NL2021585B1 - Afneembare koppelinrichting voor aanhangers aan voertuigen en bijbehorende ontgrendelingsinrichting - Google Patents

Afneembare koppelinrichting voor aanhangers aan voertuigen en bijbehorende ontgrendelingsinrichting Download PDF

Info

Publication number
NL2021585B1
NL2021585B1 NL2021585A NL2021585A NL2021585B1 NL 2021585 B1 NL2021585 B1 NL 2021585B1 NL 2021585 A NL2021585 A NL 2021585A NL 2021585 A NL2021585 A NL 2021585A NL 2021585 B1 NL2021585 B1 NL 2021585B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sleeve
rod
coupling
holes
base
Prior art date
Application number
NL2021585A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2021585A (nl
Inventor
Sanchez Lafuente Ayala Francisco
Original Assignee
Lafuente Hermanos S Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lafuente Hermanos S Sa filed Critical Lafuente Hermanos S Sa
Publication of NL2021585A publication Critical patent/NL2021585A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2021585B1 publication Critical patent/NL2021585B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/48Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting
    • B60D1/52Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting removably mounted
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/01Traction couplings or hitches characterised by their type
    • B60D1/06Ball-and-socket hitches, e.g. constructional details, auxiliary devices, their arrangement on the vehicle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/48Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting
    • B60D1/54Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting collapsible or retractable when not in use, e.g. hide-away hitches

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Pivots And Pivotal Connections (AREA)
  • Snaps, Bayonet Connections, Set Pins, And Snap Rings (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)
  • Automobile Manufacture Line, Endless Track Vehicle, Trailer (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Abstract

Erwordt een afneembare koppelinrichting voor het slepen aan voertuigen beschreven, met behulp van een gebogen arm(6, 6 ') met een horizontaal koppelingsgedeelte (17) en een 5 verticaal deel dat uitloopt in een bovenste kogel (7, 7'), die een basislichaam of steun (8, 8 ') omvat waaruit een verticale (9) of een horizontale (16) staaf komt voor koppeling met een kubusvormige huls (1, 1') met een respectief onder- of voorvlak. De inrichting bevat een vergrendelingsschuit (15) die verplaatsbaar is langs de staat (9) die uitsteekt uit het basislichaam (8) en die geleid wordt door een lengtekanaal. ln een alternatieve versie bestaat 10 het vergrendelmiddel uit een grendel gevormd door een ring (21) die instelbaar is aan de steel (9 ") van het basislichaam (8"), voor welk doel de staat (9 ") een plat vlak heeft met dwarsgroeven (20) met lijnrecht ertegenover een lengtegroef (25) voor een pin (24) die naar binnen is gericht vanaf een zijwand (23) van de grendel. De ontgrendelhandeling omvat het uitoefenen van neenNaartse druk op een uitstekend gedeelte (26) van de ring (21) van de 15 grendel, of het gebruik van een extern gereedschap zoals een heugel (28) of een gebogen hendeK30)

Description

AFNEEMBARE KOPPELINRICHTING VOOR AANHANGERS AAN VOERTUIGEN EN
BIJBEHORENDE ONTGRENDELINGSINRICHTING Technisch gebied van de uitvinding De uitvinding heeft betrekking op een afneembare koppelinrichting voor aanhangers aan voertuigen, van het soort dat gemonteerd is in het achterste deel van een auto voor het slepen van een aanhanger, afneembaar en op zodanige wijze bedacht en ontworpen dat de montage en demontage snel en veilig kunnen worden uitgevoerd. De koppelinrichting kent constructieve principes die de bijzonderheid vertonen van het kunnen worden gebruikt voor zowel een verticale als horizontale toepasbare inrichting. Het toepassingsgebied van deze uitvinding ligt in de industriële sector die gewijd is aan de vervaardiging van aanhangwagenonderdelen voor auto's in het algemeen. Achtergrond van de uitvinding Het is algemeen bekend dat veel auto's zijn uitgerust met een inrichting voor het slepen van aanhangers aan de achterzijde van het voertuig welke voorzien is van een gebogen arm voor het koppelen van het koppelmiddel waarmee de aanhanger is uitgerust. Dit soort inrichtingen hebben zich in de loop van de tijd ontwikkeld van inrichtingen die in eerste instantie door de fabrikanten op een vaste manier op het voertuig gemonteerd werden (dat wil zeggen dat de gebruiker deze praktisch volledig permanent liet installeren) en dat leverde ongemakken op omdat het aan de achterkant van het voertuig uitstak, tot de huidige inrichtingen die gewoonlijk worden vervaardigd als afneembare inrichtingen zodat de gebruiker deze zo nodig gemakkelijk kan monteren en demonteren. Een voorbeeld van een afneembare inrichting is onder meer beschreven in het document van het gebruiksmodel ES-1 066 563 van dezelfde aanvrager, waarin een assemblage van een arm en een universele kogel gekoppeld kan worden aan een basislichaam door het uiteinde van de genoemde arm in te brengen in een doorlopend gat dat is gemaakt in het genoemde basislichaam. Daarnaast heeft het genoemde basislichaam een element dat zich verticaal uitstrekt en dat uitloopt aan het boveneinde in een getrapte formatie met twee oppervlakteniveaus op verschillende hoogten. Het vaste deel van de koppeling bestaat uit twee platen of symmetrische helften, die elk een uitsparing hebben, die uitloopt in een gekromd eindgedeelte waarin minimaal een pin die vastzit op het genoemde verticale element ontvangen en bevestigd kan worden. Vergeleken met wat de stand van de techniek was voor dit document, was de daarin beschreven afneembare koppeling een buitengewone vooruitgang in termen van gemak en snelheid van montage en demontage van de afneembare koppeling, waarbij ook de veiligheid van het koppelen verhoogd werd. Korte omschrijving van de uitvinding Niettegenstaande het voorgaande heeft continu onderzoek naar dit soort inrichtingen het mogelijk gemaakt om een koppelinrichting te realiseren die aanzienlijke verbeteringen laten zien ten opzichte van de inrichtingen van de huidige techniek, in het bijzonder gebaseerd op de eenvoud van het ontwerp en het gebruiksgemak, met volledige veiligheidsgaranties. In een uitvoeringsvorm wordt naar de koppelinrichting verwezen als "verticaal" omdat de koppeling met de bevestigingshuls wordt gemaakt door een verticale beweging, en in een alternatieve uitvoeringsvorm wordt de grendelinrichting aangeduid als "horizontaal" omdat de fixatie gerealiseerd wordt door een horizontale beweging.
Op dit punt in de beschrijving moet worden verduidelijkt dat de termen verticaal" en “horizontaal” moeten worden begrepen rekening houdend met de gebruikspositie van de inrichting.
Overeenkomstig met de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de voorgestelde inrichting een bevestigingshuls en een arm- en kogelassemblage. De huls bestaat, in de verticaal gemonteerde versie, uit een kubusvormig onderdeel, waarvan één van de zijden ontbreekt om de verbinding daarvan mogelijk te maken met de bevestigingsmiddelen van het voertuig, terwijl de arm- en kogelassemblage een gebogen arm omvat, waarvan het verticale gedeelte aan de voorkant uitloopt in een conventionele kogel, en waarvan het achtereinde van het horizontale gedeelte een kubusvormige basis omvat, met aan de bovenzijde een integrale staaf, verticaal uitstekend, in wezen parallel aan het overeenkomstige gedeelte van de gebogen arm, in met een over het algemeen prismatische vorm, die in het bovenste deel een eindgedeelte van grotere afmetingen heeft. Dit uiteinde heeft een kanaal in de lengte waardoor een schuifdeel in verticale richting in beide richtingen kan bewegen. Het genoemde bovenste uiteinde van deze staaf is bemeten om in de huls geplaatst te worden en om bovendien het schuifstuk gelijktijdig in de huls te kunnen plaatsen om de assemblage in de montagepositie te vergrendelen. De huls omvat verder een door de gebruiker bedienbaar bevestigingsmiddel dat demontage in een toestand van gekoppelde inrichting voorkomt. Bovendien omvat de huls een gat in één van de vlakken en omvat het bovenste uiteinde van de verticale staaf een kogel voor wederzijdse relatieve positionering.
De horizontaal gemonteerde versie van de inrichting van de uitvinding bestaat uit exact dezelfde componenten, hoewel de gebogen arm een langere horizontale lengte heeft en de koppeling met de huls wordt gemaakt via het voorvlak van de huls in plaats van via het bovenvlak zoals in het geval van de verticaal gemonteerde inrichting.
In een gemodificeerde versie, van vereenvoudigd ontwerp, omvat de koppelinrichting van deze uitvinding een bevestigingssteun aan de arm- en kogelassemblage met een lengtegat, om de arm en andere dwarsgaten te ontvangen voor het inbrengen van borgschroeven, met een staaf die uit het bovenvlak komt die moet worden ingebracht in een corresponderend axiaal gat van de huls via een open vlak, waarbij de huls tegenovergestelde gaten heeft op twee tegenover elkaar liggende vlakken en de staaf dwarsgroeven ten opzichte van elkaar heeft met een vlak gesneden zijde, bedoeld om bevestigingsschroeven te ontvangen die door de tegenover elkaar liggende gaten zijn gestoken van de zijvlakken van de huls. De staaf en het bijbehorende gat in de huls zijn bemeten voor het inbrengen van een vergrendelingsmechanisme bestaande uit een ringvormige basis en een wandgedeelte dat uit de ring komt en loodrecht op het vlak van de basis staat, waarbij de basis van de ring naar genoemde staaf kan worden getrokken op grond van een daarin gemaakt axiaal gat, en het wandgedeelte van het vergrendelingsmechanisme een loodrecht op die wand gerichte pin omvat, die kan worden ingebracht in een lengtegroef die in de staaf gemaakt is lijnrecht tegenover het snijvlak en die verplaatsbaar is door die groef op het moment van verwijdering. De verwijdering vindt plaats met behulp van ontgrendelingsinrichtingen die werken op de basis van de huls om deze te verplaatsen in de verwijderingsrichting. Dit wordt bereikt door de werking van de pin in de wand van de huls tegen het uiteinde van de lengtegroef in de staaf.
Voor dit doel heeft de uitvinding voorzien dat de vergrendelingshuls kan worden verwijderd door direct op de lippen van de basisring zelf te drukken, door middel van een heugelinrichting gekoppeld aan de steun van de arm en kogelassemblage waarvan rotatie de verwijderingsactie veroorzaakt, of zelfs met behulp van een hefboom die in staat is te werken op een pin die naar buiten uitsteekt vanaf de omtrek van de basisring.
Korte omschrijving van de tekeningen Deze en andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijker blijken uit de gedetailleerde beschrijving die volgt uit de voorkeursuitvoeringsvorm, uitsluitend gegeven als illustratief voorbeeld maar niet beperkt tot enige verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen:
Figuur 1 toont een schematische afbeelding, in perspectief, van de basiscomponenten van de huls en arm- en kogelassemblage van de afneembare koppelinrichting van deze uitvinding, in de "verticale" montageversie;
Figuur 2 (afbeeldingen A-F) is een opeenvolging van bewerkingen tijdens het monteren en koppelen van de afneembare koppelinrichting van figuur 1;
Figuur 3 is een schematische afbeelding, in perspectief, van de componenten van de afneembare koppelinrichting van deze uitvinding, in de ”horizontale” koppelingsuitvoering;
Figuur 4 (afbeeldingen A-F) is een schematische illustratie van de volgorde van monteren en koppelen van de afneembare koppelinrichting van figuur 3; Figuur 5 is een schematische weergave, in perspectief, van een vereenvoudigde versie van de koppelinrichting volgens de uitvinding, zowel in gemonteerde als gedemonteerde toestand;
Figuur 6 zijn schematische aanzichten, in perspectief, van het gebruikte vergrendelmechanisme in de gemodificeerde versie van de uitvinding getoond in Figuur 5,
weergegeven vanuit twee tegenovergestelde posities;
Figuur 7 zijn schematische aanzichten, in perspectief, van de component die kogelsteun genoemd wordt, genomen vanuit twee tegenovergestelde posities;
Figuren 8a en 8b illustreren schematische aanzichten, in perspectief, van een eerste ontgrendelinrichting door middel van een handgreep, in zowel vergrendelde (ingebrachte) als ontgrendelde (verwijderde) toestand;
Figuren 9a en 9b illustreren schematische aanzichten, in perspectief, van een tweede ontgrendelinrichting door middel van een schuif, in zowel vergrendelde (ingebrachte) als ontgrendelde (verwijderde) toestand;
Figuren 10a en 10b illustreren schematische aanzichten, in perspectief, van een derde ontgrendelinrichting door middel van een hendel, in zowel vergrendelde (ingebrachte) als ontgrendelde (verwijderde) toestand;
Beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm Zoals hierboven vermeld, zal de gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm van het onderwerp van de uitvinding hierna worden uitgevoerd met 5 behulp van de bijgevoegde tekeningen, met dezelfde numerieke verwijzingen voor dezelfde of soortgelijke delen.
Wanneer gekeken wordt naar figuur 1 van de tekeningen, is te zien dat de inrichting van de uitvinding is samengesteld uit een hulsdeel dat in het algemeen is aangeduid met het numerieke referentie 1, en een arm en kogelassemblage die in het algemeen is aangeduid met de numerieke referentie 2. Beide delen, huls 1 en arm- en kogelassemblage 2 die in figuur 1 getoond worden, zijn ontworpen in overeenstemming met de uitvoeringsvorm die bedoeld is voor verticale montage en demontage.
De huls 1 bestaat uit een deel dat bij voorkeur een algemene kubusvormige configuratie heeft, met een doorlopend gat 3 in een gecentreerde positie op één van de vlakken en doorgaande gaten 4 voor het inbrengen van bevestigingsschroeven aan de bevestigingsmiddelen van het voertuig.
Het omvat ook een veiligheidssluiting 5, die door de gebruiker in de ene of andere richting kan worden bediend voor het sluiten of openen tijdens respectievelijk de assemblage- of demontagehandelingen.
De arm- en kogelassemblage bestaat uit een gebogen arm 6, waarvan het bovenste deel uitloopt in een conventionele kogel 7, en waarvan de horizontale sectie aan het achtereinde is bevestigd aan een basislichaam 8, eveneens in kubusachtige vorm, hoewel met kleinere afmetingen dan huls 1, waaruit aan de bovenzijde een staaf 9 van algemene vierhoekige prismatische vorm uitsteekt, die in een breed bovenste gedeelte 9’ ook vierhoekig prismatisch is en in afmeting toeneemt om een schuifsteun te vormen (niet zichtbaar in deze figuur), waarvoor het een kanaal 10 omvat dat zich in de lengte uitstrekt langs één van de zijden.
Op een aangrenzend vlak omvat deze een kogel 11 voor een koppeling met het gat 3 van de huls 1. Als figuur 2 van de tekeningen wordt bekeken, illustreren de afbeeldingen (A) tot (F) een reeks van montage en koppeling van de koppelinrichting van de deze uitvinding, in de verticale montageversie.
Afbeelding (A) toont de huls 1 in een positie tegenover bevestigingsmiddelen 12 die aan het motorvoertuig bevestigd zijn, die gaten 13 omvatten in posities die zich tegenover de gaten 4 van beide tegenoverliggende zijden van de huls 1 bevinden.
Afbeelding (B) illustreert de verbindingsbewerking tussen de huls 1 van de inrichting van de uitvinding en de bevestigingsmiddelen 12 van het voertuig, waarbij de schroeven 14 door de gaten 4 worden geleid tegenover de al eerder genoemde gaten 13. Deze situatie is duidelijk zichtbaar in afbeelding (C), waar de schroeven 14 reeds zijn vastgeschroefd, op welk moment de veiligheidsvergrendeling 5 naar de open positie kan worden bewogen. In afbeelding (D) is de arm- en kogelassemblage uitgerust met de vergrendelingsschuif, aangeduid met het de numerieke referentie 15, welke in de rustpositie naar boven is geduwd zoals in de hiervoor genoemde afbeelding is weergegeven. Het is beweegbaar langs de geleider 10 zoals aangegeven door pijl F+. Wat betreft afbeelding (E), is te zien dat de arm- en kogelassemblage wordt gekoppeld aan het hulsdeel 1 door het inbrengen van het bovenste gedeelte 9’ van de verticale staaf 9 in het inwendige van het hulsdeel 1 door de onderste basis van deze laatste, zoals aangegeven door pijl Fo, waarvoor de vergrendelingsschuif 15 naar beneden is geschoven. Tenslotte zal de assemblage de configuratie aannemen die getoond wordt in afbeelding (F) zodra het gedeelte 9 'in het hulsdeel 1 is ingebracht, waarvoor het voldoende is om de vergrendelingsschuif 15 vrij te geven, waardoor de koppelingsinrichting gemonteerd is. Bediening van het veiligheidsmechanisme 5 in de sluitrichting zal elke kans op demontage van de assemblage voorkomen.
Het is duidelijk dat voor het demonteren van de assemblage de bewerkingen tegengesteld uitgevoerd moeten worden van de bewerkingen voor montage. Dat wil zeggen dat het veiligheidsmechanisme 5 in de openingsrichting bediend moet worden en vervolgens moet de vergrendelingsschuif 15 naar beneden geschoven in de richting van pijl F+, zodat de arm- en kogelassemblage vrij is om uit de huls verwijderd te worden 1.
Opnieuw moet worden verduidelijkt dat de termen “bovenste”, "onderste", "boven" of "beneden" moeten worden beschouwd in overeenstemming met de positie waarin de delen in de tekeningen voorkomen, die anderzijds samenvallen met de werkelijke montagepositie.
In figuur 3 van de tekeningen wordt een schematische afbeelding getoond van een afneembare koppelinrichting voor een horizontale montage voor aanhangers aan motorvoertuigen, die is ontworpen volgens een uitvoeringsvorm die dezelfde constructie en gebruiksfilosofie volgt als de uitvoeringsvorm van verticale montage, met dezelfde componenten, hoewel aangepast voor deze vorm van horizontale montage. Aldus wordt een arm- en kogelassemblage 1’ getoond met een gebogen arm 6' samengesteld uit een verticaal deel dat eindigt in een conventionele bovenkogel 7’, en een horizontaal deel dat langer is dan het verticale, en dat eindigt in een lichaam 8 'die nu in het algemeen cilindervormig is met verminderde hoogte, die kan bewegen langs een geleider 17 die langs het horizontale deel van de gebogen arm 6 loopt, achter dit lichaam 8’ strekt zich een deel 16 van het horizontale achterdeel 6’ van de gebogen arm uit, met een halfronde doorsnede, waarbij dit lichaam 8' een deel van een vergrendelingsschuif kan ontvangen (niet zichtbaar in deze figuur), waarbij het lichaam 8 samen met het achtergedeelte 16 van de gebogen arm 6 ', gekoppeld kunnen worden in een huls 1', die in het algemeen kubusvormig is en open is aan de voorzijde. De huls 1' omvat doorlopende gaten 4 aan beide tegenover elkaar liggende zijvlakken, en omvat ook een veiligheidsmechanisme 5 dat zowel in openings- als in sluitingsrichtingen bedienbaar is. Figuur 4 bevat een reeks afbeeldingen waarnaar met de referenties (A) tot (F) die illustratief zijn voor de volgorde van montage. In deze figuur toont afbeelding (A) de bevestigingselementen 12’ die horen bij het trekkende voertuig, uitgerust met gaten 13 die zich tegenover de gaten 4 van huls 1° moeten bevinden wanneer deze laatste gekoppeld wordt met deze bevestigingselementen zoals aangegeven door pijl Fs; afbeelding (B) toont de situatie van koppeling tussen bevestigingselementen 12’ en huls 1° met de schroeven 14 tegenover de gaten 4; afbeelding (C) toont de montage van de huls 1’ en bevestigingselementen 12’ en de koppeling van beiden met de schroeven 14 vastgeschroefd in de bijbehorende positie; afbeelding (D) toont de arm- en kogelassemblage 1’ met de vergrendelingsschuif 15’ gekoppeld aan het cilindervormige lichaam 8’, waarbij beide elementen klaar zijn om verplaatst te worden zoals aangegeven door pijl F4 over de geleider 17; afbeelding (E) toont beide elementen van het lichaam 8 met de vergrendelingsschuif verplaatst zodat het achterste deel 16 in huls 1’ geschoven kan worden zoals aangegeven door pijl Fs, en afbeelding (F) laat een gemonteerde assemblage zien met de vergrendelingsschuif 15 in vergrendelde positie. Het beveiligingselement 5 kan ten opzichte van afbeelding (C) in de openingsrichting worden gedraaid, terwijl in de in de afbeelding (F) weergegeven positie dit veiligheidselement in de sluitrichting moet worden geroteerd, dat wil zeggen , in de richting die de demontage van de assemblage verhindert.
Verwijzend naar figuur 5 van de tekeningen is een schematische weergave te zien, in perspectief, van een gemodificeerde versie van de koppelinrichting volgens de uitvinding. Zoals getoond, omvat de koppelinrichting een huls van het hierboven beschreven type, geïdentificeerd met de numerieke referentie 1", die ook een kubusvorm heeft, zoals eerder beschreven, en een van zijn vlakken (degene die de onderste positie inneemt in de tekening) is open voor het inbrengen van staaf 9” van steunstuk 8” van de arm- en kogelassemblage (niet zichtbaar in de figuur), in het algemeen bij benadering kubusvormig. De huls 1" omvat op twee van de tegenover elkaar liggende zijvlakken gaten 4’ voor de doorgang van schroeven (niet getoond).
Op dezelfde manier omvat het steunstuk 8“ van de arm- en kogelassemblage een gat 18 dat horizontaal langs de lengteas van het stuk loopt en bemeten is voor de doorgang van een arm 6, 6 (figuren 2 en 4), terwijl op beide zijvlakken gaten 19 zijn opgenomen, in tegengestelde tegenovergestelde posities, voor de doorgang van schroeven voor het bevestigen van de arm in het gat 18, wanneer deze eenmaal is ingebracht in het lengtegat 18. Staaf 9” van het steunstuk voor de arm- en kogelassemblage heeft een algemene cilindrische configuratie maar heeft een gesegmenteerd, plat vlak met dwarsgroeven 20 in specifieke posities die samenvallen met twee van de gaten 4’ van de huls zodat de vergrendeling van de staaf in de vergrendelingspositie kan worden gebracht door schroeven door de tegenoverliggende paren gaten 4’ van de huls 1” te leiden. Verder omvat de staaf lijnrecht tegenover het platte vlak een sleuf 25 die zich uitstrekt tot een bepaalde lengte van deze staaf 9”.
Het vergrendelingselement, duidelijker zichtbaar in de schematische weergaven, in perspectief, van figuur 6, neemt in het algemeen de vorm aan van een ring, met een vlakke basis 21 met een centraal axiaal gat 22, dat bemeten is om te worden ingebracht in de staaf 9°, waarvan uit de basis een cilindrisch wandgedeelte 23 komt, loodrecht op de basis 21, welke een pin 24 bevat die loodrecht naar binnen is gericht.
Het steunstuk 8” wordt weergegeven in figuur 7, waarbij de dwarsgroeven 20 het duidelijkste te zien zijn die gevormd zijn in het afgesneden deel van de staaf 9”, net als de lengtegroef 25. Dit laatste is complementair gedimensioneerd voor de pin 24 van het vergrendelingselement, welke het aan de binnenkant ontvangt met de mogelijkheid van een verplaatsing in de lengte.
De koppeling van de componenten moet zijn zoals wordt getoond in figuur 5. De configuratie die wordt aangenomen door de basis 21 van de grendel of het vergrendelingselement kan echter variëren in overeenstemming met verschillende uitvoeringsvormen, in welk geval ontgrendelingsmiddelen of - mechanismen volgens de door die grendel aangenomen configuratie nodig zullen zijn. In de uitvoeringsvorm van de figuren 8a en 8b is te zien dat de basis 21 voorzien is van platte oren 26, die radiaal naar buiten uitsteken vanaf posities loodrecht op de basis 21, waarop een neerwaartse druk kan worden uitgeoefend.
{volgens de positie in de tekening), aangegeven door middel van de pijlen Fs van figuur 8b.
Daarom is het duidelijk dat figuur 8a de vergrendelde toestand illustreert (vergrendeling ingebracht) terwijl figuur 8b overeenkomt met de ontgrendelingspositie (vergrendeling verwijderd).
Evenzo kan in een andere voorkeursuitvoeringsvorm, de blokkeringsvergrendeling uitgetrokken worden met behulp van een extern hulpmiddel zoals wordt getoond in referentie 27, welke aangepast is aan een respectieve van de gaten 19 van de steun 8”, die de genoemde vergrendeling naar beneden drukt (zoals pijl Fsaangeeft), door aan ring 21 te trekken door middel van een schuif 28, gemaakt als een heugel, terwijl het hulpmiddel 27 wordt bediend in de richting die aangegeven wordt door de pijl F7 van figuur 9b (ontgrendelde positie).
Tenslotte kan het verwijderingsmiddel bestaan uit een hulpmiddel in de vorm van een grendel, zoals die met de numerieke referentie 30 in de figuren 10a en 10b, geconfigureerd als een open “C” met twee rechte takken en een gekromde tak, die op beweegbare wijze gekoppeld is aan een van de bijbehorende gaten 19 en met de gekromde tak aangebracht tegen een pin 31 die radiaal naar buiten uitsteekt vanaf de omtrek van de ring 21, die maakt dat de vergrendeling zich beweegt vanuit de positie die getoond wordt in figuur 10a (vergrendelde toestand) naar de positie die getoond wordt in figuur 100 (ontgrendelde toestand), zoals aangegeven door pijl Fs, wanneer de hendel 30 op de door pijl Fsaangewezen manier wordt gedraaid.
In alle gevallen wordt de verplaatsing van de vergrendeling ten opzichte van de staaf 9” van de steun 8" begunstigd door de verplaatsing van de pin 24 die uitsteekt vanuit de wand 23 van de grendel, binnen de sleuf 25 die zich in de lengte uitstrekt langs van de staaf 9". Deze koppeling van de pin 24 binnen de lengtegroef 25 zorgt ervoor dat de vergrendeling niet kan draaien als er enige spanning op wordt uitgeoefend tijdens de ontgrendelingshandelingen. Industriële toepasbaarheid De afneembare koppelinrichting beschreven in verband met deze uitvinding, samen met de hierboven beschreven ontgrendelinrichtingen, is toepasbaar op de industriële sector die is gewijd aan de vervaardiging en installatie van kogeltrekhaken voor auto's voor het trekken van aanhangwagens.
Het wordt niet nodig geacht om de inhoud van deze beschrijving te verbreden omdat een expert op dit gebied de omvang ervan en de daarvan afgeleide voordelen kan begrijpen en de praktische realisatie van het onderwerp kan uitvoeren.
Niettegenstaande het voorgaande, en aangezien de beschrijving alleen overeenkomt met een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, zal het duidelijk zijn dat binnen zijn wezenlijke aard meerdere detailvariaties kunnen worden geïntroduceerd, die ook beschermd zijn, die de vorm, afmeting of de fabricagematerialen van de assemblage of de onderdelen daarvan kunnen beïnvloeden, zonder dat dit enige wijziging van de uitvinding als geheel impliceert, slechts beperkt door de claims die in hieronder worden weergegeven.

Claims (8)

CONCLUSIES
1. Afneembare koppelinrichting voor aanhangers aan voertuigen, in het bijzonder een kogelvormige koppelinrichting met een gebogen arm (6; 6") met een horizontale sectie en een verticale sectie uitlopend in een conventionele kogel (7; 7), met het kenmerk dat in een verticaal gemonteerde versie het horizontale gedeelte van de gebogen arm (6) aan zijn vrije uiteinde een basislichaam of steun heeft (8; 8"), over het algemeen in een kubus- of pseudokubusvorm van waaruit een verticale staaf steekt (9; 9") prismavormig met een vierhoekig gedeelte of in voorkomend geval cilindrisch gevormd waar de basis (8) een hoger deel bevat (9) met dezelfde configuratie en grotere afmetingen in dwarsdoorsnede, voorzien van een kogel (11) op een van de zijden, waarbij elk bovenste deel (9; 9”) respectievelijk in het binnenste gestoken kan worden van de huls (1; 1”) die over het algemeen kubusvormig is, door middel van de onderste basis, en doordat deze huls (1; 1”) beschikt over doorlopende gaten (4; 4’) op twee lijnrecht tegenover elkaar gelegen vlakken, gedimensioneerd voor de doorgang van de schroeven (14) voor bevestiging aan de bevestigingselementen (12) van het voertuig die ook over respectieve gaten (13) beschikken die geplaatst kunnen worden tegenover de gaten (4; 4’) van de huls (1; 17).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het een vergrendelingsschuif (15) bevat die verplaatst kan worden langs de staaf (9, 9’) die uit het basislichaam steekt (8) geleid door een kanaal (10) dat zich uitstrekt in lengterichting langs één zijde van het deel (9').
3. Inrichting volgens de conclusies 1 en 2, met het kenmerk dat huls (1) een veiligheidselement (5) bevat dat door de gebruiker bedienbaar is in de tegengestelde richtingen van openen en sluiten, voor het doel van respectievelijk het vrijgeven en demonteren van de inrichting of het vasthouden van de inrichting in de montagetoestand.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de gebogen arm (6") in de horizontaal gemonteerde versie een horizontaal stuk heeft dat aanzienlijk langer is dan het verticale stuk, en een geleidekanaal bevat voor een basislichaam{8') en een vergrendelingsschuif (157) gekoppeld aan dit basislichaam {8’).
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het een in het algemeen kubusvormige huls bevat (1), open aan de voorkant, geschikt om gekoppeld te worden aan het achterdeel (16) van het horizontale gedeelte van de gebogen arm {6’) en om in het binnenste deel de vergrendelingsschuif te ontvangen (15%), de huls (1') beschikt over gaten(4) voor de koppeling, door middel van schroeven(14), aan de bevestigingselementen (12°) van het voertuig.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de steun (8%) een staaf (97) voor koppeling aan de huls {1”) bevat, waarvan de in het algemeen cilindervormige staaf (9) met een afgesneden vlak gedeelte met dwarsgroeven (20), en een staaf (9”) met een sleuf (25) die zich in de lengte uitstrekt lijnrecht tegenover dit deel van het platte vlak.
7. Inrichting volgens de conclusies 1 en 6, met het kenmerk dat het een vergrendelingselement bevat dat bestaat uit een onderdeel met in het algemeen de vorm van een ring met een platte cirkelvormige basis (21) met een centraal axiaal gat (22) dat bemeten is om te worden ingebracht in de staaf (97), waar vanuit de basis in de lengterichting een kromlijnig wandgedeelte (23) uitsteekt van waaruit een pin (24) steekt orthogonisch gericht naar de binnenkant en bemeten om in de lengtegroef (25) van de staaf (9”) te passen.
8. Inrichting volgens de conclusies 6 en 7, met het kenmerk dat de inrichting ontgrendelmiddelen heeft voor het uit de binnenzijde van de huls(1 ") halen van de staaf (9"), die in verschillende uitvoeringsvormen kunnen bestaan uit oren (26) lijnrecht geprojecteerd tegenover de basis (21) van het vergrendelingsmechanisme, in een hulpmiddel (27) dat gekoppeld kan worden aan de steun (8”) in een van de gaten (19) die gemaakt zijn in twee tegenovergestelde zijden van de steun en uitgerust met een schuifelement (28) gemaakt als een heugel, of een inrichting met een hendel (30) geschikt voor een gedraaide koppeling in een van de gaten (19) van de steun (8”) en uitgevoerd in een onregelmatige, open “C-vorm”, met een gebogen tak die steunt op een pin (31) die radiaal gericht is naar de buitenkant vanaf de omtrek van de basis (21) van de ring.
NL2021585A 2018-06-27 2018-09-07 Afneembare koppelinrichting voor aanhangers aan voertuigen en bijbehorende ontgrendelingsinrichting NL2021585B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
ES201830994U ES1217361Y (es) 2018-06-27 2018-06-27 Dispositivo de enganche desmontable para remolque en vehiculos, y dispositivo de desbloqueo asociado.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2021585A NL2021585A (nl) 2020-01-06
NL2021585B1 true NL2021585B1 (nl) 2022-09-23

Family

ID=63508255

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2021585A NL2021585B1 (nl) 2018-06-27 2018-09-07 Afneembare koppelinrichting voor aanhangers aan voertuigen en bijbehorende ontgrendelingsinrichting

Country Status (9)

Country Link
US (1) US20200001672A1 (nl)
BE (1) BE1026045B1 (nl)
CA (1) CA3016048A1 (nl)
DE (1) DE202018104178U1 (nl)
ES (1) ES1217361Y (nl)
FR (1) FR3083163B3 (nl)
GB (1) GB2575130A (nl)
NL (1) NL2021585B1 (nl)
PT (1) PT11532U (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11007831B2 (en) 2017-09-01 2021-05-18 B & W Custom Truck Beds, Inc. Vehicle trailer hitch assembly
ES2757973A1 (es) * 2018-10-31 2020-04-30 Mora Miguel Marchite Dispositivo de enganche desmontable vertical para remolque en vehículos
US11679636B2 (en) * 2018-12-06 2023-06-20 Midway Products Group, Inc. Hitch assembly
ES1294523Y (es) 2022-06-24 2022-12-14 Lafuente Hermanos S Sa Mecanismo desmontable vertical en enganches para arrastre de remolques en vehiculos.

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8503537A (nl) * 1985-12-20 1987-07-16 Tobo Bv Losneembaar trekhaaksamenstel.
FR2711097B1 (fr) * 1993-10-14 1996-01-12 Rapide Dispositif de fixation d'une remorque à un véhicule tracteur.
ZA200604910B (en) * 2006-06-14 2007-05-30 Jeep Connexions Cc A vehicle tow bar
ES2263403B1 (es) * 2006-08-01 2007-12-01 Enganches Y Remolques Aragon, S.L. Enganche automatico de extraccion vertical.
EP2058151A1 (en) * 2007-11-08 2009-05-13 Hnos. Sanchez-Lafuente, S.A. Detachable tow hitch on vehicle
GB2457289A (en) * 2008-02-08 2009-08-12 Terwa B V Removable tow ball assembly
DE102008034851A1 (de) * 2008-06-06 2009-12-17 Westfalia-Automotive Gmbh Anhängekupplung
US8016314B2 (en) * 2008-11-03 2011-09-13 Dirk Visser Electronically controlled tow hitch assembly
EP2236322A1 (en) * 2009-03-31 2010-10-06 Dirk Visser Electronically controlled tow hitch assembly
DE102015115470A1 (de) * 2014-09-17 2016-03-17 Thomas Klos Abnehmbare anhängerkupplung

Also Published As

Publication number Publication date
FR3083163B3 (fr) 2020-09-11
ES1217361U (es) 2018-09-17
CA3016048A1 (en) 2019-12-27
BE1026045B1 (nl) 2019-09-24
GB2575130A (en) 2020-01-01
ES1217361Y (es) 2018-12-10
US20200001672A1 (en) 2020-01-02
DE202018104178U1 (de) 2018-07-30
FR3083163A3 (fr) 2020-01-03
PT11532U (pt) 2019-06-25
NL2021585A (nl) 2020-01-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2021585B1 (nl) Afneembare koppelinrichting voor aanhangers aan voertuigen en bijbehorende ontgrendelingsinrichting
US8769779B2 (en) Inertia locking hidden pushpin
US7121126B2 (en) Apparatus for locking a motor-vehicle steering shaft
US5012602A (en) Locking license plate holder
US5024303A (en) Hatchback locking device
CN100523420C (zh) 卡锁组件
EP1836063B1 (en) Retractable tow hitch
US7469919B2 (en) Coupler lock
US7490897B2 (en) Child car seat pivoting between a utilisation position and at least one installation position and possessing a twin locking mode
US20080264989A1 (en) Roof rack carrier system incorporating a rotary latch
US2685468A (en) Removable trailer hitch
US4872366A (en) Hood release assembly with integral snap in retention at instrument panel
CN109296269A (zh) 多功能防盗锁扣
US5005388A (en) Automobile steering lock
US11679636B2 (en) Hitch assembly
WO2012118607A2 (en) Dual tow ball coupling apparatus
EP3374208B1 (en) Tow hitch
US6457733B1 (en) Spotting receiver hitch
US20200163418A1 (en) Web adjuster
US2612384A (en) Trailer hitch
US5426960A (en) Automobile steering lock
DE102011087363A1 (de) Vorrichtung zum Sichern von Ladegut sowie Lastschiene und Befestigungselement hierfür
EP1810885B1 (de) Vorrichtung zur Halterung von Ladegut
US6709039B1 (en) Auto-locking end cap
US5222381A (en) Tethered holder for vehicle security device

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20221001