NL2016422B1 - Luchtcirculatiesysteem, warenhuis voorzien van een dergelijk luchtcirculatiesysteem en werkwijze voor het ontvochtigen van lucht. - Google Patents

Abstract

Luchtcirculatiesysteem voor het in een binnenruimte circuleren van lucht, waarbij het luchtcirculatiesysteem een ontvochtigingsinrichting omvat die is ingericht voor het verdeeld over die lengte van een luchtbuis ontvochtigen van lucht afkomstig uit de luchtbuis en voor het in de binnenruimte toevoeren van de ontvochtigde lucht. Warenhuis voorzien van een dergelijk luchtcirculatiesysteem. Werkwijze voor het ontvochtigen van lucht.

Description

Korte aanduiding: Luchtcirculatiesysteem, warenhuis voorzien van een dergelijk luchtcirculatiesysteem en werkwijze voor het ontvochtigen van lucht

Beschrijving

Volgens een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een luchtcirculatiesysteem voor het in een binnenruimte circuleren van lucht, waarbij het luchtcirculatiesysteem een luchtbuis en een drukmiddel voor het door de luchtbuis forceren van lucht afkomstig van de binnenruimte omvat, waarbij het luchtcirculatiesysteem is ingericht voor het verdeeld over een lengte van de luchtbuis, in de binnenruimte toevoeren van lucht afkomstig uit de luchtbuis.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een warenhuis voorzien van een luchtcirculatiesysteem volgens het eerste aspect en een werkwijze voor het ontvochtigen van lucht. NL 1037152 openbaart een luchtcirculatiesysteem voor het in een binnenruimte circuleren van lucht, waarbij het luchtcirculatiesysteem een verticale luchtschacht omvat voor het daarin condenseren van in de lucht aanwezig vocht aan een eerste wanddeel dat is gevormd door een gedeelte van de buitenwand van de binnenruimte. Hoewel het bovenbeschreven bekende luchtcirculatiesysteem in de praktijk goed functioneert kan het verder verbeterd worden ten aanzien van ontvochtiging van lucht in de binnenruimte.

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een luchtcirculatiesysteem te verschaffen waarbij op effectieve wijze lucht wordt ontvochtigd.

Het genoemde doel wordt bereikt met het luchtcirculatiesysteem volgens de onderhavige uitvinding, doordat het luchtcirculatiesysteem verder een ontvochtigingsinrichting omvat die is ingericht voor het verdeeld over die lengte van de luchtbuis ontvochtigen van lucht afkomstig uit de luchtbuis en voor het in de binnenruimte toevoeren van de ontvochtigde lucht, de ontvochtigingsinrichting omvattende: een zich over die lengte uitstrekkende ontvochtigingsruimte met een luchtinlaat en een luchtuitlaat, voor het, met het drukmiddel, achtereenvolgens via de luchtinlaat, door de ontvochtigingsruimte heen, en via de luchtuitlaat, in de binnenruimte toevoeren van lucht afkomstig uit de luchtbuis, en een voor lucht doorlaatbaar ontvochtigingselement dat in de ontvochtigingsruimte is voorzien en een bevochtigingsmiddel dat is ingericht voor het met een hygroscopische zoutoplossing bevochtigen van het ontvochtigingselement, voor het onttrekken van vocht aan zich in de ontvochtigingsruimte bevindende lucht.

De uitvinding berust op het inzicht dat door de lucht verdeeld over de lengte van de luchtbuis te ontvochtigen op effectieve wijze een gewenste mate van ontvochtiging wordt bereikt waarbij ongewenste temperatuurvariaties van aan de binnenruimte toegevoerde lucht worden gereduceerd. Doordat de vochtige lucht door de luchtbuis wordt geforceerd treedt geen of slechts een gering temperatuurverval op in de luchtbuis doordat de warmte in de lucht aanwezig is in de vorm van latente warmte. Deze latente warmte wordt over de lengte van de luchtbuis in de ontvochtigingsinrichting nabij de luchtuitlaat omgezet in voelbare warmte. Bij het ontvochtigen van lucht met een ontvochtigingselement dat is bevochtigd met hygroscopische zoutoplossing wordt latente warmte omgezet in voelbare warmte die het ontvochtigingselement opwarmt. Door de opwarming van het ontvochtigingselement wordt de lucht die door het ontvochtigingselement gaat opgewarmd alvorens de lucht via de luchtuitlaat uit de ontvochtigingsruimte aan de binnenruimte wordt toegevoerd. Door de lucht pas te ontvochtigen nabij de positie waar de lucht aan de binnenruimte wordt toegevoerd is voorkomen dat ongewenste temperatuurvariaties optreden in de aan de binnenruimte toegevoerde lucht ten gevolge van het ontvochtigen van de lucht. Aldus is een circulatiesysteem verschaft waarmee op een effectieve wijze lucht in een warenhuis onder toepassing van een hygroscopische zoutoplossing wordt ontvochtigd.

In een gunstige uitvoeringsvorm omvat de ontvochtigingsinrichting een druppelvanger die is ingericht voor het vangen van zich in de door het ontvochtigingselement ontvochtigde lucht bevindende druppels alvorens in bedrijf de lucht via de luchtuitlaat in de binnenruimte wordt toegevoerd. Door het voorzien van de druppelvanger wordt uit de ontvochtigingsinrichting via de uitlaat ongewenst afgevoerd vocht met hygroscopisch zout voorkomen of althans sterk gereduceerd. Hygroscopisch zout kan nadelig zijn voor zich in de binnenruimte bevindende objecten zoals gewassen waardoor de teeltopbrengst wordt gereduceerd.

Het is voordelig indien de luchtbuis zich in een lager gelegen deel van de binnenruimte uitstrekt en waarbij het drukmiddel is ingericht voor het door de luchtbuis forceren van lucht afkomstig uit een hoger deel van de binnenruimte. Dit is gunstig voor het op voordelige wijze circuleren van lucht in de binnenruimte waarbij de in het lager gelegen deel aan de binnenruimte toegevoerde ontvochtigde lucht tijdens verblijf in de binnenruimte naar het hoger gelegen deel van de binnenruimte beweegt.

Bij voorkeur is de ontvochtigingsinrichting voorzien van een afvoergoot voor het uit de ontvochtigingsruimte afvoeren van vocht. Het afvoeren van vocht met een goot is voordelig voor het relatief laag houden van de relatieve vochtigheid in de ontvochtigingsruimte. Hierbij kan het af te voeren vocht middels de goot over de lengte van de ontvochtigingsinrichting uit de ontvochtigingsruimte worden afgevoerd, waarbij de goot bij voorkeur licht hellend is ten opzichte van een horizontaal. Hierbij is het voordelig de goot te voorzien van een afvoeropening die aansluitbaar is op een vochtcirculatiesysteem voor het hergebruiken van uit de ontvochtingsruimte afgevoerd vocht in het bevochtigingsmiddel.

In een uitvoeringsvorm omvat de luchtuitlaat van de ontvochtingsinrichting over de lengte van de luchtbuis afzonderlijke verdeelde luchtuitlaten en/of omvat de luchtinlaat van de ontvochtigingsinrichting over de lengte van de luchtbuis afzonderlijk verdeelde luchtinlaten.

Het is gunstig indien het ontvochtigingselement een laag van korrelvormig materiaal of een poreus materiaal met een open celstructuur omvat. Dergelijke materialen zijn gunstig voor het verkrijgen van een relatief groot oppervlak van het ontvochtigingselement, waardoor een relatief grote ontvochtingscapaciteit realiseerbaar is.

In een gunstige uitvoeringsvorm scheidt het ontvochtigingselement de ontvochtigingsruimte in een eerste kamer waarin de luchtinlaat uitmondt, en een tweede kamer. Door het verdelen van de ontvochtigingsinrichting in twee kamers door het ontvochtigingselement gaat bij toepassing alle door de ontvochtingsruimte geforceerde te ontvochtigen lucht door het ontvochtigingselement. Dit is voordelig voor het verkrijgen van een effectievere ontvochtiging van de aan de ontvochtigingsinrichting toegevoerde lucht.

Hierbij is het gunstig indien het bevochtigingsmiddel een vernevelaar omvat die de zoutoplossing vernevelt in de tweede kamer, en is ingericht voor het van bovenaf met de zoutoplossing bevochtigen van het ontvochtigingselement. Een vernevelaar is gunstig voor het verkrijgen van een goede verdeling van de zoutoplossing over het bovenoppervlak van het ontvochtigingselement.

De tweede kamer is in een uitvoeringsvorm boven de eerste kamer voorzien, waarbij het ontvochtingselement van bovenaf door het bevochtigingselement bevochtigbaar is en de druppelvanger boven het bevochtigingselement is voorzien. Dit is voordelig voor het recirculeren van de zoutoplossing in de tweede kamer doordat uit de druppelvanger neervallend vocht het ontvochtigingselement kan bevochtigen.

Het is gunstig indien de ontvochtigingsinrichting kokervormig is, waarbij een wand van de kokervorm de ontvochtigingsruimte omgeeft. Een kokervorm is gunstig voor het op relatief compacte wijze over de lengte van de ontvochtigingsinrichting kunnen voorzien van het ontvochtigingselement en druppelvanger.

Hierbij is het gunstig indien de luchtbuis zodanig op de wand van de kokervorm aansluit dat de luchtinlaat zich binnenin de luchtbuis bevindt. Hierdoor is op een voordelige wijze een ten minste gedeeltelijk opname van de ontvochtigingsinrichting in de luchtbuis gerealiseerd.

In een uitvoeringsvorm van het luchtcirculatiesysteem vormt een onderste wand van de kokervorm de afvoergoot. Deze uitvoeringsvorm is gunstig voor het op robuste en met een relatief beperkt aantal elementen uit de ontvochtiginginrichting afvoeren van vocht, waarbij elk van de luchtbuizen dus een daarmee verbonden ontvochtigingsinrichting heeft.

In een praktische uitvoeringsvorm is de druppelvanger voorzien in de wand van de kokervorm, waarbij de wand is voorzien van een druppelvangerinlaatopening voor het inlaten van ontvochtigde lucht in de druppelvanger.

Hierbij is het gunstig indien de druppelvanger voor fluïdumstroming is verbonden met de afvoergoot voor het afvoeren van vocht uit de druppelvanger.

Het is voordelig indien de wand ter plaatse van de druppelvanger is uitgevoerd als een dubbelwandige wand, waarbij de door het ontvochtigingselement ontvochtigde lucht bij toepassing door een zich in de dubbelwandige wand bevindende wandruimte stroomt.

Hierbij is het gunstig indien de wandruimte is verdeeld in een veelheid van kanalen voor het door de veelheid van kanalen leiden van de ontvochtigde lucht.

In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens het eerste aspect is het luchtcirculatiesysteem voor toepassing in een warenhuis voor het in een binnenruimte van het warenhuis laten groeien van een gewas, waarbij het luchtcirculatiesysteem is ingericht voor het in de binnenruimte circuleren van lucht en een luchtbuis en een drukmiddel voor het door de luchtbuis forceren van lucht afkomstig uit een hoger deel van de binnenruimte omvat, waarbij de luchtbuis zich in een lager deel van de binnenruimte uitstrekt, waarbij het luchtcirculatiesysteem is ingericht voor het verdeeld over een lengte van de luchtbuis, in de binnenruimte toevoeren van lucht afkomstig uit de luchtbuis, waarbij het luchtcirculatiesysteem verder een ontvochtigingsinrichting omvat die is ingericht voor het verdeeld over die lengte van de luchtbuis ontvochtigen van lucht afkomstig uit de luchtbuis en voor het, dus eveneens verdeeld over die lengte, in de binnenruimte toevoeren van de ontvochtigde lucht, de ontvochtigingsinrichting omvattende: een zich over die lengte uitstrekkende ontvochtigingsruimte met een luchtinlaat en een luchtuitlaat, voor het, met het drukmiddel, via de luchtinlaat, door de ontvochtigingsruimte, via de luchtuitlaat, in de binnenruimte toevoeren van lucht afkomstig uit de luchtbuis; een voor lucht doorlaatbaar ontvochtigingselement dat in de ontvochtigingsruimte is voorzien; een bevochtigingsmiddel dat is ingericht voor het met een hygroscopische zoutoplossing bevochtigen van het ontvochtigingselement, voor het onttrekken van vocht aan zich in de ontvochtigingsruimte bevindende lucht, en een druppelvanger die is ingericht voor het vangen van zich in de door het ontvochtigingselement ontvochtigde lucht bevindende druppels alvorens in bedrijf de lucht via de luchtuitlaat in de binnenruimte wordt toegevoerd.

De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een warenhuis voor het in een binnenruimte van het warenhuis laten groeien van een gewas, voorzien van een luchtcirculatiesysteem volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding, waarbij het luchtcirculatiesysteem in bedrijf tussen of althans langs het gewas lucht toevoert afkomstig uit de luchtbuis. De voordelen van een dergelijk warenhuis zijn analoog aan de voordelen van het luchtcirculatiesysteem volgens de onderhavige uitvinding.

In een voordelige uitvoeringsvorm is het warenhuis voorzien van een teeltgoot voor het daarop laten groeien van een gewas, waarbij de ontvochtigingsinrichting zich onder de teeltgoot uitstrekt en de luchtuitlaat is voorzien nabij de teeltgoot. Door de ontvochtigingsinrichting onder de teeltgoten te voorzien, bevindt de uit de luchtuitlaat afkomstige en opstijgende ontvochtigde lucht zich relatief kort na uittrede uit de luchtuitlaat in de nabijheid van zich in de binnenruimte bevindende gewassen. Hierdoor is voorkomen dat de ontvochtigde lucht alvorens de gewassen te bereiken reeds relatief veel vocht opneemt. In het algemeen kan worden gesteld dat de luchtbuis zich, onafhankelijk van de aanwezigheid van een teeltgoot, nabij een vloeroppervlak van het warenhuis uitstrekt. Doorgaans worden de gewassen in een lager gelegen gedeelte van de binnenruimte geteeld, waardoor het aan het lager gelegen gedeelte van de binnenruimte toevoeren van ontvochtigde lucht gunstig is voor de te telen gewassen.

In een uitvoeringsvorm van het warenhuis is het warenhuis voorzien van een veelheid van zich parallel uitstrekkende teeltgoten voor het daarop laten groeien van het gewas, waarbij het luchtcirculatiesysteem een veelheid van de luchtbuizen omvat, elk onder en parallel aan een respectievelijke van de veelheid van teeltgoten voorzien. Dit is gunstig voor het in een lager gedeelte van de binnenruimte relatief uniform over het lager gedeelte toevoeren van door de ontvochtigingsinrichting ontvochtigde lucht.

Hierbij is het gunstig indien de teeltgoot aan de naar de luchtuitlaat gekeerde zijde is voorzien van een isolatie-element voor het reduceren van warmteoverdracht tussen de teeltgoot en de uit de luchtuitlaat stromende lucht. Door het voorzien van een isolatie-element is opwarming van de teeltgoot voorkomen of althans gereduceerd. Het voorkomen van opwarming van de teeltgoot is voordelig bij het telen van gewassen waarbij het substraatmateriaal relatief koel dient te blijven.

Het is voordelig indien onder een teeltgoot ten minste twee luchtbuizen en drukmiddelen verdeeld over de lengte van de teeltgoot zijn voorzien, Hierdoor is een relatief directe uitwisseling van warmte realiseerbaar tussen een hoger gelegen gedeelte van de binnenruimte en een lager gelegen gedeelte van de binnenruimte doordat op ten minste twee locaties lucht uit de binnenruimte in een luchtbuis forceerbaar is.

De onderhavige uitvinding heeft volgens een verder aspect betrekking op een werkwijze voor het ontvochtigen van lucht in een binnenruimte, zoals van een warenhuis, omvattende de stappen van: a) het met het drukmiddel door de luchtbuis forceren van lucht waarbij lucht achtereenvolgens via de luchtinlaat aan de ontvochtigingsruimte van de ontvochtigingsinrichting wordt toegevoerd, door het ontvochtigingselement en de druppelvanger stroomt en via de luchtuitlaat wordt afgevoerd naar de binnenruimte; b) het met het bevochtigingsmiddel met hygroscopische zoutoplossing bevochtigen van het ontvochtigingselement.

In een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het ontvochtigen van lucht wordt een luchtcirculatiesysteem volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding toegepast.

Hierbij is het voordelig indien de werkwijze wordt toegepast in een warenhuis volgens het tweede aspect van de onderhavige uitvinding.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het ontvochtigen van lucht in een binnenruimte van een warenhuis, is het warenhuis voorzien een veelheid van zich parallel uitstrekkende teeltgoten voor het daarop laten groeien van het gewas, waarbij het luchtcirculatiesysteem een veelheid van de luchtbuizen omvat, elk onder en parallel aan een respectievelijke van de veelheid van teeltgoten voorzien, de werkwijze omvattende de stappen: het met het drukmiddel door de veelheid van luchtbuizen forceren van lucht waarbij lucht voor elke luchtbuis via de luchtinlaat aan de ontvochtigingsruimte van de ontvochtigingsinrichting van die respectievelijke luchtbuis wordt toegevoerd, door het ontvochtigingselement en de druppelvanger stroomt en via de luchtuitlaat wordt afgevoerd naar de binnenruimte van het warenhuis; het met het bevochtigingsmiddel met hygroscopische zoutoplossing bevochtigen van het ontvochtigingselement van elke luchtbuis.

De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een warenhuis volgens de onderhavige uitvinding en een werkwijze voor het ontvochtigen van lucht onder verwijzing naar de navolgende schematische figuren, waarin: figuur 1 in driedimensionale weergave een voorkeursuitvoeringsvorm van een deel van een warenhuis volgens de onderhavige uitvinding toont, figuur 2 een doorsnede ll-ll volgens figuur 1 toont, figuur 3 doorsnede lll-lll volgens figuur 2 toont, figuur 4 detail A uit figuur 3 toont.

Het warenhuis 1 zoals weergegeven in figuur 1 en 2 is opgebouwd uit een geraamte van staanders en door de staanders gedragen liggers 3 en goten 4. Tussen twee zich onderling parallel uitstrekkende goten 4 zijn omgekeerd V-vormige puntdaken aangebracht. Buitenwanden van het warenhuis 1 worden gevormd door een matrix van naast elkaar en boven elkaar gelegen glaspanelen 5, welke door middel van roeden 6 onderling correct ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd. Een warenhuis 1 waarop de uitvinding betrekking heeft, heeft een lengte van enkele honderden meters en een breedte van ongeveer 100 meter.

In het warenhuis 1 is een luchtcirculatiesysteem 2 aangebracht waarmee lucht op een hoger niveau, dat wil zeggen op een hoogte nabij de liggers 3 en goten 4, kan worden aangezogen en op een lager gelegen niveau, dat wil zeggen nabij het vloeroppervlak 7 van het warenhuis, weer aan de binnenruimte 50 van het warenhuis 1 kan worden vrijgegeven. Het luchtcirculatiesysteem 2 circuleert aldus lucht in de binnenruimte 50 van het warenhuis 1. Daartoe omvat het systeem 2 een luchtbuis 17 en een drukmiddel gevormd door een ventilator 15. In een uitvoeringsvorm is het denkbaar dat het luchtcirculatiesysteem een leidingsysteem omvat voor het met een ventilator via een dwarse buis aan met de ventilator in verbinding staande luchtbuizen toevoeren van lucht aan de luchtbuizen.

Onder de teeltgoot 18 zijn verder ontvochtigingsinrichtingen 20 voorzien voor het op gewenste locaties terug in het warenhuis 1 brengen van ontvochtigde lucht. Hiertoe zijn de ontvochtigingsinrichtingen 20 op deze gewenste locaties voorzien van luchtuitlaten 19 waardoorheen de ontvochtigde lucht terug in de binnenruimte 50 van het warenhuis 1 kan stromen. Zowel de buizen 17 als de ontvochtigingsinrichtingen 20 zijn elk ter plaatse van hun stroomafwaarts, ofwel van de ventilator 15 af gekeerd uiteinde afgesloten.

Figuur 3 toont doorsnede lll-lll volgens figuur 2 en betreft een dwarsdoorsnede van een luchtbuis 17, ontvochtigingsinrichting 20 en een teeltgoot 18, welke onderdelen zijn van het luchtcirculatiesysteem 2 van het warenhuis 1. De teeltgoot 18 is aan de onderzijde voorzien van een isolatie-element 38.

De ontvochtigingsinrichting 20 strekt zich in lengte richting A en deels door de luchtbuis 17 gevormde buisbinnenruimte 24 van de luchtbuis 17 uit. Door het ten minste deels in de buisbinnenruimte 24 opnemen van de ontvochtigingsinrichting 20 is de reductie van voor het telen van gewassen beschikbare ruimte in de binnenruimte 50 van het warenhuis 1 relatief beperkt. De wand van de luchtbuis 17 sluit aan op de ontvochtigingsinrichting 20 waarbij de buisbinnenruimte 24 van de luchtbuis 17 voor fluïdumstroming is verbonden met een ontvochtigingsruimte 26 van de ontvochtigingsinrichting 20 door luchtinlaat 28. De ontvochtigingsruimte 26 strekt zich over de lengte van de ontvochtigingsinrichting 20 uit. De ontvochtigingsinrichting 20 is voorzien van een luchtuitlaat 19. De luchtuitlaat 19 is gescheiden van een tweede kamer 40 door een druppelvanger 42. De druppelvanger 42 strekt zich hierbij zodanig uit dat zich in de tweede kamer 40 bevindende lucht slechts via de druppelvanger 42 door de luchtuitlaat 19 uit de onvochtigingsinrichting 20 afvoerbaar is. De druppelvanger 42 is voorzien in de wand 30 van de kokervorm. De wand 30 is ter plaatse van de druppelvanger 26 uitgevoerd als een dubbelwandige wand. De dubbelwandige wand heeft een binnenwand 30a en een buitenwand 30b. De binnenwand 30a en buitenwand 30b begrenzen een wandruimte 43. Bij toepassing van de ontvochtigingsinrichting 20 stroomt de door het ontvochtigingselement 48 ontvochtigde lucht bij toepassing door de wandruimte 43. De wand 30 is aan de naar de tweede kamer 40 gekeerde zijde voorzien van een druppelvangerinlaatopening 31 voor het uit de tweede kamer 40 inlaten van ontvochtigde lucht in de druppelvanger 42. De wandruimte 43 is verdeeld in een veelheid van kanalen die zijn gevormd door zich tussen de binnenwand 30a en buitenwand 30b uitstrekkende ribben. De kanalen strekken zich hierbij in hoofdzaak parallel uit tussen de druppelvangerinlaatopening 31 en de uitlaat 19. De tweede kamer 40 bevindt zich boven een ontvochtigingselement 48 dat aansluit op de de ontvochtigingsruimte 26 omgevende wand 30. Aan het tussen het ontvochtigingselement 48 en druppelvangerinlaatopening 31 gelegen deel van wand 30 is een recirculatieorgaan 35 voorzien. Door recirculatieorgaan 35 ontstaat bij toepassing ter plaatse van de druppelvangerinlaatopening 31 een gunstige stroming voor het afvoeren van ontvochtigde lucht uit de tweede kamer 40.

Het ontvochtigingselement 48 kan zijn gevormd door op zich bekende materialen die een relatief groot oppervlak hebben, zoals bijvoorbeeld een laag korrels of een poreus materiaal met een open celstructuur. Aan de van de tweede kamer 40 afgekeerde zijde van het ontvochtigingselement 48 is een eerste kamer 44 van de ontvochtigingsruimte 26 voorzien waarin de luchtinlaat 28 uitmondt. In de tweede kamer 40 is een bevochtigingsmiddel uitgevoerd als een vernevelaar 32 voorzien. De vernevelaar 32 is ingericht voor het bij toepassing in de tweede kamer 40 op het oppervlak van het ontvochtigingselement 48 vernevelen van een hygroscopische zoutoplossing 34. De vernevelaar 32 is aangesloten op een niet nader getoonde toevoerinrichting voor de te vernevelen hygroscopische zoutoplossing 34. Aan de onderzijde van de eerste kamer 44 is een afvoergoot 46 gevormd. De afvoergoot 46 is via een niet nader getoonde aansluiting in een uitvoeringsvorm aansluitbaar op de toevoerinrichting voor het hergebruiken van uit de ontvochtingsinrichting 20 afgevoerd vocht in het bevochtigingsmiddel. De afvoergoot 46 is voor fluïdumstroming verbonden met de wandruimte 43 voor het afvoeren van vocht uit de druppelvanger 42.

De ontvochtigingsinrichting 20 is aan de wand 30 voorzien van een bevestigingsorgaan 23 voor het bevestigen van de luchtbuis 17 aan de ontvochtigingsinrichting 20. In een uitvoeringsvorm is het bevestigingsorgaan voorzien van openingen voor het daarin voorzien van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de ontvochtigingsinrichting aan een teeltgoot.

In het warenhuis 1 kan op de hiernavolgende wijze lucht worden ontvochtigd. Met ventilator 15 wordt lucht uit het hoger deel van de binnenruimte 50 van het warenhuis 1 in de luchtbuis 17 geforceerd. De in de luchtbuis 17 geforceerde lucht wordt via de luchtinlaat 28 aan de ontvochtigingsruimte 26 van de ontvochtigingsinrichting 20 toegevoerd. De aan de ontvochtigingruimte 26 toegevoerde lucht stroomt door het ontvochtigingselement 48 en de druppelvanger 42 en wordt via de luchtuitlaat 19 afgevoerd naar de binnenruimte 50 van het warenhuis 1. Het ontvochtigingselement 48 wordt hierbij met de hygroscopische zoutoplossing bevochtigd door vernevelaar 32. Tijdens bedrijf onttrekt zich in de tweede kamer 40 en op het oppervlak van het ontvochtigingselement 48 aanwezige hygroscopische zoutoplossing 34 vocht aan de te ontvochtigen lucht. Vocht dat hierbij door het ontvochtigingselement 48 naar de eerste kamer 44 gaat wordt valt in de afvoergoot 46. Eventueel door de ontvochtigde lucht meegenomen druppels vocht in de tweede kamer 40 worden door de druppelvanger 42 opgevangen en vallen vanaf de druppelvanger 42 in de afvoergoot 46. Doordat bij het condenseren van vocht uit de te ontvochtigen lucht warmte vrij komt warmt het ontvochtigingselement 48 op. Door het opwarmen van het ontvochtigingselement 48 warmt de lucht bij het passeren van het ontvochtigingselement 48 op.

Claims (20)

1. Luchtcirculatiesysteem voor het in een binnenruimte circuleren van lucht, waarbij het luchtcirculatiesysteem een luchtbuis en een drukmiddel voor het door de luchtbuis forceren van lucht afkomstig van de binnenruimte omvat, waarbij het luchtcirculatiesysteem is ingericht voor het verdeeld over een lengte van de luchtbuis, in de binnenruimte toevoeren van lucht afkomstig uit de luchtbuis, met het kenmerk, dat het luchtcirculatiesysteem verder een ontvochtigingsinrichting omvat die is ingericht voor het verdeeld over die lengte van de luchtbuis ontvochtigen van lucht afkomstig uit de luchtbuis en voor het in de binnenruimte toevoeren van de ontvochtigde lucht, de ontvochtigingsinrichting omvattende: een zich over die lengte uitstrekkende ontvochtigingsruimte met een luchtinlaat en een luchtuitlaat, voor het, met het drukmiddel, achtereenvolgens via de luchtinlaat, door de ontvochtigingsruimte heen, en via de luchtuitlaat, in de binnenruimte toevoeren van lucht afkomstig uit de luchtbuis, en een voor lucht doorlaatbaar ontvochtigingselement dat in de ontvochtigingsruimte is voorzien en een bevochtigingsmiddel dat is ingericht voor het met een hygroscopische zoutoplossing bevochtigen van het ontvochtigingselement, voor het onttrekken van vocht aan zich in de ontvochtigingsruimte bevindende lucht.

2. Luchtcirculatiesysteem volgens conclusie 1, waarbij de ontvochtigingsinrichting een druppelvanger omvat die is ingericht voor het vangen van zich in de door het ontvochtigingselement ontvochtigde lucht bevindende druppels alvorens in bedrijf de lucht via de luchtuitlaat in de binnenruimte wordt toegevoerd.

3. Luchtcirculatiesysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de luchtbuis zich in een lager gelegen deel van de binnenruimte uitstrekt en waarbij het drukmiddel is ingericht voor het door de luchtbuis forceren van lucht afkomstig uit een hoger deel van de binnenruimte.

4. Luchtcirculatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de ontvochtigingsinrichting is voorzien van een afvoergoot voor het uit de ontvochtigingsruimte afvoeren van vocht.

5. Luchtcirculatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de luchtuitlaat van de ontvochtingsinrichting over de lengte van de luchtbuis afzonderlijke verdeelde luchtuitlaten omvat en/of de luchtinlaat van de ontvochtigingsinrichting over de lengte van de luchtbuis afzonderlijk verdeelde luchtinlaten omvat.

6. Luchtcirculatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ontvochtigingselement een laag van korrelvormig materiaal of een poreus materiaal met een open celstructuur omvat.

7. Luchtcirculatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ontvochtigingselement de ontvochtigingsruimte scheidt in een eerste kamer waarin de luchtinlaat uitmondt, en een tweede kamer.

8. Luchtcirculatiesysteem volgens conclusie 7, waarin het bevochtigingsmiddel een vernevelaar omvat die de zoutoplossing vernevelt in de tweede kamer, en is ingericht voor het van bovenaf met de zoutoplossing bevochtigen van het ontvochtigingselement.

9. Luchtcirculatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de ontvochtigingsinrichting kokervormig is, waarbij een wand van de kokervorm de ontvochtigingsruimte omgeeft.

10. Luchtcirculatiesysteem volgens 9, waarbij de luchtbuis zodanig op de wand van de kokervorm aansluit dat de luchtinlaat zich binnenin de luchtbuis bevindt.

11. Luchtcirculatiesysteem volgens conclusie 9 en volgens conclusie 4 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij een onderste wand van de kokervorm de afvoergoot vormt.

12. Luchtcirculatiesysteem volgens conclusie 2 en volgens conclusie 9, waarbij de druppelvanger is voorzien in de wand van de kokervorm, waarbij de wand is voorzien van een druppelvangerinlaatopening voor het inlaten van ontvochtigde lucht in de druppelvanger.

13. Luchtcirculatiesysteem volgens conclusie 12 en volgens conclusie 4, waarbij de druppelvanger voor fluïdumstroming is verbonden met de afvoergoot voor het afvoeren van vocht uit de druppelvanger.

14. Warenhuis voor het in een binnenruimte van het warenhuis laten groeien van een gewas, voorzien van een luchtcirculatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het luchtcirculatiesysteem in bedrijf tussen of althans langs het gewas lucht toevoert afkomstig uit de luchtbuis.

15. Warenhuis volgens conclusie 14, omvattende een teeltgoot voor het daarop laten groeien van een gewas, waarbij de ontvochtigingsinrichting zich onder de teeltgoot uitstrekt en de luchtuitlaat is voorzien nabij de teeltgoot.

16. Warenhuis volgens conclusie 14, omvattende een veelheid van zich parallel uitstrekkende teeltgoten voor het daarop laten groeien van het gewas, waarbij het luchtcirculatiesysteem een veelheid van de luchtbuizen omvat, elk onder en parallel aan een respectievelijke van de veelheid van teeltgoten voorzien.

17. Warenhuis volgens een van de conclusies 14 tot en met 16, waarbij de teeltgoot aan de naar de luchtuitlaat gekeerde zijde is voorzien van een isolatie-element voor het reduceren van warmte-overdracht tussen de teeltgoot en de uit de luchtuitlaat stromende lucht.

18. Werkwijze voor het ontvochtigen van lucht in een binnenruimte, zoals van een warenhuis, omvattende de stappen van: a) het met het drukmiddel door de luchtbuis forceren van lucht waarbij lucht achtereenvolgens via de luchtinlaat aan de ontvochtigingsruimte van de ontvochtigingsinrichting wordt toegevoerd, door het ontvochtigingselement en de druppelvanger stroomt en via de luchtuitlaat wordt afgevoerd naar de binnenruimte; b) het met het bevochtigingsmiddel met hygroscopische zoutoplossing bevochtigen van het ontvochtigingselement.

19. Werkwijze volgens conclusie 18 onder toepassing van een luchtcirculatiesysteem volgens een van de conclusies 1 tot en met 13.

20. Werkwijze volgens conclusies 19 voor toepassing in een warenhuis volgens een van de conclusies 14 tot en met 17.