NL2009922C2 - Toiletrolhouder. - Google Patents

Description

Toiletrolhouder

De uitvinding betreft een toiletrolhouder voor het houden van een aantal toiletrollen 5 Toiletrolhouders zijn er in talloze vormen bekend.

Zo zijn er houders bekend met een voet en een verticale stang, waaromheen verschillende toiletrollen in gestapelde vorm gehouden kunnen worden. Een dergelijke toiletrolhouder wordt vrij in de ruimte geplaatst.

10 Daarnaast zijn er toiletrolhouders bekend, die ingebouwd kunnen worden, in het bijzonder in de behuizing waarin ook het spoelreservoir is ondergebracht.

Een toiletrolhouder volgens de aanhef is bijvoorbeeld bekend uit US 3295900. Deze publicatie beschrijft 15 een inbouw-toiletrolhouder met een behuizing uit een langwerpige bak, die in een opening in een voorzetwand wordt aangebracht, en een deksel, die de opening in de voorzetwand en de langwerpige bak afsluit. In de deksel is een afgifte opening aangebracht voor het uitnemen van een toiletrol. De 20 deksel kan verwijderd worden om de behuizing weer te vullen met toiletrollen. Bij deze toiletrolhouder is de langwerpige bak voorzien van een omtreksflens, waarmee de langwerpige bak in de opening bevestigd kan worden.

Het nadeel van deze toiletrolhouder is dat de deksel 25 zich over de gehele lengte van de behuizing uitstrekt en dat deze deksel in ingebouwde toestand van de toiletrolhouder volledig zichtbaar is. Hierdoor dient de materiaalkeuze voor althans de deksel afgestemd te worden op de materialen, die in de ruimte gebruikt worden. Het is bij deze toiletrolhouder 30 niet mogelijk om deze verder in te bouwen, omdat de deksel verwijderbaar dient te zijn en bovendien een bedieningspen omvat voor het in de behuizing opschuiven van de toiletrollen.

US 2407971 beschrijft een andere inbouw- 2 toiletrolhouder. Hierbij wordt in een voorzetwand een vulopening en een afgifte opening voorzien. Achter de voorzetwand is verder een kanaal voorzien, dat zich uitstrekt tussen deze vulopening en de afgifte opening. De 5 toiletrolhouder wordt gevuld met toiletrollen via de vulopening, die eventueel voorzien kan zijn van een deksel.

Bij deze uitvoering van een bekende toiletrolhouder is een groot deel van de behuizing weggewerkt achter de voorzetwand en zijn alleen nog de vulopening en de afgifte 10 opening zichtbaar. Het nadeel is echter de complexe vorm van het kanaal achter de voorzetwand, waardoor de fabricagekosten relatief hoog zijn.

Daarnaast dient deze toiletrolhouder eerst aan de voorzetwand bevestigd te worden, voordat de voorzetwand 15 geplaatst kan worden. Wanneer verschillende vaklieden een toiletruimte bouwen, zal de inbouw van de houder tot problemen kunnen leiden, doordat de vaklieden moet samenwerken.

Verder is er ook een inbouw toiletrolhouder bekend, waarbij op een stuk PVC pijp een spuitgiet deel met een 20 afgifte opening is aangebracht. Het spuitgieten van een dergelijk deel alsook de PVC pijp is relatief kostbaar. Daarnaast zijn de productiekosten ook relatief hoog omdat twee verschillende technieken gebruikt worden door het enerzijds extruderen van de buis en anderzijds door het spuitgieten van 25 het deel. Ook deze houder moet al aan de voorzetwand worden bevestigd, voordat de voorzetwand geplaatst wordt.

Veder is er nog een uitvoering bekend, waarbij een metalen houder tegen de wand aangebracht wordt, waarna een voorzetwand voor deze metalen houder wordt aangebracht.

30 Het is nu een doel van de uitvinding om een toiletrolhouder te voorzien, die geschikt is voor inbouw in een voorzetwand en waarbij de bovengenoemde nadelen verminderd worden.

3

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een toiletrolhouder omvattende: - een behuizing van ten minste een langwerpige bak en een deksel voor het afsluiten van de langwerpige bak; en 5 - een afgifte opening aangebracht in de behuizing voor het uitnemen van een toiletrol, waarbij de deksel een lange zijde van de bak afsluit.

De behuizing kan in een opening van een voorzetwand worden vastgezet met bijvoorbeeld een lijm of kit. Een 10 voorkeursuitvoeringsvorm van de toiletrolhouder volgens de uitvinding omvat echter ten minste twee aan weerszijden van de zijde met de afgifteopening aangebrachte bevestigingsflensen.

Doordat de behuizing uit twee delen, een bak en een deksel, bestaat kan deze eenvoudiger en daarmee kosten 15 gunstiger gemaakt worden. Verder kunnen dan nog bevestigingsflensen aangebracht worden, waarmee de behuizing in een opening van bijvoorbeeld een voorzetwand bevestigd kan worden. Een dergelijke voorzetwand heeft bijvoorkeur een basislaag, zoals een blokkenwand of een gipsplaat, en een 20 afwerklaag zoals een tegellaag. De afwerklaag kan dan bij de toiletrolhouder in gemonteerde toestand tot aan de afgifteopening reiken, zodat de toiletrolhouder nagenoeg onzichtbaar is. Hierdoor hoeft het materiaal van de houder niet afgestemd te worden op de materiaalkeuze in de 25 toiletruimte. Er kan dus gemakkelijk een goedkoop materiaal gekozen worden voor de toiletrolhouder, dat anders niet zou passen bij de materialen in de toiletruimte.

Verder kan de toiletrolhouder ook pas geplaatst worden, wanneer de basislaag van de voorzetwand reeds 30 geplaatst is.

In nog een andere uitvoeringsvorm kan de deksel ook gevormd zijn door een een vlakke plaat.

In een zeer geprefereerde uitvoeringsvorm van de 4 toiletrolhouder volgens de uitvinding zijn de langwerpige bak en/of de deksel door thermovormen vervaardigd.

Thermovormen is een relatief goedkope vervaardigingswijze. De bak en de deksel van de behuizing 5 kunnen gemakkelijk door verwarming van een plaat kunststof in een mal gevormd worden en daarna samengevoegd worden, bijvoorbeeld door klikken of lijmen.

Een andere manier van het vervaardigen van de deksel en of de behuizing is door middel van spuitgieten, door middel 10 van blaasvormen of door middel van gieten met een schuim, zoals een polyurethaanschuim. De keuze in vervaardigingswijze is met name afhankelijk van het aantal dat gemaakt moet worden. Thermovormen is al bij een gering aantal voordelig, terwijl spuitgieten juiste bij grote aantallen voordelig is.

15 Eventueel kan de toiletrolhouder samen met een inbouwreservoir gevormd worden of aan elkaar zijn aangebracht. Het voordeel hiervan is dat het gebruikelijke stalen profiel aangepast zal zijn door de integratie van houder en inbouwreservoir.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de 20 toiletrolhouder volgens de uitvinding zijn de langwerpige bak en de deksel met elkaar verbonden via ten minste één film scharnier.

Typisch hebben de wanden van de behuizing een uniforme dikte. Bij voorkeur zijn de wanden van de behuizing 25 voorzien van verstevigingsgroeven. Door de verstevigingsgroeven kan de wanddikte teruggebracht worden, terwijl er wel een goede stijfheid van de wanden behouden blijft. Hierdoor kunnen de fabricagekosten en materiaalkosten verder gereduceerd worden. Daarnaast zal het materiaal door de 30 kleinere wanddikte sneller opwarmen en afkoelen.

In een verdere uitvoeringsvorm van de toiletrolhouder zijn de bevestigingsflensen gevormd door een op de zijde met de afgifteopening aangebrachte plaat waarvan 5 ten minste twee randen zich uitstrekken tot voorbij de randen van de zijde met de afgifteopening. Het is ook mogelijk om aan de deksel een flens te vormen. Echter bij bijvoorbeeld thermovormen is een uitgangsmateriaaldikte van ongeveer 2 a 3 5 mm nodig, waardoor de resulterende flens een zelfde dikte zal krijgen. Dit is lastig in de tegellijmlaag te verwerken. Door nu een vlakke plaat te gebruiken, die niet gethermoformeerd wordt, kan de dikte van de plaat teruggebracht worden tot bijvoorbeeld 1 mm. Een dergelijke dikte is aanzienlijk 10 makkelijker in de lijmlaag te verwerken.

Met de plaat kan de toiletrolhouder stevig worden bevestigd in de opening in de basislaag van de voorzetwand. Vervolgens kan over de plaat een afwerklaag worden aangebracht. Eventueel kan op de plaat een vlieslaag zijn 15 gehecht voor een betere bevestiging van tegels. Ook kan de plaat een verruwd oppervlak hebben of een andere bewerking, waardoor tegellijm goed hecht op de plaat.

In een andere uitvoeringsvorm van de toiletrolhouder volgens de uitvinding is rond de afgifte opening een 20 uitstekende flens aangebracht. Deze uitstekende flens heeft bij voorkeur een dikte, die ongeveer gelijk is aan een minimale tegeldikte, bijvoorbeeld de dikte van glasmozaïek. Hierdoor kan een frame, dat de tegelrand moet afwerken, minder diep zijn, terwijl toch de gehele zijkant van een tegel aan 25 het zicht wordt onttrokken door de combinatie van frame en uitstekende flens. De uitstekende flens dekt namelijk al een deel van de tegel af, terwijl het frame het overige deel van de tegel afdekt.

Bij voorkeur is de afgifte opening aangebracht in de 30 deksel nabij een uiteinde van de deksel. Ook kan de afgifte opening in de bak zijn aangebracht.

Nog een andere uitvoeringsvorm van de toiletrolhouder volgens de uitvinding omvat verder 6 veermiddelen voor het naar de afgifte opening dringen van toiletrollen. De veermiddelen zorgen er voor dat er altijd een toiletrol voor de afgifteopening is gepositioneerd. Hierdoor kan de toiletrolhouder in elke gewenste positie worden 5 aangebracht en is het niet noodzakelijk dat de afgifteopening zich altijd aan de onderzijde van de behuizing is gepositioneerd.

De uitvinding betreft verder een combinatie van een toiletrolhouder volgens de uitvinding en een voorzetwand, die 10 een basislaag en een afwerklaag, zoals een tegellaag, omvat, waarbij de toiletrolhouder is aangebracht in een opening in de basislaag, en waarbij de afgifteopening ten minste overlappend, bijvoorkeur gecentreerd, met een opening in de afwerklaag is aangebracht.

15 Een uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat verder een frame, dat in de opening van de voorzetwand is aangebracht voor het afwerken van de opening.

Daarnaast kan de behuizing, en in het bijzonder de langwerpige bak, voorzien zijn van twee compartimenten, die 20 via de afgifte opening toegankelijk zijn. In het tweede compartiment kan bijvoorbeeld een borstel voor reiniging zijn aangebracht. Wanneer de afgifteopening is voorzien van een deurtje, kan zo zowel de voorraad toiletrollen als de reinigingsborstel aan het zicht onttrokken worden.

25 Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van de toiletrolhouder volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een perspectivisch dwarsdoorsnede 30 aanzicht van figuur 1 in samengestelde toestand.

Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding.

Figuur 4 toont een perspectivisch aanzicht van een 7 tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van de uitvoering volgens figuur 4.

Figuren 6A- 6C tonen een dwarsdoorsnede aanzicht van 5 een deurtje in verschillende standen.

Figuur 1 toont een toiletrolhouder 1 volgens de uitvinding. Deze toiletrolhouder 1 heeft een langwerpige bak 2

en een deksel 3. In de langwerpige bak 2 zijn toiletrollen R

opgenomen. Verder heeft de langwerpige bak 2 opstaande wanden, 10 waarin verstevigingsgroeven 4 zijn aangebracht, zodat de wanddikte van de langwerpige bak 2 beperkt kan blijven. Op de bovenrand van de langwerpige bak 2 is een rondlopende flens 5 voorzien, waarop de deksel 3 aangebracht kan worden door bijvoorbeeld een klik verbinding of een lijmverbinding.

15 De deksel 3 is eveneens van verstevigingsgroeven 6 en een afgifteopening 7. Rond de afgifteopening 7 is een opstaande flens 8 voorzien. Op de deksel 3 zijn verder twee bevestigingsflensen 18 aangebracht.

De verstevigingsgroeven 6 kunnen er verder voor 20 zorgen, dat de toiletrollen R op afstand van de deksel gehouden worden. Wanneer er bijvoorbeeld een afwerkingsflens in de afgifteopening 7 steekt dan wordt hierdoor voorkomen, dat de toiletrol R tegen de afwerkingsflens aanloopt.

In figuur 2 is de toiletrolhouder 1 in vertikale 25 stand getoond, waarbij de deksel 3 is geplaatst op de langwerpige bak 2. Op het eindvlak van de langwerpige bak 2 zijn verhogingen 9 aangebracht, zodat daartussen een groef gevormd wordt en men gemakkelijk een toiletrol R kan uitnemen.

Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm 10 van een 30 combinatie volgens de uitvinding. Hierbij is voor een muur 11 een voorzetwand 19 met daarop een tegellaag 12 voorzien. In deze voorzetwand 19 is een opening 20 aangebracht en in de tegellaag 12 is een kleinere opening 13 aangebracht. Verder 8 kan de voorzetwand 12 gebruikt worden om een inbouwreservoir (niet getoond) van een toiletpot 14 aan het zicht te onttrekken.

In de opening 20 van de voorzetwand 19 is een 5 toiletrolhouder 1 volgens de figuren 1 en 2 aangebracht. Hierbij is de afgifteopening 16 aan de bovenzijde van de langwerpige bak 2 gepositioneerd. De flens 8 van de afgifteopening 16 steekt hierbij in de opening 13 van de tegellaag 12.

10 Om er voor te zorgen dat de toiletrollen R voor de afgifteopening 16 gedrongen worden, is er in de toiletrolhouder 1 een veer 17 voorzien, die tegen de onderzijde van de stapel rollen R drukt.

De verhogingen 9, nu aan de bovenzijde van de 15 langwerpige bak 2, zorgen er voor dat de toiletrollen niet te ver omhoog gedrukt worden.

Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvorm 30 van een toiletrolhouder volgens de uitvinding. Hierbij heeft de houder 30 eveneens een door thermovormen gemaakte bak 31, die 20 afgesloten wordt door een eveneens gethermoformeerde deksel 32. (zie ook figuur 5).

Over de deksel 32 is een bevestigingsplaat 33 aangebracht, die langs de rand is voorzien van openingen 34, waarmee de toiletrolhouder 30 tegen een voorzetwand bevestigd 25 kan worden.

Door de bevestigingsplaat 33 steekt een flens 35, die de afgifteopening 36 omgrenst. In de afgifteopening 36 kan verder een frame 37 zijn geplaats om de opening in een afwerklaag, zoals de opening 13 in figuur 3, af te werken. In 30 het frame 37 kan tenslotte een deurtje 38 zijn aangebracht om de afgifteopening 36 af te sluiten.

Op de bodem van de bak 31 is een uitneembare beugel 43 geplaatst, die het uitnemen van een toiletrol 9 vergemakkelijkt, doordat de rol door de beugel 43 op een kleine afstand van de bodem van de bak 31 blijft.

Figuren 6A - 6C tonen een dwarsdoorsnede aanzicht van het deurtje 38 volgens figuur 4 en 5 in verschillende 5 standen.

Het deurtje 38 is scharnierend in het frame 37 aangebracht door middel van scharnierpen 39. Rond deze scharnierpen 39 is een veer met twee benen 40 en 41 aangebracht.

10 In de in figuur 6A getoonde stand is de veer 40, 41 niet gespannen en oefent geen druk uit op het deurtje 38. Het deurtje 38 wordt in positie gehouden door middel van de magneet 42. Hierdoor is er geen aanslag meer nodig en is er meer ruimte in de afgifteopening om een toiletrol uit te 15 nemen.

Wanneer nu het deurtje 38 in het frame 37 wordt gedrukt, zoals getoond in figuur 6B, zal het been 40 tegen het deurtje 38 aanliggen en het been 41 van de veer tegen het frame 37 aanliggen en zal de veer 40, 41 opgespannen worden.

20 Zodra het deurtje 38 losgelaten wordt, zal de opgespannen veer 40, 41 de deur 38 weer terug drukken, waardoor het deurtje 38 zal openzwaaien (zie figuur 6C).

In het deurtje 38 kan ook een tegel zijn aangebracht, waardoor het deurtje in gesloten stand aan het 25 zicht onttrokken wordt.

Het deurtje 38 kan verder in een stelframe zijn aangebracht, zodat het frame aangepast kan worden aan de tegeldikte en geen overlappende flens noodzakelijk is.

Claims (12)

1. Toiletrolhouder omvattende: - een behuizing van ten minste een langwerpige bak 5 en een deksel voor het afsluiten van de langwerpige bak; en - een afgifte opening aangebracht in de behuizing voor het uitnemen van een toiletrol, waarbij de deksel een lange zijde van de bak afsluit.

2. Toiletrolhouder volgens conclusie 1, waarbij de 10 langwerpige bak en/of de deksel door thermovormen zijn vervaardigd.

3. Toiletrolhouder volgens conclusie 2, waarbij de langwerpige bak en de deksel met elkaar zijn verbonden via ten minste één film scharnier.

4. Toiletrolhouder volgens één van de conclusies 1 tot en met 3, waarbij de wanden van de behuizing een uniforme dikte hebben.

5. Toiletrolhouder volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende ten minste twee aan weerszijden van de 20 zijde met de afgifteopening aangebrachte bevestigingsflensen.

6. Toiletrolhouder volgens conclusie 5, waarbij de bevestigingsflensen gevormd zijn door een op de zijde met de afgifteopening aangebrachte plaat waarvan ten minste twee randen zich uitstrekken tot voorbij de randen van de zijde met 25 de afgifteopening.

7. Toiletrolhouder volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de wanden van de behuizing zijn voorzien van verstevigingsgroeven.

8. Toiletrolhouder volgens één van de voorgaande 30 conclusies, waarbij rond de afgifte opening een uitstekende flens is aangebracht.

9. Toiletrolhouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afgifte opening is aangebracht in de deksel nabij een uiteinde van de deksel.

10. Toiletrolhouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de toiletrolhouder verder veermiddelen omvat voor het naar de afgifte opening dringen van 5 toiletrollen.

11. Combinatie van een toiletrolhouder volgens één van de voorgaande conclusies en een voorzetwand, die een basislaag en een afwerklaag, zoals een tegellaag, omvat, waarbij de toiletrolhouder is aangebracht in een opening in de 10 basislaag, waarbij de afgifteopening ten minste overlappend, bijvoorkeur gecentreerd, met een opening in de afwerklaag is aangebracht.

12. Combinatie volgens conclusie 11, verder omvattende een frame, dat in de opening van de afwerklaag is 15 aangebracht voor het afwerken van de opening.