NL2020813B1 - Kettingkast en kettingspansamenstel - Google Patents
Kettingkast en kettingspansamenstel Download PDFInfo
- Publication number
- NL2020813B1 NL2020813B1 NL2020813A NL2020813A NL2020813B1 NL 2020813 B1 NL2020813 B1 NL 2020813B1 NL 2020813 A NL2020813 A NL 2020813A NL 2020813 A NL2020813 A NL 2020813A NL 2020813 B1 NL2020813 B1 NL 2020813B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- chain
- tensioning
- guide wheel
- guard according
- enclosing
- Prior art date
Links
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 5
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 5
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 5
- 125000006850 spacer group Chemical group 0.000 description 3
- 238000012423 maintenance Methods 0.000 description 2
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 2
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 238000005265 energy consumption Methods 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- 238000003466 welding Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62J—CYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
- B62J13/00—Guards for chain, chain drive or equivalent drive, e.g. belt drive
- B62J13/04—Guards for chain, chain drive or equivalent drive, e.g. belt drive completely enclosing the chain drive or the like
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62M—RIDER PROPULSION OF WHEELED VEHICLES OR SLEDGES; POWERED PROPULSION OF SLEDGES OR SINGLE-TRACK CYCLES; TRANSMISSIONS SPECIALLY ADAPTED FOR SUCH VEHICLES
- B62M9/00—Transmissions characterised by use of an endless chain, belt, or the like
- B62M9/16—Tensioning or adjusting equipment for chains, belts or the like
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16H—GEARING
- F16H7/00—Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members
- F16H7/08—Means for varying tension of belts, ropes, or chains
- F16H7/10—Means for varying tension of belts, ropes, or chains by adjusting the axis of a pulley
- F16H7/12—Means for varying tension of belts, ropes, or chains by adjusting the axis of a pulley of an idle pulley
- F16H7/1254—Means for varying tension of belts, ropes, or chains by adjusting the axis of a pulley of an idle pulley without vibration damping means
- F16H7/1281—Means for varying tension of belts, ropes, or chains by adjusting the axis of a pulley of an idle pulley without vibration damping means where the axis of the pulley moves along a substantially circular path
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16H—GEARING
- F16H7/00—Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members
- F16H7/18—Means for guiding or supporting belts, ropes, or chains
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16H—GEARING
- F16H7/00—Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members
- F16H7/08—Means for varying tension of belts, ropes, or chains
- F16H2007/0802—Actuators for final output members
- F16H2007/081—Torsion springs
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16H—GEARING
- F16H7/00—Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members
- F16H7/08—Means for varying tension of belts, ropes, or chains
- F16H2007/0842—Mounting or support of tensioner
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16H—GEARING
- F16H7/00—Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members
- F16H7/08—Means for varying tension of belts, ropes, or chains
- F16H2007/0863—Finally actuated members, e.g. constructional details thereof
- F16H2007/087—Sprockets
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16H—GEARING
- F16H7/00—Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members
- F16H7/08—Means for varying tension of belts, ropes, or chains
- F16H2007/0889—Path of movement of the finally actuated member
- F16H2007/0893—Circular path
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Devices For Conveying Motion By Means Of Endless Flexible Members (AREA)
- Gears, Cams (AREA)
Abstract
De onderhavige uitvinding betreft een kettingkast voor omhullen van een om een hoofdtandwiel en aangedreven tandwiel omgelegde ketting, zoals omvattende twee vrije kettingdelen, een kettingtrekdeel en een kettingterugloopdeel, van bij voorkeur een voertuig, zoals een fiets, de kettingkast omvattende: - een hoofdtandwielomhullingelement voor het om- hullen van de ketting ter plaatse van het hoofdtandwiel, zoals een trapastandwiel; - een kettingtrekdeelomhullingelement voor het omhullen van ten minste een deel van een trekkend deel van de ketting tussen het hoofdtandwiel en het aangedreven tandwiel, - een kettingterugloopdeelomhullingelement voor het omhullen van tenminste een teruglopend deel van de ketting tussen het hoofdtandwiel en het aangedreven tandwiel; - een kettingspanneromhullingelement voor het omhullen van een kettingspansamenstel met daardoor gerangschikt deel van de ketting. Voorts betreft onderhavige uitvinding een kettingspansamenstel, bij voorkeur passende in de kettingkast.
Description
KETTINGKAST EN KETTINGSPANSAMENSTEL
De onderhavige uitvinding betreft een kettingkast voor omhullen van een om een hoofdtandwiel en aangedreven tandwiel omgelegde ketting, zoals omvattende twee vrije kettingdelen, een kettingtrekdeel en een kettingterugloop-deel, van bij voorkeur een voertuig, zoals een rijwiel . Voorts betreft de onderhavige uitvinding een dergelijke kettingkast houdende een kettingspanner. Voorts betreft het onderhavige uitvindingen kettingspansamenstel voor het verschaffen van een spanwerking aan een kettingdeel, zoals het kettingtrekdeel of het kettingterugloopdeel.
Het is bekend om een kettingkast te verschaffen aan een rijwiel, waarbij de kettingkast de kleding van de berijdende persoon beschermd. Voorts is het hierbij bekend dat een dergelijke kettingkast voldoende ruimte verschaft voor het daarin kunnen bewegen van de ketting, hetgeen een tamelijk ruime kettingkast vereist aangezien de ketting gedurende het gebruik in lengte varieert en aanhoudend bijstellen van de ketting ongewenst is. Hiervoor is volgens de stand van de techniek een oplossing verschaft in de vorm van een zeer krappe behuizing die tijdens gebruik ligt op de ketting en daarmee slijtage en lawaai veroorzaakt. De onderhavige uitvinder heeft eveneens volgens de stand van de techniek een krappe kettingkast verschaft die bij de trapas van het rijwiel wordt gedragen door een steun zodat deze steeds boven de ketting gerangschikt is en derhalve daarmee tijdens gebruik geen contact maakt.
Teneinde dergelijke stand van de techniek te verbeteren verschaft de onderhavige uitvinding een kettingkast voor omhullen van een om een hoofdtandwiel en aangedreven tandwiel omgelegde ketting, zoals omvattende twee vrije kettingdelen, een kettingtrekdeel en een kettingte- rugloopdeel, van bij voorkeur een voertuig, zoals een fiets, de kettingkast omvattende: - een hoofdtandwielomhullingelement voor het omhullen van de ketting ter plaatse van het hoofdtandwiel, zoals een trapastandwiel; - een kettingtrekdeelomhullingelement voor het omhullen van ten minste een deel van een trekkend deel van de ketting tussen het hoofdtandwiel en het aangedreven tandwiel, - een kettingterugloopdeelomhullingelement voor het omhullen van tenminste een teruglopend deel van de ketting tussen het hoofdtandwiel en het aangedreven tandwiel ; - een kettingspanneromhullingelement voor het omhullen van een kettingspansamenstel met daardoor gerangschikt deel van de ketting.
Het is een voordeel van een dergelijke kettingkast volgens de onderhavige uitvinding dat deze bruikbaar is in combinatie met een kettingspansamenstel en een naafver-snelling terwijl de ketting in de kettingkast gerangschikt is, daar waar het bekende gebruik van een kettingspanner in combinatie met een derailleurversnelling is waarbij een dergelijke kettingkast vanwege de bewegingsuitslag van de ketting in verticale richting niet toepasbaar is. Hiermee wordt als een eerste voordelig effect verschaft dat de zeer krappe kettingkast ook tijdens het gedurende gebruik langer worden van de ketting zonder ongewenst kettingcon-tact functioneel is. Hierdoor zijn bijvoorbeeld stootblok-ken voor het maken van contact tussen de ketting en de eerdere kettingkast van de onderhavige uitvinder niet nodig. Hierdoor wordt voorts lawaai door contact tussen de ketting en de kettingkast vermindert of in belangrijke mate voorkomen. Een doel van de onderhavige uitvinder dat bereikt wordt middels de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een rijwiel met een ketting waarvoor vanaf de levering binnen een grote bereik van slijtage van de ketting geen onderhoud is benodigd.
Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat de kettingkast het kettingspansamenstel voor het verschaffen van een spanwerking aan een kettingdeel, zoals het kettingtrekdeel of het kettingterugloopdeel, het kettingspansamenstel omvattende: - een framebuisbevestigingelement voor bevestiging van het kettingspansamenstel aan framebuis, bij voorkeur een onderachtervork, - een spanarm voor het verschaffen van een spanwerking ten opzichte van de ketting, waarbij de spanarm beweegbaar is gerangschikt ten opzichte van het framebuis-bevestigingelement, - voorspanmiddelen voor het verschaffen van een voorspanning aan de spanarm, - een eerste geleidewiel en bij voorkeur een tweede geleidewiel voor het geleiden van de ketting, waarbij - ten minste één geleidewiel is gerangschikt aan de spanarm teneinde de spanwerking ten opzichte van de ketting te verschaffen, en waarbij - het eerste geleidewiel en het bevoorkeurde tweede geleidewiel functioneel zijn voor het tijdens gebruik onder voorspanning geleiden van één van de kettingdelen als aangespannen deel, bij voorkeur het kettingterugloopdeel, zodanig dat het aangespannen deel langer is dan het andere deel.
Een dergelijke voorkeursuitvoeringsvorm verschaft als voordeel dat een kettingspansamenstel bruikbaar is in combinatie met een kettingkast volgens de onderhavige uitvinding. De ketting is ter plaatse van het kettingspansa- menstel bij voorkeur in belangrijke mate omhuld door het kettingspanneromhullingelement. De zijden van de tandwielen zijn voorts bij voorkeur in hoofdzaak omhuld door het kettingspanneromhullingelement.
Middels bijvoorbeeld een doorlaatopening voor een geleidewiel wordt gerealiseerd dat de voordelige rangschikking van de ketting in de kettingkast combineerbaar is met een beweegbaarheid van tenminste een geleidewiel.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kettingkast, bij voorkeur het spansamenstel daarvan, het eerste en het tweede geleidewiel, waarbij bij voorkeur een eerste van het eerste geleidewiel en het tweede geleidewiel tijdens gebruik aan een eerste zijde van de ketting is gerangschikt en het tweede van het eerste en het tweede geleidewiel tijdens gebruik is gerangschikt aan een tweede zijde van de ketting. Hiermee wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat het traject waarlangs de ketting verloopt tussen het spansamenstel en het voorste tandwiel in hoofdzaak gefixeerd wordt uitgevoerd terwijl het traject tussen een het kettingspansamenstel en het achtertandwiel enigszins variabel is voor het onder voorspanning laten verlopen van de ketting in zowel een toestand waarin deze is gemonteerd als een enigszins uitgerekte toestand na energieverbruik daarvan. Het is evenzeer voorzien dat het traject tussen het kettingspansamenstel en het voortandwiel variabel is en het traject tussen het kettingspansamenstel en het achtertandwiel gefixeerd of dat beide trajecten variabel zijn, maar een vast traject tussen het voortandwiel en het spansamenstel is momenteel voorzien als de voordeligste voorkeursuitvoeringsvorm.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat kettingkast een voorzijdesteun voor steunen van de kettingkast aan de voorzijde daarvan ter plaatse van het aan- drijftandwiel van de fiets, bij voorkeur voor het steunen van de kettingkast aan een trapasbuis van de fiets. Hierdoor wordt op voordelige en effectieve wijze een afstand tussen de ketting en of het aandrijftandwiel van het rijwiel gerealiseerd ten opzichte van de kettingkast.
Bij verdere voorkeur omvat de kettingkast een ach-tertandwielomhullingelement. Hiermee wordt een bescherming van de ketting ter plaatse gerealiseerd. Bij verdere voorkeur verschaft het achtertandwielomhullingelement tussen het achtertandwiel en het kettingspansamenstel een bredere doorloopruimte dan de doorloopruimte in het kettingtrek-deelomhullingelement of het kettingterugloopdeelomhullin-gelement ten behoeve van het laten verlopen van de ketting in meerdere aanspanposities van het kettingspansamenstel. Hierbij is een hogere ruimte ter plaatse van het kettingspansamenstel voorzien dan ter plaatse van het achtertandwiel. Een dergelijke in hoogte verlopende doorloopruimte verschaft derhalve een voordelige speelruimte voor de ketting tussen het kettingspansamenstel en het achtertandwiel, of eventueel het voortandwiel.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kettingkast koppelmiddelen voor koppelen van omhulling-elementen met het kettingspansamenstel, bij voorkeur het kettingterugloopdeelomhullingelement, het achtertandwielomhullingelement en/of het kettingspanneromhullingele-ment. Hiermee is montage aan het rijwiel voordelige wijze realiseerbaar. Voorts verschaffen dergelijke koppelmiddelen bij voorkeur een zekere mate van instelbaarheid van de lengte van de kettingkast.
Bij verdere voorkeur is de spanarm roteerbaar gerangschikt ten opzichte van het frame en/of framebuisbe-vestigingelement om een rotatiehartlijn van het eerste of het tweede geleidewiel. Bij verdere voorkeur is de spanarm roteerbaar gerangschikt ten opzichte van het frame en/of framebuisbevestigingelement om een rotatiearm en tussen het eerste en het tweede geleidewiel. Hierbij functioneert de spanarm op voordelige wijze als een hefboom of een kan-telhefboom waarmee spanning wordt aangelegd op de ketting. Eveneens wordt gerealiseerd dat het aangespannen deel van de ketting, bij voorkeur het terugloopdeel van de ketting, langer is dan het andere deel van de ketting, bij voorkeur het trekdeel van de ketting.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kettingkast een voorspanningorgaan, zoals een veer, zoals een torsieveer. Met een dergelijk voorspanningorgaan wordt op voordelige wijze de voorspanning verschaft ten behoeve van het aanspannen van de ketting.
Bij verdere voorkeur is het kettingspanneromhul-lingelement gerangschikt ter plaatse van het kettingterug-loopdeel. Het kettingterugloopdeel ondervindt tijdens het aandrijven van het rijwiel middels de ketting een relatief geringe aanspanning doordat de trapkracht het achtertand-wiel aantrekt vanaf het voortandwiel met het trekdeel van de ketting. Het aanspannen van de ketting middels het ket-tingspansamenstel geschiedt derhalve op voordelige wijze bij het terugloopdeel van de ketting.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kettingkast een montagebeugel. Bij voordeel van een dergelijke montagebeugel is dat hiermee kettingkast en/of het kettingspansamenstel daarvan op voordelige wijze on-dersteunbaar is op de volgende wijzen.
Bij verdere voorkeur dient de montagebeugel voor aanpasbare of instelbare rangschikking van de geleidewie-len ten opzichte van het framebuisbevestigingelement. Hierdoor wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat de ge-leidewielen uitlijnbaar zijn met de ketting. Bij verdere voorkeur dient de montagebeugel voor het ondersteunen van de kettingkast of een omhullingelement daarvan, zoals het kettingspanneromhullingelement.
Bij verdere voorkeur omvat de montagebeugel steun-middelen voor ondersteunen van de kettingkast of een omhullingelement daarvan, zoals het achtertandwielomhullin-gelement. Deze montagebeugel omvat hiermee op voordelige wijze een steun ten behoeve van ondersteunen van de achterzijde van de kettingkast daar waar de voorsteun de voorzijde van de kettingkast ondersteunt.
Bij verdere voorkeur omvat het kettingspansamen-stel steunmiddelen voor ondersteunen van de kettingkast of een omhullingelement daarvan, zoals het kettingterugloop-deelomhullingelement.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de spanarm monteerbaar aan een bevestigingorgaan, zoals een bevestigingoog, gerangschikt aan het frame, bij voorkeur een onderachtervork daarvan. Hierdoor is op voordelige wijze een directe montage van de spanarm aan het frame gerealiseerd.
Bij verdere voorkeur is de kettingkast of behande-lingselement daarvan bevestigbaar aan een bevestigingorgaan gerangschikt aan het frame, bij voorkeur een onderachtervork daarvan. Hierdoor is een aparte bevestiging gerealiseerd van de kettingkast ten opzichte van de bevestiging van de spanarm of het kettingspansamenstel.
Het bevestigingorgaan is hierbij bij verdere voorkeur bevestigd aan het frame, zoals de onderachtervork daarvan, middels een schroefverbinding, bij voorkeur middels een verborgen schroefverbinding middels een uitsparing in de onderachtervork, bij voorkeur gerangschikt in de binnenzijde van de onderachtervork. Een voordeel hiervan is dat een gemakkelijk aanbrengbare montage is gerea liseerd van de kettingkast, de spanarm en of het ketting-spansamenstel. In geval van de genoemde bevestiging in een uitsparing van de onderachtervork is deze bevestiging zowel gemakkelijk aanbrengbare als onzichtbaar vanaf de ket-tingkastzijde van het rijwiel. Tevens is deze bevestiging vanaf de andere zijde van het rijwiel verborgen achter het wiel.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het bevestigingorgaan, zoals het bevestigingoog, bevestigd aan het frame, zoals de onderachtervork daarvan, middels een lasverbinding. Hierdoor wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat de stevigheid van de verbinding al is gerealiseerd en bepaald bij het vervaardigen van de onderachtervork of een einddeel daarvan. Hierdoor is latere montage vergemakkelijkt en de stevigheid onder controleerbare omstandigheden in relatie tot het vervaardigen van de onderachtervork of het deel daarvan op betrouwbare wijze gerealiseerd.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm trekt spanarm zich vanaf een bevestigingpunt en/of een rotatiepunt daarvan ten opzichte van het frame zich in hoofdzaak achterwaarts richting een achteras van het rijwiel uit. Hierdoor wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat de ketting in de bewegingsrichting daarvan aan de arm trekt in plaats van duwt. Een omgekeerde montage waarbij de ketting tegen de uitstrekrichting van de spanarm duwt is echter evenzeer voorzien als variant.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kettingkast tenminste een doorlaatopening voor een ge-leidewiel. Een voordeel van een dergelijke doorlaatopening is dat de kettingkast een relatief grote bewegingsslag toelaat voor de spanarm en daarmee voor de ketting om de geleidewielen. Hierdoor wordt een compacte bouw van het kettingspanneromhullingelement realiseerbaar. Voorts wordt een grote mate van rek van de ketting door slijtage toelaatbaar zonder nader onderhoud.
Een verder aspect volgens de onderhavige uitvinding betreft een kettingspansamenstel voor het verschaffen van een spanwerking aan een kettingdeel, zoals het ket-tingtrekdeel of het kettingterugloopdeel, het kettingspansamenstel omvattende: - een framebuisbevestigingelement voor bevestiging van het kettingspansamenstel aan framebuis, bij voorkeur een onderachtervork, - een spanarm voor het verschaffen van een spanwerking ten opzichte van de ketting, waarbij de spanarm beweegbaar is gerangschikt ten opzichte van het framebuis-bevestigingelement, - voorspanmiddelen voor het verschaffen van een voorspanning aan de spanarm, - een eerste geleidewiel en bij voorkeur een tweede geleidewiel voor het geleiden van de ketting, waarbij - ten minste één geleidewiel is gerangschikt aan de spanarm teneinde de spanwerking ten opzichte van de ketting te verschaffen, waarbij - het eerste geleidewiel en het tweede geleidewiel functioneel zijn voor het tijdens gebruik onder voorspanning geleiden van één van de kettingdelen als aangespannen deel, bij voorkeur het kettingterugloopdeel, zodanig dat het aangespannen deel langer is dan het andere deel, en - het framebuisbevestigingelement voor bevestiging van het kettingspansamenstel aan de framebuis functioneert in samenwerking met een bevestigingsvoorziening van de framebuis, zoals de onderachtervork.
Een dergelijk kettingspansamenstel volgens de onderhavige uitvinding verschaft, met name in combinatie met de kettingkast volgens de onderhavige uitvinding de voordelen en bereikte doelen volgens de uitvinding als beschreven aan de hand van het bovenstaande aspect.
Bij voorkeur omvat dit kettingspansamenstel een of meer maatregelen als beschreven in deze beschrijving volgens de onderhavige uitvindingen voorkeursuitvoeringsvormen .
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van een of meerdere voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren. Soortgelijke doch niet noodzakelijkerwijs identieke onderdelen van verschillende voorkeursuitvoeringsvormen zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscij-f ers.
Fig. 1 betreft een weergave in perspectief van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding. T
Fig. 2 betreft een schematisch zijaanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 1.
Fig. 3 betreft een bovenaanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 1 in geassembleerde toestand.
Fig. 4 betreft een zijaanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 1 in geassembleerde toestand.
Fig. 5 betreft een opengewerkte weergave van een detail van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 1
Fig. 6 betreft een opengewerkt onderaanzicht van het detail volgens Fig. 5.
Fig. 7 betreft een opengewerkte onderaanzicht van het detail volgens Fig. 5 in geassembleerde toestand.
Fig. 8 betreft een detail van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. l.Fig. 9 betreft een detail van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm.
Fig. 10 betreft een weergave voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 9 in een ander perspectief met een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een kettingspansamen-stel.
Fig. 11 betreft een weergave in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een kettingspan-samenstel volgens de onderhavige uitvinding.
Fig. 12 betreft een weergave in perspectief van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 11.
Fig. 13 betreft een verdere weergave in perspectief van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 11 geassembleerd aan een onderachtervork van een rijwiel.
Fig. 14 betreft een weergave van een verdere voorkeur suitvoe rings vorm.
Fig. 15 betreft een tweetal weergaven in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding gerangschikt aan een onderachtervork van een rijwiel.
Fig. 16 betreft een tweetal opengewerkte weergave in perspectief van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 15.
Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (Fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een kettingkast 1. Deze omvat een omhullingelement 5 omhullende tenminste een deel van een trekkend deel van de ketting tussen het hoofdtandwiel en het aangedreven tandwiel. Voorts omvat deze een omhullingelement 4 voor het hoofdtandwiel omhullende de ketting ter plaatse daarvan. Een verder omhullingelement 3 omhult de ketting of een deel daarvan teruglopende vanaf het hoofdtandwiel naar het achtertandwiel. Om het achtertandwiel bevindt zich het omhullingsdeel 6 omhullende de ketting ter plaatse van het achtertandwiel.
Het omhullingelement 2 dient voor het omhullen van de ketting ter plaatse van een kettingspansamenstel 11.
Het kettingspansamenstel kent twee geleidewielen, het ge-leidewiel 13 en het spanwiel 12. Het geleidewiel 13 dient er in hoofdzaak voor het kettingterugloopdeel ten opzichte van het kettingspansamenstel 11 te positioneren ten opzichte van het aandrijftandwiel 9. Hierdoor wordt gerealiseerd dat de ketting in een rechte lijn kan verlopen tussen het aandrijftandwiel 9 en het geleidewiel 13. Hierdoor is het mogelijk het kettingterugloopdeelomhullingelement zeer krap uit te voeren ofwel veel zeer slank uit te voeren zonder dat het kettingterugloopdeel contact maakt met het kettingterugloopdeelomhullingelement.
Hiermee wordt een belangrijk doel van de uitvinding bereikt, namelijk een zeer slanke kettingkast zonder contact met de ketting en alle nadelen daarvan.
Op eenzelfde wijze dient het achtertandwiel 9' voor het positioneren van het kettingtrekdeel ten opzichte van het aandrijftandwiel 9. Door deze positie wordt gerealiseerd dat het kettingtrekdeel gerangschikt kan zijn in een zeer slank of zeer krap kettingtrekdeelomhullingele-ment 5.
Bij zowel het kettingtrekdeel als het kettingterugloopdeel is voor de correcte rangschikking in de respectieve omhullingelementen van belang dat de ketting op spanning houdbaar is.
Dit wordt gerealiseerd door de werking van het kettingspansamenstel 11. Het kettingspansamenstel functioneert door het spanwiel 12 opwaarts gericht onder voor-spanning te houden waardoor het terugloopdeel van de ketting dat de geringste spanning kent aangespannen blijft doordat deze ten opzichte van het kettingtrekdeel langere weg doorloopt en daarmee een grotere lengte kent. Het is op alternatieve wijze voorzienbaar dat het kettingspansa-menstel gerangschikt wordt in het kettingtrekdeel.
Aangezien een slank ontwerp van de kettingkast be-voorkeurd is kent het kettingspanneromhullingelement ope-ningen 8, 8', 8'' Voor het doorlaten van delen van de ge-leidewielen.
De kettingkast is gemonteerd ten opzichte van de trapasbuis door middel van een steunelement 7, 7' (Fig. 4). Hiermee wordt bij voorkeur bereikt dat voorzijde van de kettingkast is gefixeerd ten opzichte van de trapas of de trapasbuis van het frame. Hierdoor wordt bereikt dat de ketting volledig vrij loopt ten opzichte van de binnenzijde van het hoofdtandwielomhullingelement 4.
Aan de achterzijde wordt de kettingkast middels een steunarm 23' met een positioneringgat 24 van montage-beugel 23 gefixeerd ten opzichte van het kettingspansamen-stel dat op zijn beurt is gefixeerd ten opzichte van het frame, in het bijzonder ten opzichte van de onderachter-vork.
Hiertoe kent het kettingspansamenstel een montage-blok 21 dat middels twee bouten 22 gemonteerd wordt aan een bij voorkeur onderachtervork 41 met een uitsparing of holte 42 (Fig. 13) van het rijwiel. Ten behoeve van een uitlijning tussen de geleidewielen 12, 13 en de ketting is de oriëntatie van het montageblok 21 ten opzichten van de onderachtervork instelbaar middels de langgerekte vorm van de openingen 35. De montagebeugel 23 wordt middels twee bouten 24 bevestigd aan het montageblok 21. Hierbij worden afstandhouders, zoals afstandringen 25 gebruikt voor het realiseren van de correcte uitlijning tussen de ketting en de geleidewielen. De spanarm 14 wordt roteerbaar bevestigd aan de montagebeugel 23 middels een bout 26. Tussen de montagebeugel 23 en de spanarm 14 wordt een torsieveer 27 gerangschikt voor het onder voorspanning houden van de spanarm en daarmee het spanwiel. Ten behoeve van de tor-siewerking van de torsieveer is voorzien in een fixatiegat 34 in de beugel 23 en in een fixatiesleuf 33 in de spanarm.
Het spanwiel 12 is als geleidewiel gemonteerd aan het vrije einde van de spanarm 14 gemonteerd middels een bout 29 en een moer 29'. Het geleidewiel 13 wordt middels eveneens de bout 26 met een moer 26' gemonteerd ten opzichte van het niet vrije einde van de spanarm en de mon-tagebeugel.
Bij voorkeur zijn de geleidewielen gelagerd middels kogellagers 31, 32. De eenzijdige bevestiging van de geleidewielen verschaft als verder voordeel dat de montage en plaatsing van de ketting relatief eenvoudig is. Op alternatieve wijze is voorzien dat de geleidewielen tussen een dubbel uitgevoerde spanarm zijn gerangschikt voor het verschaffen van een respectieve stabiliteit.
In de figuren 9-14 zijn alternatieve rangschikkingen van deze genoemde onderdelen getoond.
De voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 9 en 10 verschaft een alternatieve wijze van opbouw van het ket-tingspanneromhullingelement en het achtertandwielomhullin-gelement. Deze beiden zijn gedeeltelijk samengevoegd met een schaaldeel 91 vormende de onderzijde van het ketting-spanneromhullingelement en een deel van het achtertand-wielomhullingelement. Een verdere schaaldeel 92 vormt de bovenzijde van het kettingspanneromhullingelement. Deze beiden zijn samen assembleerbaar middels klikverbindings-elementen 94 als gerangschikt aan het verdere schaaldeel 92 voor samenwerking met respectieve ontvangnokken (niet getoond) van het schaaldeel 91. Voorts is voorzien in een school verhogen 95 bevestigbaar met de schroef 96 door de opening 97. De bovenzijde van het achtertandwielomhullin-gelement wordt gevormd door bochtenelement 98.
De voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 11 - 13 betreft de genoemde variant met de dubbel uitgevoerde spanarm. Hierbij zijn het geleidewiel 13 en het spanwiel 12 gerangschikt tussen de dubbel uitgevoerde spanarm. De spanarm is hierbij opgebouwd uit een zijde 14' en een zijde 14". Een dergelijke rangschikking verschaft zoals is genoemd een voordelige structurele stevigheid aan het deelsamenstel omvattende de spanarm met de geleidewielen in assemblage. Hierbij worden aan de zijde van het spanwiel de beide armen met elkaar verbonden middels een schroef 29' die wordt geschroefd in een inwendig draad-einddeel 29" van spanarmzijde 14". Een bevestiging aan de zijde van het geleidewiel 13 wordt gerealiseerd middels een schroef 26' voor schroeven daarvan in een bus 26" die eveneens is voorzien van een inwendige draad. Deze bus 26" maakt deel uit van het montage-elementen of montagebeugel 23' die functioneert als een verbinding tussen de spanarm en het montageblok 21.
De voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 15 en 16 betreft een variant waarbij middels het framebuisbevesti-gingelement de spanarm direct bevestigd wordt aan een steun 44 die op zichzelf direct is bevestigd aan de onder-achtervork 41', in de getoonde variant middels lassen, op alternatief voorziene wijze middels een schroefverbinding. Hierbij betreft het framebuisbevestigingelement in hoofdzaak de schroefverbinding uitgevoerd middels de schroef 46 de moer 46'waarmee de spanarm 14 bevestigbaar is aan de steun 44.
Hierbij is voorts voorzien in een behuizing 47 voor de torsieveer 27 voor het onder voorspanning houden van de spanarm 14. Deze behuizing dient voorts als hoe af- standhouder voor het verschaffen van een correcte uitlij-ning tussen de geleidewielen en de ketting. Het geleide-wiel 13 is eveneens bevestigd aan de spanarm 14 middels de schroefverbinding omvattende de schroef 46 en de moer 46'. Het spanwiel 12 is verbonden met de spanarm via een schroefverbinding met de schroef 29". Bij de geleidewielen zijn voorzien van een lager 32 voor lagering ten opzichte van de spanarm en de bevestiging daarmee.
Hoewel de beschrijving van dit document erop is gericht dat het kettingspansamenstel is gerangschikt in het kettingterugloopdeel is evenzeer bedoeld dat deze kan zijn gerangschikt in het kettingtrekdeel en valt een dergelijke rangschikking onder de omvang van de aangehechte conclusies. Een kettingdeel betreft hierbij ofwel het kettingtrekdeel als het kettingterugloopdeel. Het kettingtrekdeel verloopt van het aandrijvende tandwiel naar het aangedreven tandwiel en het kettingterugloopdeel verloopt van het aangedreven tandwiel naar het aandrijvende tandwiel. In de praktijk staat het kettingtrekdeel het meest onder spanning.
Kettingspansamenstel voor het verschaffen van een spanwerking aan een kettingdeel, zoals het kettingtrekdeel of het kettingterugloopdeel, het kettingspansamenstel omvattende : - een framebuisbevestigingelement voor bevestiging van het kettingspansamenstel aan framebuis, bij voorkeur een onderachtervork, - een spanarm voor het verschaffen van een spanwerking ten opzichte van de ketting, waarbij de spanarm beweegbaar is gerangschikt ten opzichte van het framebuis-bevestigingelement, - voorspanmiddelen voor het verschaffen van een voorspanning aan de spanarm, - een eerste geleidewiel en bij voorkeur een tweede geleidewiel voor het geleiden van de ketting, waarbij - ten minste één geleidewiel is gerangschikt aan de spanarm teneinde de spanwerking ten opzichte van de ketting te verschaffen, en waarbij - het eerste geleidewiel en het tweede geleidewiel functioneel zijn voor het tijdens gebruik onder voorspan-ning geleiden van één van de kettingdelen als aangespannen deel, bij voorkeur het kettingterugloopdeel, zodanig dat het aangespannen deel langer is dan het andere deel.
In het voorgaande is de onderhavige uitvinding beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die bij lezing door een vakman van het vakgebied op basis van dit document door een vakman binnen het begrip van de uitvinding vallen beschouwd worden te zijn meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang van dit document. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies . ~k -k 'k -k ~k
Claims (23)
1. Kettingkast voor omhullen van een om een hoofdtandwiel en aangedreven tandwiel omgelegde ketting, zoals omvattende twee vrije kettingdelen, een kettingtrekdeel en een kettingterugloopdeel, van bij voorkeur een voertuig, zoals een rijwiel omvattende een frame, de kettingkast omvattende : - een hoofdtandwielomhullingelement voor het omhullen van de ketting ter plaatse van het hoofdtandwiel, zoals een trapastandwiel; - een kettingtrekdeelomhullingelement voor het omhullen van ten minste een deel van een trekkend deel van de ketting tussen het hoofdtandwiel en het aangedreven tandwiel, - een kettingterugloopdeelomhullingelement voor het omhullen van tenminste een teruglopend deel van de ketting tussen het hoofdtandwiel en het aangedreven tandwiel; - een kettingspanneromhullingelement voor het omhullen van een kettingspansamenstel met daardoor gerangschikt deel van de ketting.
2. Kettingkast volgens conclusie 1 omvattende het kettingspansamenstel voor het verschaffen van een spanwerking aan een kettingdeel, zoals het kettingtrekdeel of het kettingterugloopdeel, het kettingspansamenstel omvattende: - een framebuisbevestigingelement voor bevestiging van het kettingspansamenstel aan framebuis, bij voorkeur een onderachtervork, - een spanarm voor het verschaffen van een spanwerking ten opzichte van de ketting, waarbij de spanarm beweegbaar is gerangschikt ten opzichte van het framebuis-bevestigingelement, - voorspanmiddelen voor het verschaffen van een voorspanning aan de spanarm, - een eerste geleidewiel en bij voorkeur een tweede geleidewiel voor het geleiden van de ketting, waarbij - ten minste één geleidewiel is gerangschikt aan de spanarm teneinde de spanwerking ten opzichte van de ketting te verschaffen, en waarbij - het eerste geleidewiel en het bevoorkeurde tweede geleidewiel functioneel zijn voor het tijdens gebruik onder voorspanning geleiden van één van de kettingdelen als aangespannen deel, bij voorkeur het kettingterugloop-deel, zodanig dat het aangespannen deel langer is dan het andere deel.
3. Kettingkast volgens conclusie 1 of conclusie 2 omvattende het eerste en het tweede geleidewiel, waarbij bij voorkeur een eerste van het eerste geleidewiel en het tweede geleidewiel tijdens gebruik aan een eerste zijde van de ketting is gerangschikt en het tweede van het eerste en het tweede geleidewiel tijdens gebruik is gerangschikt aan een tweede zijde van de ketting.
4. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een voorzijdesteun voor steunen van de kettingkast aan de voorzijde daarvan ter plaatse van het aandrijftandwiel van de fiets, bij voorkeur voor het steunen van de kettingkast aan een trapasbuis van de fiets.
5. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een achtertandwielomhullinge-lement.
6. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende koppelmiddelen voor koppelen van omhullingelementen met het kettingspansamenstel, bij voorkeur het kettingterugloopdeelomhullingelement, het achtertandwielomhullingelement en/of het kettingspannerom-hullingelement.
7. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de spanarm roteerbaar gerangschikt is ten opzichte van het frame en/of framebuisbeves-tigingelement om een rotatiehartlijn van het eerste of het tweede geleidewiel.
8. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de spanarm roteerbaar is gerangschikt ten opzichte van het frame en/of framebuisbevesti-gingelement om een rotatiearm en tussen het eerste en het tweede geleidewiel.
9. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een voorspanningorgaan, zoals een veer, zoals een torsieveer.
10. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het kettingspanneromhullingele-ment is gerangschikt ter plaatse van het kettingterugloop-deel.
11. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een montagebeugel.
12. Kettingkast volgens conclusie 11 waarbij de montagebeugel dient voor aanpasbare of instelbare rangschikking van de geleide wielen ten opzichte van het fra-mebuisbevestigingelement.
13. Kettingkast volgens conclusie 11 of 12 waarbij de montagebeugel dient voor het ondersteunen van de kettingkast of een omhullingelement daarvan, zoals het ket-tingspanneromhullingelement.
14. Kettingkast volgens conclusie 11, 12 of 13 waarbij de montagebeugel steunmiddelen omvat voor ondersteunen van de kettingkast of een omhullingelement daarvan, zoals het achtertandwielomhullingelement.
15. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het kettingspansamenstel steunmiddelen omvat voor ondersteunen van de kettingkast of een omhullingelement daarvan, zoals het kettingterugloopdeel-omhullingelement.
16. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij middels het framebuisbevestigin-gelement de spanarm monteerbaar is aan een bevestigingor-gaan, zoals een bevestigingoog, gerangschikt aan het frame, bij voorkeur een onderachtervork daarvan.
17. Kettingkast volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de kettingkast of een omhullingelement daarvan bevestigbaar is aan een bevestigingorgaan gerangschikt aan het frame, bij voorkeur een onderachter-vork daarvan.
18. Kettingkast volgens conclusie 16 of 17, waarbij het bevestigingorgaan is bevestigd aan het frame, zoals de onderachtervork daarvan, middels een schroefverbinding, bij voorkeur middels een verborgen schroefverbinding middels een uitsparing in de onderachtervork, bij voorkeur gerangschikt in de binnenzijde van de onderachtervork.
19. Kettingkast volgens conclusie 16 of 17 waarbij het bevestigingsorgaan, zoals het bevestigingoog, is bevestigd aan het frame, zoals de onderachtervork daarvan, middels een lasverbinding.
20. Kettingkast volgens een of meer van de conclusies 2 tot en met 18 waarbij de spanarm vanaf een bevesti-gingpunt en/of een rotatiepunt daarvan ten opzichte van het frame zich in hoofdzaak achterwaarts richting een achteras van het rijwiel uitstrekt.
21. Kettingkast volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende tenminste een doorlaatopening voor een geleidewiel.
22. Kettingspansamenstel voor het verschaffen van een spanwerking aan een kettingdeel, zoals het ketting-trekdeel of het kettingterugloopdeel, het kettingspansamenstel omvattende: - een framebuisbevestigingelement voor bevestiging van het kettingspansamenstel aan framebuis, bij voorkeur een onderachtervork, - een spanarm voor het verschaffen van een spanwerking ten opzichte van de ketting, waarbij de spanarm beweegbaar is gerangschikt ten opzichte van het framebuis-bevestigingelement, - voorspanmiddelen voor het verschaffen van een voorspanning aan de spanarm, - een eerste geleidewiel en bij voorkeur een tweede geleidewiel voor het geleiden van de ketting, waarbij - ten minste één geleidewiel is gerangschikt aan de spanarm teneinde de spanwerking ten opzichte van de ketting te verschaffen, waarbij - het eerste geleidewiel en het tweede geleidewiel functioneel zijn voor het tijdens gebruik onder voorspanning geleiden van één van de kettingdelen als aangespannen deel, bij voorkeur het kettingterugloopdeel, zodanig dat het aangespannen deel langer is dan het andere deel, en - het framebuisbevestigingelement voor bevestiging van het kettingspansamenstel aan de framebuis functioneert in samenwerking met een bevestigingsvoorziening van de framebuis, zoals de onderachtervork.
23. Kettingspansamenstel volgens conclusie 19 omvattende een of meer maatregelen volgens een of meer van de conclusies een tot en met 18. k -k k k k
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2018764 | 2017-04-21 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2020813A NL2020813A (nl) | 2018-10-29 |
NL2020813B1 true NL2020813B1 (nl) | 2019-04-25 |
Family
ID=62952375
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2020813A NL2020813B1 (nl) | 2017-04-21 | 2018-04-23 | Kettingkast en kettingspansamenstel |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US11492060B2 (nl) |
EP (1) | EP3612441A2 (nl) |
JP (1) | JP2020517525A (nl) |
CN (1) | CN111032504B9 (nl) |
NL (1) | NL2020813B1 (nl) |
WO (1) | WO2018194459A2 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2026848B1 (en) * | 2020-11-06 | 2022-06-27 | Hesling B V | Bicycle with a chain or belt tensioner |
US11919592B2 (en) * | 2021-07-08 | 2024-03-05 | Dive Xtras Inc. | Devices for retaining a bicycle chain on a sprocket |
NL2031299B1 (nl) * | 2021-10-07 | 2023-04-17 | Vanmoof Bv | Kettingafschermsamenstel voor een rijwiel. |
WO2023059197A1 (en) * | 2021-10-07 | 2023-04-13 | Vanmoof B.V. | Chain protection assembly for a bicycle, and bicycle |
Family Cites Families (25)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US611750A (en) * | 1898-10-04 | fulford | ||
US659235A (en) * | 1898-02-23 | 1900-10-09 | Thomas B Jeffery | Bicycle gearing-case. |
FR457646A (fr) | 1913-04-28 | 1913-09-22 | Rene Ravard | Cadre-carter de bicyclette |
US3121575A (en) * | 1962-02-26 | 1964-02-18 | Mario J Bourgi | Bicycle drive apparatus |
JPS4411303Y1 (nl) * | 1966-06-15 | 1969-05-10 | ||
US3402942A (en) * | 1966-06-17 | 1968-09-24 | Shimano Industrial Co | Device for tensioning the driving chain in a bicycle equipped with coaster brake and exposed speed change gear |
US3785219A (en) * | 1972-06-05 | 1974-01-15 | J Anthamatten | Coaster brake system for a multi-speed bicycle |
FR2322772A1 (fr) * | 1975-09-08 | 1977-04-01 | Peugeot Cycles | Protecteur pour transmission par chaine et roues dentees, notamment pour transmission de cycle ou analogue |
US4099737A (en) * | 1977-04-27 | 1978-07-11 | Dayco Corporation | Bicycle belt drive system |
JPS5823792U (ja) * | 1981-07-31 | 1983-02-15 | 小山 栄助 | 自転車用変速機 |
US5006094A (en) * | 1989-09-06 | 1991-04-09 | Hamlin Transmission Corporation | Self-positioning belt tensioner |
US5213549A (en) * | 1991-07-22 | 1993-05-25 | Pierre Blanchard | Derailleurs for multi-speed bicycles |
CN2135518Y (zh) * | 1992-09-16 | 1993-06-09 | 顺杰实业股份有限公司 | 脚踏车链盖 |
FR2750668B1 (fr) * | 1996-07-03 | 1998-11-20 | Savard Franck | Dispositif de tension et de guidage d'une chaine pour un changement de vitesses de velo |
US5725450A (en) * | 1996-08-21 | 1998-03-10 | Joshua Paris | Device for preventing derailment of a bicycle chain |
US7059983B2 (en) * | 2002-03-20 | 2006-06-13 | Jon Heim | Multiple sprocket, multiple function chain guide |
US20030224891A1 (en) * | 2002-05-31 | 2003-12-04 | Joe Chou | Chain casing for a bicycle |
TWI283219B (en) * | 2004-02-10 | 2007-07-01 | Honda Motor Co Ltd | Chain tension structure |
EP2167327A1 (de) * | 2007-07-19 | 2010-03-31 | Katz Biking Gmbh | Antrieb für ein zweirad |
US7874955B2 (en) * | 2007-09-28 | 2011-01-25 | Patterson Bicycle Transmission, Llc | Bicycle transmission system |
NL1036247C2 (nl) * | 2008-11-27 | 2010-05-28 | Johan Hajo Hoekstra | Schakelstelsel voor een rijwiel en rijwiel voorzien van een dergelijk schakelstelsel. |
DE102009013339A1 (de) * | 2009-03-16 | 2010-09-23 | Jochen Klieber | Vorrichtung zur Führung einer Kette |
CN202320708U (zh) | 2011-11-14 | 2012-07-11 | 慈溪市羚翔车业有限公司 | 一种简易车链张紧装置 |
CN202642017U (zh) * | 2012-06-26 | 2013-01-02 | 江南大学 | 一种自行车防掉链装置 |
US9400037B2 (en) * | 2013-06-04 | 2016-07-26 | Shimano Inc. | Bicycle chain tensioner |
-
2018
- 2018-04-23 JP JP2020507977A patent/JP2020517525A/ja active Pending
- 2018-04-23 US US16/606,886 patent/US11492060B2/en active Active
- 2018-04-23 NL NL2020813A patent/NL2020813B1/nl active
- 2018-04-23 WO PCT/NL2018/050258 patent/WO2018194459A2/en unknown
- 2018-04-23 EP EP18742854.5A patent/EP3612441A2/en active Pending
- 2018-04-23 CN CN201880042058.9A patent/CN111032504B9/zh active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US20200047837A1 (en) | 2020-02-13 |
WO2018194459A3 (en) | 2018-12-20 |
WO2018194459A2 (en) | 2018-10-25 |
JP2020517525A (ja) | 2020-06-18 |
CN111032504B (zh) | 2022-07-12 |
CN111032504B9 (zh) | 2022-08-09 |
US11492060B2 (en) | 2022-11-08 |
CN111032504A (zh) | 2020-04-17 |
EP3612441A2 (en) | 2020-02-26 |
NL2020813A (nl) | 2018-10-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2020813B1 (nl) | Kettingkast en kettingspansamenstel | |
US9334016B2 (en) | Bicycle rear derailleur | |
US7198126B2 (en) | Front suspension for recreational vehicle | |
US4146101A (en) | Snow cycle vehicle | |
ES2376553T3 (es) | Estructura de bastidor. | |
US11319021B2 (en) | Bicycle rear derailleur | |
US20070265121A1 (en) | Drive chain motion stabilizer | |
NL2007156C2 (en) | Vehicle having chain tensioning apparatus. | |
US5282517A (en) | Drive wheel suspension system for a motorcycle | |
CN109070675A (zh) | 用于悬架摆臂的张紧装置 | |
JP2020517525A5 (nl) | ||
US20130319783A1 (en) | Two wheel drive for a motorcycle | |
US8882130B2 (en) | Bicycle drive assembly | |
JPS61268577A (ja) | 自転車及び自転車フレ−ム | |
US11235634B2 (en) | Vehicle with an actuator for adjusting a limiter strap | |
US10766572B2 (en) | Toe hold for a snowmobile | |
US10501147B2 (en) | Bicycle derailleur | |
US9676442B1 (en) | Moped | |
US20220119064A1 (en) | Belt Driven Pedal Cycle Employing a Slim Protective Belt Drive Cover | |
KR20090010258A (ko) | 산악자전거용 후륜 디레일러의 보호 장치 | |
KR20100022353A (ko) | 스티어링 칼럼 | |
GB2352212A (en) | Rear wheel mounting in a bicycle | |
MERTZ | Other Classes | |
WO2010102349A1 (en) | Fork assemblies |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD | Change of ownership |
Owner name: MA MICRO LIMITED; GB Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: VANMOOF B.V. Effective date: 20240207 |