NL2006884C2 - Werkwijze en systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet. - Google Patents

Werkwijze en systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet. Download PDF

Info

Publication number
NL2006884C2
NL2006884C2 NL2006884A NL2006884A NL2006884C2 NL 2006884 C2 NL2006884 C2 NL 2006884C2 NL 2006884 A NL2006884 A NL 2006884A NL 2006884 A NL2006884 A NL 2006884A NL 2006884 C2 NL2006884 C2 NL 2006884C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bearing surface
products
blocking element
conveyor
layer
Prior art date
Application number
NL2006884A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Hendrikus Johannes Maria Verbruggen
Original Assignee
Vanderlande Ind Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vanderlande Ind Bv filed Critical Vanderlande Ind Bv
Priority to NL2006884A priority Critical patent/NL2006884C2/nl
Priority to EP12169222.2A priority patent/EP2530037B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2006884C2 publication Critical patent/NL2006884C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G59/00De-stacking of articles
    • B65G59/005De-stacking of articles by using insertions or spacers between the stacked layers

Landscapes

  • Separation, Sorting, Adjustment, Or Bending Of Sheets To Be Conveyed (AREA)
  • Sheets, Magazines, And Separation Thereof (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet, geschikt voor toepassing van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.
10 EP 2 062 838 openbaart een vacuüm-tafel waarvan het blad in twee gedeelten neerklapbaar is. In het blad zijn boringen aangebracht die op een vacuüm-generator zijn aangesloten. De tafel heeft verder een over het blad heen verplaatsbare balk. Indien een van een pallet afkomstige laag producten met daaronder een onderlegvel op het blad van de tafel wordt geplaatst, wordt het 15 onderlegvel door het vacuüm op het blad vastgezogen. Vervolgens worden de producten van het tafelblad af geduwd door de balk over het blad heen te verplaatsen. Hierbij blijft het onderlegvel op het blad vastgezogen. Nadat alle producten van de tafel af zijn geduwd, wordt het vacuüm onderbroken en worden vervolgens de twee gedeelten van het blad neergeklapt zodat het onderlegvel ervan 20 af valt/glijdt.
Een nadeel van de boven omschreven bekende vacuüm-tafel en de daarmee toegepaste werkwijze voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet is dat de tafel complex is en gevoelig is voor storingen en dat de werkwijze veel handelingen behoeft en tevens gevoelig is voor storingen. In de 25 praktijk is het lastig om de hoogte van de onderdruk van de vacuüm-tafel goed af te stemmen op het onderlegvel. Relatief dunne, kwetsbare onderlegvellen beschadigen relatief snel, dat wil zeggen door de onderdruk scheuren deze snel. Deeltjes kunnen vervolgens in het vacuüm-systeem terecht komen hetgeen tot storingen leidt. Bovendien kan hierdoor het onderlegvel niet opnieuw worden gebruikt. Verder is de 30 tafel complex door de wegklapbare gedeelten van het blad alsmede door het voorzien van de vacuüm-inrichting onder het blad. De werkwijze is bewerkelijk gezien de vele achtereenvolgende handelingen die nodig zijn om een onderlegvel te scheiden van de zich daarop bevindende laag producten.
2
Een doel van de onderhavige uitvinding is een werkwijze te verschaffen die eenvoudig is en minder gevoelig is voor storingen. Het genoemde doel wordt bereikt met de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, omvattende de stappen van: 5 a) het verschaffen van een transportinrichting met een verplaatsbaar eerste draagvlak, een verplaatsbaar tweede draagvlak, en een op een hoger niveau dan het eerste draagvlak en het tweede draagvlak voorzien stationair blokkeerelement, b) het op het eerste draagvlak plaatsen van een van een pallet 10 afkomstige combinatie van een laag producten met daaronder een onderlegvel, c) het met verplaatsingsmiddelen onder het stationaire blokkeerelement door verplaatsen van het eerste draagvlak waarbij producten door het blokkeerelement worden geblokkeerd en van het eerste draagvlak overgaan op het tweede draagvlak terwijl het onderlegvel onder invloed van wrijving met het 15 eerste draagvlak door het eerste draagvlak wordt meegenomen en onder het blokkeerelement door passeert, en d) het van het tweede draagvlak af verwijderen van de laag producten.
Een voordeel van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding is 20 dat door het onder het op een hoger niveau voorziene stationaire blokkeerorgaan door verplaatsen van het eerste draagvlak, het onderlegvel bij het onder de laag producten uit verwijderen meteen wordt afgevoerd, hetgeen zeer efficiënt is. Terwijl het onderlegvel door het eerste draagvlak wordt meegenomen en onder het stationaire blokkeerorgaan door passeert, wordt de laag producten op één en 25 dezelfde positie op de transportinrichting door het blokkeerorgaan geblokkeerd en gaat deze als gevolg hiervan over van het eerste naar het tweede draagvlak. Dit verlaagt het risico op storing door bijvoorbeeld omvallende producten. Het door wrijving meenemen van het onderlegvel is een zeer eenvoudige en doelmatige wijze van het afvoeren van het onderlegvel en hierdoor is de uitvinding in het bijzonder 30 geschikt voor toepassing bij relatief dunne onderlegvellen. Dit in tegenstelling tot de bovenomschreven bekende werkwijze waarbij een onderlegvel aan de vacuümtafel wordt gehecht (door het vacuüm). Bovendien valt de wrijvingskracht bij het van het onderlegvel verwijderen van de laag producten althans nagenoeg volledig weg en 3 kan het onderlegvel zonder enige verdere benodigde handelingen van het oppervlak van het eerste draagvlak worden verwijderd. Bovendien is door het verschaffen van het eerste en het tweede draagvlak, beide verplaatsbaar, een gunstige scheiding van functionaliteit tussen verwijderen van onderlegvel en afvoeren van producten 5 verschaft, waarbij hiertoe de eigenschappen van de beide draagvlakken optimaal kunnen worden gekozen.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet, geschikt voor toepassing van de bovenomschreven werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, 10 het systeem omvattende de transportinrichting met het verplaatsbaar eerste draagvlak, het verplaatsbaar tweede draagvlak, het stationaire blokkeerelement, en verplaatsingsmiddelen voor het onder het blokkeerelement door verplaatsen van het eerste draagvlak. De genoemde voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding zijn eveneens analoog aan de orde bij het systeem volgens de uitvinding.
15 Het is gunstig indien het eerste draagvlak en het tweede van het draagvlak beide zijn gevormd door althans gedeelten van een heen en weer verplaatsbaar bandtransportorgaan dat om omlooporganen is geslagen, waarbij de verplaatsingsmiddelen aandrijfmiddelen voor het roterend aandrijven van ten minste één van de omlooporganen omvatten, en waarbij het tweede draagvlak zodanig ten 20 opzichte van het eerste draagvlak is gerangschikt dat tijdens het onder het blokkeerelement door verplaatsen van het eerste draagvlak, het tweede draagvlak in de richting van het blokkeerelement verplaatst. Aldus verplaatst bij het aandrijven van het bandtransportorgaan het tweede draagvlak naar het blokkeerelement en komt daarmee onder de laag producten terecht.
25 Een hoge efficiëntie wordt bereikt indien het eerste draagvlak en het tweede draagvlak direct op elkaar aansluiten. Bij voorkeur is de lengte van het eerste draagvlak, in de verplaatsingsrichting gezien, in hoofdzaak gelijk aan de lengte van de laag producten. Hierdoor wordt zodra het onderlegvel onder de laag vandaan wordt afgevoerd direct het tweede draagvlak onder de laag gebracht.
30 Alternatief is het gunstig indien het tweede draagvlak is gevormd door althans een gedeelte van een verplaatsbaar bandtransportorgaan dat om omlooporganen is geslagen, waarbij de verplaatsingsmiddelen tevens aandrijfmiddelen voor het roterend aandrijven van ten minste één van de 4 omlooporganen omvatten, waarbij het eerste draagvlak is gevormd door een plaatelement dat direct boven het bandtransportorgaan is aangebracht, waarbij de verplaatsingsmiddelen zijn ingericht voor het heen en weer onder het blokkeerelement door verplaatsen van het plaatelement. Hierdoor kunnen de 5 producten bij het onder de laag vandaan verplaatsen van het plaatelement met daarop het onderlegvel, direct overgaan op het tweede draagvlak zonder daarover nog verder te glijden. Dit verlaagt de kans op storingen van het systeem.
Het is uitermate gunstig indien het eerste draagvlak is aangepast om in bedrijf een hogere statische wrijving met een onderlegvel te hebben dan het 10 tweede gedeelte. Hierdoor is bereikt dat het onderlegvel een goede grip heeft op het eerste draagvlak, terwijl producten zodra zij op het tweede draagvlak terecht komen hierover, indien nodig, eenvoudig kunnen glijden zodat slijtage aan producten niet of althans in mindere mate aan de orde is. Dit kan worden bereikt door bijvoorbeeld andere soorten materiaal voor het eerste en tweede draagvlak te gebruiken, 15 bijvoorbeeld in geval van het bandtransportorgaan twee aan elkaar vast gemaakte gedeelten van een onderling verschillende samenstelling rubber, of door bijvoorbeeld hetzelfde materiaal te gebruiken maar dit voor het eerste gedeelte van een ander oppervlakteprofiel te voorzien zodanig dat het ruwer is, of althans in bedrijf een hogere statische wrijving heeft met een onderlegvel.
20 Voor het stabiel van het eerste naar het tweede draagvlak doen overgaan van de laag producten is het gunstig indien het blokkeerelement zich loodrecht op de richting van de verplaatsing van het eerste draagvlak uitstrekt.
Het is gunstig indien het systeem verdere verplaatsingsmiddelen omvat voor het in hoofdzaak in verticale richting verplaatsen van het blokkeerelement 25 tussen een eerste, actieve positie waarin het blokkeerelement in bedrijf producten kan blokkeren, en een tweede, passieve positie waarin het blokkerelement tot buiten het bereik van zich in bedrijf op het eerste draagvlak bevindende producten is verplaatst.
Bij voorkeur is in verplaatsingsrichting van het tweede draagvlak 30 gezien de lengte van de transportinrichting althans nagenoeg gelijk is aan de lengte van de bovenzijde van de transportinrichting. Hierdoor kan een laag producten die van een onderlegvel is ontdaan snel van de transportinrichting worden afgevoerd.
Het is met name in dit kader eveneens gunstig indien aansluitend op 5 de transportinrichting een afvoertransporteur is voorzien, waarbij een draagvlak van de afvoertransporteur zodanig aansluitend op het tweede draagvlak van de transportinrichting is geplaatst dat in bedrijf producten van ten minste het tweede gedeelte tijdens een verplaatsing ervan op het draagvlak van de afvoertransporteur 5 overgaan.
Het is bovendien gunstig indien aansluitend op de transportinrichting een aanvoertransporteur is voorzien, waarbij een draagvlak van de aanvoertransporteur zodanig aansluitend op het eerste draagvlak van de transportinrichting is geplaatst dat in bedrijf producten van het draagvlak van de 10 aanvoertransporteur op het eerste draagvlak van de transportinrichting overgaan. Bij grote voorkeur is hierbij het blokkeerelement tussen het eerste draagvlak en het draagvlak van de aanvoertransporteur in geplaatst en is het verder bij voorkeur in neerwaartse richting tot onder het vlak van het eerste draagvlak en van het draagvlak van de aanvoertransporteur verplaatsbaar voor het in diens passieve positie 15 brengen.
Bij voorkeur omvat het systeem verder toevoermiddelen voor het aan de transportinrichting toevoeren van een combinatie van een afzonderlijke laag producten met daaronder een onderlegvel afkomstig van een pallet, waarbij de toevoermiddelen bij voorkeur van het type vacuüm-grijper zijn.
20 De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van systemen volgens de onderhavige uitvinding, aan de hand van de navolgende schematische figuren, waarin: - figuur 1a-1e in zijaanzicht een eerste voorkeursuitvoeringsvorm 25 van een systeem volgens de onderhavige uitvinding tonen, in verschillende achtereenvolgende bedrijfstoestanden, - figuur 2a-2e in zijaanzicht een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem volgens de onderhavige uitvinding tonen, in verschillende achtereenvolgende bedrijfstoestanden, 30 - figuur 3a-3e in zijaanzicht een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem volgens de onderhavige uitvinding tonen, in verschillende achtereenvolgende bedrijfstoestanden, - figuur 4a-4c in zijaanzicht een vierde voorkeursuitvoeringsvorm van 6 een systeem volgens de onderhavige uitvinding tonen, in verschillende achtereenvolgende bedrijfstoestanden, en - figuur 5a en 5b in driedimensionale weergave de eerste voorkeursuitvoeringsvorm tonen in twee verschillende bedrijfstoestanden.
5 In figuur 1a is een systeem 1 getoond waarmee een combinatie van een laag 2 met producten 3 en daaronder een onderlegvel 4 kan worden verwerkt. De combinatie is afkomstig van een verder niet in de figuren getoonde pallet waarop dergelijke combinaties zijn opgestapeld. De laag 2 die bij wijze van voorbeeld in de figuren is getoond bestaat in zijaanzicht gezien uit vijf naast elkaar gerangschikte 10 identieke producten 3. In vooraanzicht gezien kan de laag bijvoorbeeld eveneens uit vijf naast elkaar gerangschikte producten 3 bestaan waardoor de laag 2 in feite een raster van 25 producten betreft. Het onderlegvel 4 kan bijvoorbeeld een relatief stijf vel uit bijvoorbeeld golfkarton zijn of een relatief slap vel uit dun papier of een ander geschikt materiaal. Gebruikelijk zijn de afmetingen van het onderlegvel 4 ongeveer 15 gelijk aan de buitenafmetingen van de laag 2, hoewel het met grote regelmaat voorkomt dat een onderlegvel 4 een weinig kleiner is dan de laag 2.
Het systeem 1 omvat een transportinrichting die in hoofdzaak wordt gevormd door een transporteur 10 die een eindloos transportorgaan in de vorm van een om omlooporganen 11 geslagen band 12 omvat. Ten minste één van de 20 omlooporganen 11 is aandrijfbaar voor het heen en weer over de omlooporganen 11 verplaatsen van de band 12. Aan de bovenzijde van de transporteur 10, dat wil zeggen op een hoger niveau dan de band 12, is op enige afstand van de band 12, een stationair blokkeerelement 18 op de transportinrichting voorzien. Stationair blokkeerelement 18 is op niet nader in de figuren getoonde wijze met een gestel van 25 de transportinrichting verbonden zodanig dat het niet in de verplaatsingsrichting van de band 12 kan verplaatsen. Blokkeerelement 18 is balk vormig en strekt zich dwars over de band 12, dat wil zeggen in het in figuur 1a getoonde aanzicht haaks op het vlak van het papier uit.
Band 12 heeft een eerste gedeelte 14 dat relatief ruw is. In de 30 figuren is het eerste gedeelte van band 12 met een relatief dikke doorgestrokken streep aangeduid. Dit relatief ruwe gedeelte 14 bevindt zich in figuur 1a aan de bovenzijde van de transporteur 10 en vormt daar een eerste draagvlak 14. Een tweede, resterend gedeelte 16 van de band 12 is ten opzichte van het eerste 7 gedeelte 14 relatief glad en vormt een tweede draagvlak 16 waarop, althans wanneer het tweede gedeelte 16 zich aan de bovenzijde van de transporteur 10 bevindt, producten kunnen worden geplaatst. In de figuren is het tweede gedeelte van band 12 met een dunnere doorgestrokken streep aangeduid. Met relatief ruw wordt in het 5 kader van de uitvinding bedoeld dat het eerste gedeelte 14 van de band 12 is aangepast om door wrijving een onderlegvel 4 bij het verplaatsen van het eerste gedeelte 14 door het roterend aandrijven van een omlooporgaan 11 met het eerste gedeelte 14 mee te nemen. Het tweede, relatief gladde gedeelte 16 heeft een oppervlak dat zodanig is aangepast dat producten 3, althans vergeleken met het 10 eerste gedeelte 14, relatief gemakkelijk over het tweede gedeelte 16 kunnen glijden. Het voordeel van een dergelijke transportband 12 zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een werkwijze voor het verwerken van een laag producten 3 zoals boven omschreven onder gebruikmaking van het boven omschreven systeem 1.
15 In de toestand van het systeem die in figuur 1a is getoond wordt een combinatie van een laag 2 met producten 3 en daaronder een onderlegvel 4 naar de transporteur 10 verplaatst. Verplaatsingsmiddelen van de transporteur 10 bewerkstelligen via het aandrijven van een omlooporgaan 11 dat het eerste, ruwe gedeelte 14 van de band 12 aan de bovenzijde van de transporteur 10 wordt 20 geplaatst en zo een eerste draagvlak 14 vormt waarop de combinatie kan worden geplaatst.
In figuur 1b is, ten opzichte van de toestand volgens figuur 1a, de combinatie van de laag 2 en onderlegvel 4 op het eerste draagvlak 14 geplaatst. In figuur 6a is het systeem 1 volgens figuur 1b getoond, waarbij een hieronder nader te 25 omschrijven opvangbak 19 voor onderlegvellen 4 niet is getoond en waarbij tevens de op het onderlegvel 4 aanwezige laag 2 met producten 3 niet is getoond. Vervolgens wordt de band 12 zodanig in een eerste verplaatsingsrichting 13 aangedreven dat het gedeelte van de band 12 dat het eerste draagvlak 14 vormt onder het stationaire blokkeerelement 18 door verplaatst. Hierbij wordt het 30 onderlegvel 4 onder invloed van wrijving met het eerste draagvlak 14 meegenomen en passeert dit eveneens onder het blokkeerelement 18 door en wordt aldus onder de laag 2 uit verwijderd, terwijl het deel van de band 12 dat het tweede draagvlak 16 vormt onder de laag 2 komt te liggen. Zie figuur 1c en ook figuur 5b. Het 8 blokkeerelement 18 is hierbij zodanig dicht bij het oppervlak van band 12 geplaatst dat enkel het onderlegvel 4 onder blokkeerelement 18 door kan passeren, terwijl blokkeerelement 18 de op het onderlegvel 4 aanwezige producten 3 blokkeert. Door de hoge wrijving tussen het ruwe, eerste draagvlak 14 en het onderlegvel 4 wordt het 5 onderlegvel 4 meegenomen bij verplaatsing van het eerste draagvlak 14, en schuiven de producten 3 van het onderlegvel 4 af en komen terecht op het tweede, meer gladde, draagvlak 16, waaroverheen de producten 3 relatief gemakkelijk kunnen glijden. Zie figuur 1c. Hierbij is in de toestand volgens figuur 1b het eerste draagvlak 14 bij voorkeur zodanig ten opzichte van het onderlegvel 4 geplaatst dat 10 een van het blokkeerelement 18 af gelegen scheidingsrand 15 tussen eerste draagvlak 14 en tweede draagvlak 16 ongeveer ter plaatse van de aan die zijde gelegen begrenzingsrand van het onderlegvel 4 is gepositioneerd. Hierdoor glijden producten 3 direct vanaf het onderlegvel 4 op het tweede draagvlak 16 en glijden deze niet eerst over een (beperkte) afstand over het ruwere eerste draagvlak 14.
15 Wanneer het eerste draagvlak 14 samen met het onderlegvel 4 zodanig ver onder het blokkeerelement 18 door is verplaatst dat het onderlegvel 4 volledig onder de producten 3 uit verwijderd is, zoals in figuur 1d is getoond, kan de band 12 in een tegenovergestelde tweede richting 17 worden aangedreven voor het van de transporteur 10 afvoeren van de laag 2 met producten 3. Het onderlegvel 4 20 kan hierbij, zoals in figuur 1d en 1e is getoond, in een daartoe aangepaste opvangbak 19 worden opgevangen. Een belangrijk voordeel van het feit dat het onderlegvel onder invloed van wrijving door het eerste draagvlak 14 wordt meegenomen is dat zodra er geen producten 3 meer op het onderlegvel 4 rusten, de wrijvingskracht althans nagenoeg volledig wegvalt en dat het onderlegvel 4, 25 bijvoorbeeld in de in figuur 1c getoonde uitvoering van het systeem 1 waarbij de band 12 juist achter blokkeerelement 18 om een omlooporgaan 11 is geslagen, als vanzelfvan de band 12 los komt en opgevangen kan worden in bijvoorbeeld een bak 19.
In figuren 2a tot en met 2e is een systeem 100 als een verdere 30 voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem volgens de onderhavige uitvinding getoond. Systeem 100 omvat een transportinrichting die door in hoofdzaak zelfde transporteur 10 is gevormd als hierboven in het kader van de beschrijving van systeem 1 is omschreven en overeenkomende onderdelen zijn derhalve met 9 overeenkomende verwijzingscijfers aangeduid. Het systeem omvat verder een naast transporteur 10 geplaatste aanvoertransporteur 20. Aanvoertransporteur 20 betreft een bandtransporteur en is zodanig ten opzichte van de transporteur 10 geplaatst dat producten van een draagvlak van de aanvoertransporteur 20 op band 12 van de 5 transporteur 10 worden overgezet, door het tijdelijk synchroon in dezelfde richting 17 aandrijven van de beide transporteurs 10, 20.
Tussen transporteur 10 en 20 is een blokkeerelement 180 voorzien. Functioneel is het blokkeerelement 180 overeenkomstig het blokkeerelement 18 zoals boven omschreven. Blokkeerelement 180 kan echter van een passieve positie 10 waarin blokkeerelement 180 zich buiten het bereik van op de transporteurs aanwezige producten bevindt, naar een actieve positie waarin blokkeerelement 180 producten kan blokkeren die zich op band 12 bevinden worden verplaatst. In figuur 2a en 2b is blokkeerelement 180 in de passieve positie getoond waarin deze zich juist onder de draagvlakken van de beide transporteurs 10, 20 bevindt. Aan de 15 bovenzijde ervan is op blokkeerelement 180 een rol 181 geplaatst zodat de door blokkeerelement 180 ingenomen ruimte tussen de transporteurs 10, 20 is opgevuld en in de passieve positie producten 3 van de aanvoertransporteur 20, via de rol 181 op het blokkeerelement 180, kunnen worden overgezet op transporteur 10. Alternatief voor het tussen de transporteurs 10, 20 onder het draagvlak laten 20 verzinken van het blokkeerelement 180 kan uiteraard ook worden gekozen om het blokkeerelement 180 opwaarts uit het bereik van de producten 3 te verplaatsen. In dat geval kunnen de transporteurs 10, 20 desgewenst direct aansluitend worden geplaatst.
De actieve positie van het blokkeerelement 180 is getoond in figuur 25 2c, 2d en 2e. Hier bevindt het blokkeerelement 180 zich in dezelfde positie als het stationaire blokkeerelement 18 dat in figuren 1a-1e is getoond.
Wanneer, zoals in figuur 2a is getoond, een laag 2 met producten 3 met daaronder een onderlegvel 4 op de aanvoertransporteur 20 is geplaatst, wordt blokkeerelement 180 in diens passieve positie geplaatst en wordt verder het eerste 30 draagvlak 14 van band 12 van transporteur 10 zodanig gepositioneerd dat begrenzingsrand 15 tussen het eerste draagvlak 14 en het tweede draagvlak 16 ter plaatse van het blokkeerelement 180 is voorzien. Vervolgens worden de transporteurs 10, 20 zodanig synchroon aangedreven in de richting 17 zoals in figuur 10 2b is getoond dat de laag 2 inclusief onderlegvel 4 overgaat van de aanvoertransporteur 20 op het eerste draagvlak 14 van de band 12 van de transporteur 10. Zie figuren 2b en 2c.
Indien de combinatie van laag 2 en onderlegvel 4 het 5 blokkeerelement 180 volledig is gepasseerd en deze zich dus volledig op het eerste draagvlak 14 bevindt, zoals in figuur 2c is getoond, verplaatst blokkeerelement 180 opwaarts naar diens actieve positie zoals eveneens in figuur 2c is getoond. De werkwijze verloopt verder identiek aan de werkwijze zoals boven omschreven in het kader van systeem 1. Zie figuur 2c en 2d. Het verschil is wel dat bij het onder het 10 blokkeerelement 180 door verplaatsen van het eerste draagvlak 14 met het onderlegvel 4 (zie figuur 2d en vergelijk figuur 1c) dat het onderlegvel 4 op het draagvlak van transporteur 20 terecht komt en hierdoor verder wordt afgevoerd naar opvangbak 19, dat wil zeggen door transporteur 20 in tegengestelde richting aan de richting 17 zoals in figuur 2b is aangegeven aan te drijven. Zie figuur 2e.
15 Bij het van transporteur 10 afvoeren van de laag 2 met producten 3 waarbij het onderlegvel 4 op de bovenomschreven wijze al onder de laag 2 vandaan is verwijderd, is het veelal noodzakelijk om meteen al bij het afvoeren de laag 2 te splitsen in afzonderlijke rijen producten 3. Hiertoe wordt transporteur 10 zodanig intermitterend aangedreven dat telkens één rij producten 3 van de transporteur 10 af 20 wordt bewogen en bijvoorbeeld op een verder niet weergegeven verdere transporteur terecht komt. Verderop, dat wil zeggen stroomafwaarts, worden deze rijen gebruikelijk verder zodanig gesplitst dat uiteindelijk afzonderlijke producten 3 los van elkaar worden getransporteerd. Aangezien de transporteur 10 aldus voor het afvoeren van producten 3 intermitterend wordt aangedreven kan er op dat moment 25 nog geen nieuwe combinatie van een laag 2 met daaronder een onderlegvel 4 op de transporteur worden geplaatst. Het boven omschreven systeem 100 heeft hierbij het voordeel dat er alvast een combinatie op de aanvoertransporteur 20 kan worden klaargezet direct na het over de tweede transporteur 20 heen afvoeren van het onderlegvel 4. Hierdoor kan direct na het afvoeren van producten, of zelfs tijdens het 30 afvoeren ervan, aangezien de scheidingsrand 15 tussen eerste draagvlak 14 en tweede draagvlak 16 zich na het onder de producten 3 uit verwijderen van een onderlegvel 4 ter plaatse van het blokkeerelement 180 bevindt (zie figuren 2e), de nieuwe combinatie van de aanvoertransporteur 20 worden overgezet op het eerste 11 draagvlak van de transporteur 10. Hierdoor kunnen achtereenvolgende lagen van producten afkomstig van een pallet meer efficiënt worden verwerkt. Alternatief voor het intermitterend aandrijven van transporteur 10 zoals boven omschreven kan uiteraard ook transporteur 10 zodanig worden aangedreven dat de snelheid van de 5 band 12 lager is dan de snelheid van een daarnaast voorziene verdere transporteur voor het afvoeren van producten zodat tijdens het overgaan van producten van transporteur 10 naar de verdere transporteur, daardoor de laag 2 ook in afzonderlijke rijen splitst.
Figuren 3a tot en met 3e tonen een systeem 200 als nog verdere 10 voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding. Systeem 200 omvat een transportinrichting met in hoofdzaak zelfde transporteur 10 als hierboven is omschreven en derhalve zijn overeenkomende onderdelen met overeenkomende verwijzingscijfers aangeduid. Naast transporteur 10 is een afvoertransporteur 30 geplaatst. Afvoertransporteur 30 betreft een bandtransporteur en is zodanig ten 15 opzichte van de transporteur 10 geplaatst dat producten van de transporteur 10 op de afvoertransporteur 30 kunnen worden overgezet, door het tijdelijk en bij voorkeur synchroon in dezelfde richting aandrijven van de beide transporteurs 10, 30. Het onder een laag 2 met producten 3 uit verwijderen van een onderlegvel 4 geschiedt op dezelfde wijze als bij systeem 1 zoals boven omschreven. Vergelijk figuren 3a-3d met 20 figuren 1a-1d. In tegenstelling tot de situatie zoals hierboven is omschreven waarbij transporteur 10 bij het afvoeren van de laag 2 intermitterend wordt aangedreven (of relatief langzaam) kan bij systeem 200 in één synchrone beweging van transporteur 10 en 30 de volledige laag 2 worden overgezet voordat de producten op een verdere transporteur voor het afvoeren van producten worden overgezet, hetgeen sneller kan 25 plaatsvinden. Hierdoor is transporteur 10 weer sneller beschikbaar voor het onder een laag producten uit verwijderen van een onderlegvel 4.
Figuren 4a tot en met 4c tonen een systeem 300 als nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding. Systeem 300 omvat een transportinrichting met een transporteur 50 die gelijkenis heeft met 30 transporteur 10 als hierboven is omschreven en overeenkomende onderdelen zijn derhalve met overeenkomende verwijzingscijfers aangeduid. In tegenstelling tot transporteur 10 heeft de transportband 12 geen twee afzonderlijke, afzonderlijke draagvlakken vormende, gedeelten met een verschillende ruwheid. In feite vormt de 12 gehele transportband 12, althans ter plaatse van de bovenzijde van de transporteur 50, een tweede draagvlak 54 voor producten 3. Het eerste draagvlak is echter gevormd door een afzonderlijk plaatelement 52 dat deel uit maakt van de transportinrichting. Plaatelement 52 is glijdend op of alternatief op korte afstand van 5 tweede draagvlak 54 aangebracht en is door verder niet getoonde verplaatsingsmiddelen heen en weer onder het blokkeerelement 18 door verplaatsbaar. Een bovenzijde van het plaatelement 52 komt functioneel overeen met het bovenomschreven eerste draagvlak 14, dat wil zeggen dat de ruwheid zodanig is dat bij het onder het blokkeerelement 18 door verplaatsen van het 10 plaatelement 52, het onderlegvel 4 onder invloed van verhoogde wrijving, wordt meegenomen. Zie figuur 4c. Tijdens het onder het blokkeerelement 18 door verplaatsen van het plaatelement 52 glijden de producten 3, aan de van het blokkeerelement 18 af gelegen zijkant van het plaatelement 52, daarvan af en komen de producten 3 op de het tweede draagvlak 54 vormende transportband 12 terecht, 15 waarna ze verder afgevoerd kunnen worden. Het onderlegvel 4 kan van het plaatelement 52 worden verwijderd waarna het plaatelement 52 weer terug onder het blokkeerelement 18 door wordt verplaatst zodat er een verdere combinatie op kan worden gezet.
Alternatief voor het in figuren 4a-4c getoonde systeem 300, waarin 20 de verplaatsingsrichting van het plaatelement 52 parallel is aan de verplaatsingsrichting van de band 12 en waarbij het blokkeerelement 18 zich dwars op deze verplaatsingsrichting over de transporteur 50 heen uitstrekt, is het ook mogelijk om het plaatelement 52 en het blokkeerelement 18 over 90 graden te roteren zodat de verplaatsingsrichting van het plaatelement 52 haaks is op de 25 verplaatsingsrichting van de band 12. Ofwel, het plaatelement 52 met het onderlegvel 4 wordt dan in dwarsrichting onder de producten 3 uit getrokken.
De combinatie van de laag 2 van producten 3 en onderlegvel 4 wordt bijvoorbeeld door middel van een verder niet in de figuren getoonde depalletiseer-robot met een vacuüm-grijper op de transporteur 10, 20, 50 gezet. Met het systeem 30 volgens de uitvinding is het verder ook mogelijk om pallets te verwerken waarvan de lagen producten niet, of niet allemaal, van onderlegvellen zijn voorzien. In een geval van verwerking van een laag zonder onderlegvel fungeert de transporteur 10 enkel voor het verder transporteren van de laag en wordt blokkeerelement 18 niet gebruikt.
13
Bij transporteur 50 kan plaatelement 52 voorafgaand aan plaatsing van een dergelijke laag zonder onderlegvel onder het blokkeerelement 18, ofwel tot buiten het bereik van de producten worden verplaatst, waardoor de laag direct op band 12 kan worden gezet.
5

Claims (12)

1. Werkwijze voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet, de werkwijze omvattende de stappen van: 5 a) het verschaffen van een transportinrichting met een verplaatsbaar eerste draagvlak, een verplaatsbaar tweede draagvlak, en een op een hoger niveau dan het eerste draagvlak en het tweede draagvlak voorzien stationair blokkeerelement, b) het op het eerste draagvlak plaatsen van een van een pallet 10 afkomstige combinatie van een laag producten met daaronder een onderlegvel, c) het met verplaatsingsmiddelen onder het stationaire blokkeerelement door verplaatsen van het eerste draagvlak waarbij producten door het blokkeerelement worden geblokkeerd en van het eerste draagvlak overgaan op het tweede draagvlak terwijl het onderlegvel onder invloed van wrijving met het 15 eerste draagvlak door het eerste draagvlak wordt meegenomen en onder het blokkeerelement door passeert, en d) het van het tweede draagvlak af verwijderen van de laag producten.
2. Systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van 20 een pallet, geschikt voor toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1, het systeem omvattende de transportinrichting met het verplaatsbaar eerste draagvlak, het verplaatsbaar tweede draagvlak, het stationaire blokkeerelement, en verplaatsingsmiddelen voor het onder het blokkeerelement door verplaatsen van het eerste draagvlak.
3. Systeem volgens conclusie 2, waarbij het eerste draagvlak en het tweede van het draagvlak beide zijn gevormd door althans gedeelten van een heen en weer verplaatsbaar bandtransportorgaan dat om omlooporganen is geslagen, waarbij de verplaatsingsmiddelen aandrijfmiddelen voor het roterend aandrijven van ten minste één van de omlooporganen omvatten, en waarbij het tweede draagvlak 30 zodanig ten opzichte van het eerste draagvlak is gerangschikt dat tijdens het onder het blokkeerelement door verplaatsen van het eerste draagvlak, het tweede draagvlak in de richting van het blokkeerelement verplaatst.
4. Systeem volgens conclusie 3, waarbij het eerste draagvlak en het tweede draagvlak direct op elkaar aansluiten.
5. Systeem volgens conclusie 2, waarbij het tweede draagvlak is gevormd door althans een gedeelte van een verplaatsbaar bandtransportorgaan dat om omlooporganen is geslagen, waarbij de verplaatsingsmiddelen tevens 5 aandrijfmiddelen voor het roterend aandrijven van ten minste één van de omlooporganen omvatten, waarbij het eerste draagvlak is gevormd door een plaatelement dat direct boven het bandtransportorgaan is aangebracht, waarbij de verplaatsingsmiddelen zijn ingericht voor het heen en weer onder het blokkeerelement door verplaatsen van het plaatelement.
6. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste draagvlak is aangepast om in bedrijf een hogere statische wrijving met een onderlegvel te hebben dan het tweede gedeelte.
7. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het blokkeerelement zich loodrecht op de richting van de verplaatsing van het eerste 15 draagvlak uitstrekt.
8. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende verdere verplaatsingsmiddelen voor het in hoofdzaak in verticale richting verplaatsen van het blokkeerelement tussen een eerste, actieve positie waarin het blokkeerelement in bedrijf producten kan blokkeren, en een tweede, passieve positie 20 waarin het blokkerelement tot buiten het bereik van zich in bedrijf op het eerste draagvlak bevindende producten is verplaatst.
9. Systeem volgens conclusie 3 of 5 of een respectievelijke daarvan afhankelijke conclusie, waarbij in verplaatsingsrichting van het tweede draagvlak gezien de lengte van de transportinrichting althans nagenoeg gelijk is aan de lengte 25 van de bovenzijde van de transportinrichting.
10. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij aansluitend op de transportinrichting een afvoertransporteur is voorzien, waarbij een draagvlak van de afvoertransporteur zodanig aansluitend op het tweede draagvlak van de transportinrichting is geplaatst dat in bedrijf producten van ten minste het 30 tweede gedeelte tijdens een verplaatsing ervan op het draagvlak van de afvoertransporteur overgaan.
11. Systeem volgens conclusie 8 en volgens conclusie 9 of 10, waarbij aansluitend op de transportinrichting een aanvoertransporteur is voorzien, waarbij een draagvlak van de aanvoertransporteur zodanig aansluitend op het eerste draagvlak van de transportinrichting is geplaatst dat in bedrijf producten van het draagvlak van de aanvoertransporteur op het eerste draagvlak van de transportinrichting overgaan.
12. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies 2 tot en met 10, waarbij het systeem verder is voorzien van toevoermiddelen voor het aan de transportinrichting toevoeren van een combinatie van een afzonderlijke laag producten met daaronder een onderlegvel afkomstig van een pallet, waarbij de toevoermiddelen bij voorkeur van het type vacuüm-grijper zijn. 10
NL2006884A 2011-06-01 2011-06-01 Werkwijze en systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet. NL2006884C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006884A NL2006884C2 (nl) 2011-06-01 2011-06-01 Werkwijze en systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet.
EP12169222.2A EP2530037B1 (en) 2011-06-01 2012-05-24 Method and system for processing a layer of products from a pallet

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006884 2011-06-01
NL2006884A NL2006884C2 (nl) 2011-06-01 2011-06-01 Werkwijze en systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006884C2 true NL2006884C2 (nl) 2012-12-04

Family

ID=46085509

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006884A NL2006884C2 (nl) 2011-06-01 2011-06-01 Werkwijze en systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2530037B1 (nl)
NL (1) NL2006884C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102016107384B4 (de) * 2016-04-21 2019-11-21 Martinmechanic Friedrich Martin Gmbh & Co. Kg Entstapeleinrichtung zum lageweisen Entstapeln von Transportpaletten mit durch oder ohne durch Zwischenlagen getrennten Stapellagen
DE102021126921A1 (de) 2021-10-18 2023-04-20 Audi Aktiengesellschaft Verfahren zur lageweisen Entnahme einer Komponente aus einem Magazin oder einem Behälter sowie Anordnung zur Verwendung in dem Verfahren
US20230174325A1 (en) * 2021-10-22 2023-06-08 Symbotic Canada, Ulc Intelligent robotized depalletizer

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20080193272A1 (en) * 2007-02-08 2008-08-14 Sage Automation, Inc. Process for depalletizing goods
EP2062838A1 (de) * 2007-11-26 2009-05-27 FPT Projekt GmbH Verfahren und Vorrichtung zur Entfernung von Zwischenablagen von palettierten Waren und Gütern

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20080193272A1 (en) * 2007-02-08 2008-08-14 Sage Automation, Inc. Process for depalletizing goods
EP2062838A1 (de) * 2007-11-26 2009-05-27 FPT Projekt GmbH Verfahren und Vorrichtung zur Entfernung von Zwischenablagen von palettierten Waren und Gütern

Also Published As

Publication number Publication date
EP2530037A1 (en) 2012-12-05
EP2530037B1 (en) 2013-12-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2412887C1 (ru) Устройство для упаковки предметов на приводном конвейере
JP6534820B2 (ja) 押し込み機構、および、これを備える箱詰め装置
EP2408698B1 (fr) Station de chargement pour des éléments en plaque et machine de traitement de tels éléments
DK2791017T3 (en) Apparatus for emptying load carriers loaded with cargo
NL8602739A (nl) Werkwijze en inrichting voor het afleggen van kontinu naar een stapelplaats getransporteerde vellen.
NL2006884C2 (nl) Werkwijze en systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet.
EP2263943A1 (en) Tray overturning device
JP2007276988A (ja) ダンボールケースの積み重ね方法
CN212401708U (zh) 片状物料自动分离入托机构
US20120012440A1 (en) Negative-pressure conveyor
KR101757064B1 (ko) 카톤 파일의 박스 포장지 제거장치
US20140035220A1 (en) Machine for separating sheets of cartons
US6010300A (en) Stacker
CN109534033B (zh) 用于拾取坯料样品的装置、用于修整片材形元件的机器以及拾取坯料的方法
US20120223472A1 (en) Systems and methods for feeding single sheets
JP2019064808A (ja) スライス肉のトレー盛付装置
EP3536642B1 (en) Dispensing apparatus for denesting cardboard sheets
KR100913764B1 (ko) 김적재 장치
EP0987207A1 (en) Method and arrangement for group-dividing of folded printed matter
US8529186B2 (en) Collecting and transport device for a stack formed by layers of sheets
JP2008024456A (ja) シート集積装置
NL1018453C1 (nl) Inrichting voor het ontladen van een stapel producten.
NL1022628C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het laagsgewijs verwijderen van voorwerpen van een drager.
CN109415162A (zh) 具有托盘更换模块的堆叠件准备单元
CN107032166B (zh) 一种折叠式堆叠清废机

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701