NL2016875B1 - Broodverpakkingsinrichting voor het verpakken van een enkel voorgesneden brood, een gerelateerde werkwijze alsmede een broodverpakkingssamenstel. - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een broodverpakkingsinrichting voor het verpakken van een enkel voorgesneden brood. De broodverpakkingsinrichting omvat een op een broodsnij-inrichting aansluitbare of verbindbare transporteenheid. De transporteenheid is ingericht voor het ontvangen van een enkel voorgesneden brood van de broodsnij-inrichting. De broodverpakkingsinrichting omvat tevens een verpakkingseenheid die zodanig met de transporteenheid verbonden is dat tussen de transporteenheid en de verpakkingseenheid een doorvoer voor het enkel voorgesneden brood gevormd is. Verder is de transporteenheid ingericht om het ontvangen enkel voorgesneden brood via de doorvoer te transporteren naar de verpakkingseenheid. De verpakkingseenheid is ingericht om het van de transporteenheid ontvangen enkel voorgesneden brood te verpakken in een zak. Volgens de onderhavige uitvinding omvat de verpakkingseenheid zak-opspanmiddelen die in een eerste positie brengbaar zijn voor het ontvangen van een zak, en die door een gebruiker naar een tweede positie brengbaar zijn voor het met een opening van de zak voor de doorvoer opspannen van de zak.

Description

Korte aanduiding: Broodverpakkingsinrichting voor het verpakken van een enkel voorgesneden brood, een gerelateerde werkwijze alsmede een broodverpakkingssamenstel.

Beschrijving

De huidige uitvinding is gerelateerd aan een inrichting voor het verpakken van voorgesneden brood.

De huidige uitvinding is verder gerelateerd aan een werkwijze voor het verschaffen van verpakt voorgesneden brood volgens de uitvinding.

De huidige uitvinding is verder gerelateerd aan een broodverpakkingssamenstel welke de inrichting volgens de huidige uitvinding omvat.

De in deze octrooiaanvraag gebruikte term brood omvat een eetbaar meelproduct dat wordt vervaardigd door brooddeeg te bakken, te koken ofte stomen tot een brood. Het uit het brooddeeg vervaardigde brood is veelal groot en onhandig om direct te eten en wordt daarom vaak eerst voorgesneden voordat de gebruiker het opeet.

Vaak wordt het brood voor de verkoop in de winkel voorgesneden. Hiervoor gebruikt men op zich bekende conventionele broodsnij-inrichtingen zoals, bijvoorbeeld, een snijmachine met progressieve hendel.

De standaard broodsnij-inrichting omvat broodsnijmiddelen met snijtanden of snijdraad voor het snijden van het ongesneden brood. Een gebruiker legt het ongesneden brood in de broodsnij-inrichting. De gebruiker activeert dan de broodsnij-inrichting, waarna het brood wordt verplaatst richting de broodsnijmiddelen die het brood in plakken c.q. boterhammen snijden, resulterende in een voorgesneden brood, waarna het voorgesneden brood wordt verplaatst naar een uitvoerpositie. Het brood wordt dan door de gebruiker uit de broodsnij-inrichting gepakt en op een daarvoor bestemd inpakplateau geplaatst. De gebruiker trekt een zak over het brood en het plateau, schuift vervolgens het brood met de daaromheen verpakte zak van het plateau, en maakt daarna de zak dicht. Zodoende wordt een enkel verpakt voorgesneden brood verschaft.

Het is een nadeel van de bekende broodsnij-inrichting dat deze omslachtig is, en bovendien relatief onveilig is. De gebruiker kan zich verwonden aan de broodsnijmiddelen. Vanwege deze beperkingen wordt uit veiligheidsoverwegingen deze bekende broodsnij-inrichting derhalve doorgaans bediend door daarvoor opgeleid personeel. Daarnaast is een probleem van de huidige stand van de techniek dat het verpakken van het voorgesneden brood relatief lastig is. Het brood kan van het inpakplateau vallen, of de zak kan niet goed of niet volledig om het voorgesneden brood getrokken zijn, waardoor het verpakken niet geheel volgens wens verloopt. Zo kan bijvoorbeeld het net in de zak geplaatste brood bij het afhalen van het plateau weer op de grond vallen.

Het is een doel van de huidige uitvinding om een oplossing te verschaffen voor het bovengenoemde probleem van de stand van de techniek.

Dit doel wordt bereikt met een broodverpakkingsinrichting voor het verpakken van een enkel voorgesneden brood, volgens conclusie 1. De broodverpakkingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat een bij een broodsnij-inrichting plaatsbare of daarmee aansluitbare of verbindbare transporteenheid die is ingericht voor het ontvangen van een enkel voorgesneden brood van de broodsnij-inrichting. Door de broodverpakkingsinrichting rechtstreeks op de broodsnij-inrichting aansluitbaar te laten zijn, is het mogelijk om de broodsnijmiddelen van de broodsnij-inrichting af te schermen. De gebruiker hoeft niet zelf het brood uit te nemen, maar dit brood kan meteen getransporteerd worden naar de broodverpakkingsinrichting.

De broodverpakkingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat verder een verpakkingseenheid die zodanig met de transporteenheid verbonden is dat tussen de transporteenheid en de verpakkingseenheid een doorvoer voor het enkel voorgesneden brood gevormd is. De verpakkingseenheid sluit rechtstreeks aan op de transporteenheid. Hierdoor is het verplaatsen van het brood naar een inpak-plateau niet meer noodzakelijk.

De transporteenheid is ingericht om het ontvangen enkel voorgesneden brood via de doorvoer te transporteren naar de verpakkingseenheid. De verpakkingseenheid is ingericht om het van de transporteenheid ontvangen enkel voorgesneden brood te verpakken in een zak. De verpakkingseenheid omvat zak-opspanmiddelen die in een eerste positie brengbaar zijn voor het ontvangen van een zak. De zak-opspanmiddelen zijn door een gebruiker naar een tweede positie brengbaar voor het met een opening van de zak voor de doorvoer opspannen van de zak. De zak-opspanmiddelen zijn dus ingericht voor het opspannen van de zak, zodanig dat deze met een opening van de zak voor de doorvoer gelegen is, en het enkel voorgesneden brood door middel van de transporteenheid in de zak verplaatst kan worden.

Anders dan bij de stand van de techniek wordt de zak reeds om de zak-opspanmiddelen gebracht, en wordt de zak daarna opgespannen om het brood in de zak te plaatsen. Volgens de stand van de techniek wordt juist het brood klaargelegd om dan de zak over het plateau en het brood te schuiven.

Het was een inzicht van de uitvinder dat de stand van de techniek voorziet in een relatief onhandige manier voor het verpakken van brood. Nadat het brood is voorgesneden, moet de gebruiker van de stand van de techniek het voorgesneden brood handmatig verplaatsen naar een inpakpositie om het voorgesneden brood in te pakken. Nadat het brood in positie is, moet de gebruiker een zak pakken en deze om het brood heen trekken, waarna de zak handmatig verplaatst moet worden naar een zak-afdichtmiddel. De huidige uitvinding verschaft een inrichting waarbij de gebruiker minder handelingen hoeft te verrichten om een brood te verpakken. Een bijkomend voordeel hiervan is dat de huidige uitvinding een relatief snelle en eenvoudige manier voor het verpakken van brood verschaft. Daarbij hoeft de gebruiker het enkel voorgesneden brood niet aan te raken om het in te pakken, hetgeen vanuit een hygiëne-perspectief voordelig is.

Tevens kwam de uitvinder tot het inzicht dat de huidige uitvinding het inpakproces eenvoudiger en tevens veiliger maakt, omdat de gebruiker enkel de zak-opspanmiddelen naar de tweede positie hoeft te brengen om het voorgesneden brood te verpakken. Dit kan handmatig, of automatisch ten gevolge van een druk op een bedieningsknop. Echter, in de broodverpakkingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt de verplaatsing van de zak-opspanmiddelen in het bijzonder geïnitieerd door de gebruiker. Het is denkbaar dat de gebruiker zelf de zak op de zak-opspanmiddelen plaatst, maar in een alternatieve uitvoeringsvorm kan dit ook nog automatisch plaatsvinden. Hiermee wordt de bediening van de verpakkingsinrichting toegankelijker voor een grotere groep gebruikers. Ook gebruikers die niet voor het bedienen van een verpakkingsinrichting zijn opgeleid. Zo is het bijvoorbeeld denkbaar dat klanten van een bakker of van een supermarkt zelf hun brood laten snijden en het direct daaropvolgend inpakken met de broodverpakkingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding.

Een verder inzicht van de uitvinder is gebaseerd op het verschijnsel dat de binnenkant van een brood minder gevoelig is voor omgevingslucht wanneer het brood ongesneden is dan wanneer het brood in plakken is gesneden. De binnenkant van een ongesneden brood komt in mindere mate in contact met de omgeving, d.w.z. de omgevingslucht. Wanneer een brood in plakken is gesneden, ontstaan er tussen de plakken grotere openingen waardoor het contact oppervlak met de lucht is vergroot. Door een inrichting te verschaffen waarbij een enkel verpakt gesneden brood direct kan worden verschaft, is het mogelijk om de periode waarin een gesneden brood wordt blootgesteld aan de omgevingslucht totdat een gebruiker het brood ontvangt, te verkorten, waardoor de inrichting de gebruiker in essentie van een verser voorgesneden brood kan voorzien.

Binnen de context van de huidige uitvinding heeft een (voor)gesneden brood typisch twee kopse kanten met daartussen een lengte. Met dwarsrichting wordt binnen de context van de huidige uitvinding bedoeld; een richting in hoofdzaak dwars op de lengte van het brood.

Een zak, zoals bedoeld binnen de context van de huidige uitvinding, is een broodzak welke op zich bekend is voor de vakman en is een buigzaam lichaam omvattende soepel materiaal zoals stof, karton, papier of kunststof. De zak omvat een opening, een binnen- en buitenzijde en heeft een rand langs de opening van de zak. De zak omsluit een volume waarbij de zak geschikt is voor het ontvangen van een voorgesneden brood.

In een uitvoeringsvorm omvat de transporteenheid transportmiddelen voor het naar de verpakkingseenheid transporteren van het enkel voorgesneden brood. In een voordelige uitvoeringsvorm omvatten de transportmiddelen een duwelement voor het duwen van het voorgesneden brood. Op deze wijze kan de inrichting vanuit een constructief oogpunt relatief eenvoudig worden uitgevoerd. Bovendien is een dergelijke uitvoering bijzonder doeltreffend.

In een uitvoeringsvorm is de transporteenheid voorzien van een broodondersteuningsvlak voor het ondersteunen van het enkel voorgesneden brood.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het broodondersteuningsvlak zwenkbaar tussen een in hoofdzaak horizontale ontvangpositie voor het ontvangen van het voorgesneden brood, en een in hoofdzaak hellende afgiftepositie waarin het voorgesneden brood naar de verpakkingseenheid transporteerbaar is. Hierbij is het broodondersteuningsvlak bijvoorbeeld hoger gepositioneerd dan de verpakkingseenheid en zal het voorgesneden brood, in bedrijf, onder invloed van de zwaartekracht door de doorvoer richting de verpakkingseenheid glijden. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat deze uitvoeringsvorm in een eenvoudige wijze een verpakt voorgesneden brood kan verschaffen, met relatief weinig technische middelen c.q. machineonderdelen.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is het broodondersteuningvlak zwenkbaar tussen 0 en 60 graden, meer in het bijzonder tussen 15 en 45 graden. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het voorgesneden brood met een vooraf bepaalde gewenste snelheid door de doorvoer en de opgespannen zak kan glijden, waarbij de kans dat het voorgesneden brood uit elkaar valt relatief laag is.

De transportmiddelen omvatten in een uitvoeringsvorm een in het broodondersteuningsvlak aangebrachte sleuf. Door deze sleuf kan het transportmiddel, en in het bijzonder het duwelement, beweegbaar voorzien zijn. Meer specifiek kan het ondersteuningsvlak een langwerpige sleuf omvatten, waarbij de transportmiddelen, in de vorm van een duwelement, vanuit een onderzijde van het ondersteuningsvlak door de sleuf heen aangrijpen op een voorgesneden brood voor het voortduwen van het voorgesneden brood over het ondersteuningsvlak heen richting de verpakkingseenheid. De transportmiddelen worden hierbij aangedreven door aandrijfmiddelen. Voorbeelden van aandrijfmiddelen geschikt voor deze toepassing zijn een pneumatische, hydraulische of elektromagnetische actuatoren.

In een alternatieve uitvoeringsvorm omvatten de transportmiddelen bijvoorbeeld pneumatische, hydraulische of elektromagnetische actuatoren die op het voorgesneden brood kunnen aangrijpen. Een andere mogelijkheid voor de transportmiddelen is bijvoorbeeld een lopende band.

In een uitvoeringsvorm is de transporteenheid ingericht voor het vanuit een eerste richting ontvangen van een voorgesneden brood van een broodsnij-inrichting, en voor het in een tweede richting in hoofdzaak dwars op de eerste richting naar de verpakkingseenheid transporteren van het enkel voorgesneden brood. Een voorgesneden brood wordt veelal langs de dwarsrichting gesneden door een broodsnij-inrichting en daarna in de dwarsrichting afgevoerd. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm van de brood-verpakkingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding is dat het voorgesneden brood na ontvangst vanuit de eerste richting direct op een geschikte wijze georiënteerd is zodat het voorgesneden brood met de kopse kant, in de tweede richting, door de opening van de opgespannen zak verplaatst kan worden door de transporteenheid, zonder dat een relatief ingewikkelde draaiing van het voorgesneden brood noodzakelijk is. Een eventuele draaiing vergroot de kans dat de plakken van het voorgesneden brood in een ongewenste oriëntatie geraken. Dit inzicht zorgt tevens voor een relatief compacte inrichting. Hierdoor is de huidige uitvinding tevens nog breder inzetbaar.

In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de inrichting ten minste een sensor voor het waarnemen van de zak-opspanmiddelen, alsmede blokkeermiddelen, in communicatie met de sensor, voor het sturen van de transporteenheid op basis van de door de sensor waargenomen informatie. De blokkeermiddelen kunnen bijvoorbeeld de aanvoer van een voorgesneden brood aan de transporteenheid blokkeren of juist deblokkeren, op basis van door de sensor waargenomen informatie. De sensor kan ingericht zijn voor het waarnemen van een positie van de zak-opspanmiddelen. De sensor kan aanvullend of alternatief ingericht zijn voor het waarnemen van de aanwezigheid van een opgespannen zak in de verpakkingseenheid. De sensor kan aanvullend of alternatief ingericht zijn voor het waarnemen van een zak met voorgesneden brood in de verpakkingseenheid.

De verpakkingseenheid omvat in een uitvoeringsvorm een omhulsel, in het bijzonder een beschermende kap. De kap kan gedeeltelijk of geheel doorzichtig of transparant zijn uitgevoerd. Het omhulsel kan transparante materialen omvatten zoals bijvoorbeeld glas, plexiglas of andere doorzichtige kunststoffen. Bij voorkeur omvat het omhulsel scharnieren, waarbij de scharnieren het mogelijk maken de beschermende kap open te klappen, bijvoorbeeld, door de gebruiker. Tevens is het denkbaar dat de verpakkingseenheid voor het openen en dichten van de beschermende kap een actuator omvat. In het bijzonder kan de gebruiker de actuator handmatig activeren. Het omhulsel van de verpakkingseenheid schermt de gebruiker af van de verpakkingseenheid, bijvoorbeeld, gedurende de periode dat de inrichting in bedrijf is, of bijvoorbeeld, wanneer de zak-opspanmiddelen in de tweede positie zijn.

De broodverpakkingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat in een uitvoeringsvorm nabij de doorvoer voorziene doorlaatmiddelen, waarbij de doorlaatmiddelen beweegbaar zijn tussen een eerste positie waarbij de doorvoer wordt vrijgegeven zodanig dat het enkel voorgesneden brood door de doorvoer transporteerbaar is, en een gesloten positie waarbij de doorvoer in hoofdzaak wordt gesloten zodanig dat de transporteenheid in hoofdzaak is afgeschermd van de verpakkingseenheid. De doorlaatmiddelen zijn beweegbaar tussen een open en gesloten positie. In de gesloten positie sluiten de doorlaatmiddelen de doorvoer in hoofdzaak af, waarbij de verpakkingseenheid en de transporteenheid in hoofdzaak van elkaar zijn afgeschermd. De broodverpakkingsinrichting kan zodanig zijn ingericht dat slechts in de gesloten positie van de doorlaatmiddelen het verpakte brood uit de broodverpakkingsinrichting genomen kan worden. Bijvoorbeeld, kan de broodverpakkingsinrichting zodanig zijn ingericht dat bij aanwezigheid van het omhulsel, deze slechts geopend kan worden wanneer de doorlaatmiddelen in de gesloten positie zijn. In de open positie van de doorlaatmiddelen is de doorvoer in hoofdzaak geopend. Wanneer de doorvoer in hoofdzaak is geopend, kan de broodverpakkingsinrichting zodanig zijn ingericht dat de verpakkingseenheid in hoofdzaak afgeschermd is van de omgeving, en niet toegankelijk voor een gebruiker. Gedurende de gesloten positie van de doorlaatmiddelen is het relatief veilig voor een gebruiker om in de verpakkingseenheid te reiken, omdat de transporteenheid in hoofdzaak is afgesloten van de verpakkingseenheid, en de gebruiker dus ook niet bij de broodsnijmiddelen van de broodsnij-inrichting kan komen.

In een uitvoeringsvorm omvat de broodverpakkingsinrichting ten minste een sensor voor het waarnemen van een positie van het voorgesneden brood, alsmede stuurmiddelen, in communicatie met de sensor, voor het sturen van de doorlaatmiddelen op basis van de bepaalde positie van het voorgesneden brood.

De doorlaatmiddelen omvatten, bijvoorbeeld, beweegbare elementen verbonden met scharnierelementen. De beweegbare elementen vormen hierbij een obstructie voor de doorvoer in een gesloten positie van de doorlaatmiddelen. In het bijzonder kunnen zak-opspanmiddelen de beweegbare elementen van de doorlaatmiddelen omvatten. De beweegbare elementen kunnen tevens additionele zak-opspanmiddelen vormen. De beweegbare elementen zijn dan ingericht om in de opening van een geplaatste zak te reiken en deze zak verder op te spannen, in een open positie van de doorlaatmiddelen. Hierbij komen de beweegbare elementen in contact met de binnenzijde van de opgespannen zak.

Bij gebruikmaking van scharnierelementen is het relatief eenvoudig om het bereik van de beweegbare elementen en daarmee de mate van opening van de doorvoer te regelen door bijvoorbeeld de scharnierende elementen te limiteren tot een gewenste bereik of zodanig te limiteren dat de beweegbare elementen in hoofdzaak enkel in de verpakkingseenheid beweegbaar zijn tussen de open en gesloten positie. Een verder voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de beweegbare elementen in de open positie de binnenkant van de opgespannen zak kunnen ondersteunen, bij voorkeur bij de opening van de opgespannen zak.

In een uitvoeringsvorm kunnen aandringmiddelen voorzien zijn, zoals bijvoorbeeld een veer en/of een demper, voor het richting de gesloten positie dringen van de doorlaatmiddelen. Bijvoorbeeld kan een veer per beweegbaar element voorzien zijn, die zodanig is opgesteld dat het beweegbaar element wordt aangedrongen naar de gesloten positie. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat na het bereiken van de open positie van de scharnierende elementen, de scharnierende elementen kunnen terugveren naar de gesloten positie.

Typisch heeft een voorgesneden brood, bijvoorbeeld, een lengte van 20 tot 35 centimeter, meer in het bijzonder een lengte van 20 tot 32 centimeter.

Typisch heeft een voorgesneden brood, bijvoorbeeld, een gewicht van 450 tot 800 gram.

De doorlaatmiddelen omvatten, bijvoorbeeld, tevens een relatief zacht materiaal. In het bijzonder, bijvoorbeeld, tevens met een relatief hoge wrijvingscoëfficiënt zoals rubber. Een voordeel van het relatief zachte materiaal is dat de kans op beschadiging aan de zak wordt verkleind. Een voordeel van een materiaal met een relatief hoge wrijvingscoëfficiënt is dat bij het aangrijpen de zak beter open gehouden kan worden.

In een bijzondere uitvoeringsvorm hebben de beweegbare elementen een zodanig lengte dat deze zich in de open positie van de doorlaatmiddelen minimaal 1Λ deel, bij voorkeur ten minste 1/4 deel, van de lengte van het voorgesneden brood uitstrekken in de zak. De lengte kan zodanig gekozen zijn dat de elementen zich in hoofdzaak over de volledige lengte van de zak in de zak uitstrekken.

De transporteenheid is in een uitvoeringsvorm voorzien van een omhulsel zoals een beschermende kap. Het omhulsel schermt de transporteenheid af voor de gebruiker.

De broodverpakkingsinrichting omvat in een uitvoeringsvorm bij de transporteenheid voorziene aanvoermiddelen voor het aanvoeren van het door de broodsnijinrichting voorgesneden brood naar de transporteenheid. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de aanvoermiddelen de aanvoer van het voorgesneden brood versoepelen door het voorgesneden brood op uniforme wijze aan te voeren aan de transporteenheid. Hierbij wordt de kans vergroot dat een voorgesneden brood correct wordt aangevoerd aan de transporteenheid en wordt de kans op falen van het verpakkingsproces verkleind. De aanvoermiddelen kunnen een lopende band omvatten die verbindbaar is aan een conventionele broodsnij-inrichting. Deze lopende band is ingericht om het voorgesneden brood uit de conventionele broodsnij-inrichting op te vangen en aan te voeren naar de transporteenheid. De aanvoermiddelen kunnen alternatief pneumatische, hydraulische of elektromagnetische actuatoren omvatten die op het voorgesneden brood kunnen aangrijpen.

De aanvoermiddelen omvatten in een uitvoeringsvorm een grijper met ten minste twee aangrijpelementen voor het aangrijpen van het voorgesneden brood aan de kopse kanten van het voorgesneden brood. Door het snijden van het brood verliest het brood stevigheid omdat de individuele plakken nier meer met elkaar verbonden zijn. Hierdoor is het brood zwakker en lastiger als geheel te verplaatsen. Het voorgesneden brood heeft een lengte die zich uitstrekt tussen de kopse kanten van het voorgesneden brood. De individuele plakken zijn met name gevoelig voor belastingen vanuit een richting in hoofdzaak dwars op de lengte van het voorgesneden brood. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het aangrijpen aan de kopse kanten van het voorgesneden brood voorkomt dat het voorgesneden brood tijdens het verplaatsen uiteen valt. Hiermee wordt bedoeld dat er enkele of meerdere plakken van een veelheid plakken kunnen vallen. Daarnaast is het mogelijk dat bij een te lage aangrijpkracht aan de kopse kanten van het voorgesneden brood een veelheid van plakken tussen de kopse kanten van het voorgesneden brood uitvalt. Het aangrijpen van het voorgesneden brood aan de kopse kanten heeft tevens als voordeel dat het de kans op knikken van de plakken in een richting in hoofdzaak dwars op de lengte van het voorgesneden brood verkleint. Het aangrijpen aan de kopse kanten van het voorgesneden brood voorkomt onnodig grote belasting in de dwarsrichting van de plakken tijdens verplaatsing van het voorgesneden brood.

In een uitvoeringsvorm omvat ten minste een van de aangrijpelementen een beschermend kaporgaan. Het kaporgaan of kapje is bij voorkeur gevormd uit een relatief zacht materiaal zoals, bijvoorbeeld, kunststof of rubber. Meer in het bijzonder omvat het kapje een relatief flexibel aangrijpvlak zoals, bijvoorbeeld, een holle kegel, waarbij de onderzijde van de kegel in bedrijf kan aangrijpen op de kopse kant van het voorgesneden brood. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het kapje de kans op schade aan het voorgesneden brood vermindert, doordat het kapje in bedrijf flexibel kan meebewegen met het brood.

De zak-opspanmiddelen omvatten in een uitvoeringsvorm ten minste twee aangrijpelementen voor het aangrijpen bij de opening van een enkele zak. De zak-opspanmiddelen zijn ingericht voor het openhouden van de opening van de zak voor de doorvoer. In het bijzonder zijn de zak-opspanmiddelen ingericht voor het aangrijpen van een enkele zak bij, ten minste twee van elkaar af liggende punten langs de rand van, de opening van de zak. Bij voorkeur grijpen de ten minste twee zak-opspanmiddelen aan bij de rand van de opening, waarbij een eerste zak-opspanmiddel aangrijpt bij een eerste deel van de rand en grijpt een tweede zak-opspanmiddel aan bij een in hoofdzaak tegenovergelegen randdeel van de opening.

In een uitvoeringsvorm initieert de gebruiker het aanbrengen van de op te spannen zak op de zak-opspanmiddelen. De gebruiker initieert het aanbrengen door bijvoorbeeld de op te spannen zak handmatig aan te grijpen en de binnen- of buitenzijde van de zak handmatig aan te brengen op de zak-opspanmiddelen. Tevens is het mogelijk dat de gebruiker een middel, zoals bijvoorbeeld een actuator of een grijparm, activeert welke de op te spannen zak aanbrengt op de zak-opspanmiddelen.

Wanneer de gebruiker de op te spannen zak heeft aangebracht, kunnen de zak-opspanmiddelen naar de tweede positie gebracht worden, waarbij de opening van de zak voor de doorvoer wordt gehouden. Nadat er een voorgesneden brood van de transporteenheid door de doorvoer en de opgespannen zak is getransporteerd, kan de zak, met het voorgesneden brood, worden verwijderd door de gebruiker.

Een verpakkingscyclus van de inrichting volgens de huidige uitvinding omvat volgens een uitvoering het aanbrengen van een zak op de zak-opspanmiddelen, het verschaffen van een voorgesneden brood aan de transporteenheid, het transporteren van het voorgesneden brood van de transporteenheid naar de verpakkingseenheid door de doorvoer en de opening van de opgespannen zak, en het daardoor in de zak verpakken van het enkel voorgesneden brood.

Bij voorkeur wordt de zak met voorgesneden brood verwijderd door de gebruiker. In het bijzonder kunnen blokkeermiddelen voorzien zijn die geschikt zijn voor het blokkeren van een volgende cyclus, voordat de zak met voorgesneden brood is verwijderd of ten minste voordat een volgende verpakkingscyclus kan worden geïnitieerd. Alternatief kan het verpakte gesneden brood automatisch worden uitgegeven, bijvoorbeeld naar een uitvoerbak, alwaar de gebruiker het verpakte brood kan uitnemen.

Volgens de onderhavige uitvinding is het in het bijzonder de gebruiker die een enkele verpakkingscyclus voor het verpakken van een enkel voorgesneden brood initieert. De inrichting is geschikt voor het uitvoeren van een verpakkingscyclus, waarbij een enkel voorgesneden brood wordt verpakt. De gebruiker kan bijvoorbeeld een enkele zak aanbrengen op de zak-opspanmiddelen, waarna een verpakkingscyclus voor een enkel voorgesneden brood kan beginnen. Een tweede verpakkingscyclus voor het verpakken van een volgend enkel voorgesneden brood kan in een uitvoeringsvorm enkel worden uitgevoerd indien het verpakte brood van de voorgaande cyclus verwijderd is en er een nieuwe zak is opgespannen.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding worden hieronder beschreven.

In een uitvoeringsvorm omvat de verpakkingseenheid een broodondersteuningsoppervlak voor het ontvangen van het voorgesneden brood. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het broodondersteuningsoppervlak een gedeelte van de opgespannen zak ondersteunt. Door de opgespannen zak met het brood te ondersteunen middels het broodondersteuningsoppervlak, wordt voorkomen dat het gewicht van het voorgesneden brood het voorgesneden brood ongecontroleerd laat hangen in de opgespannen zak en daarmee de zak-opspanmiddelen onnodig hoge belasting ondervinden.

In een uitvoeringsvorm vormt het broodondersteuningsvlak van de transporteenheid een integraal of althans een verbonden geheel met het broodondersteuningsoppervlak van de verpakkingseenheid. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het voorgesneden eenvoudig verplaatst kan worden van de transporteenheid naar de verpakkingseenheid, waarbij er een relatief klein hoogteverschil is tussen de transporteenheid en de verpakkingseenheid.

In een uitvoeringsvorm omvat de broodverpakkingsinrichting een verwerkingseenheid, waarbij de verwerkingseenheid in communicatie staat met een of meer aanwezige sensoren.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvatten de zak-opspanmiddelen zak-afdichtmiddelen. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de zak direct na het verpakken van het brood en vóór het verwijderen van het verpakte voorgesneden brood uit de verpakkingseenheid afgedicht is.

In een verdere bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvat de doorvoer reinigingsmiddelen zoals, bijvoorbeeld, een borstel met een veelheid haren, waarbij de haren van de borstel zodanig zijn opgesteld dat ze, in bedrijf, langs het voorgesneden brood strijken. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de reinigingsmiddelen de kans verkleinen dat relatief losse brooddeeltjes aan de buitenkant van het voorgesneden brood de verpakkingseenheid bereiken. Hierdoor blijft de verpakkingseenheid relatief schoon.

In een verder bijzonder aspect van de uitvinding is een samenstel gevormd met de broodverpakkingsinrichting alsmede een broodsnij-inrichting, waarbij de broodsnij-inrichting ingericht is voor het snijden van een brood en voor het, aanvoeren van het voorgesneden brood naar de transporteenheid. Een voordeel van dit aspect is dat een complete oplossing wordt verschaft voor het snijden van een brood en het verpakken van een voorgesneden brood.

Volgens een verder aspect van de huidige uitvinding voorziet deze in een werkwijze voor het verschaffen van een verpakt voorgesneden brood, in het bijzonder onder gebruikmaking van een verpakkingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: a. het verschaffen van een enkel voorgesneden brood; b. het verschaffen van een enkele zak; c. het op zak-opspanmiddelen plaatsen van de enkele zak; d. het door een gebruiker met de zak-opspanmiddelen opspannen van de reeds op de zak-opspanmiddelen geplaatste enkele zak; e. het in de zak plaatsen van het enkel voorgesneden brood voor het verpakken van het enkel voorgesneden brood.

Een voordeel van deze werkwijze is het verschaffen van een eenvoudige manier om een gebruiker van een verpakt voorgesneden brood te voorzien, waarbij de gebruiker in staat wordt gesteld het verpakkingsproces zelfstandig te initiëren en een verpakt voorgesneden brood weg te nemen, waarbij er een relatief laag risico is dat het verpakkingsproces faalt of de gebruiker gevaar loopt.

De uitvinding zal navolgend worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige uitvinding. Daarbij wordt verwezen naar de volgende figuren, waarin toont:

Fig. 1a-e - een schematisch bovenaanzicht van het inpakproces volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Fig. 2 - een aanzicht in perspectief van een mogelijke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 1a-e toont een schematisch bovenaanzicht van een mogelijke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding met daarbij een broodsnij-inrichting, waarbij het proces van het voorsnijden en het verpakken van een voorgesneden brood volgens de uitvinding schematisch wordt weergegeven.

In de figuren 1a-e is een schematisch bovenaanzicht te zien van de broodverpakkingsinrichting 100 voor het verpakken van een enkel voorgesneden brood (VB). De inrichting 100 omvat een op een broodsnij-inrichting 200 aangesloten transporteenheid 1 die is ingericht voor het ontvangen van een enkel voorgesneden brood (VB) van de broodsnij-inrichting 200. De broodverpakkingsinrichting 100 omvat verder een stroomafwaarts geplaatste verpakkingseenheid 3 die zodanig met de transporteenheid verbonden is dat tussen de transporteenheid 1 en de verpakkingseenheid 3 een doorvoer 2 voor het enkel voorgesneden brood (VB) gevormd is.

De transporteenheid 1 is ingericht om het ontvangen enkel voorgesneden brood (VB) via de doorvoer 2 te transporteren naar de verpakkingseenheid 3. De verpakkingseenheid 3 is ingericht om het van de transporteenheid ontvangen enkel voorgesneden brood (VB) te verpakken in een zak, die in Fig. 1a-1d echter niet zichtbaar is. Zoals later in detail in Fig. 2 zal worden toegelicht, omvat de verpakkingseenheid 3 zak-opspanmiddelen 21 die in een eerste positie brengbaar zijn voor het ontvangen van een zak, en die door een gebruiker naar een tweede positie brengbaar zijn voor het met een opening van de zak voor de doorvoer 2 opspannen van de zak. Daarmee wordt het mogelijk om een door de broodsnijinrichting 200 voorgesneden brood, via de transporteenheid 1 naar de verpakkingseenheid 3 te transporteren en aldaar het brood te verpakken.

Nu verwijzend naar Fig. 1b, is te zien dat de transporteenheid 1 in de uitvoeringsvorm van Fig. 1b transportmiddelen 10 omvat voor het naar de verpakkingseenheid transporteren van het enkel voorgesneden brood. De transportmiddelen 10 omvatten in de getoonde uitvoeringsvorm een duwelement 11 voor het duwen van het voorgesneden brood (VB). Het duwelement kan bijvoorbeeld een plaatvormig element zijn dat qua vorm en afmeting is aangepast aan de dimensies van het te verpakken brood. Het plaatvormig element kan bijvoorbeeld uit metaal vervaardigd zijn, alhoewel andere materialen ook denkbaar zijn. Het duwelement 11 is in de getoonde uitvoeringsvorm beweegbaar verplaatsbaar in een sleuf 12 die in een broodondersteuningsvlak 13 van de transporteenheid 1 voorzien is. Het duwelement 11 is aandrijfbaar beweegbaar, bijvoorbeeld door niet getoonde aandrijfmiddelen, welke bijvoorbeeld pneumatisch, hydraulisch, elektrisch of elektromagnetisch uitgevoerd kunnen zijn. Andere uitvoeringsvormen zijn echter ook denkbaar, en implementatie van dergelijke aandrijfmiddelen is op zich voor de vakman bekend. De aandrijfmiddelen kunnen op bijzonder doeltreffende wijze bijvoorbeeld onder het broodondersteuningsvlak opgesteld zijn, alhoewel een andere positie, bijvoorbeeld zijwaarts, ook denkbaar is.

Zoals reeds vermeld omvat de transporteenheid een broodondersteuningsvlak. Dit broodondersteuningsvlak 13 is ingericht voor het ondersteunen van het enkel voorgesneden brood (VB). Daarmee is een stabiele ondersteuning van het voorgesneden brood (VB), ook gedurende transport daarvan, mogelijk.

In een niet getoonde uitvoeringsvorm, is het broodondersteuningsvlak zwenkbaar tussen een in hoofdzaak horizontale ontvangpositie voor het ontvangen van het voorgesneden brood, en een in hoofdzaak hellende afgiftepositie waarin het voorgesneden brood naar de verpakkingseenheid transporteerbaar is. Onder invloed van de zwaartekracht zal dan het voorgesneden brood (VB) in de richting R2 van de verpakkingseenheid 3 transporteerbaar zijn.

De broodverpakkingsinrichting 100 volgens de onderhavige uitvinding is bijzonder compact. Dit komt mede doordat de transporteenheid 3 is ingericht voor het vanuit een eerste richting R1 ontvangen van een voorgesneden brood (VB) van de broodsnij-inrichting 200, en voor het in een tweede richting R2 transporteren van het enkel voorgesneden brood (VB). De tweede richting R2 is daarbij anders dan de eerste richting R1. De tweede richting R2 omvat een component die loodrecht gelegen is op de eerste richting R1. In de uitvoering volgens Fig. 1a is te zien dat de richting R2 in hoofdzaak dwars op de eerste richting R1 gelegen is.

Te zien is verder in Fig. 1d dat de broodverpakkingsinrichting 100 nabij de transporteenheid 3 voorziene aanvoermiddelen 14 omvat, voor het aanvoeren van het voorgesneden brood naar de transporteenheid. Deze zijn in de getoonde uitvoeringsvorm uitgevoerd als een grijper met ten minste twee aangrijpelementen 14 voor het aangrijpen van het voorgesneden brood aan diens kopse kanten. Alternatief kunnen de aanvoermiddelen zijn uitgevoerd als een transporteur, bijvoorbeeld in de vorm van roteerbare rollen, of een aangedreven transportband.

De werking van de hierboven beschreven inrichting zal aan de hand van de Fig. 1a - 1e nader worden toegelicht.

Figuur 1a geeft schematisch weer hoe een brood (B) in een eerste richting (R1) naar de broodsnijeenheid 210 met snijmiddelen 211 van een broodsnij-inrichting 200 wordt verplaatst. Nadat de broodsnijeenheid 210 het brood (B) gesneden heeft, is een voorgesneden brood (VB) vervaardigd, zoals weergegeven in figuur 1c. Verplaatsmiddelen 14, hier in de vorm van de grijpelementen 14, zijn ingericht om het voorgesneden brood van de broodsnijeenheid 210 aan te grijpen en te verplaatsen naar de transporteenheid 1. Hierbij zijn de verplaatsmiddelen 14 bij voorkeur ingericht om aan de kopse kanten van het voorgesneden brood (VB) aan te grijpen, waarbij de aanvoermiddelen 14 in richting (X) kunnen bewegen zoals weergegeven in figuur 1d. De aanvoermiddelen 14 zijn tevens ingericht om na het aangrijpen van het voorgesneden brood (VB) het voorgesneden brood (VB) te verplaatsen naar de transporteenheid 1, waarbij de aanvoermiddelen 14 beweegbaar zijn in richting (Y), zie Fig. 1e. Richting Y is daarbij dwars gelegen op richting X. Figuur 1d geeft in bijzonder weer dat de verplaatsmiddelen 14 op de kopse kanten van het voorgesneden brood kunnen aangrijpen, door beweegbaar te zijn in de richting X. Aanvoermiddelen 14 zijn ingericht om, na het verplaatsen van een voorgesneden brood (VB), terug te kunnen bewegen naar de beginpositie.

In de getoonde uitvoeringsvorm omvat de transporteenheid 1 een broodondersteuningsvlak 13, waarbij in het broodondersteuningsvlak 13 een sleuf 12 is aangebracht welke uitstrekt langs een tweede richting (R2). Sleuf 12 is geschikt voor het ontvangen van een duwelement 11 van de transportmiddelen 10. Duwelement 11 is in hoofdzaak beweegbaar langs de strekking van sleuf 12 en is ingericht om, in bedrijf, het voorgesneden brood (VB) richting de verpakkingseenheid 3 en door de doorvoer 2 te transporteren, nadat er een zak is opgespannen in zak-opspanmiddelen 21. In deze uitvoeringsvorm zijn de zak-opspanmiddelen stroomafwaarts gepositioneerd van doorlaatmiddelen 4. In andere uitvoeringsvormen is het mogelijk dat de zak-opspanmiddelen 21 stroomopwaarts van de doorlaatmiddelen 4 zijn gepositioneerd. In deze uitvoeringsvorm omvat verpakkingseenheid 3 een broodondersteuningsoppervlak 31. Dit oppervlak is geschikt om het voorgesneden brood, dat door de opgespannen zak is getransporteerd, te ondersteunen.

In uitvoeringsvormen waarin er een hoogte verschil is tussen de transporteenheid 1 en de verpakkingseenheid 3, waarbij de transporteenheid 1 hoger is dan de verpakkingseenheid 3, is het mogelijk dat het broodondersteuningsvlak 13 zwenkbaar is ten opzichte van het broodondersteuningsoppervlak 31. Bijvoorbeeld door het broodondersteuningsvlak 13 stroomopwaarts van de verpakkingseenheid zwenkbaar te verbinden met, bijvoorbeeld, de broodsnij-inrichting. In dat geval is sleuf 12 en duwelement 11 niet nodig.

Indien de transporteenheid 1 en de verpakkingseenheid 3 met daartussen de doorvoer 2 van de broodverpakkingsinrichting slechts over een eerste richting (R1) uitstrekken is het mogelijk om het ondersteuningsvlak 13 zwenkbaar, bijvoorbeeld scharnierend, te verbinden met de broodsnij-inrichting 200. In dat geval is sleuf 12 en duwelement 11 niet nodig.

Indien er een zwenkbaar broodondersteuningsvlak 13 is, zal het voorgesneden brood (VB) onder invloed van de zwaartekracht door de doorvoer 2 richting, de verpakkingseenheid 3 glijden. Wanneer het voorgesneden brood (VB) met diens gewicht tegen het uiteinde van de opgespannen zak aanduwt, ontstaat er een trekkracht bij de zak-opspanmiddelen 21. Wanneer het gewicht van het voorgesneden brood (VB) bekend is, kan de minimaal benodigde kracht worden bepaald die nodig is voor het loslaten van de met het voorgesneden brood gevulde opgespannen zak op basis van de wrijving tussen de opgespannen zak en de zak-opspanmiddelen 21.

In de schematische weergave van figuur 1a-e zijn doorlaatmiddelen 4 weergegeven. De doorlaatmiddelen zijn ingericht om in de gesloten positie de doorvoer 2 tussen de transporteenheid 1 van de verpakkingseenheid 3 in hoofdzaak af te schermen. In open positie kan een voorgesneden brood (VB) worden doorgelaten. De doorlaatmiddelen 4 kunnen verend verbonden zijn bij de doorvoer, zodanig dat de doorlaatmiddelen 4 een verende werking hebben richting de gesloten positie. In gesloten positie zijn de veren dan in hoofdzaak ontspannen.

Figuur 2 geeft een mogelijke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding in perspectief weer. De doorvoer 2 geeft de opening weer tussen de transporteenheid 1 en verpakkingseenheid 3. Langs de doorvoer 2 zijn twee zak-opspanmiddelen 21 voorzien. De zak-opspanmiddelen omvatten aangrijpmiddelen 26, waaraan een gebruiker een op te spannen zak kan aanbrengen. Zak-opspanmiddelen 21 zijn verbonden met positioneermiddel 22, in dit geval uitgevoerd in de vorm van een handmatig bedienbare hendel. Door de positioneermiddelen 22 te bewegen tussen de open en gesloten positie van de zak-opspanmiddelen 21, wordt de positie van de zak-opspanmiddelen 21 veranderd. In de uitvoeringsvorm van figuur 2 zijn de zak-opspanmiddelen 21 beweegbaar tussen een boven en een beneden positie, respectievelijk de open en gesloten positie. Zak-opspanmiddelen 21 kunnen in samenwerking met zak-opspanmiddelen 21b een zak openhouden. Wanneer zak-opspanmiddelen 21 in gesloten positie c.q. beneden positie zijn kan, door de gebruiker, een zak (Z) met diens een zijde worden aangebracht op aangrijpmiddelen 26. De gebruiker kan in hoofdzaak gelijktijdig, een andere zijde van de zak (Z) aanbrengen onder zak-opspanmiddel 21b. Door, in de gesloten positie van de zak-opspanmiddelen, een zak (Z) te plaatsen over de zak-opspanmiddelen 21, 21b en daarna de zak-opspanmiddelen met behulp van positioneermiddelen 22 naar de open positie te brengen, wordt de zak (Z) opgespannen waarbij de opening van de zak (Z) voor de doorvoer 20 van de doorvoereenheid 2 wordt gehouden.

In de uitvoeringsvorm van figuur 2 zijn bij doorvoer 2 twee typen zak-opspanmiddelen 21,21b. Door de rand van de op te spannen zak (Z) om de zak-opspanmiddelen heen aan te brengen, kunnen de zak-opspanmiddelen 21, 21b de opening van de zak (Z) openhouden. In de uitvoeringsvorm te zien in figuur 2, omvat zak-opspanmiddel 21b langwerpig element, dat dwars op richting (R2) uitstrekt. In de specifieke uitvoeringsvorm is zak-opspanmiddel 21b geschikt om aan te kunnen grijpen op broodondersteuningsoppervlak 31 en daarbij een klemmend effect te bewerkstelligen. Wanneer een zijde van de op te spannen zak (Z) tussen zak-opspanmiddelen 21b en broodondersteuningsoppervlak 31 wordt geplaatst en zak-opspanmiddel 21b aangrijpt op het broodondersteuningsoppervlak 31, wordt de zak geklemd en daarmee tijdelijk gehouden. Bij voorkeur zijn de zak-opspanmiddelen 21b verbonden met positioneermiddel 22, waarbij naast het bereiken van de open positie van de doorlaatmiddelen 4, tevens het klemmende effect van zak-opspanmiddel 21b wordt bewerkstelligd.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft zak-opspanmiddel 21b aan het aangrijpoppervlak, welke het oppervlak is waartegen de verhoogde wrijving ontstaat bij het aangrijpen van zak-opspanmiddel 21b en broodondersteuningsoppervlak 31, tandjes of nopjes om het aangrijpoppervlak ruwer te maken. Tevens kunnen de tanden gedeeltelijk of in hoofdzaak door het materiaal van zak (Z) heen strekken.

In een specifieke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, omvatten de zak-opspanmiddelen 21 een relatief zacht materiaal, zoals bijvoorbeeld een rubber of een plastic. In deze specifieke uitvoeringsvorm omvat de verpakkingseenheid 3 een beschermend omhulsel 34, welke de gebruiker afschermt van de verpakkingseenheid 3 nadat omhulselkap 32 in hoofdzaak dicht is. In het bijzonder gedurende de periode dat de transportmiddelen 10 in beweging zijn en/of de zak-opspanmiddelen 21 in open positie zijn. Omhulselkap 32 is zwenkbaar ten opzichte van omhulsel 34 doordat zwenkelementen 33 zijn aangebracht tussen het omhulsel 34 en de omhulselkap 32.

De uitvinding is hierboven beschreven aan de hand van enkele mogelijke uitvoeringsvormen. De gevraagde bescherming wordt bepaald door de aangehechte conclusies.

Claims (16)

1. Broodverpakkingsinrichting voor het verpakken van een enkel voorgesneden brood, omvattende: een bij een broodsnij-inrichting plaatsbare of daarmee verbindbare transporteenheid die is ingericht voor het ontvangen van een enkel voorgesneden brood van de broodsnij-inrichting; alsmede een verpakkingseenheid die zodanig met de transporteenheid verbonden is dat tussen de transporteenheid en de verpakkingseenheid een doorvoer voor het enkel voorgesneden brood gevormd is, waarbij de transporteenheid is ingericht om het ontvangen enkel voorgesneden brood via de doorvoer te transporteren naar de verpakkingseenheid, en waarbij de verpakkingseenheid is ingericht om het van de transporteenheid ontvangen enkel voorgesneden brood te verpakken in een zak, waarbij de verpakkingseenheid zak-opspanmiddelen omvat die in een eerste positie brengbaar zijn voor het ontvangen van een zak, en die door een gebruiker naar een tweede positie brengbaar zijn voor het met een opening van de zak voor de doorvoer opspannen van de zak.

2. Broodverpakkingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transporteenheid transportmiddelen omvat voor het naar de verpakkingseenheid transporteren van het enkel voorgesneden brood.

3. Broodverpakkingsinrichting volgens conclusie 2, waarbij de transportmiddelen een duwelement omvatten voor het duwen van het voorgesneden brood.

4. Broodverpakkingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transporteenheid voorzien is van een broodondersteuningsvlak voor het ondersteunen van het enkel voorgesneden brood.

5. Broodverpakkingsinrichting volgens conclusie 4, waarbij het broodondersteuningsvlak zwenkbaar is tussen een in hoofdzaak horizontale ontvangpositie voor het ontvangen van het voorgesneden brood, en een in hoofdzaak hellende afgiftepositie waarin het voorgesneden brood naar de verpakkingseenheid transporteerbaar is.

6. Broodverpakkingsinrichting volgens conclusie 3 en 4, waarbij de transportmiddelen een in het broodondersteuningsvlak aangebrachte sleuf omvatten, door welke sleuf het duwelement beweegbaar voorzien is.

7. Broodverpakkingsinrichting volgens conclusie 6, waarbij de transportmiddelen onder het broodondersteuningsvlak opgestelde aandrijfmiddelen omvat.

8. broodverpakkingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transporteenheid is ingericht voor het vanuit een eerste richting ontvangen van een voorgesneden brood van een broodsnij-inrichting, en voor het in een tweede richting in hoofdzaak dwars op de eerste richting naar de verpakkingseenheid transporteren van het enkel voorgesneden brood.

9. Broodverpakkingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende ten minste een sensor voor het waarnemen van een positie van de zak-opspanmiddelen, alsmede blokkeermiddelen, in communicatie met de sensor, voor het sturen van de transporteenheid op basis van de bepaalde positie van de zak-opspanmiddelen.

10. broodverpakkingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende nabij de doorvoer voorziene doorlaatmiddelen, waarbij de doorlaatmiddelen beweegbaar zijn tussen een eerste positie waarbij de doorvoer wordt vrijgegeven zodanig dat het enkel voorgesneden brood door de doorvoer transporteerbaar is, en een gesloten positie waarbij de doorvoer in hoofdzaak wordt gesloten zodanig dat de transporteenheid in hoofdzaak is afgeschermd van de verpakkingseenheid.

11. Broodverpakkingsinrichting volgens conclusie 10, waarbij de doorlaatmiddelen scharnierende elementen zijn voor het afsluiten en openen van de doorvoer, waarbij de scharnierende elementen klapbaar zijn tussen de open en gesloten positie.

12. Broodverpakkingsinrichting volgens conclusie 10 of 11, verder omvattende ten minste een sensor voor het waarnemen van een positie van het voorgesneden brood, alsmede stuurmiddelen, in communicatie met de sensor, voor het sturen van de doorlaatmiddelen op basis van de bepaalde positie van het voorgesneden brood.

13. Broodverpakkingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de broodverpakkingsinrichting bij de transporteenheid voorziene aanvoermiddelen omvat, voor het aanvoeren van het voorgesneden brood naar de transporteenheid.

14. Broodverpakkingsinrichting volgens conclusie 12, waarbij de aanvoermiddelen een grijper met ten minste twee aangrijpelementen omvat voor het aangrijpen van het voorgesneden brood aan diens kopse kanten.

15. Broodverpakkingssamenstel, omvattende een broodsnij-inrichting, alsmede een broodverpakkingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies.

16. Werkwijze voor het verschaffen van een verpakt voorgesneden brood, in het bijzonder onder gebruikmaking van een verpakkingsinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 13, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: a. het verschaffen van een enkel voorgesneden brood; b. het verschaffen van een enkele zak; c. het op zak-opspanmiddelen plaatsen van de enkele zak; d. het door een gebruiker met de zak-opspanmiddelen opspannen van de reeds op de zak-opspanmiddelen geplaatste enkele zak; e. het in de zak plaatsen van het enkel voorgesneden brood voor het verpakken van het enkel voorgesneden brood.