NL2018991B1 - Constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen, bodemdeel en staander voor het vormen daarvan, en overeenkomstige draagconstructie. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen, bodemdee1 en staander voor het vormen daarvan, en overeenkomstige draagconstructie. Het constructie-element omvat: - een staander; en - een bodemdeel voor het verzwaren van het constructie-element, welk bodemdeel aan zijn bovenzijde een uitsparing omvat voor het ontvangen van het onderste uiteinde van de staander, waarbij rond de uitsparing koppelmiddelen zijn voorzien voor het vormen van een verstelbare schroefverbinding tussen de staander en het bodemdeel; waarin een onderste deel van de staander aan zijn buitenwand is voorzien van een of meer randde1en, die zich op enige afstand van het onderste uiteinde van de staander bevinden, waarbij openingen zijn voorzien in de een of meer randde1en voor het ontvangen van draadeinden van de schroefverbinding.

Description

CONSTRUCTIE-ELEMENT VOOR EEN DRAAGCONSTRUCTIE VOOR ZONNEPANELEN, BODEMDEEL EN STAANDER VOOR HET VORMEN DAARVAN, EN OVEREENKOMSTIGE DRAAGCONSTRUCTIE.

De uitvinding betreft een constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen. Zonnepanelen, ook wel fotovoltaïsche cellen genoemd, worden meestal onder een hoek opgesteld om zo het instralend vermogen te maximaliseren. Voor het opstellen van zonnepanelen is een constructie nodig die het gewicht van de zonnepanelen kan dragen.

Voor het plaatsen van zonnepanelen op de bodem wordt veelal een raamwerk gebruikt, dat wordt gedragen door een aantal constructie-elementen die op de bodem rusten en op afstand van elkaar zijn voorzien. Vervolgens worden de zonnepanelen op het raamwerk gemonteerd.

Het is bekend om draagconstructies voor zonnepanelen te verankeren in de bodem. Daarmee wordt voorkomen dat de constructie kan omwaaien. Echter, niet op elke locatie is het toegestaan om in de bodem te boren, bijvoorbeeld wanneer de bodem verontreinigd is of als men verwacht dat archeologische objecten in de bodem aanwezig zijn.

Uit de praktijk is het bekend om voor zonnepanelen op platte daken draagconstructies toe te passen die zijn verzwaard om opwaaien door de wind tegen te gaan. Bijvoorbeeld omvat het onderste deel van een dergelijke constructie een bak waarin grind gestort kan worden, of wordt de constructie verzwaard door middel van tegels. Echter, dergelijk constructies zijn ontw'orpen voor platte daken en daardoor ongeschikt voor toepassing op de bodem, die in het algemeen niet vlak is.

Een doel van de uitvinding is bovenstaande problemen te verhelpen of althans te voorkomen en een draagconstructie voor zonnepanelen te verschaffen die zonder le boren op een niet-vlakke bodem is toe te passen.

Dit doel wordt bereikt met het constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen volgens de uitvinding. Het constructie-element omvat: - een staander; en - een bodemdeel voor het verzwaren van het constructie-element, welk bodemdeel aan zijn bovenzijde een uitsparing omvat voor het ontvangen van het onderste uiteinde van de staander, waarbij rond de uitsparing koppelmiddelen zijn voorzien voor het vormen van een verstelbare schroefverbinding tussen de staander en het bodemdeel; waarin een onderste deel van de staander aan zijn buitenwand is voorzien van één of meer randdelen, die zich op enige afstand van het onderste uiteinde van de staander bevinden, waarbij openingen zijn voorzien in de één of meer randdelen voor het ontvangen van draadeinden van de schroefverbinding.

Het bodemdeel is geschikt voor plaatsing op de bodem en verzwaart het constructie-element. Daarmee wordt het omwaaien van de constructie voorkomen. De staander is verstelbaar te koppelen met het bodemdeel door middel van een schroefverbinding. Het onderste uiteinde van de staander rust daarbij op hel bodemdeel, meer in het bijzonder in de uitsparing van de bovenzijde van het bodemdeel. De schroefverbinding wordt gerealiseerd met sehroefmiddelen, zoals schroeven of bouten. Voor het koppelen van de staander aan het bodemdeel worden de draadeinden van de sehroefmiddelen door de openingen in de randdelen van de staander gestoken en gekoppeld met de koppelmiddelen van het bodemdeel. Aangezien de één of meer randdelen van de staander zich op enige afstand van het onderste uiteinde van de staander bevinden, is de staander te kantelen en/of te roteren ten opzichte van het bodemdeel door het verstellen van de schroeven of bouten van de schroefverbinding. Daarmee is de oriëntatie van de staander ten opzichte van het bodemdeel instelbaar. Volgens de uitvinding kunnen zodoende een aantal constructie-elementen op een niet-vlakke bodem worden geplaatst, waama vervolgens de staanders worden versteld, zodat alle staanders recht staan zodat een raamwerk gekoppeld kan worden met de staanders voor het dragen van zonnepanelen.

Het constructie-element is derhalve bijzonder geschikt voor toepassing op een niet-vlakke bodem. Desgewenst kan de constructie echter ook op daken of op een vlakke bodem worden toegepast.

De koppelmiddelen van het bodemdeel bevinden zich rond de uitsparing. De term “rond de uitsparing” wil niet zeggen dat de koppelmiddelen noodzakelijkerwijs in een cirkel zijn opgesteld. De koppelmiddelen kunnen bijvoorbeeld ook in een rechthoek, vierkant, zeshoek of andere vorm zijn opgesteld rond de uitsparing. Bij voorkeur zijn de koppelmiddelen rond de uitsparing voorzien in een vorm die in hoofdzaak overeenkomt met de vorm van de uitsparing, bijvoorbeeld cirkelvormig, rechthoekig, vierkant of zeshoekig.

Bijvoorbeeld omvat hel bodemdeel een massief lichaam, bijvoorbeeld uit beton. In een alternatief voorbeeld omvat het bodemdeel een bak die ter plaatse te vullen is met grind, zand en/of beton. Een dergelijke bak is bijvoorbeeld vervaardigd uit kunststof, hout, een metaal of metaallegering, zoals staal.

De onderzijde van het bodemdeel is bij voorkeur in hoofdzaak vlak.

Bijvoorbeeld is de staander uitgevoerd als een holle staander, bijvoorbeeld als een buis met cirkelvormige doorsnede. Bijvoorbeeld is de staander vervaardigd uit een metaal of metaallegering, zoals staal.

In een voorkeursuitvoering zijn rondom de staander in totaal ten minste drie openingen voorzien in de één of meer randdelen.

Oftewel, ten minste drie draadeinden kunnen in de één of meer randdelen van de staander w'orden ontvangen.

Bijvoorbeeld is één randdeel voorzien, waarin de ten minste drie openingen zijn aangebracht. In een ander voorbeeld zijn ten minste drie randdelen voorzien, waarin in elk randdeel een opening is aangebracht.

Bij voorkeur zijn er niet meer en niet minder dan drie openingen voorzien in de één of meer randdelen.

In een voorkeursuitvoering is aan de bovenzijde van het bodemdeel een verhoging voorzien, die bij voorkeur is uitgerust met de koppelmiddelen voor het vormen van de schroefverbinding.

De staander wordt derhalve verstelbaar gekoppeld aan de verhoging van het bodemdeel.

De verhoging vereenvoudigt het uitlijnen van een aantal constructie-elementen onderling. Een draagconstructie omvat namelijk een aantal constructie-element, die ten opzichte van elkaar moeten worden uitgelijnd om een raamwerk voor de zonnepanelen aan de staanders van de constructie-elementen le kunnen monteren. De verhoging in de bodemplaat maakt het mogelijk om de bodemdelen eenvoudig met elkaar uit te lijnen, bij voorkeur voordat de staanders worden gekoppeld met de bodemdelen. Bijvoorbeeld is een mal voorzien, waarin openingen zijn aangebracht waarin de verhoging van de bodemdelen past. De openingen in de mal zijn uitgelijnd. Bijvoorbeeld omvat de mal twee of meer openingen, bijvoorbeeld ten minste drie openingen. De mal kan over de verhogingen van twee of meer bodemdelen worden geschoven, zodat de bodemdelen op de juiste afstand van elkaar en in een rechte lijn geplaatst kunnen worden. hi een verdere voorkeursuitvoering is de uitsparing voorzien in de verhoging van het bodemdeel.

In een verdere voorkeursuitvoering omvat het constructie-element een additioneel verzwarend deel dat is voorzien van een opening waarin de verhoging van hel bodemdeel past voor het op het bodemdeel plaatsen van het additionele verzwarende deel.

Oftewel, het additionele verzwarende deel kan op het bodemdeel worden geplaatst, waarbij de verhoging van hel bodemdeel door de opening in het additionele verzwarende deel reikt. Op deze wijze wordt verschuiven van het additionele verzwarende deel voorkomen.

In een voorkeursuitvoering is het onderste uiteinde van de staander afgerond.

Daarmee kan het onderste uiteinde van de staander op het bodemdeel rusten, terwijl het kantelen en roteren van de staander ten opzichte van het bodemdeel wordt ondersteund.

De koppelmiddelen van het bodemdeel kunnen op verschillende wijzen zijn uitgevoerd.

In een eerste voorbeeld omvatten de koppelmiddelen van het bodemdeel schroefhulzen met intern schroefdraad.

In dit voorbeeld worden de staander en het bodemdeel met elkaar verbonden door middel van afzonderlijke schroeven of bouten, die door openingen in de één of meer randdelen van de staander worden gestoken en in de schroefhulzen van het bodemdeel worden geschroefd.

Bijvoorbeeld, in hel geval het bodemdeel is vervaardigd uit het beton, kunnen de schroefhulzen zijn ingegoten in het beton.

In een tweede voorbeeld omvatten de koppelmiddelen van het bodemdeel draadeinden die zich in hoofdzaak verticaal van het bodemdeel uitstrekken.

In dil voorbeeld worden de staander en het bodemdeel met elkaar verbonden door de draadeinden die zich vanaf het bodemdeel uitstrekken door de openingen van de één of meer randdelen te steken en vervolgens een moer aan te brengen op de draadeinden.

In een voorkeursuitvoering zijn de één of meer randdelen gevormd door een flens die rond de staander is aangebracht.

Oftewel, een plaatvormig randdeel is rondom aan de buitenwand van de staander voorzien.

In een voorkeursuitvoering liggen de openingen in de randdelen in hoofdzaak in één vlak, en zijn deze openingen voorzien op de hoekpunten van een denkbeeldige gelijkzijdige veelhoek, bij voorkeur een gelijkzijdige driehoek.

Oftewel, er zijn ten minste drie openingen die alle in één vlak liggen en op in hoofdzaak dezelfde afstand tot elkaar.

In een verdere voorkeursuitvoering is de flens in hoofdzaak driehoekig en zijn de openingen voorzien nabij de hoeken van de driehoekige flens.

In een voorkeursuitvoering is hel bodemdeel in hoofdzaak plaatvormig.

Bij voorkeur is het bodemdeel vervaardigd uil beton.

In een verdere voorkeursuitvoering omvat het constructie-element verder een klem die om een bovenste deel van de staander is geklemd voor het bevestigen van een raamwerk voor het dragen van zonnepanelen aan de staander aan de klem.

Door een Idem om het bovenste deel van de staander le voorzien, d.w.z. een deel dat zich boven de één of meer randdelen bevindt, kan de positie van de klem langs de staander eenvoudig worden aangepast.

De uitvinding heeft verder betrekking op een draagconstructie voor zonnepanelen, omvattende een aantal constructie-elementen zoals bovenstaand beschreven.

De uitvinding betreft verder een bodemdeel voor een constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen, dat in hoofdzaak plaatvormig is en een verhoging omvat, welke verhoging is voorzien van koppelmiddelen voor het vormen van een verstelbare schroefverbinding tussen een staander van het constructie-element en het bodemdeel.

Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een staander voor een constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen, waarin een onderste deel van de staander aan zijn buitenwand is voorzien van één of meer randdelen, die zich op enige afstand van het onderste uiteinde van de staander bevinden, waarbij openingen zijn voorzien in de één of meer randdelen voor het ontvangen van draadeinden van een schroefverbinding. Bij voorkeur is het onderste uiteinde van de staander afgerond.

Tot slot heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het maken van een constructie-element zoals bovenstaande beschreven, omvattende: - het vervaardigen van een staander, waarbij aan een onderste deel van de staander, op enige afstand van het onderste uiteinde van de staande, aan de buitenwand één of meer randdelen worden voorzien, en waarin openingen worden aangebracht in de één of meer randdelen; - het vervaardigen van een bodemdeel voor het verzwaren van het constructie-element, waarbij het bodemdeel wordt voorzien van koppelmiddelen; - het door middel van een schroefverbinding koppelen van de staander aan de koppelmiddelen van het bodemdeel, waarbij draadeinden van de schroefverbinding door de openingen in de één of meer randdelen van de staander worden gestoken.

Voor de draagconstructie, het bodemdeel, de staander en de werkwijze volgens de uitvinding gelden dezelfde voordelen en effecten zoals bovenstaand beschreven voor het constructie-element.

Verdere voordelen, details en effecten van de uitvinding zullen worden beschreven aan de hand van voorbeelduitvoeringen hiervan waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren.

Figuren 1A-C tonen in bovenaanzicht, zijaanzicht respectievelijk perspectief een bodemdeel van een constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen volgens een uitvoering van de uitvinding;

Figuur 2A toont in perspectief het bodemdeel volgens figuren 1 A-C met een additionele bodemplaat;

Figuur 2B toont schematisch een alternatief bodemdeel met een aantal additionele bodemplaten;

Figuren 3A-B tonen een uitvoering van een staander van een constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen volgens een uitvoering van de uitvinding;

Figuren 3C-D tonen details van de flens van de staander uit figuren 3A-B;

Figuur 4 loont een constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen volgens een uitvoering van de uitvinding, omvattende het bodemdeel uit figuren 2A en de staander uit figuren 3A-D;

Figuur 5 toont in perspectief een constructie-element volgens een alternatieve uitvoering van de uitvinding;

Figuur 6 toont schematisch een constructie-element volgens figuur 4, uitgerust met een klem voor het bevestigen van een raamwerk voor het dragen van zonnepanelen; en

Figuren 7A-B tonen schematisch een draagconstructie voor zonnepanelen volgens een uitvoering van de uitvinding, respectievelijk in perspectief en zijaanzicht. ht een uitvoering is een bodemdeel 2 (figuren 1A-C) uitgevoerd als een betonplaat. De betonplaat 2 kan bijvoorbeeld een gewicht van 400 kg - 800 kg hebben. In het getoonde voorbeeld heeft de betonplaat een gewicht van ongeveer 600 kg.

De betonplaat 2 omvat aan zijn bovenzijde een centrale verhoging 4. Hoewel hel de voorkeur heeft de verhoging 4 centraal te voorzien, is het alternatief mogelijk de verhoging 4 uit het midden te voorzien.

In de verhoging 4 is een centrale uitsparing 6 aangebracht. Rond de uitsparing 6 van de verhoging 4 zijn schroefhulzen 8 ingegolen in het beton, voor het ontvangen van een draadeind van een schroef of bout.

In het getoonde voorbeeld heeft de verhoging 4 een cirkel vormige doorsnede, en is ook de rand van uitsparing 6 cirkelvormig. Alternatief is het mogelijk om voor de uitsparing 6 en/of de verhoging 4 een andere vorm te kiezen, bijvoorbeeld wordt de verhoging 4 en/of de uitsparing 6 uitgevoerd met een rechthoekige doorsnede.

De uitsparing 6 is in het getoonde voorbeeld komvormig. De uitsparing 6 kan echter ook over zijn gehele diepte in hoofdzaak dezelfde doorsnede houden. Bijvoorbeeld kan de uitsparing 6 cilindervormig worden uitgevoerd.

De verhoging 4 van bodemplaat kan worden gebruikt om een additionele bodemplaat 10 (figuur 2A) op bodemplaat 2 te plaatsen. Hierbij wordt de naar boven uitstekende verhoging 4 in een opening 12 van de additionele bodemplaat 10 ontvangen. Bijvoorbeeld wordt bodemplaat 2 relatief licht uitgevoerd, bijvoorbeeld 200 - 300 kg, en wordt de tweede bodemplaat 10 met een gewicht van eveneens 200 - 300 kg op bodemplaat 2 geplaats voor het gezamenlijk vormen van een verzwaring van 400 - 600 kg.

In een alternatieve uitvoering (figuur 2B) zijn meerdere additionele bodemplaten 10 voorzien. De verhoging 4 heeft een hoogte die overeenkomt met ten minste de hoogte van de stapel additionele bodemplaten 10. Bijvoorbeeld worden drie additionele bodemplaten 10 voorzien, zoals getoond in het voorbeeld. Bijvoorbeeld heeft elke bodemplaat 2, 10 een gewicht van ongeveer 100 - 150 kg.

Volgens een uitvoering is staander 14 (figuur 3A) uitgevoerd als stalen buis. Het onderste uiteinde 16 van de buis is optioneel afgerond (figuur 3B). Aan het onderste deel van de staander 14, is een flens 18 voorzien, op enige afstand d van het onderste uiteinde van de staander 14. In het getoonde voorbeeld is flens 18 aan de staander 14 gelast.

De flens 18 is in het getoonde voorbeeld in hoofdzaak driehoekig (figuur 3C). In de hoekpunten van de flens 18 zijn opening 20 voorzien voor het ontvangen van een schroef of bout. Verder is in de flens 18 een centrale opening 22 voorzien (figuur 24) voor het ontvangen van de buis van de staander 14. Wanneer de flens 18 rond de buis is geplaatst, worden ze bij voorkeur aan elkaar gelast om zo de staander 14 te vormen. In figuur 4 is de lasnaad 24 weergegeven.

In de uitvoering volgens figuur 4, worden het bodemdeel 2 en de staander 14 aan elkaar gekoppeld door middel van bouten 26 die door de openingen 20 van de flens 18 steken en in de schroefhulzen 8 van bodemdeel 2 zijn geschroefd. Het afgeronde uiteinde 16 van de staander 14 rust hierbij op de bodem van uitsparing 6 in verhoging 4. Door het stellen van bouten 26 lvan de oriëntatie van de staander 14 ten opzichte van de bodemplaat 2 worden aangepast.

In een alternatieve uitvoering (figuur 5) zijn draadeinden 8’ voorzien rond uitsparing 6 van de verhoging 4 van de bodemplaat 2. De draadeinden 8’ zijn bij voorkeur ingegoten in het beton. Voor het koppelen van de staander 14 met bodemdeel 2 worden de draadeinden 8’ door de openingen 20 van de flens 18 gestoken, en vervolgens een moer 9 op elk draadeind 8’ geschroefd. Ook in deze uitvoering rust het onderste uiteinde van staander 14 op de bodem van uitsparing 6 in de verhoging 4.

Optioneel wordt aan een bovenste deel van de staander 14 een klem 28 bevestigd (figuur 6). De klem 28 is gekoppeld met een lichaam 30 voor het daaraan bevestigen van een raamwerk voorliet dragen van zonnepanelen. Lichaam 30 is bijvoorbeeld uitgevoerd als plaat, buis of beugel, bij voorkeur uit een metaal of metaallegering, zoals staal.

Verder is optioneel de bovenzijde van de buis van de staander 14 afgedicht door een stop 32, om te voorkomen dat water in de staander 14 kan komen. hi figuur 7A is schematisch een draagconstructie voor zonnepanelen weergegeven. Meerdere constructie-elementen zijn op enige afstand van elkaar bevestigd, waarbij de bodemdelen 2 op de bodem zijn geplaatst en staanders 14 zijn recht zijn gesteld, door middel van de bouten of schroeven waarmee staanders 14 aan de bodemdelen 2 zijn gekoppeld. Een raamwerk 34 waarop zonnepanelen 36 geplaatst kunnen worden is bevestigd aan de staanders 14, bijvoorbeeld door montage aan bevestigingsmiddel 30. Het raamwerk 34 wordt bij voorkeur onder een hoek cc geplaatst ten opzichte van de horizontaal, zoals weergegeven in figuur 7B.

De uitvinding is geenszins beperkt lot de bovenbeschreven uitvoeringen daarvan. De gevraagde rechten w'orden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking w'aarvan vele modificaties denkbaar zijn. Bijvoorbeeld is het mogelijk om een bodemdeel 2 te voorzien van meerdere verhogingen 4, die elk schroefhulzen 8 of draadeinden 8’ omvatten, zodat meerdere staanders 14 gekoppeld kunnen worden met een enkel bodemdeel 2.

Claims (18)

1. Constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen, omvattende: - een staander; en - een bodemdeel voor het verzwaren van het constructie-element, welk bodemdeel aan zijn bovenzijde een uitsparing omvat voor het ontvangen van het onderste uiteinde van de staander, waarbij rond de uitsparing koppelmiddelen zijn voorzien voor het vormen van een verstelbare schroefverbinding tussen de staander en het bodemdeel; waarin een onderste deel van de staander aan zijn buitenwand is voorzien van één of meer randdelen, die zich op enige afstand van het onderste uiteinde van de staander bevinden, waarbij openingen zijn voorzien in de één of meer randdelen voor het ontvangen van draadeinden van de schroefverbinding.

2. Constructie-element volgens één van de voorgaande conclusies, waarin rondom de staander in totaal ten minste drie openingen zijn voorzien in de één of meer randdelen.

3. Constructie-element volgens conclusie 1 of 2, waarin aan de bovenzijde van het bodemdeel een verhoging is voorzien, die is uitgerust met de koppelmiddelen voor het vormen van de schroefverbinding.

4. Constructie-element volgens conclusie 3, waarin de uitsparing is voorzien in de verhoging.

5. Constructie-element volgens conclusie 3 of 4, verder omvattende een additioneel verzw'arend deel dat is voorzien van een opening waarin de verhoging van het bodemdeel past voor het op het bodemdeel plaatsen van het additionele verzwarende deel.

6. Constructie-element volgens één van de voorgaande conclusies, waarin het onderste uiteinde van de staander afgerond is.

7. Constructie-element volgens één van de conclusies 1-6, waarin de koppelmiddelen van het bodemdeel schroefhulzen met intern schroefdraad omvatten.

8. Constructie-element volgens één van de conclusies 1-6, waarin de koppelmiddelen van hel bodemdeel draadeinden omvatten die zich in hoofdzaak verticaal van het bodemdeel uitstrekken.

9. Constructie-element volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de één of meer randdelen zijn gevormd door een flens die rond de staander is aangebracht.

10. Constructie-element volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de openingen in de randdelen in hoofdzaak in één vlak liggen, en zijn voorzien op de hoekpunten van een denkbeeldige gelijkzijdige veelhoek, bij voorkeur een driehoek.

11. Constructie-element volgens conclusie 9 en 10, waarin de flens in hoofdzaak driehoekig is en de openingen zijn voorzien nabij de hoeken van de driehoekige flens.

12. Constructie-element volgens één van de voorgaande conclusies, waarin het bodemdeel in hoofdzaak plaatvormig is.

13. Conslructie-elemenl volgens conclusie 12, waarin het bodemdeel is vervaardigd uit beton.

14. Constructie-element volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een klem die om een bovenste deel van de staander is geklemd voor het bevestigen van een raamwerk voor het dragen van zonnepanelen aan de staander aan de klem.

15. Draagconstructie voor zonnepanelen, omvattende een aantal constructie-elementen volgens één van de voorgaande conclusies.

16. Bodemdeel voor een constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen, dat in hoofdzaak plaatvormig is en een verhoging omvat waarin een uitsparing is voorzien, waarin rond de uitsparing koppelmiddelen zijn voorzien voor het vormen van een verstelbare schroefverbinding tussen een staander van het constructie-element en het bodemdeel.

17. Staander voor een constructie-element voor een draagconstructie voor zonnepanelen, waarin een onderste deel van de staander aan zijn buitenwand is voorzien van één of meer randdelen, die zich op enige afstand van het onderste uiteinde van de staander bevinden, waarbij openingen zijn voorzien in de één of meer randdelen voor het ontvangen van draadeinden van een schroefverbinding.

18. Werkwijze voor het maken van een constructie-element volgens één van de conclusies 1-14, omvattende: - het vervaardigen van een staander, waarbij aan een onderste deel van de staander, op enige afstand van het onderste uiteinde van de staande, aan de buitenwand één of meer randdelen worden voorzien, en waarin openingen worden aangebracht in de één of meer randdelen; - het vervaardigen van een bodemdeel voor het verzwaren van het constructie-element, waarbij het bodemdeel wordt voorzien van koppelmiddelen; - het door middel van een schroefverbinding koppelen van de staander aan de koppelmiddelen van het bodemdeel, waarbij draadeinden van de schroefverbinding door de openingen in de één of meer randdelen van de staander worden gestoken.