NL2021021B1 - Omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels - Google Patents

Omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels Download PDF

Info

Publication number
NL2021021B1
NL2021021B1 NL2021021A NL2021021A NL2021021B1 NL 2021021 B1 NL2021021 B1 NL 2021021B1 NL 2021021 A NL2021021 A NL 2021021A NL 2021021 A NL2021021 A NL 2021021A NL 2021021 B1 NL2021021 B1 NL 2021021B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flat
main surface
baking
tilting
reversing device
Prior art date
Application number
NL2021021A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes De Vette Bart
Original Assignee
Bv Machf Houdijk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bv Machf Houdijk filed Critical Bv Machf Houdijk
Priority to NL2021021A priority Critical patent/NL2021021B1/nl
Priority to EP19177669.9A priority patent/EP3574761B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2021021B1 publication Critical patent/NL2021021B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/08Depositing, arranging and conveying apparatus for handling pieces, e.g. sheets of dough
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C5/00Dough-dividing machines
    • A21C5/02Dough-dividing machines with division boxes and ejection plungers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/08Depositing, arranging and conveying apparatus for handling pieces, e.g. sheets of dough
    • A21C9/085Separating, spacing, orienting or aligning discrete dough pieces, e.g. after passing a cutting device
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/08Depositing, arranging and conveying apparatus for handling pieces, e.g. sheets of dough
    • A21C9/086Stacking or unstacking discrete dough sheets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/22Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors
    • B65G47/24Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles
    • B65G47/248Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles by turning over or inverting them
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles
    • B65G2201/0202Agricultural and processed food products
    • B65G2201/0205Biscuits
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G54/00Non-mechanical conveyors not otherwise provided for
    • B65G54/02Non-mechanical conveyors not otherwise provided for electrostatic, electric, or magnetic

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)

Abstract

De uitvinding verschaft een omkeerinrichting voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels, omvattende: een transportmiddel voor het in een transportrichting transporteren van een veelheid in een rij gerangschikte vlakke baksels; een positioneermiddel voor het vanuit een in hoofdzaak horizontale beginsituatie naar een in hoofdzaak verticale kantelpositie brengen van een eerste hoofdvlak van de vlakke baksels, waarbij de vlakke baksels draaien om een draaias die parallel is aan de transportrichting van het transportmiddel; en een kantelmiddel voor het vanuit een richting dwars ten opzichte van de transportrichting, middels een actief tegen het eerste hoofdvlak aan te brengen stootkracht, kantelen van de in de rij gelegen vlakke baksels van de kantelpositie naar een eindsituatie, waarin de in de rij gelegen vlakke baksels achtereenvolgens afwisselend zijn omgekeerd ten opzichte van de beginsituatie. De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels.

Description

Θ 2021021 ©B1 OCTROOI (2?) Aanvraagnummer: 2021021 (51) Int. Cl.:
A21C 9/08 (2018.01) A21C 15/00 (2018.01) (22) Aanvraag ingediend: 30 mei 2018 (30) Voorrang:
(T) Aanvraag ingeschreven: 10 december 2019 (43) Aanvraag gepubliceerd:
(73) Octrooihouder(s):
BV Machinefabriek Houdijk te VLAARDINGEN (72) Uitvinder(s):
Bart Johannes de Vette te VLAARDINGEN (74) Gemachtigde:
ir. J.M.G. Dohmen c.s. te Eindhoven (47) Octrooi verleend:
december 2019 (45) Octrooischrift uitgegeven:
december 2019
54) Omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels
57) De uitvinding verschaft een omkeerinrichting voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels, omvattende: een transportmiddel voor het in een transportrichting transporteren van een veelheid in een rij gerangschikte vlakke baksels; een positioneermiddel voor het vanuit een in hoofdzaak horizontale beginsituatie naar een in hoofdzaak verticale kantelpositie brengen van een eerste hoofdvlak van de vlakke baksels, waarbij de vlakke baksels draaien om een draaias die parallel is aan de transportrichting van het transportmiddel; en een kantelmiddel voor het vanuit een richting dwars ten opzichte van de transportrichting, middels een actief tegen het eerste hoofdvlak aan te brengen stootkracht, kantelen van de in de rij gelegen vlakke baksels van de kantelpositie naar een eindsituatie, waarin de in de rij gelegen vlakke baksels achtereenvolgens afwisselend zijn omgekeerd ten opzichte van de beginsituatie. De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels.
NLB1 2021021
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
Korte aanduiding: Omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels.
Een omkeerinrichting voor het omkeren van vlakke baksels is bekend uit de stand van de techniek. Een dergelijke inrichting wordt met name gebruikt voor het produceren van koekjes bestaande uit een bovengedeelte, een al dan niet soortgelijk ondergedeelte, en een tussen het boven- en ondergedeelte voorziene laag van eetbaar materiaal.
Veelal zijn het boven- en ondergedeelte aan één zijde daarvan bewerkt, zoals bijvoorbeeld, met een bedrukking, of met een bepaald reliëf, terwijl het boven- en ondergedeelte aan een tegenovergelegen zijde niet zijn bewerkt. In dat geval is het over het algemeen gewenst om een koekje te produceren, waarbij de bewerkte zijden van elkaar afzijn gericht, terwijl de onbewerkte zijden naar elkaar toe zijn gericht. Hierdoor is het, tijdens de productie van dergelijke koekjes, van belang de boven- en ondergedeelten zodanig te oriënteren, dat deze zodanig gestapeld kunnen worden.
Een inrichting hiervoor is bekend uit het door de aanvrager ingediende document NL1035879. Deze inrichting heeft een toevoertransportband en een lager gelegen afvoertransportband. Tussen de toevoertransportband en de afvoertransportband zijn een aantal parallel naast elkaar opgestelde metalen glijgoten opgesteld. Elk van de glijgoten heeft een vlak glijoppervlak en twee randen die zich langs het glijoppervlak naar boven toe uitstrekken. Om de vlakke baksels om te keren, zijn enkele van de glijgoten voorzien van een vaste omkeervernauwing tussen de eerste en tweede rand. Door de vernauwing in laatst genoemde glijgoot wordt elk koekje dat daardoorheen glijdt omgekeerd.
Voor de productie van een koekje met behulp van deze inrichting volgens de stand van de techniek worden ten minste twee glijgoten gebruikt, namelijk; één met een omkeervernauwing, en één zonder omkeervernauwing. Nadat door elk van deze glijgoten een koekgedeelte is gevoerd, ontstaan er op de afvoertransportband twee parallelle rijen, namelijk; één rij met omgekeerde koekgedeelten, en één rij met niet-gekeerde koekgedeelten.
Alvorens de koekgedeelten bij een stapelinrichting worden gestapeld, worden de koekgedeelten van de ene rij met die van de andere rij gecombineerd. Hiertoe is boven de afvoertransportband een positioneerinrichting met een roterende steekrol en twee positioneerrollen opgesteld. De steekrol is voorzien van een aantal zich van de omtrek van de steekrol uitstrekkende pinnen voor het zodanig positioneren van de koekgedeelten, dat er steeds eenzelfde afstand tussen naburige koekgedeelten in de rij is. Door de rotatiesnelheid van de steekrol te veranderen, is het mogelijk de afstand tussen de koekgedeelten, ofwel de steek van de koekgedeelten, op de afvoertransportband in te stellen alvorens de koekgedeelten naar de stapelinrichting worden gebracht.
Stroomafwaarts van de steekrol en boven de afvoertransportband zijn de twee positioneerrollen achter elkaar opgesteld, waarbij ten minste één van de positioneerrollen in axiale richting verplaatsbaar is. Tezamen positioneren de positioneerrollen de producten zodanig in lengte en dwarsrichting, dat, gezien vanuit de dwarsrichting, rijen met afwisselend omgekeerde en niet-gekeerde koekgedeelten worden gevormd. Nadat de koekgedeelten in dergelijke rijen zijn gepositioneerd, kunnen de koekgedeelten naar de stapelinrichting worden gebracht.
Een nadeel van de stand van de techniek is, dat het productieproces van de vlakke baksels relatief ingewikkeld is. De koekgedeelten dienen met behulp van de positioneerinrichting nauwkeurig op de afvoertransportband gepositioneerd te worden, alvorens de koekgedeelten naar de stapelinrichting kunnen worden gebracht, zodat de stapelinrichting de koekgedeelten voldoende aansluitend op elkaar kan stapelen.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een inrichting te verschaffen, waarbij het productieproces minder ingewikkeld is.
Het doel wordt bereikt met een omkeerinrichting voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels, omvattende:
een transportmiddel met een transportrichting, voor het in de transportrichting transporteren van een veelheid vlakke baksels, waarbij elk van de veelheid van vlakke baksels is voorzien van een eerste hoofdvlak, en een tegenovergelegen tweede hoofdvlak, en de veelheid van vlakke baksels in een rij zijn gerangschikt waarbij de langsrichting van de rij is uitgelijnd met de transportrichting;
een positioneermiddel voor het vanuit een in hoofdzaak horizontale beginsituatie naar een in hoofdzaak verticale kantelpositie brengen van het eerste hoofdvlak van de vlakke baksels, waarbij de vlakke baksels draaien om een draaias die parallel is aan de transportrichting van het transportmiddel;
verder omvattende:
een kantelmiddel voor het vanuit een richting dwars ten opzichte van de transportrichting, middels een actief tegen het eerste hoofdvlak aan te brengen stootkracht, kantelen van de in de rij gelegen vlakke baksels van de kantelpositie naar een eindsituatie, waarin de in de rij gelegen vlakke baksels achtereenvolgens met het eerste hoofdvlak en het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht, zodat de in de rij gelegen vlakke baksels afwisselend zijn omgekeerd ten opzichte van de beginsituatie.
Met de omkeerinrichting volgens de uitvinding is het mogelijk om de vlakke baksels in de rij met behulp van het kantelmiddel te kantelen, waarbij de positie van de koekgedeelten in de rij ten opzichte van elkaar relatief weinig verandert. Hierdoor is het mogelijk een omkeerinrichting te verschaffen die vrij is van een additionele positioneerinrichting, waarbij de vlakke baksels in de rij rechtstreeks naar een stapelinrichting kunnen worden gebracht. Hierdoor is het productieproces minder ingewikkeld.
Binnen de context van dit document wordt bedoeld met een “draaias”; een as die zich parallel aan de transportrichting van het transportmiddel uitstrekt. Bij voorkeur is de draaias uitgelijnd met de transportrichting.
De transportrichting van het transportmiddel is de richting waarin de vlakke baksels door de omkeerinrichting van de beginsituatie naar de eindsituatie worden getransporteerd. De transportrichting, en dus tevens de draaias, kan lineair zijn. Het is echter ook mogelijk dat er bochten in het transporttraject aanwezig zijn waardoor de transportrichting van richting verandert. In het laatste geval volgt de draaias de transportrichting.
Binnen de context van dit document wordt bedoeld met ’’vlakke baksels”; een gebakken product met een in hoofdzaak vlak eerste hoofdvlak, een tegenovergelegen in hoofdzaak vlak tweede hoofdvlak, en een omtreksrand die het eerste hoofdvlak met het tweede hoofdvlak verbindt, zoals bijvoorbeeld, een koekje, of een beschuitje, of een snee brood, of een biscuit.
Binnen de context van dit document wordt bedoeld met “afwisselend omkeren”; het omkeren van de veelheid vlakke baksels in een rij, waarbij een patroon van vlakke baksels in de rij ontstaat, waarbij achtereenvolgens één vlak baksel met het eerste hoofdvlak naar beneden is gericht en het daarop volgende vlakke baksel met het tweede hoofdvlak naar beneden is gericht. Met de term kunnen tevens andere patronen worden bedoeld, zoals bijvoorbeeld, een veelheid baksels in een rij, waarbij achtereenvolgens twee vlakke baksels met het eerste hoofdvlak naar beneden zijn gericht en de daarop volgende twee vlakke baksel met het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht, of een veelheid baksels in een rij, waarbij achtereenvolgens drie vlakke baksels in de rij met het eerste hoofdvlak naar beneden zijn gericht en de drie daarop volgende vlakke baksels met het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht, etc.
Uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding worden navolgend omschrijven.
In een uitvoeringsvorm is het transportmiddel verder voorzien van:
een veelheid transporteurs voor het in de transportrichting van het transportmiddel transporteren van de veelheid vlakke baksels;
een aanstuurmiddel voor het individueel aansturen van de transporteurs, waarbij de snelheid van de veelheid van transporteurs onafhankelijk van elkaar instelbaar is.
Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de vlakke baksels onafhankelijk van elkaar door de omkeerinrichting, en eventueel middels de transporteurs van de omkeerinrichting naar een stapelinrichting, kunnen worden getransporteerd. Hierbij is het mogelijk om de afstand tussen de vlakke baksels in de rij ten opzichte van elkaar aan te passen, waardoor de te stapelen vlakke baksels, bijvoorbeeld, dichter bij elkaar kunnen worden getransporteerd, of de toevoer van vlakke baksels aan de stapelmachine aan te passen waardoor de stapelinrichting de vlakke baksels gemakkelijker kan stapelen.
Met dergelijke onafhankelijk van elkaar aan te sturen transporteurs wordt in de context van dit document een lineair motor system bedoeld. Een dergelijk systeem voorziet in een transportbaan dat als eindige baan kan zijn uitgevoerd en een van de twee elektromagnetische delen van het motor systeem vormt. Het andere deel wordt gevormd door de transporteurs of motorunits die over deze baan voortbewegen. Deze voortbeweging is afzonderlijk aan te sturen waardoor iedere transporteur in snelheid, versnelling en positie afzonderlijk in te stellen is. Bij voorkeur zijn de transporteurs voorzien van een of meerdere duwelementen of pushers dan wel van een of meerdere meenemers. De uitvinding voorziet in een voorbeeld in een transporteur met 1, 2 of meerdere meenemers en/of duwelementen, en/of steunelementen. Deze steunelementen hebben geen aandrijf-functie maar dienen enkel ter ondersteuning van de te transporteren producten. In een voorbeeld kunnen de meenemer(s) en/of pusher(s) ingericht zijn om individuele producten of groepen producten in te klemmen alvorens deze te transporteren. Zo kunnen bijvoorbeeld groepen van omgekeerde en niet omgekeerde producten als groep richting een verdere processtap worden getransporteerd.
In een uitvoeringsvorm zijn de transporteurs ingericht voor het vanaf de zijkant aangrijpen van de vlakke baksels. Hiermee wordt bedoeld dat de vlakke baksels vanuit een dwarsrichting en in hoofdzaak ter hoogte van het transportoppervlak worden aangegrepen. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat, indien de vlakke baksels van de transporteurs moeten worden overgedragen aan een verdere transporteur, een opstelling kan worden bereikt die relatief weinig ruimte inneemt.
In een uitvoeringsvorm zijn de transporteurs ingericht voor het vanaf de bovenzijde aangrijpen van de vlakke baksels. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat in een relatief eenvoudig opstelling van de transporteurs kan worden voorzien.
In een uitvoeringsvorm zijn de transporteurs ingericht om de vlakke baksels stroomopwaarts van het positioneermiddel aan te grijpen. Hierbij zijn de transporteurs ingericht voor het stroomopwaarts van het positioneermiddel langs, ofwel door, het positioneermiddel in de transportrichting transporteren van de vlakke baksels. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat het mogelijk is de steek tussen de vlakke baksels ter plaatse van het positioneermiddel aan te passen.
In een uitvoeringsvorm zijn transporteurs ingericht om de vlakke baksels stroomafwaarts van het kantelmiddel aan te grijpen. Hierbij zijn de transporteurs ingericht voor het langs het kantelmiddel in de transportrichting transporteren van de vlakke baksels. Bij voorkeur worden de vlakke baksels middels de transporteurs tevens naar een stapelinrichting getransporteerd. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat het mogelijk is om eventuele veranderingen in de steek tussen de vlakke baksels als gevolg van het kantelen door het kantelmiddel te compenseren.
In een uitvoeringsvorm zijn de transporteurs ingericht om de vlakke baksels langs het positioneermiddel en het kantelmiddel te transporteren. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat het mogelijk is de steek tussen de vlakke baksels ter plaatse van het positioneermiddel en het kantelmiddel aan te passen.
In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder een eerste en tweede zich langs de draaias uitstrekkend steunorgaan voor het, tussen het eerste en tweede steunorgaan, tussen de kantelpositie en de eindsituatie ondersteunen van de vlakke baksels. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat de vlakke baksels op een eenvoudige wijze kunnen worden ondersteund, terwijl de vlakke baksels door de inrichting worden getransporteerd.
In een uitvoeringsvorm heeft het transportmiddel een transportoppervlak voor het over het transportoppervlak langs de draaias transporteren van de veelheid van vlakke baksels. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat de vlakke baksels eenvoudig kunnen worden ondersteund.
In een uitvoeringsvorm omvatten het eerste en tweede steunorgaan een bovenvlak, waarbij een afstand is gevormd tussen het bovenvlak en het transportoppervlak, en dat de afstand afneemt tot bij de eindsituatie, waarbij de veelheid van vlakke baksels in de eindsituatie vrij zijn van ondersteuning door het eerste of tweede steunorgaan. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat de vlakke baksels geleidelijk van de kantelpositie naar de eindsituatie kunnen worden geleid, waarbij het risico op beschadiging relatief klein is.
In een uitvoeringsvorm is het kantelmiddel voorzien van een luchtstroommiddel met een mondstuk voor het middels een luchtstroom kantelen van de veelheid van vlakke baksels. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de vlakke baksels zodanig kunnen worden gekanteld, dat de kans op schade, door bijvoorbeeld, fysiek contact met het vlakke baksels, beperkt is.
In een uitvoeringsvorm is het mondstuk van het luchtstroommiddel opgesteld ter plaatse van de kantelpositie, en is het mondstuk opgesteld op een afstand die groter is dan het bovenvlak van het eerste steunorgaan. In dit geval is het eerste en/of tweede steunorgaan zodanig geconfigureerd, dat de door het eerste steunorgaan ondersteunde vlakke baksels zich verder van het transportoppervlak uitstrekken dan het eerste en/of tweede steunorgaan. Door het mondstuk van het luchtstroommiddel boven het eerste steunorgaan te positioneren, is het relatief eenvoudig om de vlakke baksels bij de kantelpositie te kantelen.
Volgens een tweede aspect van de onderhavige uitvinding voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels, omvattende de stappen van:
het in een transportrichting transporteren van een veelheid in een rij gerangschikte vlakke baksels, waarbij elk van de veelheid van vlakke baksels is voorzien van een eerste hoofdvlak, en een tegenovergelegen tweede hoofdvlak;
het vanuit een in hoofdzaak horizontale beginsituatie naar een in hoofdzaak verticale kantelpositie brengen van het eerste hoofdvlak van de vlakke baksels;
het om een draaias, die zich parallel aan de transportrichting uitstrekt, kantelen van de vlakke baksels;
waarbij de stap van het kantelen zodanig wordt uitgevoerd, dat de vlakke baksels afwisselend, middels een dwarskracht tegen het eerste hoofdvlak, worden gekanteld van de kantelpositie naar een eindsituatie, waarin de in de rij gelegen vlakke baksels achtereenvolgens met het eerste hoofdvlak en het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht, zodat de in de rij gelegen vlakke baksels afwisselend zijn omgekeerd ten opzichte van de beginsituatie.
Voordelen van het tweede aspect zijn overeenkomstig met die van de omkeerinrichting volgens de onderhavige uitvinding.
Volgens een uitvoeringsvorm volgens het tweede aspect van de uitvinding wordt de stap van het kantelen zodanig uitgevoerd, dat de vlakke baksels in de rij afwisselend, worden gekanteld naar een eindsituatie, waarin achtereenvolgens twee vlakke baksels met het eerste hoofdvlak naar beneden zijn gericht en de twee daarop volgende vlakke baksels met het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht, of waarin achtereenvolgens drie vlakke baksels met het eerste hoofdvlak naar beneden zijn gericht en de drie daarop volgende vlakke baksels met het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht.
Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat een verscheidenheid aan stapelinrichtingen kan worden voorzien van vlakke baksels.
Figuurbeschrijving
Navolgend zal de onderhavige uitvinding naderworden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, getoond in de tekeningen, waarin:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van de omkeerinrichting volgens de onderhavige uitvinding toont;
Fig. 2 een zijaanzicht van de omkeerinrichting van Figuur 1
toont;
Fig. 3 een bovenaanzicht van de omkeerinrichting van Figuur 1
toont;
Fig. 4 een perspectivisch aanzicht toont van uitvoeringsvorm van
een positioneermiddel en een kantelmiddel volgens de onderhavige uitvinding met een veelheid vlakke baksels die hun oorspronkelijk oriëntatie behouden;
Fig. 5 een perspectivisch aanzicht toont van de uitvoeringsvorm, volgens Figuur 4, van een positioneermiddel en een kantelmiddel volgens de onderhavige uitvinding met een veelheid vlakke baksels die door het kantelmiddel worden gekeerd.
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een omkeerinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. De omkeerinrichting 1 is voorzien van:
een transportmiddel 2, 3 met een transportrichting T, voor het in de transportrichting T transporteren van een veelheid vlakke baksels B, waarbij elk van de veelheid van vlakke baksels B is voorzien van een eerste hoofdvlak 41, en een tegenovergelegen tweede hoofdvlak 42, en de veelheid van vlakke baksels B in een rij 4a, 4b zijn gerangschikt waarbij de langsrichting van de rij 4a, 4b is uitgelijnd met de transportrichting T;
een positioneermiddel 61 (figuur 4, 5) voor het vanuit een in hoofdzaak horizontale beginsituatie naar een in hoofdzaak verticale kantelpositie 51 brengen van het eerste hoofdvlak 41 van de vlakke baksels B, waarbij de vlakke baksels B draaien om een draaias die parallel is aan de transportrichting T van het transportmiddel 2, 3;
verder omvattende:
een kantelmiddel 50 voor het vanuit een richting dwars ten opzichte van de transportrichting T, middels een actief tegen het eerste hoofdvlak 41 aan te brengen stootkracht, kantelen van de in de rij 4 gelegen vlakke baksels B van de kantelpositie 51 naar een eindsituatie, waarin de in de rij 4 gelegen vlakke baksels B achtereenvolgens met het eerste hoofdvlak 41 en het tweede hoofdvlak 42 naar beneden zijn gericht, zodat de in de rij 4 gelegen vlakke baksels B afwisselend zijn omgekeerd ten opzichte van de beginsituatie.
De vlakke baksels B worden in de richting van het positioneermiddel 61 aangevoerd met behulp van een eindloze transportband 2. De transportband 2 wordt aangedreven door een niet in de figuren zichtbare aandrijfeenheid. De transportband 2 heeft een transportbandoppervlak 5. Dit transportbandoppervlak 5, is van het gesloten type. Het is echter ook mogelijk dat het transportbandoppervlak 5 een veelheid openingen heeft, waardoor resten van het transportbandoppervlak 5 kunnen worden afgevoerd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat het transportbandoppervlak 5 is gevormd door een veelheid kettingen, of in de dwarsrichting ten opzichte van de transportrichting T op afstand van elkaar gelegen lijnen.
Boven het transportbandoppervlak 5 is een frame 7 opgesteld. Het frame 7 omvat een aantal bevestigingsorganen 8 die zijn bevestigd aan het gestel van de transportband 2, en twee zich in een richting dwars ten opzichte van de transportrichting T uitstrekkende dwarsbalken 9. Aan de dwarsbalken 9 zijn een aantal steunorganen in de vorm van geleiders 6 bevestigd. De geleiders 6 zijn bij het transportbandoppervlak 5 gelegen, waarbij de transportband 2 vrij van de geleiders 6 beweegbaar is. De geleiders 6 zijn geschikt voor het in rijen 4a,b geleiden van de over het transportbandoppervlak 5 getransporteerde vlakke baksels B.
Stroomopwaarts van het positioneermiddel 61 is een buffergebied 81 met een doseerrol 82 verschaft voor het in rijen 4a,b verzamelen van een veelheid vlakke baksels B. De doseerrol wordt gebruikt om de koekgedeelten in de rijen navolgend gelijkmatig in de transportrichting T te doseren. Hierdoor is het mogelijk om eventuele ongelijkmatigheden in afstanden tussen de vlakke baksels B in de rij 4a,b, bijvoorbeeld veroorzaakt door transportmiddel 2, te corrigeren, waardoor de vlakke baksels B nauw aansluitend aan elkaar langs het positioneermiddel 61 en het kantelmiddel 50 kunnen worden getransporteerd, waarna transportmiddel 3 de vlakke baksels B gelijkmatig, gezien vanuit een rij, één voor één kan aangrijpen.
Zoals te zien in Figuur 1 en 2, strekken de geleiders 6 zich uit in de transportrichting T tussen een stroomopwaarts gedeelte 12 en een stroomafwaarts gedeelte 13. Stroomafwaarts van gedeelte 13 van de geleiders zijn een positioneermiddel 61 en een kantelmiddel 50 gelegen.
In Figuur 3 is te zien dat de geleiders 6 eindigen ter plaatse van een overgangsgebied 91, waarna de vlakke baksels B door het transportmiddel 3 worden overgenomen en verder in de transportrichting T worden getransporteerd. Het transportmiddel 3 transporteert de vlakke baksels B hierbij langs verdere steunorganen, uitgevoerd als geleiders 10, ter plaatse waarvan het positioneermiddel 61 en het kantelmiddel 50 zijn opgesteld. Het is echter ook mogelijk dat de geleiders 6 en de geleiders 10 in elkaar overlopen.
In Figuur 4 is te zien, dat steeds twee geleiders 6 een de vlakke baksels B begrenzende baan 4a,b vormen. Ter plaatse van het stroomopwaartse gedeelte 12 hebben de geleiders 6 een rechthoekige vorm en is de afstand tussen twee geleiders 6 ten minste zo groot als de diameter van de hoofdvlakken 41, 42 van de vlakke baksels B, waardoor de vlakke baksels B vrij van de geleiders 6 kunnen worden getransporteerd. Hierdoor zijn de hoofdvlakken 41, 42 van de vlakke baksels B in de rij 4 ter plaatse van het stroomopwaartse gedeelte 12 in hoofdzaak horizontaal georiënteerd.
Tussen het stroomopwaartse gedeelte 12 en het kantelmiddel 50 is een positioneermiddel 61 voorzien in de vorm van een naar de kantelpositie 51 verlopende baanvernauwing 62 van de geleiders 10. Te zien is dat de geleiders 10 steeds zijn voorzien van een tussen de bovenzijde 63 van de geleiders 10 en het transportoppervlak 5 hellende vernauwing 62. Ter plaatse van de vernauwing 62 zijn de geleiders 10 zodanig ingericht, dat ten minste één hoofdvlak van de vlakke baksels B lastdragend kan worden ondersteund door één van de twee geleiders 10 die tezamen een begrenzing van een rij 4a,b vormen. Hierbij wordt een zijwaartse beweging van de vlakke baksels B verhinderd door de andere van de twee geleiders 10. Ter plaatse van de kantelpositie 51 zijn de geleiders 10 zodanig ingericht, dat het eerste en tweede hoofdvlak 41, 42 van de vlakke baksels B in de rij 4 steeds in hoofdzaak verticaal zijn georiënteerd.
Stroomafwaarts van de kantelpositie 51 neemt de door de geleiders 10 gevormde baanvernauwing 62 geleidelijk af, waarbij het eerste en tweede hoofdvlak 41, 42 van de vlakke baksels B geleidelijk naar een horizontale oriëntatie worden gebracht.
Het kantelmiddel 50 omvat een ter plaatse van de kantelpositie 51 op de bovenzijde 63 van een geassocieerde geleider 10 gepositioneerd mondstuk 52. Het mondstuk 52 is middels een zich door de geassocieerde geleider 10 uitstrekkend niet zichtbaar kanaal gekoppeld met een actuator zoals, bijvoorbeeld, een pomp. Het mondstuk 52 heeft een naar de kantelpositie 51 gerichte uitmondingopening voor het in de richting van de kantelpositie 51 uitstoten van een luchtstroom. De pomp kan via de het kanaal en het mondstuk 52 middels een gas, zoals omgevingslucht, een stootkracht genereren tegen het hoofdvlak van een vlak baksel B zodat het vlakke baksel B van de ene geleider 10 naar de andere geleider 10 wordt gebracht, waarna de andere geleider 10 het vlakke baksel B zal ondersteunen.
In een andere uitvoeringsvorm wordt de stootkracht in plaats van met behulp van een luchtstroom geleverd met behulp van een mechanisch stootelement, zoals een palletje.
In een uitvoeringsvorm omvat het kantelmiddel 50 een waarnemer (niet weergegeven), zoals een sensor, voor het waarnemen van vlakke baksels in de rij, in het bijzonder voor het waarnemen van vlakke baksels ter plaatse van de kantelpositie 51. Hierbij is het kantelmiddel 50 ingericht voor het, op basis van een door de waarnemer waargenomen vlak baksel, kantelen van het waargenomen vlakke baksel ter plaatse van de kantelpositie 51. Bij voorkeur omvat het kantelmiddel 50 hiertoe tevens een aanstuureenheid, die in communicatieve verbinding is met de waarnemer en de actuator, voor het aansturen van de actuator in afhankelijkheid van een waarneming door de waarnemer. Hierdoor is het mogelijk om de actuator aan te sturen op basis van door de waarnemer waargenomen vlakke baksels in de rij, waardoor het patroon van achtereenvolgende vlakke baksels in de rij kan worden aangepast.
In de uitvoeringsvorm van Figuur 4 en 5 is het mondstuk 52 van het kantelmiddel 50 opgesteld op een afstand van het transportoppervlak 5 die groter is dan de afstand tussen de bovenzijde 63 en het transportoppervlak 5. Het is echter ook mogelijk dat de uitmondingsopening van het mondstuk 52 tussen de bovenzijde 63 en het transportoppervlak 5 is gepositioneerd.
Vanaf de kantelpositie 51 worden de vlakke baksels B verder getransporteerd met behulp van transportmiddel 3. Het transportmiddel 3 is uitgevoerd als een lineair motor systeem dat boven het draagoppervlak 15 is opgesteld. Het lineair motor systeem 3 omvat een aanstuurmiddel (niet zichtbaar), twee langs de transportrichting T opgestelde gestellen 31 met een omtreksrand 32, en een veelheid langs de omtreksrand 32 beweegbare transporteurs 33, ofwel movers. Elke omtreksrand 32 vormt een transportbaan 32 voor de veelheid transporteurs 33, waarbij de transporteurs 33 op basis van een elektromagnetische koppeling met het gestel zijn gekoppeld. De transportbaan 32 strekt zich in hoofdzaak parallel aan de transportrichting T uit.
Het aanstuurmiddel is ingericht voor het individueel aansturen van de transporteurs 33, waarbij de snelheid van de veelheid en/of de positie van transporteurs 33 in onafhankelijkheid van elkaar instelbaar is.
Met aanstuurmiddel wordt in de context van deze beschrijving de elektronica bedoeld waarmee de transporteurs worden aangedreven. Dat wil zeggen, de transporteurs maken in een voorkeursuitvoering onderdeel uit van een lineair motor systeem. Dit systeem bestaat bij voorkeur uit diverse componenten. Dit zijn onder andere de motor module, welke de transporteurs aandrijven, alsook de transporteurs zelf. Deze transporteurs worden ook wel movers genoemd en zijn bij voorkeur passief. Het actieve deel van de motor is bij voorkeur opgenomen in de motor module en vormt het statische deel van het lineaire motor systeem.
De motor module is ingericht om een afwisselend magnetisch veld aan te leggen. Dit magnetisch veld trekt de magneten in de movers aan, of duwt deze weg. Zodoende kunnen de movers op individuele basis, dus per mover of transporteur, aangestuurd worden en individueel in snelheid en/of positie voortbewegen. Dus onafhankelijk van de snelheid en/of positie van de andere movers. De movers zijn bij voorkeur voorzien van borstelloze elektromotoren, bijvoorbeeld een borstelloze direct current motor of inductiemotor. Bij voorkeur zijn de movers voorzien van middelen om de positie te bepalen. Dit kan middels een licht encoder die ofwel het aantal lichtpulsen telt en daaruit afleidt waar deze zich bevindt, ofwel doordat deze een identificatie signaal afgeeft en de positie van die mover vastgesteld kan worden indien deze een vast referentiepunt passeert.
Bij voorkeur omvat het lineair motor systeem ook een geleidingsrail. Dit betreft een rail die als oneindige lus een draag-, of geleidingselement vormt dat de movers steunt en geleidt over een vooraf bepaald pad. Deze geleidingsrail is bij voorkeur vervaardigd van een materiaal met een lage wrijvingscoëfficiënt. Dat wil zeggen, dat de rail voorzien kan zijn van een gladde coating, zoals een laag polytetrafluoretheen of dergelijke. Het is tevens mogelijk dat de rail is gevormd uit (gehard) staal of RVS, waarbij de transporteurs middels rollagers langs de rail beweegbaar zijn.
De transporteurs zijn bij voorkeur voorzien van een duw-, of trekelement of tegenhoudelement. Afhankelijk van de positie in de totale keten van transporteurs, kan een transporteur ingericht zijn om een individueel product of groep producten voort te duwen of tegen te houden. Zo kunnen in een voorbeelduitvoering alle transporteurs uitgevoerd zijn met duwelementen, of afwisselend in duw-, en tegenhoudelement. Per groep bestaande uit één enkel duw-, en één enkele tegenhouderelement kan dan een groep producten door het systeem worden getransporteerd.
Het lineair motor systeem 3 is verder voorzien van een veelheid zich tussen de transporteurs 33 en boven het draagoppervlak 15 uitstrekkende positioneerorganen 34, waarbij een transporteur 33 van het ene gestel 31 via het positioneerorgaan 34 met een geassocieerde transporteur 33 van het andere gestel 31 is gekoppeld. De positioneerorganen 34 zijn uitgevoerd als een langwerpige staaf, met een aantal uitsteeksels 35. De vlakke baksels worden met behulp van de uitsteeksels 35 door het lineair motor systeem 3 over het draagoppervlak 15 in de transportrichting T voortbewogen.
Zoals te zien in Figuur 1 en 2, strekt het lineair motor systeem 3 zich in hoofdzaak uit boven het draagoppervlak 15. Het is echter ook mogelijk, dat het lineair motor systeem 3 onder het draagoppervlak 15 is voorzien, waarbij het draagoppervlak 15 is voorzien van zich in de transportrichting T uitstrekkende sleuven, waarbij de uitsteeksels 35 zich door de sleuven uitstrekken. Hierdoor is het mogelijk om een relatief compacte inrichting te verschaffen.
Het is tevens mogelijk de transporteurs zodanig uit te voeren, dat de uitsteeksels de vlakke baksels aangrijpen vanaf de zijkant van elk vlakke baksels. Een dergelijke uitvoeringsvorm kan voordelig zijn afhankelijk van de overdracht van de vlakke baksels aan een verder lineair motor systeem, waarbij de ruimte voor een dergelijk systeem beperkt is.
Daarbij is het niet noodzakelijk, dat het lineair motor systeem 3 stroomafwaarts van het kantelmiddel 50 is opgesteld. In sommige uitvoeringsvormen volgens de uitvinding is het lineair motor systeem 3 ingericht voor het ter plaatse van het positioneermiddel 61 aangrijpen en in de transportrichting T transporteren van de vlakke baksels B, of is het lineair motor systeem 3 zelfs ingericht om de vlakke baksels B stroomopwaarts van het postioneermiddel 61 aan te grijpen. In dit laatste geval kan de transportband 2 worden vervangen door een vast draagoppervlak, zoals een tafel en zijn de transporteurs 33 met de uitsteeksels 35 ingericht om de vlakke baksels B voorafgaand aan transport langs het kantelmiddel 50 aan te grijpen.
Het moet duidelijk zijn dat de beschrijving hierboven is bedoeld ter toelichting van de werking van een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, en 5 niet om de beschermingsomvang van de uitvinding te beperken. Startende vanuit de beschrijving kan een vakman verschillende uitvoeringsvormen bedenken en toepassen die binnen de uitvindersgedachte en beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding vallen.

Claims (16)

  1. CONCLUSIES
    1. Omkeerinrichting voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels, omvattende:
    een transportmiddel met een transportrichting, voor het in de transportrichting transporteren van een veelheid vlakke baksels, waarbij elk van de veelheid van vlakke baksels is voorzien van een eerste hoofdvlak, en een tegenovergelegen tweede hoofdvlak, en de veelheid van vlakke baksels in een rij zijn gerangschikt waarbij de langsrichting van de rij is uitgelijnd met de transportrichting;
    een positioneermiddel voor het vanuit een in hoofdzaak horizontale beginsituatie naar een in hoofdzaak verticale kantelpositie brengen van het eerste hoofdvlak van de vlakke baksels, waarbij de vlakke baksels draaien om een draaias die parallel is aan de transportrichting van het transportmiddel;
    verder omvattende:
    een kantelmiddel voor het vanuit een richting dwars ten opzichte van de transportrichting, middels een actief tegen het eerste hoofdvlak aan te brengen stootkracht, kantelen van de in de rij gelegen vlakke baksels van de kantelpositie naar een eindsituatie, waarin de in de rij gelegen vlakke baksels achtereenvolgens met het eerste hoofdvlak en het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht, zodat de in de rij gelegen vlakke baksels afwisselend zijn omgekeerd ten opzichte van de beginsituatie.
  2. 2. Omkeerinrichting volgens conclusie 1, waarbij het transportmiddel verder is voorzien van:
    een veelheid transporteurs voor het in de transportrichting transporteren van de veelheid vlakke baksels;
    een aanstuurmiddel voor het individueel aansturen van de transporteurs, waarbij de snelheid van de transporteurs onafhankelijk van elkaar instelbaar is.
  3. 3. Omkeerinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de omkeerinrichting is voorzien van een transportbaan voor het over de transportbaan aandrijven van de transporteurs.
  4. 4. Omkeerinrichting volgens conclusie 3, waarbij de transporteurs zijn ingericht voor het vanaf de zijkant, vanuit een richting dwars ten opzichte van de transportrichting ter hoogte van het transportoppervlak, aangrijpen van de vlakke baksels.
  5. 5. Omkeerinrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 4, waarbij de transporteurs zijn ingericht voor het vanaf de bovenzijde aangrijpen van de vlakke baksels.
  6. 6. Omkeerinrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 5, waarbij de transporteurs zijn ingericht om de vlakke baksels stroomopwaarts van het positioneermiddel aan te grijpen.
  7. 7. Omkeerinrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 6, waarbij de transporteurs zijn ingericht om de vlakke baksels stroomafwaarts van het kantelmiddel aan te grijpen.
  8. 8. Omkeerinrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 7, waarbij de transporteurs zijn ingericht om de vlakke baksels door het positioneermiddel en het kantelmiddel te transporteren.
  9. 9. Omkeerinrichting volgens een van de conclusies 2 t/m 8, waarbij de transporteurs zijn ingericht om de vlakke baksels door de gehele omkeerinrichting te transporteren.
  10. 10. Omkeerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een eerste en tweede zich in de transportrichting uitstrekkend steunorgaan voor het, tussen het eerste en tweede steunorgaan, tussen de kantelpositie en de eindsituatie ondersteunen van de vlakke baksels.
  11. 11. Omkeerinrichting een van de voorgaande conclusies, waarbij het transportmiddel een transportoppervlak omvat voor het over het transportoppervlak in de transportrichting transporteren van de veelheid van vlakke baksels.
  12. 12. Omkeerinrichting volgens conclusie 10, waarbij het eerste en tweede steunorgaan en bovenvlak omvatten, waarbij een afstand is gevormd tussen het bovenvlak en het transportoppervlak, en dat de afstand afneemt tot bij de eindsituatie, waarbij de veelheid van vlakke baksels in de eindsituatie vrij zijn van ondersteuning door het eerste of tweede steunorgaan.
  13. 13. Omkeerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het kantelmiddel is voorzien van een luchtstroommiddel met een mondstuk voor het middels een luchtstroom kantelen van de veelheid van vlakke baksels.
  14. 14. Omkeerinrichting volgens conclusie 13, waarbij het mondstuk ter plaatse van de kantelpositie is opgesteld op een afstand die groter is dan het bovenvlak van het eerste steunorgaan.
  15. 15. Werkwijze voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels, omvattende de stappen van:
    het in de transportrichting transporteren van een veelheid in een enkele rij gerangschikte vlakke baksels, waarbij elk van de veelheid van vlakke baksels is voorzien van een eerste hoofdvlak, en een tegenovergelegen tweede hoofdvlak;
    het vanuit een in hoofdzaak horizontale beginsituatie naar een in hoofdzaak verticale kantelpositie brengen van het eerste hoofdvlak van de vlakke baksels het om een draaias, die zich parallel aan de transportrichting uitstrekt, kantelen van de vlakke baksels;
    waarbij de stap van het kantelen zodanig wordt uitgevoerd, dat de vlakke baksels afwisselend, vanuit een richting dwars ten opzichte van de transportrichting, middels een actief tegen het eerste hoofdvlak aan te brengen stootkracht, worden gekanteld van de kantelpositie naar een eindsituatie, waarin de in de rij gelegen vlakke baksels achtereenvolgens met het eerste hoofdvlak en het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht, zodat de in de rij gelegen vlakke baksels afwisselend zijn omgekeerd ten opzichte van de beginsituatie.
  16. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de stap van het kantelen zodanig wordt uitgevoerd, dat de vlakke baksels in de rij afwisselend, worden gekanteld naar een eindsituatie, waarin achtereenvolgens twee vlakke baksels met het eerste hoofdvlak naar beneden zijn gericht en de twee daarop volgende vlakke baksels met het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht, of waarin achtereenvolgens drie vlakke baksels met het eerste hoofdvlak naar beneden zijn gericht en de drie daarop volgende vlakke baksels met het tweede hoofdvlak naar beneden zijn gericht.
    1/5
    3/5
    co co
    OOOQQQOOOQOOOÖQOOCXJQOOOOOOÖOOO ro
    00 ΙΌ
    SSSiSÏSSSSSSSSSSSSSSSSSSiSÊisS ssssssssssssss&sssssssssssssss ________________ ^^,„„1*110110 ίίϊίί4«ί.ίίίίίίί8ί«8ίίίίίίίίίϊΙ
    00000000000000000000<XX)<><X>0<><>0
    Joooooooooooaooooooooooooooooo '···«♦·««♦·«««««««···♦··»······
    OOOOOOOOOOOOOOOOO<X)OOOOQ<XXXXX>
    4/5
NL2021021A 2018-05-30 2018-05-30 Omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels NL2021021B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2021021A NL2021021B1 (nl) 2018-05-30 2018-05-30 Omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels
EP19177669.9A EP3574761B1 (en) 2018-05-30 2019-05-31 Turning device, as well as method, for alternately turning flat baking products

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2021021A NL2021021B1 (nl) 2018-05-30 2018-05-30 Omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2021021B1 true NL2021021B1 (nl) 2019-12-10

Family

ID=66685440

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2021021A NL2021021B1 (nl) 2018-05-30 2018-05-30 Omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3574761B1 (nl)
NL (1) NL2021021B1 (nl)

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3762306A (en) * 1971-07-26 1973-10-02 Sandwich making machines
GB1487591A (en) * 1975-05-20 1977-10-05 United Biscuits Ltd Biscuit packaging
FR2340685A1 (fr) * 1976-02-12 1977-09-09 Lespeau Bernard Installation pour la fabrication et le conditionnement en continu de produits alimentaires tels que des biscottes
GB9608607D0 (en) * 1996-04-24 1996-07-03 Sasib Bakery Uk Ltd Biscuit inverter mechanism
NL1035879C (nl) * 2008-08-28 2010-03-11 Machf Houdijk B V Inrichting voor het vormen van een aantal rijen produkten in het bijzonder voor het vervaardigen van sandwich-koekjes.
GB2552820A (en) * 2016-08-11 2018-02-14 Frito Lay Trading Co Gmbh Handling snack food chips

Also Published As

Publication number Publication date
EP3574761B1 (en) 2021-04-21
EP3574761A1 (en) 2019-12-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5924839A (en) Rearrangement method and apparatus
JP5384675B2 (ja) フォーマットされたトータルパッケージを形成するための方法及び装置
US9145268B2 (en) Conveyor system and a method for producing a sequence of discrete food items from a plurality of incoming food objects
US20020046923A1 (en) Method and apparatus for putting articles into a queue
US7815038B2 (en) Conveying device for vertically transporting piece goods
US6585262B2 (en) Conveying interval adjusting method and apparatus
NL8006243A (nl) Met een verpakkingsmachine verbonden inrichting voor het vormen van stapeltjes van schijfvormige voorwerpen.
US20080267761A1 (en) Interleaver Stacker and Loading System
US8997970B2 (en) Storage device
SE1051192A1 (sv) Flyttningsanordning
NL2021021B1 (nl) Omkeerinrichting, alsmede een werkwijze, voor het afwisselend omkeren van vlakke baksels
US20130025239A1 (en) Multi-track tray sealer
AU2016354925A1 (en) Conveying system
US11339006B2 (en) Alignment device for a conveyor
US20160144986A1 (en) Device for strapping product stacks
US11772132B2 (en) Separating device of an optical testing unit
US4795022A (en) Biscuit conveyor
NL7906965A (nl) Stelsel voor het toevoeren van voorwerpen.
NL2022601B1 (nl) Toevoerinrichting voor het vormen van productgroepen welke gevormd zijn uit een veelheid vlakke baksels, en naar een verpakkingsmachine toevoeren de productgroepen.
JPH06183546A (ja) 移載装置
JPS63196415A (ja) コンベア・システム
EP4173999A1 (en) System for conveying products
JP2000128411A (ja) シート状搬送物の積み重ね装置
US20210387814A1 (en) A cross-belt sorter
NL1019495C2 (nl) Transportinrichting, alsmede werkwijze en inrichting voor het overbrengen van voorwerpen van een transporteur naar een volgende transporteur.

Legal Events

Date Code Title Description
HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: ROYAL HOUDIJK B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: BV MACHINEFABRIEK HOUDIJK

Effective date: 20230830