NL2007003C2 - Inrichting en werkwijze voor het verwerken van agrarische producten. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het verwerken van agrarische producten. Download PDF

Info

Publication number
NL2007003C2
NL2007003C2 NL2007003A NL2007003A NL2007003C2 NL 2007003 C2 NL2007003 C2 NL 2007003C2 NL 2007003 A NL2007003 A NL 2007003A NL 2007003 A NL2007003 A NL 2007003A NL 2007003 C2 NL2007003 C2 NL 2007003C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
products
members
transport
foregoing
speed
Prior art date
Application number
NL2007003A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Asseldonk
Original Assignee
Gege Machb B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gege Machb B V filed Critical Gege Machb B V
Priority to NL2007003A priority Critical patent/NL2007003C2/nl
Priority to PL12174153T priority patent/PL2540171T3/pl
Priority to EP12174153.2A priority patent/EP2540171B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2007003C2 publication Critical patent/NL2007003C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23NMACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
    • A23N15/00Machines or apparatus for other treatment of fruits or vegetables for human purposes; Machines or apparatus for topping or skinning flower bulbs
    • A23N15/04Devices for topping fruit or vegetables
    • A23N15/045Devices for topping mushrooms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23NMACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
    • A23N15/00Machines or apparatus for other treatment of fruits or vegetables for human purposes; Machines or apparatus for topping or skinning flower bulbs
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/22Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors
    • B65G47/24Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles
    • B65G47/248Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles by turning over or inverting them

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)

Description

2KV60
INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET VERWERKEN VAN AGRARISCHE
PRODUCTEN
5
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwerken van agrarische producten, waarbij het product in het algemeen een kop en een steel omvat, de inrichting omvattende een transportbaan voor het 10 transporteren van producten vanaf een aanvoer naar een verwerkingseenheid. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een dergelijke inrichting en één of meer verwerkingseenheden voor het verder verwerken van de producten. Ook heeft de uitvinding betrekking op een 15 werkwijze voor het verwerken van agrarische producten.
Het Nederlands octrooischrift NL 1036880 beschrijft een machine voor het snijden van champignons, meer in het bijzonder het afsnijden van de voetjes van de koppen van de champignons. De machine heeft een tweetal 20 eindloze snaarvormige transportorganen of transportsnaren voor het gezamenlijk ondersteunen en transporteren van de koppen van de champignons. De bedoeling is dat hierbij de stelen van de champignons zich tussen de transportsnaren in neerwaartse richting uitstrekken. Om dit te bereiken zijn 25 direct aan de buitenzijde van de twee naast elkaar gelegen transportsnaren een stel eindloze transportbanden gerangschikt. De transportbanden zorgen voor het ondersteunen van de champignons waarvan de stelen zich niet tussen de snaarvormige transportorganen neerwaarts 30 uitstrekken. Doordat de bandvormige transportorganen met verschillende snelheid worden aangedreven, is de kans aanwezig dat de stelen van de producten op een gegeven moment in de tussenruimte tussen de transportsnaren (en de 2 daar tegenaan geplaatste transportbanden) terecht komt. De champignons rusten nu alleen met hun koppen op de transportsnaren en worden verder getransporteerd voor verdere verwerking.
5 Een bezwaar van de bekende machine is echter dat de stelen soms niet in de genoemde tussenruimte tussen de beide snaarvormige transportorganen terecht komen. De kans is bijvoorbeeld aanwezig dat een kop van een champignon in de genoemde tussenruimte beklemd wordt geraakt, zodat er geen 10 of te weinig draaiing van de champignon plaats vindt om uiteindelijk de steel in de tussenruimte te laten schuiven.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding een verbeterde inrichting en werkwijze te verschaffen waarbij ten minste één van de genoemde bezwaren van de bekende 15 machine is ondervangen.
Het is tevens het doel van de uitvinding een inrichting en samenstel en werkwijze te verschaffen waarin dergelijke agrarische producten tijdens het transport met relatief grote zekerheid in de gewenste opgerichte stand 20 gerangschikt kunnen worden.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt hiertoe een inrichting van de in de aanhef genoemde soort verschaft, waarbij de transportbaan van de inrichting omvat: 25 - op enige afstand naast elkaar zich uitstrekkende eindloze bandvormige transportorganen voor het gezamenlijk ondersteund transporteren van de producten; - een of meer zich ten minste gedeeltelijk tussen de transportorganen uitstrekkend opvangorganen, 30 waarbij de opvangorganen zich op een lager niveau dan de bovenzijden van de bandvormige transportorganen uitstrekken voor het vormen van een verdiepte opvangruimte waarin de koppen van de producten op te vangen zijn.
3
Volgens een uitvoeringsvorm is de tussenruimte of zijn de tussenruimtes tussen de opvangorganen onderling en/of tussen een opvangorgaan en een naburig transportorgaan kleiner dan de tussenruimte tussen naburige 5 transportorganen. Dit zorgt ervoor dat indien een kop van een product in de opvangruimte terechtkomt, de kop door de opvangorganen wordt tegengehouden en derhalve niet uit de opvangruimte kan vallen.
Het verwerken omvat hierbij het transporteren van de 10 producten en het tijdens het transporteren rangschikken daarvan. Dit maakt het mogelijk om aangevoerde producten in een gewenste onderlinge rangschikking aan een of meer verdere verwerkingseenheden, zoals een snijeenheid, reinigingseenheid of dergelijke, aan te bieden, opdat deze 15 beter door de verwerkingseenheden verder verwerkt kunnen worden.
Met gezamenlijk ondersteund wordt hier bedoeld dat de producten tijdens het transport in hoofdzaak ondersteund kunnen worden door tegelijkertijd twee of meer van de 20 bandvormige transportorganen. Met een verdiepte opvangruimte wordt hierin een denkbeeldige ruimte bedoeld die wordt opgespannen door de langsranden van de bandvormige transportorganen en het opvangorgaan. De breedte van de opvangruimte wordt bepaald door de afstand tussen de 25 tegenoverliggende langsranden van de bandvormige transportorganen, terwijl de diepte van de opvangruimte wordt bepaald door het hoogteverschil tussen de bandvormige transportorganen en het opvangorgaan. De gewenste afmetingen van de opvangruimte zijn ondermeer afhankelijk van de vorm 30 en/of grootte van de te transporteren producten. De opvangruimte is breed genoeg om daarin ten minste de koppen van de producten te laten verzinken zodat deze op een gewenste laterale positie gerangschikt kunnen worden. De 4 plaatsing van het opvangorgaan ten opzichte van de transportorganen is zodanig, dat de koppen de openingen in de opvangruimte niet kunnen passeren. Wanneer een steel door een opening naar beneden is gedraaid, bevindt het product 5 zich in de gewenste rechtopstaande positie, dat wil zeggen met de kop boven en de steel naar beneden hangend, zodat het aangeboden kan worden voor verdere verwerking daarvan.
Volgens een uitvoeringsvorm is voorzien in niveau-instelmiddelen voor het instellen van het hoogteniveau van 10 het opvangorgaan ten opzichte van de bandvormige transportorganen. Dit hoogteniveau bepaalt de diepte van de denkbeeldige opvangruimte en maakt het mogelijk de verwerkingsinrichting geschikt te maken voor de verwerking van verschillende typen, vormen en afmetingen van de 15 producten.
De inrichting omvat bij voorkeur eerste en tweede aandrijfmiddelen voor het aandrijven van respectievelijk het eerste en tweede transportorgaan (of een eerste set transportorganen en een tweede set transportorganen) alsmede 20 besturingsmiddelen voor met verschillende snelheden aandrijven van de (sets) transportorganen. Door de transportorganen met verschillende snelheden aan te drijven is het mogelijk de op de organen getransporteerde producten te draaien totdat de koppen daarvan netjes in de 25 opvangruimte liggen.
Volgens een uitvoeringsvorm zijn de besturingsmiddelen ingericht voor het, bij voorkeur traploos, kunnen variëren van de snelheid van ten minste één van de bandvormige transportorganen. Door variatie van de snelheid, bij 30 voorkeur een schoksgewijze variatie daarvan, kan een betere draaiing van de producten gerealiseerd worden, zodat de producten met een in het algemeen grotere waarschijnlijkheid op juiste wijze in de opvangruimte gepositioneerd worden.
5
In een verdere uitvoering is de besturingseenheid ingericht om de snelheid van het eerste en tweede transportorgaan te variëren tussen minimum en maximum snelheden. Hierbij kan de maximum snelheid van het eerste 5 transportorgaan hoger zijn gekozen dan de maximum snelheid van het tweede transportorgaan.
De genoemde snelheden en/of het tempo van snelheidsvariatie van de transportorganen kunnen in een bepaalde uitvoering individueel instelbaar zijn uitgevoerd, 10 zodat telkens een optimale verwerking van de producten gerealiseerd kan worden. In een bijzonder voordelige uitvoering zijn de besturingsmiddelen ingericht voor het schoksgewijs aandrijven van ten minste één van de bandvormige transportorganen. Hiermee kan een product 15 telkens enigszins gedraaid worden totdat de gewenste eindstand bereikt is.
De transportorganen en bij voorkeur ook het opvangorgaan kunnen continu worden aangedreven. Dit betekent dat het draaien van het product tijdens de fysieke 20 verplaatsing daarvan in de transportrichting gerealiseerd kan worden. Dit betekent dat de producten met relatief grote snelheid verwerkt kunnen worden en de inrichting derhalve een relatief hoge afhandelingscapaciteit kan worden gegeven.
De inrichting is bij voorkeur uitgevoerd om de stelen 25 van de producten te draaien zodat deze in hoofdzaak evenwijdig met de transportorganen komen te liggen. In deze toestand heeft het product een enigszins verdiepte ligging ten opzichte van de bovenzijde van de transportorganen zodat de producten over het algemeen niet verder gedraaid worden 30 (om een denkbeeldige rechtopstaande as) omdat de steel tegen de zijkant van de transportorganen wordt tegengehouden. In deze toestand zal op een gegeven moment (dat wil zeggen daar waar er zich geen opvangorganen meer onder de 6 transportorganen bevinden) de steel van het product onder invloed van de zwaartekracht naar beneden draaien Dit is de positie die nodig is om het product verder te verwerken.
Het niveauverschil tussen het opvangorgaan en de 5 bovenzijde van de transportorganen is geselecteerd om groot genoeg te zijn om het draaien van de producten om een denkbeeldige opstaande as tegen te gaan maar klein genoeg om het draaien om een denkbeeldige liggende as mogelijk te maken. In toepassingen waarin de te verwerken producten 10 gevormd worden door champignons kan het niveauverschil tussen het opvangorgaan en de bovenzijde van de transportorganen tussen circa 10 en 20 mm bedragen. De producten kunnen vooraf al op maat zijn gesorteerd. In het algemeen verschillen de genoemde waarden dan ook per 15 sortering. Evenzo kan de breedte van de tussenruimte tussen naburige transportorganen tussen de circa 20 en 35 mm bedragen.
Het eerder genoemde opvangorgaan kan een al dan niet transporteerbaar snaarvormig orgaan omvatten. In een 20 bepaalde uitvoering heeft het snaarvormige orgaan een ronde of ovale dwarsdoorsnede.
Het transportorgaan, in het bijzonder het snaarvormige orgaan, kan met aandrijfmiddelen worden aangedreven. Dit kan gebeuren met in hoofdzaak dezelfde snelheid als ten minste 25 één van de bandvormige transportorganen. In bepaalde uitvoeringen loopt een opvangorgaan mee met een transportorgaan. In deze uitvoeringen kan een aparte aandrijving van het opvangorgaan achterwege blijven. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding worden derhalve de 30 aandrijfmiddelen van de opvangorganen gevormd door de aandrijfmiddelen van de transportorganen.
In een verdere uitvoering omvat de inrichting een sensor voor het afgeven van een eerste signaal dat 7 representatief is voor de hoogte en/of lengte van een daarlangs getransporteerd product, een verwerkingseenheid voor het verwerken van het eerste signaal, het vergelijken van de hoogte en/of lengte met een of meer vooraf ingestelde 5 maximale waarden en het afgeven van een tweede signaal dat representatief is voor het resultaat van de vergelijking(en). Als bijvoorbeeld geconstateerd wordt dat de maximale hoogte en/of lengte overschreden wordt, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een aantal producten dat 10 aan elkaar vast zit, kunnen op basis van het tweede signaal eventuele maatregelen worden genomen. In een bepaalde uitvoering is voorzien in verwijderingsmiddelen voor het van de transportbaan verwijderen van het betreffende product. De verwijderingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een blaasmond 15 omvatten voor het genereren van een fluïdumstroom (bijv. lucht en/of water) waarmee het betreffende product van de transportbaan te spuiten is.
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een samenstel verschaft van een inrichting zoals hierin is 20 beschreven alsmede een verwerkingseenheid voor het verwerken van de via de inrichting getransporteerde en gerangschikte producten. Het samenstel kan verder een aanvoer voor het verenkelen van de producten en het op de transportorganen plaatsen daarvan omvatten, bijvoorbeeld in de vorm van een 25 zogenaamde doseertriller. Ook kan het samenstel een snij-eenheid omvatten voor het snijden van de stelen van de producten.
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voor het verwerken van agrarische producten, in 30 het bijzonder champignons, verschaft, de werkwijze omvattende het op een transportbaan rangschikken van producten en het transporteren daarvan naar een verwerkingseenheid, waarbij het rangschikken van de 8 producten op de transportbaan omvat het gezamenlijk laten ondersteunen van de producten op bandvormige transportorganen en waarbij het transporteren omvat het met verschillende snelheden aandrijven van de transportorganen 5 voor het tijdens het transport draaien van de producten totdat de koppen van de producten in de opvangruimte terechtkomen en de stelen van de producten neerwaarts gedraaid zijn.
De werkwijze kan tevens omvatten het tijdens het verder 10 transporteren variëren van de snelheid van ten minste één van de transportorganen, in het bijzonder het schoksgewijs variëren van de snelheid.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de 15 hand van de navolgende beschrijving van enige uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen:
Figuur 1 een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een samenstel omvattende een inrichting volgens een 20 uitvoeringsvorm van de uitvinding en een verwerkingseenheid;
Figuur 2 een zijaanzicht van het in figuur 1 getoonde samenstel;
Figuur 3 een doorsnede langs A-A van het in figuur 2 getoonde samenstel; 25 Figuur 4 een doorsnede langs B-B van het in figuur 2 getoonde samenstel;
Figuur 5 een doorsnede langs C-C van het in figuur 2 getoonde samenstel;
Figuur 6 een doorsnede langs D-D van de in figuur 30 2 getoonde uitvoeringsvorm van de uitvinding; en
Figuren 7A-7C een schematische weergave van een product in de verschillende transportstadia op de transportinrichting.
9
Figuren 1-6 tonen een uitvoeringsvorm van een samenstel 1 voor het verwerken van producten, in het bijzonder voor het verwerken van champignons. Het samenstel 1 omvat een inrichting 2 voor het transporteren en 5 rangschikken van aangevoerde producten en een snijeenheid 3 voor het van elkaar scheiden van delen van de producten, meer in het bijzonder het afsnijden van de stelen van de koppen van de producten (champignons). Het samenstel 2 omvat verder een aanvoer in de vorm van een doseertriller 10. De 10 doseertriller 10 omvat een aantal parallelle goten 11 waarlangs telkens rijen producten één voor één kunnen worden aangevoerd. Elke goot zorgt ervoor dat producten worden verenkeld en vervolgens op de transportinrichting 2 worden geplaatst. Zoals hierna ook beschreven wordt, is het aantal 15 goten afhankelijk van het aantal sporen van de transportinrichting 2.
De transportinrichting 2 omvat een gestel (frame) 4 waarop een aantal langgerekte eindloze transportbanden 12 is aangebracht. In de getoonde uitvoeringsvorm is voorzien 20 in een elftal transportbanden 12. Tussen de elf transportbanden is een tiental tussenruimtes 13 gevormd.
Elke tussenruimte 13 vormt een spoor voor het transporteren van een rij via de aanvoer aangevoerde rij producten. De transportinrichting heeft in de getoonde uitvoeringsvorm dus 25 een tiental sporen. Het is duidelijk dat het aantal sporen, en daarmee het aantal transportbanden 12, kan variëren. Wanneer er sprake is van een enkele rij aangevoerde producten, kan volstaan worden met een tweetal transportbanden 12. Wanneer er sprake is van een tweetal 30 rijen aangevoerde producten, kan voorzien worden in een viertal transportbanden, of, bij voorkeur, in een drietal transportbanden, waarbij de middelste transportband zowel onderdeel uitmaakt van het eerste spoor als van het tweede 10 spoor. Het ligt binnen het bereik van de vakman om het aantal sporen naar believen te variëren om de verwerkingscapaciteit van het samenstel te vergroten of te verkleinen.
5 De eindloze transportbanden 12 zijn geleid langs een aantal rollen 15, 16, 17 en 18 die al dan niet vast verbonden zijn met respectievelijke gemeenschappelijke assen 19, 20, 21 en 22. De assen 19 en 22 worden aangedreven door resp. aandrijfmotor 14 en aandrijfmotor 24.
10 In de getoonde uitvoeringsvorm is de aandrijfmotor 14 via de gemeenschappelijke aandrijfas 19 zodanig met een aantal van de rollen 15 verbonden, dat een stel eerste transportbanden 12a daardoor worden aangedreven. Op soortgelijke wijze is de aandrijfmotor 24 via de 15 gezamenlijke aandrijfas 22 met een aantal rollen 18 verbonden zodat de tweede aandrijfmotor 24 een tweede stel transportbanden 12b kan verplaatsen. De verplaatsing van de transportbanden 12a en 12b kan onafhankelijk van elkaar tot stand worden gebracht. Verder strekken zich in de getoonde 20 uitvoeringsvorm de eerste transportbanden 12a en 12b zich om en om ten opzichte van elkaar uit. Met andere woorden, elk spoor wordt gevormd door een eerste transportband 12a en een naburige tweede transportband 12b. Omdat de transportbanden 12a en 12b om en om aangedreven worden door motoren 14 en 25 24, kunnen de transportbanden van een bepaald spoor met verschillende snelheden voortbewogen worden.
Op het eerste stuk ter plaatse van de aanvoer met behulp van de doseertriller 10 op de transportbanden 12a, 12b zijn tussen de sporen tussenschotten 26 aangebracht om 30 de producten goed in het spoor te krijgen. Tevens zijn over het eerste stuk tussen de banden 12a en 12b in het spoor een aantal ronde opvangsnaren 27 aangebracht. De ronde snaren 27 vormen een tweetal eindloze transportorganen. Deze kunnen 11 worden aangedreven met een aandrijfmotor, maar in bepaalde uitvoeringen worden de tranportorganen aangedreven door de motoren 14,24 van de transportorganen. De opvangsnaren 27 worden ondersteund door korte, in hoogte verstelbare 5 geleidingen 32 waarmee de hoogte van de snaar 27 ten opzichte van de hoogte van de transportbanden 12a, 12b kan worden ingesteld.
De zijranden 39 van een stel transportbanden 12a, 12b spannen samen met de op een lager hoogteniveau 10 gesitueerde opvangsnaar 27 een verdiepte opvangruimte 40 op (in figuur 5 in stippellijnen weergegeven) waarin de producten, althans de koppen daarvan, kunnen worden opgenomen. De producten komen via de aanvoer 10 in de opvangruimte terecht. In welke stand de producten daarin 15 terecht komen is van tevoren niet te voorspellen. In figuur 7A is een mogelijk stand weergegeven.
Het is nodig om de producten in de opvangruimte tot in een gewenste eindstand te gaan rangschikken. Dit kan ondermeer gerealiseerd worden door de transportbanden 12a en 20 12b om en om een verschillende snelheid te geven. Hierdoor wordt aan de producten een draaiende beweging meegegeven. De opvangsnaren 27 tussen de banden 12a, 12b zorgen ervoor dat de producten niet te diep tussen de bandjes in zakken, waardoor de producten nog de ruimte hebben om te kunnen 25 draaien. De producten blijven draaien totdat de stelen in de tussenruimte tussen de transportbanden 12a, 12 vallen. Deze stand is in figuur 7B weergeven.
In de in figuur 7B getoonde stand kan de betreffende steel van het product naar voren of naar achteren wijzen.
30 Doordat de ronde opvangsnaren 27 dieper ligt, kan het product niet verder draaien omdat het steeltje nu tegen de zijrand 39 van een transportband 12a, 12b drukt en daardoor teveel weerstand ondervindt om verder door te draaien. Zodra 12 de ronde opvangsnaren 27 tussen de transportbanden 12a, 12b wegdraaien, dus voorbij het punt waarbij het opvangorgaan 27 via een rol 43 in neerwaartse richting wordt weggevoerd, kunnen de stelen van de producten helemaal naar beneden gaan 5 hangen.
Om de kans te verhogen dat de steeltjes inderdaad naar beneden gaan hangen, wanneer de producten tot voorbij het einde van het opvangorgaan 27 worden getransporteerd, kan in een bepaalde uitvoeringsvorm de aansturing van de 10 aandrijfmotoren 14, 24 van de opvangsnaar zodanig uitgevoerd worden, dat de snelheid van de transportbanden telkens tussen een instelbare hoge en lage snelheid varieert, waarbij de hoge snelheid van de transportbanden 12a altijd sneller is dan die van de transportbanden 12b. In bepaalde 15 verdere uitvoeringsvormen is het tijdsinterval waarmee dit gebeurt eveneens instelbaar. Het is zelfs mogelijk dit tijdsinterval zodanig klein te kiezen, dat er sprake is van een schoksgewijze aanpassing van de snelheid van de transportband 12a, 12b. Het gevolg hiervan is dat de 20 producten na elk tijdsinterval een klein stukje terugdraaien, waardoor de producten die met een steel tegen de zijkant van een bandje 12a of 12b wordt gedrukt, de kans krijgen om ook met de steel naar beneden te draaien.
Over de lengte van in hoofdzaak de gehele 25 transportbaan hebben de producten genoeg tijd om met hun betreffende steel naar beneden te gaan hangen. In het geval dat een bepaald product toch niet wil gaan draaien, kan in een bepaalde uitvoeringsvorm de betreffende steel afgesneden worden door de snijmessen 59. Deze snijmessen worden 30 aangedreven door de motoren 60 (figuren 1 en 5). De producten die met de steel naar beneden hangen, worden gesneden met behulp van een in hoogte verstelbare snijbalk 55 welke per spoor voorzien is van dubbele snijmessen. De 13 aangedreven snijmessen draaien per spoor tegen elkaar in waardoor de producten als het ware tussen de messen door worden getrokken. De snijbalk 55 wordt aan de bovenzijde vrijgehouden van stukjes product met behulp van zogenaamde 5 blaasmonden 57. De afgesneden stukjes zouden zich bovenop de snijbalk kunnen opstapelen waardoor de doorgang voor de stelen zou kunnen worden belemmerd. Met behulp van de blaasmonden 57 kan de bovenzijde van de snijbalk 55 worden schoogehouden. De blaasmondjes kunnen op een tijdsinterval 10 worden bediend.
Het kan sporadisch voorkomen dat een product zodanig gevormd is dat de steel daarvan niet naar beneden gaat hangen. Bij bijvoorbeeld een champignon met een dikke voet, kan de steel zo breed zijn dat deze niet naar beneden 15 kan gaan hangen omdat de breedte groter is dan de tussenruimte 50 of groter is dan de tussenafstand tussen de langsranden 39 van de transportbanden 12a, 12b.
Om deze producten te verwijderen, is voorzien in een sensor 58 en een blaasmond 61. De sensor 58 bepaalt de hoogte van 20 de producten boven de transportbanden 12a, 12b. Indien het product met de steel naar beneden hangt, is de maximale hoogte die van de maximale hoogte van de kop (dat wil zeggen van de hoed in geval van de champignon). Indien de gemeten hoogte hoger blijkt te zijn dan een vooraf ingestelde 25 maximale kopdikte, geeft de sensor de indicatie dat er een product foutief in het spoor ligt. Dat zou kunnen betekenen bijvoorbeeld dat er een champignon is met een dikke voet op zijn zijkant in de lengte van de gleuf of dat er meerdere champignons aan elkaar zijn gegroeid. Om deze producten uit 30 de productstroom te verwijderen, kan de eerdergenoemde blaasmond 61, die aangestuurd wordt via een besturingseenheid die is aangesloten op de sensor 58, één of meer korte luchtstoten afgeven waardoor het betreffende 14 product naar beneden toe weg wordt geblazen en wordt opgevangen, bijvoorbeeld door een transportband 62. In plaats van of in aanvulling op de meting van de hoogte, kan de sensor (of een additionele sensor) zijn ingericht voor 5 het meten van de lengte van de producten. Indien bijvoorbeeld een grotere lengte wordt gemeten dan de maximale hoeddiameter is de kans groot dat er een champignon in de lengte tussen de bandjes ligt. Ook in dergelijke gevallen kan de sensor een indicatie(signaal) afgeven dat 10 het product foutief op het spoor ligt.
De gesneden producten worden, indien althans nodig vervolgens opgevangen op een stukjestriller 65 waardoor alle kleine stukjes worden gescheiden van de rest van de producten. De stukjes worden ook opgevangen op de 15 eerdergenoemde transportband 62. De gesneden producten komen na de stukjestriller 65 op een band 66 en kunnen vervolgens verder worden verwerkt, bijvoorbeeld in een krat worden afgevuld op gewicht. Stukjes die tijdens het transport tussen de banden 12a, 12b vallen, kunnen worden opgevangen 20 op een onderliggende transportband 67. Samen met de afgesneden stelen worden alle stukjes verzameld op een verdere transportband 68.
Indien gewenst, kan de inrichting worden voorzien van een automatische reiniging van de transportbanden, 25 bijvoorbeeld door middel van een aan de bovenzijde voorzien sproeisysteem 69 en/of een aan de onderzijde voorzien sproeisysteem (70).Tevens kan er voorzien zijn in een sproeisysteem 71 ten behoeve van de band 67.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de 30 hierin beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talloze modificaties en aanpassingen denkbaar zijn.

Claims (25)

1. Inrichting voor het verwerken van agrarische 5 producten, in het bijzonder champignons, waarbij het product in het algemeen een kop en een steel omvat, de inrichting omvattende een transportbaan voor het transporteren van de producten vanaf een aanvoer naar een verwerkingseenheid, waarbij de transportbaan omvat: 10. op enige afstand naast elkaar zich uitstrekkende eindloze bandvormige transportorganen voor het gezamenlijk ondersteund transporteren van de producten; - een of meer zich ten minste gedeeltelijk tussen de transportorganen uitstrekkende opvangorganen, 15 waarbij de opvangorganen zich op een lager niveau dan de bovenzijden van de bandvormige transportorganen uitstrekken voor het vormen van een verdiepte opvangruimte waarin de koppen van de producten op te vangen zijn.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de tussenruimte(s) tussen de opvangorganen onderling en/of tussen een opvangorgaan en een naburig transportorgaan kleiner zijn dan de tussenruimte tussen naburige transportorganen. 25
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, omvattende niveauinstelmiddelen voor het instellen van het hoogteniveau van de opvangorganen ten opzichte van de bandvormige 30 transportorganen.
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende eerste en tweede aandrijfmiddelen voor het aandrijven van respectievelijk het eerste en tweede transportorgaan alsmede besturingsmiddelen voor met verschillende snelheden aandrijven van de transportorganen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het, bij voorkeur traploos, kunnen variëren van de snelheid van ten minste één van de bandvormige transportorganen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de besturingseenheid is ingericht om de snelheid van het eerste en tweede transportorgaan te variëren tussen minimum en maximum snelheden, waarbij de maximum snelheid van het eerste transportorgaan hoger is dan de maximum snelheid van 15 het tweede transportorgaan.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij de snelheden en/of het tempo van snelheidsvariatie van de transportorganen individueel instelbaar zijn. 20
8. Inrichting volgens conclusie 5, 6 of 7, waarbij de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het schoksgewijs aandrijven van ten minste één van de bandvormige transportorganen. 25
9. Inrichting volgens een van de conclusies 4-8, waarin de transportorganen en het opvangorgaan zijn uitgevoerd voor het tijdens het transport draaien van het product.
10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, uitgevoerd om de stelen van de producten te draaien om de stelen in hoofdzaak evenwijdig met de transportorganen te brengen.
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het niveauverschil tussen het opvangorgaan en de bovenzijde van de transportorganen is 5 geselecteerd om groot genoeg te zijn om het draaien van de producten om een denkbeeldige opstaande as tegen te gaan maar klein genoeg is om het draaien om een denkbeeldige liggende as mogelijk te maken.
12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het niveauverschil tussen het opvangorgaan en de bovenzijde van de transportorganen tussen ongeveer 10 en 20 mm bedraagt.
13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de breedte van de tussenruimte tussen naburige transportorganen tussen de ongeveer 20 en 35 mm bedraagt.
14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het opvangorgaan een of meerdere al dan niet transporteerbare snaarvormige organen omvat.
15. Inrichting volgens een van de voorgaande 25 conclusies, omvattende aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de opvangorganen.
16. Inrichting volgens een van de conclusies 4-15, waarbij de aandrijfmiddelen van de opvangorganen gevormd 30 worden door de aandrijfmiddelen van de transportorganen.
17. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een sensor voor het afgeven van een eerste signaal dat representatief is voor de hoogte en/of lengte van een daarlangs getransporteerd product, een 5 verwerkingseenheid voor het verwerken van het eerste signaal, het vergelijken van de hoogte en/of lengte met respectievelijk een vooraf ingestelde maximale hoogte en/of een vooraf ingestelde maximale lengte en het afgeven van een tweede signaal dat representatief is voor het resultaat van 10 de een of meer vergelijkingen.
18. Inrichting volgens conclusie 17, omvattende met de verwerkingseenheid verbonden verwijderingsmiddelen, in het bijzonder een blaasmond voor het genereren van een 15 fluïdumstroom, waarbij de verwijderingsmiddelen zijn uitgevoerd om een product groter dan de maximale hoogte en/of lengte van de transportbaan te verwijderen.
19. Inrichting volgens een van de voorgaande 20 conclusies, omvattende een afvoertriller voor het opvangen van de gesneden koppen en stelen van de producten en het van elkaar scheiden van de koppen en stelen.
20. Samenstel voor het verwerken van producten, 25 omvattende: - een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies; - een verwerkingseenheid voor het verwerken van de via de inrichting getransporteerde en gerangschikte producten. 30
21. Samenstel volgens conclusie 20, omvattende een aanvoer voor het verenkelen van de producten en het op de transportorganen plaatsen daarvan.
22. Samenstel volgens conclusie 20 of 21, waarbij de verwerkingseenheid een snij-eenheid omvat voor het snijden van de stelen van de producten. 5
23. Werkwijze voor het verwerken van agrarische producten, in het bijzonder champignons, bij voorkeur in een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het product in het algemeen een kop en een steel omvat, de 10 werkwijze omvattende het op een transportbaan rangschikken van producten en het transporteren daarvan naar een verwerkingseenheid, waarbij het rangschikken van de producten op de transportbaan omvat het gezamenlijk laten ondersteunen van de producten op bandvormige 15 transportorganen en waarbij het transporteren omvat het met verschillende snelheden aandrijven van de transportorganen voor het tijdens het transport draaien van de producten totdat de koppen van de producten in de opvangruimte terechtkomen en de stelen van de producten neerwaarts 20 gedraaid zijn.
24. Werkwijze volgens conclusie 23, omvattende het tijdens het verder transporteren variëren van de snelheid van ten minste één van de transportorganen, in het bijzonder 25 het schoksgewijs variëren van de snelheid.
25. Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, omvattende het leiden van de producten langs de verwerkingseenheid voor verwerking daarvan.
NL2007003A 2011-06-28 2011-06-28 Inrichting en werkwijze voor het verwerken van agrarische producten. NL2007003C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007003A NL2007003C2 (nl) 2011-06-28 2011-06-28 Inrichting en werkwijze voor het verwerken van agrarische producten.
PL12174153T PL2540171T3 (pl) 2011-06-28 2012-06-28 Urządzenie i sposób przetwarzania produktów rolnych
EP12174153.2A EP2540171B1 (en) 2011-06-28 2012-06-28 Device and method for processing agricultural products

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007003A NL2007003C2 (nl) 2011-06-28 2011-06-28 Inrichting en werkwijze voor het verwerken van agrarische producten.
NL2007003 2011-06-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2007003C2 true NL2007003C2 (nl) 2013-01-03

Family

ID=46319652

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2007003A NL2007003C2 (nl) 2011-06-28 2011-06-28 Inrichting en werkwijze voor het verwerken van agrarische producten.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2540171B1 (nl)
NL (1) NL2007003C2 (nl)
PL (1) PL2540171T3 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104872798A (zh) * 2015-05-14 2015-09-02 李国献 香菇剪腿机
CN110355441A (zh) * 2019-07-25 2019-10-22 浙江硕而博科技股份有限公司 一种焊锡机上的传送机构

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0894441A1 (en) * 1997-08-01 1999-02-03 R.J. Research Limited Apparatus and a method for preparing mushrooms
WO2001033981A1 (en) * 1999-11-10 2001-05-17 Nederlandse Organisatie Voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek Tno Orientation mechanism
WO2003092354A1 (en) * 2002-05-03 2003-11-13 Districhamp N.V. Device for conveying and cutting off picked mushrooms

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL190860B (nl) * 1989-08-22 1994-05-02 Wilhelmus Nicolaas Johannes He Champignonoogstmachine.
NL194226C (nl) * 1993-08-05 2001-10-02 Dofra B V Inrichting voor het transporteren van geoogste champignons naar een snijinrichting.
NL1036880C2 (nl) 2009-04-20 2010-10-22 Gege Machb B V Inrichting voor het snijden van stelen van champignons.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0894441A1 (en) * 1997-08-01 1999-02-03 R.J. Research Limited Apparatus and a method for preparing mushrooms
WO2001033981A1 (en) * 1999-11-10 2001-05-17 Nederlandse Organisatie Voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek Tno Orientation mechanism
WO2003092354A1 (en) * 2002-05-03 2003-11-13 Districhamp N.V. Device for conveying and cutting off picked mushrooms

Also Published As

Publication number Publication date
EP2540171B1 (en) 2021-08-04
EP2540171A1 (en) 2013-01-02
PL2540171T3 (pl) 2022-01-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2604442C2 (ru) Способ и система для расположения стержнеобразных элементов и система для возвращения табака из бракованных сигарет
US8087509B2 (en) Transport apparatus and method for feeding articles to a packing machine
US20040011623A1 (en) Automatic linear machine for orienting and aligning articles
US9045243B2 (en) Apparatus and method for stacking corrugated sheet material
AU743352B2 (en) Conveyor device for products, in particular fruits, for feeding a unit sorting said products
CN101103836A (zh) 豆芽两端部分去除方法和用于此的豆芽处理装置
ES2539506T3 (es) Dispositivo de almacenamiento
NL2007003C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verwerken van agrarische producten.
CA2854547A1 (en) Method and device for separating sheet-shaped objects into strip-shaped or slab-shaped object sub-units
EP2942115B1 (en) Elevator for caps
US20080011166A1 (en) Bean sprout both end portions removing method and bean sprouts treating devices therefor
EP1547699A1 (en) Fruit sizing machine
KR100590595B1 (ko) 입상형 작물의 영상획득장치, 작물분배장치 및 입상형작물을 선별하기 위한 작물선별장치
US20090090255A1 (en) Agricultural product peeling apparatus
JP2008017810A (ja) もやしの両端部除去方法
JP3795674B2 (ja) 長物農産物の供給装置
NL1036880C2 (nl) Inrichting voor het snijden van stelen van champignons.
WO2015174853A1 (en) Carrier speed control
NL2032104B1 (en) Infeed apparatus and method of controlling infeed apparatus
JP4054671B2 (ja) 長物物品の供給装置
NL2014300B1 (en) Sorting apparatus.
NL1006157C2 (nl) Afneem- en inleginrichting voor hoogkant gepositioneerde platte produkten.
NL2016879A (nl) Inrichting voor het vormen van bossen van gewassen en binden ervan, in het bijzonder een bos of boeket van snijbloemen
US2037808A (en) Discharging mechanism fob
EP1671553A1 (en) Apparatus for processing sprouts

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230701