NL2018909B1

NL2018909B1 - Method and drying device for drying metal cans

Info

Publication number: NL2018909B1
Application number: NL2018909A
Authority: NL
Inventors: Gerrits Guus; Hendrik De Boer Christiaan
Original assignee: Vmi Holland Bv
Priority date: 2017-05-12
Filing date: 2017-05-12
Publication date: 2018-11-15
Also published as: WO2018208160A1

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een. werkwijze voor het drogen van metalen blikken met behulp van oververhitte stoom waarbij de oververhitte stoom tijdens het drogen. een eerste procestemperatuur heeft, en op een drooginrichting voor het drogen van metalen blikken, waarbij de drooginrichting een eerste behuizing omvat en een of meer eerste inlaatopeningen in de eerste behuizingy waarbij de eerste behuizing een droogzone definieert en is ingericht voor het opnemen van de blikken waarbij de een of Ineer eerste inlaatopeningen zijn ingericht voor het aanvoeren van een droogmedium, waarbij de drooginrichting verder een verwarmingssamenstel omvat dat is ingericht voor het verdampen en oververhitten van vloeibaar water voor het vormen van oververhitte stoom op een eerste procestemperatuur, en waarbij het verwarmingssamenstel in fluïdumverbinding staat met de droogzone via ten minste een van de een of meer eerste inlaatopeningen voor het toevoeren van de oververhitte stoom aan de droogzone. van de oververhitte stoom aan de droogzone.The invention relates to a. method for drying metal cans using superheated steam wherein the superheated steam during drying. has a first process temperature, and on a metal can drying device, the drying device comprising a first housing and one or more first inlet openings in the first housing wherein the first housing defines a drying zone and is adapted to receive the cans wherein the one or more first inlet openings are adapted to feed a drying medium, the drying device further comprising a heating assembly adapted to evaporate and overheat liquid water to form superheated steam at a first process temperature, and wherein the heating assembly in fluid communication stands with the drying zone via at least one of the one or more first inlet openings for supplying the superheated steam to the drying zone. of the superheated steam at the drying zone.

Description

Werkwijze en drooginrichting voor het drogen van metalen blikkenMethod and drying device for drying metal cans

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een drooginrichting voor het drogen van metalen blikken. US 2007/0256320 Al toont een drooginrichting die een ovendroogkamer omvat, waardoorheen houders, in het bijzonder metalen drankhouderblikken zijn ingericht om te passeren. De drooginrichting is voor gebruik in een in-line blikken producerende inrichting en is ingericht om stroomafwaarts van een wasinrichting te worden geplaatst. De drooginrichting is ingericht om water, chemicaliën, vervuiling etc. van de blikken te verwijderen voorafgaand aan het verder verwerken (bijv, opdrukken) van de blikken. De blikken worden ondersteund op een Kevlar open-rooster-transportband en een zuigkamer wordt gecreëerd om de blikken naar transportband te trekken of aan te trekken teneinde de stabiliteit van de blikken te verhogen. Overeenkomstig, betekent de hogere stabiliteit dat de luchtdruk van de convecterende drooglucht groter kan zijn in vergelijking met een niet gestabiliseerde drooginrichting.The present invention relates to a method and a drying device for drying metal cans. US 2007/0256320 A1 shows a drying device which comprises an oven drying chamber, through which containers, in particular metal beverage container cans, are adapted to pass. The drying device is for use in an in-line can-producing device and is arranged to be placed downstream of a washing device. The drying device is adapted to remove water, chemicals, contamination etc. from the cans prior to further processing (e.g., pressing) of the cans. The cans are supported on a Kevlar open grid conveyor and a suction chamber is created to pull or attract the cans to the conveyor to increase the stability of the cans. Accordingly, the higher stability means that the air pressure of the convective drying air can be greater compared to a non-stabilized drying device.

Door de relatief lage warmteoverdrachtscoëfficiënt van lucht is het drogen van blikken een langzaam proces, waarbij een hoge luchtverplaatsing gewenst is. US 2007/0256320 Al openbaart een zuigkamer om de stabiliteit van de blikken te verbeteren bij een hogere luchtdruk.Due to the relatively low heat transfer coefficient of air, the drying of cans is a slow process, whereby a high air displacement is desired. US 2007/0256320 A1 discloses a suction chamber to improve the stability of the cans at a higher air pressure.

Het is een doel van de huidige uitvinding om een werkwijze en een drooginrichting voor het drogen van metalen blikken te verschaffen, waarbij de droogtijd en/of de benodigde energie voor het drogen van de blikken kan worden verminderd.It is an object of the present invention to provide a method and a drying device for drying metal cans, wherein the drying time and / or the energy required for drying the cans can be reduced.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

De uitvinding verschaft vanuit een eerste aspect een werkwijze voor het drogen van metalen blikken met behulp van oververhitte stoom, waarbij de oververhitte stoom tijdens het drogen een eerste procestemperatuur heeft.The invention provides from a first aspect a method for drying metal cans using superheated steam, wherein the superheated steam has a first process temperature during drying.

Door drogen met behulp van oververhitte stoom kan een betere warmteoverdracht bewerkstelligd worden, waardoor de droogtijd en/of de benodigde energie voor het drogen van de blikken kan worden verminderd. In het bijzonder kan door het drogen met behulp van oververhitte stoom een betere warmteoverdracht worden verkregen ten opzichte van het drogen met drooglucht.By drying with superheated steam, a better heat transfer can be achieved, whereby the drying time and / or the energy required for drying the cans can be reduced. In particular, by drying with superheated steam, a better heat transfer can be obtained compared to drying with drying air.

In een voorkeursuitvoeringsvorm ligt de eerste procestemperatuur boven de 100°C, bij voorkeur binnen een bereik van 120°C tot 180°C bij meeste voorkeur binnen een bereik van 140°C tot 160°C. Binnen het bovengenoemde bereik kan de droogtijd en/of de benodigde energie voor het drogen van de blikken verder worden verminderd.In a preferred embodiment, the first process temperature is above 100 ° C, preferably within a range of 120 ° C to 180 ° C, most preferably within a range of 140 ° C to 160 ° C. Within the above range, the drying time and / or the energy required for drying the cans can be further reduced.

In een andere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze ten minste de stappen van: a) het plaatsen van de blikken in een droogzone; b) het langs de blikken laten stromen van de oververhitte stoom in de droogzone. Door de oververhitte stoom in de droogzone langs de blikken te laten stromen, kunnen de blikken convectief verwarmd worden. De convectieve warmteoverdracht kan de droogtijd en/of de benodigde energie voor het drogen verminderen.In another embodiment, the method comprises at least the steps of: a) placing the cans in a drying zone; b) flowing the superheated steam along the cans into the drying zone. By allowing the superheated steam to flow past the cans in the drying zone, the cans can be heated convectionally. The convective heat transfer can reduce the drying time and / or the energy required for drying.

In een uitvoeringsvorm hiervan worden in stap a) de blikken in een transportrichting van buiten de droogzone naar binnen de droogzone geleid en worden na stap b) de blikken in de transportrichting vanuit de droogzone naar buiten de droogzone geleid. De blikken kunnen dus op eenvoudige wijze in de transportrichting door de droogzone geleid worden. De blikken kunnen in partijen door de droogzone worden geleid of in een continu proces.In one embodiment thereof, in step a) the cans are guided in a conveying direction from outside the drying zone to inside the drying zone and after step b) the cans are guided in the conveying direction from the drying zone to outside the drying zone. The cans can thus be guided through the drying zone in a simple manner in the transport direction. The cans can be passed through the drying zone in batches or in a continuous process.

In een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan omvat de werkwijze de stap van het verschaffen van een verwarmingssamenstel, waarbij vloeibaar water wordt verdampt en wordt oververhit in het verwarmingssamenstel voor het vormen van de oververhitte stoom. Door het verschaffen van een verwarmingssamenstel kan oververhitte stoom worden verkregen uit vloeibaar water. Vloeibaar water kan vaak eenvoudig worden verkregen in een productieomgeving.In a preferred embodiment thereof, the method comprises the step of providing a heating assembly in which liquid water is evaporated and overheated in the heating assembly to form the superheated steam. By providing a heating assembly, superheated steam can be obtained from liquid water. Liquid water can often be easily obtained in a production environment.

In een verdere uitvoeringsvorm daarvan omvat het verwarmingssamenstel een verhitter en een oververhitter, waarbij voor het verkrijgen van de oververhitte stoom vloeibaar water wordt verdampt tot stoom in de verhitter, en waarbij vervolgens de stoom wordt verwarmd in de oververhitter voor het vormen van de oververhitte stoom. Door de combinatie van de verhitter en de oververhitter kan vloeibaar water effectief in twee stappen worden verdampt en oververhit.In a further embodiment thereof, the heating assembly comprises a heater and a superheater, wherein to obtain the superheated steam liquid water is evaporated to steam in the heater, and wherein subsequently the steam is heated in the superheater to form the superheated steam. Through the combination of the heater and the superheater, liquid water can be effectively evaporated and overheated in two steps.

In een verdere uitvoeringsvorm daarvan omvat de werkwijze de stap van het verschaffen van een warmtewisselaar, waarbij ten minste een gedeelte van de oververhitte stoom, nadat dit langs de blikken is geleid, in de warmtewisselaar wordt gecondenseerd voor het onttrekken van vloeibaar water aan de droogzone. In de warmtewisselaar kan de oververhitte stoom worden gecondenseerd voor het verkrijgen van warm, gedestilleerd water. In een productieomgeving kan warm, gedestilleerde water vaak worden hergebruikt.In a further embodiment thereof, the method comprises the step of providing a heat exchanger, wherein at least a portion of the superheated steam, after passing through the cans, is condensed in the heat exchanger to extract liquid water from the drying zone. In the heat exchanger, the superheated steam can be condensed to obtain warm, distilled water. Hot, distilled water can often be reused in a production environment.

In een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan wordt een volumefractie van de oververhitte stoom in de droogzone ingesteld en/of constant gehouden door het regelen van de hoeveelheid water die wordt onttrokken aan de droogzone. Door het regelen van de hoeveelheid water die wordt onttrokken aan de droogzone kan de volumefractie van de oververhitte stoom worden ingesteld. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid water die wordt onttrokken geregeld in relatie tot de hoeveelheid vocht die op de blikken aanwezig is voorafgaand aan het binnen de droogzone leiden van de blikken. Door het regelen van de volumefractie van de oververhitte stoom kan een consistent proces gewaarborgd worden.In a preferred embodiment thereof, a volume fraction of the superheated steam in the drying zone is set and / or kept constant by controlling the amount of water withdrawn from the drying zone. The volume fraction of the superheated steam can be adjusted by controlling the amount of water withdrawn from the drying zone. Preferably, the amount of water withdrawn is controlled in relation to the amount of moisture present on the cans prior to the cans being led within the drying zone. A consistent process can be guaranteed by controlling the volume fraction of the superheated steam.

In een andere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stap van het verschaffen van een herverwarmingssamenstel, waarbij de oververhitte stoom, nadat deze langs de blikken is gestroomd, is afgekoeld naar een tweede procestemperatuur, en waarbij ten minste een gedeelte van de oververhitte stoom in het herverwarmingssamenstel wordt verwarmd van de tweede procestemperatuur naar een derde procestemperatuur en wordt teruggeleid naar de droogzone. Door het direct herverwarmen en terugleiden van de oververhitte stoom kan de benodigde energie voor het drogen van de blikken worden verminderd. In een voorkeursuitvoeringsvorm hiervan ligt tweede procestemperatuur boven de 100°C. Door het handhaven van ten minste deze tweede procestemperatuur blijft de oververhitte stoom oververhit.In another embodiment, the method comprises the step of providing a reheating assembly, wherein the superheated steam, after passing through the cans, is cooled to a second process temperature, and wherein at least a portion of the superheating steam is introduced into the reheating assembly is heated from the second process temperature to a third process temperature and is returned to the drying zone. By directly reheating and returning the superheated steam, the energy required for drying the cans can be reduced. In a preferred embodiment thereof, second process temperature is above 100 ° C. By maintaining at least this second process temperature, the superheated steam remains overheated.

In een verdere uitvoeringsvorm is de derde procestemperatuur gelijk of in hoofdzaak gelijk aan de eerste procestemperatuur. Hierdoor kan een consistent droogproces worden gewaarborgd.In a further embodiment, the third process temperature is the same or substantially the same as the first process temperature. This ensures a consistent drying process.

In een verdere uitvoeringsvorm hiervan is het herverwarmingssamenstel de oververhitter. Doordat het herverwarmingssamenstel tevens de oververhitter is, kan het verwarmingssamenstel verzadigde stoom toevoeren aan de droogzone in een opstartfase, waardoor energie bespaard kan worden. In de opstartfase kan de verzadigde stoom worden oververhit in het herverwarmingssamenstel, waarna in een procesfase de oververhitte stoom kan worden herverwarmd in het herverwarmingssamenstel.In a further embodiment thereof, the reheating assembly is the superheater. Because the reheating assembly is also the superheater, the heating assembly can supply saturated steam to the drying zone in a start-up phase, thereby saving energy. In the start-up phase the saturated steam can be overheated in the reheating assembly, after which in a process phase the superheated steam can be reheated in the reheating assembly.

In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) de stappen van: het plaatsen van de blikken in een voorverwarmzone; het langs de blikken laten stromen van verzadigde stoom in de voorverwarmzone. Door de verzadigde stoom langs de blikken te laten stromen kan deze op de blikken condenseren. Door het condenseren van de verzadigde stoom op de blikken kan de benodigde tijd en/of de benodigde energie voor het opwarmen van blikken verminderd worden.In an alternative embodiment, the method prior to step a) comprises the steps of: placing the cans in a preheating zone; allowing saturated steam to flow past the cans in the preheating zone. By allowing the saturated steam to flow along the cans, it can condense on the cans. By condensing the saturated steam on the cans, the time and / or energy required for warming cans can be reduced.

In een andere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stap van het verschaffen van een blikkenwasser, waarbij de blikken voorafgaand aan het drogen worden gewassen met vloeibaar water in de blikkenwasser. De stap van het drogen van blikken met oververhitte stoom kan bij uitstek geschikt zijn voor het drogen van blikken die eerst zijn gewassen in een blikkenwasser.In another embodiment, the method comprises the step of providing a can washer, wherein the cans are washed with liquid water in the can washer prior to drying. The step of drying cans with superheated steam can be eminently suitable for drying cans that have first been washed in a can washer.

In een verdere uitvoeringsvorm daarvan wordt ten minste een deel van het onttrokken vloeibare water toegevoerd aan de blikkenwasser voor het wassen van de blikken. Het toevoeren van het onttrokken vloeibare water aan de blikkenwasser kan water- en/of energiebesparend zijn.In a further embodiment thereof, at least a part of the extracted liquid water is supplied to the can washer for washing the cans. Supplying the extracted liquid water to the can washer can be water and / or energy saving.

In een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan wordt ten minste een deel van het vloeibare water dat gebruikt is voor het wassen van de blikken in de blikkenwasser, toegevoerd aan het verwarmingssamenstel en opnieuw gebruikt voor het vormen van de oververhitte stoom. Bij voorkeur wordt dit water toegevoerd aan het verwarmingssamenstel voor het vormen van verzadigde stoom in een opstartfase. Het opnieuw gebruiken van water dat gebruikt is voor het wassen van de blikken kan water- en/of energiebesparend zijn.In a preferred embodiment thereof, at least a portion of the liquid water used for washing the cans in the can washer is supplied to the heating assembly and reused to form the superheated steam. This water is preferably supplied to the heating assembly for forming saturated steam in a start-up phase. The reuse of water used for washing the cans can be water and / or energy saving.

In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt ten minste een deel van het onttrokken vloeibare water naar het verwarmingssamenstel teruggevoerd en opnieuw wordt gebruikt voor het vormen van de oververhitte stoom. In de warmtewisselaar kan de oververhitte stoom worden gecondenseerd voor het verkrijgen van warm, gedestilleerd water. Bij voorkeur wordt dit water teruggevoerd naar het verwarmingssamenstel voor het vormen van verzadigde stoom in de opstartfase. Het terugvoeren van ten minste een deel van het onttrokken vloeibare water naar het verwarmingssamenstel kan waterbesparend zijn. Ook kan door het terugvoeren van warm water de benodigde energie voor het koken van het water in het verwarmingssamenstel worden verminderd.In an alternative embodiment, at least a portion of the extracted liquid water is recycled to the heating assembly and is used again to form the superheated steam. In the heat exchanger, the superheated steam can be condensed to obtain warm, distilled water. This water is preferably returned to the heating assembly to form saturated steam in the start-up phase. Returning at least a portion of the extracted liquid water to the heating assembly can be water saving. Also, by returning hot water, the energy required for boiling the water in the heating assembly can be reduced.

De uitvinding verschaft vanuit een tweede aspect een drooginrichting voor het drogen van metalen blikken, waarbij de drooginrichting een eerste behuizing omvat en één of meer eerste inlaatopeningen en één of meer eerste uitlaatopeningen in de eerste behuizing, waarbij de eerste behuizing een droogzone definieert en is ingericht voor het opnemen van de blikken, waarbij de één of meer eerste inlaatopeningen en de één of meer eerste uitlaatopeningen zijn ingericht voor het respectievelijk aanvoeren en afvoeren van het droogmedium, waarbij de drooginrichting verder een verwarmingssamenstel omvat dat is ingericht voor het verdampen en oververhitten van vloeibaar water voor het vormen van het droogmedium in de vorm van oververhitte stoom op een eerste procestemperatuur, en waarbij het verwarmingssamenstel in fluïdumverbinding staat met de droogzone via ten minste één van de een of meer eerste inlaatopeningen voor het toevoeren van de oververhitte stoom aan de droogzone.The invention provides from a second aspect a drying device for drying metal cans, wherein the drying device comprises a first housing and one or more first inlet openings and one or more first outlet openings in the first housing, wherein the first housing defines a drying zone and is arranged for receiving the cans, wherein the one or more first inlet openings and the one or more first outlet openings are adapted for supplying and discharging the drying medium, wherein the drying device further comprises a heating assembly which is adapted for evaporating and superheating liquid water for forming the drying medium in the form of superheated steam at a first process temperature, and wherein the heating assembly is in fluid communication with the drying zone via at least one of the one or more first inlet openings for supplying the superheated steam to the drying zone.

Vloeibaar water kan vaak eenvoudig worden verkregen in een productieomgeving. In het verwarmingssamenstel kan het aangevoerde vloeibare water worden verdampt en worden oververhit voor het vormen van de oververhitte stoom. Door drogen met behulp van oververhitte stoom kan een betere warmteoverdracht bewerkstelligd worden, waardoor de droogtijd en/of de benodigde energie voor het drogen van de blikken kan worden verminderd. In het bijzonder kan door het drogen met behulp van oververhitte stoom een betere warmteoverdracht worden verkregen ten opzichte van het drogen met drooglucht. Door de eerste behuizing kan de oververhitte stoom ten minste gedeeltelijk binnen de droogzone gehouden worden, waardoor energie kan worden bespaard.Liquid water can often be easily obtained in a production environment. In the heating assembly, the supplied liquid water can be evaporated and overheated to form the superheated steam. By drying with superheated steam, a better heat transfer can be achieved, whereby the drying time and / or the energy required for drying the cans can be reduced. In particular, by drying with superheated steam, a better heat transfer can be obtained compared to drying with drying air. Due to the first housing, the superheated steam can be kept at least partially within the drying zone, whereby energy can be saved.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm hiervan omvat de drooginrichting een regeleenheid voor het instellen van de eerste procestemperatuur binnen een bereik van 120°C tot 180°C, bij meer voorkeur binnen een bereik van 140°C tot 160°C. Door het verschaffen van een regeleenheid kan de temperatuur binnen de drooginrichting worden ingesteld.In another preferred embodiment thereof, the drying device comprises a control unit for adjusting the first process temperature within a range of 120 ° C to 180 ° C, more preferably within a range of 140 ° C to 160 ° C. The temperature within the drying device can be adjusted by providing a control unit.

In een andere uitvoeringsvorm omvat het verwarmingssamenstel een verhitter en een oververhitter, waarbij de verhitter is ingericht voor het verdampen van vloeibaar water tot stoom, en waarbij de oververhitter is ingericht om de in de verhitter verkregen stoom te verwarmen voor het vormen van de oververhitte stoom op de eerste procestemperatuur. In de verhitter kan het aangevoerde vloeibare water aan de kook worden gebracht en worden verdampt voor het vormen van verzadigde stoom. De verzadigde stoom kan vervolgens naar de oververhitter worden gevoerd en kan daar verder worden verwarmd en/of oververhit voor het vormen van de oververhitte stoom.In another embodiment, the heating assembly comprises a heater and a superheater, wherein the heater is adapted to vaporize liquid water into steam, and wherein the superheater is adapted to heat the steam obtained in the heater to form the superheated steam on the first process temperature. In the heater, the supplied liquid water can be brought to the boil and evaporated to form saturated steam. The saturated steam can then be fed to the superheater and can be further heated and / or overheated there to form the superheated steam.

In een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan omvat de drooginrichting verder een tweede behuizing en is de drooginrichting verder voorzien van één of meer tweede inlaatopeningen en één of meer tweede uitlaatopeningen in de tweede behuizing, waarbij de tweede behuizing een voorverwarmzone definieert en is ingericht teneinde de blikken op te nemen, waarbij de één of meer tweede inlaatopeningen en de één of meer tweede uitlaatopeningen zijn ingericht voor het respectievelijk aanvoeren en afvoeren van het verwarmingsmedium, waarbij de verhitter is ingericht voor het verdampen van vloeibaar water voor het vormen van het verwarmingsmedium in de vorm van verzadigde stoom, en waarbij de verhitter in fluïdumverbinding staat met de voorverwarmzone via ten minste één van de één of meer tweede inlaatopeningen voor het toevoeren van verzadigde stoom aan de voorverwarmzone. Door de verzadigde stoom langs de blikken te laten stromen kan deze op de blikken condenseren. Door het condenseren van de verzadigde stoom op de blikken kan de benodigde tijd en/of de benodigde energie voor het opwarmen van blikken verminderd worden.In a preferred embodiment thereof, the drying device further comprises a second housing and the drying device is further provided with one or more second inlet openings and one or more second outlet openings in the second housing, wherein the second housing defines a preheating zone and is adapted to receive the cans wherein the one or more second inlet openings and the one or more second outlet openings are adapted to supply and discharge the heating medium, the heater being adapted to evaporate liquid water to form the heating medium in the form of saturated steam and wherein the heater is in fluid communication with the preheating zone via at least one of the one or more second inlet openings for supplying saturated steam to the preheating zone. By allowing the saturated steam to flow along the cans, it can condense on the cans. By condensing the saturated steam on the cans, the time and / or energy required for warming cans can be reduced.

In een andere uitvoeringsvorm omvat de drooginrichting verder een warmtewisselaar, waarbij de warmtewisselaar in fluïdumverbinding staat met de droogzone voor het toevoeren van oververhitte stoom van de droogzone naar de warmtewisselaar, en waarbij de warmtewisselaar is ingericht om de oververhitte stoom te condenseren voor het onttrekken van vloeibaar water aan de droogzone. In de warmtewisselaar kan de oververhitte stoom worden gecondenseerd voor het verkrijgen van warm, gedestilleerd water. In een productieomgeving kan warm, gedestilleerde water vaak worden hergebruikt.In another embodiment, the drying device further comprises a heat exchanger, wherein the heat exchanger is in fluid communication with the drying zone for supplying superheated steam from the drying zone to the heat exchanger, and wherein the heat exchanger is adapted to condense the superheated steam for extracting liquid water at the drying zone. In the heat exchanger, the superheated steam can be condensed to obtain warm, distilled water. Hot, distilled water can often be reused in a production environment.

In een andere uitvoeringsvorm omvat de drooginrichting verder een herverwarmingssamenstel voor het verwarmen van oververhitte stoom, waarbij het herverwarmingssamenstel in fluïdumverbinding staat met de droogzone via ten minste één van de één of meer eerste uitlaatopeningen voor het aan de droogzone onttrekken van oververhitte stoom, waarbij de oververhitte stoom, nadat dit langs de blikken is gestroomd, is afgekoeld naar een tweede procestemperatuur, waarbij het herverwarmingssamenstel is ingericht teneinde de onttrokken oververhitte stoom te verwarmen van de tweede procestemperatuur naar een derde procestemperatuur, en waarbij het herverwarmingssamenstel in fluïdumverbinding staat met de droogzone via ten minste één van de één of meer eerste inlaatopeningen voor het toevoeren van de herverwarmde oververhitte stoom aan de droogzone. Door het direct herverwarmen en terugleiden van de oververhitte stoom kan de benodigde energie voor het drogen van de blikken worden verminderd.In another embodiment, the drying device further comprises a reheating assembly for heating superheated steam, the reheating assembly being in fluid communication with the drying zone via at least one of the one or more first outlet openings for withdrawing superheated steam from the drying zone, wherein the superheated zone steam, after it has flowed past the cans, has cooled to a second process temperature, the reheating assembly being arranged to heat the extracted superheated steam from the second process temperature to a third process temperature, and wherein the reheating assembly is in fluid communication with the drying zone via at least one of the one or more first inlet openings for supplying the reheated superheated steam to the drying zone. By directly reheating and returning the superheated steam, the energy required for drying the cans can be reduced.

In een alternatieve uitvoeringsvorm hiervan is het herverwarmingssamenstel de oververhitter. Doordat het herverwarmingssamenstel tevens de oververhitter is, kan het verwarmingssamenstel verzadigde stoom toevoeren aan de droogzone in de opstartfase, waardoor energie bespaard kan worden. In de opstartfase kan de verzadigde stoom worden oververhit in het herverwarmingssamenstel, waarna in een procesfase de oververhitte stoom kan worden herverwarmd in het herverwarmingssamenstel.In an alternative embodiment thereof, the reheating assembly is the superheater. Because the reheating assembly is also the superheater, the heating assembly can supply saturated steam to the drying zone in the start-up phase, thereby saving energy. In the start-up phase the saturated steam can be overheated in the reheating assembly, after which in a process phase the superheated steam can be reheated in the reheating assembly.

In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de drooginrichting verder een warmtewisselaar, waarbij de warmtewisselaar in fluïdumverbinding staat met de droogzone voor het toevoeren van oververhitte stoom van de droogzone naar de warmtewisselaar, en waarbij de warmtewisselaar is ingericht om de oververhitte stoom te condenseren voor het onttrekken van vloeibaar water aan de droogzone, waarbij de drooginrichting is ingericht om ten minste een deel van het onttrokken vloeibare water terug te voeren naar het verwarmingssamenstel. In de warmtewisselaar kan de oververhitte stoom worden gecondenseerd voor het verkrijgen van warm, gedestilleerd water. Dit water kan bijvoorbeeld voor de opstartfase worden teruggevoerd naar het verwarmingssamenstel. Het terugvoeren van ten minste een deel van het onttrokken vloeibare water naar het verwarmingssamenstel kan waterbesparend zijn. Ook kan door het terugvoeren van warm water de benodigde energie voor het koken van het water in het verwarmingssamenstel worden verminderd.In an alternative embodiment, the drying device further comprises a heat exchanger, wherein the heat exchanger is in fluid communication with the drying zone for supplying superheated steam from the drying zone to the heat exchanger, and wherein the heat exchanger is adapted to condense the superheated steam for extracting liquid water at the drying zone, the drying device being adapted to return at least a part of the extracted liquid water to the heating assembly. In the heat exchanger, the superheated steam can be condensed to obtain warm, distilled water. This water can, for example, be returned to the heating assembly before the start-up phase. Returning at least a portion of the extracted liquid water to the heating assembly can be water saving. Also, by returning hot water, the energy required for boiling the water in the heating assembly can be reduced.

In een andere uitvoeringsvorm omvat de eerste behuizing een eerste doorvoeropening en een tweede doorvoeropening stroomafwaarts in een transportrichting ten opzichte van de eerste doorvoeropening. Via de doorvoeropeningen kunnen de blikken gemakkelijk door de behuizing worden geleid.In another embodiment, the first housing comprises a first passage opening and a second passage opening downstream in a conveying direction relative to the first passage opening. The cans can easily be guided through the housing through the feed-through openings.

In een voorkeursuitvoeringsvorm hiervan omvat de drooginrichting verder een transportinrichting, waarbij de transportinrichting is ingericht voor het achtereenvolgens door de eerste doorvoeropening en de tweede doorvoeropening verplaatsen van de blikken in de transportrichting. De blikken kunnen dus op eenvoudige wijze in de transportrichting door de droogzone geleid worden. De blikken kunnen in partijen binnen de droogzone worden geleid of in een continu proces.In a preferred embodiment thereof, the drying device further comprises a transport device, wherein the transport device is adapted to successively move the cans in the transport direction through the first passage opening and the second passage opening. The cans can thus be guided through the drying zone in a simple manner in the transport direction. The cans can be guided in batches within the drying zone or in a continuous process.

In een verdere uitvoeringsvorm daarvan omvat de transportinrichting een eerste transportband die zich in de transportrichting uitstrekt tot aan de tweede opening. De blikken kunnen eenvoudig op de transportband geplaatst worden en kunnen op de transportband eenvoudig in de transportrichting verplaatst worden.In a further embodiment thereof, the transport device comprises a first conveyor belt which extends in the transport direction up to the second opening. The cans can easily be placed on the conveyor belt and can easily be moved in the transport direction on the conveyor belt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan is de eerste transportband een water doorlatende transportband. Doordat de eerste transportband water doorlatend is, kunnen vloeibaar water en stoom in de droogzone door de transportband heen getransporteerd worden. Doorgaans worden de blikken zodanig op de transportband geplaatst dat de blikken met de open zijde daarvan naar de transportband toe gericht zijn. Bij een water doorlatende transportband volgens de uitvinding kan de oververhitte stoom dus van onderaf door de transportband heen de blikken binnendringen.In a preferred embodiment thereof, the first conveyor belt is a water-permeable conveyor belt. Because the first conveyor belt is water permeable, liquid water and steam can be transported through the conveyor belt in the drying zone. The cans are usually placed on the conveyor belt in such a way that the cans with their open side facing the conveyor belt. With a water-permeable conveyor belt according to the invention, the superheated steam can thus penetrate the cans from below through the conveyor belt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan is de eerste transportband een draadtransportband. Een draadtransportband kan de blikken ondersteunen en kan water en stoom doorlaten.In a preferred embodiment thereof, the first conveyor belt is a wire conveyor belt. A wire conveyor can support the cans and can let through water and steam.

In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de transportinrichting verder een tweede transportband die zich in de transportrichting uitstrekt vanaf de tweede doorvoeropening, en waarbij de transportinrichting verder een overgangsdeel omvat dat zich in de transportrichting tussen de eerste transportband en de tweede transportband uitstrekt in een dwarsrichting loodrecht of in hoofdzaak loodrecht op de transportrichting. In de stand der techniek strekt een enkele transportband zich door de gehele behuizing uit en steekt deze zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts uit ten opzichte van de behuizing. Omdat de transportband een veel grotere massa heeft dan de blikken die door de transportband getransporteerd worden, zal de transportband die de behuizing koud binnenkomt meer warmte-energie opnemen dan de blikken. Deze warmte-energie gaat bij de bekende transportband vervolgens weer verloren, doordat deze bij het verlaten van de behuizing afkoelt. Daarnaast moet in het hierboven besproken geval de gehele transportband warmtebestendig zijn. Doordat de tweede transportband volgens de uitvinding zich niet binnen de droogzone bevindt, kan worden tegengegaan en/of voorkomen dat de tweede transportband opwarmt. Hierdoor kunnen warmteverliezen van de drooginrichting worden beperkt. Ook kan de tweede transportband een eenvoudigere transportband zijn. De blikken kunnen over het overgangsdeel eenvoudig van de eerste transportband naar de tweede transportband schuiven of glijden. In het bijzonder kan door het overgangsdeel worden tegengegaan en/of voorkomen dat de blikken omvallen bij het overgaan van de eerste transportband naar de tweede transportband.In an alternative embodiment, the conveying device further comprises a second conveyor belt which extends in the conveying direction from the second passage opening, and wherein the conveying device further comprises a transition part which extends in the conveying direction between the first conveyor belt and the second conveyor belt perpendicularly or in a transverse direction. substantially perpendicular to the transport direction. In the prior art, a single conveyor belt extends through the entire housing and projects both upstream and downstream with respect to the housing. Because the conveyor belt has a much larger mass than the cans that are transported by the conveyor belt, the conveyor belt that enters the housing cold will absorb more heat energy than the cans. This heat energy is subsequently lost again in the known conveyor belt because it cools down when it leaves the housing. In addition, in the case discussed above, the entire conveyor belt must be heat-resistant. Because the second conveyor belt according to the invention is not located within the drying zone, it is possible to prevent and / or prevent the second conveyor belt from heating up. As a result, heat losses from the drying device can be limited. The second conveyor belt can also be a simpler conveyor belt. The cans can simply slide or slide over the transition part from the first conveyor belt to the second conveyor belt. In particular, the transition part can prevent and / or prevent the cans from falling over when the first conveyor belt passes over to the second conveyor belt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan heeft het overgangsdeel een breedte in de transportrichting, waarbij de breedte bij voorkeur kleiner dan vijf centimeter is, bij meer voorkeur kleiner dan drie centimeter, en bij meeste voorkeur kleiner of gelijk aan een halve diameter van een standaard '202 Can'. Door een breedte binnen het bovengenoemde bereik kunnen de blikken in contact blijven met ten minste een van de eerste en de tweede transportband.In a preferred embodiment thereof, the transition part has a width in the conveying direction, the width preferably being less than five centimeters, more preferably less than three centimeters, and most preferably less than or equal to half a diameter of a standard '202 Can' . Due to a width within the above range, the cans can remain in contact with at least one of the first and the second conveyor belt.

In een uitvoeringsvorm daarvan omvatten de eerste transportband en de tweede transportband in de transportrichting respectievelijk een kop-as en een staart-as, waarbij het overgangsdeel tussen de kop-as en de staart-as gelegen is, waarbij de kop-as en de staart-as niet-aangedreven assen zijn. Wanneer de genoemde assen van de eerste en tweede transportband niet-aangedreven assen zijn kunnen deze in diameter beperkt worden en kan de ruimte tussen de transportbanden en dus ook de breedte van het overgangsdeel worden verkleind.In one embodiment thereof, the first conveyor belt and the second conveyor belt in the conveying direction comprise a head axis and a tail axis, respectively, the transition part being located between the head axis and the tail axis, the head axis and the tail -shaft are non-driven shafts. When the said shafts of the first and second conveyor belts are non-driven shafts, they can be limited in diameter and the space between the conveyor belts and therefore also the width of the transition part can be reduced.

In een andere uitvoeringsvorm wordt de eerste transportband ondersteund door een ondersteuning, waarbij de ondersteuning eerste dwarsliggers en tweede dwarsliggers omvat, waarbij de eerste dwarsliggers loodrecht of in hoofdzaak loodrecht op de transportrichting zijn aangebracht, en waarbij de tweede dwarsliggers in een visgraatpatroon zijn aangebracht op de eerste dwarsliggers en een ondersteuningsvlak vormen voor het ondersteunen van de eerste transportband. Door het ondersteunen van de eerste transportband in het ondersteuningsvlak kan worden tegengegaan en/of voorkomen dat de transportband doorbuigt en/of doorzakt, waardoor kan worden tegengegaan en/of voorkomen dat de blikken omvallen.In another embodiment, the first conveyor belt is supported by a support, wherein the support comprises first sleepers and second sleepers, wherein the first sleepers are arranged perpendicularly or substantially perpendicularly to the conveying direction, and wherein the second sleepers are arranged in a herringbone pattern on the form first sleepers and a supporting surface for supporting the first conveyor belt. By supporting the first conveyor belt in the supporting surface, it can be prevented and / or prevent the conveyor belt from bending and / or sagging, whereby it can be prevented and / or prevent the cans from tipping over.

In een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan is de eerste transportband een metalen transportband en omvatten de tweede dwarsliggers aan de naar het ondersteuningsvlak gerichte zijde een kunststof laag.In a preferred embodiment thereof, the first conveyor belt is a metal conveyor belt and the second sleepers comprise a plastic layer on the side facing the supporting surface.

In een alternatieve uitvoering daarvan is de eerste transportband een metalen transportband en zijn de tweede dwarsliggers van kunststof gemaakt. De kunststof kan zorgen voor een betere geleiding tussen de transportband en de ondersteuning. Ook kan de kunststof zorgen voor minder slijtage van de transportband en de ondersteuning.In an alternative embodiment thereof, the first conveyor belt is a metal conveyor belt and the second sleepers are made of plastic. The plastic can provide better guidance between the conveyor belt and the support. The plastic can also cause less wear on the conveyor belt and the support.

De uitvinding verschaft vanuit een derde aspect een blikkenverwerkingslijn, waarbij de blikkenverwerkingslijn de hiervoor genoemde drooginrichting omvat en een blikkenwasser stroomopwaarts in de blikkenverwerkingslijn.The invention provides from a third aspect a can processing line, wherein the can processing line comprises the aforementioned drying device and a can washer upstream in the can processing line.

Een drooginrichting voor het drogen van blikken kan bij uitstek geschikt zijn voor het drogen van blikken die eerst zijn gewassen in een blikkenwasser.A drying device for drying cans can be eminently suitable for drying cans that have first been washed in a can washer.

In een verdere uitvoeringsvorm daarvan omvat de blikkenverwerkingslijn een tweede leiding voor het toevoeren van vloeibaar water uit de drooginrichting naar de blikkenwasser voor het wassen van de blikken. Het toevoeren van het onttrokken vloeibare water aan de blikkenwasser kan water- en/of energiebesparend zijn.In a further embodiment thereof, the can processing line comprises a second conduit for supplying liquid water from the drying device to the can washer for washing the cans. Supplying the extracted liquid water to the can washer can be water and / or energy saving.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. Those individual aspects, and other aspects, can be the subject of split-off patent applications directed to them. This applies in particular to the measures and aspects that are described per se in the subclaims.

Zo kan de genoemde combinatie van een eerste transportband en een tweede transportband aan weerszijden van een doorvoeropening van een droogzone ook worden toegepast afzonderlijk van het al-dan-niet drogen van blikken met oververhitte stoom en kan de ondersteuning van de eerste transportband ook op andere transportbanden in worden toegepast.Thus, the aforementioned combination of a first conveyor belt and a second conveyor belt on either side of a passage opening of a drying zone can also be applied separately from drying or not drying cans with superheated steam and the support of the first conveyor belt can also be applied to other conveyor belts be applied.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in: figuur 1 toont een isometrisch aanzicht van een drooginrichting voor het drogen van metalen blikken volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 toont een doorsnede van de drooginrichting volgens de lijn II-II; figuur 3 toont een schematisch diagram van de meest belangrijke componenten van de drooginrichting; figuur 4 toont een doorsnede van een alternatieve drooginrichting volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 5 toont een schematisch diagram van de meest belangrijke componenten van de alternatieve uitvoeringsvorm volgens figuur 4; figuur 6 toont een bovenaanzicht van een ondersteuning, voor toepassing in de drooginrichting volgens figuur 2; figuur 7 toont een detailweergave van de drooginrichting volgens de cirkel VII in figuur 1; figuur 8 toont een schematisch diagram van blikkenverwerkingslijn; en figuur 9 toont een isometrisch aanzicht van een alternatieve ondersteuning, voor toepassing in een blikkenwasser in de blikkenverwerkingslijn.The invention will be elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the attached drawings. The following is shown in: Figure 1 shows an isometric view of a drying device for drying metal cans according to a first embodiment of the invention; Figure 2 shows a cross-section of the drying device along the line II-II; Figure 3 shows a schematic diagram of the most important components of the drying device; Figure 4 shows a cross-section of an alternative drying device according to a second embodiment of the invention; Figure 5 shows a schematic diagram of the most important components of the alternative embodiment according to Figure 4; figure 6 shows a top view of a support for use in the drying device according to figure 2; Figure 7 shows a detail view of the drying device according to the circle VII in Figure 1; Figure 8 shows a schematic diagram of a can processing line; and Figure 9 shows an isometric view of an alternative support for use in a can washer in the can processing line.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

Figuren 1-3 tonen een drooginrichting 1 geschikt voor het uitvoeren van een werkwijze voor het drogen van metalen blikken 9 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figures 1-3 show a drying device 1 suitable for carrying out a method for drying metal cans 9 according to a first embodiment of the invention.

Zoals in figuren 1 en 2 is weergegeven omvat de drooginrichting 1 een eerste behuizing 2 voor het vormen van een droogzone 2 0 voor het opnemen van de blikken 9 en een transportinrichting 4 voor het in een transportrichting X transporteren van de blikken 9 door de droogzone 20. De drooginrichting 1 omvat een eerste doorvoeropening 21 en een tweede doorvoeropening 22 in de eerste behuizing 2 voor het in een continu proces in de transportrichting X doorvoeren van blikken 9 van buiten de behuizing 2 naar de droogzone 20 binnen de behuizing 2 en vanuit de droogzone 20 naar buiten de behuizing 2. Om een effectieve scheiding tussen de droogzone 20 en de omgeving van de drooginrichting te behouden zijn de doorvoeropeningen 21, 22 zo klein of laag mogelijk en/of kunnen de doorvoeropeningen 21, 22 worden voorzien van een luchtgordijn (niet weergegeven). Zoals in figuur 2 is weergegeven, omvat de drooginrichting 1 twee eerste inlaatopeningen 23 en twee eerste uitlaatopeningen 24 in de eerste behuizing 2 voor het aan- en afvoeren van een droogmedium. Bij voorkeur zijn de eerste inlaatopeningen 23 ieder voorzien van een mondstuk (niet weergegeven) voor het gelijkmatig verspreiden van het droogmedium binnen de droogzone 20.As shown in figures 1 and 2, the drying device 1 comprises a first housing 2 for forming a drying zone 20 for receiving the cans 9 and a transport device 4 for transporting the cans 9 in a transport direction X through the drying zone 20 The drying device 1 comprises a first passage opening 21 and a second passage opening 22 in the first housing 2 for passing cans 9 in a continuous process in the conveying direction X from outside the housing 2 to the drying zone 20 within the housing 2 and from the drying zone 20 to the outside of the housing 2. In order to maintain an effective separation between the drying zone 20 and the surroundings of the drying device, the passage openings 21, 22 are as small or as low as possible and / or the passage openings 21, 22 can be provided with an air curtain (not displayed). As shown in Figure 2, the drying device 1 comprises two first inlet openings 23 and two first outlet openings 24 in the first housing 2 for supplying and discharging a drying medium. Preferably, the first inlet openings 23 are each provided with a nozzle (not shown) for evenly distributing the drying medium within the drying zone 20.

De drooginrichting 1 omvat verder een verwarmingssamenstel 6, schematisch weergegeven in figuur 3, voor het verdampen en verhitten van vloeibaar water W voor het vormen van oververhitte stoom S. Het verwarmingssamenstel 6 communiceert met de droogzone 20 via de inlaatopeningen 23 voor het aanvoeren van de oververhitte stoom S als het droogmedium waarmee de blikken 9 in de droogzone 2 gedroogd worden. De drooginrichting 1 is ingericht om de oververhitte stoom S in de droogzone 20 van de inlaatopeningen 23 langs de blikken 9 naar de uitlaatopeningen 24 te laten stromen. Door convectieve warmteoverdracht tussen de oververhitte stoom S en de blikken 9 zullen de blikken 9 snel opwarmen naar een temperatuur waarop vocht dat op de wand van de blikken 9 aanwezig is verdampt.The drying device 1 further comprises a heating assembly 6, shown schematically in Figure 3, for evaporating and heating liquid water W to form superheated steam S. The heating assembly 6 communicates with the drying zone 20 via the inlet openings 23 for supplying the superheated steam S as the drying medium with which the cans 9 in the drying zone 2 are dried. The drying device 1 is adapted to cause the superheated steam S to flow in the drying zone 20 from the inlet openings 23 along the cans 9 to the outlet openings 24. By convective heat transfer between the superheated steam S and the cans 9, the cans 9 will quickly heat up to a temperature at which moisture present on the wall of the cans 9 evaporates.

Zoals in figuren 1 en 2 is weergegeven is de transportinrichting 4 ingericht om de blikken 9 in de transportrichting X van buiten de droogzone 20 naar binnen de droogzone 20 en vanuit de droogzone 20 naar buiten de droogzone 20 te geleiden. In het bijzonder is de transportinrichting 4 ingericht voor het achtereenvolgens door de eerste doorvoeropening 21 en de tweede doorvoeropening 22 verplaatsen van de blikken 9 in de transportrichting X. De blikken 9 kunnen in partijen of in een continu proces door de droogzone 20 worden geleid.As shown in figures 1 and 2, the transport device 4 is adapted to guide the cans 9 in the transport direction X from outside the drying zone 20 to inside the drying zone 20 and from the drying zone 20 to outside the drying zone 20. In particular, the transport device 4 is adapted to successively move the cans 9 through the first feed-through opening 21 and the second feed-through opening 22. The cans 9 can be guided through the drying zone 20 in batches or in a continuous process.

De transportinrichting 4 volgens de huidige uitvinding omvat in de uitvoeringsvorm volgens figuren 1 en 2 een eerste transportband 41 en een tweede transportband 42, stroomafwaarts van de eerste transportband 41 in de transportrichting X. Zoals in figuur 2 is weergegeven strekken de eerste transportband 41 en de tweede transportband 42 zich in de transportrichting X uit in een horizontaal of in hoofzaak horizontaal transportvlak P voor het ondersteunen van de blikken 9.In the embodiment according to figures 1 and 2, the conveyor device 4 according to the present invention comprises a first conveyor belt 41 and a second conveyor belt 42 downstream of the first conveyor belt 41 in the conveying direction X. As shown in figure 2, the first conveyor belt 41 and the second conveyor belt 42 extends in conveying direction X into a horizontal or substantially horizontal conveying surface P for supporting the cans 9.

De eerste transportband 41 strekt zich vanaf een punt stroomopwaarts in de transportrichting X ten opzichte van de eerste doorvoeropening 21 in de transportrichting X uit tot aan de tweede doorvoeropening 22 voor het invoeren en door de droogzone 20 voeren van de blikken 9. Omdat de eerste transportband 41 zich ten minste gedeeltelijk in de droogzone 20 bevind, wordt deze blootgesteld aan hoge temperaturen. Daarom is de eerste transportband 41 uitgevoerd als een warmtebestendige transportband. Bij voorkeur is de eerste transportband 41 een water doorlatende transportband. In dit voorbeeld is de eerste transportband 41 een draadtransportband.The first conveyor belt 41 extends from a point upstream in the conveying direction X relative to the first passage opening 21 in the conveying direction X up to the second passage opening 22 for feeding in and passing the cans 9 through the drying zone 20. Because the first conveyor belt 41 is at least partially in the drying zone 20, it is exposed to high temperatures. The first conveyor belt 41 is therefore designed as a heat-resistant conveyor belt. The first conveyor belt 41 is preferably a water-permeable conveyor belt. In this example, the first conveyor belt 41 is a wire conveyor.

De tweede transportband 42 is stroomafwaarts in de transportrichting X vanaf de tweede doorvoeropening 22 aangebracht buiten de eerste behuizing 2. Doordat de tweede transportband 42 buiten de eerste behuizing 2 is aangebracht, kan worden tegengegaan dat deze opwarmt in de droogzone 20 en kunnen warmteverliezen worden beperkt. Omdat de tweede transportband 42 niet aan de hoge temperaturen in de droogzone 20 wordt blootgesteld kan dit een eenvoudigere en/of goedkopere transportband zijn dan de eerste transportband 41.The second conveyor belt 42 is arranged downstream in the conveying direction X from the second passage opening 22 outside the first housing 2. Because the second conveyor belt 42 is arranged outside the first housing 2, it can be prevented from heating up in the drying zone 20 and heat losses can be limited . Because the second conveyor belt 42 is not exposed to the high temperatures in the drying zone 20, this can be a simpler and / or cheaper conveyor belt than the first conveyor belt 41.

Figuur 7 toont een detail van het overgangsgebied tussen de eerste transportband 41 en de tweede transportband 42. In dit overgangsgebied omvat de transportinrichting 4 een overgangsdeel 44 voor het overbruggen van de afstand tussen de eerste transportband 41 en de tweede transportband 42 in de transportrichting X. Het overgangsdeel 44 is in de transportrichting X tussen de eerste tansportband 41 en de tweede transportband 42 aangebracht. Het overgangsdeel 44 strekt zich uit in een dwarsrichting Y loodrecht of in hoofdzaak loodrecht op de transportrichting X. In het bijzonder strekt het overgangsdeel zich in het transportvlak P uit in de dwarsrichting Y. Het overgangsdeel 44 heeft een vlakke of in hoofdzaak vlakke bovenzijde 43 met een breedte in de transportrichting X. De breedte van het overgangsdeel 44 is bij voorkeur kleiner dan vijf centimeter. Bij meer voorkeur is de breedte van het overgangsdeel 44 kleiner dan drie centimeter. Bij meeste voorkeur is de breedte van het overgangsdeel kleiner of gelijk aan een halve diameter van een standaard '202 Can'.Figure 7 shows a detail of the transition area between the first conveyor belt 41 and the second conveyor belt 42. In this transition area, the conveyor device 4 comprises a transition part 44 for bridging the distance between the first conveyor belt 41 and the second conveyor belt 42 in the conveying direction X. The transition part 44 is arranged in the conveying direction X between the first tansport belt 41 and the second conveyor belt 42. The transition part 44 extends in a transverse direction Y perpendicularly or substantially perpendicularly to the conveying direction X. In particular, the transition part extends in the conveying plane P in the transverse direction Y. The transition part 44 has a flat or substantially flat top side 43 with a width in the conveying direction X. The width of the transition part 44 is preferably smaller than five centimeters. More preferably, the width of the transition member 44 is less than three centimeters. Most preferably, the width of the transition member is less than or equal to half a diameter of a standard '202 Can'.

De eerste transportband 41 en de tweede transportband 42 omvatten in de transportrichting X respectievelijk een kop-as 45 en een staart-as 46, daar waar de bovenlopen van de respectievelijke transportband 41, 42 overgaan in de onderlopen. Het overgangsdeel 44 is aangebracht tussen de kop-as 45 en de staart-as 46. Bij voorkeur zijn de kop-as 45 en de staart-as 46 rollen, tandwielen of tandraderen. Bij meeste voorkeur zijn de kop-as 45 en de staart-as 46 niet-aangedreven assen, zodat deze kleiner kunnen zijn dan de aangedreven assen. Door de kop-as 45 en de staart-as 46 zo klein mogelijk te houden kan de afstand tussen de eerste transportband 41 en de tweede transportband 42, en dus ook de breedte van de bovenzijde 43 van het overgangsdeel 44, zo klein mogelijk gehouden worden.The first conveyor belt 41 and the second conveyor belt 42 comprise, in the conveying direction X, a head axis 45 and a tail axis 46, respectively, where the upper courses of the respective conveyor belt 41, 42 merge into the lower courses. The transition part 44 is arranged between the head axis 45 and the tail axis 46. Preferably, the head axis 45 and the tail axis 46 are rollers, gears or cogwheels. Most preferably, the head shaft 45 and the tail shaft 46 are non-driven shafts, so that they can be smaller than the driven shafts. By keeping the head axis 45 and the tail axis 46 as small as possible, the distance between the first conveyor belt 41 and the second conveyor belt 42, and therefore also the width of the top side 43 of the transition part 44, can be kept as small as possible. .

Zoals in figuur 2 is weergegeven omvat de transportinrichting 4 verder een ondersteuning 8 voor het ondersteunen van de eerste transportband 41. De ondersteuning 8 omvat dragers 81, eerste dwarsliggers 82 en tweede dwarsliggers 83. De dragers 81 strekken zich uit in de transportrichting X of in hoofdzaak parallel aan de transportrichting X en ondersteunen de eerste dwarsliggers 82. De eerste dwarsliggers 82 strekken zich loodrecht of in hoofdzaak loodrecht op de transportrichting X uit tussen de dragers 81 terwijl de tweede dwarsliggers 83 in een visgraatpatroon zijn aangebracht op de eerste dwarsliggers 82 en tussen de dragers 81. De tweede dwarsliggers 83 rusten op de eerste dwarsliggers 82. De tweede dwarsliggers 83 vormen aan de van de eerste dwarsliggers 82 afgerichte en/of naar boven gerichte zijde een ondersteuningsvlak voor het ondersteunen van de eerste transportband. Het ondersteuningsvlak is evenwijdig aan het transportvlak P. In dit voorbeeld is de eerste transportband 41 een metalen transportband. De tweede dwarsliggers 83 zijn aan de naar het ondersteuningsvlak gerichte zijde voorzien van een kunststof laag om de wrijvingsweerstand en de slijtage ter plaatse van het contact met de metalen eerste transportband 41 te verminderen. Eventueel zijn de tweede dwarsliggers 83 volledig van kunststof, mits de desbetreffende kunststof geschikt is voor de in de droogzone 20 heersende condities. In dit voorbeeld is de kunststof polytetrafluoretheen (PTFE).As shown in Figure 2, the transport device 4 further comprises a support 8 for supporting the first conveyor belt 41. The support 8 comprises carriers 81, first sleepers 82 and second sleepers 83. The carriers 81 extend in the conveying direction X or in substantially parallel to the conveying direction X and supporting the first sleepers 82. The first sleepers 82 extend perpendicularly or substantially perpendicularly to the conveying direction X between the carriers 81 while the second sleepers 83 are arranged in a herringbone pattern on the first sleepers 82 and between the carriers 81. The second sleepers 83 rest on the first sleepers 82. The second sleepers 83 form a supporting surface for supporting the first conveyor belt on the side facing away from the first sleepers 82 and / or facing upwards. The supporting surface is parallel to the transport surface P. In this example, the first conveyor belt 41 is a metal conveyor belt. The second sleepers 83 are provided on the side facing the supporting surface with a plastic layer to reduce the frictional resistance and the wear at the location of the contact with the metal first conveyor belt 41. Optionally, the second sleepers 83 are entirely of plastic, provided that the relevant plastic is suitable for the conditions prevailing in the drying zone 20. In this example, the plastic is polytetrafluoroethylene (PTFE).

Figuur 3 toont een schematisch diagram van de drooginrichting 1. Zoals schematisch weergegeven in figuur 3 is het verwarmingssamenstel 6 ingericht voor het verdampen van vloeibaar water W tot verzadigde stoom V en voor het verwarmen van de verzadigde stoom V voor het vormen van oververhitte stoom S op een eerste procestemperatuur Tl. Voor de vakman zal duidelijk zijn dat bij atmosferische druk een eerste procestemperatuur Tl van minder dan 100°C zal leiden tot het condenseren van stoom in de droogzone 20. Het verwarmingssamenstel 6 is daarom ingericht om de oververhitte stoom S te verwarmen tot een eerste procestemperatuur Tl van ten minste boven de 100°C. Bij voorkeur is het verwarmingssamenstel 6 ingericht om de oververhitte stoom S te verwarmen tot een eerste procestemperatuur Tl binnen een bereik van 120°C tot 180°C. Bij meeste voorkeur is het verwarmingssamenstel 6 ingericht om de oververhitte stoom S te verwarmen binnen tot een eerste procestemperatuur Tl een bereik van 140°C tot 160°C.Figure 3 shows a schematic diagram of the drying device 1. As schematically shown in Figure 3, the heating assembly 6 is adapted to evaporate liquid water W into saturated steam V and to heat the saturated steam V to form superheated steam S on a first process temperature T1. It will be clear to those skilled in the art that at atmospheric pressure a first process temperature T1 of less than 100 ° C will lead to the condensation of steam in the drying zone 20. The heating assembly 6 is therefore adapted to heat the superheated steam S to a first process temperature T1. of at least above 100 ° C. Preferably, the heating assembly 6 is adapted to heat the superheated steam S to a first process temperature T1 within a range of 120 ° C to 180 ° C. Most preferably, the heating assembly 6 is adapted to heat the superheated steam S within a first process temperature T1 in a range of 140 ° C to 160 ° C.

In dit voorbeeld omvat de drooginrichting 1 een regeleenheid 63 voor het instellen van de eerste procestemperatuur Tl binnen een bereik van 120°C tot 180°C. Bij voorkeur is de regeleenheid 63 ingericht voor het instellen van een eerste procestemperatuur Tl binnen een bereik van 140°C tot 160°C.In this example, the drying device 1 comprises a control unit 63 for adjusting the first process temperature T1 within a range of 120 ° C to 180 ° C. The control unit 63 is preferably adapted to set a first process temperature T1 within a range of 140 ° C to 160 ° C.

Zoals verder in figuur 3 is weergegeven omvat het verwarmingssamenstel 6 een verhitter 61 en een oververhitter 62. De verhitter 61 is ingericht voor het aan de kook brengen en verdampen van vloeibaar water W tot verzadigde stoom V. De oververhitter 62 is ingericht om de in de verhitter 61 verkregen verzadigde stoom V te verwarmen voor het vormen van de oververhitte stoom S op de eerste procestemperatuur Tl.As further shown in Figure 3, the heating assembly 6 comprises a heater 61 and a superheater 62. The heater 61 is adapted to boil and evaporate liquid water W to saturated steam V. The superheater 62 is adapted to to heat saturated steam V obtained from heater 61 to form superheated steam S to the first process temperature T1.

Zoals in figuur 3 is weergegeven omvat de drooginrichting 1 verder een warmtewisselaar 7 voor het condenseren van oververhitte stoom S voor het onttrekken van vloeibaar water W aan de droogzone 20. De warmtewisselaar 7 staat in f luïdumverbinding met de droogzone 2 0 voor het ontvangen van oververhitte stoom S van de droogzone 20. In dit voorbeeld staat de warmtewisselaar 7 in fluïdumverbinding met de droogzone 20 via ten minste één van de in figuur 2 weergegeven eerste uitlaatopeningen 24.As shown in Figure 3, the drying device 1 further comprises a heat exchanger 7 for condensing superheated steam S for extracting liquid water W from the drying zone 20. The heat exchanger 7 is in fluid communication with the drying zone 20 for receiving superheated steam S from the drying zone 20. In this example, the heat exchanger 7 is in fluid communication with the drying zone 20 via at least one of the first outlet openings 24 shown in Figure 2.

Bij voorkeur is de warmtewisselaar 7 een parallelle warmtewisselaar en wordt de oververhitte stoom S in de warmtewisselaar 7 gecondenseerd door deze te parallel te koelen met een koelwaterstroom van koud vloeibaar water W. Door het parallel koelen met de koelwaterstroom zal de oververhitte stoom S tot warm vloeibaar water W condenseren en zal de koelwaterstroom opwarmen.Preferably, the heat exchanger 7 is a parallel heat exchanger and the superheated steam S in the heat exchanger 7 is condensed by cooling it in parallel with a cooling water stream of cold liquid water W. By cooling in parallel with the cooling water stream, the superheated steam S will become hot liquid water W condense and the cooling water flow will heat up.

In dit voorbeeld wordt ten minste een gedeelte van de het in de warmtewisselaar 7 aan de droogzone 20 onttrokken water W teruggevoerd naar de verhitter 61. Bij voorkeur wordt daarnaast ook ten minste een gedeelte van de opgewarmde koelwaterstroom naar de verhitter 61 gevoerd.In this example, at least a portion of the water W withdrawn from the drying zone 20 in the heat exchanger 7 is returned to the heater 61. In addition, at least a portion of the heated cooling water stream is also fed to the heater 61.

De regeleenheid 63 is ingericht voor het regelen van de hoeveelheid water W die wordt onttrokken aan de droogzone 20. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid water W die wordt onttrokken aan de droogzone 20 geregeld in relatie tot de hoeveelheid vocht die op de blikken 9 aanwezig is voorafgaand aan het binnen de droogzone 20 leiden van de blikken 9. Zodoende kan een volumefractie van de oververhitte stoom S in de droogzone 20 worden ingesteld en/of constant worden gehouden.The control unit 63 is adapted to control the amount of water W withdrawn from the drying zone 20. Preferably the amount of water W withdrawn from the drying zone 20 is controlled in relation to the amount of moisture present on the cans 9 prior to guiding the cans 9 within the drying zone 20. Thus, a volume fraction of the superheated steam S in the drying zone 20 can be adjusted and / or kept constant.

Zoals in figuur 3 is weergegeven omvat de drooginrichting 1 verder een herverwarmingssamenstel 5 voor het herverwarmen van oververhitte stoom S. Het herverwarmingssamenstel 5 staat in dit voorbeeld in fluïdumverbinding met de droogzone 20 via ten minste één van de in figuur 2 weergegeven eerste uitlaatopeningen 24 voor het aan de droogzone 20 onttrekken van oververhitte stoom S.As shown in Figure 3, the drying device 1 further comprises a reheating assembly 5 for reheating superheated steam S. In this example, the reheating assembly 5 is in fluid communication with the drying zone 20 via at least one of the first outlet openings 24 shown in Figure 2 for the withdrawing superheated steam S from the drying zone 20.

Door de warmteoverdracht is de oververhitte stoom S, nadat deze langs de blikken 9 is gestroomd, afgekoeld naar een tweede procestemperatuur T2. Het herverwarmingssamenstel 5 is ingericht teneinde de onttrokken oververhitte stoom S, te herverwarmen van de tweede procestemperatuur T2 naar een derde procestemperatuur T3. Het herverwarmingssamenstel 5 staat in f luïdumverbinding met de droogzone 20 via ten minste één van de eerste inlaatopeningen 23 om de herverwarmde oververhitte stoom S op de derde procestemperatuur T3 toe te voeren aan de droogzone 20.As a result of the heat transfer, the superheated steam S, after it has flowed past the cans 9, is cooled to a second process temperature T2. The reheating assembly 5 is arranged to reheat the extracted superheated steam S from the second process temperature T2 to a third process temperature T3. The reheating assembly 5 is in fluid communication with the drying zone 20 via at least one of the first inlet openings 23 to feed the reheated superheated steam S at the third process temperature T3 to the drying zone 20.

Bij voorkeur ligt de tweede procestemperatuur T2 boven de 100°C zodat de oververhitte stoom S oververhit blijft. De derde procestemperatuur T3 is gelijk of in hoofdzaak gelijk aan de eerste procestemperatuur Tl.The second process temperature T2 is preferably above 100 ° C so that the superheated steam S remains overheated. The third process temperature T3 is the same or substantially the same as the first process temperature T1.

In een alternatieve uitvoeringsvorm van de drooginrichting 1 is het herverwarmingssamenstel 5 tevens de oververhitter 61. In deze uitvoeringsvorm is het verwarmingssamenstel 6 ingericht om verzadigde stoom V aan de droogzone 20 toe te voeren. Het herverwarmingssamenstel 5 is ingericht voor het oververhitten van de verzadigde stoom V tot oververhitte stoom S op de eerste procestemperatuur Tl in een opstartfase en voor het herverwarmen van de oververhitte stoom S in een procesfase.In an alternative embodiment of the drying device 1, the reheating assembly 5 is also the superheater 61. In this embodiment, the heating assembly 6 is adapted to supply saturated steam V to the drying zone 20. The reheating assembly 5 is adapted to superheat the saturated steam V to superheated steam S to the first process temperature T1 in a start-up phase and to reheat the superheated steam S to a process phase.

Figuur 4 toont een alternatieve drooginrichting 101 volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding. De alternatieve drooginrichting 101 verschilt van de eerder besproken drooginrichting 1 doordat deze een eerste behuizing 102 voor het vormen van een droogzone 120 én een tweede behuizing 103 voor het vormen van een voorverwarmzone 130 omvat. De drooginrichting 101 is ingericht om in de voorverwarmzone 130 verzadigde stoom V langs de blikken 9 te laten stromen. De drooginrichting 101 is verder ingericht om in de droogzone 120 de oververhitte stoom S langs de blikken 9 te laten stromen. Door de verzadigde stoom V langs de blikken 9 te laten stromen in de voorverwarmzone 130 zullen de blikken 9 opwarmen door een combinatie van convectieve warmteoverdracht en warmte die vrijkomt bij het condenseren van de verzadigde stoom V op de blikken 9. Door de convectieve warmteoverdracht tussen de oververhitte stoom S en de blikken 9 in de droogzone 120 zullen de blikken 9 vervolgens verder opwarmen naar een temperatuur waarop vocht dat op de wand van de blikken 9 aanwezig is verdampt.Figure 4 shows an alternative drying device 101 according to a second embodiment of the invention. The alternative drying device 101 differs from the previously discussed drying device 1 in that it comprises a first housing 102 for forming a drying zone 120 and a second housing 103 for forming a preheating zone 130. The drying device 101 is arranged for flowing saturated steam V along the cans 9 in the preheating zone 130. The drying device 101 is further adapted to cause the superheated steam S to flow past the cans 9 in the drying zone 120. By allowing the saturated steam V to flow past the cans 9 into the preheating zone 130, the cans 9 will heat up through a combination of convective heat transfer and heat that is released during the condensation of the saturated steam V on the cans 9. Due to the convective heat transfer between the superheated steam S and the cans 9 in the drying zone 120 will then further heat the cans 9 to a temperature at which moisture present on the wall of the cans 9 evaporates.

Zoals in figuur 4 is weergegeven, omvat de alternatieve drooginrichting 101 net als de hiervoor besproken drooginrichting 1 diverse eerste inlaatopeningen 123 en eerste uitlaatopeningen 124 voor het toevoeren en afvoeren van de oververhitte stoom S naar en van de droogzone 120 en ten minste een tweede inlaatopening 133 en een tweede uitlaatopening 134 in de tweede behuizing 103 voor het toevoeren en afvoeren van verzadigde stoom V naar en van de voorverwarmzone 130.As shown in Figure 4, the alternative drying device 101, like the previously discussed drying device 1, comprises various first inlet openings 123 and first outlet openings 124 for supplying and discharging the superheated steam S to and from the drying zone 120 and at least a second inlet opening 133 and a second outlet port 134 in the second housing 103 for supplying and discharging saturated steam V to and from the preheating zone 130.

De alternatieve drooginrichting 101 omvat een eerste doorvoeropening 121 en een tweede doorvoeropening 122 die zijn aangebracht in de eerste behuizing 102 voor het daardoorheen doorvoeren van de blikken 9. Op eenzelfde wijze omvat de alternatieve drooginrichting 101 een derde doorvoeropening 131 en een vierde doorvoeropening 132 die zijn aangebracht in de tweede behuizing 103 voor het daardoorheen doorvoeren van de blikken 9. In dit voorbeeld is de eerste behuizing 102 stroomafwaarts in de transportrichting X geplaatst ten opzichte van de tweede behuizing 103. In het bijzonder zijn de eerste behuizing 102 en de derde behuizing 103 aaneengesloten, zodanig dat de vierde doorvoeropening 132 van de tweede behuizing 103 in de transportrichting aansluit, direct aansluit of samenvalt met de eerste doorvoeropening 121 van de eerste behuizing 102.The alternative drying device 101 comprises a first passage opening 121 and a second passage opening 122 which are arranged in the first housing 102 for passing through the cans 9. In the same way, the alternative drying device 101 comprises a third passage opening 131 and a fourth passage opening 132 which are arranged in the second housing 103 for passing through the cans 9. In this example, the first housing 102 is placed downstream in the transport direction X relative to the second housing 103. In particular, the first housing 102 and the third housing 103 contiguous, such that the fourth passage opening 132 of the second housing 103 connects, directly connects or coincides with the first passage opening 121 of the first housing 102 in the conveying direction.

De verhitter 61 van het verwarmingssamenstel 6 is ingericht voor het verdampen van vloeibaar water W tot verzadigde stoom V. De oververhitter 62 is ingericht voor het verwarmen van verzadigde stoom V voor het vormen van oververhitte stoom S op de eerste procestemperatuur Tl. De verhitter 61 staat in fluïdumverbinding met de voorverwarmzone 130 voor het toevoeren van de verzadigde stoom V aan de voorverwarmzone 130. De oververhitter 62 staat in f luïdumverbinding met de droogzone 120 voor het toevoeren van de oververhitte stoom S aan de droogzone 120.The heater 61 of the heating assembly 6 is adapted to evaporate liquid water W to saturated steam V. The superheater 62 is adapted to heat saturated steam V to form superheated steam S to the first process temperature T1. The heater 61 is in fluid communication with the preheating zone 130 for supplying the saturated steam V to the preheating zone 130. The superheater 62 is in fluid communication with the drying zone 120 for supplying the superheated steam S to the drying zone 120.

De alternatieve drooginrichting 101 omvat verder een warmtewisselaar 7 zoals in de hiervoor besproken drooginrichting 1 of een alternatieve warmtewisselaar 107 of een set van twee warmtewisselaars voor het opvangen, afvoeren en/of hergebruiken van condensaat van respectievelijk de droogzone 120 en de voorverwarmzone 130.The alternative drying device 101 further comprises a heat exchanger 7 as in the drying device 1 discussed above or an alternative heat exchanger 107 or a set of two heat exchangers for collecting, draining and / or reusing condensate from the drying zone 120 and the preheating zone 130, respectively.

Figuur 8 toont een blikkenverwerkingslijn 10 die een drooginrichting 1 volgens de uitvinding omvat en een blikkenwasser 11 stroomopwaarts ten opzichte van de drooginrichting 1 in de blikkenverwerkingslijn. De blikkenwasser 11 is ingericht voor het wassen van de blikken 9 met warm vloeibaar water W. De drooginrichting 1 is ingericht voor het drogen van de blikken 9, nadat deze zijn gewassen in de blikkenwasser 11. In dit voorbeeld omvat de blikkenverwerkingslijn 11 een eerste leiding 12 voor het toevoeren van vloeibaar water W uit de blikkenwasser 11 naar de drooginrichting 1 voor het vormen van oververhitte stoom S. De blikkenverwerkingslijn 11 omvat in dit voorbeeld verder een tweede leiding 13 voor het toevoeren van vloeibaar water W uit de drooginrichting 1 naar de blikkenwasser 11 voor het wassen van de blikken 9.Figure 8 shows a can processing line 10 comprising a drying device 1 according to the invention and a can washer 11 upstream of the drying device 1 in the can processing line. The can washer 11 is adapted to wash the cans 9 with hot liquid water W. The drying device 1 is adapted to dry the cans 9 after they have been washed in the can washer 11. In this example, the can processing line 11 comprises a first line 12 for supplying liquid water W from the can washer 11 to the drying device 1 for forming superheated steam S. In this example, the can processing line 11 further comprises a second conduit 13 for supplying liquid water W from the drying device 1 to the can washer 11 for washing the cans 9.

Figuur 9 toont een alternatieve ondersteuning 208 voor het ondersteunen van een transportband in de blikkenwasser 11. Omdat de middelen waarmee de blikken gewassen worden vaak agressief en/of corrosief zijn, is een dergelijke transportband doorgaans een corrosiebestendige metalen transportband.Figure 9 shows an alternative support 208 for supporting a conveyor belt in the can washer 11. Because the means with which the cans are washed are often aggressive and / or corrosive, such a conveyor belt is usually a corrosion-resistant metal conveyor belt.

De alternatieve ondersteuning 208 omvat dragers 281, eerste dwarsliggers 282 en tweede dwarsliggers 283. De dragers 281 strekken zich uit in de transportrichting X of in hoofdzaak parallel aan de transportrichting X en ondersteunen de eerste dwarsliggers 282. De eerste dwarsliggers 282 strekken zich loodrecht of in hoofdzaak loodrecht uit ten opzichte van de transportrichting X en omvatten uitsparingen 280 voor het inklemmen van de tweede dwarsliggers 283. De tweede dwarsliggers 283 zijn in een visgraatpatroon aangebracht en zijn ingeklemd in de uitsparingen 280 van de eerste dwarsliggers 282. De tweede dwarsliggers 283 vormen aan de van de eerste dwarsliggers 282 afgerichte zijde een ondersteuningsvlak E op afstand van de eerste dwarsliggers 282.The alternative support 208 comprises carriers 281, first sleepers 282 and second sleepers 283. The carriers 281 extend in the conveying direction X or substantially parallel to the conveying direction X and support the first sleepers 282. The first sleepers 282 extend perpendicularly or in substantially perpendicular to the conveying direction X and comprise recesses 280 for clamping the second sleepers 283. The second sleepers 283 are arranged in a herringbone pattern and are clamped in the recesses 280 of the first sleepers 282. The second sleepers 283 form the side remote from the first sleepers 282 has a supporting surface E at a distance from the first sleepers 282.

De tweede dwarsliggers 283 worden bij voorkeur gevormd door een meervoud van individuele kunststof stroken 284. De kunststof stroken 284 zijn standaard en/of rechte stroken die gezamenlijk het visgraatpatroon vormen. Door het gebruik van kunststof kan slijtage in het ondersteuningsvlak E tussen de metalen transportband en de tweede dwarsliggers 283 worden beperkt. De kunststof stroken kunnen eenvoudig in de uitsparingen van de eerste dwarsliggers 282 geplaatst worden. De kunststof stroken 284 worden slechts door inklemming in positie gehouden en hoeven derhalve niet onderling verbonden te zijn en/of te worden. Daarmee zijn de kunststof stroken 284 relatief goedkoop ten opzichte van een speciaal voorgevormd visgraat patroon of een ander voorgevormd patroon, waardoor de kosten van de alternatieve ondersteuning 208 laag kunnen blijven.The second sleepers 283 are preferably formed by a plurality of individual plastic strips 284. The plastic strips 284 are standard and / or straight strips that together form the herringbone pattern. By using plastic, wear in the supporting surface E between the metal conveyor belt and the second sleepers 283 can be limited. The plastic strips can easily be placed in the recesses of the first sleepers 282. The plastic strips 284 are held in position only by clamping and therefore do not need to be interconnected and / or connected. Thus, the plastic strips 284 are relatively inexpensive relative to a special preformed herringbone pattern or another preformed pattern, whereby the costs of the alternative support 208 can remain low.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be evident to those skilled in the art that fall within the scope of the present invention.

Claims

1. Werkwijze voor het drogen van metalen blikken (9) met behulp van oververhitte stoom (S), waarbij de oververhitte stoom (S) tijdens het drogen een eerste procestemperatuur (Tl) heeft.Method for drying metal cans (9) using superheated steam (S), wherein the superheated steam (S) has a first process temperature (T1) during drying.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de eerste procestemperatuur (Tl) boven de 100°C ligt, bij voorkeur binnen een bereik van 120°C tot 180°C bij meeste voorkeur binnen een bereik van 140°C tot 160°C.Method according to claim 1, wherein the first process temperature (T1) is above 100 ° C, preferably within a range of 120 ° C to 180 ° C, most preferably within a range of 140 ° C to 160 ° C.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de werkwijze ten minste de stappen omvat van: a) het plaatsen van de blikken (9) in een droogzone (20, 120); b) het langs de blikken (9) laten stromen van de oververhitte stoom (S) in de droogzone (20, 120).A method according to claim 1 or 2, wherein the method comprises at least the steps of: a) placing the cans (9) in a drying zone (20, 120); b) flowing the superheated steam (S) into the drying zone (20, 120) along the cans (9).

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij in stap a) de blikken (9) in een transportrichting (X) van buiten de droogzone (20, 120) naar binnen de droogzone (20, 120) worden geleid, en waarbij na stap b) de blikken (9) in de transportrichting (X) vanuit de droogzone (20, 120) naar buiten de droogzone (20, 120) worden geleid.Method according to claim 3, wherein in step a) the cans (9) are guided in a conveying direction (X) from outside the drying zone (20, 120) to inside the drying zone (20, 120), and wherein after step b) the cans (9) are guided in the conveying direction (X) from the drying zone (20, 120) to the outside of the drying zone (20, 120).

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij de werkwijze de stap omvat van het verschaffen van een verwarmingssamenstel (6), waarbij vloeibaar water (W) wordt verdampt en wordt oververhit in het verwarmingssamenstel (6) voor het vormen van de oververhitte stoom (S).A method according to claim 3 or 4, wherein the method comprises the step of providing a heating assembly (6), wherein liquid water (W) is evaporated and overheated in the heating assembly (6) to form the superheated steam ( S).

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het verwarmingssamenstel (6) een verhitter (61) omvat en een oververhitter (62), waarbij voor het verkrijgen van de oververhitte stoom (S) vloeibaar water (W) wordt verdampt tot stoom (V) in de verhitter (61), en waarbij vervolgens de stoom (V) wordt verwarmd in de oververhitter (62) voor het vormen van de oververhitte stoom (S).The method according to claim 5, wherein the heating assembly (6) comprises a heater (61) and an overheater (62), wherein to obtain the superheated steam (S) liquid water (W) is evaporated to steam (V) in the heater (61), and wherein subsequently the steam (V) is heated in the superheater (62) to form the superheated steam (S).

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij de werkwijze de stap omvat van het verschaffen van een warmtewisselaar (7, 107), waarbij ten minste een gedeelte van de oververhitte stoom (S) , nadat dit langs de blikken (9) is geleid, in de warmtewisselaar (7, 107) wordt gecondenseerd voor het onttrekken van vloeibaar water (W) aan de droogzone (20, 120) .A method according to claim 5 or 6, wherein the method comprises the step of providing a heat exchanger (7, 107), wherein at least a portion of the superheated steam (S), after passing through the cans (9) , is condensed in the heat exchanger (7, 107) to extract liquid water (W) from the drying zone (20, 120).

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij een volumefractie van de oververhitte stoom (S) in de droogzone (20, 120) wordt ingesteld en/of constant wordt gehouden door het regelen van de hoeveelheid water (W) die wordt onttrokken aan de droogzone (20,120) .The method of claim 7, wherein a volume fraction of the superheated steam (S) in the drying zone (20, 120) is set and / or kept constant by controlling the amount of water (W) withdrawn from the drying zone ( 20,120).

9. Werkwijze volgens een der conclusies 3-8, waarbij de werkwijze de stap omvat van het verschaffen van een herverwarmingssamenstel (5), waarbij de oververhitte stoom (S) , nadat deze langs de blikken (9) is gestroomd, is afgekoeld naar een tweede procestemperatuur (T2), en waarbij ten minste een gedeelte van de oververhitte stoom (S) in het herverwarmingssamenstel (5) wordt verwarmd van de tweede procestemperatuur (T2) naar een derde procestemperatuur (T3) en wordt teruggeleid naar de droogzone (20, 120).A method according to any of claims 3-8, wherein the method comprises the step of providing a reheating assembly (5), wherein the superheated steam (S), after flowing through the cans (9), has cooled to a second process temperature (T2), and wherein at least a portion of the superheated steam (S) in the reheating assembly (5) is heated from the second process temperature (T2) to a third process temperature (T3) and returned to the drying zone (20, 120).

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de tweede procestemperatuur (T2) boven de 100°C ligt.The method of claim 9, wherein the second process temperature (T2) is above 100 ° C.

11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, waarbij de derde procestemperatuur (T3) gelijk of in hoofdzaak gelijk is aan de eerste procestemperatuur (Tl).The method according to claim 9 or 10, wherein the third process temperature (T3) is the same or substantially the same as the first process temperature (T1).

12. Werkwijze volgens een der conclusies 9-11, waarbij het herverwarmingssamenstel (5) de oververhitter ( 62) is.The method of any one of claims 9 to 11, wherein the reheating assembly (5) is the superheater (62).

13. Werkwijze volgens een der conclusies 3-12, waarbij de werkwijze voorafgaand aan stap a) de stappen omvat van: het plaatsen van de blikken (9) in een voorverwarmzone (130); het langs de blikken (9) laten stromen van verzadigde stoom (V) in de voorverwarmzone (130) .A method according to any of claims 3-12, wherein the method prior to step a) comprises the steps of: placing the cans (9) in a preheating zone (130); flowing saturated steam (V) into the preheating zone (130) along the cans (9).

14. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, waarbij de werkwijze de stap omvat van het verschaffen van een blikkenwasser (10), en waarbij de blikken (9) voorafgaand aan het drogen worden gewassen met vloeibaar water (W) in de blikkenwasser (10).A method according to claim 7 or 8, wherein the method comprises the step of providing a can washer (10), and wherein the cans (9) are washed with liquid water (W) in the can washer (10) prior to drying .

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij ten minste een deel van het onttrokken vloeibare water (W) wordt toegevoerd aan de blikkenwasser (10) voor het wassen van de blikken (9) .The method of claim 14, wherein at least a portion of the withdrawn liquid water (W) is supplied to the can washer (10) for washing the cans (9).

16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij ten minste een deel van het vloeibare water (W) dat gebruikt is voor het wassen van de blikken in de blikkenwasser (10), wordt toegevoerd aan het verwarmingssamenstel (6) en opnieuw wordt gebruikt voor het vormen van de oververhitte stoom (S) .A method according to claim 14 or 15, wherein at least a portion of the liquid water (W) used for washing the cans in the can washer (10) is supplied to the heating assembly (6) and reused for forming the superheated steam (S).

17. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij ten minste een deel van het onttrokken vloeibare water (W) naar het verwarmingssamenstel (6) wordt teruggevoerd en opnieuw wordt gebruikt voor het vormen van de oververhitte stoom (S) .The method of claim 7, wherein at least a portion of the withdrawn liquid water (W) is recycled to the heating assembly (6) and reused to form the superheated steam (S).

18. Drooginrichting (1, 101) voor het drogen van metalen blikken (9), waarbij de drooginrichting (1, 101) een eerste behuizing (2, 102) omvat en één of meer eerste inlaatopeningen (23, 123) en één of meer eerste uitlaatopeningen (24, 124) in de eerste behuizing (2, 102), waarbij de eerste behuizing (2, 102) een droogzone (20, 120) definieert en is ingericht voor het opnemen van de blikken (9), waarbij de één of meer eerste inlaatopeningen (23, 123) en de één of meer eerste uitlaatopeningen (24, 124) zijn ingericht voor het respectievelijk aanvoeren en afvoeren van het droogmedium, waarbij de drooginrichting (1, 101) verder een verwarmingssamenstel (6) omvat dat is ingericht voor het verdampen en oververhitten van vloeibaar water (W) voor het vormen van het droogmedium in de vorm van oververhitte stoom (S) op een eerste procestemperatuur (Tl), en waarbij het verwarmingssamenstel (6) in fluïdumverbinding staat met de droogzone (20, 120) via ten minste één van de een of meer eerste inlaatopeningen (23, 123) voor het toevoeren van de oververhitte stoom (S) aan de droogzone (20, 120).A drying device (1, 101) for drying metal cans (9), the drying device (1, 101) comprising a first housing (2, 102) and one or more first inlet openings (23, 123) and one or more first outlet openings (24, 124) in the first housing (2, 102), wherein the first housing (2, 102) defines a drying zone (20, 120) and is adapted to receive the cans (9), the one or more first inlet openings (23, 123) and the one or more first outlet openings (24, 124) are arranged for supplying and discharging the drying medium, wherein the drying device (1, 101) further comprises a heating assembly (6) which is arranged for evaporating and superheating liquid water (W) to form the drying medium in the form of superheated steam (S) at a first process temperature (T1), and wherein the heating assembly (6) is in fluid communication with the drying zone (20) , 120) via at least one of the one or more ee First inlet openings (23, 123) for supplying superheated steam (S) to the drying zone (20, 120).

19. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 18 of 19, waarbij de eerste procestemperatuur (Tl) boven de 100°C ligt, bij voorkeur binnen een bereik van 120°C tot 180°C bij meeste voorkeur binnen een bereik van 140°C tot 160°C.Drying device (1, 101) according to claim 18 or 19, wherein the first process temperature (T1) is above 100 ° C, preferably within a range of 120 ° C to 180 ° C, most preferably within a range of 140 ° C to 160 ° C.

20. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 18, waarbij de drooginrichting een regeleenheid (63) omvat voor het instellen van de eerste procestemperatuur (Tl) binnen een bereik van 120°C tot 180°C, bij voorkeur binnen een bereik van 140°C tot 160°C.The drying device (1, 101) according to claim 18, wherein the drying device comprises a control unit (63) for setting the first process temperature (T1) within a range of 120 ° C to 180 ° C, preferably within a range of 140 ° C to 160 ° C.

21. Drooginrichting (1, 101) volgens een der conclusies 18-20, waarbij het verwarmingssamenstel (6) een verhitter (61) en een oververhitter (62) omvat, waarbij de verhitter (61) is ingericht voor het verdampen van vloeibaar water (W) tot stoom, en waarbij de oververhitter (62) is ingericht om de in de verhitter (61) verkregen stoom te verwarmen voor het vormen van de oververhitte stoom (S) op de eerste procestemperatuur (Tl).A drying device (1, 101) according to any one of claims 18-20, wherein the heating assembly (6) comprises a heater (61) and an overheater (62), the heater (61) being adapted to evaporate liquid water ( W) to steam, and wherein the superheater (62) is adapted to heat the steam obtained in the heater (61) to form the superheated steam (S) to the first process temperature (T1).

22. Drooginrichting (101) volgens conclusie 21, waarbij de drooginrichting (101) verder een tweede behuizing (103) omvat, en verder is voorzien van één of meer tweede inlaatopeningen (133) en één of meer tweede uitlaatopeningen (134) in de tweede behuizing (103), waarbij de tweede behuizing (103) een voorverwarmzone (130) definieert en is ingericht teneinde de blikken (9) op te nemen, waarbij de één of meer tweede inlaatopeningen (133) en de één of meer tweede uitlaatopeningen (134) zijn ingericht voor het respectievelijk aanvoeren en afvoeren van het verwarmingsmedium, waarbij de verhitter (61) is ingericht voor het verdampen van vloeibaar water (W) voor het vormen van het verwarmingsmedium in de vorm van verzadigde stoom (V), en waarbij de verhitter (61) in fluïdumverbinding staat met de voorverwarmzone (130) via ten minste één van de één of meer tweede inlaatopeningen (133) voor het toevoeren van verzadigde stoom (V) aan de voorverwarmzone (130) .The drying device (101) according to claim 21, wherein the drying device (101) further comprises a second housing (103), and further comprises one or more second inlet openings (133) and one or more second outlet openings (134) in the second housing (103), wherein the second housing (103) defines a preheating zone (130) and is arranged to receive the cans (9), the one or more second inlet openings (133) and the one or more second outlet openings (134) ) are arranged for supplying and discharging the heating medium, wherein the heater (61) is adapted to evaporate liquid water (W) to form the heating medium in the form of saturated steam (V), and wherein the heater (61) is in fluid communication with the preheating zone (130) via at least one of the one or more second inlet openings (133) for supplying saturated steam (V) to the preheating zone (130).

23. Drooginrichting (1, 101) volgens een der conclusies 18-21, waarbij de drooginrichting (1, 101) verder een warmtewisselaar (7, 107) omvat, waarbij de warmtewisselaar in fluïdumverbinding staat met de droogzone (20, 120) voor het toevoeren van oververhitte stoom (S) van de droogzone (20, 120) naar de warmtewisselaar (7,107), en waarbij de warmtewisselaar (7,107) is ingericht om de oververhitte stoom (S) te condenseren voor het onttrekken van vloeibaar water (W) aan de droogzone (20, 120).The drying device (1, 101) according to any of claims 18-21, wherein the drying device (1, 101) further comprises a heat exchanger (7, 107), the heat exchanger being in fluid communication with the drying zone (20, 120) for supplying superheated steam (S) from the drying zone (20, 120) to the heat exchanger (7,107), and wherein the heat exchanger (7,107) is adapted to condense the superheated steam (S) for extracting liquid water (W) to the drying zone (20, 120).

24. Drooginrichting (1, 101) volgens een der conclusies 18-23, waarbij de drooginrichting (1, 101) verder een herverwarmingssamenstel (5) omvat voor het verwarmen van oververhitte stoom (S) , waarbij het herverwarmingssamenstel (5) in fluïdumverbinding staat met de droogzone (20, 120) via ten minste één van de één of meer eerste uitlaatopeningen (24, 124) voor het aan de droogzone onttrekken van oververhitte stoom (S), waarbij de oververhitte stoom (S) , nadat dit langs de blikken (9) is gestroomd, is afgekoeld naar een tweede procestemperatuur (T2), waarbij het herverwarmingssamenstel (5) is ingericht teneinde de onttrokken oververhitte stoom (S) te verwarmen van de tweede procestemperatuur (T2) naar een derde procestemperatuur (T3), en waarbij het herverwarmingssamenstel (5) in fluïdumverbinding staat met de droogzone (20, 120) via ten minste één van de één of meer eerste inlaatopeningen (23, 123) voor het toevoeren van de herverwarmde oververhitte stoom (S) aan de droogzone (20, 120) .The drying device (1, 101) according to any of claims 18-23, wherein the drying device (1, 101) further comprises a reheating assembly (5) for heating superheated steam (S), the reheating assembly (5) being in fluid communication with the drying zone (20, 120) via at least one of the one or more first outlet openings (24, 124) for withdrawing superheated steam (S) from the drying zone, the superheated steam (S), after passing along the cans (9) has flowed, cooled to a second process temperature (T2), the reheating assembly (5) being arranged to heat the extracted superheated steam (S) from the second process temperature (T2) to a third process temperature (T3), and wherein the reheating assembly (5) is in fluid communication with the drying zone (20, 120) via at least one of the one or more first inlet openings (23, 123) for supplying the reheated superheated steam (S) to the drying sun e (20, 120).

25. Drooginrichting (1,101), volgens conclusie 24, waarbij het herverwarmingssamenstel (5) de oververhitter (62) is.The drying device (1,101) according to claim 24, wherein the reheating assembly (5) is the superheater (62).

26. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 23, waarbij de warmtewisselaar (7, 107) is ingericht om de oververhitte stoom (S) te condenseren voor het onttrekken van vloeibaar water (W) aan de droogzone (20, 120), waarbij de drooginrichting (1, 101) is ingericht om ten minste een deel van het onttrokken vloeibare water (W) terug te voeren naar het verwarmingssamenstel (6).The drying device (1, 101) according to claim 23, wherein the heat exchanger (7, 107) is adapted to condense the superheated steam (S) to extract liquid water (W) from the drying zone (20, 120), wherein the drying device (1, 101) is adapted to return at least a part of the extracted water (W) to the heating assembly (6).

27. Drooginrichting (1, 101) volgens een der conclusies 18-26, waarbij de eerste behuizing (2, 102) een eerste doorvoeropening (21, 121) omvat en een tweede doorvoeropening (22, 122) stroomafwaarts in een transportrichting (X) ten opzichte van de eerste doorvoeropening (21, 121) .A drying device (1, 101) according to any of claims 18-26, wherein the first housing (2, 102) comprises a first passage opening (21, 121) and a second passage opening (22, 122) downstream in a transport direction (X) with respect to the first passage opening (21, 121).

28. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 27, waarbij de drooginrichting (1, 101) verder een transportinrichting (4) omvat, waarbij de transportinrichting (4) is ingericht voor het achtereenvolgens door de eerste doorvoeropening (21, 121) en de tweede doorvoeropening (22, 122) verplaatsen van de blikken (9) in de transportrichting (X).The drying device (1, 101) according to claim 27, wherein the drying device (1, 101) further comprises a conveying device (4), the conveying device (4) being adapted to successively pass through the first passage opening (21, 121) and the second passage opening (22, 122) moving the cans (9) in the transport direction (X).

29. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 28, waarbij de transportinrichting (1, 101) een eerste transportband (41) omvat die zich in de transportrichting (X) uitstrekt tot aan de tweede opening (22, 122).The drying device (1, 101) according to claim 28, wherein the conveying device (1, 101) comprises a first conveyor belt (41) extending in the conveying direction (X) up to the second opening (22, 122).

30. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 29, waarbij de eerste transportband (41) een waterdoorlatende transportband is.The drying device (1, 101) according to claim 29, wherein the first conveyor belt (41) is a water-permeable conveyor belt.

31. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 29 of 30, waarbij de eerste transportband (41) een draadtransportband is.The drying device (1, 101) according to claim 29 or 30, wherein the first conveyor belt (41) is a wire conveyor.

32. Drooginrichting (1, 101) volgens een der conclusies 29-31, waarbij de transportinrichting (1, 101) verder een tweede transportband (42) omvat die zich in de transportrichting (X) uitstrekt vanaf de tweede doorvoeropening (22, 122), en waarbij de transportinrichting (1, 101) verder een overgangsdeel (44) omvat dat zich in de transportrichting (X) tussen de eerste transportband (41) en de tweede transportband (42) uitstrekt in een dwarsrichting (Y) loodrecht of in hoofdzaak loodrecht op de transportrichting (X).The drying device (1, 101) according to any of claims 29-31, wherein the conveying device (1, 101) further comprises a second conveyor belt (42) extending in the conveying direction (X) from the second passage opening (22, 122) and wherein the conveying device (1, 101) further comprises a transition part (44) extending in the conveying direction (X) between the first conveyor belt (41) and the second conveyor belt (42) in a transverse direction (Y) perpendicularly or substantially perpendicular to the transport direction (X).

33. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 32, waarbij het overgangsdeel (44) een breedte heeft in de transportrichting (X), waarbij de breedte kleiner dan vijf centimeter is, bij voorkeur kleiner dan drie centimeter, en bij meeste voorkeur kleiner of gelijk aan een halve diameter van een standaard '202 Can'.The drying device (1, 101) according to claim 32, wherein the transition part (44) has a width in the conveying direction (X), the width being less than five centimeters, preferably less than three centimeters, and most preferably smaller or equal to half a diameter of a standard '202 Can'.

34. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 32 of 33, waarbij de eerste transportband (41) en de tweede transportband (42) in de transportrichting (X) respectievelijk een kop-as(45) en een staart-as (46) omvatten, waarbij het overgangsdeel (44) tussen de kop-as(45) en de staart-as(46) gelegen is, waarbij de kop-as(45) en de staart-as (46) niet-aangedreven assen zijn.A drying device (1, 101) according to claim 32 or 33, wherein the first conveyor belt (41) and the second conveyor belt (42) in the conveying direction (X) have a head axis (45) and a tail axis (46), respectively. wherein the transition part (44) is located between the head axis (45) and the tail axis (46), the head axis (45) and the tail axis (46) being non-driven shafts.

35. Drooginrichting (1, 101) volgens een der conclusies 29-34, waarbij de eerste transportband (41) wordt ondersteund door een ondersteuning (8), waarbij de ondersteuning (8) eerste dwarsliggers (82) en tweede dwarsliggers (83) omvat, waarbij de eerste dwarsliggers (82) loodrecht of in hoofdzaak loodrecht op de transportrichting (X) zijn aangebracht, en waarbij de tweede dwarsliggers (83) in een visgraatpatroon zijn aangebracht op de eerste dwarsliggers (82) en een ondersteuningsvlak vormen voor het ondersteunen van de eerste transportband (41).The drying device (1, 101) according to any of claims 29-34, wherein the first conveyor belt (41) is supported by a support (8), the support (8) comprising first sleepers (82) and second sleepers (83) wherein the first sleepers (82) are arranged perpendicularly or substantially perpendicularly to the conveying direction (X), and wherein the second sleepers (83) are arranged in a herringbone pattern on the first sleepers (82) and form a supporting surface for supporting the first conveyor belt (41).

36. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 35, waarbij de eerste transportband (41) een metalen transportband is, en waarbij de tweede dwarsliggers (83) aan de naar het ondersteuningsvlak gerichte zijde een kunststof laag omvatten.The drying device (1, 101) according to claim 35, wherein the first conveyor belt (41) is a metal conveyor belt, and wherein the second cross beams (83) comprise a plastic layer on the side facing the supporting surface.

37. Drooginrichting (1, 101) volgens conclusie 36, waarbij de eerste transportband (41) een metalen transportband is, en waarbij de tweede dwarsliggers (83) van kunststof zijn gemaakt.The drying device (1, 101) according to claim 36, wherein the first conveyor belt (41) is a metal conveyor belt, and wherein the second sleepers (83) are made of plastic.

38. Blikkenverwerkingslijn (10), waarbij de blikkenverwerkingslijn (10) een drooginrichting (1, 101) volgens een der conclusies 18-37 omvat en een blikkenwasser (11) stroomopwaarts in de blikkenverwerkingslijn (10).A can processing line (10), wherein the can processing line (10) comprises a drying device (1, 101) according to any of claims 18-37 and a can washer (11) upstream in the can processing line (10).

39. Blikkenverwerkingslijn (10) volgens conclusie 38, waarbij de blikkenverwerkingslijn (10) een tweede leiding (13) omvat voor het toevoeren van vloeibaar water (W) uit de drooginrichting (1, 101) naar de blikkenwasser (11) voor het wassen van de blikken (9). -o-o-o-o-o-o-o-o— GH/RMThe can processing line (10) according to claim 38, wherein the can processing line (10) comprises a second conduit (13) for supplying liquid water (W) from the drying device (1, 101) to the can washer (11) for washing the cans (9). -o-o-o-o-o-o-o - GH / RM