NL2005121C2 - Afscheidingsinrichting, alsmede ventilatie-inrichting voorzien van een dergelijke afscheidingsinrichting. - Google Patents

Afscheidingsinrichting, alsmede ventilatie-inrichting voorzien van een dergelijke afscheidingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2005121C2
NL2005121C2 NL2005121A NL2005121A NL2005121C2 NL 2005121 C2 NL2005121 C2 NL 2005121C2 NL 2005121 A NL2005121 A NL 2005121A NL 2005121 A NL2005121 A NL 2005121A NL 2005121 C2 NL2005121 C2 NL 2005121C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chamber
module
separating device
whirl
inlet
Prior art date
Application number
NL2005121A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Joseph Vianen
Original Assignee
Randolph b v
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Randolph b v filed Critical Randolph b v
Priority to NL2005121A priority Critical patent/NL2005121C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2005121C2 publication Critical patent/NL2005121C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D45/00Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces
    • B01D45/12Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces by centrifugal forces
    • B01D45/16Separating dispersed particles from gases or vapours by gravity, inertia, or centrifugal forces by centrifugal forces generated by the winding course of the gas stream, the centrifugal forces being generated solely or partly by mechanical means, e.g. fixed swirl vanes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24CDOMESTIC STOVES OR RANGES ; DETAILS OF DOMESTIC STOVES OR RANGES, OF GENERAL APPLICATION
    • F24C15/00Details
    • F24C15/20Removing cooking fumes

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Separating Particles In Gases By Inertia (AREA)

Description

Afscheidingsinrichting. alsmede ventilatie-inrichting voorzien van een dergeliike afscheidingsinrichting
De uitvinding betreft een afscheidingsinrichting voor een ventilatiesysteem, 5 omvattende langwerpige modules die in dwarsrichting evenwijdig naast elkaar zijn opgesteld en die elk een zich in de langsrichting van de module uitstrekkende wervelkamer bezitten, een in de langsrichting van de module zich uitstrekkende inlaat tot de wervelkamer alsmede een zich aan of nabij tenminste een eind van de module bevindende uitlaat uit de wervelkamer, welke wervelkamers elk een dwarsdoorsnede-10 oppervlak loodrecht op die langsrichting bezitten.
Een dergelijke afscheidingsinrichting is bekend uit EP-A-172903. Vooral in professionele keukeninstallaties worden dergelijke afscheidingsinstallaties of vetfïlters toegepast in verband met het afzuigen van de gassen en dampen die vrijkomen bij het bereiden van voedsel. Met deze gassen en dampen worden ook allerlei andere stoffen 15 meegevoerd, in het bijzonder vet en andere deeltjes die schadelijk en brandgevaarlijk kunnen zijn. Door middel van de afscheidingsinrichting kunnen dergelijke stoffen worden afgescheiden en afgevoerd. In het bijzonder vet kan namelijk tot gevaarlijke omstandigheden leiden. Indien de vetafscheiding gebrekkig is, kunnen vetdeeltjes in de afvoerkanalen neerslaan. De afvoerkanalen leiden de afgezogen lucht naar buiten, in 20 het bijzonder naar het dak. Dergelijke met vet vervuilde kanalen zijn echter bijzonder gevoelig voor brand. In het ergste geval kan zelfs het dak waar doorheen de afvoer is geleid, vlam vatten.
De afscheidingsinrichtingen bevinden zich gewoonlijk boven een fornuis, zodat de dampen en gassen direct kunnen worden afgezogen zonder zich verder in de 25 betreffende ruimte, zoals een keuken, te kunnen verspreiden. In het geval dat tijdens het bereiden van voedsel de vlam in de pan slaat, moet het filter het doorslaan van vuur tot in de afvoer kunnen verhinderen. Indien dat niet goed kan worden verhinderd, en de afvoer bovendien vervuild is met vet, kan het op de wanden van de afvoer neergeslagen vet tot ontbranding komen.
30 De functies van het beschermen tegen doorslag van vlammen, en het afscheiden van verontreinigingen zoals vet, moeten echter in balans worden gebracht met de functie van het afvoeren van de gassen en dampen. Een voldoend hoge doorlaatcapaciteit staat echter op gespannen voet met de hiervoor genoemde 2 bescherming tegen vlamdoorslag. In dat verband is volgens de genoemde stand van de techniek voorgesteld om de verbinding tussen de ventileren ruimte en de onderdrukkamer en afVoer uit te voeren in de vorm van de bekende afscheidingsinrichting waarin de afgezogen gassen en dampen niet rechtstreeks, doch 5 via een omleidingtraject in de vorm van de wervelkamer worden geleid. Daardoor wordt het risico van vlamdoorslag aanzienlijk beperkt. Bovendien wordt de afgezogen lucht in werveling gebracht volgens een schroeflijnvormig beweging die optreedt vanaf de inlaat naar de uitlaat. Deze werveling wordt opgewekt onder invloed van het drukverschil tussen de inlaat en de uitlaat, en heeft tot gevolg dat door centrifugale 10 krachten de vetdeeltjes uit de afgezogen lucht worden afgescheiden en zich afzetten op de wanden van de wervelkamer. Aangezien de afscheidingsinrichtingen bovendien vaak schuin worden opgesteld, kan het vet gemakkelijk onder invloed van de zwaartekracht worden afgevoerd en naar beneden vloeien of druipen langs de wanden van de wervelkamer.
15 Doel van de uitvinding is om bij een gegeven afvoercapaciteit door de afscheidingsinrichting, de afscheiding van vet en dergelijke uit de afgezogen gassen en dampen verder te verbeteren. Dat doel wordt bereikt doordat de grootte van het dwarsdoorsnede-oppervlak van een wervelkamer afneemt in de richting naar een eind van die wervelkamer. Een dergelijke vernauwing in de wervelkamer heeft tot gevolg 20 dat de stroming aldaar een versnelling ondergaat. Deze versnelling bevordert het afscheiden van de vetdeeltjes, terwijl de afvoer van neergeslagen vet uit de wervelkamer niet wordt belemmerd.
De vernauwing kan op verschillende wijzen zijn uitgevoerd. Volgens een eerste mogelijkheid kan de grootte van het dwarsdoorsnede-oppervlak van een wervelkamer 25 continu afnemen over de volledige lengte van de wervelkamer. De achterwand is in dat geval bij voorkeur volkomen vlak. Volgens een andere mogelijkheid kan de grootte van het dwarsdoorsnede-oppervlak van een wervelkamer afnemen in de richting van het ene eind en in de richting van het andere eind van de wervelkamer. De achterwand kan in dat geval zijn uitgevoerd in twee vlakke delen, die in het midden met een knik of bocht 30 in elkaar overgaan. In beide gevallen heeft de wervelkamer bij voorkeur aan beide einden een afvoer; een enkele afVoer is echter ook mogelijk.
Geometrisch gezien heeft een wervelkamer een breedteafmeting in de dwarsrichting van de modules en een diepteafmeting dwars op de langsrichting en op 3 de dwarsrichting van de modules. Volgens de uitvinding neemt/nemen de diepteafineting en/of de breedteafineting van een wervelkamer af in de richting van een eind van die wervelkamer. Zoals hiervoor reeds genoemd kunnen een of beide afmetingen ook afhemen in de richting van beide einden van de wervelkamer.
5 Het verloop van het dwarsdoorsnede-oppervlak kan worden beïnvloed door een geschikte keuze van de vorm van de wanden die de wervelkamer begrenzen. Bij voorkeur is in dat verband voorzien dat een module een achterwand omvat die zich tegenover de inlaat respectievelijk de begrenzing van de wervelkamer waarin de inlaat is voorzien bevindt, welke achterwand althans over een deel schuin ten opzichte van de 10 inlaat respectievelijk begrenzing verloopt. De achterwand kan bijvoorbeeld schuin van het ene eind naar het andere eind van een module verlopen. In dat geval kan de wervelkamer twee zich tegenover elkaar bevindende uitlaten omvatten met uitlaatoppervlakken van onderling ongelijke grootte. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm kan de achterwand schuin naar zowel het ene eind als schuin naar het 15 andere eind van een module lopen. De beide uitlaatoppervlakken kunnen in dat geval een gelijke grootte of verschillende grootten bezitten. Een enkele uitlaat is echter ook mogelijk.
Zoals reeds genoemd kunnen de gassen en dampen en/of de lucht die in de wervelkamer wordt gezogen, in werveling worden gebracht. De in werveling gebrachte 20 gassen/dampen/lucht stromen/stroomt vervolgens schroeflijnvormig naar de uitlaat of uitlaten. De vorming van een dergelijke wervelende stroming in de wervelkamer kan worden bevorderd door de inlaat een bijzondere vorm te geven. In dat verband kan de breedte van de inlaat geringer zijn dan de breedte van een wervelkamer. De wervelkamer verkrijgt dan een ondersneden vorm, die een afbuiging in de stroming 25 bewerkstelligt bij het binnentreden daarvan in de wervelkamer. Een dergelijke afbuiging bevordert de vorming van een werveling.
De inlaat kan zich bevinden in een voorwand van een module. Deze voorwand ligt op afstand voor de achterwand. De voorwand kan een aan de inlaat grenzend randgedeelte bezitten dat schuin in de wervelkamer is gericht. Ook dit schuine 30 voorwandgedeelte bevordert de vorming van een wervel in de wervelkamer. Dit schuine voorwandgedeelte ligt binnen de contour van de module zoals bepaald door de voorwand, en vormt met de tegenoverliggende zijwand van de wervelkamer een nauwer wordende toegang tot de wervelkamer.
4
De module kan verder twee zich vanaf de voorwand af uitstrekkende zijwanden omvatten die althans over een deel schuin ten opzichte van elkaar zijn gericht. Een dergelijke uitvoering van de zijwanden verschaft eveneens een versnelling in de stroming van de afgezogen lucht, zodanig dat de vetafscheiding kan worden verbeterd.
5 Deze uitvoering kan gecombineerd worden met de schuin gerichte achterwand, maar kan ook op zich met een gebruikelijke, rechte en evenwijdig aan de inlaat respectievelijk voorwand gerichte achterwand worden toegepast. In het bijzonder kan de achterwand aansluiten op de van de inlaat afgekeerde rand van beide zijwanden.
De uitvinding betreft tevens een ventilatie-inrichting, omvattende een op een 10 onderdruk brengbare kamer die grenst aan een te ventileren ruimte, welke kamer een wand heeft waarin een afscheidingsinrichting zoals hiervoor beschreven is opgenomen zodanig dat tenminste een uitlaat der modules in verbinding is met de kamer en de inlaat der modules in verbinding is met de te ventileren ruimte. Via de afscheidingsinrichting is verontreinigde lucht in de kamer zuigbaar; de modules zijn 15 onder een van nul graden verschillende hoek ten opzichte van de horizontaal opgesteld. Het op het inwendige van de wervelkamers neergeslagen vuil, zoals vet, kan dan onder invloed van de zwaartekracht neerwaarts druipen en op geschikte wijze worden opgevangen respectievelijk worden afgevoerd.
Een uitstekende vetafscheiding kan worden verkregen indien de grootte van het 20 dwarsdoorsnede-oppervlak van een wervelkamer afneemt in de richting naar het onderste eind van die wervelkamer.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een ventilatie-inrichting met afscheidingsinrichting.
25 Figuur 2 toont het aanzicht volgens II op de afscheidingsinrichting.
Figuur 3 toont de doorsnede volgens III-III van figuur 2.
De in figuur 1 weergegeven ventilatie-inrichting bestaat uit een behuizing 1 waarvan slechts een gedeelte van de wanden 2 is weergegeven. De behuizing begrenst een kamer 3, waarin door middel van (niet weergegeven) ventilatiemiddelen een 30 onderdruk kan worden opgewekt. Aan de buitenzijde van de behuizing 1 bevindt zich de te ventileren ruimte 4 waarin zich een fornuis en dergelijke kan bevinden. Bij voorkeur bevindt een dergelijk fornuis zich direct onder de ventilatie-inrichting. In de wand 2 van de behuizing 1 is een afscheidingsinrichting 5 opgenomen.
5
Deze afscheidingsinrichting 5 bezit een frame 6 dat is bevestigd ter hoogte van een overeenkomstige uitsparing 7 in de wand 2. Zoals weergegeven in de figuren 2 en 3 heeft de afscheidingsinrichting 5 een aantal langwerpige modules 8 met een achterwand 9, voorwand 10 en zijwanden 11. In de voorwand 10 bevindt zich een langwerpige 5 opening of sleuf 12. Deze sleuf 12, die zich over vrijwel de gehele lengte van de module uitstrekt, is begrensd door enerzijds een schuin voorwandgedeelte 13 en de tegenoverliggende zijwand 11. De sleuf 12 is zijdelings verschoven ten opzichte van het midden, in dwarsdoorsnede gezien, van de door de wanden 9-11 ingesloten wervelkamer 14. In deze wervelkamer kan een wervel worden gegenereerd, zoals 10 hieronder zal worden toegelicht, waarvan de wervelhartlijn met verwijzingsteken 15 is aangegeven.
Zoals te zien is in figuur 1 is de afscheidingsinrichting 5 schuin opgesteld. De modules 8 zijn met hun langsrichting volgens de schuine helling opgesteld, zodat zij van een hoog niveau naar een laag niveau lopen. Aan de onderzijde van de modules, bij 15 het lage niveau, bevindt zich telkens een uitlaat 17. Aan de bovenzijde, bij het hoge niveau, kan zich eveneens een uitlaat 16 bevinden hoewel dat niet noodzakelijk is. Onder invloed van de in de kamer 3 opgewekte onderdruk wordt lucht met verontreinigingen, zoals vetdeeltjes, uit de ruimte 4 aangezogen. De verontreinigde lucht komt via de sleuven 12 telkens een wervelkamer 14 binnen. Omdat de sleuf 12 20 zijdelings verschoven is ten opzichte van de wervelhartlijn 15 in de wervelkamerl4, wordt een draaiende of wervelende beweging van de lucht opgewekt bij het naar binnen stromen in de wervelkamer 14 daarvan. Deze wervelende stroming wordt nog bevorderd door het schuine wandgedeelte 13 van de voorwand 10.
Als gevolg van de wervelende beweging van de lucht worden de zich daarin 25 bevindende verontreinigingen zoals vetdeeltjes en dergelijke, zijdelings weggeslingerd, waardoor zij op de inwendige oppervlakken van de wervelkamer terecht komen. Aldus kunnen de verontreinigingen worden gescheiden van de gassen, dampen, lucht en dergelijke. Binnen de wervelkamer treedt ook een stroming op die is gericht naar een of beide uitlaten 16, 17. De combinatie van deze stroming in langsrichting door de 30 wervelkamer 8 en de werveling leidt tot een schroeflijnvormig stromingsverloop, zoals weergegeven in figuur 1. Over dat gehele traject van het schroeflijnvormige stromingsverloop worden verontreinigingen afgescheiden, zodanig dat de gassen/dampen/lucht worden gereinigd.
6
Volgens de uitvinding wordt een verbetering van de vuilafscheiding verkregen doordat de achterwand 9 van de wervelkamer, in de langsrichting gezien, een veranderende afstand tot de voorwand 10 en de zich daarin bevindende sleuf 12 bezit.
In het bijzonder kan de afstand tot de onderste uitlaat 17 kleiner worden. Daardoor 5 treedt een versnelling in de stroming en de werveling op. De versterkte schroeflijnvormige beweging van de lucht leidt daardoor tot hogere centrifugale karachten, zodanig dat de vuildeeltjes versterkt worden afgescheiden.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de achterwand 9 vlak, zodanig dat deze volgens een constante helling continu steeds dichter de voorwand 10 nadert.
10 Evenwel kan de achterwand volgens een alternatieve uitvoering over slechts een gedeelte schuin verlopen en de voorwand naderen, bij voorkeur grenzend aan de uitlaat. Ook is het mogelijk de achterwand in opwaartse richting zodanig schuin te laten verlopen dat deze de voorwand steeds dichter nadert. Een combinatie van deze schuine achterwanddelen is ook mogelijk, dat wil zeggen dat de achterwand in de richting van 15 beide uitlaten de voorwand schuin nadert. Dit is schematisch weergegeven met de twee achterwanddelen 9’, 9”. Het onderste achterwanddeel 9” loopt analoog aan de reeds beschreven uitvoering schuin naar de voorwand toe in neerwaartse richting, het bovenste achterwanddeel 9’ loopt eveneens schuin naar de voorwand toe en wel in opwaartse richting.
20 7
Lijst van verwijzingstekens I. Behuizing 5 2. Wand behuizing 3. Kamer 4. Ruimte 5. Afscheidingsinrichting 6. Frame afscheidingsinrichting 10 7. Uitsparing in wand 8. Module 9. Achterwand module 10. Voorwand module II. Zijwand module 15 12. Sleuf 13. Schuin voorwandgedeelte 14. Wervelkamer 15. Wervelhartlijn 16. Uitlaat 20 17. Uitlaat

Claims (16)

1. Afscheidingsinrichting (5) voor een ventilatiesysteem, omvattende langwerpige modules (8) die in dwarsrichting evenwijdig naast elkaar zijn opgesteld en 5 die elk een in de langsrichting van de module zich uitstrekkende wervelkamer (14) bezitten, een in de langsrichting van de module zich uitstrekkende inlaat (12) tot de wervelkamer (14) alsmede aan of nabij tenminste een eind van de module een uitlaat (16, 17) uit de wervelkamer (14), welke wervelkamers (14) elk een dwarsdoorsnede-oppervlak loodrecht op die langsrichting bezitten, met, het kenmerk dat de grootte van 10 het dwarsdoorsnede-oppervlak van een wervelkamer (14) afneemt in de richting naar een eind van die wervelkamer (14).
2. Afscheidingsinrichting (5) volgens conclusie 1, waarbij de grootte van het dwarsdoorsnede-oppervlak van een wervelkamer (14) continu afneemt over de 15 volledige lengte van de wervelkamer (14).
3. Afscheidingsinrichting (5) volgens conclusie 1, waarbij de grootte van het dwarsdoorsnede-oppervlak van een wervelkamer (14) afneemt in de richting van het ene eind en in de richting van het andere eind van de wervelkamer (14). 20
4. Afscheidingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een module (8) twee zich tegenover elkaar bevindende uitlaten (16, 17) bezit.
5. Afscheidingsinrichting (5) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 25 een wervelkamer (14) een breedteafmeting heeft in de dwarsrichting van een module en een diepteafmeting heeft dwars op de langsrichting van een module en op de dwarsrichting van een module, waarbij de diepteafmeting en/of de breedteafmeting van een wervelkamer afheemt/afhemen in de richting van tenminste een eind van die wervelkamer (14). 30
6. Afscheidingsinrichting (5) volgens conclusie 5, waarbij een module (8) een zich tegenover de inlaat (12) bevindende achterwand (9) omvat die althans over een deel schuin ten opzichte van de inlaat (12) verloopt.
7. Afscheidingsinrichting (5) volgens conclusie 6, waarbij de achterwand (9) over de gehele lengte daarvan schuin vanaf het ene eind tot aan het andere eind van een module (8) verloopt. 5
8. Afscheidingsinrichting (5) volgens conclusies 4 en 6, waarbij de zich tegenover elkaar bevindende uitlaten (16, 17) uitlaatoppervlakken van onderling ongelijke grootte omvatten.
9. Afscheidingsinrichting (5) volgens conclusie 6, waarbij de achterwand (9, 9’, 9”) schuin naar het ene eind van de module (8) loopt en schuin onder een tegengestelde helling naar het andere eind van een module (8) loopt.
10. Afscheidingsinrichting (5) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 15 de breedte van de inlaat (12) geringer is dan de breedte van de bijbehorende wervelkamer (14).
11. Afscheidingsinrichting (5) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inlaat (12) zich bevindt in een voorwand (10) van een module (8). 20
12. Afscheidingsinrichting (5) volgens conclusie 10 en 11, waarbij de voorwand (10) een aan de inlaat (12) grenzend randgedeelte (13) bezit dat schuin in de wervelkamer (14) is gericht
13. Afscheidingsinrichting (5) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een module (8) twee zijwanden (11) omvat die althans over een deel schuin naar elkaar toe zijn gericht.
14. Afscheidingsinrichting (5) volgens conclusie 13 wanneer afhankelijk van 30 een der conclusies 11 en 12 en van een der conclusies 6-9, waarbij de achterwand (9) en de voorwand (10) aansluiten op van elkaar afgekeerde randen van beide zijwanden (11) ·
15. Ventilatie-inrichting, omvattende een op een onderdruk brengbare kamer (3) die grenst aan een te ventileren ruimte (4), waarbij in een wand (2) van de kamer (3) een afscheidingsinrichting (5) volgens een der voorgaande conclusies is opgenomen zodanig dat tenminste een uitlaat (16, 17) der modules (8) in verbinding is met de 5 kamer (3) en de inlaat (12) der modules (8) in verbinding is met de te ventileren ruimte (4), via welke afscheidingsinrichting (5) verontreinigde lucht in de kamer (3) zuigbaar is, en waarbij de modules (8) onder een van nul graden verschillende hoek ten opzichte van de horizontaal zijn opgesteld.
16. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 14, waarbij de grootte van het dwarsdoorsnede-oppervlak van een wervelkamer (14) afneemt in de richting naar het onderste eind van die wervelkamer (14).
NL2005121A 2010-07-21 2010-07-21 Afscheidingsinrichting, alsmede ventilatie-inrichting voorzien van een dergelijke afscheidingsinrichting. NL2005121C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005121A NL2005121C2 (nl) 2010-07-21 2010-07-21 Afscheidingsinrichting, alsmede ventilatie-inrichting voorzien van een dergelijke afscheidingsinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005121 2010-07-21
NL2005121A NL2005121C2 (nl) 2010-07-21 2010-07-21 Afscheidingsinrichting, alsmede ventilatie-inrichting voorzien van een dergelijke afscheidingsinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005121C2 true NL2005121C2 (nl) 2012-01-24

Family

ID=43569435

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005121A NL2005121C2 (nl) 2010-07-21 2010-07-21 Afscheidingsinrichting, alsmede ventilatie-inrichting voorzien van een dergelijke afscheidingsinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2005121C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3890124A (en) * 1974-07-22 1975-06-17 Leslie D Howes Combination grease centrifugal separator and flame trap
EP0172903A1 (en) * 1984-03-09 1986-03-05 Halton Oy GREASE FILTER.
US6251153B1 (en) * 1999-06-30 2001-06-26 Greenheck Fan Corporation Centrifugal air filter
US20070023349A1 (en) * 2005-08-01 2007-02-01 Pekka Kyllonen High efficiency grease filter cartridge

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3890124A (en) * 1974-07-22 1975-06-17 Leslie D Howes Combination grease centrifugal separator and flame trap
EP0172903A1 (en) * 1984-03-09 1986-03-05 Halton Oy GREASE FILTER.
US6251153B1 (en) * 1999-06-30 2001-06-26 Greenheck Fan Corporation Centrifugal air filter
US20070023349A1 (en) * 2005-08-01 2007-02-01 Pekka Kyllonen High efficiency grease filter cartridge

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8657897B2 (en) Wet gas separator
JP5954333B2 (ja) オイルミストセパレータ
US10605504B2 (en) External separator
JP5772402B2 (ja) オイルセパレータ
US20130008140A1 (en) Separator for removing liquid from airflow
EP2596844A1 (en) Grease Filter
JP5879423B1 (ja) 破砕機の粉塵飛散防止用カバー
NL2005121C2 (nl) Afscheidingsinrichting, alsmede ventilatie-inrichting voorzien van een dergelijke afscheidingsinrichting.
CA2805108C (en) Pocketed cyclonic separator
US10105625B2 (en) Method for extending turndown in a gas-liquid separator
US9713785B2 (en) Air filtration system
CN106015005B (zh) 油分装置和螺杆压缩机
JP7299777B2 (ja) プレダスタ
CN205447917U (zh) 一种排油烟罩
TWI666047B (zh) 集塵器及自動除塵的電子系統
NL2005165C2 (nl) Verbeterd schottenfilter.
KR100624823B1 (ko) 배플필터
JP2016183803A (ja) 換気装置
US9707500B2 (en) Material separator
JP6553435B2 (ja) 油分離回収器
WO2019004926A1 (en) DEVICE FOR CONTINUOUS SEPARATION OF PARTICLES FROM A LIQUID
US11273401B2 (en) Plenum separator
JP6266050B2 (ja) 水滴落下防止機構を有するレンジフード
KR20160010037A (ko) 분진 포집기용 프리 더스터
CN107191984B (zh) 一种用于吸油烟机的过滤装置

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150201