NL2014571A

NL2014571A - Stabilized damping element and weir with such damping elements.

Info

Publication number: NL2014571A
Application number: NL2014571A
Authority: NL
Inventors: Hill Hans
Original assignee: Hill Innovations B V
Priority date: 2015-04-01
Filing date: 2015-04-01
Publication date: 2016-10-10
Also published as: NL2014571B1

Abstract

Een dempingselement (6) omvat in langsrichting (7) op elkaar aansluitend een kopdeel (3), halsdeel (4) en voetdeel (5) uit beton. De doorsnede van het halsdeel dwars op de langsrichting (7) is kleiner dan de doorsnede van het kopdeel dwars op de langsrichting en kleiner is dan de doorsnede van het voetdeel dwars op de langsrichting, zodanig dat een stelsel van kanalen (8) wordt gevormd. Het voetdeel (5) heeft over tenminste een gedeelte van de omtrek (18) daarvan een dwars op de langsrichting gerichte verdieping (15). Samen met de daarin opgenomen gritdeeltjes (16) verschaffen deze groeven (15) een stabiliserende werking.A damping element (6) comprises a head part (3), neck part (4) and foot part (5) mutually connecting in longitudinal direction (7). The cross-section of the neck portion transversely of the longitudinal direction (7) is smaller than the cross-section of the head portion transversely of the longitudinal direction and is smaller than the cross-section of the foot portion transversely of the longitudinal direction, such that a system of channels (8) is formed. The foot part (5) has a recess (15) directed transversely to the longitudinal direction over at least a part of its circumference (18). Together with the grit particles (16) received therein, these grooves (15) provide a stabilizing effect.

Description

Gestabiliseerd dempingselement alsmede waterkering met dergeliike dempingselementenStabilized damping element as well as flood defense with such damping elements

De uitvinding betreft een dempingselement omvattende in langsrichting op elkaar aansluitend een kopdeel, halsdeel en voetdeel uit beton, waarbij dwars op de langsrichting het halsdeel een kleinere doorsnede heeft dan het kopdeel en het voetdeel.The invention relates to a damping element comprising a head part, neck part and foot part of concrete connecting longitudinally to each other, wherein transversely of the longitudinal direction the neck part has a smaller cross-section than the head part and the foot part.

Een dergelijk dempingselement is bekend, bijvoorbeeld uit het Nederlandse octrooi 2004345. Dempingselementen kunnen bijvoorbeeld worden toegepast bij waterkeringen in verband met het dempen van de golfslag. Tussen de aan elkaar grenzende kopdelen van de dempingselementen blijven openingen over, via welke het tegen de waterkering oplopende water kan wegzakken. Daardoor wordt een belangrijk dempingeffect verkregen. Het aldus opgevangen water kan via het kanalenstelsel dat gevormd wordt tussen de aan elkaar grenzende, smallere halsdelen worden afgevoerd, waardoor de demping nog wordt bevorderd.Such a damping element is known, for example from Dutch patent 2004345. Damping elements can be used, for example, with flood defenses in connection with damping of the wave stroke. Openings remain between the adjacent head parts of the damping elements, through which the water rising against the flood defense can sink. This results in an important damping effect. The water thus collected can be discharged via the channel system that is formed between the adjacent, narrower neck parts, whereby the damping is further promoted.

Met het oog op het stabiliseren van de dempingselementen, zodanig dat deze bestand zijn tegen de door de golfslag daarop uitgeoefende waterkrachten, zijn de opstaande zijden van de voetdelen gewoonlijk in opwaartse richting enigszins smaller worden uitgevoerd. In de aldus ontstane wigvormige spleten kan bijvoorbeeld steenslag, grit of grind worden opgenomen. Een dergelijk materiaal zorgt ervoor dat de voetdelen stevig ten opzichte van elkaar gestabiliseerd worden. Als gevolg van de wigvorm van de spleten tussen de voetdelen wordt aldus een stevige, klemmende werking van de voetdelen op elkaar verkregen.With a view to stabilizing the damping elements such that they are resistant to the water forces exerted thereon by the wave stroke, the upright sides of the foot parts are usually made slightly narrower in the upward direction. For example, crushed stone, grit or gravel can be incorporated in the wedge-shaped crevices thus formed. Such a material ensures that the foot parts are firmly stabilized relative to each other. As a result of the wedge shape of the gaps between the foot parts, a firm, clamping effect of the foot parts on one another is thus obtained.

Een doel van de uitvinding is en dempingselement van het hiervoor beschreven type te verschaffen dat als onderdeel van een reeks van dergelijke dempingselementen een nog betere stabiliteit oplevert. Een verder doel van de uitvinding is in waterkering te verschaffen met een verbeterde stabiliteit. Deze en andere doelen worden bereikt doordat het voetdeel van het dempingselement over tenminste een gedeelte van de omtrek daarvan een dwars op de langsrichting gerichte verdieping heeft.It is an object of the invention to provide a damping element of the type described above which, as part of a series of such damping elements, provides an even better stability. A further object of the invention is to provide flood defense with improved stability. These and other objectives are achieved in that the foot part of the damping element has a recess directed transversely to the longitudinal direction over at least a part of the circumference thereof.

Een belangrijk effect van de verdieping in de omtrek van het voetdeel is dat de hierboven beschreven stabilisatiedeeltjes, zoals grit en dergelijke, daarin terecht kunnen komen. Indien de stabilisatiedeeltjes zich in de verdieping bevinden, bezitten zij nog slechts een beperkte, of in het geheel geen, mogelijkheid tot omhoog of omlaag verschuiven langs genoemde omtrek. Als gevolg daarvan kunnen de stabilisatiedeeltjes de aan elkaar grenzende voetdelen van de dempingselementen beter vasthouden tegen de inwerking van de golfslag. Dit zal in het bijzonder het geval zijn indien, bij twee aan elkaar grenzende dempingselementen, een stabilisatiedeeltjes zowel terecht komt in de verdieping van het ene dempingselement als in de verdieping van het andere dempingselement.An important effect of the recess in the circumference of the foot part is that the above-described stabilization particles, such as grit and the like, can end up therein. If the stabilization particles are located in the recess, they still have only a limited, if at all no, possibility of shifting up or down along said circumference. As a result, the stabilization particles can better retain the adjacent foot parts of the damping elements against the effect of the wave stroke. This will in particular be the case if, in the case of two mutually adjacent damping elements, a stabilization particle ends up both in the recess of the one damping element and in the recess of the other damping element.

De richting dwars op de langsrichting van de verdieping is belangrijk, omdat daardoor het in langsrichting ten opzichte van elkaar verschuiven van de dempingselementen wordt verhinderd. Niettemin is het ook mogelijk om een verdieping nagenoeg of geheel in de langsrichting te laten verlopen, teneinde onderling verdraaien of verschuiven dwars ten opzichte van de langsrichting van de aangrenzende dempingselementen ten opzichte van elkaar tegen te gaan.The direction transverse to the longitudinal direction of the recess is important, because this prevents the damping elements from sliding relative to each other in the longitudinal direction. Nevertheless, it is also possible to have a recess extend substantially or entirely in the longitudinal direction, in order to prevent mutual rotation or displacement transversely with respect to the longitudinal direction of the adjacent damping elements relative to each other.

Bij voorkeur strekt de verdieping zich rondom over de gehele omtrek van het voetdeel uit. In dat geval kan het dempingselement aan alle zijden, gezien in omtreksrichting, worden gestabiliseerd ten opzichte van naburige, aangrenzende dempingselementen. Bij voorkeur heeft de verdieping de vorm van een groef. Deze verdieping of groeikan zich continu over de gehele omtrek uitstrekken, doch noodzakelijk is dat niet. De verdieping of groeikan in omtreksrichting ook op één of meerdere plaatsen zijn onderbroken.The floor preferably extends around the entire circumference of the foot part. In that case, the damping element can be stabilized on all sides, viewed in the circumferential direction, with respect to neighboring, adjacent damping elements. The recess is preferably in the form of a groove. This floor or growth can extend continuously over the entire circumference, but that is not necessary. The floor or growth can also be interrupted in one or more places in the circumferential direction.

De vorm van de voet kan ook variëren. Bij voorkeur heeft de omtrek daarvan meerdere van elkaar te onderscheiden zijden die twee aan twee dwars op elkaar zijn gericht. Het kan daarbij gaan om drie zijden, vier zijden of meer zijn. Dergelijke vormen benaderen een polygonaal. Bij voorkeur sluiten twee dwars op elkaar gerichte zijden een hoek van ongeveer 90° in. In dat geval kan het voetdeel van het dempingselement een vierkant of rechthoek vormen.The shape of the foot can also vary. The circumference thereof preferably has several sides that can be distinguished from each other and are directed two to two transversely to each other. It can be three sides, four sides or more. Such shapes approximate to a polygonal. Preferably, two transversely facing sides enclose an angle of about 90 °. In that case the foot part of the damping element can form a square or rectangle.

Verder kunnen zijden van het voetdeel een in omtreksrichting convexe vorm bezitten. Bij een vierkante of rechthoekige vorm van het voetdeel sluiten dergelijke zijden dan een enigszins grotere hoek in dan 90°. Het voordeel van een dergelijke licht convexe vorm is dat deze de mogelijkheid biedt tot het enigszins verdraaid ten opzichte van elkaar positioneren van de dempingselementen, zonder dat daardoor ongewenst grote spleten zouden ontstaan. Bij voorkeur bevindt de verdieping zich op afstand van de onderzijde van het voetdeel en van de overgang tussen het voetdeel en de hals.Furthermore, sides of the foot part can have a circumferential convex shape. With a square or rectangular shape of the foot part, such sides then enclose a slightly greater angle than 90 °. The advantage of such a slightly convex shape is that it offers the possibility of positioning the damping elements slightly twisted relative to each other, without this resulting in undesirably large gaps. The recess is preferably situated at a distance from the underside of the foot part and from the transition between the foot part and the neck.

Het dempingselement kan in een geheel bij voorkeur uit beton zijn vervaardigd. Volgens een alternatieve, de voorkeur genietende uitvoeringsvorm echter zijn twee dempingselementdelen bij voorkeur uit beton voorzien die via een in langsrichting lopend scheidingsvlak op elkaar aansluiten. Dergelijke dempingselementdelen zijn eenvoudiger te vervaardigen in een open mal. Dat geldt des te meer indien de dempingselementdelen identiek zijn.The damping element can be manufactured in a whole preferably from concrete. According to an alternative, preferred embodiment, however, two damping element parts are preferably provided with concrete which connect to each other via a longitudinally extending partition surface. Such damping element parts are easier to manufacture in an open mold. This applies all the more if the damping element parts are identical.

De dempingselementen kunnen met verschillende uitwendige vormen zijn uitgevoerd. Zo kunnen zij bijvoorbeeld rotatie symmetrisch zijn, bijvoorbeeld in een uitvoering waarbij, bij een rotatie van telkens 90° rond de langsrichting, steeds gelijk gevormde gebieden bestaan. Het is echter ook mogelijk om bijvoorbeeld het kopdeel en het voetdeel andere vormen te geven. De voorkeur gaat uit naar een uitvoeringsvorm waarbij in een eerste hoofdrichting dwars ten opzichte van de langsrichting, de dwarsafmeting in die richting van het kopdeel groter is dan de dwarsafmeting in die richting van het voetdeel.The damping elements can be designed with different external shapes. For example, they may be rotationally symmetrical, for example in an embodiment where, with a rotation of 90 ° each in the longitudinal direction, areas of the same shape always exist. However, it is also possible, for example, to give the head part and the foot part different shapes. Preference is given to an embodiment in which in a first main direction transverse to the longitudinal direction, the transverse dimension in that direction of the head part is greater than the transverse dimension in that direction of the foot part.

Bij een dergelijke uitvoering zullen derhalve de kopdelen, indien de dempingselementen in genoemde richting naast elkaar geplaatste zijn, tegen elkaar aan liggen terwijl de voetdelen zich dan op een kleine afstand van elkaar bevinden onder insluiting van een spleet. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk om naburige dempingselementen enigszins schuin ten opzichte van elkaar te plaatsen, waarbij de kopdelen concave vorm bepalen, terwijl zowel de kopdelen als de voetdelen van aangrenzende dempingselementen tegen elkaar aan liggen. Een dergelijke plaatsing is bijvoorbeeld geschikt bij de overgang van een waterkering van een hellend gedeelte naar een vlak gedeelte, zoals bij de kruin van een dijk.In such an embodiment, therefore, if the damping elements are placed next to each other in the said direction, the head parts will abut against each other while the foot parts are then situated at a small distance from each other while enclosing a gap. This embodiment makes it possible to place neighboring damping elements somewhat obliquely relative to each other, the head parts determining concave shape, while both the head parts and the foot parts of adjacent damping elements abut each other. Such a placement is suitable, for example, at the transition from a flood defense from a sloping section to a flat section, such as at the crown of a dike.

De langsrichtingen van de aan elkaar grenzende dempingselementen sluiten in die gevallen een kleine hoek in. In de niet gekromde, rechte gedeelten echter staan de dempingselementen echter recht naast elkaar, waarbij de langsrichting een daarvan onderling evenwijdig zijn gericht. De kopdelen liggen dan tegen elkaar aan terwijl zoals hierboven reeds gesteld de voetdelen onderling spleten insluiten. Als gevolg echter van de groeven in de voetdelen en de samenwerking daarvan met de gritdeeltjes, kan echter ook indien gebieden een stabiele bekleding wordt verkregen.The longitudinal directions of the adjacent damping elements enclose a small angle in those cases. However, in the non-curved, straight sections, the damping elements are directly adjacent to each other, the longitudinal direction of one of which is mutually parallel. The head parts then lie against each other while, as already stated above, the foot parts enclose gaps between themselves. However, as a result of the grooves in the foot parts and their cooperation with the grit particles, a stable coating can also be obtained if areas are obtained.

Tenminste de zijden die dwars zijn gericht ten opzichte van de eerste hoofdrichting zijn voorzien van een verdieping. De verdiepingen waarin de stabilisatiedeeltjes dringen, leveren dan zowel in de gekromde gebieden als in de rechte gebieden de gewenste bijdrage aan de stabiliteit van de reeks.At least the sides that are transverse with respect to the first main direction are provided with a recess. The floors into which the stabilization particles penetrate then make the desired contribution to the stability of the series both in the curved regions and in the straight regions.

Verder kan in een tweede hoofdrichting die dwars is gericht ten opzichte van de langsrichting en die dwars is gericht ten opzichte van de eerste langsrichting, de afmeting van het kopdeel gelijk zijn aan de afmeting van het kopdeel in de eerste hoofdrichting. Verder bij voorkeur kan in een tweede hoofdrichting die dwars is gericht ten opzichte van de langsrichting en die dwars is gericht ten opzichte van de eerste langsrichting, de afmeting van het kopdeel gelijk zijn aan de afmeting van het voetdeel in de tweede hoofdrichting. In de stand van de dempingselementen waarbij de langsrichting en evenwijdig zijn, liggen dan zowel de kopdelen als de voetdelen tegen elkaar aan. Een dergelijke onderlinge positie is nuttig over trajecten die recht zijn zonder dat daarin een belangrijke komen voorkomt, zoals trajecten in de langsrichting van een dijklichaam.Further, in a second main direction that is transverse with respect to the longitudinal direction and that is transversely with respect to the first longitudinal direction, the dimension of the head part can be equal to the dimension of the head part in the first main direction. Further preferably in a second main direction that is transverse to the longitudinal direction and that is transversely to the first longitudinal direction, the dimension of the head part can be equal to the dimension of the foot part in the second main direction. In the position of the damping elements in which the longitudinal direction and are parallel, both the head parts and the foot parts then abut each other. Such a mutual position is useful over sections that are straight without an important occurrence, such as sections in the longitudinal direction of a dike body.

De uitvinding betreft verder een reeks uit dempingselementen zoals hiervoor beschreven, waarbij tenminste de voetdelen van naburige dempingselementen onder insluiting van harde stabilisatiedeeltjes, zoals split of grind, tegen elkaar zijn gehouden. Daarbij bevinden stabilisatiedeeltjes zich in de verdieping van genoemde tegen elkaar gehouden voetdelen. Bij voorkeur zijn de afmetingen der stabilisatiedeeltjes groter dan de diepteafmeting van de verdieping. Voordeel daarvan is dat stabilisatiedeeltjes zich zowel in de verdieping van een dempingselement als in de verdieping van een aangrenzend dempingselement kunnen bevinden. Dit heeft een verbeterde stabiliserende werking.The invention further relates to a series of damping elements as described above, wherein at least the foot parts of neighboring damping elements are held together while enclosing hard stabilizing particles, such as split or gravel. Stabilization particles are herein located in the recess of said foot parts held together. The dimensions of the stabilization particles are preferably larger than the depth dimension of the floor. The advantage of this is that stabilization particles can be located both in the recess of a damping element and in the recess of an adjacent damping element. This has an improved stabilizing effect.

Zoals genoemd kunnen, van naburige dempingselementen, de respectievelijke langsrichtingen een hoek groter dan nul insluiten, zodanig dat genoemde naburige dempingselementen schuin ten opzichte van elkaar zijn gericht en de kopdelen van die naburige dempingselementen een concave vorm bepalen. Daarbij kunnen de kopdelen van naburige dempingselementen en voetdelen van genoemde dempingselementen die de concave vorm bepalen direct tegen elkaar aan liggen, zodanig dat in aanvulling op de door de groeven en de gritdeeltjes geleverde werking, een stabiele bekleding wordt verkregen.As mentioned, of neighboring damping elements, the respective longitudinal directions can include an angle greater than zero, such that said neighboring damping elements are oriented obliquely to each other and the head parts of said neighboring damping elements define a concave shape. Thereby, the head parts of neighboring damping elements and foot parts of said damping elements that define the concave shape can lie directly against each other, such that in addition to the action provided by the grooves and the grit particles, a stable coating is obtained.

De uitvinding betreft verder een waterkering, omvattende een keringlichaam bedekt door een bekleding uit een reeks dempingselementen zoals hiervoor beschreven.The invention further relates to a water-retaining structure, comprising a retaining body covered by a covering from a series of damping elements as described above.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden beschreven aan de hand van de figuren.The invention will be described in more detail below with reference to the figures.

Figuur 1 toont naast elkaar geplaatste dempingselementen.Figure 1 shows damping elements placed next to each other.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht op een dempingselement volgens Π van figuur 1.Figure 2 shows a top view of a damping element according to Π of figure 1.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede door het voetdeel van een dempingselement volgens III van figuur 1.Figure 3 shows a cross-section through the foot part of a damping element according to III of Figure 1.

Figuur 4 toont een verticale doorsnede door een waterkering.Figure 4 shows a vertical section through a water barrier.

Figuur 5 toont het vergrote detail volgens V van figuur 1.Figure 5 shows the enlarged detail according to V of Figure 1.

De in figuur 4 met verwijzingscijfer lweergegeven waterkering of dijk bestaat uit het dijklichaam 10 alsmede een bekleding 2 die bestaat uit een groot aantal dempingselementen 6. Deze bekleding strekt zich zowel in de langsrichting van het dijklichaam 10 uit, als in de in figuur 3 weergegeven dwarsrichting. In dwarsrichting zijn in dit voorbeeld de dempingselementen 6 in en reeks naast elkaar geplaatst. Ook in de langsrichting kunnen de dempingselementen 6 in reeksen zijn opgesteld. Aan de voet van de dijk 1 is op bekende wijze stortsteen 11 aangebracht die zich onder het niveau van het waterlichaam 12 bevindt.The flood defense or dyke shown in Figure 4 with reference numeral 1 consists of the dyke body 10 and a covering 2 consisting of a large number of damping elements 6. This covering extends both in the longitudinal direction of the dyke body 10 and in the transverse direction shown in Figure 3. . In this example, the damping elements 6 are arranged in a series in the transverse direction next to each other. The damping elements 6 can also be arranged in series in the longitudinal direction. At the foot of the dike 1, paving stone 11 is arranged in known manner which is below the level of the body of water 12.

Het waterlichaam 12 reikt tot aan een zekere hoogte van de bekleding 2; wanneer de golven op het waterlichaam 2 breken, wordt de bekleding 2 blootgesteld aan waterkrachten. Dit betekent ook dat de individuele dempingselementen 6 worden belast. Het is daarom van groot belang dat de zich in de bekleding 2 bevinden de dempingselementen 6 zo goed mogelijk geborgd worden, zodanig dat zij weerstand kunnen bieden tegen de kracht van het water.The body of water 12 reaches a certain height of the covering 2; when the waves break on the body of water 2, the covering 2 is exposed to water forces. This also means that the individual damping elements 6 are loaded. It is therefore of great importance that the damping elements 6 located in the covering 2 are secured as well as possible, such that they can resist the force of the water.

Elk dempingselement 6 bestaat, zoals ook weergegeven in de figuren 1 en 4, uit een kopdeel 3, een hals 4 en een voetdeel 5. Deze onderdelen sluiten in de schematisch met verwijzingscijfer 7 aangeduide langsrichting op elkaar aan. Het halsdeel 4 heeft een aanzienlijk kleinere dwarsdoorsnede dan het kopdeel 3 en het voetdeel 5. Daardoor is tussen de aan elkaar grenzende dempingselementen 6 een stelsel van kanalen 8 gevormd. Het voetdeel 5 bezit aan de onderzijde een basis 17 door middel waarvan het dempingselement 6 stevig op een ondergrond kan worden geplaatst. De omtrek 18 van het voetdeel 5 strekt zich vanaf die basis 17 in de langsrichting 7 omhoog uit, en bezit een in de langsrichting 7 enigszins taps toelopende vorm.Each damping element 6, as also shown in figures 1 and 4, consists of a head part 3, a neck 4 and a foot part 5. These parts connect to each other in the longitudinal direction indicated diagrammatically by reference numeral 7. The neck part 4 has a considerably smaller cross-section than the head part 3 and the foot part 5. A system of channels 8 is formed between the mutually adjoining damping elements 6. The base part 5 has a base 17 on the underside by means of which the damping element 6 can be placed firmly on a base. The circumference 18 of the foot part 5 extends upwards from that base 17 in the longitudinal direction 7, and has a slightly tapered shape in the longitudinal direction 7.

De kopdelen 3 sluiten in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld weliswaar tegen elkaar aan, maar sluiten onderling openingen 9 in waardoor water tot in het stelsel van kanalen 8 kan doordringen. Daardoor wordt enerzijds de kracht van het water gedempt, terwijl het anderzijds goed kan worden afgevoerd via het stelsel van kanalen 8.In the exemplary embodiment shown, the head parts 3 indeed adjoin each other, but mutually enclose openings 9 through which water can penetrate into the system of channels 8. As a result, on the one hand, the power of the water is damped, while on the other hand it can be properly discharged via the system of channels 8.

Zoals weergegeven in figuur 4, reikt de bekleding 2 vanaf een rechte flank 13 van het dijklichaam 10, tot aan de top 14 daarvan zodanig dat de reeksen dempingselementen 6 een kromming ondergaan. De onderlinge stand van de dempingselementen 6 ten opzichte van elkaar kan daardoor variëren, waarbij ter plaatse van de rechte flank 13 de langsrichtingen 7 van naburige dempingselementen onderling evenwijdig zijn, terwijl ter plaatse van de overgang van die rechte flank 13 naar de top 14, de langsrichtingen 7 van naburige dempingselementen 6 een kleine hoek insluiten. Het is echter belangrijk dat zowel ter plaatse van de rechterflank, ter plaatse van de top 14 alsmede ter plaatse van de overgang tussen de rechte flank 13 en de top 14, alle dempingselementen 6 op dezelfde wijze goed gestabiliseerd zijn ten opzichte van elkaar tegen losraken.As shown in Figure 4, the covering 2 extends from a straight flank 13 of the dike body 10, up to the top 14 thereof, such that the series of damping elements 6 undergo a curvature. The mutual position of the damping elements 6 relative to each other can therefore vary, wherein at the location of the straight edge 13 the longitudinal directions 7 of adjacent damping elements are mutually parallel, while at the location of the transition from said straight edge 13 to the top 14, the longitudinal directions 7 of neighboring damping elements 6 enclose a small angle. However, it is important that both at the right flank, at the top of the top 14 and at the transition between the straight flank 13 and the top 14, all damping elements 6 are well stabilized relative to each other against loosening.

In dit verband zijn verschillende maatregelen genomen. Allereerst verschaffen deze gritdeeltjes 16 een klemmende werking tussen de aangrenzende voetdelen 5 als gevolg van de enigszins taps toelopende vorm van de omtrek 18. De dempingselementen 6 zijn zodanig uitgevoerd dat de dwarsafmetingen c van de kopdelen 3 in de onderling loodrechte richtingen zoals weergegeven in het bovenaanzicht van figuur 2 gelijk zijn. De dwarsafmetingen in de twee overeenkomstige onderling loodrechte van het voetdeel 5 verschillen echter zoals weergegeven in de doorsnede van figuur 3. Daarbij is de ene dwarsafmeting b gelijk gekozen aan de dwarsafmetingen c van het kopdeel 3, doch de andere dwarsafmetingen a is enigszins kleiner gekozen. De dwarsafmetingen a en b zijn genomen nabij de basis 17 van het voetdeel 5.Various measures have been taken in this regard. First of all, these grit particles 16 provide a clamping action between the adjacent foot parts 5 as a result of the slightly tapered shape of the circumference 18. The damping elements 6 are designed such that the transverse dimensions c of the head parts 3 in the mutually perpendicular directions as shown in the plan view of Figure 2 are the same. However, the transverse dimensions in the two corresponding mutually perpendicular to the foot part 5 differ as shown in the cross-section of Fig. 3. In this case, the one transverse dimension b is chosen equal to the transverse dimensions c of the head part 3, but the other transverse dimensions a is chosen to be somewhat smaller. The transverse dimensions a and b are taken near the base 17 of the foot part 5.

De dempingselementen 6 zijn zodanig geplaatst op het dijklichaam 10, dat de voetdelen 5 daarvan met hun relatief kleine dwarsafmetingen a geplaatst zijn langs de flanken 13 van laag naar hoog, terwijl de voetdelen 5 met hun grotere dwarsafmetingen b in de langsrichting van het dijklichaam 10 zijn geplaatst. Gevolg daarvan is dat de dempingselementen 6 gezien in de langsrichting van het dijklichaam 10 zowel met de kopdelen 3 als met hun voetdelen 5 stabiel tegen elkaar rusten. Langs de rechte flank 13 gezien van hoog naar laag echter liggen weliswaar de kopdelen 3 tegen elkaar aan, doch tussen de voetdelen 5 is een spleet ontstaan vanwege de kleinere dwarsafmetingen a van de voetdelen 5. Ter plekke van de gekromde overgang tussen de rechte flank 13 en de top 14 echter liggen ook de voetdelen 5 tegen elkaar aan, omdat aldaar de langsrichtingen 7 van de betreffende dempingselementen 6 een kleine hoek ten opzichte van elkaar insluiten.The damping elements 6 are placed on the dike body 10 in such a way that the foot parts 5 with their relatively small transverse dimensions a are placed along the flanks 13 from low to high, while the foot parts 5 with their larger transverse dimensions b are in the longitudinal direction of the dike body 10 placed. The consequence of this is that the damping elements 6, viewed in the longitudinal direction of the dyke body 10, rest stably against each other both with the head parts 3 and with their foot parts 5. Viewed from high to low along the straight flank 13, however, the head parts 3 abut against each other, but a gap has been created between the foot parts 5 because of the smaller transverse dimensions a of the foot parts 5. At the location of the curved transition between the straight flank 13 and the top 14, however, also the foot parts 5 abut against each other, because there the longitudinal directions 7 of the relevant damping elements 6 enclose a small angle with respect to each other.

Een verdere maatregel ter stabilisatie van de dempingselementen betreft de aan de buitenzijde van het voetdeel 5 voorziene groef 15. Deze groef 15 strekt zich in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld rondom de gehele omtrek van het voetdeel 5 uit, hoewel dat niet noodzakelijk is. De groef 15 is loodrecht gericht ten opzichte van de langsrichting 7. Zoals weergegeven in figuur 3 en in het bijzonder in het aanzicht op grotere schaal van figuur 1 is tussen de voetdelen 5 van naburige dempingselementen 6 een grit uit deeltjes 16 gestort.A further measure for stabilizing the damping elements relates to the groove 15 provided on the outside of the foot part 5. In the exemplary embodiment shown, this groove 15 extends around the entire circumference of the foot part 5, although this is not necessary. The groove 15 is perpendicular to the longitudinal direction 7. As shown in Figure 3 and in particular in the larger-scale view of Figure 1, a grit of particles 16 has been deposited between the foot parts 5 of adjacent damping elements 6.

Als gevolg van deze met gritdeeltjes 16 gevulde groeven 15 zijn de dempingselementen 6 ook ter plaatse van de rechte flank 13 toch goed ten opzichte van elkaar gestabiliseerd, ondanks de spleet die aldaar bestaat tussen aangrenzende dempingselementen 6 als gevolg van de kleinere dwarsafmeting a daarvan. Zoals getoond in het vergrote aanzicht van figuur 5, wordt de onderlinge stabilisatie van de dempingselementen 6 nog vergroot doordat deeltjes 16 zodanige afmetingen kunnen hebben dat één en hetzelfde deeltje zowel in de groef 15 van het ene dempingselement als in de groef 15 van het naburige dempingselement kan steken. De voetdelen 5 van de dempingselementen zijn daardoor in de langsrichting daarvan onverschuifbaar ten opzichte van elkaar, hetgeen de bekleding uit dergelijke dempingselementen een zeer goede weerstand tegen de krachten van stromend en golvend water verschaft.As a result of these grooves 15 filled with grit particles 16, the damping elements 6 are also well stabilized relative to each other at the location of the straight flank 13, despite the gap that exists there between adjacent damping elements 6 due to the smaller transverse dimension a thereof. As shown in the enlarged view of Fig. 5, the mutual stabilization of the damping elements 6 is further increased in that particles 16 can have dimensions such that one and the same particle both in the groove 15 of the one damping element and in the groove 15 of the neighboring damping element can stab. The foot parts 5 of the damping elements are therefore non-slidable with respect to each other in the longitudinal direction thereof, which gives the covering of such damping elements a very good resistance to the forces of flowing and flowing water.

Zoals weergegeven in de figuren 1-3, bestaan de dempingselementen 6 bij voorkeur uit identieke dempingselementdelen 20, 21 die via een scheidingsvlak 19 tegen elkaar aan liggen.As shown in Figs. 1-3, the damping elements 6 preferably consist of identical damping element parts 20, 21 which abut each other via a separating surface 19.

Lijst van verwijzingstekens 1 Waterkering 2. Bekleding 3. Kopdeel 4. Halsdeel 5. Voetdeel 6. Dempingselement 7. Langsrichting 8. Stelsel kanalen 9. Opening 10. Dijklichaam 11. Stortsteen 12. Waterlichaam 13. Rechterflank dijklichaam 14. Top dijklichaam 15. Groef in voetdeel 16. Gritdeeltjes 17. Basis voetdeel 18. Omtrek voetdeel 19. Schei dingsvlak 20; 21. Dempingselementdelen a Relatief kleine dwarsafmeting van voetdeel b Relatief grote dwarsafmeting van voetdeel c Dwarsafmetingen kopdeelList of reference signs 1 Water barrier 2. Cladding 3. Head part 4. Neck part 5. Foot part 6. Damping element 7. Longitudinal direction 8. System of channels 9. Opening 10. Dike body 11. Pouring stone 12. Water body 13. Right flank of the dike body 14. Top of the dike body 15. Groove in foot part 16. Grit particles 17. Base foot part 18. Circumference foot part 19. Dividing surface 20; 21. Damping element parts a Relatively small cross dimension of foot part b Relatively large cross dimension of foot part c Cross dimensions of head part

Claims

1. Dempingselement (6) omvattende in langsrichting (7) op elkaar aansluitend een kopdeel (3), halsdeel (4) en voetdeel (5) uit beton, waarbij de doorsnede van het halsdeel dwars op de langsrichting (7) kleiner is dan de doorsnede van het kopdeel dwars op de langsrichting en kleiner is dan de doorsnede van het voetdeel dwars op de langsrichting, met het kenmerk dat het voetdeel (5) over tenminste een gedeelte van de omtrek (18) daarvan een dwars op de langsrichting gerichte verdieping (15) heeft.A damping element (6) comprising a head part (3), neck part (4) and foot part (5) connecting to one another in the longitudinal direction (7), the cross section of the neck part transverse to the longitudinal direction (7) being smaller than the cross-section of the head part transversely of the longitudinal direction and smaller than the cross-section of the foot part transversely of the longitudinal direction, characterized in that the foot part (5) has a recess transversely of the longitudinal direction over at least a part of the circumference (18) thereof 15).

2. Dempingselement (6) volgens conclusie 1, waarbij de verdieping (15) zich rondom over de gehele omtrek (18) van het voetdeel (5) uitstrekt.The damping element (6) according to claim 1, wherein the recess (15) extends around the entire circumference (18) of the foot part (5) all around.

3. Dempingselement (6) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verdieping de vorm heeft van een groef (15).The damping element (6) according to claim 1 or 2, wherein the recess is in the form of a groove (15).

4. Dempingselement (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verdieping in omtreksrichting is onderbroken.Damping element (6) according to one of the preceding claims, wherein the recess is interrupted in the circumferential direction.

5. Dempingselement (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verdieping (15) in omtreksrichting continu is.Damping element (6) according to one of the preceding claims, wherein the recess (15) is continuous in the circumferential direction.

6. Dempingselement (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de omtrek (18) van het voetdeel meerdere zijden heeft die twee aan twee dwars op elkaar zijn gericht.6. Damping element (6) according to one of the preceding claims, wherein the circumference (18) of the foot part has a plurality of sides that are directed transversely to each other two by two.

7. Dempingselement (6) volgens conclusie 6, waarbij twee dwars op elkaar gerichte zijden een hoek van ongeveer 90° insluiten.The damping element (6) according to claim 6, wherein two sides directed transversely to each other enclose an angle of approximately 90 °.

8. Dempingselement (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zijden een in omtreksrichting convexe vorm bezitten.A damping element (6) according to any one of the preceding claims, wherein sides have a circumferential convex shape.

9. Dempingselement (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verdieping (15) zich bevindt op afstand van de onderzijde of basis (17) van het voetdeel (5) en van de overgang tussen het voetdeel (5) en het halsdeel (4).Damping element (6) according to one of the preceding claims, wherein the recess (15) is located at a distance from the bottom or base (17) of the foot part (5) and from the transition between the foot part (5) and the neck part ( 4).

10. Dempingselement (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij twee dempingselementdelen (20, 21) zijn voorzien die via een in langsrichting (7) lopend scheidingsvlak (19) op elkaar aansluiten.10. Damping element (6) as claimed in any of the foregoing claims, wherein two damping element parts (20, 21) are provided which connect to each other via a separating surface (19) running in the longitudinal direction (7).

11. Dempingselement (6) volgens conclusie 8, waarbij de dempingselementdelen (20, 21) identiek zijn.The damping element (6) according to claim 8, wherein the damping element parts (20, 21) are identical.

12. Dempingselement (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tevens een verdieping is voorzien die zich nagenoeg in de langsrichting uitstrekt.12. Damping element (6) as claimed in any of the foregoing claims, wherein a recess is also provided which extends substantially in the longitudinal direction.

13. Dempingselement (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het kopdeel tenminste een uitsparing (9) bezit.A damping element (6) according to any one of the preceding claims, wherein the head part has at least one recess (9).

14. Dempingselement (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in een eerste hoofdrichting dwars ten opzichte van de langsrichting (7), de dwarsafmeting c in die richting van het kopdeel (5) groter is dan de dwarsafmeting a in die richting van het voetdeel.A damping element (6) according to any one of the preceding claims, wherein in a first main direction transverse to the longitudinal direction (7), the transverse dimension c in that direction of the head part (5) is larger than the transverse dimension a in that direction of the foot part.

15. Dempingselement (6) volgens conclusie 14, waarbij tenminste de zijden die dwars zijn gericht ten opzichte van de eerste hoofdrichting zijn voorzien van een verdieping (15).The damping element (6) according to claim 14, wherein at least the sides that are transverse to the first main direction are provided with a recess (15).

16. Dempingselement (6) volgens conclusie 15, waarbij in een tweede hoofdrichting die dwars is gericht ten opzichte van de langsrichting (7) en die dwars is gericht ten opzichte van de eerste langsrichting, de dwarsafmeting c van het kopdeel (3) gelijk is aan de dwarsafmeting c van het kopdeel in de eerste hoofdrichting.The damping element (6) according to claim 15, wherein in a second main direction that is directed transversely with respect to the longitudinal direction (7) and that is oriented transversely with respect to the first longitudinal direction, the transverse dimension c of the head part (3) is equal to the transverse dimension c of the head portion in the first main direction.

17. Dempingselement (6) volgens conclusie 15 of 16, waarbij in een tweede hoofdrichting die dwars is gericht ten opzichte van de langsrichting (7) en die dwars is gericht ten opzichte van de eerste langsrichting, de dwarsafmeting c van het kopdeel (3) gelijk is aan de dwarsafmeting b van het voetdeel (5) in de tweede hoofdrichting.Damping element (6) according to claim 15 or 16, wherein in a second main direction that is transverse to the longitudinal direction (7) and that is transversely to the first longitudinal direction, the transverse dimension c of the head part (3) is equal to the transverse dimension b of the foot part (5) in the second main direction.

18. Reeks uit dempingselementen (6) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste de voetdelen (5) van naburige dempingselementen onder insluiting van harde stabilisatiedeeltjes (16), zoals split of grind, tegen elkaar zijn gehouden, met het kenmerk dat stabilisatiedeeltjes 16) zich bevinden in de verdieping (15) van genoemde tegen elkaar gehouden voetdelen (5).18. A set of damping elements (6) according to any one of the preceding claims, wherein at least the foot parts (5) of adjacent damping elements are held together while enclosing hard stabilization particles (16), such as split or gravel, characterized in that stabilization particles 16) are located in the floor (15) of said foot parts (5) held together.

19. Reeks volgens conclusie 18, waarbij de afmetingen der stabilisatiedeeltjes (16) groter is dan de diepteafmeting van de verdieping (15).The array of claim 18, wherein the dimensions of the stabilization particles (16) are greater than the depth dimension of the depression (15).

20. Reeks volgens conclusie 18 of 19, waarbij een stabilisatiedeeltje (16) reikt tot in de verdieping (15) van een dempingselement (6) alsmede in de groef (15) van het naburige dempingselement (6).Series according to claim 18 or 19, wherein a stabilizing particle (16) extends into the recess (15) of a damping element (6) as well as in the groove (15) of the neighboring damping element (6).

21. Reeks volgens een der conclusies 18-20, omvattende dempingselementen (6) volgens een der conclusies 14-17, waarbij van naburige dempingselementen de respectievelijke langsrichtingen (7) een hoek groter dan nul insluiten, zodanig dat genoemde naburige dempingselementen schuin ten opzichte van elkaar zijn gericht en de kopdelen van die naburige dempingselementen een concave vorm bepalen.A set according to any one of claims 18-20, comprising damping elements (6) according to one of claims 14-17, wherein the adjacent longitudinal directions (7) of an adjacent damping elements enclose an angle greater than zero, such that said neighboring damping elements obliquely with respect to are directed at each other and the head parts of those neighboring damping elements define a concave shape.

22. Reeks volgens conclusie 21, waarbij kopdelen (3) van naburige dempingselementen (6) en voetdelen (5) van genoemde dempingselementen (6) die de concave vorm bepalen direct tegen elkaar aan liggen.The array of claim 21, wherein head portions (3) of neighboring damping elements (6) and foot portions (5) of said damping elements (6) that define the concave shape are directly abutting.

23. Waterkering (1), omvattende een keringlichaam (10) bedekt door een bekleding (2) uit een reeks dempingselementen 96) een der conclusies 18-22.A water barrier (1), comprising a barrier body (10) covered by a covering (2) from a series of damping elements 96) one of claims 18-22.