tegengestelde rotatie het platform vrijgeeft.Scaffolding according to claim 1, 2 or 3, characterized in that the support is provided by at least one locking body which is rotatably connected at a proximal end about a longitudinal axis with an upright adjacent to the platform, and in that the locking body is provided by a rotation about said longitudinal axis can be brought into a locking cooperation with the platform and releases the platform by an opposite rotation. 12. Steigerwerk volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de staanders op regelmatige afstanden van primaire koppelingsmiddelen zijn voorzien die ter oprichting van het stelsel in een gewenste dwarsrichting losneembaar zijn gekoppeld met secundaire koppelingsmiddelen die aan tegenoverliggende uiteinden aan de liggers zijn voorzien, dat het grendellichaam aanScaffolding according to claim 11, characterized in that the uprights are provided at regular intervals with primary coupling means which are detachably coupled in a desired transverse direction for the construction of the system with secondary coupling means provided at opposite ends on the beams, that the locking body On 5 het proximale uiteinde van secundaire koppelingsmiddelen is voorzien en draaibaar om de longitudinale as met primaire koppelingsmiddelen van de staander is verbonden.5, the proximal end is provided with secondary coupling means and is rotatably connected about the longitudinal axis to primary coupling means of the upright. 13. Steigerwerk volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk dat het platform een vloerbord omvat met aan een langszijde een longitudinaal randdeel dat vanaf een rugzijde vanScaffolding as claimed in claim 11 or 12, characterized in that the platform comprises a floor board with a longitudinal edge part on a longitudinal side which, from a back side of 10 het vloerbord meermaals is omgezet ter vorming van opeenvolgende segmenten, waarbij een uiterste segment van het randdeel een afstand ten opzichte van de rugzijde van het vloerbord bewaart ter vorming van een holte, en dat het grendellichaam in de holte tussen het uiterste segment van het randdeel en de rugzijde van het vloerbord verkeert ter vergrendeling van het vloerbord.10 the floorboard has been converted several times to form successive segments, an extreme segment of the edge part keeping a distance from the back of the floorboard to form a cavity, and that the locking body in the cavity between the extreme segment of the edge part and the back of the floorboard is to lock the floorboard.