NL2005961C2 - Scherminrichting en zijgeleidingssamenstel daarvoor. - Google Patents

Description

P93390NL00

Titel: Titel: Scherminrichting en zijgeleidingssamenstel daarvoor

De uitvinding heeft betrekking op een scherminrichtingen voor bouwkundige openingen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een scherminrichting, die is voorzien s van een optrekbaar afschermend deel met een in hoofdzaak rechthoekige flexibele baan van 5 afschermend materiaal. De flexibele baan van afschermend materiaal heeft een eerste paar parallelle begrenzingsranden en een tweede paar parallele begrenzingsranden, die zich in hoofdzaak haaks op het eerste paar parallele begrenzingsranden uitstrekken. Een optrekmechanisme is geassocieerd met een eerste begrensingsrand van het eerste paar parallelle 10 begrenzingsranden van het afschermend deel voor bewegen daarvan tussen een gesloten en geopende positie van de scherminrichting. Tevens is een onderlijst bevestigd langs een tegenoverliggende tweede begrenzingsrand van het eerste paar parallelle begrenzingsranden, welke onderlijst beschikt over eerste en tweede uiteinden. Een eerste zijgeleiding geleidt daarbij met 15 speling het eerste uiteinde van de onderlijst en een tweede zij geleiding geleidt met speling het tweede uiteinde van de onderlijst. De eerste en tweede zijgeleiding zijn parallel aan elkaar en het tweede paar parallelle begrenzingsranden strekken zich in gesloten positie parallel aan de eerste en tweede zij geleidingen uit.

20 Dergelijke scherminrichtingen zijn algemeen bekend en worden vaak toegepast aan de buitenzijde van gebouwen, niet alleen als rolluik, maar vooral ook met een schermdoek uit gaasmateriaal om het zonlicht te temperen. Vooral bij toepassing aan de buitenzijde van gebouwen is het niet uitgesloten dat door de bedrijfspeling, die noodzakelijk is om de onderlijst 25 bedrijfszeker langs de zijgeleiding te kunnen bewegen er onder windbelasting rammelende geluiden optreden.

2

Daarmee in overeenstemming is het een doel van de onderhavige uitvinding om minstens één van de nadelen van de stand van de techniek op te heffen of de gevolgen ervan te verminderen. Het is ook een doel van de onderhavige uitvinding om verbeterde, of alternatieve oplossingen te 5 verschaffen die eenvoudiger kunnen worden uitgevoerd en die bovendien verhoudingsgewijs voordelig gemaakt kunnen worden. Alternatief is het een doel van de uitvinding om het publiek een op zijn minst nuttige keuzemogelijkheid te verschaffen.

Daartoe voorziet de uitvinding in een scherminrichting van de 10 beschreven soort, waarbij in het bijzonder de speling tussen de eerste en tweede zij geleidingen en de respectievelijke eerste en tweede uiteinden van de onderlijst uitsluitend ter plaatse van de gesloten positie van de onderlijst beduidend kleiner is dan in het overige bereik van de eerste en tweede zij geleidingen. Door de verminderde speling in bijvoorbeeld het onderste 15 eindbereik van de zij geleiding wordt de bewegingsruimte van de onderlijst onder invloed van wind drastisch beperkt en daarmee ook de geluidsproductie verminderd.

Het is daarbij van voordeel, wanneer het bereik van de eerste en tweede zijgeleiding met een normale gebruiksspeling geleidelijk overgaat in 20 het beperkte bereik waar de speling beduidend minder is. Verder behoort het tot de mogelijkheden om het ondereinde van de zij geleiding en het uiteinde van de onderlijst een aan elkaar aangepast V-vormig verloop te geven. Hierdoor kan de speling in volledig neergelaten positie volledig worden geëlimineerd. Wel is het daarbij zaak om de hellingshoek van de V-25 vorm zodanig te kiezen, dat deze niet zelfremmend is, om “verkleven” van de onderlijst in de gesloten positie te voorkomen.

Ook heeft het voorkeur, als het eerste en tweede uiteinde van de onderlijst elk gevormd worden door een eindstuk dat aan de onderlijst is bevestigd. In samenhang daarmee is het van verder voordeel wanneer de 30 eerste en tweede zij geleidingen elk zijn voorzien van een langsgroef. In een 3 dergelijke opstelling kan het bereik van elk van de langsgroeven met de beduidend mindere speling, in de gesloten positie van de scherminrichting, veerelastisch aanliggen tegen het desbetreffende eerste en tweede uiteinde van de onderlijst. Met dit veerelastische aanliggen wordt bereikt dat de 5 beweging van de onderlijst onder invloed van wind volledig wordt gedempt. Ook kan daarbij het bereik, van de eerste en tweede zij geleidingen, met de beduidend mindere speling zijn voorzien van een veerelastisch element. Het veerelastische element kan daarbij ook met voordeel zijn uitgevoerd met een veerelastische tong. Tevens kan de veerelastische tong daarbij een boiling 10 hebben, die naar een tegenoverliggende rand van de langsgroef gericht is. In een voorkeursuitvoering is het veerelastische element daarbij uitgevoerd met een paar in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar gerichte verende tongen, waar tussenin het desbetreffende eerste en tweede uiteinde van de onderlijst in de gesloten positie is opgenomen. Verder nog kan het de 15 voorkeur hebben als elk van de eerste en tweede zij geleidingen zijn voorzien van een deze zij geleiding van onderen afsluitend einddeksel en waarbij het veerelastische element deel uitmaakt van dit einddeksel.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van de hiernavolgende figurenbeschrijving, waarin: 20 Figuur 1 is een deelaanzicht in perspectief van een zijgeleiding en onderlijst van een scherminrichting volgens de uitvinding.;

Figuur 2 is een deelaanzicht in perspectief met een onderlijst in een eindpositie en met gedeeltelijk af genomen zij geleiding; en

Figuur 3 is een explosietekening van de samenwerkende 25 onderdelen uit de Figuren 1 en 2.

In Figuur 1 is een deel getoond van een scherminrichting voor een bouwkundige opening. Dergelijke scherminrichtingen zijn wanneer zij aan de buitenkant van gebouwen worden aangebracht vaak voorzien van zij geleidingen voor een beweegbaar afschermend deel. Het beweegbare 30 afschermende deel kan daarbij bewogen worden tussen een opgetrokken 4 en een neergelaten positie. Het afschermend deel kan daartoe worden opgerold of opgeplooid, al naar gelang het type optrekmechanisme dat wordt gebruikt. De huidige uitvinding heeft betrekking op onderdelen die ongeacht het gebruikte optrekmechanisme gemeenschappelijk kunnen worden 5 toegepast op scherminrichtingen van de beschreven soort. Daartoe toont Figuur 1 een deel van een schermgeleiding 1, die voorzien is van een onderlijst 3 en een zijgeleidingskanaal 5. Het zijgeleidingskanaal 5 is voorzien van een langsgroef 7, waarin een eindstuk 9 van de onderlijst 3 verschuifbaar is opgenomen. De onderlijst 3 is aan zijn bovenzijde voorzien 10 van een groefformatie 11, waarmee een onderrand van een af schermend deel op bekende wijze kan zijn verbonden. Eventueel, maar niet noodzakelijk, kan het afschermende deel met een verticale zijrand ook zijn opgenomen in de langsgroef 7. Voor het soepel bedienen van het afschermend deel, door bijvoorbeeld op- en afrollen daarvan, is het nodig dat 15 het eindstuk 9 van de onderlijst 3 met voldoende speling in de langsgroef 7 van het zijgeleidingskanaal kan bewegen. De onderlijst 3 dient daarbij ook als verzwaring om het afschermend deel steeds onder invloed van zwaartekracht strak te houden. Zoals gebruikelijk bij scherminrichtingen van deze soort, bevindt zich spiegelsymmetrisch ook een zijgeleidingskanaal 20 aan het tegenoverliggende uiteinde van de onderlijst. De situatie zoals in Figuur 1 getoond bevindt zich, zoals de vakman bekend, aan beide zijden van een scherminrichting. Ook zal het de vakman duidelijk zijn dat het zijkanaal 5 en de onderlijst 3 doorgaans een grotere lengte zullen hebben dan in Figuur 1 is afgebeeld.

25 Om te voorkomen dat de onderlijst 3 bij een volledig neergelaten afschermend deel hinderlijke rammelgeluiden kan veroorzaken, beschikt de uitvinding over een veerelastisch element 13. Het veerelastische element 13 is aangebracht in de nabijheid van een, het zijkanaal 5 van onderen afsluitend, einddeksel 15 en oefent een lichte zijwaartse druk uit op het 30 eindstuk 9 voor het opheffen van de gebruiksspeling die in de onderste 5 eindpositie niet meer nodig is. Het einddeksel 15 is met een schroef 17 aan het zijkanaal bevestigd.

Het mag duidelijk zijn dat de door het veerelastische element uitgeoefende druk niet al te groot mag zijn, anders zou de onderlijst 3 niet 5 volledig naar onderen kunnen bewegen. Ook mag de druk niet al te groot zijn opdat de onderlijst 3 ook weer met zo min mogelijk weerstand naar boven kan worden bewogen. Verrassenderwijs is gebleken dat een zeer bescheiden verende aandrukkracht niettemin volstaat om het rammelen van de onderlijst 3, onder invloed van wind of dergelijke, af doende te 10 onderdrukken.

In beginsel kan een enkel verend element 13 volstaan, dat het eindstuk 9 van de onderlijst 3 eenzijdig tegen een rand van langsgroef 7 drukt. Het veerelastische element 13 kan worden gevormd door een licht gebogen bladveer, maar kan ook worden gevormd door een inherent 15 elastisch materiaal, zoals rubber, schuimrubber of iets dergelijks.

In Figuur 2 is het zijgeleidingskanaal 5 naar boven toe van het einddeksel 15 afgenomen. In Figuur 2 is verder te zien dat het veerelastische element 13, dat hier in aangrijping is met het eindstuk 9 van de onderlijst 3, gevormd wordt door twee veerelastische tongen 13A, 13B. De 20 veerelastische tongen 13A, 13B zijn hier gevormd als integraal deel van het einddeksel 15. Het einddeksel 15 en de verende tongen 13A, 13B zijn bij voorkeur gevormd als een kunststof spuitgietonderdeel. Ook te zien in Figuur 2 is dat de verende tongen 13A, 13B elk een naar de ander gerichte lichte boiling hebben. Deze boiling zorgt ervoor dat het eindstuk 9 van de 25 onderlijst 3 gemakkelijk tussen de tongen 13A, 13B in kan bewegen. Als tenminste één van de onderdelen zoals eindstuk 9 en/of het veerelastische element 13 uit kunststof is gevormd, geeft dit telkens een geluidsdempende werking.

Tenslotte laat Figuur 3 nog zien hoe de diverse onderdelen in hun 30 onderlinge samenhang worden geassembleerd. Voor de betekenis van de 6 verwijzingscijfers wordt naar de Figuren 1 en 2 verwezen, zoals die hierboven zijn beschreven zijn.

Aldus is een zijgeleidingssamenstel voor een scherminrichting volgens de uitvinding beschreven waarbij langs een onderste 5 begrenzingsrand van het afschermend deel een onderlijst 3 is bevestigd, die eerste en tweede uiteinden 9 heeft. Verder zijn er bij dit zijgeleidingssamenstel eerste en tweede zij geleidingen 5, 7 voorzien, waardoor telkens het eerste en tweede uiteinde 9 van de onderlijst 3 geleidend en met speling wordt opgenomen. In het bijzonder is de speling 10 tussen de eerste en tweede zij geleidingen 5, 7 en de respectievelijke eerste en tweede uiteinden 9 van de onderlijst 3 uitsluitend ter plaatse van de gesloten positie van de onderlijst beduidend kleiner dan in het overige bereik van deze eerste en tweede zij geleidingen 5, 7. De kleinere speling wordt in het beschreven uitvoeringsvoorbeeld bereikt doordat veerelastische 15 elementen 13 in de gesloten positie elk in aangrijping zijn met het desbetreffende einde 9 van de onderlijst 3.

Verondersteld wordt dat de uitvoering en de werking van de uitvinding uit de voorafgaande beschrijving duidelijk blijken. De uitvinding is niet beperkt tot om het even welke hierin beschreven uitvoeringsvorm en, 20 binnen het vermogen van de deskundige, zijn er veranderingen mogelijk die binnen de omvang van de bescherming geacht worden te liggen. Eveneens zijn alle kinematische omkeringen binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding begrepen. Uitdrukkingen, zoals “bestaand uit”, wanneer gebruikt in deze beschrijving of de bijgaande conclusies, moeten 25 niet als een uitputtende opsomming, maar eerder in een inclusieve betekenis, worden opgevat. Uitdrukkingen zoals: "middel voor..." moeten worden gelezen als: "component gevormd voor..." of "element geconstrueerd om..." en dienen te worden opgevat alle equivalenten voor de beschreven constructies mede te omvatten. Het gebruik van uitdrukkingen als: 30 "kritisch", "voordelig", "gewenst" enz., is niet bedoeld om de uitvinding te 7 beperken. Bovendien kunnen ook eigenschappen die niet specifiek of uitdrukkelijk worden beschreven of vereist in de constructie volgens de uitvinding worden omvat zonder dat wordt afgeweken van de beschermingsomvang.

Claims (13)

1. Scherminrichting voor een bouwkundige opening voorzien van: een optrekbaar afschermend deel met een in hoofdzaak rechthoekige flexibele baan van afschermend materiaal, met een eerste paar parallelle begrenzingsranden en met een tweede paar parallele 5 begrenzingsranden, die zich in hoofdzaak haaks op het eerste paar parallele begrenzingsranden uitstrekken; een optrekmechanisme geassocieerd met een eerste begrensingsrand van het eerste paar parallelle begrenzingsranden voor bewegen van het afschermend deel tussen een gesloten en geopende positie 10 van de scherminrichting; een onderlijst bevestigd langs een tegenoverliggende tweede begrenzingsrand van het eerste paar parallelle begrenzingsranden, welke onderlijst beschikt over eerste en tweede uiteinden; een eerste zij geleiding waardoor het eerste uiteinde van de 15 onderlijst geleidend met speling is opgenomen en een tweede zij geleiding waardoor het tweede uiteinde van de onderlijst geleidend met speling is opgenomen, waarbij de eerste en tweede zijgeleiding parallel zijn aan elkaar en waarbij het tweede paar parallelle begrenzingsranden zich in gesloten positie parallel aan de eerste en tweede zij geleidingen uitstrekken, en 20 waarbij in het bijzonder de speling tussen de eerste en tweede zij geleidingen en de respectievelijke eerste en tweede uiteinden van de onderlijst uitsluitend ter plaatse van de gesloten positie van de onderlijst beduidend kleiner is dan in het overige bereik van de eerste en tweede zij geleidingen.

2. Scherminrichting volgens conclusie 1, waarbij het bereik van de eerste en tweede zij geleiding met een normale gebruiksspeling geleidelijk overgaat in het beperkte bereik waar de speling beduidend minder is.

3. Scherminrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste en tweede uiteinde van de onderlijst elk gevormd worden door een eindstuk dat aan de onderlijst is bevestigd. 5

4. Scherminrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de eerste en tweede zij geleidingen elk zijn voorzien van een langsgroef.

5. Scherminrichting volgens conclusie 4, waarbij het bereik van elk 10 van de langsgroeven met de beduidend mindere speling, in de gesloten positie van de scherminrichting, veerelastisch aanligt tegen het desbetreffende eerste en tweede uiteinde van de onderlijst.

6. Scherminrichting volgens conclusie 5, waarbij het bereik, van de 15 eerste en tweede zij geleidingen, met de beduidend mindere speling voorzien is van een veerelastisch element.

7. Scherminrichting volgens conclusie 6, waarbij het veerelastische element uitgevoerd is met een veerelastische tong. 20

8. Scherminrichting volgens conclusie 7, waarbij de veerelastische tong een boiling heeft, die naar een tegenoverliggende rand van de langsgroef is gericht.

9. Scherminrichting volgens conclusie 6, 7 of 8, waarbij het veerelastische element uitgevoerd is met een paar in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar gerichte verende tongen, waar tussenin het desbetreffende eerste en tweede uiteinde van de onderlijst in de gesloten positie is opgenomen.

10. Scherminrichting volgens een van de conclusies, 6, 7, 8 of 9, waarbij elk van de eerste en tweede zij geleidingen zijn voorzien van een dit van onderen afsluitend einddeksel en waarbij het veerelastische element deel uitmaakt van het einddeksel. 5

11. Scherminrichting volgens een voorafgaande conclusie, waarbij het optrekmechanisme het afschermend deel beweegt tussen de open en gesloten positie door het oprollen van de flexibele baan van afschermend materiaal.

12. Scherminrichting volgens een voorafgaande conclusie, waarbij tevens de eerste en tweede begrenzingsranden van het tweede paar begrenzingsranden elk door de relevante in nabijheid daarvan aangebrachte eerste en tweede zij geleiding geleidend wordt opgenomen. 15

13. Zij geleidingssamenstel voor een scherminrichting volgens een voorafgaande conclusie.