NL2006143C2 - CONFIRMATION SYSTEM AND METHOD FOR MAINLY FIXING A PLATE, A PLATE CONFIRMED ON A FIXING SYSTEM AND A COMPOSITION CONTAINING A FIXING SYSTEM AND A PLATE FIXED ON THEM. - Google Patents

Description

P93197NL00P93197NL00

Titel: Bevestigingssysteem en werkwijze voor het hoofdzakelijk in één vlak bevestigen van een plaat, een plaat bevestigd op een 5 bevestigingssysteem en een samenstel omvattende een bevestigingssysteem en een daarop bevestigde plaatTitle: Mounting system and method for fixing a plate substantially in one plane, a plate mounted on a mounting system and an assembly comprising a mounting system and a plate mounted thereon

De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingssysteem voor het hoofdzakelijk in één vlak bevestigen van een plaat, omvattende een 10 bevestigingsstructuur. Verder heeft de uitvinding betrekking op een plaat bevestigd op een bevestigingssysteem. De uitvinding heeft ook betrekking op een samenstel omvattende een bevestigingssysteem. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het hoofdzakelijk in één vlak bevestigen van een plaat. De plaat kan elke bevestigbaar plaat zijn, bij 15 voorkeur een dunne plaat. Verder kan de plaat een flexibele plaat zijn en bij voorkeur een oprolbare plaat, zoals een vel papier, een vel fotopapier, een poster, een aanplakbiljet, een schildersdoek, of een plasticfolie. Ook kan de plaat bijvoorbeeld een metalen plaat zijn.The invention relates to a fixing system for fixing a plate substantially in one plane, comprising a fixing structure. The invention further relates to a plate mounted on a mounting system. The invention also relates to an assembly comprising a mounting system. The invention also relates to a method for fixing a plate substantially in one plane. The plate can be any attachable plate, preferably a thin plate. Furthermore, the plate can be a flexible plate and preferably a roll-up plate, such as a sheet of paper, a sheet of photo paper, a poster, a poster, a painting canvas, or a plastic film. The plate can also be, for example, a metal plate.

Er zijn verschillende bekende werkwijzen voor het hoofdzakelijk in 20 één vlak bevestigen van een plaat. Bijvoorbeeld is een bekende werkwijze het bevestigen van een plaat aan een muur door de hoeken van de plaat op de muur vast te spelden of met plakband aan de muur te plakken. Nadelen hiervan omvatten ondermeer het beschadigen van de plaat en de muur, en het ontnemen van het zicht op gedeelten van de plaat. Een andere bekende 25 werkwijze is het hechten van de plaat op een bekend bevestigingssysteem, zoals een plank welke veel stijver is dan de plaat, en het vervolgens aan een muur ophangen van het bekende bevestigingssysteem met de aangehechte plaat, wat omslachtig en tijdrovend is. Bovendien hangt het eindresultaat heel erg af van de vaardigheden van de gebruiker.There are several known methods for fixing a plate mainly in one plane. For example, a known method is to attach a plate to a wall by pinning the corners of the plate on the wall or by sticking it to the wall with adhesive tape. Disadvantages of this include damaging the plate and the wall, and depriving the view of parts of the plate. Another known method is to attach the plate to a known fixing system, such as a board which is much stiffer than the plate, and then to hang the known fixing system on a wall with the attached plate, which is cumbersome and time-consuming. Moreover, the end result depends very much on the skills of the user.

30 Bij nog een andere werkwijze wordt een ander bekend bevestigingssysteem gebruikt, waarbij de plaat tussen een achterbord en 2 een glasplaat wordt geklemd. Het kan heel lastig zijn de plaat goed tussen het bord en de glasplaat te positioneren. Vooral kan het lastig zijn om de glasplaat aan te brengen zonder daarbij de plaat te verschuiven. Daardoor kan deze werkwijze een tijdrovend aangelegenheid worden. Bovendien kan 5 de plaat na verloop van tijd verschuiven, ondanks dat deze netjes is bevestigd. Verder moeten er clips worden gebruikt voor het klemmen, en gedeelten van de clips strekken zich uit voor de plaat en blokkeren dan dus het zicht op gedeelten van de plaat. Bovendien kan de glasplaat hinderlijk weerspiegelen en/of kan de kleur van de glasplaat de waarneming van de 10 plaat beïnvloeden. Daarnaast kan deze werkwijze duur zijn, en het gebruikte bevestigingssyteem kan nadelig zwaar zijn en, wat betreft het glas, gevaarlijk.In yet another method, another known fixing system is used, wherein the plate is clamped between a back plate and a glass plate. It can be very difficult to position the plate properly between the plate and the glass plate. In particular, it can be difficult to fit the glass plate without shifting the plate. As a result, this method can become a time-consuming affair. Moreover, the plate can shift over time, even though it is neatly attached. Furthermore, clips must be used for clamping, and portions of the clips extend in front of the plate and thus block the view of portions of the plate. Moreover, the glass plate can be a nuisance and / or the color of the glass plate can influence the perception of the plate. In addition, this method can be expensive, and the fastening system used can be disadvantageously heavy and, with regard to the glass, dangerous.

Bovendien kan een conventioneel bevestigde plaat gevoelig zijn voor externe factoren, zoals druk, temperatuur en luchtvochtigheid, als 15 gevolg waarvan de plaat kan vervormen. Hierdoor kan het dat een plaat niet keurig vlak is, ondanks het feit dat de plaat goed in één vlak is gemonteerd.In addition, a conventionally mounted plate may be sensitive to external factors, such as pressure, temperature, and humidity, as a result of which the plate may deform. As a result, it is possible that a plate is not neatly flat, despite the fact that the plate is properly mounted in one plane.

De Amerikaanse octrooipublicatie US 5 090 143 beschrijft een inrichting voor het aan muren ophangen van posters en dergelijke. De 20 inrichting omvat een meervoudig aantal hoekstukken, waarbij aan elke hoek van de poster één hoekstuk is bevestigd. Aan elk hoekstuk is één uiteinde van een langgerekte stijl losneembaar bevestigd, terwijl de andere uiteinden van de stijlen zijn bevestigd aan een centrumsteun.The US patent publication US 5 090 143 describes a device for hanging posters and the like on walls. The device comprises a plurality of corner pieces, one corner piece being attached to each corner of the poster. One end of an elongated post is detachably attached to each corner piece, while the other ends of the posts are attached to a center support.

De Internationale octrooipublicatie WO 2010 036 115 beschrijft een 25 werkwijze voor het bevestigen van een doek of een plaat in hoofdzakelijk één vlak. Een meervoudig aantal koppeldelen is verbonden met de achterkant van het doek of de plaat in de nabijheid van de hoeken tussen twee randen, of langs twee tegenover elkaar gelegen randen van de plaat of het doek.The international patent publication WO 2010 036 115 describes a method for attaching a cloth or a plate in substantially one plane. A plurality of coupling members are connected to the rear of the cloth or plate in the vicinity of the angles between two edges, or along two opposite edges of the plate or cloth.

Deze koppeldelen worden uit elkaar gedrukt door het daar tussen 30 aanbrengen van één of meer bevestigingsdelen.These coupling parts are pressed apart by placing one or more fixing parts between them.

33

Het is een doel van de uitvinding om een bevestigingsssysteem en/of een werkwijze voor het bevestigen van een plaat volgens de aanhef te verschaffen, waarbij ten minste één van de bovengenoemde nadelen wordt tegengegaan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een bevestigingssysteem 5 en/of een werkwijze voor het bevestigen van een plaat volgens de aanhef te verschaffen, waarbij het niet nodig is om bord en/of plank voor het ondersteunen van de plaat te gebruiken.It is an object of the invention to provide a fixing system and / or a method for fixing a plate according to the preamble, wherein at least one of the above-mentioned drawbacks is obviated. In particular, it is an object of the invention to provide a fixing system 5 and / or a method for fixing a plate according to the preamble, wherein it is not necessary to use a board and / or board for supporting the plate.

Daartoe omvat het bevestigingssysteem een meervoudig aantal koppelstukken voor verbinding met de plaat, en omvat de 10 bevestigingsstructuur een centraal deel en een meervoudig aantal langgerekte bevestigingsdelen met een eerste distaai uiteinde voor verbinding met het centrale deel en een tweede distaai uiteinde voor verbinding met één van de koppelstukken, waarbij de bevestigingsstructuur voorts een veerelement omvat voor het voorspannen van het tweede distale 15 uiteinde van ten minste één van de bevestigingsdelen in een buitenwaartse richting ten opzichte van het centrale deel. Bij een bevestigingssysteem volgens de uitvinding is er geen noodzaak om het gehele oppervlak van een plaat te ondersteunen door middel van bijvoorbeeld een bord, een ander bevestigingssysteem of een muur.To that end, the fixing system comprises a plurality of connecting pieces for connection to the plate, and the fixing structure comprises a central part and a plurality of elongated fixing parts with a first distal end for connection to the central part and a second distal end for connection to one of the coupling pieces, the fixing structure further comprising a spring element for biasing the second distal end of at least one of the fixing parts in an outward direction relative to the central part. With a mounting system according to the invention there is no need to support the entire surface of a plate by means of, for example, a board, another mounting system or a wall.

20 Door een bevestigingssysteem te verschaffen dat een meervoudig aantal koppelstukken voor verbinding met de plaat omvat, en dat een bevestigingsstructuur omvat met een centraal deel en een meervoudig aantal langgerekte bevestigingsdelen met een eerste distaai uiteinde voor verbinding met het centrale deel en een tweede distaai uiteinde voor 25 verbinding met één van de koppelstukken, waarbij de bevestigingsstructuur voorts een veerelement omvat voor het voorspannen van het tweede distale uiteinde van ten minste één van de bevestigingsdelen in een buitenwaartse richting ten opzichte van het centrale deel, kan een ondersteuning voor het hele oppervlak van de plaat overbodig worden.By providing a mounting system that includes a plurality of connectors for connection to the plate, and that includes a mounting structure with a central portion and a plurality of elongated mounting portions with a first distal end for connection to the central part and a second distal end for Connection to one of the coupling pieces, wherein the fixing structure further comprises a spring element for biasing the second distal end of at least one of the fixing parts in an outward direction relative to the central part, can support the entire surface of the plate become superfluous.

44

Voordelige uitvoeringsvormen volgens de uitvinding worden in de bij gevoegde conclusies beschreven.Advantageous embodiments according to the invention are described in the appended claims.

Alleen bij wijze van voorbeeld, zullen hieronder uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding worden beschreven met verwijzing naar de 5 bijgaande figuren, waarin:Only by way of example will embodiments of the present invention be described below with reference to the accompanying figures, in which:

Figuur 1 een schematische weergave van een eerste uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem volgens de uitvinding toont;Figure 1 shows a schematic representation of a first embodiment of a fastening system according to the invention;

Figuur 2 een schematische exploded view van een bevestigingsstructuur van het bevestigingssysteem van Figuur 1 en een 10 plaat toont;Figure 2 shows a schematic exploded view of a mounting structure of the mounting system of Figure 1 and a plate;

Figuur 3 een schematisch bovenaanzicht van een centraal deel van het montagesysteem van Figuur 1 toont;Figure 3 shows a schematic top view of a central part of the mounting system of Figure 1;

Figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een drukelement van het bevestigingssysteem van Figuur 1 toont; 15 Figuur 5 een schematische dwarsdoorsnede van een langgerekt bevestigingsdeel van het bevestigingssysteem van Figuur 1 toont;Figure 4 shows a perspective view of a pressure element of the fastening system of Figure 1; Figure 5 shows a schematic cross-section of an elongated mounting part of the mounting system of Figure 1;

Figuur 6 een perspectivisch aanzicht van een verbindingsmiddel van het bevestigingsysteem van Figuur 1 toont;Figure 6 shows a perspective view of a connecting means of the mounting system of Figure 1;

Figuur 7 een perspectivisch aanzicht van een eerste 20 uitvoeringsvorm van een koppelstuk van het bevestigingssysteem van Figuur 1 toont;Figure 7 shows a perspective view of a first embodiment of a coupling piece of the mounting system of Figure 1;

Figuur 8a een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het koppelstuk van het bevestigingssysteem van Figuur 1 in een eerste stand toont; en 25 Figuur 8b een perspectivisch aanzicht van het koppelstuk vanFigure 8a shows a perspective view of a second embodiment of the connector of the mounting system of Figure 1 in a first position; and Figure 8b is a perspective view of the coupling piece of

Figuur 8a in een tweede stand toont.Figure 8a shows in a second position.

Fig. 1 toont een schematische weergave van een eerste uitvoeringsvorm van een bevestigingssysteem 1 volgens de uitvinding en een plaat 2. Het bevestigingssysteem 1 is geschikt voor het bevestigen van 30 de plaat 2 in hoofdzaak in één vlak. De plaat 2 kan elke bevestigbaar plaat 5 zijn, bij voorkeur een dunne plaat. Verder kan de plaat 2 een flexibele plaat zijn en bij grotere voorkeur een oprolbare plaat, zoals een vel papier, een vel fotopapier, een poster, een aanplakbiljet, een schildersdoek, of een plasticfolie. Ook kan de plaat bijvoorbeeld een metalen plaat zijn.FIG. 1 shows a schematic representation of a first embodiment of a mounting system 1 according to the invention and a plate 2. The mounting system 1 is suitable for mounting the plate 2 substantially in one plane. The plate 2 can be any attachable plate 5, preferably a thin plate. Furthermore, the plate 2 can be a flexible plate and more preferably a roll-up plate, such as a sheet of paper, a sheet of photo paper, a poster, a poster, a painting canvas, or a plastic film. The plate can also be, for example, a metal plate.

5 Het bevestigingssysteem 1 omvat in deze uitvoeringsvorm een bevestigingsstructuur 3 en een meervoudig aantal koppelstukken 4 voor verbinding met de plaat 2. De bevestigingsstructuur 3 omvat een centraal deel 5 en een meervoudig aantal langgerekte bevestigingsdelen 6. Elk bevestigingsdeel 6 heeft een eerste distaai uiteinde 7 voor verbinding met 10 het centrale deel 5 en een tweede distaai uiteinde 8 voor verbinding met één van de koppelstukken 4. Voorts omvat de bevestigingsstructuur 3 één of meer veerelementen 9; 10 voor het voorspannen van het tweede distale uiteinde 8 van ten minste één van de bevestigingsdelen 6 in een buitenwaartse richting D ten opzichte van het centrale deel 5.The fastening system 1 in this embodiment comprises a fastening structure 3 and a plurality of coupling pieces 4 for connection to the plate 2. The fastening structure 3 comprises a central part 5 and a plurality of elongated fastening parts 6. Each fastening part 6 has a first distal end 7 for connection to the central part 5 and a second distal end 8 for connection to one of the coupling pieces 4. Furthermore, the fixing structure 3 comprises one or more spring elements 9; 10 for biasing the second distal end 8 of at least one of the attachment parts 6 in an outward direction D relative to the central part 5.

15 Door het verschaffen van een bevestigingssysteem 1 volgens de uitvinding hoeft in principe alleen ondersteuning voor gedeelten van de plaat nodig te zijn. In principe kan een plaat worden bevestigd door een tweede distale uiteinde van één of meer van de bevestigingsdelen 6 voor te spannen, en daardoor de koppelstukken 4 in buitenwaartse richting D ten 20 opzichte van het centrale deel 5 voor te spannen. Hierdoor kan de behoefte om een bord en/of plank te gebruiken met een grootte nagenoeg gelijk aan, of zelfs groter dan de grootte van de plaat aanzienlijk worden gereduceerd of zelfs geheel worden weggenomen. Verder kan de plaat relatief eenvoudig gemonteerd worden, en, omdat bijvoorbeeld de veerelementen continu de 25 koppelstukken blijven voorspannen, kan de plaat hoofdzakelijk in één vlak blijven, zelfs als de plaat vervormt als gevolg van een externe factor, zoals druk, temperatuur of luchtvochtigheid.By providing a fixing system 1 according to the invention, in principle only support for parts of the plate need be required. In principle, a plate can be attached by biasing a second distal end of one or more of the attachment parts 6, and thereby biasing the coupling pieces 4 in outward direction D relative to the central part 5. As a result, the need to use a board and / or board with a size substantially equal to, or even larger than the size of the plate can be considerably reduced or even completely eliminated. Furthermore, the plate can be mounted relatively easily, and because, for example, the spring elements continue to pre-tension the coupling pieces, the plate can remain substantially in one plane, even if the plate deforms as a result of an external factor, such as pressure, temperature or air humidity.

Buitenwaarts dient te worden verstaan als tenminste betekenend weg van het centrale deel 5.Outward is to be understood as meaning at least away from the central part 5.

66

Het bevestigingssysteem 1 en/of de bevestigingsstructuur 3 kan zijn ingericht voor het bevestigen van plaat met een standaard plaatformaat en/of plaatgrootte. Bijvoorbeeld kan het systeem en/of de structuur zijn ingericht voor de bevestiging van een plaat met een standaard fotografische 5 afdrukgrootte en/of -vorm, en/of een standaard papierformaat en/of -vorm, bijvoorbeeld een ISO 216, ISO 269 of ANSI/ASME Y14.1 formaat, zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, A2, A3, A4, Folio, etc. Het bevestigingssysteem 1 kan vier bevestigingsdelen 6 omvatten, waarvan elke bijvoorbeeld het tweede distale uiteinde 8 heeft voor bevestiging aan een 10 koppelstuk 4 welke bevestigd is in de buurt van één van de vier hoeken 20 van een rechthoekige plaat 2. Aanvullend kan het bevestigingssysteem 1 meer dan de getoonde vier bevestigingsdelen 6 met tweede distale uiteinden omvatten, bijvoorbeeld extra bevestigingsdelen 6 voor bevestiging aan een koppelstuk 4 bevestigd tussen twee hoeken 20 van een rechthoekige plaat 2, 15 bij voorkeur dichtbij een rand 2' welke de plaat 2 afbakent.The mounting system 1 and / or the mounting structure 3 can be arranged for mounting a plate with a standard plate size and / or plate size. For example, the system and / or the structure can be arranged for attaching a plate with a standard photographic print size and / or shape, and / or a standard paper size and / or shape, for example an ISO 216, ISO 269 or ANSI / ASME Y14.1 format, such as, for example, but not limited to, A2, A3, A4, Folio, etc. The mounting system 1 can comprise four mounting parts 6, each of which, for example, has the second distal end 8 for mounting on a coupling piece 4 which is mounted in the vicinity of one of the four corners 20 of a rectangular plate 2. Additionally, the mounting system 1 may comprise more than the four mounting parts 6 shown with second distal ends, for example additional mounting parts 6 for mounting on a coupling piece 4 mounted between two corners 20 of a rectangular plate 2, 15 preferably close to an edge 2 'which delimits the plate 2.

Voordeligerwijs kan de bevestigingsstructuur 3, bij voorkeur vier, bevestigingsdelen 6 omvatten, bij voorkeur van hoofdzakelijk een gelijke lengte, welke bevestigingsdelen 6 onder zulke hoeken zijn geplaatst dat de tweede distale uiteinden 8 hoekpunten van een virtuele rechthoek vormen, 20 waarbij een lengte/breedte-verhouding van de virtuele rechthoek in hoofdzaak overeenstemt met een lengte/breedte-verhouding van een standaard plaatformaat. Bijvoorbeeld kan de lengte/breedte-verhouding van de virtuele rechthoek welke wordt gevormd door de tweede distale uiteinden 8 van de bevestigingsdelen 6 nagenoeg gelijk zijn aan 1:V 2, teneinde 25 overeen te stemmen met een lengte/breedte-verhouding van een plaat volgens ISO 216, ISO 217 of ISO 269, bijvoorbeeld een vel A4, A3, A2, Al, B4, B2, C3, C2 of CO. Bij wijze van ander voorbeeld kan de lengte/breedte-verhouding van de virtuele rechthoek bijvoorbeeld in hoofdzaak gelijk zijn aan 22:9, teneinde overeen te stemmen met een lengte/breedte-verhouding 30 van een Amerikaans Letter-formaat, of in hoofdzaak gelijk zijn aan 7 bijvoorbeeld 16:11, 10:7, 3:2, 4:3, 7:05, 5:4, 6:5, 14:11 of 17:11, teneinde overeen te stemmen met een lengte/breedte-verhouding van een vel fotopapier met een standaard formaat.Advantageously, the fastening structure 3 may comprise fastening parts 6, preferably of substantially the same length, which fastening parts 6 are placed at such angles that the second distal ends 8 form corner points of a virtual rectangle, wherein a length / width ratio of the virtual rectangle substantially corresponds to a length / width ratio of a standard plate size. For example, the length / width ratio of the virtual rectangle formed by the second distal ends 8 of the attachment parts 6 can be substantially equal to 1: V 2, in order to correspond to a length / width ratio of a plate according to ISO 216, ISO 217 or ISO 269, for example a sheet of A4, A3, A2, A1, B4, B2, C3, C2 or CO. By way of another example, the length / width ratio of the virtual rectangle may, for example, be substantially equal to 22: 9 in order to correspond to a length / width ratio 30 of an American letter format, or be substantially equal to 7, for example 16:11, 10: 7, 3: 2, 4: 3, 7:05, 5: 4, 6: 5, 14:11 or 17:11, to correspond to a length / width ratio of a sheet of photo paper with a standard size.

Daarnaast kan de lengte van de bevestigingsdelen 6 5 overeenstemmen met de grootte van een standaard plaat. Voordeligerwijs omvat de bevestigingsstructuur 3 vervangbare bevestigingsdelen 6, welke kunnen worden vervangen door bevestigingsdelen met een andere lengte, bij voorkeur overeenstemmend met de grootte van een andere standaard plaat. Alternatief of additioneel kan het bevestigingsdeel een aanpasbare lengte 10 hebben. Daarvoor kan het bevestigingsdeel 6 bijvoorbeeld groeven omvatten voor het afbreken van een gedeelte van het bevestigingsdeel, teneinde een bevestigingsdeel te verkrijgen met een lengte aangepast aan een juiste standaard plaatformaat.In addition, the length of the fixing parts 6 can correspond to the size of a standard plate. Advantageously, the fastening structure 3 comprises replaceable fastening parts 6, which can be replaced by fastening parts of a different length, preferably corresponding to the size of another standard plate. Alternatively or additionally, the attachment member may have an adjustable length. For this purpose, the fixing part 6 can for instance comprise grooves for breaking off a part of the fixing part, in order to obtain a fixing part with a length adapted to a correct standard plate format.

Bijkomend of alternatief kan het systeem 1 en/of de structuur 3 15 zijn ingericht voor het bevestigen van een plaat 2 met een niet-rechthoekige vorm, bijvoorbeeld een veelhoekige vorm. Bij wijze van voorbeeld kan het bevestigingssysteem 1 drie bevestigingsdelen 6 omvatten, bijvoorbeeld als het systeem is ingericht voor de bevestiging van een driehoekige plaat, of 5, 6, 7, 8 of meer bevestigingsdelen 6, bijvoorbeeld als het systeem is ingericht 20 voor de bevestiging van een stervormige, ronde of ovale plaat.In addition or alternatively, the system 1 and / or the structure 3 can be adapted to attach a plate 2 with a non-rectangular shape, for example a polygonal shape. By way of example, the fixing system 1 may comprise three fixing parts 6, for example if the system is arranged for fixing a triangular plate, or 5, 6, 7, 8 or more fixing parts 6, for example if the system is arranged for fixing of a star-shaped, round or oval plate.

Voordeligerwijs is het bevestigingssysteem 1 hoofdzakelijk vlak. Het bevestigingssysteem 1 kan bij voorkeur een beperkte dikte hebben, bijvoorbeeld 5, 10, 15, 20, 25 of 30 mm. De beperkte dikte wordt bij voorkeur gemeten in een richting welke dwars staat op een plat vlak, welk vlak bij 25 voorkeur hoofdzakelijk evenwijdig is met de plaat 2. Als het bevestigingssysteem 1 met een daarop gemonteerde plaat 2 bijvoorbeeld is bevestigd op en vlakke muur, waarbij een achterkant van de plaat naar de muur is gericht, kan de afstand tussen de wand en de plaat 2 worden beperkt dankzij de beperkte dikte van het bevestigingssysteem.Advantageously, the fastening system 1 is substantially flat. The fixing system 1 can preferably have a limited thickness, for example 5, 10, 15, 20, 25 or 30 mm. The limited thickness is preferably measured in a direction which is transverse to a flat surface, which surface is preferably substantially parallel to the plate 2. If the fixing system 1 with a plate 2 mounted thereon is for instance mounted on a flat wall, wherein If the rear side of the plate faces the wall, the distance between the wall and the plate 2 can be limited thanks to the limited thickness of the mounting system.

88

Fig. 2 toont een schematische exploded view van een bevestigingsstructuur 3 van het bevestigingssysteem 1 van Fig. 1 en een plaat 2. Het centrale deel 5 kan twee gedeelten 5a, 5b omvatten. Alternatief kan het centrale deel 5 één of een meervoudig aantal gedeelten omvatten 5 dat groter is dan twee, bijvoorbeeld drie, vier of vijf delen. Tevens kan het centrale deel 5 een holte 22 omvatten voor het omvatten van de veerelementen 9;10. De veerelementen 9;10 kunnen een drukelement 10 (getoond in Fig. 4) en een veer 9, zoals een spiraalveer, omvatten. Het drukelement 10 kan een langgerekt geleidegedeelte 17 omvatten met een 10 eerste distaai uiteinde 17a dat in contact staat met een drukgedeelte 18, en een tweede distaai uiteinde 17b. De veer 9, bij voorkeur een spiraalveer, kan om het geleidegedeelte 17, dat bijvoorbeeld hoofdzakelijk cilindrisch is, zijn geplaatst. Het veerelement 9; 10 kan in een holte 22 zijn geplaatst. De veer 9, bij voorkeur een drukveer, kan zijn voorgespannen, waarbij een eerste 15 distaai uiteinde 9a tegen het drukgedeelte 18 drukt, en waarbij een tweede distaai uiteinde 9b tegen een aanslag 23 drukt die in het centrale deel 5 is omvat. De aanslag 23 kan een opening 26 omvatten, welke een doorgang vormt voor het langgerekte geleidegedeelte 17.FIG. 2 shows a schematic exploded view of a mounting structure 3 of the mounting system 1 of FIG. 1 and a plate 2. The central part 5 can comprise two parts 5a, 5b. Alternatively, the central portion 5 may comprise one or a plurality of portions 5 that is greater than two, for example, three, four or five portions. The central part 5 can also comprise a cavity 22 for containing the spring elements 9; 10. The spring elements 9; 10 may comprise a pressure element 10 (shown in Fig. 4) and a spring 9, such as a coil spring. The pressure element 10 may comprise an elongated guide portion 17 with a first distal end 17a in contact with a pressure portion 18, and a second distal end 17b. The spring 9, preferably a spiral spring, may be placed around the guide portion 17, which is for example substantially cylindrical. The spring element 9; 10 can be placed in a cavity 22. The spring 9, preferably a compression spring, can be prestressed, wherein a first distal end 9a presses against the pressure section 18, and wherein a second distal end 9b presses against a stop 23 which is included in the central part 5. The stop 23 can comprise an opening 26 which forms a passage for the elongated guide portion 17.

Fig. 3 toont een schematisch bovenaanzicht van een centraal deel 5 20 van het bevestigingssysteem 1 van Fig. 1. Het drukelement 10 kan verschuifbaar zijn tussen een eerste positie 24, waarin een aanslagblok 19 geleid door een sleuf 21 in het centrale deel 5 wordt geblokkeerd door een eerste blokkade 21a, bij voorkeur gevormd door een rand aan een eerste distaai uiteinde 21a van de sleuf 21, en een tweede positie 25, waarin het 25 aanslagblok 19 wordt geblokkeerd door een tweede blokkade 21b, bij voorkeur gevormd door een rand 21b aan een tweede distaai uiteinde 21b van de sleuf 21. Teneinde te verhinderen dat het geleidegedeelte 17 uit de opening 26 in de aanslag glipt, heeft het langgerekte gedeelte 17 bij voorkeur een lengte groter dan de afstand van de opening 26 tot de eerste 30 blokkade 21a. Door een dergelijke lengte te hebben, kan het tweede distale 9 uiteinde 17b van het geleidegedeelte 17 in de eerste positie 24 zich ten opzichte van het drukgedeelte 18 achter de aanslag 23 bevinden.FIG. 3 shows a schematic top view of a central part 5 of the fastening system 1 of FIG. 1. The pressure element 10 can be slidable between a first position 24, in which a stop block 19 guided by a slot 21 in the central part 5 is blocked by a first blockage 21a, preferably formed by an edge on a first distal end 21a of the slot 21, and a second position 25, in which the stop block 19 is blocked by a second blockage 21b, preferably formed by an edge 21b at a second distal end 21b of the slot 21. In order to prevent the guide portion 17 from coming out of the opening 26 slips into the stop, the elongated portion 17 preferably has a length greater than the distance from the opening 26 to the first blockage 21a. By having such a length, the second distal 9 end 17b of the guide portion 17 in the first position 24 can be located behind the stop 23 relative to the pressure portion 18.

Fig. 4 toont een perspectivisch aanzicht van een drukelement 10 van het bevestigingssysteem 1 van Fig. 1. Hierin zijn twee aanslagblokken 5 19 omvat aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van het drukgedeelte 18.FIG. 4 shows a perspective view of a pressure element 10 of the fastening system 1 of FIG. 1. Herein two stop blocks 19 are included on two opposite sides of the pressure section 18.

Als alternatief kan een ander aantal aanslagblokken 19 en/of kunnen andere aanslagelementen 19 worden verschaft, bijvoorbeeld één of een meervoudig aantal groter dan twee, bijvoorbeeld drie of vier. Bijkomend of als alternatief, kunnen de aanslagblokken 19 of de andere 10 aanslagelementen 19 op andere plaatsen op het drukelement 10 worden omvat, bijvooorbeeld naast elkaar op het drukgedeelte 18 en/of op het geleidegedeelte 17. Bovendien kan het dat het drukelement 10 geen aanslagblokken of aanslagelementen 19 heeft. De aanslagblokken of andere aanslagelementen 19 kunnen omvat zijn in het langgerekte bevestigingsdeel 15 6, bij voorkeur dichtbij het eerste distale uiteinde 7 daarvan.Alternatively, a different number of stop blocks 19 and / or other stop elements 19 can be provided, for example one or a multiple number greater than two, for example three or four. Additionally or alternatively, the stop blocks 19 or the other stop elements 19 can be included at other locations on the pressure element 10, for example next to each other on the pressure section 18 and / or on the guide section 17. Moreover, the pressure element 10 may not have stop blocks or has stop elements 19. The stop blocks or other stop elements 19 can be included in the elongated attachment part 6, preferably close to the first distal end 7 thereof.

Fig. 5 toont een schematische dwarsdoorsnede van een langgerekt bevestigingsdeel 6 van het bevestigingssysteem 1 van Fig. 1. De langgerekte bevestigingsdelen 6 kunnen een profielsegment 15 omvatten, bij voorkeur een extrusieprofiel-segment. Het extrusieprofiel-segment kan bijvoorbeeld 20 van een plastic of een metaal, zoals een aluminium, zijn vervaardigd. Alternatief of additioneel, kan het bevestigingsdeel 6 een segment 15 omvatten dat geproduceerd is met behulp van andere technieken, bijvoorbeeld spuitgieten of een verspanende bewerking. Bovendien kunnen het bevestigingsdeel 6 en de andere gedeelten van bevestigingssysteem 1 25 andere materialen omvatten, zoals andere metalen, kunststoffen, keramiek, hout, composieten, etc.FIG. 5 shows a schematic cross-section of an elongated fastening part 6 of the fastening system 1 of FIG. 1. The elongated fastening parts 6 can comprise a profile segment 15, preferably an extrusion profile segment. The extrusion profile segment can for instance be made of a plastic or a metal, such as an aluminum. Alternatively or additionally, the attachment member 6 may comprise a segment 15 produced by other techniques, for example, injection molding or machining. Moreover, the fixing part 6 and the other parts of fixing system 1 may comprise other materials, such as other metals, plastics, ceramics, wood, composites, etc.

Bij voorkeur wordt het ten minste ene bevestigingsdeel 6 voorgespannen in een buitenwaartse richting D ten opzichte van het centrale deel 5. Hiertoe kan het bevestigingsdeel 6 door het veerelement 30 9; 10 in een buitenwaartse richting worden gedrukt ten opzichte van het 10 centrale deel 5, bijvoorbeeld doordat het eerste distale uiteinde 7 van het bevestigingsdeel 6 naar buiten wordt gedrukt door het drukgedeelte 18, welk drukgedeelte 18 zelf door de veer 9 naar buiten wordt gedrukt. Refererend aan Fig. 3, is het daar getoonde veerelement 9; 10 voorgespannen 5 in een buitenwaartse richting D. Voordeligerwijs kan het veerelement 9; 10 een kracht leveren welke in een richting hoofdzakelijk parallel met de buitenwaartse richting D werkt. Alternatief of additioneel, kan het veerelement 9; 10 een kracht leveren welke in een andere richting werkt, en kan de bevestigingsstructuur 3 middelen omvatten voor het tenminste 10 gedeeltelijk omzetten van de geleverde kracht in een resulterende kracht werkend in een richting hoofdzakelijk parallel met de buitenwaartse richting D. Bijgevolg wordt het tweede distale uiteinde 8 vanuit het centrale deel 5 naar buiten gedrukt.The at least one fastening part 6 is preferably biased in an outward direction D relative to the central part 5. For this purpose the fastening part 6 can be moved by the spring element 30; 10 are pressed in an outward direction relative to the central part 5, for example in that the first distal end 7 of the fastening part 6 is pressed outwards by the pressure part 18, which pressure part 18 itself is pushed out by the spring 9. Referring to FIG. 3, the spring element 9 shown there is; 10 biased in an outward direction D. Advantageously, the spring element 9 can; 10 provide a force which acts in a direction substantially parallel to the outward direction D. Alternatively or additionally, the spring element 9 may; 10 provide a force acting in a different direction, and the fastening structure 3 may comprise means for at least partially converting the supplied force into a resulting force operating in a direction substantially parallel to the outward direction D. Consequently, the second distal end becomes 8 from the central part 5.

Het kan dat het eerste distale uiteinde 7 van het ten minste ene 15 bevestigingsdeel 6 en het centrale deel 5 telescopisch in elkaar grijpen. Hiertoe omvat het centrale deel 5 bij voorkeur ten minste één opening 27 voor het telescopisch ontvangen van het eerste distale uiteinde 7 van het ten minste ene bevestigingsdeel 6. Alternatief of additioneel omvat het eerste distale uiteinde 7 van het ten minste ene bevestigingsdeel 6 ten minste één 20 opening voor het telescopisch ontvangen van een uitstekend gedeelte van het centrale deel 5. Zoals hierboven beschreven, kan het bevestigingsdeel 6, bij voorkeur in de buurt van haar eerste distale uiteinde 7, één of meervoudig aantal aanslagblokken 19 omvatten. Een aanslagblok op het bevestigingsdeel 6 kan verhinderen dat het bevestigingsdeel 6 van, af en/of 25 uit het centrale deel 5 glijdt. Het aanslagblok op het bevestigingsdeel 6 kan door middel van een sleuf in het centrale deel worden geleid.It is possible that the first distal end 7 of the at least one fastening part 6 and the central part 5 engage telescopically. To this end, the central part 5 preferably comprises at least one opening 27 for telescopically receiving the first distal end 7 of the at least one mounting part 6. Alternatively or additionally, the first distal end 7 of the at least one mounting part 6 comprises at least one An opening for telescopically receiving a protruding part of the central part 5. As described above, the fixing part 6, preferably in the vicinity of its first distal end 7, can comprise one or more number of stop blocks 19. A stop block on the fastening part 6 can prevent the fastening part 6 from slipping off and / or out of the central part 5. The stop block on the mounting part 6 can be guided by means of a slot in the central part.

Alternatief kan een aanslagblok omvat zijn in het centrale deel 5 en kan het aanslagblok worden geleid door een sleuf in het bevestigingsdeel 6, welke geleiding kan worden beperkt door een aanslag welke in het 30 bevestigingsdeel 6 kan zijn omvat.Alternatively, a stop block can be included in the central part 5 and the stop block can be guided through a slot in the fixing part 6, which guide can be limited by a stop which can be included in the fixing part 6.

1111

In een andere, niet in de figuren getoonde, uitvoeringsvorm is het eerste distale uiteinde 7 van het ten minste ene bevestigingsdeel 6 vast verbonden met het centrale deel 5. Het bevestigingsdeel kan een meervoudig aantal telescopisch in elkaar grijpende gedeelten omvatten, 5 bijvoorbeeld twee of drie gedeelten. Het veerelement 9; 10, voor het voorspannen van het tweede distale uiteinde 8 van ten minste één van de bevestigingsdelen 6 in een buitenwaartse richting ten opzichte van het centrale deel 5, kan omvat zijn in het bevestigingsdeel.In another embodiment, not shown in the figures, the first distal end 7 of the at least one mounting part 6 is fixedly connected to the central part 5. The mounting part can comprise a plurality of telescopically interlocking sections, for example two or three portions. The spring element 9; 10, for biasing the second distal end 8 of at least one of the attachment members 6 in an outward direction relative to the central member 5 may be included in the attachment member.

Aanvullend of als alternatief kan het veerelement 9; 10 omvat zijn 10 in het koppelstuk 4. Opgemerkt wordt dat de bevestigingsstructuur 3 een meervoudig aantal veerelementen 9;10 kan omvatten voor het buitenwaarts voorspannen van het tweede distale uiteinde 8 van een bevestigingsdeel 6, bijvoorbeeld twee of drie veerelementen.Additionally or alternatively, the spring element 9 can; 10 is included in the coupling piece 4. It is noted that the fastening structure 3 may comprise a plurality of spring elements 9; 10 for biasing the second distal end 8 of a fastening part 6, for example two or three spring elements.

Bovendien kan de bevestigingsstructuur 3 alternatief en/of 15 additioneel één of een meervoudig aantal andere veerelementen 9; 10 omvatten voor het voorspannen van het tweede distale uiteinde 8 van ten minste één van de bevestigingsdelen 6 in een buitenwaartse richting ten opzichte van het centrale deel 5. Zo kan de bevestigingsstructuur 3 bijvoorbeeld een veerelement hebben dat een elastiek, een bladveer en/of 20 een trekveer omvat.Moreover, the fastening structure 3 can alternatively and / or additionally one or a plurality of other spring elements 9; For biasing the second distal end 8 of at least one of the fastening parts 6 in an outward direction relative to the central part 5. the fastening structure 3 can for instance have a spring element comprising an elastic, a leaf spring and / or comprises a tension spring.

Voorts kan het bevestigingssysteem 1 een verbindingsmiddel 11 omvatten voor het verbinden van het tweede distale uiteinde 8 van het ten minste ene langgerekte bevestigingsdeel 6 met één van de koppelstukken 4, bij voorkeur onafhankelijk van de hoek tussen het bevestigingsdeel 6 en het 25 ene koppelstuk 4 in een vlak hoofdzakelijk parallel met een bevestigde plaat 2. In Fig. 6 wordt een uitvoeringsvorm van het verbindingsmiddel 11 van het bevestigingssysteem 1 van Fig. 1 getoond in een perspectivisch aanzicht. Het verbindingsmiddel 11 kan bij voorkeur een losmaakbaar verbindingsmiddel omvatten, en kan bij grotere voorkeur een klemelement 30 13 omvatten voor het vastklemmen van het verbindingsmiddel 11 aan het 12 bevestigingsdeel 6 en/of een klemelement 12 voor het vastklemmen van het verbindingsmiddel 11 aan het koppelstuk 4. Het klemelement 12 voor het verbinden van het verbindingselement 11 met het koppelstuk 4 kan bijvoorbeeld twee klikvingers 12a, 12b omvatten en kan gedeeltelijk een 5 cilindrische ruimte 30 omsluiten. Het klemelement 13 voor het verbinden van het verbindingselement 11 met het bevestigingsdeel 6 kan geschikt zijn voor het vastklemmen van het element 13 in een holle ruimte 31 voorzien in het tweede distale uiteinde 8 van het bevestigingsdeel 6. Additioneel of alternatief kan de verbinding van het verbindingsmiddel 11 met het 10 bevestigingsdeel 6 worden gearrangeerd door het verschaffen van bijvoorbeeld een andere klikverbinding, een schroefverbinding, een lijmverbinding of een lasverbinding. Alternatief kan het verbindingsmiddel 11 als een integraal onderdeel van het langgerekte bevestigingsdeel 6 worden gevormd.Furthermore, the fastening system 1 can comprise a connecting means 11 for connecting the second distal end 8 of the at least one elongated fastening part 6 with one of the coupling pieces 4, preferably independently of the angle between the fixing part 6 and the one coupling piece 4 in a plane substantially parallel to a fixed plate 2. In FIG. 6, an embodiment of the connecting means 11 of the fastening system 1 of FIG. 1 shown in a perspective view. The connecting means 11 may preferably comprise a releasable connecting means, and more preferably may comprise a clamping element 13 for clamping the connecting means 11 to the 12 fastening part 6 and / or a clamping element 12 for clamping the connecting means 11 to the coupling piece 4 The clamping element 12 for connecting the connecting element 11 to the coupling piece 4 can for instance comprise two click fingers 12a, 12b and can partially enclose a cylindrical space 30. The clamping element 13 for connecting the connecting element 11 to the fixing part 6 may be suitable for clamping the element 13 in a hollow space 31 provided in the second distal end 8 of the fixing part 6. Additionally or alternatively the connection of the connecting means may be 11 with the mounting part 6 are arranged by providing, for example, another snap connection, a screw connection, a glue connection or a weld connection. Alternatively, the connecting means 11 can be formed as an integral part of the elongated fastening part 6.

15 Refererend aan Fig. 7, welke een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een koppelstuk 4 van het bevestigingssysteem 1 van Fig. 1 toont, wordt opgemerkt dat het koppelstuk 4 een hoofdzakelijk vlak koppeloppervlak 51 en een koppelingsstuk 28 kan omvatten. Het koppelingsstuk 28 kan een hoofdzakelijk cilindrisch deel 29 omvatten met 20 een centrale as A welke bij voorkeur hoofdzakelijk dwars op het koppeloppervlak 51 staat. Bovendien kan het koppelingsstuk 28 een topgedeelte 50 omvatten welke verbonden is met het hoofdzakelijk cilindrische deel 29, waarbij het topgedeelte 50 zich uitstrekt in een radiale richting R ten opzichte van het hoofdzakelijk cilindrische deel 29. Het 25 topgedeelte 50 kan geschikt zijn om te verhinderen dat het verbindingsmiddel 11 van het in hoofdzaak cilindrische deel 29 afglijdt in een richting parallel met de as A dwars op het koppeloppervlak. Door een verbinding te verschaffen van het in hoofdzaak cilindrisch deel 29 en het klemelement 12 welke kan verzwenken rond het cilindrisch deel 29, wordt 30 een verbinding van het tweede distale uiteinde 8 van het ten minste ene 13 langgerekte bevestigingsdeel 6 met één van de koppelstukken 4 verkregen, welke verbinding onafhankelijk is van de hoek tussen het bevestigingsdeel 6 en het koppelstuk 4 in een vlak hoofdzakelijk parallel met een bevestigde plaat 2.Referring to FIG. 7, which is a perspective view of a first embodiment of a connector 4 of the mounting system 1 of FIG. 1, it is noted that the coupling piece 4 can comprise a substantially flat coupling surface 51 and a coupling piece 28. The coupling piece 28 can comprise a substantially cylindrical part 29 with a central axis A which is preferably substantially transverse to the coupling surface 51. In addition, the coupling piece 28 may comprise a tip portion 50 which is connected to the substantially cylindrical portion 29, the tip portion 50 extending in a radial direction R relative to the substantially cylindrical portion 29. The tip portion 50 may be suitable to prevent the connecting means 11 slides off the substantially cylindrical part 29 in a direction parallel to the axis A transversely of the coupling surface. By providing a connection of the substantially cylindrical part 29 and the clamping element 12 which can pivot around the cylindrical part 29, a connection of the second distal end 8 of the at least one elongated attachment part 6 to one of the coupling pieces 4 becomes 30 obtained, which connection is independent of the angle between the fixing part 6 and the coupling piece 4 in a plane substantially parallel to a fixed plate 2.

5 In een andere uitvoeringsvorm zijn het koppelstuk 4 en de verbindingsmiddelen 11 verbonden met behulp van een andere verbinding, zoals een pen-gat-verbinding, bijvoorbeeld vormt een uitstekend gedeelte van het verbindingsmiddel 11 een pen, en is een gat voorzien in het koppelingsstuk 28. Verder kan, door een koppelingsstuk 28 te verschaffen 10 welke verzwenkbaar is rond een as A welke in hoofdzaak loodrecht op het koppeloppervlak staat, een verbinding van het tweede distale uiteinde 8 van het ten minste ene langgerekte bevestigingdeel 6 met één van de koppelstukken 4 worden verkregen, welke verbinding onafhankelijk is van de hoek tussen het bevestigingsdeel 6 en het koppelstuk 4 in een vlak dat in 15 hoofdzaak parallel is met plaat 2 wanneer deze bevestigd is.In another embodiment, the coupling piece 4 and the connecting means 11 are connected by means of another connection, such as a pin-hole connection, for example, a protruding part of the connecting means 11 forms a pin, and a hole is provided in the coupling piece 28 Furthermore, by providing a coupling piece 28 which is pivotable about an axis A which is substantially perpendicular to the coupling surface, a connection of the second distal end 8 of the at least one elongated attachment part 6 to one of the coupling pieces 4 can be made. obtained, which connection is independent of the angle between the fixing part 6 and the coupling piece 4 in a plane which is substantially parallel to plate 2 when it is mounted.

Voordeligerwijs is het hoofdzakelijk platte koppeloppervlak 51 van het koppelstuk 4 voorzien in een basisgedeelte 40 van het koppelstuk 4. Bij voorkeur strekt het koppeloppervlak zich uit tot aan een rand 40a,40b van het basisgedeelte 40. Ondanks dat zowel het basisgedeelte 40 als het 20 koppeloppervlak een willekeurige contour kan hebben, zoals bijvoorbeeld rond, ovaal, veelhoekig of rechthoekig, kan het basisgedeelte 40 en/of het koppeloppervlak bij voorkeur een contour hebben welke in hoofdzaak overeenstemt met een contour van een rechthoekige driehoek. Voordeligerwijs is het koppelingsstuk 28 geplaatst nabij een in hoofdzaak 25 rechte hoek 40c van het basisgedeelte 40 en/of het koppeloppervlak. Door het koppelstuk 4 te verschaffen met het koppelingsstuk 28 dat is geplaatst nabij de rechte hoek 40c welke wordt gevormd door de twee in hoofdzaak dwars op elkaar staande randen 40a,40b, kan een gebruiker van het bevestigingssysteem 1 geneigd zijn om het koppelingsstuk 28 in en/of in de 30 buurt van de, bij voorkeur rechte, hoek 20 van de plaat 2 vast te maken.Advantageously, the substantially flat coupling surface 51 of the coupling piece 4 is provided in a base portion 40 of the coupling piece 4. Preferably, the coupling surface extends to an edge 40a, 40b of the base portion 40. Despite that both the base portion 40 and the coupling surface may have an arbitrary contour, such as for example round, oval, polygonal or rectangular, the base portion 40 and / or the coupling surface can preferably have a contour which substantially corresponds to a contour of a rectangular triangle. Advantageously, the coupling piece 28 is placed near a substantially right angle 40c of the base portion 40 and / or the coupling surface. By providing the coupling piece 4 with the coupling piece 28 placed near the right angle 40c which is formed by the two substantially transverse edges 40a, 40b, a user of the fastening system 1 can be inclined to insert the coupling piece 28 into and / or fix in the vicinity of the, preferably straight, corner 20 of the plate 2.

1414

Door het koppelingsstuk 28 in en/of in de buurt van de hoek 20 van de plaat vast te maken, plaatst de gebruiker het koppelingsstuk 28 heel dicht bij de hoek van de plaat, wat nuttig kan zijn voor het bevestigen van de plaat.By attaching the coupling piece 28 in and / or near the angle 20 of the plate, the user places the coupling piece 28 very close to the angle of the plate, which may be useful for fixing the plate.

Bovendien kan de bevestigingsstructuur 3 één of een meervoudig 5 aantal ophangdelen 14 omvatten, voor het, bij voorkeur losmaakbaar, vastmaken van het bevestigingssysteem 1 aan een draagstructuur, zo als een muur, een plafond of een stellage. Het ophangdeel kan bijvoorbeeld een ring, een haak, een draad, of een kabel omvatten. Bij voorkeur is het ophangdeel 14 voorzien op een symmetrieas van het bevestigingssysteem 1 10 en/of van de bevestigingsstructuur 3. Alternatief of additioneel is een meervoudig aantal ophangdelen 14, bijvoorbeeld twee of drie, naast elkaar verschaft, bij voorkeur hoofdzakelijk op een lijn welke in hoofdzaak dwars staat op de symmetrieas van het bevestigingssysteem 1 en/of van de bevestigingsstructuur 3.Moreover, the fastening structure 3 may comprise one or a plurality of suspension parts 14, for attaching, preferably releasably, the fastening system 1 to a support structure, such as a wall, a ceiling or a scaffold. The suspension part can for instance comprise a ring, a hook, a wire, or a cable. The suspension part 14 is preferably provided on a axis of symmetry of the fixing system 1 and / or of the fixing structure 3. Alternatively or additionally, a plurality of suspension parts 14, for example two or three, are provided side by side, preferably substantially on a line which is is substantially transverse to the axis of symmetry of the fixing system 1 and / or of the fixing structure 3.

15 Ten minste één van de koppelstukken 4 kan een fixatiemiddel omvatten voor het klevend verbinden van het ten minste ene koppelstuk 4 met de plaat 2. Bij voorkeur omvat ten minste één van de in hoofdzaak platte koppeloppervlakken 51 het vastkleefbare fixatiemiddel. In een voordelige uitvoeringsvorm omvat het fixatiemiddel dubbelzijdige tape 20 welke op het koppeloppervlak is aangebracht.At least one of the coupling pieces 4 can comprise a fixation means for adhesive connection of the at least one coupling piece 4 to the plate 2. Preferably, at least one of the substantially flat coupling surfaces 51 comprises the fixable fixation means. In an advantageous embodiment, the fixation means comprises double-sided tape 20 which is arranged on the coupling surface.

Bij voorkeur heeft het koppeloppervlak 51 en/of een hechtgebied welke het koppeloppervlak met de plaat verbindt een oppervlak dat groot genoeg is om afschuiving tussen het koppelstuk 4 en de plaat te verhinderen. Voorts kunnen de fixatiemiddelen geschikt zijn voor, of een 25 permanente fixatie, of een losmaakbare fixatie.Preferably, the coupling surface 51 and / or a bonding area connecting the coupling surface to the plate has a surface large enough to prevent shear between the coupling piece 4 and the plate. Furthermore, the fixation means may be suitable for, or a permanent fixation, or a releasable fixation.

Alternatief of additioneel omvat ten minste één van de koppelstukken 4 een fixatiemiddel voor klemmende verbinding van het ten minste ene koppelstuk 4 met de plaat 2.Alternatively or additionally, at least one of the coupling pieces 4 comprises a fixing means for clamping connection of the at least one coupling piece 4 to the plate 2.

Fig. 8a toont een perspectivisch aanzicht van een tweede 30 uitvoeringsvorm van het koppelstuk 4 van het bevestigingssysteem 1 van 15FIG. 8a shows a perspective view of a second embodiment of the coupling piece 4 of the mounting system 1 of 15

Fig. 1. in een eerste stand, en Fig. 8b toont een perspectivisch aanzicht van het koppelstuk 4 in een tweede stand. De fixatiemiddelen voor klemmende verbinding van het koppelstuk 4 met de plaat 2 kunnen bijvoorbeeld twee klemstroken 60 omvatten, welke bijvoorbeeld met behulp van 5 filmscharnieren 61 verbonden kunnen zijn met het basisgedeelte 40. Voorts kunnen, bij voorkeur op de klemstrook 60 en/of op het koppeloppervlak 51, additionele klikvingers 62 voorzien zijn. De additionele klik vinger 62 kunnen zijn ingericht om met corresponderende klikopeningen 63 te kunnen samenwerken. De corresponderende klikopeningen 63 kunnen zijn voorzien 10 op respectievelijk het koppeloppervlak 51 en/of de klemstrook 60. In de getoonde eerste stand zijn de klemstroken 60 nog niet vastgeklikt. In de getoonde tweede stand zijn de additionele klikvingers 62, welke van een scherpe punt 64 voorzien kunnen zijn, door de plaat 2 geprikt, en zijn vervolgens de klemstroken 60 in richting R om de filmscharnieren 61 15 gezwenkt, waarna de additionele klikvingers 62 zijn vastgeklikt in de klikopeningen 63.FIG. 1. in a first position, and FIG. 8b shows a perspective view of the coupling piece 4 in a second position. The fixing means for clamping connection of the coupling piece 4 to the plate 2 can for instance comprise two clamping strips 60, which can for instance be connected to the base portion 40 by means of film hinges 61. Furthermore, preferably on the clamping strip 60 and / or on the clamping strip coupling surface 51, additional click fingers 62 are provided. The additional click finger 62 may be adapted to cooperate with corresponding click openings 63. The corresponding click openings 63 can be provided on the coupling surface 51 and / or the clamping strip 60, respectively. In the first position shown, the clamping strips 60 have not yet been locked. In the second position shown, the additional click fingers 62, which may be provided with a sharp point 64, are punctured by the plate 2, and the clamping strips 60 are then pivoted in direction R around the film hinges 61, after which the additional click fingers 62 are clicked in the click openings 63.

Verder kan de plaat een afgerolde plaat, zoals een afgerolde poster of een afgerolde dunne metalen plaat zijn, welke bijvoorbeeld in een koker heeft gezeten. Omdat de afgerolde plaat een neiging kan hebben om weer op 20 te rollen, kan het voordelig zijn om de koppelstukken 4 dicht bij de randen 2’ en/of de hoeken 20 van de plaat vast te maken. Om te verhinderen, of tenminste te verminderen, dat de afgerolde plaat weer kan oprollen kan het koppelstuk 4 en/of een gedeelte daarvan dat het koppeloppervlak omvat stijf zijn, opdat het hoofdzakelijk vlak blijft. Bovendien kan het veerelement 9; 10 25 ingericht zijn om een kracht te leveren welke groot genoeg is om het oprollen van de afgerolde plaat te voorkomen, althans te verhinderen. Voordeligerwijs heeft de bevestigingsstructuur 3 een stijfheid welke groot genoeg is om te voorkomen dat deze wezenlijk vervormt onder invloed van krachten welke op de structuur worden uitgeoefend door de plaat met de 30 neiging om weer op te rollen.Furthermore, the plate can be a rolled-out plate, such as a rolled-out poster or a rolled-out thin metal plate, which, for example, has been in a tube. Because the unrolled plate may have a tendency to roll up again, it may be advantageous to fix the coupling pieces 4 close to the edges 2 'and / or the corners 20 of the plate. To prevent, or at least reduce, the rolled-out plate from rolling up again, the coupling piece 4 and / or a part thereof comprising the coupling surface can be rigid, so that it remains substantially flat. Moreover, the spring element 9; Be adapted to provide a force large enough to prevent, or at least prevent, rolling up of the unrolled plate. Advantageously, the fastening structure 3 has a rigidity large enough to prevent it from deforming substantially under the influence of forces exerted on the structure by the plate with the tendency to roll up again.

1616

Een ander aspect van de uitvinding is een plaat 2 bevestigd op een bevestigingssysteem 1. Hierbij zijn de koppelstukken 4 bij voorkeur allen vastgemaakt aan dezelfde kant van een plaat, bijvoorbeeld de achterkant 2b van de plaat 2. Additioneel kan het centrale deel 5 vastgemaakt zijn aan 5 dezelfde kant van de plaat 2, bijvoorbeeld door gebruikmaking van een fixatiemiddel, zoals een dubbelzijdige tape. Als de plaat 2 bijvoorbeeld de achterkant 2b en een voorkant die de beeldzijde vormt omvat, kan de beeldzijde vrij zijn van de koppelstukken 4. Verder kan de voorkant ook vrij zijn van welke delen van het bevestigingssysteem 1 dan ook. De 10 koppelstukken 4 zijn bij grotere voorkeur verbonden nabij de hoeken 20 van de plaat 2. Alternatief of additioneel, zijn één of een meervoudig aantal koppelstukken 4 verbonden nabij de rand 2’ welke de plaat afbakent, in het bijzonder wanneer de plaat 2 geen hoeken 20 heeft, wat bijvoorbeeld bij een ronde plaat het geval is.Another aspect of the invention is a plate 2 mounted on a mounting system 1. Here, the coupling pieces 4 are preferably all fixed on the same side of a plate, for example the rear side 2b of the plate 2. Additionally, the central part 5 can be attached to 5 the same side of the plate 2, for example by using a fixing means, such as a double-sided tape. If the plate 2 comprises, for example, the rear side 2b and a front side which forms the image side, the image side can be free of the coupling pieces 4. Furthermore, the front side can also be free of any parts of the mounting system 1. The coupling pieces 4 are more preferably connected near the corners 20 of the plate 2. Alternatively or additionally, one or a plurality of coupling pieces 4 are connected near the edge 2 'which defines the plate, in particular when the plate 2 has no corners 20, which is the case with a round plate, for example.

15 Nog een ander aspect van de uitvinding is een samenstel, omvattende een bevestigingssysteem 1, en een plaat 2 bevestigd op het bevestigingssysteem 1.Yet another aspect of the invention is an assembly, comprising a mounting system 1, and a plate 2 mounted on the mounting system 1.

Een werkwijze voor het bevestigen van een plaat 2 hoofdzakelijk in één vlak volgens de uitvinding kan de onderstaande stappen omvatten. Een 20 gebruiker kan eerst een plaat 2 verschaffen. Bijvoorbeeld kan de gebruiker een vel fotopapier afrollen en deze met de afbeeldingszijde op een tafel plaatsen. Als gevolg kan de achterkant van het vel omhoog liggen. Vervolgens kan de gebruiker een meervoudig aantal koppelstukken 4 met de plaat verbinden, bij voorkeur met één kant van de plaat 2, bijvoorbeeld 25 de achterkant. Hiervoor kan de gebruiker bijvoorbeeld dubbelzijdige tape of lijm gebruiken. Alternatief kan de gebruiker fixatiemiddelen gebruiken voor klevende verbinding welke voorzien zijn op de koppelstukken, zoals dubbelzijdige tape. Daarna kan de gebruiker een centraal deel 5 van een bevestigingsstructuur 3 verschaffen. De gebruiker kan het centrale deel los 30 op de plaat 2 plaatsen, bij voorkeur nabij het middelpunt 2a van de plaat 2.A method for attaching a plate 2 substantially in one plane according to the invention can include the steps below. A user can first provide a plate 2. For example, the user can unroll a sheet of photo paper and place it on a table with the image side. As a result, the back of the sheet may be raised. Subsequently, the user can connect a plurality of coupling pieces 4 to the plate, preferably to one side of the plate 2, for example the rear side. For this, the user can, for example, use double-sided tape or glue. Alternatively, the user may use fixation means for adhesive connection provided on the connectors, such as double-sided tape. The user can then provide a central part 5 of a mounting structure 3. The user can place the central part 30 loosely on the plate 2, preferably near the center 2a of the plate 2.

1717

Optioneel kan de gebruiker het centrale deel 5 vast verbinden met de plaat, bijvoorbeeld door verlijming. Alternatief kan het fixatiemiddel voor kleefbare verbinding, zoals dubbelzijdige tape, voorzien op de het centrale deel 5.Optionally the user can connect the central part 5 to the plate, for example by gluing. Alternatively, the fixation means for adhesive connection, such as double-sided tape, may be provided on the central part 5.

5 Vervolgens kan de gebruiker een eerste distaai uiteinde 7 van ten minste één van de langgerekte bevestigingsdelen 6 verbinden met het centrale deel 5. Hiertoe kan de gebruiker het distale uiteinde 7 van één van de bevestigingsdelen 6 in een opening 27 voor het telescopisch nesten van het eerste distale uiteinde 7 van het ten minste ene bevestigingsdeel 6 10 schuiven. Daarna kan de gebruiker een tweede distaai uiteinde 8 van het ten minste ene langgerekte bevestigingsdeel 6 verbinden met één van de verbonden koppelstukken 4, bij voorkeur door het distale uiteinde 8 op een koppelingsstuk 28 te klikken, bij grotere voorkeur op een koppelingsstuk 28 met een in hoofdzaak cilindrisch deel 29. Door het bevestigingsdeel los te 15 laten kan de gebruiker toestaan dat ten minste één veerelement 9; 10 voorzien in de bevestigingsstructuur 3 het tweede distale uiteinde 8 van het ten minste ene langgerekte bevestigingsdeel 6 in een buitenwaartse richting D ten opzichte van het centrale deel 5 duwt, hierbij toestaand dat de plaat opspant.Subsequently, the user can connect a first distal end 7 of at least one of the elongated attachment parts 6 to the central part 5. For this purpose, the user can connect the distal end 7 of one of the attachment parts 6 in an opening 27 for telescoping the sliding the first distal end 7 of the at least one mounting part 6. The user can then connect a second distal end 8 of the at least one elongated attachment part 6 to one of the connected coupling pieces 4, preferably by clicking the distal end 8 on a coupling piece 28, more preferably on a coupling piece 28 with a substantially cylindrical part 29. By releasing the fastening part, the user can allow at least one spring element 9; 10 provided in the fastening structure 3 pushes the second distal end 8 of the at least one elongated fastening part 6 in an outward direction D relative to the central part 5, thereby allowing the plate to tension.

20 Het wordt opgemerkt dat de werkwijze niet is beperkt tot een werkwijze waarin de stappen, welke hierboven en/of hieronder zijn beschreven, worden uitgevoerd in de hier weergegeven volgorde. Feitelijk is het niet nodig om een stap af te maken alvorens een andere stap uit te voeren. Bijvoorbeeld kunnen twee of meerdere stappen gelijktijdig of 25 gedeeltelijk gelijktijdig worden uitgevoerd. Bovendien kunnen één of een meervoudig aantal stappen gedeeltelijk worden uitgevoerd, bijvoorbeeld kan achtereenvolgens één van de koppelstukken 4 verbonden worden met de plaat, kan het tweede distale uiteinde 8 van één van de langgerekte bevestigingsdelen 6 verbonden worden met het ene koppelstuk 4, en kan het 30 eerste distale uitende 7 van het ene koppelstuk 6 verbonden worden met het 18 centrale deel, voordat een ander koppelstuk 4 met de plaat 2 wordt verbonden.It is noted that the method is not limited to a method in which the steps described above and / or below are performed in the order shown here. In fact, it is not necessary to complete one step before executing another. For example, two or more steps can be performed simultaneously or partially simultaneously. Moreover, one or a plurality of steps can be carried out in part, for example, one of the coupling pieces 4 can be successively connected to the plate, the second distal end 8 of one of the elongated fastening parts 6 can be connected to the one coupling piece 4, and the The first distal extension 7 of the one coupling piece 6 can be connected to the central part, before another coupling piece 4 is connected to the plate 2.

Voordeligerwijs kan de werkwijze de stap omvatten van het nesten van het eerste distale uiteinde 7 in en/of over een gedeelte 16 van het 5 centrale deel 5. Het wordt opgemerkt dat stappen of gedeelten van de stappen van de werkwijze kunnen worden uitgevoerd door verschillende personen en/of machines, op verschillende tijden, en/of op verschillende plekken. Bovendien kan de werkwijze additionele stappen omvatten. Bijvoorbeeld kan de stap van het verbinden van het eerste distale uiteinde 7 10 met het centrale deel 5 worden uitgevoerd in een fabriek, en kan een gebruiker van het bevestigingssysteem 1 een compleet geassembleerd bevestigingssysteem 1 ontvangen. Daarna kan de gebruiker de koppelstukken 4 losmaken van de tweede distale uiteinden 8 van de langgerekte bevestigingsdelen 6, en vervolgens een rechthoekige plaat 2 15 verschaffen, de koppelstukken bevestigen op de vier hoeken van de plaat, en de tweede distale uiteinden 8 weer vastmaken aan de koppelstukken 4.Advantageously, the method may comprise the step of nesting the first distal end 7 into and / or over a portion 16 of the central portion 5. It is noted that steps or portions of the steps of the method may be performed by different persons and / or machines, at different times, and / or at different places. In addition, the method may include additional steps. For example, the step of connecting the first distal end 7 to the central portion 5 can be performed in a factory, and a user of the mounting system 1 can receive a completely assembled mounting system 1. Thereafter, the user can detach the connectors 4 from the second distal ends 8 of the elongated attachment members 6, and then provide a rectangular plate 2, attach the connectors to the four corners of the plate, and reattach the second distal ends 8 to the connectors 4.

Alternatief of additioneel kan de stap van het verbinden van het eerste distale uiteinde met het centrale deel 5 de stap omvatten van het nesten van een uitstekend gedeelte 16 van het centrale deel in en/of over 20 een gedeelte 7’ van het eerste distale uiteinde 7.Alternatively or additionally, the step of connecting the first distal end to the central portion 5 may include the step of nesting a projecting portion 16 of the central portion into and / or across a portion 7 'of the first distal end 7 .

Bovendien kan de werkwijze één of een meervoudig aantal andere stappen omvatten. Bijvoorbeeld het verschaffen van een verbindingsmiddel 11 voor het verbinden van het tweede distale uiteinde 8 van het ten minste ene langgerekte bevestigingsdeel 6 met één van de koppelstukken 4, dit bij 25 voorkeur onafhankelijk van de hoek tussen het bevestigingsdeel 6 en het ene koppelstuk 4 in een vlak dat in hoofdzaak parallel is met een bevestigde plaat 2, waarbij de verbindingsmiddelen 11 bij voorkeur een klemelement 12,13 omvatten voor elk van de bevestigingsdelen 6 en/of koppelstukken 4. De werkwijze kan verder de stap omvatten van het bevestigen van het 30 verbindingsmiddel 11 met het tweede distale uiteinde 8 van het ten minste 19 ene bevestigingsdeel 6, en/of de stap van het verbinden van het verbindingsmiddel 11 met het ene koppelstuk 4.In addition, the method may comprise one or a plurality of other steps. For example, providing a connecting means 11 for connecting the second distal end 8 of the at least one elongated attachment part 6 with one of the coupling pieces 4, this preferably independently of the angle between the fixing part 6 and the one coupling piece 4 in a plane substantially parallel to a fixed plate 2, the connecting means 11 preferably comprising a clamping element 12,13 for each of the fixing parts 6 and / or coupling pieces 4. The method may further comprise the step of fixing the connecting means 11 with the second distal end 8 of the at least 19 one fastening part 6, and / or the step of connecting the connecting means 11 to the one coupling piece 4.

Voordeligerwijs kan de stap van het bevestigen van de koppelstukken 4 met de plaat de stap omvatten van het vastkleven van ten 5 minste één van de en bij voorkeur alle koppelstukken 4 aan de plaat, bij voorkeur aan dezelfde kant van de plaat 2, nabij ten minste één van de en bij voorkeur nabij alle respectievelijke hoeken 20 daarvan.Advantageously, the step of attaching the connectors 4 to the plate may comprise the step of sticking at least one of and preferably all connectors 4 to the plate, preferably on the same side of the plate 2, near at least one of and preferably near all respective corners thereof.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Het moge duidelijk zijn dat veel verschillende 10 varianten mogelijk zijn.The invention is not limited to the exemplary embodiments described above. It will be clear that many different variants are possible.

Het wordt opgemerkt dat het bevestigingssysteem 1 volgens de uitvinding bijvoorbeeld ook één of een meervoudig aantal langgerekte bevestigingsdelen 6 kan omvatten, welke verzwenkbaar verbonden zijn met het centrale deel 5. Hierdoor kan bijvoorbeeld een bevestigingssysteem 1 15 verschaft worden dat omgevormd kan worden tot een hoofdzakelijk langgerekte modus, waarin de modus geschikt is voor bijvoorbeeld het inpakken, het opslaan en/of de verzending van het bevestigingssysteem 1, bij voorkeur samen met een opgerolde plaat, in een cilindervormige container. Alternatief of additioneel kan het centrale deel 5 bijvoorbeeld 20 gedeelten omvatten welke ten opzichte van elkaar verdraaid kunnen worden.It is noted that the fastening system 1 according to the invention can for instance also comprise one or a plurality of elongated fastening parts 6, which are pivotally connected to the central part 5. Hereby for instance a fastening system 1 can be provided which can be converted into a substantially elongated mode, wherein the mode is suitable for, for example, packing, storing and / or shipping the fastening system 1, preferably together with a rolled-up plate, in a cylindrical container. Alternatively or additionally, the central part 5 may comprise, for example, 20 parts which can be rotated relative to each other.

In een andere uitvoeringsvorm kunnen extra koppelstukken worden voorzien tussen het eerste distale uiteinde 7 van het bevestigingsdeel 6 en het centrale deel 5, bijvoorbeeld om het eerste distale 25 uiteinde 7 op het centrale deel 5 te klemmen. Alternatief of additioneel kan het bevestigingsdeel 6 een modulair bevestigingsdeel zijn, bijvoorbeeld omvattende bevestigingsdeel-gedeelten en nog andere extra koppelstukken om de bevestigingsdeel- gedeelten met elkaar te verbinden. Bovendien kunnen onderdelen, delen en/of stukken van de bevestigingsstructuur 3 30 en/of één of een meervoudig aantal van de koppelstukken 4 worden 20 gecombineerd om één integraal gedeelte te vormen, welke meer dan één gedeelte, deel of stuk omvat. Bijvoorbeeld kan koppelstuk 4 vast verbonden zijn met de respectievelijke bevestigingsdelen 6, en derhalve omvat zijn in de bevestigingsstructuur 3. Het bevestigen van een dergelijke 5 uitvoeringsvorm van de bevestigingsstructuur 3 kan worden uitgevoerd door bijvoorbeeld eerst een eerste koppelstuk 4 van een eerste tweede distale uiteinde 8 te verbinden met een eerste hoek 20 van de plaat 2, en vervolgens een tweede koppelstuk 4 van een tweede tweede uiteinde 8 van een tegenoverliggend bevestigingsdeel 6 richting het centrale deel 5 te duwen, 10 daarmee bijvoorbeeld als gevolg het centrale deel richting het verbonden eerste koppelstuk duwend, om zo de bevestigingsstructuur 3 zover in elkaar te duwen dat het tweede koppelstuk verbonden kan worden met een tweede hoek 20 van de plaat, bijvoorbeeld een hoek 20 welke tegenover de eerste hoek 20 ligt.In another embodiment, additional coupling pieces can be provided between the first distal end 7 of the fastening part 6 and the central part 5, for instance for clamping the first distal end 7 on the central part 5. Alternatively or additionally, the fastening part 6 may be a modular fastening part, for example comprising fastening part parts and still other additional coupling pieces to connect the fastening part parts to each other. Moreover, parts, parts and / or pieces of the fastening structure 3 and / or one or a multiple number of the coupling pieces 4 can be combined to form one integral part, which comprises more than one part, part or piece. For example, coupling piece 4 can be fixedly connected to the respective mounting parts 6, and therefore be included in the mounting structure 3. Attaching such an embodiment of the mounting structure 3 can be carried out by, for example, first a first coupling piece 4 of a first second distal end 8. to connect to a first corner 20 of the plate 2, and then to push a second coupling piece 4 from a second second end 8 of an opposite fastening part 6 towards the central part 5, thereby for instance resulting in the central part towards the connected first coupling piece pushing so as to push the fastening structure 3 into each other so far that the second coupling piece can be connected to a second corner 20 of the plate, for example an angle 20 which is opposite the first angle 20.

15 In nog een andere uitvoeringsvorm kan het centrale deel 5 een additioneel koppelstuk omvatten, bijvoorbeeld voor het vastklemmen van een koppelstuk voorzien aan het eerste distale uiteinde 7 van het bevestigingsdeel 6, waarbij de additionele koppelstukken, ten opzichte van het centrale deel 5, zijn voorgespannen in een buitenwaartse richting D.In yet another embodiment, the central part 5 can comprise an additional coupling piece, for instance for clamping a coupling piece provided on the first distal end 7 of the fixing part 6, wherein the additional coupling pieces are prestressed with respect to the central part 5. in an outward direction D.

20 Voordeligerwijs kan het centrale deel 5 enkel veerelementen omvatten en de additionele koppelstukken, bijvoorbeel vier bladveren, welke elk met één van zijn distale uiteinden verbonden zijn met één van de additionele koppelstukken en met een ander distaai uiteinde verbonden zijn met een ander van de additionele koppelstukken.Advantageously, the central part 5 can only comprise spring elements and the additional coupling pieces, for example four leaf springs, which are each connected with one of its distal ends to one of the additional coupling pieces and are connected with another distal end to another of the additional coupling pieces .

25 Deze en andere uitvoeringsvormen, inclusief, maar niet gelimiteerd tot, enige combinatie van delen van de hierboven beschreven en/of getoonde uitvoeringsvormen, zullen duidelijk zijn voor de vakman en worden geacht te liggen binnen de door de volgende claims gedefinieerde beschermingsomvang.These and other embodiments, including, but not limited to, any combination of parts of the above-described and / or shown embodiments, will be apparent to those skilled in the art and are understood to be within the scope of protection defined by the following claims.

Claims (15)

1. Bevestigingssysteem (1) voor het hoofdzakelijk in één vlak 5 bevestigen van een plaat (2), omvattende een bevestigingsstructuur (3) en een meervoudig aantal koppelstukken (4) voor verbinding met de plaat (2), waarbij de bevestigingsstructuur (3) een centraal deel (5) omvat en een meervoudig aantal langgerekte bevestigingsdelen (6) met een eerste distaai uiteinde (7) voor verbinding met het centrale deel (5) en een tweede distaai 10 uiteinde (8) voor verbinding met één van de koppelstukken (4), waarbij de bevestigingsstructuur (3) voorts een veerelement (9; 10) omvat voor het voorspannen van het tweede distale uiteinde (8) van ten minste één van de bevestigingsdelen (6) in een buitenwaartse richting (D) ten opzichte van het centrale deel (5). 15A fastening system (1) for fastening a plate (2) substantially in one plane, comprising a fastening structure (3) and a plurality of coupling pieces (4) for connection to the plate (2), the fastening structure (3) comprises a central part (5) and a plurality of elongated fixing parts (6) with a first distal end (7) for connection to the central part (5) and a second distal end (8) for connection to one of the coupling pieces ( 4), wherein the fastening structure (3) further comprises a spring element (9; 10) for biasing the second distal end (8) of at least one of the fastening parts (6) in an outward direction (D) relative to the central part (5). 15 2. Bevestigingssysteem (1) volgens conclusie 1, waarbij het ten minste ene bevestigingsdeel (6) voorgespannen is in de buitenwaartse richting (D) ten opzichte van het centrale deel (5).Fastening system (1) according to claim 1, wherein the at least one fastening part (6) is prestressed in the outward direction (D) relative to the central part (5). 3. Bevestigingssysteem (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste distale uiteinde (7) van het ten minste ene bevestigingsdeel (6) telescopisch gekoppeld is met het centrale deel (5).Fastening system (1) according to claim 1 or 2, wherein the first distal end (7) of the at least one fastening part (6) is telescopically coupled to the central part (5). 4. Bevestigingssysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, 25 voorts omvattende verbindingsmiddelen (11) voor verbinding van het tweede distale uiteinde (8) van het ten minste ene langgerekte bevestigingsdeel (6) met één van de koppelstukken (4) bij voorkeur onafhankelijk van de hoek tussen het bevestigingsdeel (6) en het koppelstuk (4) in een vlak hoofdzakelijk parallel met een plaat (2) wanneer deze (dit) 30 bevestigd is, waarbij de verbindingsmiddelen (11) bij voorkeur een klemelement (12, 13) omvatten voor elk van de bevestigingsdelen (6) en/of koppelstukken (4).4. Fastening system (1) according to one of the preceding claims, further comprising connecting means (11) for connecting the second distal end (8) of the at least one elongated fastening part (6) with one of the coupling pieces (4), preferably independent of the angle between the fixing part (6) and the coupling piece (4) in a plane substantially parallel to a plate (2) when it (this) is fixed, the connecting means (11) preferably being a clamping element (12, 13 ) for each of the mounting parts (6) and / or coupling pieces (4). 5. Bevestigingssysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, 5 waarbij de bevestigingsstructuur (3) ten minste één ophangdeel (14) omvat, voor verbinding van het bevestigingssysteem (1) met een steunstructuur, zoals een muur.Fixing system (1) according to one of the preceding claims, wherein the fixing structure (3) comprises at least one suspension part (14) for connecting the fixing system (1) to a support structure, such as a wall. 6. Bevestigingssysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, 10 waarbij ten minste één van de koppelstukken (4) een fixatiemiddel omvat, voor klevende en/of klemmende verbinding van het ten minste ene koppelstuk (4) met de plaat (2).Fixing system (1) according to one of the preceding claims, wherein at least one of the coupling pieces (4) comprises a fixing means for adhesive and / or clamping connection of the at least one coupling piece (4) to the plate (2) . 7. Bevestigingssysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, 15 waarbij het langgerekte bevestigingsdeel (6) een profielsegment (15) omvat, bij voorkeur een aluminium extrusieprofielsegment.Fastening system (1) according to one of the preceding claims, wherein the elongated fastening part (6) comprises a profile segment (15), preferably an aluminum extrusion profile segment. 8. Plaat (2) bevestigd op een bevestigingssysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de koppelstukken (4) bij voorkeur allen 20 met eenzelfde kant van de plaat (2) verbonden zijn, bij grotere voorkeur nabij hoeken (20) van de plaat (2), waarbij het centrale deel (5) bovendien verbonden kan zijn met dezelfde kant van de plaat (2).8. Plate (2) mounted on a mounting system (1) according to one of the preceding claims, wherein the connecting pieces (4) are preferably all connected to the same side of the plate (2), more preferably near corners (20) of the plate (2), wherein the central part (5) can moreover be connected to the same side of the plate (2). 9. Samenstel, omvattende een bevestigingssysteem (1) volgens één 25 van de conclusies 1-7, en een plaat (2) bevestigd op het bevestigingssysteem (1).An assembly comprising a fastening system (1) according to any one of claims 1-7, and a plate (2) mounted on the fastening system (1). 10. Werkwijze voor het hoofdzakelijk in één vlak bevestigen van een plaat (2), omvattende de stappen van: 30 het verschaffen van de plaat (2); het verbinden van een meervoudig aantal koppelstukken (4) met de plaat (2), bij voorkeur met één kant van de plaat (2); het verschaffen van een centraal deel (5) van een bevestigingsstructuur (3); 5 het verschaffen van een meervoudig aantal langgerekte bevestigingsdelen (6) van de bevestigingsstructuur (3); het verbinden van een eerste distaai uiteinde (7) van ten minste één van de langgerekte bevestigingsdelen (6) met het centrale deel (5); het verbinden van een tweede distaai uiteinde (8) van het minste 10 ene langgerekte bevestigingsdeel (6) met één van de verbonden koppelstukken (4); en het aan ten minste één veerelement (9; 10) voorzien in de bevestigingsstructuur (3) toestaan om het tweede distale uiteinde (8) van het ten minste ene langgerekte bevestigingsdeel (6) in een buitenwaartse 15 richting (D) ten opzichte van het centrale deel (5) te duwen.10. Method for fixing a plate (2) substantially in one plane, comprising the steps of: providing the plate (2); connecting a plurality of coupling pieces (4) with the plate (2), preferably with one side of the plate (2); providing a central portion (5) of a mounting structure (3); 5 providing a plurality of elongated attachment parts (6) of the attachment structure (3); connecting a first distal end (7) of at least one of the elongated attachment parts (6) to the central part (5); connecting a second distal end (8) of the at least one elongated attachment part (6) to one of the connected connectors (4); and allowing at least one spring element (9; 10) provided in the attachment structure (3) to allow the second distal end (8) of the at least one elongated attachment member (6) in an outward direction (D) relative to the central part (5). 11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de stap van het verbinden van het eerste distale uiteinde (7) met het centrale deel (5) de stap omvat van het nesten van het eerste distale uiteinde (7) in en/of over een gedeelte 20 van het centrale deel (5).The method of claim 10, wherein the step of connecting the first distal end (7) to the central portion (5) comprises the step of nesting the first distal end (7) into and / or over a portion 20 from the central part (5). 12. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de stap van het verbinden van het eerste distale uiteinde (7) met het centrale deel (5) de stap omvat van het nesten van een uitstekend gedeelte (16) van het centrale deel (5) in 25 en/of over een gedeelte (7’) van het eerste distale uiteinde (7).12. Method according to claim 10, wherein the step of connecting the first distal end (7) to the central part (5) comprises the step of nesting a projecting part (16) of the central part (5) into and / or over a portion (7 ') of the first distal end (7). 13. Werkwijze volgens één van de conclusies 10-12, voorts omvattende de stappen van: het verschaffen van een verbindingsmiddel (11) voor het verbinden 30 van het tweede distale uiteinde (8) van het ten minste ene langgerekte bevestigingsdeel (6) met één van de koppelstukken (4) bij voorkeur onafhankelijk van de hoek tussen het bevestigingsdeel (6) en het ene koppelstuk (4) in een vlak hoofdzakelijk parallel met een plaat (2) wanneer deze (dit) bevestigd is, waarbij de verbindingsmiddelen (11) bij voorkeur een 5 klemelement (12, 13) omvatten voor elk van de bevestigingsdelen (6) en/of koppelstukken (4); het verbinden van de verbindingsmiddelen (11) met het tweede distale uiteinde (8) van het ten minste ene langgerekte bevestigingsdeel (6); en 10 het verbinden van de verbindingsmiddelen (11) met het ene koppelstuk (4).A method according to any of claims 10-12, further comprising the steps of: providing a connecting means (11) for connecting the second distal end (8) of the at least one elongated attachment member (6) to one of the coupling pieces (4) preferably independent of the angle between the fixing part (6) and the one coupling piece (4) in a plane substantially parallel to a plate (2) when it (this) is mounted, the connecting means (11) preferably comprise a clamping element (12, 13) for each of the fixing parts (6) and / or coupling pieces (4); connecting the connecting means (11) to the second distal end (8) of the at least one elongated attachment member (6); and connecting the connecting means (11) to the one coupling piece (4). 14. Werkwijze volgens één van de conclusies 10-13, waarbij de stap van het verbinden van het meervoudig aantal koppelstukken (4) met de plaat (2) 15 de stap omvat van het vastkleven van ten minste één van de en bij voorkeur van alle koppelstukken (4) aan de plaat (2), bij voorkeur aan dezelfde kant van de plaat (2), nabij ten minste één van de en bij voorkeur nabij alle respectievelijke hoeken (20) daarvan.14. Method as claimed in any of the claims 10-13, wherein the step of connecting the plurality of coupling pieces (4) to the plate (2) comprises the step of sticking at least one of the and preferably all of coupling pieces (4) on the plate (2), preferably on the same side of the plate (2), near at least one of and preferably near all their respective corners (20). 15. Werkwijze volgens één van de conclusies 10-14, waarbij de stap van het verbinden van het meervoudig aantal koppelstukken (4) met de plaat (2) de stap omvat van het vastklemmen van ten minste één van de en bij voorkeur van alle koppelstukken (4) aan de plaat (2), bij voorkeur nabij ten minste één van de en bij grotere voorkeur nabij alle respectievelijke hoeken 25 (20) daarvan.Method according to any of claims 10-14, wherein the step of connecting the plurality of coupling pieces (4) to the plate (2) comprises the step of clamping at least one of and preferably all of the coupling pieces (4) on the plate (2), preferably near at least one of and more preferably near all their respective corners (20).