NL2014294B1 - Pipe clamp. - Google Patents

Claims (19)

1. Pijpklem voor het bevestigen van een pijp aan een profielelement van het kanaaltype met een longitudinale bevestigingssleuf die een sleufbreedte heeft en die gedefinieerd is door sleufrandgedeeltes, waarbij de pijpklem twee klemdelen omvat, waarbij elk van de klemdelen heeft: - een gekromd pijpklemgedeelte, waarbij in een gemonteerde toestand de pijpklemgedeeltes van de respectieve klemdelen tegenover elkaar zijn gepositioneerd om een pijpgedeelte op te nemen, waarbij de klemdelen zich rond diametraal tegenover elkaar gelegen oppervlakte gebieden van het pijpgedeelte uitstrekken; - een ankergedeelte gevormd aan een einde van elk klemdeel om de pijpklem aan het profielelement te verankeren, waarbij het ankergedeelte in hoofdzaak is gevormd als een been met een hamerkop, welke hamerkop een breedte heeft die groter is dan de sleufbreedte en het been een smallere breedte heeft dan de sleufbreedte, waarbij het ankergedeelte verder een dikte heeft die kleiner is dan de sleufbreedte, waardoor de hamerkop in de langssleuf van het profielelement inbrengbaar is en roteerbaar is om de sleufranden aan te grijpen; en - een flens gevormd aan een ander einde van elk klemdeel, waarbij de flenzen van elk klemdeel, welke flenzen van de klemdelen zijn ingericht om tegenover elkaar te worden gepositioneerd; waarbij de pijpklem verder een spanorgaan omvat dat verbonden is met de klemflenzen om ze naar elkaar toe te spannen.

2. Pijpklem volgens conclusie 1, waarbij het gekromde pijpklemgedeelte van elk klemdeel zich over een hoek van ten minste 90° uitstrekt.

3. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de flens en het ankergedeelte van elk klemdeel evenwijdig zijn.

4. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de benen van de respectieve klemdelen aansluiten op de respectieve gekromde pijpklemgedeeltes op een diametraal tegenovergestelde plaats gezien in de gemonteerde toestand.

5. Pijpklem volgens conclusie 4, waarbij het been van elk klemdeel zich evenwijdig aan of langs een raaklijn van de pijp uitstrekt.

6. Pijpklem volgens een van de conclusies 1-4, waarbij de benen van de respectieve klemdelen aansluiten op de respectieve gekromde pijpklemgedeeltes op een afstand van symmetrievlak in gemonteerde toestand, waarbij die afstand kleiner is dan de diameter van de pijp waarvoor de pijpklem bedoeld is.

7. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het gekromde pijpklemgedeelte een tweetandig gedeelte omvat dat zich aan de zijde van de benen bevindt waarbij de tanden dezelfde krommingsradius hebben als de rest van het pijpklemgedeelte.

8. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hamerkop in één vlak is gevormd met het been van het respectieve klemdeel.

9. Pijpklem volgens een van de conclusies 1-7, waarbij een eindgedeelte van het been is omgevouwen zodat de hamerkop zich evenwijdig aan het bijbehorende been uitstrekt.

10. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hamerkop aan elke zijde een haakuitsteeksel heeft dat zich naar het andere einde van het klemdeel uitstrekt, en geschikt is om één van de sleufrandgedeeltes van het profielelement aan te grijpen.

11. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een afzonderlijk trillingsisolerende bekleding is aangebracht op de respectieve pijpklemgedeeltes.

12. Pijpklem volgens een van de conclusies 1-10, waarbij een afzonderlijk gemeenschappelijk trillingsisolerende bekleding is aangebracht op de pijpklemgedeeltes van de twee klemdelen.

13. Pijpklem volgens een van de conclusies 1-10, waarbij een trillingsisolerende laag integraal op het klemdeel is gevormd.

14. Pijpklem volgens conclusie 13, waarbij een rubbere isolerende bekleding op het (metalen) klemdeel is gevulkaniseerd.

15. Pijpklem volgens conclusie 13, waarbij een isolerende laag middels omspuiten op het (metalen) klemdeel is aangebracht.

16. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de gekromde pijpklemgedeeltes van de twee klemdelen onderling zijn verbonden door een scharnier aan de kant waar het ankergedeelte zich bevindt.

17. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de pijpklemdelen in één stuk uit een metalen strip zijn gevormd.

18. Pijpbevestigingssysteem omvattende een pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies en een profielelement van het kanaaltype met een longitudinale bevestigingssleuf die een sleufbreedte heeft en die gedefinieerd is door sleufranden, waarbij in een gemonteerde toestand het eindgedeelte van het gekromde pijpklemgedeelte, dat naar het profielelement is gekeerd, aangrijpt of het profielelement.

19. Werkwijze voor het vormen van een pijpklemdeel zoals gedefinieerd in een van de voorgaande conclusies uit een metalen strip.