NL2008265C2 - Producthouder. - Google Patents

Description

Producthouder

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een producthouder voor het houden van een product tijdens althans opslag en vervoer, omvattende een althans ten dele vormflexibele 5 wand die een althans nagenoeg vlakke basis, een van de basis uitgaand opgericht primair wanddeel en een secundair wanddeel omvat, waarbij het primaire wanddeel rondom een holte begrenst en het secundaire wanddeel de holte aan een tegenover de basis gelegen zijde overkoepelt welk secundaire wanddeel in staat en ingericht is om vanuit een de holte overkoepelende stand door plaatsing van het product daarop te worden gebracht in een 10 althans grotendeels in de holte gelegen stand.

Voor het vervoer en opslaan van schokgevoelige, kwetsbare en/of bederfelijke goederen zoals fruit, bloemen, voorwerpen van glas, kerstversierselen, electronica onderdelen en dergelijke, streeft de verpakkingsindustrie naar middelen waarin dergelijke schokgevoelige en 15 bederfelijke goederen zo schok- en drukvrij mogelijk vervoerd kunnen worden en gedurende stilstand bewaard kunnen worden. Zo is een producthouder van de in de aanhef vermelde soort bekend uit de internationale octrooiaanvrage nummer WO 01/64546 van aanvraagster. Hierin wordt een producthouder beschreven die uitgaat van een vlakke basis met een opgericht primair wanddeel en een koepelvormig secundair wanddeel. De wanddelen 20 begrenzen een holte waarin het secundaire wanddeel na plaatsing van een product daarop wordt ontvangen zonder een ondergrond waarop de basis rust daarbij te raken. Het secundaire wanddeel is aldus in staat en ingericht om onder druk van bovenaf, bijvoorbeeld onder een gewichtsdruk van het product, ten opzichte van de primaire wanddeel te vouwen langs een vouwlijn tussen het primaire en secundaire wanddeel. Het secundaire wanddeel 25 vormt zo een zogenoemde hangmat waardoor een op de producthouder geplaatst product wordt gedragen met een zo min mogelijke drukinwerking op het product.

Hoewel deze bekende producthouder prima inzetbaar is om producten schok- en drukvrij in te vervoeren en op te slaan, is gebleken dat een vouwing van het secundaire wanddeel ten 30 opzichte van het primaire wanddeel niet in alle gevallen even snel en correct verloopt. Dit uit zich met name bij relatief zware producten waarvoor de producthouder gemiddeld een dikkere wand nodig heeft om een voldoende draagvermogen te hebben. Gebleken is dat het secundaire wanddeel door een stijfheid van het materiaal soms moeilijk om de vouwlijn vouwt, bijvoorbeeld wanneer het product niet optimaal in het centrum van het secundaire -2- wanddeel is aangebracht, waardoor in voorkomende gevallen bijvoorbeeld een knik kan ontstaan in de vouwlijn en de primaire wand als gevolg naar de basis toe kan klappen. Het product kan hierdoor onverhoopt komen te steunen tegen de ondergrond, waardoor het product niet langer optimaal schok- en drukvrij in de producthouder wordt gehouden, of zelfs 5 helemaal los komen van de producthouder. Een hervouwing van het secundaire wanddeel ten opzichte van het primaire wanddeel is dan nodig om dit optreden tegen te gaan. Dit is echter omslachtig en tijdrovend en kan vrijwel uitsluitend handmatig worden gedaan.

Met de onderhavige uitvinding wordt aldus onder meer beoogd een producthouder te 10 verschaffen met een verbeterde vouwbaarheid.

Om het beoogde doel te bereiken heeft een producthouder van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het primaire en secundaire wanddeel via een tertiair wanddeel met elkaar zijn verbonden en waarbij een uiteinde van het secundaire 15 wanddeel aan het tertiaire wanddeel richting de holte versprongen is ten opzichte van een uiteinde van het primaire wanddeel aan het tertiaire wanddeel. Doordat het primaire wanddeel en secundaire wanddeel niet op een lijn liggen, maar juist ten opzichte van elkaar versprongen liggen met tussenkomst van het tertiaire wanddeel, heeft het secundaire wanddeel meer bewegingsvrijheid ten opzichte van het primaire wanddeel om bij druk van 20 bovenaf, bijvoorbeeld door plaatsing van een product daarop, naar beneden de holte in te vouwen. Het secundaire wanddeel kan daarbij althans nagenoeg rechtstandig naar beneden vouwen, zonder eerst ook een ten opzichte van het primaire wanddeel naar de holte toe gerichte beweging te hoeven maken. Doordat het tertiaire wanddeel daarbij een knikmoment bepaalt, wordt een ongewenst knikken van een vouwlijn tussen het primaire en secundaire 25 wanddeel tegengegaan zodat het secundaire wanddeel ook bij een niet optimale plaatsing van een product daarop in de meeste zo niet alle gevallen correct ten opzichte van het primaire wanddeel de holte in zal vouwen.

Hoewel het voordeel van de onderhavige uitvinding wordt verkregen met meerdere mogelijke 30 uitvoeringen van het tertiaire wanddeel, zoals een ten opzichte van het primaire wanddeel horizontale uitvoering, is de producthouder volgens de onderhavige uitvinding in een voorkeursuitvoeringsvorm gekenmerkt doordat het tertiaire wanddeel in een de holte overkoepelende stand van het secundaire wanddeel onder een stompe hoek ten opzichte van -3- het primaire wanddeel van het primaire wanddeel uitgaat. Wanneer het tertiaire wanddeel horizontaal of met name onder een scherpe hoek van het primaire wanddeel zou uitgaan is er immers een geringe doch aanwezige kans dat slechts druk wordt uitgeoefend op een overgang tussen het secundaire en tertiaire wanddeel in plaats van tevens ook op een overgang tussen 5 het primaire en tertiaire wanddeel, wat belangrijk is voor een volledige vouwing van het secundaire en tertiaire wanddeel de holte in. De schuine plaatsing van het tertiaire wanddeel onder een stompe hoek gaat dit tegen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een producthouder volgens de onderhavige 10 uitvinding gekenmerkt doordat het tertiaire wanddeel is voorzien van een verzwakkingszone rondom de holte, en in een bijzondere uitvoeringsvorm hiervan dat de verzwakkingszone een knik in het tertiaire wanddeel omvat. De verzwakkingszone, en knik in het bijzonder, verlaagt een gemiddelde stijfheid van het tertiaire wanddeel zodat deze nog beter een vouwing van het secundaire wanddeel ten opzichte van het primaire wanddeel toelaat.

15

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een producthouder volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het secundaire wanddeel op ten minste één hoogte rondom een verdere inspringen omvat. Dit bevordert een regelmatige, cascadische vouwing van het secundaire wanddeel en gaat aldus een niet correcte, bijvoorbeeld acentrische, vouwing van 20 het secundaire wanddeel tegen. In een optimale uitvoeringsvorm hiervan is het aantal sprongen in het secundaire wanddeel zo veel als een voor een te houden product benodigde minimale wanddikte van het secundaire wanddeel toelaat. Bij een gemiddeld relatief dikke wand omvat het secundaire wanddeel bij voorkeur dus meer sprongen in vergelijking met een uitvoering met een gemiddeld relatief dunne wand.

25

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een producthouder volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat een wanddikte van de wand vanaf de basis over althans nagenoeg een volledige hoogte daarvan althans nagenoeg gelijkmatig verjongt. Hierdoor is de producthouder nabij de basis het stevigst en daardoor goed stabiel, terwijl het secundaire 30 wanddeel gemiddeld een dunnere wanddikte heeft wat een vouwing daarvan verder bevordert.

-4-

Een bijzondere uitvoeringsvorm van een producthouder volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat de producthouder althans nagenoeg volledig integraal uit de wand is gevormd. Hierdoor is het mogelijk de producthouder met een enkele werkwijzestap te vervaardigen en wordt een kostprijs daarvan gedrukt.

5

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een producthouder volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de wand althans nagenoeg volledig uit kunststof is. Hierdoor is de producthouder relatief licht van gewicht en bovendien zeer eenvoudig te reinigen voor eventueel hergebruik. In het bijzonder is de producthouder vrijwel volledig gevormd uit een 10 thermogevormde kunststof, met name één van volgende kunststoffen polystyreen, polyethyleen, polypropyleen of polyvinylchloride. Hierdoor kan de producthouder met bekende kunststofvormprocessen worden vervaardigd, waardoor de kostprijs relatief laag kan blijven.

15 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een producthouder volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de primaire, secundaire en tertiaire wanddelen over althans nagenoeg een volledige hoogte zijn voorzien van een gelijkmatig rondom de holte verdeelde harmonicastructuur. Door de harmonicastructuur heeft de producthouder enige mate van flexibiliteit en kan deze ter hoogte van de vouwrand uitzetten zodat per oppervlakte 20 verpakkingsmiddel meer of grotere producten vervoerd kunnen worden dan wanneer de houder niet of nauwelijks met de vorm van het te bewaren product mee zou geven. De harmonicastructuur zorgt tevens voor een betere omsluiting van het product waardoor het steviger verpakt is. Bij voorkeur gaat althans het primaire wanddeel conisch van de basis uit zodat een harmonica-effect zo goed mogelijk wordt benut.

25

Een bijzondere uitvoeringsvorm van een producthouder volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat de primaire, secundaire en tertiaire wanddelen tezamen een productnest vormen voor plaatsing van een product, en dat de basis is voorzien van meerdere productnesten om meerdere producten te houden. De productnesten zijn daarbij bij voorkeur 30 op regelmatige afstand van elkaar aan de basis voorzien, zodat de producthouder in een plaatvormige uitvoering meerdere producten geordend gescheiden van elkaar kan houden.

-5-

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:

Figuur 1 een vooraanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een producthouder volgens de uitvinding; en 5 Figuur 2 een vooraanzicht van een dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een producthouder volgens de uitvinding.

De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen, ter wille van de duidelijkheid, sommige dimensies in meer of mindere mate 10 overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

Zoals in figuur 1 in een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een producthouder volgens de uitvinding in een ruststand, oftewel een stand van de producthouder voordat een product 15 daarop is geplaatst, wordt getoond is de producthouder (1) gevormd uit een integrale wand (2) van kunststof. De wand omvat een hoofdzakelijk platte basis (2) waarmee de producthouder stabiel op een ondergrond kan steunen. Van de basis (2) gaat een opgericht primair wanddeel (3) uit dat rondom een holte omgeeft. De holte is overkoepeld door een secundair wanddeel (4) dat hoofdzakelijk koepelvormig is. Het primaire wanddeel (3) en 20 secundair wanddeel (4) zijn bevestigd via een tussenliggend tertiair wanddeel (5) dat zich vanaf het primaire wanddeel (3) schuin naar boven richting het secundaire wanddeel (4) strekt. Bij plaatsing van een product op het koepelvormige secundaire wanddeel (4) zal deze vanuit de ruststand de holte in vouwen en daarbij een hangmat boven de ondergrond vormen waardoor het product wordt gedragen zonder contact met de ondergrond voor een zo min 25 mogelijke drukinwerking op het product. Door het naar de holte gerichte tertiaire wanddeel (5) tussen het primaire en secundaire wanddeel is het secundaire wanddeel in staat om althans nagenoeg rechtstandig naar beneden de holte in te vouwen. Zelfs bij een niet optimale plaatsing van een product op het secundaire wanddeel, bijvoorbeeld enigszins uit het midden van het secundaire wanddeel, vouwt het primaire wanddeel hierdoor correct de holte in, 30 waarbij een ongewenst knikken van het primaire wanddeel wordt tegengegaan.

Voor een verder verbeterde vouwing van het koepelvormige secundaire wanddeel (4) is deze over een hoogte van de koepel voorzien van een tweetal inspringingen 6a,6b. Deze -6- inspringingen resulteren in een regelmatige, gecontroleerde cascadische vouwing van het secundaire wanddeel de holte in bij plaatsing van een product daarop, en gaan aldus een niet correcte vouwing van het secundaire wanddeel tegen. Hoewel dit uitvoeringsvoorbeeld twee van dergelijke sprongen in het secundaire wanddeel toont, behoort ook een enkele sprong of 5 juist meerdere sprongen tot de mogelijkheden. Daarbij geldt dat een vouwing van het secundaire wanddeel beter verloopt bij een groter aantal sprongen, en wordt een maximaal aantal sprongen bepaald door de wanddikte-karakteristieken en afmetingen van het secundaire wanddeel.

10 Aan een van de holte afgekeerde buitenzijde zijn de primaire, secundaire en tertiaire wanddelen voorzien van een harmonicastructuur die wordt gevormd door een regelmatig in de wanddelen voorzien golfpatroon van ribbels (7) en geulen (8) die zich over een althans nagenoeg volledige hoogte van de wanddelen uitstrekken. De harmonicastructuur zorgt dat de producthouder met name ter hoogte van de overgang tussen het primaire en tertiaire 15 wanddeel kan uitzetten zodat per oppervlakte producthouder meer of grotere producten vervoerd kunnen worden dan wanneer de houder niet of nauwelijks met de vorm van het te bewaren product mee zou geven. Door de harmonicastructuur sluit het primaire wanddeel (3) bovendien beter om het product waardoor deze nog steviger en betrouwbaarder verpakt is. Het primaire wanddeel (3) gaat conisch van de basis (2) uit om het harmonica-effect zo goed 20 mogelijk te benutten.

Zoals in figuur 2 in een nagenoeg volledig met het eerste uitvoeringsvoorbeeld overeenkomend tweede uitvoeringsvoorbeeld van een producthouder volgens de uitvinding in ruststand wordt getoond, knikt het tertiaire wanddeel (5) althans nagenoeg halverwege een 25 lengte schuin richting de basis. Deze knik in het tertiaire wanddeel vormt een verzwakkingszone in het tertiaire wanddeel die een stijfheid daarvan verlaagt, waardoor een vouwing van het secundaire wanddeel ten opzichte van het primaire wanddeel nog makkelijker en sneller verloopt. Een vouwing van het secundaire wanddeel (4) ten opzichte van het primaire wanddeel (3) wordt bovendien bevorderd doordat een wanddikte van de 30 wand vanaf de basis (2) over althans nagenoeg een volledige hoogte daarvan althans nagenoeg gelijkmatig verjongt. Hierdoor is de producthouder nabij de basis (2) het stevigst en daardoor goed stabiel, is het primaire wanddeel (3) voldoende dik om het product te dragen, -7- terwijl het secundaire wanddeel (4) gemiddeld een dunnere wanddikte heeft om een vouwing daarvan te vergemakkelijken.

Hoewel de uitvinding aan de hand van louter enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd 5 toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Claims (10)

1. Producthouder voor het houden van een product tijdens althans opslag en vervoer, omvattende een althans ten dele vormflexibele wand die een althans nagenoeg vlakke basis, 5 een van de basis uitgaand opgericht primair wanddeel en een secundair wanddeel omvat, waarbij het primaire wanddeel rondom een holte begrenst en het secundaire wanddeel de holte aan een tegenover de basis gelegen zijde overkoepelt welk secundaire wanddeel in staat en ingericht is om vanuit een de holte overkoepelende stand door plaatsing van het product daarop te worden gebracht in een althans grotendeels in de holte gelegen stand, met het 10 kenmerk dat het primaire en secundaire wanddeel via een tertiair wanddeel met elkaar zijn verbonden en waarbij een uiteinde van het secundaire wanddeel aan het tertiaire wanddeel richting de holte versprongen is ten opzichte van een uiteinde van het primaire wanddeel aan het tertiaire wanddeel.

2. Producthouder volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het tertiaire wanddeel in een de holte overkoepelende stand van het secundaire wanddeel onder een stompe hoek ten opzichte van het primaire wanddeel van het primaire wanddeel uitgaat.

3. Producthouder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het tertiaire wanddeel is 20 voorzien van een verzwakkingszone rondom de holte.

4. Producthouder volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de verzwakkingszone een knik in het tertiaire wanddeel omvat.

5. Producthouder volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het secundaire wanddeel op ten minste één hoogte rondom een verdere inspringen omvat.

6. Producthouder volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een wanddikte van de wand vanaf de basis over althans nagenoeg een volledige hoogte 30 daarvan althans nagenoeg gelijkmatig verjongt.

7. Producthouder volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de producthouder althans nagenoeg volledig integraal uit de wand is gevormd. -9-

8. Producthouder volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de wand althans nagenoeg volledig uit kunststof is.

9. Producthouder volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat 5 de primaire, secundaire en tertiaire wanddelen over althans nagenoeg een volledige hoogte zijn voorzien van een gelijkmatig rondom de holte verdeelde harmonicastructuur.

10. Producthouder volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de primaire, secundaire en tertiaire wanddelen tezamen een productnest vormen voor 10 plaatsing van een product, en dat de basis is voorzien van meerdere productnesten om meerdere producten te houden.