NL2012400B1 - Belt buckle. - Google Patents

Belt buckle. Download PDF

Info

Publication number
NL2012400B1
NL2012400B1 NL2012400A NL2012400A NL2012400B1 NL 2012400 B1 NL2012400 B1 NL 2012400B1 NL 2012400 A NL2012400 A NL 2012400A NL 2012400 A NL2012400 A NL 2012400A NL 2012400 B1 NL2012400 B1 NL 2012400B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
buckle
clamping
clamping member
pivot axis
bypass
Prior art date
Application number
NL2012400A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2012400A (en
Inventor
Hendrik Gerritsen Jan
Koster Tijmen
Original Assignee
Ingb Jan Gerritsen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ingb Jan Gerritsen B V filed Critical Ingb Jan Gerritsen B V
Priority to NL2012400A priority Critical patent/NL2012400B1/en
Publication of NL2012400A publication Critical patent/NL2012400A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2012400B1 publication Critical patent/NL2012400B1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P7/00Securing or covering of load on vehicles
    • B60P7/06Securing of load
    • B60P7/08Securing to the vehicle floor or sides
    • B60P7/0823Straps; Tighteners
    • B60P7/0838Tensioning by single movement of an actuating member

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Buckles (AREA)

Description

GESPBELT BUCKLE

De uitvinding heeft betrekking op een gesp, meer in het bijzonder op een gesp die is ingericht voor het opspannen van vracht, omvattende: - een gesplichaam, omvattende een gespbasis met twee aan weerszijden aan de gespbasis aangebrachte en tegenover elkaar gelegen gespzijwanden die met een scharnieras met elkaar zijn verbonden; - een hendellichaam, omvattende een hendelbasis met twee aan weerszijden aan de hendelbasis aangebrachte hendelzijwanden, waarbij in de hendelzijwanden uitparingen zijn voorzien waarmee het hendellichaam roteerbaar rondom de scharnieras van het gesplichaam is aangebracht; en - waarbij het hendellichaam een omlooporgaan omvat waaromheen de spanband geleidbaar is.The invention relates to a buckle, more in particular to a buckle adapted to tension cargo, comprising: - a buckle body, comprising a buckle base with two buckle side walls arranged on either side of the buckle base and facing one another and having a pivot axis are connected to each other; - a lever body, comprising a lever base with two lever side walls arranged on either side of the lever base, wherein recesses are provided in the lever side walls with which the lever body is rotatably arranged around the pivot axis of the split body; and - wherein the lever body comprises a bypass member around which the strap can be guided.

Een dergelijke gesp wordt door Aanvraagster commercieel aangeboden. Deze gesp uit de stand der techniek, en andere gespen die thans tijdens railgebonden, weg- en luchttransport worden toegepast, hebben het nadeel dat ze enigszins kunnen slippen. In het bijzonder wanneer deze gespen gedurende enige tijd worden blootgesteld aan een hoogfrequente belasting, kunnen de telkens opnieuw optredende korte slipafstanden tezamen een ongewenste en ontoelaatbare speling in de spanband veroorzaken. Wanneer de spanband te los om de vracht komt te zitten, kan deze zich verplaatsen, wat tot schade en gevaarlijke situaties kan leiden.Such a buckle is offered commercially by the Applicant. This buckle from the prior art, and other buckles which are currently used during rail-bound, road and air transport, have the disadvantage that they can slip somewhat. In particular when these buckles are subjected to a high-frequency load for some time, the repeatedly occurring short slip distances together may cause an undesirable and unacceptable play in the tensioning strap. If the straps become too loose for the load, it can move, which can lead to damage and dangerous situations.

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een gesp te verschaffen waarbij de genoemde nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.An object of the present invention is to provide a buckle in which the disadvantages mentioned do not occur, or at least to a lesser extent.

Het genoemde doel is volgens de uitvinding bereikt met de gesp volgens de uitvinding, omvattende: - een gesplichaam, omvattende een gespbasis met twee aan weerszijden aan de gespbasis aangebrachte en tegenover elkaar gelegen gespzijwanden die met een scharnieras met elkaar zijn verbonden; - een hendellichaam, omvattende een hendelbasis met twee aan weerszijden aan de hendelbasis aangebrachte hendelzijwanden, waarbij in de hendelzijwanden uitparingen zijn voorzien waarmee het hendellichaam roteerbaar rondom de scharnieras van het gesplichaam is aangebracht; - waarbij het hendellichaam een omlooporgaan omvat waaromheen de spanband geleidbaar is; - waarbij het omlooporgaan een althans gedeeltelijk daaromheen aangebracht klemorgaan omvat dat zodanig beweegbaar om het omlooporgaan is aangebracht dat deze onder invloed van een op een daaromheen geleide spanband uitgeoefende trekkracht in de richting van de scharnieras beweegbaar is teneinde de spanband tussen het klemorgaan en de scharnieras te klemmen.Said object has been achieved according to the invention with the buckle according to the invention, comprising: - a buckle body, comprising a buckle base with two buckle side walls arranged on either side of the buckle base and facing one another and connected to each other with a pivot axis; - a lever body, comprising a lever base with two lever side walls arranged on either side of the lever base, wherein recesses are provided in the lever side walls with which the lever body is rotatably arranged around the pivot axis of the split body; - wherein the lever body comprises a bypass member around which the strap can be guided; - wherein the circulating element comprises a clamping element which is arranged at least partially around it and which is arranged so as to be movable about the circulating element in such a way that it can be moved in the direction of the pivot axis under the influence of a tensile force exerted on a circulating axis to to clamp.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het klemorgaan rondom het omlooporgaan roteerbaar. De klemming kan enerzijds plaatsvinden doordat de speling wordt weggetrokken, en anderzijds doordat het klemorgaan roteert en klemt.According to a preferred embodiment, the clamping member is rotatable around the bypass member. The clamping can take place on the one hand because the play is pulled away and on the other hand because the clamping member rotates and clamps.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het klemorgaan ten minste aan de buitenomtrek daarvan een onronde vorm. Deze onronde vorm, d.w.z. een vorm die rondom de omloopas gezien rotatie-asymmetrisch is, zal wanneer deze om de omloopas roteert de spanband tussen de omloopas en de scharnieras klemmen.According to a further preferred embodiment, the clamping member comprises an unround shape at least on the outer circumference thereof. This non-round shape, i.e. a shape that is rotationally asymmetrical as seen around the axis of rotation, when it rotates about the axis of rotation, will clamp the strap between the axis of rotation and the pivot axis.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de onronde vorm van het klemorgaan ten minste één klemdeel dat zich over een klemafstand van het omlooporgaan uitstrekt die ten minste even groot is als of groter is dan de afstand tussen de scharnieras en het omlooporgaan. Doordat de dikte van een te klemmen spanband, die doorgaans circa 2 millimeter is, zich ook nog tussen de scharnieras en het omlooporgaan bevindt, wordt een voldoende klemming gewaarborgd indien de klemafstand waarover het klemdeel van het klemorgaan zich vanaf het omlooporgaan uitstrekt ten minste even groot is als de afstand tussen de scharnieras en het omlooporgaan.According to a still further preferred embodiment, the non-round shape of the clamping member comprises at least one clamping part which extends over a clamping distance of the bypass member which is at least as great as or greater than the distance between the pivot axis and the bypass member. Because the thickness of a clamping strap to be clamped, which is generally approximately 2 millimeters, is also located between the pivot axis and the bypass member, a sufficient clamping is guaranteed if the clamping distance over which the clamping part of the clamping member extends from the bypass member is at least as great is like the distance between the pivot axis and the bypass member.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de klemafstand van het ten minste één klemdeel ten minste 3 millimeter is.According to a still further preferred embodiment, the clamping distance of the at least one clamping part is at least 3 millimeters.

Door volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm het klemorgaan te voorzien van één of meer uitstekende delen, zoals ribben of nokken, wordt de wrijving tussen de spanband en het klemorgaan vergroot. Hierdoor zal het klemorgaan nog makkelijker onder invloed van een op trek belaste spanband rondom het omlooporgaan roteren.By providing the clamping member with one or more projecting parts, such as ribs or cams, according to a still further preferred embodiment, the friction between the tensioning band and the clamping member is increased. As a result, the clamping member will rotate even more easily under the influence of a tension-loaded tensioning band around the circulating member.

Een goede klemming van de spanband tussen het klemorgaan en de scharnieras wordt verkregen indien ten minste het klemdeel van het klemorgaan is voorzien van de één of meer uitstekende delen.A good clamping of the tension band between the clamping member and the pivot axis is obtained if at least the clamping part of the clamping member is provided with the one or more projecting parts.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het klemorgaan voorzien van ten minste één van het klemdeel verwijderd en tegengesteld gericht aangrijpdeel dat is ingericht om een rotatiekracht op het klemorgaan uit te oefenen wanneer op een over het aangrijpdeel geleide spanband een trekkracht wordt uitgeoefend.According to a still further preferred embodiment, the clamping member is provided with at least one gripping part removed from the clamping part and oppositely directed, which part is adapted to exert a rotational force on the clamping member when a tensile force is exerted on a tensioning belt guided over the engaging part.

Het klemorgaan omsluit in een bijzonder voordelige verdere voorkeursuitvoeringsvorm het omlooporgaan slechts gedeeltelijk, waardoor het achteraf aanbrengbaar is. Hierdoor zijn enerzijds reeds bestaande gespen nog achteraf te voorzien van een klemorgaan volgens de uitvinding, en anderzijds kan een defect klemorgaan eenvoudig worden vervangen.In a particularly advantageous further preferred embodiment, the clamping member encloses the bypass member only partially, so that it can be retrofitted. As a result, on the one hand already existing buckles can still be provided with a clamping member according to the invention, and on the other hand a defective clamping member can easily be replaced.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het klemorgaan met een speling rondom het omlooporgaan aangebracht, waarbij deze speling ten minste even groot is als of groter is dan de afstand tussen de scharnieras en het omlooporgaan. De dikte van een te klemmen spanband, die doorgaans circa 2 millimeter is, bevindt zich ook nog tussen de scharnieras en het omlooporgaan, waardoor een voldoende klemming is gewaarborgd indien de speling ten minste even groot is als de afstand tussen de scharnieras en het omlooporgaan.According to a still further preferred embodiment, the clamping member is arranged with a clearance around the circulating member, said clearance being at least as great as or greater than the distance between the pivot axis and the circulating member. The thickness of a clamping strap to be clamped, which is usually about 2 millimeters, is also located between the pivot axis and the bypass means, so that a sufficient clamping is guaranteed if the play is at least as great as the distance between the pivot axis and the bypass means.

De bewegingsrichting, ofwel de klemrichting, waarin het klemorgaan zich beweegt wanneer deze door een onder trekspanning staande spanband wordt verplaatst, kan goed worden gecontroleerd wanneer volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm het omlooporgaan een onronde vorm heeft en waarbij het klemorgaan met een zodanige speling om het omlooporgaan is aangebracht dat het klemorgaan vanaf het omlooporgaan in de richting van de scharnieras transleerbaar is.The direction of movement, or the clamping direction, in which the clamping member moves when it is moved by a tensioning belt, can be properly controlled if, according to a still further preferred embodiment, the bypass member has a non-round shape and wherein the clamping member with such a play around the bypass member is provided that the clamping member is translatable from the bypass member in the direction of the pivot axis.

De uitvinding heeft verder betrekking op een klemorgaan voor toepassing in een gesp zoals in het voorgaande beschreven, omvattende aan de buitenomtrek een onronde vorm die ten minste gedeeltelijk open is. Doordat de omtrek gedeeltelijk open is, kan het klemorgaan achteraf over een omlooporgaan worden geklemd.The invention further relates to a clamping member for use in a buckle as described above, comprising an unround shape at the outer circumference which is at least partially open. Because the circumference is partially open, the clamping member can subsequently be clamped over a bypass member.

In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin toont:In the following description, preferred embodiments of the present invention are further explained with reference to the drawing, in which:

Figuur 1: een perspectivisch onderaanzicht van een commercieel verkrijgbare gesp van Aanvraagster, in een gesloten toestand;Figure 1: a bottom perspective view of a commercially available buckle from Applicant, in a closed state;

Figuur 2: een perspectivisch onderaanzicht van de in Figuur 1 getoonde gesp, in een deels open toestand;Figure 2: a bottom perspective view of the buckle shown in Figure 1, in a partly open state;

Figuur 3: een perspectivisch bovenaanzicht van een gesp voorzien van een klemorgaan volgens de uitvinding;Figure 3: a perspective top view of a buckle provided with a clamping member according to the invention;

Figuur 4: een zijaanzicht in doorsnede van een gesp in een open toestand, met een eerste uitvoeringsvorm van het klemorgaan;Figure 4: a side sectional view of a buckle in an open state, with a first embodiment of the clamping member;

Figuur 5: een zijaanzicht in doorsnede van de in Figuur 4 getoonde gesp in een gesloten en ongespannen toestand van de spanband;Figure 5: a side cross-sectional view of the buckle shown in Figure 4 in a closed and untensioned state of the strap;

Figuur 6: een zijaanzicht in doorsnede van de in Figuren 4 en 5 getoonde gesp in een gesloten en aangespannen toestand van de spanband;Figure 6: a side cross-sectional view of the buckle shown in Figures 4 and 5 in a closed and tensioned state of the strap;

Figuur 7: een zijaanzicht in doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van het klemorgaan;Figure 7: a side sectional view of a second embodiment of the clamping member;

Figuur 8: een zijaanzicht in doorsnede van een derde uitvoeringsvorm van het klemorgaan; enFigure 8: a side sectional view of a third embodiment of the clamping member; and

Figuur 9: een zijaanzicht in doorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van het klemorgaan.Figure 9: a side sectional view of a fourth embodiment of the clamping member.

De in Figuren 1 en 2 getoonde gesp betreft een commercieel verkrijgbare gesp 2 van Aanvraagster, in een gesloten toestand. De gesp 2 omvat een gesplichaam 4 en een hendellichaam 30, die roteerbaar rond een schamieras 24 met elkaar zijn verbonden.The buckle shown in Figures 1 and 2 relates to a commercially available buckle 2 from Applicant, in a closed state. The buckle 2 comprises a split body 4 and a lever body 30, which are rotatably connected to each other about a hinge pin 24.

Het gesplichaam omvat een gespbasis 6a, 6b met twee aan weerszijden aan de gespbasis aangebrachte en tegenover elkaar gelegen gespzijwanden 8, 16 die met de scharnieras 24 met elkaar zijn verbonden.The spliced body comprises a buckle base 6a, 6b with two buckle side walls 8, 16 arranged on opposite sides of the buckle base and opposite to each other with the pivot axis 24.

De gespbasis 6a, 6b omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een verstevigingsbrug 6b. De gespbasis 6a is verder voorzien van een sleufuitsparing 7 waardoorheen de spanband S doorvoerbaar is, zoals onder andere wordt getoond in de Figuren 4-6.In the embodiment shown, the buckle base 6a, 6b comprises a reinforcement bridge 6b. The buckle base 6a is further provided with a slot recess 7 through which the strap S can be passed through, as is shown, inter alia, in Figures 4-6.

De eerste gespzijwand 8 omvat een vergrendelsleuf 10 die aan het uiteinde is voorzien van een haakdeel 12 waarachter een nog te bespreken oor 52 van een vergrendeldeel 50 aangrijpbaar is. Op overeenkomstige wijze is de tweede gespzijwand 16 voorzien van een vergrendelsleuf 18 en haakdeel 20.The first buckle side wall 8 comprises a locking slot 10 which is provided at the end with a hook part 12 behind which an ear 52 of a locking part 50 to be discussed can be engaged. The second buckle side wall 16 is correspondingly provided with a locking slot 18 and hook part 20.

Het hendellichaam 30 omvat een hendelbasis 32 met twee aan weerszijden aan de hendelbasis aangebrachte hendelzijwanden 34, 42, waarbij in de hendelzijwanden uitparingen 40, 48 zijn voorzien waarmee het hendellichaam roteerbaar rondom de scharnieras 24 van het gesplichaam is aangebracht. Het hendellichaam 30 omvat verder een omlooporgaan 56, 58 omvat waaromheen de spanband (S) geleidbaar is.The handle body 30 comprises a handle base 32 with two handle side walls 34, 42 arranged on either side of the handle base, wherein recesses 40, 48 are provided in the handle side walls with which the handle body is rotatably arranged around the hinge axis 24 of the split body. The lever body 30 further comprises a bypass member 56, 58, around which the strap (S) can be guided.

Verder omvat het hendellichaam 30 een vergrendeldeel 50 dat door een veer 42 wordt voorgespannen. Het vergrendeldeel 50 omvat oren 52 waarmee het door in de hendelzijwanden 34, 42 aangebrachte sleufuitsparingen 36, 44 loopt. Deze oren 52 lopen in een gesloten toestand van de gesp 2 tevens door de vergrendelsleuven 10, 18 van het gesplichaam 4, en haken in de vergrendelde toestand achter de haakdelen 12, 20, zoals getoond in de figuren 5 en 6.Furthermore, the handle body 30 comprises a locking part 50 which is biased by a spring 42. The locking part 50 comprises lugs 52 with which it runs through slot recesses 36, 44 arranged in the lever side walls 34, 42. In a closed state of the buckle 2, these ears 52 also run through the locking slots 10, 18 of the split body 4, and hook into the locked state behind the hook parts 12, 20, as shown in Figures 5 and 6.

Zowel de eerste gespzijwand 8 als de tweede gespzijwand 16 van het gesplichaam 4, alsmede de eerste hendelzijwand 34 als de tweede hendelzijwand 42 zijn verder voorzien van uitsparingen 14, 22, 38, 46. De uitsparingen 14, 38 in de eerste gespzijwand 8 en eerste hendelzijwand 34 vallen in een gesloten toestand van de gesp 2 in hoofdzaak samen, waardoor hierdoor een (niet getoonde) vergrendelpen, al dan niet met verzegeling, kan worden aangebracht. Overeenkomstig vallen de uitsparingen 22, 46 in de tweede gespzijwand 16 en tweede hendelzijwand 42 in een gesloten toestand van de gesp 2 ook in hoofdzaak samen.Both the first buckle side wall 8 and the second buckle side wall 16 of the split body 4, as well as the first lever side wall 34 and the second lever side wall 42 are further provided with recesses 14, 22, 38, 46. The recesses 14, 38 in the first buckle side wall 8 and first lever side wall 34 substantially coincide in the closed state of the buckle 2, as a result of which a locking pin (not shown) can be provided, with or without sealing. Accordingly, the recesses 22, 46 in the second buckle side wall 16 and second lever side wall 42 also substantially coincide in a closed state of the buckle 2.

De in Figuur 3 getoonde gesp 2 komt grotendeels overeen met de aan de hand van de figuren 1 en 2 toegelichte gesp 2, maar verschilt doordat het omlooporgaan 56 een althans gedeeltelijk daaromheen aangebracht klemorgaan 60 omvat dat zodanig beweegbaar om het omlooporgaan 56 is aangebracht dat deze onder invloed van een op een daaromheen geleide spanband S uitgeoefende trekkracht in de richting van de scharnieras 24 beweegbaar is teneinde de spanband S tussen het klemorgaan 60 en de scharnieras 24 te klemmen.The buckle 2 shown in Figure 3 largely corresponds to the buckle 2 explained with reference to Figures 1 and 2, but differs in that the bypass member 56 comprises a clamping member 60 which is arranged at least partially around it and which is arranged so as to be movable around the bypass member 56 such that can be moved in the direction of the pivot axis 24 under the influence of a tensile force exerted on a tensioning belt S guided around it in order to clamp the tensioning band S between the clamping member 60 and the pivot axis 24.

De Figuren 4-6 tonen achtereenvolgens de gesp 2 uit Figuur 3 in een open toestand (Figuur 4), in een gesloten en ongespannen toestand van de spanband S (Figuur 5), en tenslotte in een gesloten en aangespannen toestand van de spanband S (Figuur 6).Figures 4-6 successively show the buckle 2 of Figure 3 in an open state (Figure 4), in a closed and unstressed state of the tension band S (Figure 5), and finally in a closed and tensioned state of the tension band S ( Figure 6).

Om de gesp 2 te sluiten wordt het hendellichaam 30 door rotatie om de scharnieras 24 van de in Figuur 4 getoonde positie naar de in Figuur 5 getoonde positie gebracht. De spanband S die om de rotatieas 24 loopt wordt daardoor om het omlooporgaan 56 en daaromheen aangebrachte klemorgaan 60 getrokken (Figuur 5).To close the buckle 2, the lever body 30 is rotated about the pivot axis 24 from the position shown in Figure 4 to the position shown in Figure 5. The tensioning band S which runs around the axis of rotation 24 is thereby pulled around the circulating member 56 and clamping member 60 arranged around it (Figure 5).

Het klemorgaan 60 omvat in deze uitvoeringsvorm een ruime bus, die met zodanig veel speling om het omlooporgaan 56 is aangebracht, dat het klemorgaan 60 onder invloed van een op een daaromheen geleide spanband S uitgeoefende trekkracht in de richting van de scharnieras 24 beweegbaar is teneinde de spanband S tussen het klemorgaan 60 en de scharnieras 24 te klemmen (Figuur 6).In this embodiment the clamping member 60 comprises a large bush which is arranged around the bypass member 56 with such a large amount of play that the clamping member 60 is movable in the direction of the pivot axis 24 under the influence of a tensile force exerted on a surrounding belt band S in order to clamping the tension band S between the clamping member 60 and the pivot axis 24 (Figure 6).

De Figuren 7 en 8 tonen twee verdere uitvoeringsvormen, waarbij de klemorganen 70, 80 roteerbaar rondom het omlooporgaan 56 zijn aangebracht. Doordat de klemorganen 70, 80 een onronde vorm hebben, d.w.z rotatie-asymmetrisch zijn, heeft een rotatie van het klemorgaan 70, 80 rondom het omlooporgaan 56 gevolgen voor de onderlinge afstand tussen het klemorgaan 70, 80 en de scharnieras 24.Figures 7 and 8 show two further embodiments, wherein the clamping members 70, 80 are rotatably arranged around the circulating member 56. Because the clamping members 70, 80 have an unround shape, i.e. are rotationally asymmetrical, a rotation of the clamping member 70, 80 around the circulating member 56 has consequences for the mutual distance between the clamping member 70, 80 and the pivot axis 24.

De onronde vorm is zodanig dat het klemorgaan 70, 80 ten minste één klemdeel 74, 82 omvat dat zich over een klemafstand van het omlooporgaan 56 uitstrekt. Deze klemafstand is ten minste even groot is als of groter is dan de afstand tussen de scharnieras 24 en het omlooporgaan 56. Doordat de dikte van een te klemmen spanband S, die doorgaans enkele millimeters is, zich ook nog tussen de scharnieras 24 en het omlooporgaan 56 bevindt, wordt zo een voldoende klemming gewaarborgd.The non-round shape is such that the clamping member 70, 80 comprises at least one clamping member 74, 82 which extends over a clamping distance from the bypass member 56. This clamping distance is at least as great as or greater than the distance between the pivot axis 24 and the bypass member 56. Because the thickness of a tensioning band S to be clamped, which is usually a few millimeters, also extends between the pivot axis 24 and the bypass member 56, a sufficient clamping is thus ensured.

Door het klemorgaan 70, 80 verder van een aangrijpdeel 79, 86 te voorzien, wordt de rotatie van het klemorgaan 70, 80 rondom het omlooporgaan 56 bevordert. Een op trek belaste spanband S zal immers op dit aangrijpdeel 79, 86 aangrijpen. Bijzonder voordelig is het wanneer het aangrijpdeel 79, 86 zich enigszins dwars op de trekrichting van het spanorgaan S uitstrekt, zodat er naast een wrijvingskracht langs het aangrijpdeel 79, 86 tevens sprake is van een hefboomwerking die de rotatie van het klemorgaan 70, 80 bevordert.By further providing the clamping member 70, 80 with an engaging part 79, 86, the rotation of the clamping member 70, 80 around the circulating member 56 is promoted. After all, a tensioning band S loaded on tension will engage this engagement part 79, 86. It is particularly advantageous if the engaging part 79, 86 extends somewhat transversely to the direction of tension of the tensioning member S, so that, in addition to a frictional force along the engaging part 79, 86, there is also a leverage effect which promotes the rotation of the clamping member 70, 80.

Doordat de klemorganen 70, 80 het omlooporgaan 56 slechts gedeeltelijk omsluiten, kunnen ze achteraf over een omlooporgaan 56 worden geklemd. Bovendien zijn ze verwijderbaar, waardoor ze bij een defect vervangen kunnen worden.Because the clamping members 70, 80 only partially enclose the bypass member 56, they can subsequently be clamped over a bypass member 56. Moreover, they are removable, so that they can be replaced in the event of a defect.

In Figuur 9 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm getoond, omvattende een onrond omlooporgaan 58, en een met de vorm van het omlooporgaan 58 samenwerkend klemorgaan 90. Er is een speling voorzien die het mogelijk maakt dat het klemorgaan 90 de spanband S tussen het klemorgaan en de scharnieras 24 klemt.In Figure 9 an alternative embodiment is shown, comprising a non-circular bypass member 58, and a clamping member 90 cooperating with the shape of the bypassing member 58. A clearance is provided which allows the clamping member 90 to tension the strap S between the clamping member and the pivot axis 24 clamps.

De aangrijping van de spanband S op het klemorgaan 60, 70, 80, 90 kan verder worden bevorderd door één of meer uitstekende delen 76, 78, 88, 92 aan de buitenomtrek van het klemorgaan 60, 70, 80, 90 te voorzien.The engagement of the tension band S on the clamping member 60, 70, 80, 90 can be further promoted by providing one or more projecting parts 76, 78, 88, 92 on the outer circumference of the clamping member 60, 70, 80, 90.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken.The embodiments described above, although showing preferred embodiments of the invention, are only intended to illustrate the present invention and not to limit the description of the invention in any way.

Wanneer maatregelen in de conclusies gevolgd worden door verwijzingscijfers, dienen dergelijke verwijzingscijfers enkel om bij te dragen aan het begrip van de conclusies, maar zijn ze op geen enkele wijze beperkende voor de beschermingsomvang. In het bijzonder wordt opgemerkt dat de vakman technische maatregelen van de verschillende uitvoeringsvormen kan combineren. De beschreven rechten worden bepaald door de navolgende conclusies in de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn.When measures in the claims are followed by reference numerals, such reference numerals only serve to contribute to the understanding of the claims, but are in no way restrictive of the scope of protection. In particular, it is noted that a person skilled in the art can combine technical measures of the various embodiments. The rights described are defined by the following claims in the scope of which many modifications are conceivable.

Claims (12)

1. Gesp (2) voor het spannen van een spanband (S), omvattende: - een gesplichaam (4), omvattende een gespbasis (6a, 6b) met twee aan weerszijden aan de gespbasis aangebrachte en tegenover elkaar gelegen gespzijwanden (8, 16) die met een scharnieras (24) met elkaar zijn verbonden; - een hendellichaam (30), omvattende een hendelbasis (32) met twee aan weerszijden aan de hendelbasis aangebrachte hendelzijwanden (34, 42), waarbij in de hendelzij wanden uitparingen (40, 48) zijn voorzien waarmee het hendellichaam roteerbaar rondom de scharnieras (24) van het gesplichaam is aangebracht; - waarbij het hendelbchaam (30) een omlooporgaan (56, 58) omvat waaromheen de spanband (S) geleidbaar is; met het kenmerk, dat het omlooporgaan (56, 58) een althans gedeeltelijk daaromheen aangebracht klemorgaan (60, 70, 80, 90) omvat dat zodanig beweegbaar om het omlooporgaan (56, 58) is aangebracht dat deze onder invloed van een op een daaromheen geleide spanband (S) uitgeoefende trekkracht in de richting van de scharnieras (24) beweegbaar is teneinde de spanband (S) tussen het klemorgaan (60, 70, 80, 90) en de scharnieras (24) te klemmen.A buckle (2) for tensioning a strap (S), comprising: - a buckle body (4), comprising a buckle base (6a, 6b) with two buckle side walls (8, 16 arranged on either side of the buckle base and facing each other) ) which are connected to each other with a pivot axis (24); - a lever body (30), comprising a lever base (32) with two lever side walls (34, 42) arranged on either side of the lever base, wherein recesses (40, 48) are provided in the lever side walls with which the lever body is rotatable about the pivot axis (24) ) of the split body; - wherein the lever frame (30) comprises a by-pass member (56, 58) around which the strap (S) can be guided; characterized in that the bypass member (56, 58) comprises a clamping member (60, 70, 80, 90) arranged at least partially around it, which clamp member is mounted so as to be movable about the bypass member (56, 58) such that guided tension band (S) is movable in the direction of the pivot axis (24) in order to clamp the tension band (S) between the clamping member (60, 70, 80, 90) and the pivot axis (24). 2. Gesp (2) volgens conclusie 1, waarbij het klemorgaan (60, 70, 80) rondom het omlooporgaan (56) roteerbaar is.The buckle (2) according to claim 1, wherein the clamping member (60, 70, 80) is rotatable around the circulating member (56). 3. Gesp (2) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het klemorgaan (70, 80, 90) ten minste aan de buitenomtrek daarvan een onronde vorm omvat.The buckle (2) according to claim 1 or 2, wherein the clamping member (70, 80, 90) has an unround shape at least on its outer circumference. 4. Gesp (2) volgens conclusie 3, waarbij de onronde vorm van het klemorgaan (70, 80, 90) ten minste één klemdeel (74, 82) omvat dat zich over een klemafstand van het omlooporgaan (56) uitstrekt die ten minste even groot is als of groter is dan de afstand tussen de scharnieras (24) en het omlooporgaan (56).The buckle (2) of claim 3, wherein the non-circular shape of the clamping member (70, 80, 90) comprises at least one clamping member (74, 82) which extends over a clamping distance of the circulating member (56) which is at least equally is large or greater than the distance between the pivot axis (24) and the bypass member (56). 5. Gesp (2) volgens conclusie 4, waarbij de klemafstand van het ten minste één klemdeel ten minste 3millimeter is.The buckle (2) according to claim 4, wherein the clamping distance of the at least one clamping part is at least 3 millimeters. 6. Gesp (2) volgens één van de conclusies 3-5, waarbij het klemorgaan (60, 70, 80, 90) is voorzien van één of meer uitstekende delen (76, 78, 88, 92).The buckle (2) according to any of claims 3-5, wherein the clamping member (60, 70, 80, 90) is provided with one or more protruding parts (76, 78, 88, 92). 7. Gesp (2) volgens conclusie 6, waarbij ten minste het klemdeel (74, 82) van het klemorgaan (70, 80, 90) is voorzien van de één of meer uitstekende delen (78, 88, 92).The buckle (2) according to claim 6, wherein at least the clamping part (74, 82) of the clamping member (70, 80, 90) is provided with the one or more projecting parts (78, 88, 92). 8. Gesp (2) volgens één van de conclusies 4-7, waarbij het klemorgaan (70, 80) is voorzien van ten minste één van het klemdeel (74, 82) verwijderd en tegengesteld gericht aangrijpdeel (79, 86) dat is ingericht om een rotatiekracht op het klemorgaan (70, 80) uit te oefenen wanneer op een over het aangrijpdeel (79, 86) geleide spanband (S) een trekkracht wordt uitgeoefend.The buckle (2) according to any of claims 4-7, wherein the clamping member (70, 80) is provided with at least one of the clamping part (74, 82) removed and oppositely directed engaging part (79, 86) arranged to exert a rotational force on the clamping member (70, 80) when a tensile force is exerted on a tension band (S) guided over the engagement part (79, 86). 9. Gesp (2) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het klemorgaan (70, 80) het omlooporgaan (56) slechts gedeeltelijk omsluit.The buckle (2) according to any of the preceding claims, wherein the clamping member (70, 80) only partially encloses the bypass member (56). 10. Gesp (2) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het klemorgaan (60) met een speling rondom het omlooporgaan (56) is aangebracht die ten minste even groot is als of groter is dan de afstand tussen de scharnieras (24) en het omlooporgaan (56).The buckle (2) according to claim 1 or 2, wherein the clamping member (60) is arranged with a clearance around the circulating member (56) that is at least as great as or greater than the distance between the pivot axis (24) and the bypass member (56). 11. Gesp (2) volgens conclusie 10, waarbij het omlooporgaan (58) een onronde vorm heeft en waarbij het klemorgaan (90) met een zodanige speling om het omlooporgaan (58) is aangebracht dat het klemorgaan (90) vanaf het omlooporgaan (58) in de richting van de scharnieras (24) transleerbaar is.The buckle (2) according to claim 10, wherein the bypass member (58) has a non-round shape and wherein the clamping member (90) is arranged with a clearance around the bypass member (58) such that the clamping member (90) from the bypass member (58) ) is translatable in the direction of the pivot axis (24). 12. Klemorgaan voor toepassing in een gesp volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende aan de buitenomtrek een onronde vorm die ten minste gedeeltelijk open is.12. Clamping member for use in a buckle as claimed in any of the foregoing claims, comprising an unround shape on the outer circumference that is at least partially open.
NL2012400A 2014-03-11 2014-03-11 Belt buckle. NL2012400B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012400A NL2012400B1 (en) 2014-03-11 2014-03-11 Belt buckle.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012400A NL2012400B1 (en) 2014-03-11 2014-03-11 Belt buckle.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2012400A NL2012400A (en) 2015-11-19
NL2012400B1 true NL2012400B1 (en) 2015-11-26

Family

ID=51022981

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012400A NL2012400B1 (en) 2014-03-11 2014-03-11 Belt buckle.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2012400B1 (en)

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE423985B (en) * 1980-10-10 1982-06-21 Lennart Lindblad BAND WINCH
JPS6133872A (en) * 1984-07-25 1986-02-17 隆祥産業株式会社 Load clamping tool
US4809963A (en) * 1987-06-23 1989-03-07 Kelly Thomas J Adjustable engine stand
GB2348240B (en) * 1998-12-11 2002-11-27 Drallim Ltd Webbing tie down assembly
DE10128600A1 (en) * 2001-06-13 2003-01-02 Spanset Inter Ag Oetwil Am See lashing
US20070283540A1 (en) * 2006-06-07 2007-12-13 Vincent Chang Buckle device
GB2461521B (en) * 2008-07-01 2012-11-07 Amsafe Bridport Ltd A buckle

Also Published As

Publication number Publication date
NL2012400A (en) 2015-11-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8322000B2 (en) Free falling locking tongue
US7428769B2 (en) Tie down tensioning device
US20160257379A1 (en) Hinge with securing features
CN101756431B (en) Attachment loop for adjusting and tightening a strap
US9433259B2 (en) Self-actuating webbing adjuster and helmet strap system including same
US7540698B2 (en) Load securing device and method for using the same
US20170297528A1 (en) Belt Tongue Comprising A Torsion Bar
CA2709654A1 (en) Adjustable cam buckle
CA2986996C (en) Interlocking strap clamp
NL2012400B1 (en) Belt buckle.
EP2978635B1 (en) Device for fastening a load strap
WO2013064149A1 (en) Means for strapping a load on a transport platform
US10300834B1 (en) Tailgate latching system
NL2015815B1 (en) A ratchet strap.
NL2013670B1 (en) Coupler for coupling a substantially elongated belt portion, coupler assembly and coupling method.
GB2558189A (en) Carabiner
KR101749868B1 (en) Method for binding flat belt of device for fixing freight
KR20170120527A (en) Device of tightening belt for fixing freight
US9840184B2 (en) Strap retaining apparatus
EP3069937B1 (en) Interior trim device of a centre pillar of the body of a motor vehicle
TWI622719B (en) Knot
CA2551894A1 (en) Load binder locking device
EP0064526A1 (en) Improvements relating to strap buckles
WO2022193273A1 (en) Binding device
AU2011100186A4 (en) A Buckle Assembly for a Cargo Restraint System

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: B.V. AGENTUREN-ENGROS; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: INGENIEURSBURO JAN GERRITSEN B.V.

Effective date: 20230317