NL2013548B1 - Method for catching and / or controlling vermin, pest control device and system, and the use thereof and manufacturing method therefor. - Google Patents

Method for catching and / or controlling vermin, pest control device and system, and the use thereof and manufacturing method therefor. Download PDF

Info

Publication number
NL2013548B1
NL2013548B1 NL2013548A NL2013548A NL2013548B1 NL 2013548 B1 NL2013548 B1 NL 2013548B1 NL 2013548 A NL2013548 A NL 2013548A NL 2013548 A NL2013548 A NL 2013548A NL 2013548 B1 NL2013548 B1 NL 2013548B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plant
pest control
control device
catching
plants
Prior art date
Application number
NL2013548A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Adrianus Zwijsen Thomas
Original Assignee
Horticoop Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Horticoop Bv filed Critical Horticoop Bv
Priority to NL2013548A priority Critical patent/NL2013548B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2013548B1 publication Critical patent/NL2013548B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M5/00Catching insects in fields, gardens, or forests by movable appliances
    • A01M5/04Wheeled machines, with means for stripping-off or brushing-off insects
    • A01M5/06Wheeled machines, with means for stripping-off or brushing-off insects with adhesive surfaces
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M1/00Stationary means for catching or killing insects
    • A01M1/14Catching by adhesive surfaces
    • A01M1/145Attracting and catching insects using combined illumination or colours and adhesive surfaces
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M1/00Stationary means for catching or killing insects
    • A01M1/24Arrangements connected with buildings, doors, windows, or the like
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M5/00Catching insects in fields, gardens, or forests by movable appliances

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Insects & Arthropods (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Ecology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een ongediertebestrijdingsinrichting voor het bestrijden van ongedierte, in het bijzonder voor het bestrijden van plaaginsecten, bijvoorbeeld tripsen. De ongediertebestrijdingsinrichting omvat een opjaaginrichting die is ingericht voor het laten bewegen, in het bijzonder het laten trillen, van ten minste een gedeelte van een plant. Verder omvat de ongediertebestrijdingsinrichting een vanginrichting voor het vangen van ongedierte. De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vangenen/ofbestrijden van ongedierte, in het bijzonder voor het bestrijden van plaaginsecten, zoals bijvoorbeeld tripsen. Genoemde werkwijze omvat een eerste stap van het laten bewegen, in het bijzonder het laten trillen, van ten minste een gedeelte van een plant. Verder omvat de werkwijze een tweede stap van het nabij de in beweging gebrachte plant wegvangen van ten minste een gedeelte van het ongedierte dat wegspringt en/of opvliegt van genoemde plant.The invention relates to a pest control device for controlling pests, in particular for controlling pests, for example thrips. The pest control device comprises a booster device adapted to cause at least a portion of a plant to move, in particular to cause it to vibrate. Furthermore, the pest control device comprises a catch device for catching pests. The invention also relates to a method for catching / or controlling pests, in particular for controlling pests, such as for example thrips. Said method comprises a first step of making at least a portion of a plant move, in particular making it vibrate. The method further comprises a second step of capturing at least a part of the vermin that jumps away and / or flies away from said plant near the agitated plant.

Description

Titel: Werkwijze voor het vangen en/of bestrijden van ongedierte, ongediertebestrijdingsinrichting en systeem, en gebruik daarvan en vervaardigingswerkwijze daarvoorTitle: Method for catching and / or controlling vermin, pest control device and system, and their use and manufacturing method therefor

De uitvinding heeft betrekking op werkwijzen voor het bestrijden van ongedierte, in het bijzonder voor het bestrijden van plaaginsecten.The invention relates to methods for controlling pests, in particular for controlling pests.

Ongedierte, in het bijzonder plaaginsecten, worden veelal als bijzonder ongewenst beschouwd bij het kweken van allerlei planten, zoals bijvoorbeeld sierplanten, waaronder sierbloemen zoals de chrysant. De plaaginsecten, bijvoorbeeld volwassen insecten en/of de larven daarvan, kunnen zelf schade aan de plant berokkenen, bijvoorbeeld door daar van te eten, en/of kunnen bijvoorbeeld schimmels, virussen en/of bacteriën verspreiden die dan weer tot plantenziekten kunnen leiden. Tripsen bijvoorbeeld, zijn veelal zeer kleine insecten, die vaak minder dan 1,5 mm meten, maar die wel voor dusdanige zuigschade aan planten, in het bijzonder bloemen, kunnen zorgen, dat er een kwahteitsvermindering plaatsvindt die commercieel gezien vaak onacceptabel is.Pests, in particular pests, are often considered to be particularly undesirable in the cultivation of all kinds of plants, such as, for example, ornamental plants, including ornamental flowers such as the chrysanthemum. The pest insects, for example adult insects and / or their larvae, can themselves cause damage to the plant, for example by eating from it, and / or can, for example, spread fungi, viruses and / or bacteria which in turn can lead to plant diseases. Thrips, for example, are often very small insects, which often measure less than 1.5 mm, but which can cause such suction damage to plants, in particular flowers, that a quality reduction takes place that is often commercially unacceptable.

Er zijn verschillende werkwijzen bekend voor het bestrijden van ongedierte, in het bijzonder plaaginsecten, waaronder bijvoorbeeld tripsen, witte vliegen, wantsen en cicaden.Various methods are known for controlling pests, in particular pests, including, for example, thrips, whiteflies, bugs and cicadas.

Een tegenwoordig veel toegepaste werkwijze betreft de inzet van natuurlijke vijanden van de betreffende plaaginsect. Hierbij worden bijvoorbeeld roofdieren of zogenaamde predators, zoals roofmijten of roofwantsen, ingezet en/of worden bijvoorbeeld parasieten of zogenaamde parasitoïden, zoals sluipwespen, ingezet. Echter, er is niet voor elk soort plaaginsect een geschikte vijand voor handen. Zo eten roofmijten bijvoorbeeld eitjes en larven, maar geen volwassen tripsen. Bovendien zijn er niet voor elke soort of type gewas geschikte predators verkrijgbaar. Op sommige plantensoorten, zoals bijvoorbeeld de roos of de chrysant, willen predators, zoals vele soorten roofmijten, zich slecht handhaven, waardoor deze wanneer zij worden losgelaten slechts een korte-termijneffect hebben.A method often used today is the use of natural enemies of the pest insect in question. Hereby predators or so-called predators, such as predatory mites or predatory bugs, are deployed and / or, for example, parasites or so-called parasitoids, such as parasitic wasps, are deployed. However, there is not a suitable enemy for every kind of pest insect. For example, predatory mites eat eggs and larvae, but not adult thrips. Moreover, predators are not available for every type or type of crop. On some plant species, such as, for example, the rose or chrysanthemum, predators, such as many species of predatory mites, want to maintain poor maintenance, so that when released, they only have a short-term effect.

Bovendien kunnen de natuurlijke vijanden soms slecht tegen andere leefomstandigheden op locatie. Zo kan het te koud, of kan het in een kas juist te warm, en/of te vochtig, zijn. Ook kan de ingezette natuurlijke vijand van het plaaginsect zelf voor schade aan planten zorgen. Zo kunnen roofwantsen bijvoorbeeld eigenlijk niet in de chrysantenteelt worden ingezet om tripsen te bestrijden. Dit, omdat de roofwantsen daar zelf voor relatief veel schade zorgen. Wanneer de roofwantsen zich, om welke reden dan ook, onvoldoende kunnen voeden met plaaginsecten zoals tripsen, zullen de roofwantsen zich namelijk gaan voeden met plantensappen, wat dan tot onacceptabele schade aan het gewas kan leiden. In het ene gewas gaan roofwantsen eerder over op plantensappen dan in het andere gewas.Moreover, the natural enemies can sometimes withstand other living conditions on location. For example, it can be too cold or it can be too hot and / or too humid in a greenhouse. The natural enemy of the pest insect can also cause damage to plants. For example, predatory bugs cannot actually be used in chrysanthemum cultivation to combat thrips. This is because the predatory bugs themselves cause relatively much damage. If, for whatever reason, the predatory bugs cannot sufficiently feed on pests such as thrips, the predatory bugs will feed on plant juices, which can lead to unacceptable damage to the crop. In one crop, predatory bugs are more likely to switch to plant juices than in the other.

Daarom is bij het ene gewas bestrijding met behulp van roofwantsen beter mogelijk dan bij het andere gewas. Echter, in bijvoorbeeld de chrysantenteelt is de inzet van roofwantsen om deze reden commercieel gezien niet mogelijk. Opgemerkt wordt dat volledige bestrijding van een plaaginsect met behulp van predators veelal niet mogelijk is en dat, als het voedsel voor de predator een tijdje niet genoeg voor handen is in een kas, de predators kunnen sterven. Bij een nieuwe plaagontwikkeling moeten er dan vervolgens dus weer nieuwe predators in de kas worden geïntroduceerd. Veelal is het niet of nauwelijks mogelijk om een goed evenwicht te vinden tussen een plaag en de in te zetten predators, waarbij er aan de ene kant dan geen gewasschade optreedt en waarbij aan de andere kant het te oogsten product niet besmet is met insecten, waarbij wordt opgemerkt dat in handelskanalen en door consumenten zowel plaaginsecten als roofinsecten in een geoogst product als ongewenst worden beschouwd.That is why control with the help of predatory bugs is better possible in one crop than in the other. However, in chrysanthemum cultivation, for example, the use of predatory bugs is not commercially possible for this reason. It is noted that complete control of a pest insect with the help of predators is often not possible and that if the food for the predator is not enough available for a while in a greenhouse, the predators can die. With a new pest development, new predators must then be introduced in the greenhouse. It is often impossible or impossible to find a good balance between a pest and the predators to be used, whereby on the one hand no crop damage occurs and on the other hand the product to be harvested is not contaminated with insects, whereby It is noted that both pests and predators in a harvested product are considered undesirable in trade channels and by consumers.

Ook wordt voor de bestrijding van plaaginsecten gebruik gemaakt van zogenaamde ‘mass trapping’. Hierbij worden plaaginsecten massaal gevangen, zoals bijvoorbeeld met behulp van plakkende vangplaten of -kaarten en/of met behulp van fuikachtige vangkasten. Echter, ook de ‘mass trapping’ heeft lang niet altijd het gewenste effect. Bij bijvoorbeeld de bestrijding van de witte vlieg, die zich vaak aan de zijkanten van een kas ophoudt, kunnen vaak nog wel relatief grote percentages van dit beest worden weggevangen. Echter, bij bijvoorbeeld tripsen, die zich vaak relatief gelijkmatig over de oppervlakte van een kas verspreiden en die verstopt in het gewas leven, veelal in groeipunten en/of bloemknoppen, en die zich gewoonlijk nauwelijks of slechts over erg kleine afstanden verplaatsen binnen een kas, werkt mass trapping een stuk minder goed, zeker als niet bijna overal in de kas vangmiddelen zijn geplaatst. Bijvoorbeeld omdat het gewoonlijk niet wenselijk is dat er geen of nauwelijks daglicht de kas in kan, is het bijvoorbeeld niet wenselijk om overal boven de planten, zoals bijvoorbeeld tegen het plafond, vangplaten of -kaarten op te hangen. Verder is het zo dat, bijvoorbeeld doordat het bij de teelt van sommige gewassen, zoals bijvoorbeeld chrysanten, gebruikelijk is dat bijna het gehele oppervlak van een kas of een vak daarvan wordt gebruikt en er nauwelijks of geen werkpaden tussen de planten liggen, er vaak weinig plek is voor het plaatsen van vangmiddelen, behalve dan juist enkel aan genoemde zijkanten van een kas. Zoals gezegd werkt dit dus niet goed bij plaaginsecten, zoals tripsen, die zich normaal redelijk gelijkmatig over het vloeroppervlak van een kas verspreiden en die dan niet of nauwelijks meer bij de zijkanten van de kas in de buurt komen.Mass trapping is also used to combat pest insects. Pest insects are caught here en masse, for example with the help of sticky catch plates or cards and / or with the help of trap traps. However, the "mass trapping" does not always have the desired effect. In controlling white fly, for example, which often resides on the sides of a greenhouse, relatively large percentages of this beast can often be captured. However, for example for thrips, which often spread relatively evenly over the surface of a greenhouse and which are hidden in the crop, often in growing points and / or flower buds, and which usually hardly move within a greenhouse, or only over very small distances, Mass trapping works a lot less well, especially if catchers are not placed almost everywhere in the greenhouse. For example, because it is usually not desirable that little or no daylight can enter the greenhouse, it is not desirable, for example, to hang anywhere above the plants, such as, for example, against the ceiling, catch plates or cards. Furthermore, because, for example, it is customary in the cultivation of some crops, such as chrysanthemums, that almost the entire surface of a greenhouse or a section thereof is used and that there are hardly any or no working paths between the plants, there is often little is a place for placing traps, except on the sides of a greenhouse. As stated, this does not work well with pest insects, such as thrips, which normally spread fairly evenly over the floor surface of a greenhouse and which then hardly or never come close to the sides of the greenhouse.

Een andere werkwijze voor het bestrijden van plaaginsecten omvat de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen of zogenaamde insecticiden. Echter, ook hier zitten verschillende nadelen aan. Ten eerste kan de insecticide slecht zijn voor kwekers en medewerkers, maar natuurlijk ook voor omwonenden en/of het milieu. De insecticide kan voorts ook ongewild natuurlijke vijanden van de te bestrijden of van andere plaaginsecten doden, wat natuurlijk zeer ongewenst kan zijn. Voorts wil of mag men, vooral breedwerkende insecticiden, die tegen veel verschillende plaaginsecten werken, steeds vaker niet gebruiken, bijvoorbeeld in verband met voedselveiligheid, emissie naar milieu, certificering en/of lokaal geldende wet- en regelgeving. Bovendien zijn ook niet voor de bestrijding van elk type plaaginsect geschikte insecticiden voor handen (en/of wil of mag men een voor een bepaald type insect effectief insecticide niet gebruiken). Zo zijn er bijvoorbeeld weinig chemische middelen beschikbaar tegen de Californische trips, dit mede doordat dit plaaginsect wereldwijd gezien relatief niet veel voorkomt en de ontwikkelingskosten voor een dergelijk middel dus moeilijk zijn terug te verdienen. Echter, lokaal, bijvoorbeeld in Nederland waar relatief veel glastuinbouw is, kan de Californische trips een relatief groot probleem vormen.Another method for controlling pests is the use of chemical pesticides or so-called insecticides. However, there are also several disadvantages to this. Firstly, the insecticide can be bad for growers and employees, but of course also for local residents and / or the environment. The insecticide can furthermore kill unwanted natural enemies of the insects or other pests to be attacked, which can of course be very undesirable. Furthermore, people who want to work against many different insect pests, in particular broad-acting insecticides, are increasingly not allowed or used, for example in connection with food safety, emissions to the environment, certification and / or locally applicable legislation and regulations. In addition, insecticides that are not suitable for combating every type of pest insect are also available (and / or one may or may not use an insecticide effective for a certain type of insect). For example, there are few chemical agents available against California thrips, partly because this pest insect is relatively uncommon worldwide and the development costs for such an agent are therefore difficult to recoup. However, locally, for example in the Netherlands where there is a relatively large amount of greenhouse horticulture, the Californian trips can be a relatively big problem.

De uitvinding beoogt een alternatieve, bij voorkeur verbeterde, werkwijze voor het bestrijden van ongedierte te verschaffen. In aspecten beoogt de uitvinding een relatief efficiënte, effectieve en/of milieuvriendelijke werkwijze voor het bestrijden van ongedierte, in het bijzonder plaaginsecten, te verschaffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een alternatieve, bij voorkeur verbeterde, werkwijze voor het bestrijden van plaaginsecten in de landbouw, in het bijzonder in de intuinbouw, meer bijzonder in de glastuinbouw, te verschaffen. In aspecten beoogt de uitvinding een alternatieve, bij voorkeur verbeterde, werkwijze te verschaffen voor het bestrijden van tripsen, althans sommige soorten tripsen, zoals bijvoorbeeld de Californische trips, die ook wel de Western Flower Thrips wordt genoemd. Additioneel of alternatief beoogt de uitvinding een, bij voorkeur verbeterde, werkwijze te verschaffen voor het bestrijden van plaaginsecten in de sierteelt, zoals in de teelt van potplanten, perkplanten en/of snijbloemen, waaronder bijvoorbeeld in de teelt van chrysanten, rozen en/of gerbera’s.The invention has for its object to provide an alternative, preferably improved, method for controlling pests. In aspects, the invention aims to provide a relatively efficient, effective and / or environmentally friendly method for controlling pests, in particular pests. In particular, it is an object of the invention to provide an alternative, preferably improved, method for controlling pest insects in agriculture, in particular in in-horticulture, more particularly in greenhouse horticulture. In aspects, the invention aims to provide an alternative, preferably improved, method for controlling thrips, at least some types of thrips, such as, for example, the California thrips, which is also referred to as the Western Flower Thrips. Additionally or alternatively the object of the invention is to provide a, preferably improved, method for controlling pest insects in floriculture, such as in the cultivation of pot plants, bedding plants and / or cut flowers, including, for example, in the cultivation of chrysanthemums, roses and / or gerberas .

Een aspect van de uitvinding verschaft daartoe een werkwijze voor het bestrijden van ongedierte, in het bijzonder voor het bestrijden van plaaginsecten, zoals bijvoorbeeld (volwassen) tripsen, waarbij de werkwijze een eerste stap omvat van het laten bewegen, in het bijzonder het laten trillen, van ten minste een gedeelte van een plant, en waarbij de werkwijze een tweede stap omvat van het nabij de in beweging gebrachte plant wegvangen van ten minste een gedeelte van het ongedierte dat wegspringt en/of opvhegt van genoemde plant.To this end, an aspect of the invention provides a method for controlling pests, in particular for controlling pests, such as, for example, (adult) thrips, the method comprising a first step of causing movement, in particular of causing vibration, of at least a portion of a plant, and wherein the method comprises a second step of capturing near the agitated plant at least a portion of the vermin that jumps and / or raises away from said plant.

Door de plant, althans gedeeltelijk, te laten bewegen, in het bijzonder te laten trillen of vibreren, kan bepaald ongedierte, dat plaaginsecten omvat of daaruit kan bestaan, welk ongedierte in en/of op de plant zit, worden opgejaagd. Hierdoor kan dit ongedierte opspringen en/of wegvhegen van de plant. Door vervolgens dit opgesprongen of wegvhegend ongedierte te vangen, bij voorkeur door een vanginrichting langs, en nog bever over, de plant voort te bewegen, kan op een zeer miheuvriendehjke en zeer effectieve wijze een relatief zeer groot percentage van het initieel op en/of in de plant aanwezige ongedierte worden bestreden.By causing the plant to move, at least partially, to vibrate or vibrate in particular, particular pests, which may comprise pests or which may consist of pests in and / or on the plant, can be hunted. This allows pests to spring up and / or wipe away the plant. By subsequently catching this sprouted or swallowing vermin, preferably by moving a catching device along and still beavering across the plant, a relatively very large percentage of the initial on and / or in and / or in a very safe and effective manner can be achieved. pests present in the plant are controlled.

Aangezien ongedierte, zoals (volwassen) tripsen, zich gewoonbjk vaak ophouden nabij een bovenkant van een plant, zoals bijvoorbeeld in een groeipunt, waaruit zich later een bloemknop kan ontwikkelen, in een bloemknop en/of in een bloem van de plant, kan het voordebg zijn om ten minste een bovenste gedeelte van de plant in beweging te brengen.Since pests, such as (adult) thrips, usually occur near a top of a plant, such as, for example, in a growing point, from which a flower bud can develop later, in a flower bud and / or in a flower of the plant, it can benefit. to move at least one upper portion of the plant.

Vanuit oogpunt van efficiëntie en/of om de plant zoveel mogebjk te ontzien, kan het voordelig zijn om de plant in slechts aan of nabij zijn bovenkant te beroeren.From the point of view of efficiency and / or to protect the plant as much as possible, it can be advantageous to touch the plant only at or near its top.

In een verder aspect verschaft de uitvinding een ongedierte-bestrijdingsinrichting voor het bestrijden van ongedierte, omvattende een opjaaginrichting die is ingericht voor het laten bewegen, in het bijzonder het laten trillen, van ten minste een gedeelte van een plant, en die voorts een vanginrichting omvat voor het vangen van ongedierte. Bijvoorbeeld kan de ongediertebestrijdingsinrichting een frame of draagconstructie omvatten waarop of waaraan de opjaag- en de vanginrichting zijn voorzien.In a further aspect, the invention provides a pest control device for controlling pests, comprising a booster device adapted to cause at least a portion of a plant to move, in particular to cause it to vibrate, and further comprising a catching device for catching pests. For example, the pest control device may comprise a frame or support structure on which or on which the booster and the catching device are provided.

In een voorkeursuitvoeringsvorm overeenkomstig een aspect van de uitvinding is de ongediertebestrijdingsinrichting ingericht om te worden voortbewogen in een voortbeweegrichting, die bij voorkeur in hoofdzaak parallel is aan een door planten gevormd in hoofdzaak vlak bovenoppervlak. Hierbij kan het frame of de draagconstructie voorts voorzien zijn van wielen om de ongediertebestrijdingsinrichting te laten rijden in genoemde voortbeweegrichting, bijvoorbeeld op paden die zich naast en/of tussen de planten uitstrekken. Alternatief of additioneel kan het frame of de draagconstructie bijvoorbeeld zijn voorzien van ten minste één geleide-inrichting die is ingericht om de ongediertebestrijdingsinrichting te kunnen laten geleiden langs één of meerdere geleiders, zoals bijvoorbeeld één of meerdere geleiderails, -stangen of buizen. Genoemde geleiders, zoals bijvoorbeeld verwarmingsbuizen of zogenaamde buisrails, zijn in bestaande kassen vaak al aanwezig, bijvoorbeeld teneinde daar overgewaswagens over, aan of langs te geleiden.In a preferred embodiment according to an aspect of the invention, the pest control device is adapted to be advanced in a direction of movement, which is preferably substantially parallel to a substantially flat upper surface formed by plants. In this case, the frame or the supporting structure can further be provided with wheels to cause the pest control device to travel in the said direction of movement, for example on paths extending next to and / or between the plants. Alternatively or additionally, the frame or the supporting structure can for instance be provided with at least one guide device which is adapted to be able to guide the pest control device along one or more conductors, such as for instance one or more guide rails, rods or tubes. Said conductors, such as, for example, heating pipes or so-called pipe rails, are often already present in existing greenhouses, for example in order to guide over-washed vehicles over, on or along it.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens een aspect van de uitvinding kan de plant onderdeel uitmaken van een verzameling in hoofdzaak even hoge planten die samen bijvoorbeeld een heel veld planten kunnen vormen, bijvoorbeeld in een kas of op een open veld. Ten minste een gedeelte van de planten kan dan ten minste gedeeltelijk in beweging worden gebracht met behulp van een opjaaginrichting. Vervolgens kan dan ten minste een gedeelte van de planten wegspringende en/of opvliegende ongedierte worden gevangen met behulp van een vanginrichting, die bij voorkeur achter de opjaaginrichting aan beweegt. Bij voorkeur kan de vanginrichting, in de tijd gezien, relatief kort achter de opjaaginrichting aan komen, en bijvoorbeeld binnen 10, 5 of 2 seconden, of zelfs binnen 1 of 0,5 seconde, nadat de plant in beweging is gebracht de betreffende plant passeren. Derhalve kan opgejaagd ongedierte worden gevangen voordat het weer relatief veel tijd heeft gekregen om weer te gaan zitten en/of om zich weer te kunnen verbergen.In a preferred embodiment of a method according to an aspect of the invention, the plant can form part of a collection of substantially equally high plants that can together form, for example, an entire field of plants, for example in a greenhouse or on an open field. At least a portion of the plants can then be at least partially set in motion with the aid of a booster device. Subsequently at least a part of the plants that catches and / or flies away can be caught with the aid of a catching device, which preferably moves after the booster device. Preferably, the catching device, viewed over time, can come after the booster device relatively shortly, and for example within 10, 5 or 2 seconds, or even within 1 or 0.5 seconds, after the plant has been set in motion, to pass through the plant concerned. . Hence, hunted pests can be caught before the weather has had a relatively large amount of time to sit down and / or to hide again.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een systeem voor het telen, verbouwen en/of opkweken van planten, in het bijzonder sierplanten, zoals bijvoorbeeld potplanten, perkplanten en/of snijbloemen, in het bijzonder bijvoorbeeld chrysanten, rozen en/of gerbera’s. Genoemd systeem omvat een oppervlak met daarop geplaatste planten, bijvoorbeeld in een kas, en verder omvat het systeem een ongediertebestrijdingsinrichting.The invention furthermore relates to a system for growing, growing and / or cultivating plants, in particular ornamental plants, such as, for example, pot plants, bedding plants and / or cut flowers, in particular, for example, chrysanthemums, roses and / or gerberas. Said system comprises a surface with plants placed thereon, for example in a greenhouse, and furthermore the system comprises a pest control device.

Ook heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van een ongediertebestrijdingsinrichting en op het gebruik van een systeem.The invention also relates to the use of a pest control device and to the use of a system.

Verder voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn hieronder en in de set conclusies beschreven.Further advantageous embodiments of the invention are described below and in the set of claims.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening toont:The invention will be further elucidated with reference to exemplary embodiments shown in the drawing. In the drawing:

Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een ongediertebestrijdingsinrichting volgens een aspect van de uitvinding; enFigure 1 is a schematic perspective view of a first embodiment of a pest control device according to an aspect of the invention; and

Figuur 2 een tweede uitvoeringsvorm van een ongedierte-bestrijdingsinrichting volgens een aspect van de uitvinding.Figure 2 shows a second embodiment of a pest control device according to an aspect of the invention.

De tekening toont slechts schematische weergaven van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde of corresponderende verwijzingscijfers aangegeven.The drawing shows only schematic representations of preferred embodiments of the invention. In the figures, the same or corresponding parts are indicated with the same or corresponding reference numerals.

Figuren 1 en 2 tonen twee uitvoeringsvormen van een ongediertebestrijdingsinrichting 1 die is ingericht voor het bestrijden van ongedierte, in het bijzonder voor het bestrijden van plaaginsecten, zoals tripsen, bijvoorbeeld Californische tripsen. De ongediertebestrijdings-inrichting 1 omvat een opjaaginrichting 2 en een vanginrichting 3 voor het vangen van ongedierte.Figures 1 and 2 show two embodiments of a pest control device 1 which is adapted for controlling pests, in particular for controlling pests, such as thrips, for example California thrips. The pest control device 1 comprises a booster device 2 and a catching device 3 for catching pests.

In de hier getoonde voorbeelden omvat de ongediertebestrijdings-inrichting 1 een frame 4 of draagconstructie 4, waarop of waaraan de opjaaginrichting 2 en de vanginrichting 3 zijn voorzien.In the examples shown here, the pest control device 1 comprises a frame 4 or support structure 4, on which or on which the booster device 2 and the catching device 3 are provided.

De ongediertebestrijdingsinrichting 1 kan zijn ingericht om te worden voortbewogen in een voortbeweegrichting 5, die zich bij voorkeur in een hoofdzaak horizontaal vlak uitstrekt en/of die in hoofdzaak parallel is aan een door planten gevormd in hoofdzaak vlak bovenoppervlak. Bijvoorbeeld kan het frame of de draagconstructie 4 daartoe zijn voorzien en/of van ten minste één geleide-inrichting 6 voor het de ongediertebestrijdingsinrichting 1 laten geleiden langs één of meerdere geleiders 7, zoals bijvoorbeeld één of meerdere geleiderails, -stangen of buizen 7, die bijvoorbeeld met behulp van een ophangmechanisme 8 kunnen zijn opgehangen, bijvoorbeeld onder een plafond of dak van een kas 10. Bijvoorbeeld kan de inrichting 1 als een zogenaamd monorail-systeem zijn uitgevoerd, waarbij deze is ingericht om aan één zogenaamde buisrail 7 te hangen. Zoals zichtbaar is in Fig. 2 kan de inrichting 1 alternatief zijn ingericht om aan meerdere, bijvoorbeeld twee, buisrails 7 te hangen.The pest control device 1 can be arranged to be advanced in a direction of movement 5, which preferably extends in a substantially horizontal plane and / or which is substantially parallel to a substantially flat top surface formed by plants. For example, the frame or the supporting structure 4 can be provided for this purpose and / or with at least one guide device 6 for guiding the pest control device 1 along one or more guides 7, such as for example one or more guide rails, rods or tubes 7, which for example with the aid of a suspension mechanism 8, for example under a ceiling or roof of a greenhouse 10. the device 1 can be designed as a so-called monorail system, wherein it is adapted to hang on one so-called pipe rail 7. As is visible in FIG. 2, the device 1 can alternatively be arranged to hang on several, for example two, pipe rails 7.

Opgemerkt wordt dat de geleide-inrichting 6 bijvoorbeeld van één of meerdere wielen 6a of rollers kan zijn voorzien. Eén of meerdere van genoemde wielen of rollers kunnen zijn aangedreven, bijvoorbeeld met behulp van een elektromotor 9.It is noted that the guiding device 6 can for instance be provided with one or more wheels 6a or rollers. One or more of said wheels or rollers can be driven, for example with the aid of an electric motor 9.

Alternatief of additioneel kan de ongediertebestrijdingsinrichting 1 zijn voorzien van wielen (niet getoond) om de ongediertebestrijdings-inrichting over een vloeroppervlak en/of tussen de planten gelegen paden te laten rijden in genoemde voortbeweegrichting 5. Ook in een dergebjk geval kan een motor voor aandrijving van de inrichting zijn voorzien.Alternatively or additionally, the pest control device 1 may be provided with wheels (not shown) to cause the pest control device to travel over a floor surface and / or paths located between the plants in said moving direction 5. In such a case, a motor for driving the device are provided.

Opgemerkt wordt dat de ongediertebestrijdingsinrichting 1 op allerlei wijzen kan worden voortbewogen. Zo kan de inrichting bijvoorbeeld worden voortgetrokken aan een bjn of staalkabel.It is noted that the pest control device 1 can be advanced in all kinds of ways. For example, the device can be pulled on a cable or steel cable.

De ongediertebestrijdingsinrichting 1 kan bijvoorbeeld als een zogenaamde overgewaswagen of zogenaamde buisrailwagen zijn uitgevoerd.The pest control device 1 can, for example, be designed as a so-called over-washed trolley or so-called pipe rail trolley.

Een aspect van de uitvinding betreft een werkwijze, waarbij een ongediertebestrijdingsinrichting 1 wordt vervaardigd, waarbij ten minste één opjaaginrichting 2 en ten minste één vanginrichting 3 op een frame 4 of draagconstructie 4 van een, bijvoorbeeld reeds in een kas 10 aanwezige, overgewaswagen of buisrailwagen wordt gemonteerd.An aspect of the invention relates to a method in which a pest control device 1 is manufactured, wherein at least one booster device 2 and at least one catching device 3 are mounted on a frame 4 or support structure 4 of an over-washing carriage or pipe rail trolley already present in a greenhouse 10 mounted.

In voordelige uitvoeringsvormen kan de breedte van de ongediertebestrijdingsinrichting 1, de breedte van zijn frame 4 of draagconstructie 4, de breedte van de opjaaginrichting 2 en/of de breedte van de vanginrichting 3 in hoofdzaak corresponderen met de breedte 11 tussen twee, in hoofdzaak parallel, naast elkaar geplaatste rijen staanders 12 van een kas 10.In advantageous embodiments, the width of the pest control device 1, the width of its frame 4 or support structure 4, the width of the booster device 2 and / or the width of the catching device 3 can substantially correspond to the width 11 between two, substantially parallel, adjacent rows of uprights 12 of a greenhouse 10.

De opjaaginrichting 2 en/of de vanginrichting 3 kan zich in de breedterichting van de ongediertebestrijdingsinrichting 1, en bij voorkeur in hoofdzaak dwars op een voortbeweegrichting 5, uitstrekken.The booster device 2 and / or the catching device 3 can extend in the width direction of the pest control device 1, and preferably substantially transversely of a moving direction 5.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het bestrijden van ongedierte, in het bijzonder voor het bestrijden van plaaginsecten, zoals bijvoorbeeld tripsen. Bij de werkwijze laat men een plant 13, in het bijzonder een plant die naast en/of tussen een aantal andere planten staat, bewegen. Hierdoor worden plaaginsecten, die zich bijvoorbeeld schuilhouden in een groeipunt of een bloemknop van de plant 13, opgejaagd.The invention also relates to a method for controlling pests, in particular for controlling pests, such as for example thrips. In the method, a plant 13, in particular a plant standing next to and / or between a number of other plants, is caused to move. As a result, pest insects, which are hidden in a growing point or a flower bud of the plant 13, are hunted.

Bijvoorbeeld kan men de plant 13 ten minste gedeeltelijk laten trillen, vibreren, schudden, zwiepen en/of draaien.For example, the plant 13 can be vibrated, vibrated, shaken, swirled and / or turned at least partially.

In voorkeursuitvoeringsvormen van de werkwijze wordt ten minste of juist slechts een gedeelte van de plant 13, bijvoorbeeld een bovenste gedeelte van de plant 13, in beweging gebracht.In preferred embodiments of the method, at least or just only a part of the plant 13, for example an upper part of the plant 13, is set in motion.

Het laten bewegen van, althans een gedeelte van, de plant 13 kan geschieden door een inrichting 2 voor het initiëren van beweging van de plant 13 over en/of langs één of meerdere planten 13 te bewegen.The movement of, at least a part of, the plant 13 can be effected by moving a device 2 for initiating movement of the plant 13 over and / or along one or more plants 13.

Nabij de in beweging gebrachte plant wordt ten minste een gedeelte van het ongedierte dat wegspringt en/of opvliegt van genoemde in beweging gebrachte plant weggevangen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een vanginrichting 3. Bij voorkeur wordt genoemde gedeelte van het ongedierte gevangen voordat de meeste opgejaagde beestjes weer zijn gaan zitten of zich, bijvoorbeeld in een groeipunt of een bloemknop, hebben kunnen verbergen. Daarom kan de vanginrichting 3 bijvoorbeeld binnen 1 minuut, of binnen 30, 15, 10, 5 of 2 seconden, of zelfs binnen 1 of 0,5 seconde, langs of over de daarvoor reeds in beweging gebrachte plant(en) worden gevoerd.Near the set plant in motion, at least a part of the vermin that jumps away and / or flies away from said set in motion plant is captured. This can for instance be done with the aid of a catching device 3. Preferably, said part of the vermin is caught before most of the hunted critters have resumed sitting or have been able to hide, for example in a growing point or a flower bud. Therefore, the catching device 3 can be passed, for example within 1 minute, or within 30, 15, 10, 5 or 2 seconds, or even within 1 or 0.5 seconds, along or over the plant (s) already set in motion for that purpose.

Bijvoorbeeld daartoe kan de vanginrichting 3, gezien in de voortbeweegrichting 5, achter de opjaaginrichting 2 zijn geplaatst. Om tegen te gaan dat ongedierte zijwaarts ontkomt, kan de vanginrichting 3 in hoofdzaak niet smaller zijn dan de opjaaginrichting 2. In hoofdzaak niet smaller kan bijvoorbeeld betekenen dat de breedte van de vanginrichting 3 ten minste 90%, bij voorkeur ten minste 95%, van de breedte van de opjaaginrichting 2 bestrijkt.For this purpose, for example, the catching device 3, viewed in the traveling direction 5, can be placed behind the booster device 2. In order to prevent pests from escaping sideways, the catching device 3 cannot be substantially narrower than the booster device 2. Substantially not narrower can mean, for example, that the width of the catching device 3 is at least 90%, preferably at least 95%, of the width of the booster device 2 covers.

Opgemerkt wordt dat de ongediertebestrijdingsinrichting 1, de vanginrichting 3 en/of de opjaaginrichting 2, bij voorkeur de tijdens gebruik meest vooraan geplaatste vanginrichting 3 niet in hoofdzaak recht hoeft te zijn. Zo kan deze bijvoorbeeld op voordelige wijze, zoals in het voorbeeld van Fig. 1 met stippellijnen is aangegeven, voorwaarts gerichte zijstukken hebben om te voorkomen dat op gejaagde plaaginsecten zijwaarts ontkomen voordat (het hoofdgedeelte van) de vanginrichting 3 het betreffende gebied waar de insecten zijn opgeschrokken passeert.It is noted that the pest control device 1, the catching device 3 and / or the booster device 2, preferably the catching device 3, which is placed most at the front during use, need not be substantially straight. For example, it can advantageously be used, as in the example of FIG. 1 is indicated by dotted lines, have forward-facing side pieces to prevent hunted pests from escaping sideways before (the main part of) the catching device 3 passes the relevant area where the insects are startled.

Alternatief of additioneel, kan de ongediertebestrijdingsinrichting 1 en/of zijn vanginrichting 3 bijvoorbeeld een, vanaf boven gezien, in hoofdzaak V-, U- of W-vormige vorm hebben, waarbij de opstaande poten van de V, U of W naar voren zijn geplaatst.Alternatively or additionally, the pest control device 1 and / or its catching device 3 may, for example, have a substantially V, U or W-shaped shape when viewed from above, the upright legs of the V, U or W being placed forward .

Met betrekking tot de vanginrichting 3 wordt opgemerkt dat deze bijvoorbeeld een, bij voorkeur plakkend of klevend, vangoppervlak 3b, 3b’, 3b” kan omvatten, dat bijvoorbeeld ten minste gedeeltelijk gedefinieerd kan zijn door één of meerdere vangkaarten 3d en/of -platen 3d. Het vangoppervlak 3b, 3b’ kan zich bijvoorbeeld in hoofdzaak verticaal uitstrekken en/of kan naar de voorzijde van de ongediertebestrijdings-inrichting 1 of naar de opjaaginrichting 2 zijn gericht. Additioneel of alternatief kan een vangoppervlak 3b, 3b”, dat zich dan bijvoorbeeld ook in hoofdzaak in een verticale richting kan uitstrekken, naar achteren, en/of van de opjaaginrichting 2 vandaan, zijn gericht, bijvoorbeeld om de ongediertebestrijdingsinrichting 1 ook eenvoudig in een in hoofdzaak aan de voortbeweegrichting 5 tegenovergestelde richting 5b te kunnen gebruiken, of om, bijvoorbeeld in het geval de betreffende vanginrichting en/of -kaart zich tijdens gebruik voor de betreffende opjaaginrichting bevindt, ongedierte kunnen vangen dat naar voren wegvlucht wanneer de plant 13 is doen bewegen.With regard to the catching device 3, it is noted that it may comprise, for example, a catching surface 3b, 3b ', 3b', preferably sticking or sticking, which may, for example, be at least partially defined by one or more catching cards 3d and / or plates 3d . The catching surface 3b, 3b 'can, for example, extend substantially vertically and / or can be directed to the front side of the pest control device 1 or to the booster device 2. Additionally or alternatively, a trapping surface 3b, 3b ", which can then also, for example, extend substantially in a vertical direction, be rearwardly and / or away from the booster device 2, for example, around the pest control device 1 simply in a to be able to use substantially direction 5b opposite to the direction of movement 5, or to be able, for example in the case where the relevant catching device and / or card is in front of the relevant booster device in use, to catch pests that flee forwards when the plant 13 is made to move .

Zoals te zien is in Fig. 1 kunnen de vangkaarten 3d en/of -platen 3d bijvoorbeeld losneembaar aan het frame 4 te bevestigen zijn, zodat deze relatief eenvoudig kunnen worden vervangen.As can be seen in FIG. 1 the catch cards 3d and / or plates 3d can for instance be detachably attachable to the frame 4, so that these can be replaced relatively easily.

Opgemerkt wordt dat, bijvoorbeeld wanneer de ongediertebestrijdingsinrichting 1 in twee richtingen 5 ,5b is te gebruiken, de ongediertebestrijdingsinrichting 2 een tweede opjaaginrichting 2’ kan omvatten, die achter de vanginrichting 3 kan zijn geplaats. Bij voorkeur kan de vanginrichting 2 een breedte hebben die in hoofdzaak niet smaller is dan de tweede opjaaginrichting 2’. De breedte van de vanginrichting 2 kan dus bijvoorbeeld minimaal 90% of minimaal 95% van de breedte van de tweede opjaaginrichting 2’ bestrijken.It is noted that, for example when the pest control device 1 can be used in two directions 5, 5b, the pest control device 2 can comprise a second booster device 2 ', which can be placed behind the catching device 3. Preferably, the catching device 2 can have a width that is substantially no narrower than the second booster device 2 ". The width of the catching device 2 can thus, for example, cover at least 90% or at least 95% of the width of the second booster device 2 '.

Hoewel de vanginrichting 3 zoals gezegd een of meerdere klevende vangoppervlakken kan hebben, bijvoorbeeld twee aan weerzijden van een plaat gelegen kleefoppervlakken, kan de uitvinding ook worden toegepast met behulp van andere vangmethoden. Bijvoorbeeld kan de vanginrichting 3 additioneel en/of alternatief één of meerdere fuikachtige vangkasten, afzuiginrichtingen met één of meerdere opzuigmonden voor het opzuigen van plaaginsecten en/of elektrocutietoestellen omvatten.Although the catching device 3 can, as stated, have one or more adhesive catching surfaces, for example two adhesive surfaces located on opposite sides of a plate, the invention can also be applied with the aid of other catching methods. For example, the catching device 3 can additionally and / or alternatively comprise one or more trap-like catching boxes, suction devices with one or more suction nozzles for sucking up pests and / or electrocution devices.

Opgemerkt wordt dat de vanginrichting 3 ook kan zijn ingericht om opgejaagde insecten richting de vanginrichting te lokken. Bijvoorbeeld kan de vanginrichting 3 voorzien zijn van een lokstof die bijvoorbeeld geuren of feromonen verspreiden. De vanginrichting 3 kan daartoe bijvoorbeeld zijn voorzien van suikerwater of lokmiddelen die bijvoorbeeld op basis van plantenextracten, zoals bijvoorbeeld knoflook, zijn. Additioneel of alternatief kan een, bij voorkeur voor insecten zichtbare, lokkleur worden gebruikt. Zo kunnen vangkaarten 3d en/of -platen 3d bijvoorbeeld van een blauwe en/of gele kleur zijn voorzien en/of van een kleur die correspondeert met de kleur van bloemen of de kleur van andere plantdelen waar de plaaginsecten op afkomen. Ook kan er bijvoorbeeld met of lokbchten of -lampen worden gewerkt, die bijvoorbeeld onder andere ultraviolette strahng kunnen uitzenden.It is noted that the catching device 3 can also be arranged to attract hunted insects towards the catching device. For example, the capture device 3 can be provided with an attractant which, for example, spreads odors or pheromones. To this end, the catching device 3 can be provided with, for example, sugar water or baiting agents which are, for example, based on plant extracts, such as for instance garlic. Additionally or alternatively, a lure color preferably visible to insects can be used. For example, catching cards 3d and / or plates 3d may be provided with a blue and / or yellow color and / or with a color corresponding to the color of flowers or the color of other plant parts attracted by the pests. It is also possible to work with, for example, bends or lamps, which, for example, can emit ultraviolet radiation.

Met betrekking tot de opjaaginrichting 2 wordt opgemerkt dat deze één of meerdere, bij voorkeur flexibele, aanraakelementen 2b kan omvatten. In het in Fig. 1 getoonde voorbeeld omvat de opjaaginrichting 2 een verzamebng in hoofdzaak naast elkaar gehangen flexibele aanraakelementen 2b die door rubberen slangetjes 2b worden gevormd. De flexibele aanraakelementen 2b kunnen alternatief ook snoeren, stroken, haren en/of strips omvatten.With regard to the booster device 2, it is noted that it can comprise one or more, preferably flexible, touch elements 2b. In the embodiment shown in FIG. 1, the booster device 2 comprises a collection of flexible touch elements 2b which are substantially adjacent to each other and which are formed by rubber tubes 2b. The flexible touch elements 2b may alternatively also comprise cords, strips, hairs and / or strips.

De onderzijden van de aanraakelementen 2b kunnen in hoofdzaak op gelijke hoogte met elkaar zijn geplaatst. Dit kan voordelig zijn omdat de plant 13 in een kweek- of teeltomgeving, zoals bijvoorbeeld in Fig. 2 te zien is, onderdeel kan uitmaken van een verzameling, gewoonlijk in hoofdzaak even hoge, planten, die, bij voorkeur relatief dicht op elkaar staand, zowel in een breedte- als een lengterichting naast elkaar zijn geplaatst. De planten 13, althans de bovenkanten daarvan, kunnen zo gezamenbjk een in hoofdzaak vlak bovenoppervlak vormen. Wanneer de onderkanten van de aanraakelementen 2b in hoofdzaak op gelijke hoogte liggen, kan de opjaaginrichting 2 dus overal ongeveer even hard contact maken met de zich in hoofdzaak even hoog uitstrekkende planten.The undersides of the touch elements 2b can be placed substantially at the same level with each other. This can be advantageous because the plant 13 in a growing or growing environment, such as for example in Figs. 2 can be part of a collection of plants, usually substantially equally high, which, preferably relatively close to each other, are placed side by side in both a width and a length direction. The plants 13, at least the tops thereof, can thus together form a substantially flat top surface. When the undersides of the touch elements 2b are substantially at the same height, the booster device 2 can therefore make approximately equally hard contact with the plants which extend substantially equally high everywhere.

Tijdens gebruik kunnen de onderzijden van de aanraakelementen 2b, wanneer deze recht naar beneden hangen, zich bij voorkeur iets, bijvoorbeeld tussen 10 en 0 cm, bij voorkeur tussen 5 en 2, 1 of 0,5 cm, zoals bijvoorbeeld ongeveer 3 of ongeveer 2 cm, onder de bovenkanten van de planten bevinden. Op deze wijze kan bijvoorbeeld worden tegengegaan dat aanraakelementen 2b die over en/of door de planten 13 worden bewogen, en die dus over de planten vegen, aaien of strijken en/of tegen de planten drukken, de planten ongewild beschadigen. Additioneel of alternatief kan door flexibele aanraakelementen 2b kort onder het door de planten gevormde bovenvlak te laten uitsteken, worden tegengegaan dat de flexibele aanraakelementen 2b door ombuigen te veel naar achteren steken en daardoor als het ware op gejaagde insecten naar voren, dus niet naar een achter de opjaaginrichting 2 geplaatste vanginrichting 3, doen laten wegspringen of wegvliegen.During use, when the bottom elements of the touch elements 2b hang straight down, they can preferably be slightly, for example between 10 and 0 cm, preferably between 5 and 2, 1 or 0.5 cm, such as for example about 3 or about 2 cm, under the tops of the plants. In this way it can be prevented, for example, that touch elements 2b which are moved over and / or by the plants 13, and which therefore sweep, stroke or stroke over the plants and / or press against the plants, unintentionally damage the plants. Additionally or alternatively, by allowing flexible touch elements 2b to project briefly below the upper surface formed by the plants, it is prevented that the flexible touch elements 2b protrude too far back through bending and thereby, as it were, hunted insects to the front, not to the rear. cause the catching device 3 placed on the towing device 2 to jump or fly away.

Hoewel de opjaaginrichting 2 zoals gezegd één of meerdere aanraakelementen 2b kan hebben, kan de uitvinding ook worden toegepast met behulp van andere opjaagmethoden. Bijvoorbeeld kan de opjaaginrichting 2 additioneel en/of alternatief één of meerdere tril- of vibreertoestellen omvatten, om de planten ten minste gedeeltelijk te doen trillen. Alternatief of additioneel kan een blazer voorzien zijn. Deze kan bijvoorbeeld al dan niet verwarmde lucht uitblazen richting de plant. Eventueel kan tevens een soort luchtgordijn worden verschaft met de blazer, zodat bijvoorbeeld kan worden tegengegaan dat opgejaagd ongedierte naar voren en/of weg van de vanginrichting 2 wegvlucht.Although the booster device 2 can, as stated, have one or more touch elements 2b, the invention can also be applied with the aid of other boiling methods. For example, the booster device 2 may additionally and / or alternatively comprise one or more vibrating or vibrating devices, to cause the plants to vibrate at least partially. Alternatively or additionally, a blower may be provided. This can, for example, blow out heated or unheated air towards the plant. Optionally, a kind of air curtain can also be provided with the blower, so that it can be prevented, for example, that hunted pests flee forwards and / or away from the catching device 2.

Een vergelijkbaar effect kan bijvoorbeeld ook met de eerder genoemde één of meerdere aanraakelementen 2b worden verkregen. Deze kunnen bijvoorbeeld een soort vliegengordijn vormen, dan kan tegengaan dat beesten aan de voorkant ontsnappen.A comparable effect can also be obtained, for example, with the aforementioned one or more touch elements 2b. These can, for example, form a kind of fly curtain, which can prevent animals from escaping from the front.

Additioneel of alternatief kan er, in de voortbewegingsrichting 5 gezien, voor de opjaaginrichting 2 ook een afscherminrichting of een additionele vanginrichting 3’ worden geplaatst, zoals bijvoorbeeld te zien is in het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 2.Additionally or alternatively, viewed in the direction of travel 5, a screening device or an additional catching device 3 'can also be placed in front of the booster device 2, as can be seen, for example, in the exemplary embodiment of FIG. 2.

In uitvoeringsvormen kan er achter een eventuele additionele opjaaginrichting 2’ een additionele afscherminrichting of vanginrichting 3 worden voorzien.In embodiments, an additional screening device or catching device 3 can be provided behind an optional additional booster device 2 '.

Ook is het mogelijk dat een virtueel bovenvlak 14 en/of één of beide virtuele zijvlakken 15 geheel of gedeeltelijk worden afgedekt met behulp van een afscherminrichting of vanginrichting, bijvoorbeeld met één of meerdere klevende vangkaarten of -platen. Genoemde afscherminrichting of vanginrichting kan zich dan bijvoorbeeld ten minste uitstrekken van een bovenzijde van een betreffende vanginrichting 3, 3’ tot aan een bovenzijde van een betreffende opjaaginrichting 2, 2’, respectievelijk van een zijkant van een betreffende vanginrichting 3, 3’ tot aan een zijkant van een betreffende opjaaginrichting 2, 2’. In het geval van een virtueel bovenvlakl4 dat wordt afgedekt kan de betreffende additionele aan de bovenzijde geplaatste afscherminrichting of vanginrichting bijvoorbeeld gedeeltelijk transparant of translucent zijn en/of kan daaronder een lichtbron worden voorzien. Zo kan bijvoorbeeld worden tegengegaan dat het zo donker wordt onder de ongediertebestrijdingsinrichting 1 dat ongedierte bijvoorbeeld geneigd zou kunnen zijn niet, of niet in een in hoofdzaak opwaartse richting, op te springen of weg te vliegen.It is also possible for a virtual top surface 14 and / or one or both of the virtual side surfaces 15 to be completely or partially covered by means of a screening device or capture device, for example with one or more adhesive catch cards or plates. Said screening device or catching device can then, for example, extend at least from an upper side of a respective catching device 3, 3 'to an upper side of a respective lifting device 2, 2', or from a side of a respective catching device 3, 3 'up to a side of a respective booster device 2, 2 '. In the case of a virtual upper surface 14 that is covered, the relevant additional shielding device or trap device placed at the top can be, for example, partially transparent or translucent and / or a light source can be provided below. For example, it can be prevented that it becomes so dark under the pest control device 1 that pests, for example, might be inclined not to jump up or to fly away in a substantially upward direction.

Zoals hierboven reeds is opgemerkt kan de ongediertebestrijdings-inrichting 1 ten minste een tweede opjaaginrichting 2’ omvatten. Dit kan bijvoorbeeld bedoeld zijn om de ongediertebestrijdingsinrichting 1 ook te kunnen gebruiken in de tegengestelde richting 5b. Echter, ook om andere redenen kan ten minste een tweede opjaaginrichting 2’ zijn voorzien.As already noted above, the pest control device 1 can comprise at least one second booster device 2 '. This may, for example, be intended to enable the pest control device 1 to also be used in the opposite direction 5b. However, also for other reasons, at least a second booster device 2 "can be provided.

Meerdere, bijvoorbeeld ten minste twee, drie of vier opjaaginrichtingen kunnen zijn voorzien . Bij voorkeur kunnen deze zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekken en kunnen deze, in de voortbewegingsrichting gezien, achter elkaar zijn geplaatst. Door meerdere opjaaginrichtingen 2, 2’ te voorzien kan een plant 13 vaker worden beroerd en/of tot beweging worden aangezet, waardoor de kans dat een insect opvliegt kan worden vergroot. Alternatief of additioneel, kan de kans dat een plant 13 daadwerkelijk wordt bewogen vergroot worden door meerdere opjaaginrichtingen 2, 2’ te voorzien, in het bijzonder bijvoorbeeld wanneer de positie van elementen, zoals flexibele aanraakelementen 2b of blaasmondelementen, van een betreffend exemplaar van genoemde meerdere opjaaginrichtingen 2, 2’ in zijwaartse richting van de ongediertebestrijdingsinrichting 1 versprongen of verschoven is ten opzichte van de positie van elementen, zoals flexibele aanraakelementen 2b of blaasmondelementen, van een andere, bij voorkeur een eerstvolgende, van genoemde meerdere opjaaginrichtingen 2, 2’.Multiple, for example at least two, three or four booster devices can be provided. Preferably, they can extend substantially parallel to each other and, viewed in the direction of movement, they can be placed one behind the other. By providing several booster devices 2, 2 ', a plant 13 can be more frequently touched and / or caused to move, so that the chance of an insect flying up can be increased. Alternatively or additionally, the chance that a plant 13 is actually moved can be increased by providing a plurality of booster devices 2, 2 ', in particular, for example, when the position of elements, such as flexible touch elements 2b or blow nozzle elements, of a respective copy of said plurality of booster devices 2, 2 'is staggered or shifted in the lateral direction of the pest control device 1 relative to the position of elements, such as flexible touch elements 2b or blow nozzle elements, of another, preferably a next, of said plurality of booster devices 2, 2'.

Door achter meerdere opjaaginrichtingen 2, 2’, of achter elke opjaaginrichting 2, 2’, een vanginrichting 3 te verschaffen, kan de kans dat een opgejaagd plaaginsect wordt gevangen relatief groot worden. Echter, niet achter elke opjaaginrichting 2, 2’ hoeft een vanginrichting 3 verschaft te zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld eerst twee of drie opjaaginrichtingen een plant passeren voordat er een vanginrichting voorbij komt. Bij voorkeur kan ten minste achter de laatste opjaaginrichting 2, 2’ een vanginrichting 3 zijn verschaft.By providing a catching device 3 behind a plurality of hunting devices 2, 2 ", or behind each hunting device 2, 2", the chance of catching a hunted pest insect can become relatively large. However, a catching device 3 does not have to be provided behind each booster device 2, 2 '. For example, first two or three boosters can pass through a plant before a catch device passes. Preferably, a catching device 3 can be provided at least behind the last booster device 2, 2 '.

Tijdens het bestrijden van ongedierte kan de ten minste ene opjaaginrichting 2 bijvoorbeeld in hoofdzaak over een deel van een, door een meervoudig aantal planten 13 gedefinieerd, in hoofdzaak vlak bovenoppervlak 16 worden bewogen.During pest control, the at least one booster device 2 can, for example, be moved substantially over a part of a substantially flat top surface 16 defined by a plurality of plants 13.

Bijvoorbeeld om te zorgen dat de ten minste ene opjaaginrichting 2, 2’ de planten 13 met een gewenste kracht, die niet te klein en/of niet te groot is, kan laten bewegen, kan de hoogte van de onderzijde van de opjaaginrichting of van bijvoorbeeld elementen daarvan, zoals flexibele aanraakelementen 2b of blaasmondelementen, ver- of instelbaar zijn. Bijvoorbeeld kan dit door de opjaaginrichting en/of elementen daarvan te verstellen ten opzichte van het frame 4 of ten opzichte van de draagconstructie, of door bijvoorbeeld genoemde frame 4 of draagconstructie 4 te verstellen ten opzichte van de wielen en/of de geleide-inrichting 6.For example, to ensure that the at least one booster device 2, 2 'can cause the plants 13 to move with a desired force that is not too small and / or not too large, the height of the underside of the booster device or of, for example, elements thereof, such as flexible touch elements 2b or blow nozzle elements, are adjustable or adjustable. This can for instance be done by adjusting the booster device and / or elements thereof relative to the frame 4 or relative to the support structure, or by, for example, adjusting said frame 4 or support structure 4 relative to the wheels and / or the guiding device 6. .

Ten minste één vanginrichting 3 kan over ten minste een gedeelte van genoemde deel van genoemde bovenoppervlak 16 worden voortbewogen waarover de betreffende opjaaginrichting 2 dan al reeds is voortbewogen.At least one catching device 3 can be moved over at least a part of said part of said upper surface 16 over which the relevant booster device 2 has already been moved.

Opgemerkt wordt dat de onderzijde van een vanginrichting, in het bijzonder wanneer deze, voor bijvoorbeeld de plant, schadelijk kan zijn, plakt, giftig is en/of onder stroom staat, tijdens gebruik op afstand van de plant, bij voorkeur boven de plant, kan zijn voorzien.It is noted that the underside of a catching device, in particular when it can be harmful to, for example, the plant, is sticky, is toxic and / or is under current, can be used during remote use of the plant, preferably above the plant. are provided.

Optioneel kan de onderzijde van de betreffende vanginrichting, en/of van betreffende elementen daarvan, zoals plakkende vangkaarten of zuigmonden, in- of verstelbaar zijn in hoogte ten opzichte van de onderzijde van een opjaaginrichting en/of betreffende elementen daarvan. Bijvoorbeeld door de vang- en/of de opjaaginrichting ten opzichte van het frame 4 in hoogte te kunnen verplaatsen.Optionally, the underside of the relevant catching device, and / or of relevant elements thereof, such as sticky catch cards or suction nozzles, can be adjustable or adjustable in height relative to the underside of a booster device and / or related elements thereof. For example, by being able to move the catching and / or the lifting device in height relative to the frame 4.

Opgemerkt wordt dat de ongediertebestrijdingsinrichting 1 en/of de werkwijze niet alleen kunnen worden toegepast om ongedierte te vangen teneinde dit te bestrijden, maar bijvoorbeeld ook kunnen worden toegepast om insecten te vangen voor andere doeleinden, zoals bijvoorbeeld teneinde te onderzoeken welke soorten en/of welke aantallen insecten er op een bepaalde plaats en/of op een bepaald moment voorkomen.It is noted that the pest control device 1 and / or the method can not only be used to catch pests in order to control them, but can also be used, for example, to catch insects for other purposes, such as for example to investigate which species and / or which numbers of insects occur at a certain place and / or at a certain time.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een systeem, zoals een kas, voor het telen, verbouwen en/of opkweken van planten 13, in het bijzonder sierplanten 13, zoals bijvoorbeeld potplanten, perkplanten en/of snijbloemen, in het bijzonder bijvoorbeeld chrysanten, rozen en/of gerbera’s. Het systeem omvat een oppervlak, bijvoorbeeld in een kas, met daarop geplaatste planten 13, waarbij de bovenkanten van ten minste een gedeelte van de planten bij voorkeur op in hoofdzaak gelijke hoogte zijn geplaatst, en bijvoorbeeld een in hoofdzaak vlak bovenvlak 16 kunnen vormen. Het systeem omvat voorts een ongediertebestrijdingsinrichting 1, die bijvoorbeeld geleidbaar is opgehangen aan één of meerdere geleiders 7, zoals bijvoorbeeld één of meerdere geleiderails, -stangen, buizen of zogenaamde buisrails, die zich in hoofdzaak horizontaal en/of in hoofdzaak parallel aan een door de planten 13 gevormd bovenoppervlak 16 is/zijn geplaatst.The invention further relates to a system, such as a greenhouse, for growing, growing and / or growing plants 13, in particular ornamental plants 13, such as, for example, pot plants, bedding plants and / or cut flowers, in particular, for example, chrysanthemums, roses and / or gerberas. The system comprises a surface, for example in a greenhouse, with plants 13 placed thereon, wherein the tops of at least a part of the plants are preferably placed at substantially the same height, and can for instance form a substantially flat top surface 16. The system further comprises a pest control device 1, which is for example suspended from one or more conductors 7, such as, for example, one or more guide rails, rods, tubes or so-called tube rails, which are situated substantially horizontally and / or substantially parallel to a plants 13 has been formed on top surface 16.

Opgemerkt wordt dat voor het doel van duidelijkheid en een beknopte beschrijving elementen of kenmerken hierin zijn beschreven als deel van dezelfde of verschillende uitvoeringsvoorbeelden en dat de omvang van de uitvinding uitvoeringsvormen kan omvatten die combinaties van alle of sommige van de beschreven elementen of kenmerken omvat.It is noted that for the sake of clarity and a brief description, elements or features are described herein as part of the same or different embodiments and that the scope of the invention may include embodiments that include combinations of all or some of the described elements or features.

Het zal duidelijk zijn dat elk van de getoonde en beschreven ongediertebestrijdingsinrichtingen, werkwijzen, systemen en elk element van de getoonde en beschreven ongediertebestrijdingsinrichtingen, werkwijzen, systemen ook geacht wordt afzonderlijk te zijn beschreven en getoond en ook individueel kan worden toegepast en/of in combinatie met ten minste één ander element kan worden toegepast en geacht wordt hierin als zodanig te zijn beschreven.It will be understood that each of the pest control devices, methods, systems shown and described and each element of the pest control devices, methods, systems shown and described is also deemed to be described and shown separately and may also be used individually and / or in combination with at least one other element can be used and is deemed to be described herein as such.

Voorts wordt op gemerkt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Vele varianten zijn mogelijk.It is further noted that the invention is not limited to the exemplary embodiments described here. Many variants are possible.

In plaatst van in een kas kan de ongediertebestrijdingsinrichting 1 en/of de werkwijze bijvoorbeeld ook buiten of in het open veld worden toegepast.Instead of in a greenhouse, the pest control device 1 and / or the method can for instance also be used outside or in the open field.

Voorts kan de ongediertebestrijdingsinrichting 1 ook voorzien van een afstandsbediening en/of programmeerbaar zijn.Furthermore, the pest control device 1 can also be provided with a remote control and / or can be programmed.

Verder kan de ongediertebestrijdingsinrichting 1 en/of het systeem bijvoorbeeld zijn voorzien van één of meer sensoren die bijvoorbeeld objecten zoals obstakels of mensen in de kas detecteren, waarbij genoemde inrichting 1 of systeem bijvoorbeeld ingericht kan zijn om een waarschuwingssignaal af te geven en/of om het object te ontwijken, bijvoorbeeld door de inrichting ten minste tijdelijk stil te zetten.Furthermore, the pest control device 1 and / or the system can for instance be provided with one or more sensors which for instance detect objects such as obstacles or people in the greenhouse, wherein said device 1 or system can for instance be adapted to give a warning signal and / or to dodge the object, for example by at least temporarily stopping the device.

Alternatief of additioneel kunnen er bijvoorbeeld één of meerdere sensoren worden verschaft om in de gaten te kunnen houden of de vanginrichting(en) al bijna vol zitten of om te controleren of de planten niet te hard worden bewogen en/of beroerd.Alternatively or additionally, for example, one or more sensors can be provided to be able to monitor whether the catching device (s) are almost full or to check whether the plants are not being moved and / or touched too hard.

Dergelijke en andere varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding, zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.Such and other variants will be clear to those skilled in the art and are understood to fall within the scope of the invention as set forth in the following claims.

Claims (24)

1. Werkwijze voor het vangen en/of bestrijden van ongedierte, in het bijzonder voor het bestrijden van plaaginsecten, zoals bijvoorbeeld tripsen, omvattende de stappen van: het laten bewegen, in het bijzonder het laten trillen, van ten minste een gedeelte van een plant; en het nabij de in beweging gebrachte plant wegvangen van ten minste een gedeelte van het ongedierte dat wegspringt en/of opvhegt van genoemde plant.Method for catching and / or controlling vermin, in particular for controlling pests, such as for example thrips, comprising the steps of: causing at least a part of a plant to move, in particular to make it vibrate ; and catching at least a portion of the vermin that jumps away and / or raises away from said plant near the set-in-motion plant. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij, bij de stap van het bewegen van ten minste een gedeelte van de plant, bijvoorbeeld ten minste een bovenste gedeelte van de plant, in beweging wordt gebracht.A method according to claim 1, wherein, in the step of moving at least a portion of the plant, for example at least an upper portion of the plant, is set in motion. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij er een inrichting voor het initiëren van beweging van de plant over en/of langs de plant wordt bewogen.Method according to claim 1 or 2, wherein a device for initiating movement of the plant is moved over and / or along the plant. 4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een inrichting voor het wegvangen van ongedierte over en/of langs de plant wordt bewogen, bij voorkeur nadat de plant in beweging is gebracht, in het bijzonder binnen 1 minuut, of binnen 30, 15, 10, 5 of 2 seconden, of binnen 1 of 0,5 seconde, nadat de plant in beweging is gebracht.4. Method as claimed in any of the foregoing claims, wherein a device for catching pests is moved over and / or along the plant, preferably after the plant has been set in motion, in particular within 1 minute, or within 30, 15 , 10, 5 or 2 seconds, or within 1 or 0.5 seconds, after the plant is set in motion. 5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde plant naast en/of tussen een aantal andere planten staat, die een hoogte hebben die in hoofdzaak gelijk is aan de hoogte van genoemde plant.A method according to any one of the preceding claims, wherein said plant stands next to and / or between a number of other plants, which have a height that is substantially equal to the height of said plant. 6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de plant onderdeel uitmaakt van een verzameling in hoofdzaak even hoge planten die, bij voorkeur relatief dicht op elkaar staand, zowel in een breedte- als een lengterichting naast elkaar zijn geplaatst en zo gezamenlijk een in hoofdzaak vlak bovenoppervlak vormen, waarbij de stap van het laten bewegen, in het bijzonder het laten trillen, van ten minste een gedeelte van een plant wordt uitgevoerd met behulp van een opjaaginrichting die is ingericht voor het laten bewegen, in het bijzonder het laten trillen, van ten minste een gedeelte van een plant; en waarbij de het nabij de in beweging gebrachte plant wegvangen van ten minste een gedeelte van het ongedierte dat wegspringt en/of opvliegt van genoemde plant wordt uitgevoerd met behulp van een vanginrichting voor het vangen van ongedierte.Method as claimed in any of the foregoing claims, wherein the plant forms part of a collection of substantially equally high plants which, preferably relatively close to each other, are placed next to each other in both a width and a length direction and thus jointly form a forming a substantially flat upper surface, wherein the step of causing at least a portion of a plant to move, in particular to cause it to vibrate, is carried out by means of a booster device adapted to cause movement, in particular to cause it to vibrate, from at least a portion of a plant; and wherein the capture of at least a part of the vermin that jumps away and / or flies up from said plant near the agitated plant is carried out with the aid of a catching device for catching vermin. 7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de opjaaginrichting in hoofdzaak over een deel van genoemde in hoofdzaak vlakke bovenoppervlak wordt voortbewogen, en waarbij daarna ten minste een gedeelte van de vanginrichting wordt voortbewogen over ten minste een gedeelte van genoemde deel van genoemde bovenoppervlak waarover de opjaaginrichting reeds is voortbewogen, bij voorkeur waarbij de vanginrichting de opjaaginrichting volgt en/of deze samen worden voortbewogen.A method according to claim 6, wherein the boost device is advanced substantially over a portion of said substantially flat top surface, and thereafter at least a portion of the capture device is advanced over at least a portion of said portion of said top surface over which the boost device has already been advanced, preferably with the catching device following the booster and / or being moved together. 8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de plant, planten, of een gedeelte van genoemde planten, aan of nabij zijn betreffende bovenkant één of meerdere groeipunten, bloemknoppen en/of bloemen omvat(ten).A method according to any one of the preceding claims, wherein the plant, plants, or a part of said plants, at or near its respective top side comprises one or more growing points, flower buds and / or flowers. 9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stap van het bewegen van ten minste een gedeelte van de plant de stap omvat van het de plant beroeren met behulp van een, bij voorkeur flexibel, aanraakelement, bij voorkeur waarbij genoemde aanraakelement onderdeel kan uitmaken van genoemde opjaaginrichting.A method according to any one of the preceding claims, wherein the step of moving at least a portion of the plant comprises the step of touching the plant with the aid of a, preferably flexible, touch element, preferably wherein said touch element can be part forming part of said booster device. 10. Ongediertebestrijdingsinrichting voor het bestrijden van ongedierte, in het bijzonder voor het bestrijden van plaaginsecten, bijvoorbeeld tripsen, in het bijzonder voor toepassing in een werkwijze volgens één van de conclusies 1-9, omvattende: een opjaaginrichting die is ingericht voor het laten bewegen, in het bijzonder het laten trillen, van ten minste een gedeelte van een plant; en een vanginrichting voor het vangen van ongedierte.Pest control device for controlling pests, in particular for controlling pests, for example thrips, in particular for use in a method according to one of claims 1-9, comprising: a booster device adapted to cause movement, in particular causing at least a portion of a plant to vibrate; and a pest capture device. 11. Ongediertebestrijdingsinrichting volgens conclusie 10, waarbij de ongediertebestrijdingsinrichting een frame of draagconstructie omvat waarop of waaraan de opjaag- en de vanginrichting zijn voorzien.The pest control device according to claim 10, wherein the pest control device comprises a frame or support structure on which or on which the booster and the catching device are provided. 12. Ongediertebestrijdingsinrichting volgens conclusie 11, waarbij de ongediertebestrijdingsinrichting is ingericht om te worden voortbewogen in een voortbeweegrichting, die bij voorkeur in hoofdzaak parallel is aan een door planten gevormd in hoofdzaak vlak bovenoppervlak, waarbij bij voorkeur het frame of de draagconstructie voorts voorzien kan zijn van wielen om de ongediertebestrijdingsinrichting te laten rijden in genoemde voortbeweegrichting en/of van ten minste één geleide-inrichting voor het de ongediertebestrijdingsinrichting laten geleiden langs één of meerdere geleiders, zoals bijvoorbeeld één of meerdere geleiderails, -stangen of buizen.12. Pest control device as claimed in claim 11, wherein the pest control device is adapted to be advanced in a propulsion direction, which is preferably substantially parallel to a substantially flat upper surface formed by plants, wherein the frame or the supporting structure can furthermore be provided with wheels for causing the pest control device to travel in said direction of travel and / or at least one guide device for guiding the pest control device along one or more conductors, such as for example one or more guide rails, rods or tubes. 13. Ongediertebestrijdingsinrichting volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij de opjaaginrichting zich in de breedterichting van de ongediertebestrijdingsinrichting, en bij voorkeur in hoofdzaak dwars op een voortbeweegrichting, uitstrekt.Pest control device according to claim 10, 11 or 12, wherein the booster device extends in the width direction of the pest control device, and preferably substantially transversely of a direction of movement. 14. Ongediertebestrijdingsinrichting volgens één van conclusies 10-13, waarbij de vanginrichting zich in de breedterichting van de ongediertebestrijdingsinrichting, en bij voorkeur in hoofdzaak dwars op een voortbeweegrichting, uitstrekt.Pest control device according to one of claims 10-13, wherein the catching device extends in the width direction of the pest control device, and preferably substantially transversely of a direction of movement. 15. Ongediertebestrijdingsinrichting volgens conclusies 13 en 14, waarbij de vanginrichting, gezien in de voortbeweegrichting, achter de opjaaginrichting is geplaatst, bij voorkeur waarbij de vanginrichting in hoofdzaak niet smaller is dan de opjaaginrichting.Pest control device according to claims 13 and 14, wherein the catching device, viewed in the direction of movement, is placed behind the booster device, preferably wherein the catching device is substantially no narrower than the booster device. 16. Ongediertebestrijdingsinrichting volgens conclusie 15, waarbij een tweede opjaaginrichting achter de vanginrichting is geplaatst, bij voorkeur waarbij de vanginrichting in hoofdzaak niet smaller is dan de tweede opj aaginrichting.A pest control device according to claim 15, wherein a second booster device is placed behind the trapping device, preferably wherein the trapping device is substantially no narrower than the second boiling device. 17. Ongediertebestrijdingsinrichting volgens één van conclusies 10-16, waarbij de vanginrichting een klevend vangoppervlak omvat, dat bijvoorbeeld ten minste gedeeltelijk gedefinieerd kan zijn door één of meerdere vangkaarten en/of -platen.A pest control device according to any of claims 10-16, wherein the catching device comprises an adhesive catch surface, which can for instance be at least partially defined by one or more catch cards and / or plates. 18. Ongediertebestrijdingsinrichting volgens één van conclusies 10-17, waarbij de opjaaginrichting één of meerdere aanraakelementen omvat, die bij voorkeur flexibel zijn.A pest control device according to any of claims 10-17, wherein the booster device comprises one or more touch elements, which are preferably flexible. 19. Ongediertebestrijdingsinrichting volgens één van conclusies 10-18, waarbij de opjaaginrichting een verzameling in hoofdzaak naast elkaar gehangen snoeren, slangen, stroken en/of strips omvat, bij voorkeur waarbij de onderzijden daarvan in hoofdzaak op gelijke hoogte met elkaar zijn geplaatst.A pest control device according to any of claims 10-18, wherein the booster device comprises a collection of cords, hoses, strips and / or strips hung substantially adjacent to each other, preferably wherein the undersides thereof are placed substantially at the same level with each other. 20. Systeem voor het telen, verbouwen en/of opkweken van planten, in het bijzonder sierplanten, zoals bijvoorbeeld potplanten, perkplanten en/of snijbloemen, in het bijzonder bijvoorbeeld chrysanten, rozen en/of gerbera’s, omvattende een oppervlak, bijvoorbeeld in een kas, met daarop geplaatste planten, waarbij de bovenkanten van ten minste een gedeelte van de planten bij voorkeur op in hoofdzaak gelijke hoogte zijn geplaatst, en een ongediertebestrijdingsinrichting volgens één van conclusies 10-19.20. System for growing, growing and / or growing plants, in particular ornamental plants, such as for example potted plants, bedding plants and / or cut flowers, in particular for example chrysanthemums, roses and / or gerberas, comprising a surface, for example in a greenhouse , with plants placed thereon, wherein the tops of at least a portion of the plants are preferably placed at substantially the same height, and a pest control device according to any of claims 10-19. 21. Systeem volgens conclusie 20, waarbij de breedte van de ongediertebestrijdingsinrichting in hoofdzaak correspondeert met de breedte tussen twee, in hoofdzaak parallel, naast elkaar geplaatste rijen staanders van een kas die onderdeel vormt van het systeem.The system of claim 20, wherein the width of the pest control device substantially corresponds to the width between two, substantially parallel, adjacent rows of uprights of a greenhouse forming part of the system. 22. Systeem volgens conclusie 20 of 21, waarbij de ongediertebestrijdingsinrichting geleidbaar is opgehangen aan één of meerdere geleiders, zoals bijvoorbeeld één of meerdere geleiderails, -stangen of buizen, die zich in hoofdzaak horizontaal en/of in hoofdzaak parallel aan een door de planten gevormd bovenoppervlak is/zijn geplaatst.22. System as claimed in claim 20 or 21, wherein the pest control device is conductively suspended on one or more conductors, such as for instance one or more guide rails, rods or tubes, which are situated substantially horizontally and / or substantially parallel to a plant formed by the plants. upper surface has been placed. 23. Gebruik van een ongediertebestrijdingsinrichting volgens één van conclusies 10-19 en/of van een systeem volgens conclusie 20, 21 of 22, in het bijzonder bij toepassing in een werkwijze voor het bestrijden van ongedierte volgens één van de conclusies 1-9.Use of a pest control device according to one of claims 10-19 and / or of a system according to claims 20, 21 or 22, in particular when used in a method for controlling pests according to one of claims 1-9. 24. Vervaardigingswerkwijze voor het vervaardigen van een ongediertebestrijdings-inrichting volgens één van conclusies 10-18, waarbij ten minste één opjaaginrichting en ten minste één vanginrichting op een frame of draagconstructie van een overgewaswagen of buisrailwagen worden gemonteerd.Manufacturing method for manufacturing a pest control device according to any of claims 10-18, wherein at least one booster device and at least one trapping device are mounted on a frame or support structure of an over-washing carriage or pipe rail trolley.
NL2013548A 2014-09-30 2014-09-30 Method for catching and / or controlling vermin, pest control device and system, and the use thereof and manufacturing method therefor. NL2013548B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013548A NL2013548B1 (en) 2014-09-30 2014-09-30 Method for catching and / or controlling vermin, pest control device and system, and the use thereof and manufacturing method therefor.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013548A NL2013548B1 (en) 2014-09-30 2014-09-30 Method for catching and / or controlling vermin, pest control device and system, and the use thereof and manufacturing method therefor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2013548B1 true NL2013548B1 (en) 2016-10-03

Family

ID=52573704

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013548A NL2013548B1 (en) 2014-09-30 2014-09-30 Method for catching and / or controlling vermin, pest control device and system, and the use thereof and manufacturing method therefor.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2013548B1 (en)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1710683A (en) * 1929-04-30 John e
DE481899C (en) * 1929-09-02 Fischer Karl Mobile device for killing beet flies
DE618532C (en) * 1933-10-01 1935-09-10 Friedrich Doose Mobile hood for fleas or similar pests, painted inside with adhesive
US2182230A (en) * 1939-09-27 1939-12-05 John A Hoffman Field insect destroyer
WO2005039272A1 (en) * 2003-10-24 2005-05-06 Klimrek I.E. B.V. Greenhouse construction with rail system
SE1350402A1 (en) * 2013-03-28 2014-09-29 Jonas Carlsson Skadedjuravlägsningsanordning

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1710683A (en) * 1929-04-30 John e
DE481899C (en) * 1929-09-02 Fischer Karl Mobile device for killing beet flies
DE618532C (en) * 1933-10-01 1935-09-10 Friedrich Doose Mobile hood for fleas or similar pests, painted inside with adhesive
US2182230A (en) * 1939-09-27 1939-12-05 John A Hoffman Field insect destroyer
WO2005039272A1 (en) * 2003-10-24 2005-05-06 Klimrek I.E. B.V. Greenhouse construction with rail system
SE1350402A1 (en) * 2013-03-28 2014-09-29 Jonas Carlsson Skadedjuravlägsningsanordning

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7854089B2 (en) Multiple-use vermin electrocution trap and method
JP3320727B2 (en) Pest control
US20090199457A1 (en) Methods and devices for pest control
US20060032110A1 (en) Trapping device
US20070245617A1 (en) Electronic multiple-use vermin trap and method
US20140259879A1 (en) Badder than a Bed Bug Strategically Designed Modular Moat Systems for Control of Target Pests
KR101194928B1 (en) Device for extermination of harmful insect
US20100325941A1 (en) Apparatus for Pest Control
KR100886244B1 (en) Vermin's sterilization unit and apparatus for killing vermin having the same
US20140007488A1 (en) Passive Flycatcher
KR101621958B1 (en) Pest trapping apparatus for agriculture
US20210076654A1 (en) Insect Trapping Instrument
US10980224B2 (en) Pillar device for adhesive insect capture with bird guards
NL2013548B1 (en) Method for catching and / or controlling vermin, pest control device and system, and the use thereof and manufacturing method therefor.
KR200458885Y1 (en) Moving apparatus for sucking insect equipped with pheromone trap and sticky trap
JP3900489B2 (en) Blowing-type insect trapping method and blower-type insect trapping apparatus
JP2011103787A (en) Method for trapping neompheria ferruginea and insect trap therefor
KR200478938Y1 (en) Pest catcher
JP6073760B2 (en) Insect trapping device
US20170000100A1 (en) Insect trap
KR20150025689A (en) Apparatus of Injurious insect trap using UV LED
JP2007082479A (en) Insect-trapping and killing apparatus
CN101554150A (en) Universal electric fence killing device for killing noxious animals and killing method thereof
Cuthbertson et al. Environmental monitoring of Archips podana (fruit tree tortrix moth) in Bramley apple orchards in Northern Ireland
KR101041708B1 (en) Apparatus for capturing vermin

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20231001