NL2017083B1

NL2017083B1 - Vloer voorzien van waarneemmiddelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke vloer.

Info

Publication number: NL2017083B1
Application number: NL2017083A
Authority: NL
Inventors: Johannes Maria Van Lankvelt Franciscus; Johannes Maria Van Der Ven Marinus
Original assignee: 2D2 Systems B V
Priority date: 2016-07-01
Filing date: 2016-07-01
Publication date: 2018-01-19
Also published as: WO2018004343A1; NL2017083A

Abstract

Vloer voorzien van waarneemmiddelen voor het waarnemen van een object op een vloeroppervlak van de vloer, waarbij de vloer een gietlaag omvat voor het vormen van het vloeroppervlak, waarbij de waarneemmiddelen ten minste ten dele zijn voorzien in de gietlaag of aan de van het vloeroppervlak afgekeerde zijde van de gietlaag zijn voorzien. Werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke vloer.

Description

Octrooicentrum

Nederland

BI OCTROOI @ Int. CL:

E04F 15/12 (2016.01) G08B 13/10 (2016.01)

©	Aanvraag ingeschreven: 09/01/2018	©	Octrooihouder(s): 2D2-Systems B.V. te Uden.
©	Aanvraag gepubliceerd: 15/01/2018	©	Uitvinder(s): Franciscus Johannes Maria van Lankvelt
©	Octrooi verleend:		te UDEN.
	19/01/2018		Marinus Johannes Maria van der Ven te UDEN.
©	Octrooischrift uitgegeven: 05/02/2018	©	Gemachtigde: ir. J.M.G. Dohmen c.s. te Eindhoven.

(57) Vloer voorzien van waarneemmiddelen voor het waarnemen van een object op een vloeroppervlak van de vloer, waarbij de vloer een gietlaag omvat voor het vormen van het vloeroppervlak, waarbij de waarneemmiddelen ten minste ten dele zijn voorzien in de gietlaag of aan de van het vloeroppervlak afgekeerde zijde van de gietlaag zijn voorzien. Werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke vloer.

NL BI 2017083

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Korte aanduiding: Vloer voorzien van waarneemmiddelen en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke vloer

Beschrijving

Volgens een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een vloer voorzien van waarneemmiddelen voor het waarnemen van een object op een vloeroppervlak van de vloer.

Volgens een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een vloer volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.

Vloeren voorzien van waarneemmiddelen worden bijvoorbeeld toegepast voor het detecteren van de aanwezigheid van een persoon op een vloeroppervlak. Dergelijke bekende vloeren zijn voorzien van een op een ondergrond voorziene constructie waarin druksensoren zijn opgenomen. De op de ondergrond voorziene constructie is afgedekt met een tapijt voor het realiseren van een vloeroppervlak. Een nadeel van deze vloeren is dat de betrouwbaarheid van detectie voor verbetering vatbaar is.

Een doel van de onderhavige uitvinding is derhalve het verschaffen van een vloer voorzien van waarneemmiddelen waarbij de betrouwbaarheid van detectie is verbeterd.

Dit doel is bereikt volgens de onderhavige uitvinding doordat de vloer een gietlaag omvat voor het vormen van het vloeroppervlak, waarbij de waarneemmiddelen ten minste ten dele zijn voorzien in de gietlaag of aan de van het vloeroppervlak afgekeerde zijde van de gietlaag zijn voorzien. Doordat het vloeroppervlak is gevormd door een gietlaag is een relatief robuust vloeroppervlak realiseerbaar, waarbij door het ten minste ten dele voorzien van de waarneemmiddelen in de gietlaag of aan de van het vloeroppervlak afgekeerde zijde van de gietlaag een goede detectie van een interactie van een object met de vloer mogelijk is. Door het relatief robuste vloeroppervlak is een meer betrouwbare detectie gerealiseerd doordat de waarneemmiddelen beter zijn beschermd.

Een bijkomend voordeel van de uitvinding is dat door toepassing van een gietlaag, in vergelijking tot de bekende vloeren, de constructie sterk vereenvoudigd is doordat de gietlaag relatief onafhankelijk van de waarneemmiddelen een in hoofdzaak vlak vloeroppervlak realiseert. Bij de bekende vloeren is het realiseren van een vloer voorzien van waarneemmiddelen relatief bewerkelijk en lastig doordat de constructie waarin de druksensoren zijn opgenomen relatief nauwkeurig in hoogte gesteld dient te worden voor het kunnen realiseren van een relatief vlak vloeroppervlak.

Hierbij is het voordelig indien de vloer een hechtlaag omvat voor het hechten van de waarneemmiddelen en/of de gietlaag op een ondergrond. Het voorzien van een hechtlaag is voordelig voor een relatief betrouwbare hechting van de vloer aan een ondergrond waardoor een meer betrouwbare registratie door de waarneemmiddelen realiseerbaar is.

In een praktische uitvoeringsvorm zijn de waarneemmiddelen ingericht voor het meten van een druk, temperatuur en/of vochtigheidsgraad van de gietlaag en/of het vloeroppervlak. Het voorzien van dergelijke sensoren is gunstig voor het waarnemen van een zich op het vloeroppervlak bevindende interactie met het vloeroppervlak van het object of het waarnemen van een belasting van de gietlaag door het object. Het waarnemen van een belasting van de gietlaag is bijvoorbeeld gunstig voor het verschaffen van data ten aanzien van een mogelijke overbelasting van de gietlaag.

Het is gunstig indien de waarneemmiddelen communicatief zijn gekoppeld met een zendeenheid voor het zenden van een door de waarneemmiddelen verstrekbaar signaal aan een ontvangereenheid. Het communicatief koppelen is gunstig voor het op praktische wijze aan een ontvangereenheid verschaffen van het door de waarneemmiddelen waargenomen object.

Hierbij is het voordelig indien waarbij de zendeenheid in de vloer is voorzien. Door het voorzien van de zendeenheid in de vloer is op relatief betrouwbare en compacte wijze het verstrekken van het door de waarneemmiddelen verstrekbaar signaal realiseerbaar.

In een praktische uitvoeringsvorm zijn de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel volledig zijn voorzien in de gietlaag. Dit is gunstig voor het beschermen van de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel.

Het is gunstig indien de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel zijn voorzien in een drager. Een drager is gunstig voor het relatief eenvoudig met een vooraf bepaalde verdeling van de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel voorzien van de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel.

Hierbij is het gunstig indien de drager een weefsel omvat. Een weefsel is gunstig voor het in het weefsel op relatief flexibele wijze verweven van de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel.

Het is voordelig indien de waarneemmiddelen in hoofdzaak op onderling gelijke afstand zijn voorzien, bij voorkeur op een onderlinge afstand in het bereik van 5 tot 20 cm zijn voorzien, bij verdere voorkeur in het bereik van 8-12 cm. Een dergelijke onderlinge afstand is gunstig voor het realiseren van een waarnemingsresolutie via de door de waarneemmiddelen verstrekte signalen van zich op het vloeroppervlak bevindend object en/of objecten. Hierdoor is bijvoorbeeld een omvang van het object bepaalbaar of kan het aantal zich op het vloeroppervlak bevindende objecten worden bepaald.

In een bijzonder praktische uitvoeringsvorm van de vloer omvat de gietlaag epoxy en/of polyurethaan. Deze materialen zijn gunstig voor het op relatief eenvoudig realiseren van een relatief robuust vloeroppervlak.

Het is gunstig indien de gietlaag een dikte heeft in het bereik van 3 tot 6 mm. Het is de uitvinder gebleken dat een gietlaag met een dikte in het bereik van 3 mm tot 6 mm gunstig is voor het verkrijgen van voldoende robuustheid, waarbij een relatief betrouwbare waarneming van het object realiseerbaar is. Een bijkomend voordeel is dat een vloer realiseerbaar is met een dikte in het bereik van 4 mm tot 10 mm.

Volgens het tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een vloer volgens een het eerste aspect van de onderhavige uitvinding. De werkwijze omvattende de opeenvolgende stappen van:

a) het op de ondergrond aanbrengen van waarneemmiddelen;

b) het op de ondergrond gieten van de gietlaag voor het vormen van het vloeroppervlak.

De voordelen van de werkwijze zijn analoog aan de voordelen van de vloer volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.

Hierbij is het gunstig voor stap a) een hechtlaag op de ondergrond wordt aangebracht voor het hechten van de waarneemmiddelen en/of de gietlaag op de ondergrond. Het voorzien van een hechtlaag is voordelig voor een relatief betrouwbare hechting van de vloer aan een ondergrond waardoor een meer betrouwbare registratie door de waarneemmiddelen realiseerbaar is.

In een praktische uitvoering van de werkwijze zijn gedurende stap a) de waarneemmiddelen voorzien in een drager, waarbij de drager over de ondergrond wordt uitgestrekt. Een drager is gunstig voor het relatief eenvoudig met een vooraf bepaalde verdeling van de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel voorzien van de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel.

De onderhavige uitvinding zal hieronder worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een vloer volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding en een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens het tweede aspect van de onderhavige uitvinding, onder verwijzing naar de navolgende schematische figuren, waarin:

Figuur 1 in doorsnede een vloer volgens de onderhavige uitvinding toont;

Figuur 2 in doorsnede een vloer volgens de onderhavige uitvinding toont;

Figuur 3 in bovenaanzicht een drager volgens de onderhavige uitvinding toont.

Vloer 1 is voorzien van waarneemmiddelen 3. De waarneemmiddelen 3 zijn ingericht voor het waarnemen van een door een object op een vloeroppervlak 5 van de vloer 1 uitgeoefende druk op het vloeroppervlak 5. De waarneemmiddelen 3 zijn voorzien in een drager 7. Drager 7 is middels een hechtingslaag 9 op een ondergrond 11 van de vloer 1 bevestigd. Het vloeroppervlak 5 is gevormd door een gietlaag 13. Gietlaag 13 is vervaardigd van een epoxy en heeft een dikte van 4 mm. De gietlaag 13 schermt de drager 7 af van de buitenlucht. In de drager 7 is een zendeenheid 17 voorzien. De waarneemmiddelen 3 zijn voor communicatie gekoppeld met een zendeenheid 17 via koppelmiddelen 19. De koppelmiddelen 19 zijn uitgevoerd als stroken koper in de drager 7. De zendeenheid 17 is ingericht voor het zenden van een door de waarneemmiddelen 3 verstrekbaar signaal aan een niet nader getoonde ontvangereenheid. In de drager 7 is een aanstuurmiddel 21 voorzien voor het aansturen van de waarneemmiddelen 3. Het aanstuurmiddel 21 is via verdere koppelmiddelen 23 voor het aansturen van de waarneemmiddelen 3 verbonden met de waarneemmiddelen 3. De verdere koppelmiddelen 23 zijn eveneens voorzien in drager 7. Naburige waarneemmiddelen zijn op een in hoofdzaak onderling gelijke afstand A van 10 cm voorzien. Het aanstuurmiddel 21 is voorzien van een bekrachtingsmiddel 25 voor het bekrachtigen van het aanstuurmiddel 21. Het bekrachtigingsmiddel 25 strekt zich uit tot buiten de drager voor het koppelen van het bekrachtigingsmiddel 25 met een niet nader getoond krachtbron.

Vloer 1 is vervaardigbaar door het op de ondergrond 11 aanbrengen van een hechtingslaag 9. Op de hechtingslaag 9 wordt de drager 7 gehecht. Na het hechten van de drager 7 aan de hechtingslaag 9 wordt over de drager 7 een gietlaag 13 aangebracht door het gieten van een gietmateriaal.

Vloer 100 onderscheidt zich in hoofdzaak van vloer 1 doordat de waarneemmiddelen 103, zendeenheid 117 en aanstuurmiddel 121 volledig zijn voorzien in de gietlaag 113. De verwijzingscijfers in figuur 3 voor elementen van vloer 100 vergelijkbaar met elementen van vloer 1 zijn met 100 opgehoogd. Drager 107 is gevormd door een weefsel. De drager 107 is opgenomen in de gietlaag 113 zodat de gietlaag 113 grenst en hecht aan de hechtingslaag 109. De gietlaag 113 strekt zich hierbij uit door doorgangen in het weefsel van de drager 107. De gietlaag 113 heeft een dikte van 6 mm.

Vloer 100 is vervaardigbaar door het op de ondergrond 111 aanbrengen van een hechtingslaag 109. Op de hechtingslaag 109 wordt de drager

107 voorzien. Na het voorzien van de drager 107 wordt de gietlaag 113 aangebracht door het gieten van een gietmateriaal over de drager 107. Het gietmateriaal doorgaat hierbij de drager 107 en hecht aan de hechtingslaag 109.

Claims

CONCLUSIES

1/3

Figuur 1

1. Vloer voorzien van waarneemmiddelen voor het waarnemen van een object op een vloeroppervlak van de vloer, waarbij de vloer een gietlaag omvat voor het vormen van het vloeroppervlak, waarbij de waarneemmiddelen ten minste ten dele zijn voorzien in de gietlaag of aan de van het vloeroppervlak afgekeerde zijde van de gietlaag zijn voorzien.

2/3

Figuur 2

2. Vloer volgens conclusie 1, waarbij de vloer een hechtlaag omvat voor het hechten van de waarneemmiddelen en/of de gietlaag op een ondergrond.

3. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de waarneemmiddelen zijn ingericht voor het meten van een druk, temperatuur en/of vochtigheidsgraad van de gietlaag en/of het vloeroppervlak.

4. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de waarneemmiddelen communicatief zijn gekoppeld met een zendeenheid voor het zenden van een door de waarneemmiddelen verstrekbaar signaal aan een ontvangereenheid.

5. Vloer volgens conclusie 4, waarbij de zendeenheid in de vloer is voorzien.

6. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de vloer een aanstuurmiddel omvat voor het aansturen van de waarneemmiddelen.

7. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel volledig zijn voorzien in de gietlaag.

8. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de waarneemmiddelen, zendeenheid en/of aanstuurmiddel zijn voorzien in een drager.

9. Vloer volgens conclusie 8, waarbij de drager een weefsel omvat.

10. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de waarneemmiddelen in hoofdzaak op onderling gelijke afstand zijn voorzien, bij voorkeur op een onderlinge afstand in het bereik van 5 tot 20 cm zijn voorzien, bij verdere voorkeur in het bereik van 8-12 cm.

11. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de gietlaag epoxy en/of polyurethaan omvat.

12. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de gietlaag een dikte heeft in het bereik van 3 tot 6 mm.

13. Werkwijze voor het vervaardigen van een vloer volgens een van de conclusies 1 tot en met 12, de werkwijze omvattende de opeenvolgende stappen van:

a) het op de ondergrond aanbrengen van waarneemmiddelen;

5 b) het op de ondergrond gieten van de gietlaag voor het vormen van het vloeroppervlak.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij voor stap a) een hechtlaag op de ondergrond wordt aangebracht voor het hechten van de waarneemmiddelen en/of de gietlaag op de ondergrond.

10 15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, waarbij gedurende stap a) de waarneemmiddelen zijn voorzien in een drager, waarbij de drager over de ondergrond wordt uitgestrekt.

3/3

Figuur 3