NL2019384B1

NL2019384B1 - Scheerinrichting

Info

Publication number: NL2019384B1
Application number: NL2019384A
Authority: NL
Inventors: Harald De Nijs Edward
Original assignee: Harald De Nijs Edward
Priority date: 2017-08-01
Filing date: 2017-08-01
Publication date: 2019-02-19
Also published as: EP3661708A1; CN111051021A; WO2019027320A8; WO2019027320A1; US20200164535A1

Abstract

Beschreven wordt een compacte scheerinrichting omvattende: — een in hoofdzaak vlak schuiforgaan waar ten minste een, gedeeltelijk daaruit te steken, scheermes mee is verbonden, — een in hoofdzaak vlakke houder die is ingericht om het daarin in lengterichting verschuifbare schuiforgaan in gewenste posities te brengen, en — bedienorganen die een handmatig te bedienen knop, en in de houder aangebrachte en met de knop verbonden middelen hebben waarmee het schuiforgaan in lengterichting kan worden bewogen als gevolg waarvan voornoemd scheermes instelbare schuifposities inneemt.

Description

Octrooicentrum

B26B 21/24 (2018.01) B26B 21/52 (2018.01)

0 Aanvraag ingeschreven:	© Octrooihouder(s):
19 februari 2019	Edward Harald de Nijs te De Meern.
0 Aanvraag gepubliceerd:
-	© Uitvinder(s):
	Edward Harald de Nijs te De Meern.
© Octrooi verleend:
19 februari 2019
	© Gemachtigde:
© Octrooischrift uitgegeven:	ir. C.W.A.M. Klavers te Almere.
16 mei 2019

SCHEERINRICHTING

Beschreven wordt een compacte scheerinrichting omvattende:

- een in hoofdzaak vlak schuiforgaan waar ten minste een, gedeeltelijk daaruit te steken, scheermes mee is verbonden,

- een in hoofdzaak vlakke houder die is ingericht om het daarin in lengterichting verschuifbare schuiforgaan in gewenste posities te brengen, en

- bedienorganen die een handmatig te bedienen knop, en in de houder aangebrachte en met de knop verbonden middelen hebben waarmee het schuiforgaan in lengterichting kan worden bewogen als gevolg waarvan voornoemd scheermes instelbare schuifposities inneemt.

NL B1 2019384

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

SCHEERINRICHTING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scheerinrichting.

Scheerinrichtingen om haar van bijvoorbeeld een baard of snor bij te werken of te scheren zijn er in vele soorten en uitvoeringen. Zo zijn er elektrisch aangedreven, maar ook handmatig te bedienen scheerinrichtingen. In die laatste categorie zijn er bijvoorbeeld inrichtingen waarin het alom bekende scheermesje wordt geklemd met behulp van een mechaniek, dat zich aan het einde van een handgreep bevindt. Aan het andere einde van de handgreep zit een draaiknop waarmee het mechaniek wordt bediend en die het scheermesje vrijgeeft of vastzet en afschermt met uitzondering van een daaruit stekende snijkant, waarmee naar wens nat of droog geschoren kan worden.

Nadeel van de bekende scheerinrichtingen is dat deze een relatief groot volume in beslag nemen.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde scheerinrichting die compact is, eenvoudig is mee te nemen is en een beperkter beslag op beschikbare ruimte legt.

Daartoe heeft de scheerinrichting overeenkomstig de uitvinding het kenmerk dat de scheerinrichting omvat:

Voordeel van de scheerinrichting volgens de uitvinding is dat deze nagenoeg geheel plat is en compact is en daardoor weinig plaats inneemt en eenvoudig mee te nemen is. Bovendien ligt in niet gebruikte toestand, waarin het schuiforgaan met het scheermes volledig ingeschoven is, het scheermes veilig opgeborgen. Verder kan het schuiforgaan niet per ongeluk in gebruikstoestand terecht komen, waarin het scheermes tot buiten de houder reikt, omdat daartoe het bewust bewegen van de knop noodzakelijk is. Dit verhoogd de veiligheid van de scheerinrichting volgens de uitvinding, ook wanneer deze op het lichaam of in met name in kleding of bijvoorbeeld een rugzak is opgeborgen. Door diens beperkte beslag op beschikbare ruimte en laag eigen gewicht is de scheerinrichting volgens de uitvinding bij uitstek geschikt voor bijvoorbeeld militairen in het veld, personen die langere trektochten door uitgestrekte onbewoonde gebieden maken of lang in de ruimte verblijven of langdurig op zichzelf zijn aangewezen.

Verder gedetailleerde mogelijke uitvoeringsvormen die in de overige conclusies zijn uiteen gezet, zijn samen met de daarbij behorende voordelen in de navolgende beschrijving vermeld.

Thans zal de scheerinrichting volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuren, waarin overeenkomstige onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien. Daarbij toont:

Figuur 1 een perspectivische weergave van een eerste uitvoeringsvorm van een scheerinrichting volgens de uitvinding van een type met schuifknop; tonen

Figuren 2a, 3a, 4a, 5a, 6a en 2b, 3b, 4b, 5b, 6b respectievelijke vlakke houders en daarin verschuifbare vlakke schuiforganen waarin diverse soorten sleuven en leidopeningen zijn aangebracht van verdere uitvoeringsvormen van de scheerinrichting van het type van figuur 1;

Figuren 7a, 8a en 7b, 8b respectievelijke voor- en achterzijden van schuiforganen elk met een deel van een schuifknop, en figuren 7c en 8c zijaanzichten daarvan met details van de wijze waarop het scheermes of de scheermessen met het schuiforgaan van de scheerinrichting van bovenvermeld type is verbonden;

Figuren 9a en 9b een houder en een bijbehorend schuiforgaan van een tweede uitvoeringsvorm van de scheerinrichting volgens de uitvinding met een draaibare knop met een excentrisch leiddeel; en

Figuren 10a en 10b een houder en een bijbehorend schuiforgaan van een derde uitvoeringsvorm van de scheerinrichting volgens de uitvinding met een draaibare knop met spindel.

Figuur 1 toont een perspectivische weergave van een scheerinrichting 1. Deze heeft een vlakke houder 2 met een open kopse kant 2-1 en/of aan de daartegenover liggende een open kopse kant 2-2, De scheerinrichting 1 heeft verder een in de houder 2 verschuifbaar in hoofdzaak vlak schuiforgaan 3, en daarmee vast of losneembaar verbonden een gedeeltelijk uit het schuiforgaan 3 stekend scheermes 4. En de inrichting 1 heeft bedienorganen 5 die een handmatig te bedienen knop 5-1, en in de houder 2 aangebrachte en met de knop 5-1 verbonden middelen 5-2 hebben, waarmee het schuiforgaan 3 in lengterichting kan worden bewogen als gevolg waarvan voornoemd scheermes 4 instelbare schuifposities binnen en met name door en buiten de betreffende kopse kant 2-1, 2-2 kan innemen.

De bediening van de in de getoonde gevallen van de figuren 1 tot en met 6 getoonde in hoofdzaak in dwarsrichting verschuifbare knop 5-1 geschied handmatig. De houder 2 heeft een sleuf 6 waarin de knop 5-1 verschuifbaar positioneerbaar is. De schuifknop 5-1 is eventueel in de sleuf 6 klemmend positioneerbaar. Dit geldt ook voor de hierna toe te lichten uitvoeringsvormen van het type scheerinrichting dat een schuifknop 5-1 heeft. Dit type scheerinrichting 1 heeft een zich onder de knop bevindend meebewegend leiddeel 5-3 (zie figuren 7b en 9b). Anderzijds hebben de voornoemde middelen 5-2 een in het schuiforgaan 3 aangebrachte leidopening 5-4, waarin dit leiddeel 5-3 steekt. Bij het in dwarsrichting bewegen van de knop 5-1 drukt diens leiddeel 5-3 tegen de opening 5-4 waardoor het schuiforgaan 3 afhankelijk van de bewegingsrichting van de knop 5-1 en het verloop van de leidopening 5-4, naar boven of naar beneden in de figuren 1-6 schuift. Het gevolg is dat bij het verschuiven van de knop 5-1 voornoemd scheermes 4 instelbare schuifposities aan althans een van beide kopse kanten 2-1, 2-2 van de houder 2 van de scheerinrichting 1 inneemt.

In het bijzonder tonen de figuren 2a en 2b een uitvoeringsvorm van voornoemd type met een rechte sleuf 6 in de houder 3 en een rechte leidopening 5-4. Door de schematisch in figuur 2b weergegeven knop 5-1 in de sleuf 6 naar links te bewegen verdwijnt het schuiforgaan 3 met het mes 4 de houder 3 in en vice versa.

Evenzo zijn in de figuren 3a en 3b de sleuf 6 en leidopening 5-4 enigszins gebogen.

In de uitvoering van figuren 4a en 4b kan de knop 5-1 aan verruimde uiteinden 6-1, 6-2 van de sleuf 6 enigszins in lengterichting stapsgewijze naar binnen respectievelijk naar buiten worden bewogen, waarbij de leidopening 5-4 een continu verloop heeft. Hierdoor schuift het schuiforgaan 3 samen met het scheermes 4 respectievelijk in of uit de houder 2 .

In de volgende uitvoering van figuren 5a en 5b kan de knop 5-1 aan verruimde uiteinden 6-1, 6-2 van de sleuf 6 enigszins in lengterichting stapsgewijze naar binnen respectievelijk naar buiten worden bewogen, waarbij de leidopening 5-4 een discontinu verloop heeft, met dito resultaat als toegelicht in de vorige uitvoeringsvorm.

In een verdere uitvoering van voornoemd type van de figuren 6a en 6b heeft sleuf 6 een halterachtig verloop ook met verruimde uiteinden 6-1, 6-2 en heeft de leidopening 54 een zigzag of zaagtand verloop. Hiermee wordt bij het verschuiven van de schuifknop 5-1 een gewenste positieverschuiving van het scheermes 4 bereikt.

De houder 2 heeft twee tegenover elkaar liggende in hoofdzaak vlakke zijden 2-3, 2-4. De hiervoor toegelichte uitvoeringsvormen kunnen aan de ene of de andere vlakke zijde of aan beide vlakke zijden 2-3, 2-4 zijn voorzien van een corresponderende sleuf 6.

In het laatste geval, getoond in de uitvoering van de figuren 7a, 7b en 8a, 8b zijn beide zijden 2-3. 2-4 van de houder 3 voorzien van de overeenkomstig gelegen sleuf 6, waarbij de dan aan elke zijde te bedienen ene schuifknop 51, wiens leiddeel 5-3 dan door de leidopening 5-4 heen loopt, handmatig verschuifbaar is. Voordeel hiervan is dat de knop 5-1 tussen de duim aan de ene zijde 2-3 en de wijsvinger aan de andere zijde 2-4, door middel van het uitoefenen van knijpkracht, eenvoudig te bedienen is. De figuren 7c en 8c tonen samen met hun details hoe het scheermes 4 of op elkaar geplaatste scheermessen 4 die een omgezette rand 4-1 kunnen hebben of ter plaatse V-vormig kunnen zijn, met het uiteinde van het schuiforgaan 3 zijn verbonden. Eventueel kan aan dat uiteinde een holte 7 (detail van fig. 7c) zijn aangebracht waarin de mesjes 4, eventueel losneembaar, zijn vast zitten. De combinatie van de hoek a (fig. 3a) die de sleuf 6 eventueel maakt met de dwarsrichting, en van de hoek β (fig. 8b) die althans een deel van de leidopening 5-4 maakt met de dwarsrichting bepalen de mate waarin het schuiforgaan 3 samen met de scheermesjes 4 door de betreffende kopse kant(en) 2-1 en/of

2-2 naar buiten, dan wel naar binnen, bewegen.

Figuren 9a en 9b tonen de houder 2 en het bijbehorende schuiforgaan 3 van een tweede uitvoeringsvorm van de scheerinrichting 1. De middelen 5-2 van de bedienorganen 5 hebben in dit geval een draaibare knop 5-1 met een weergegeven excentrisch leiddeel 5-3 dat onder de knop in de leidopening 5-4 van het schuiforgaan 3 valt. De knop 5-1 is draaibaar om een as die loodrecht staat op het vlak van het schuiforgaan 3. Bij het verdraaien van de knop 5-1 neemt voornoemd scheermes 4 door het bewegen van het leiddeel 5-3 in de leidopening 5-4 instelbare schuifposities in. De knop 5-1 kan desgewenst in de kruisvormige sleuf 6 die enigszins taps toelopende kruiseinden heeft klemmen.

Figuren 10a en 10b tonen de houder 2 en het bijbehorende schuiforgaan 3 van een derde uitvoeringsvorm van de scheerinrichting 1. De middelen 5-2 van de bedienorganen 5 hebben in dit geval een draaibare knop 5-1. De knop 5-1 die ligt opgesloten binnen de sleuf 6 in de houder 2 is in dit geval draaibaar om een as die in de lengterichting wijst en in het vlak van het schuiforgaan 3 ligt. De knop 5-1 heeft een van schroefdraad voorzien gat 8 waardoorheen de middelen 5-2 steken die nu zijn uitgevoerd met een zich in lengterichting uitstrekkende spindel 9 die is verbonden met het schuiforgaan 3. Bij het verdraaien van de opgesloten knop 5-1 wordt de spindel 9 en daarmee het schuiforgaan 3 in lengterichting verplaatst, als gevolg waarvan voornoemd scheermes instelbare schuifposities inneemt.

Bij voorkeur loopt het bovenoppervlak van de knop 5-1 in alle toegelichte uitvoeringsvormen en bij alle types telkens nagenoeg gelijk met het vlak, c.q. de vlakken, van de in hoofdzaak vlakke houder 2, zodat nagenoeg geen uitstekend deel heeft en gemakkelijk is op te bergen.

Claims

CONCLUSIES

1. Scheerinrichting omvattende:

- een in hoofdzaak vlak schuiforgaan waar ten minste een, gedeeltelijk daaruit te steken, scheermes mee is verbonden,

- een in hoofdzaak vlakke houder die is ingericht om het daarin in lengterichting verschuifbare schuiforgaan in gewenste posities te brengen, en

- bedienorganen die een handmatig te bedienen knop, en in de houder aangebrachte en met de knop verbonden middelen hebben waarmee het schuiforgaan in lengterichting kan worden bewogen als gevolg waarvan voornoemd scheermes instelbare schuifposities inneemt.
2. Scheerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de knop of in hoofdzaak in dwarsrichting verschuifbaar is uitgevoerd of draaibaar is uitgevoerd.
3. Scheerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat ingeval de knop verschuifbaar deze een meebewegend leiddeel heeft, en voornoemde middelen een in het schuiforgaan aangebrachte leidopening vormen, waarbij de scheerinrichting is ingericht om bij het verschuiven van de knop voornoemd scheermes de instelbare schuifposities te laten innemen.
4. Scheerinrichting volgens een van de conclusies 2-

3, met het kenmerk dat de scheerinrichting zodanig is ingericht dat voornoemd scheermes uitschuifposities aan een of aan elk van de tegenover elkaar liggende open kopse kanten van de houder kan aannemen.
5. Scheerinrichting volgens een van de conclusies 2-

4, met het kenmerk dat de houder een sleuf heeft waarin de knop positioneerbaar, in het bijzonder klemmend positioneerbaar, is.
6. Scheerinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de houder twee tegenover elkaar liggende in hoofdzaak vlakke zijden heeft waarvan er een of beiden is/zijn voorzien van de sleuf.
7. Scheerinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de beide zijden van de houder zijn voorzien van een overeenkomstig gelegen sleuf, waarin de ene knop handmatig verschuifbaar is.
8. Scheerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat ingeval de knop draaibaar is uitgevoerd onder de knop een excentrisch leiddeel zit, waarbij de knop draaibaar is om een as die loodrecht staat op het vlak van het schuiforgaan waarin voornoemde middelen in de vorm van een opening zitten, door welke opening het draaibare excentrische leiddeel steekt, zodanig dat bij het verdraaien van de knop voornoemd scheermes door het bewegen van het leiddeel in de leidopening instelbare schuifposities inneemt.
9. Scheerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de ingeval de knop draaibaar is uitgevoerd de verder niet beweegbare knop een van schroefdraad voorzien gat heeft waardoorheen de middelen steken die zijn uitgevoerd met een zich in lengterichting uitstrekkende spindel die is verbonden met het schuiforgaan, zodanig dat bij het door verdraaien van de knop voornoemd scheermes door de verschuivende spindel instelbare schuifposities inneemt.
10. Scheerinrichting volgens één van de conclusies ΙΟ, met het kenmerk dat het schuiforgaan een holte heeft voor inklemming van voornoemd scheermes.
11. Scheerinrichting volgens één van de conclusies ΙΙΟ, met het kenmerk dat het schuiforgaan is opgebouwd uit twee vlakke delen waartussen voornoemd scheermes is aan te brengen.
12. Scheerinrichting volgens één van de conclusies 1-

11, met het kenmerk dat voornoemd scheermes ten minste een rand heeft die is voorbestemd om uit de scheerinrichting te steken, welke rand kan zijn omgezet, en ingeval voornoemd scheermes twee op elkaar liggende scheermesjes zijn hun omgezette randen uit elkaar wijzen.
13. Scheerinrichting volgens een van de conclusies 1-

12, met het kenmerk dat het schuiforgaan een uit de houder te nemen schuiforgaan is en diens verbinding met voornoemd scheermes losneembaar is.
14. Scheerinrichting volgens één van de conclusies 1-

13, met het kenmerk dat de scheerinrichting uit kunststof en/of metaal, zoals een lichtmetaal bijvoorbeeld aluminium is vervaardigd.
15. Scheerinrichting volgens één van de conclusies 1-

14, met het kenmerk dat het bovenoppervlak van de knop nagenoeg gelijk loopt met het vlak, c.q. de vlakken, van de in hoofdzaak vlakke houder.

1/6

2-2

2/6