NL2005078C2 - ANCHOR WITH MEASURING CLUTCH. - Google Patents

ANCHOR WITH MEASURING CLUTCH. Download PDF

Info

Publication number
NL2005078C2
NL2005078C2 NL2005078A NL2005078A NL2005078C2 NL 2005078 C2 NL2005078 C2 NL 2005078C2 NL 2005078 A NL2005078 A NL 2005078A NL 2005078 A NL2005078 A NL 2005078A NL 2005078 C2 NL2005078 C2 NL 2005078C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
anchor
coupling
measuring body
measuring
coupling rod
Prior art date
Application number
NL2005078A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
David Peter Ende
Roderick Michael Ruinen
Original Assignee
Stevlos B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stevlos B V filed Critical Stevlos B V
Priority to NL2005078A priority Critical patent/NL2005078C2/en
Priority to DK11729181.5T priority patent/DK2593354T3/en
Priority to EP11729181.5A priority patent/EP2593354B1/en
Priority to PCT/NL2011/050450 priority patent/WO2012008828A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2005078C2 publication Critical patent/NL2005078C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/24Anchors

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Force Measurement Appropriate To Specific Purposes (AREA)

Description

Nr. NLP187082ANr. NLP187082A

Anker met meetkoppelingAnchor with measuring coupling

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een anker, in het bijzonder voor het in een verankeringsbodem verankeren 5 van zware maritieme objecten, zoals een booreiland, over een lange gebruiksperiode die vele jaren kan duren.The invention relates to an anchor, in particular for anchoring heavy maritime objects, such as a drilling rig, in an anchoring bottom over a long period of use that can last for many years.

Dergelijke ankers worden aan een ankerlijn vanaf een werkschip op de verankeringsbodem geplaatst, waarna het werkschip aan de ankerlijn trekt om het anker in de 10 verankeringsbodem te brengen. Tijdens het trekken wordt vanaf het werkschip de trekkracht op de ankerlijn gemeten. De trekkracht en het afgelegde trektraject van het werkschip vormen dan een maat voor het penetratietraject van het anker en de te verwachten houdkracht die het anker kan geven.Such anchors are placed on an anchor line from a working ship on the anchor floor, after which the working ship pulls on the anchor line to bring the anchor into the anchor floor. During the pulling, the pulling force on the anchor line is measured from the work vessel. The traction force and the trajectory trajectory of the work vessel then form a measure of the penetration trajectory of the anchor and the expected holding force that the anchor can give.

15 Exploitanten van zware maritieme objecten stellen hoge eisen aan de mate van zekerheid van de te verwachten houdkracht. Derhalve dient te worden uitgesloten dat een aanzienlijke component van de op het werkschip gemeten trekkracht bijvoorbeeld is veroorzaakt door obstakels die 20 tijdens het inbrengen van het anker hebben aangegrepen op de ankerlijn.15 Operators of heavy maritime objects place high demands on the degree of certainty of the expected holding power. It must therefore be excluded that a considerable component of the tensile force measured on the work vessel is caused, for example, by obstacles that have engaged on the anchor line during the insertion of the anchor.

Internationale octrooiaanvrage WO 2010/041929 toont een anker met een vloei en een daarvan opstaande schacht. De schacht is middels een holle koppelstaaf 2 gekoppeld met de ankerlijn. Door de holle koppelstaaf strekt zich een meetlichaam uit dat is voorzien van vervormingsopnemers waarmee de vervorming van het meetlichaam en zo de holle koppelstaaf kan worden gemeten.International patent application WO 2010/041929 shows an anchor with a flow and an upstanding shaft thereof. The shaft is coupled to the anchor line by means of a hollow coupling rod 2. A measuring body extends through the hollow coupling rod and is provided with deformation sensors with which the deformation of the measuring body and thus the hollow coupling rod can be measured.

5 De vervorming vormt een maat voor het krachtenspel tussen het anker en de ankerlijn. Het streven is het verkrijgen van een nauwkeurige maat van deze vervorming.The distortion forms a measure of the force play between the anchor and the anchor line. The aim is to obtain an accurate measure of this distortion.

10 SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Volgens een eerste aspect verschaft de uitvinding hiertoe een anker omvattend een vloei die volgens een penetratierichting in een verankeringsbodem in te brengen is 15 door uitoefening van een trekkracht op een met het anker verbonden ankerlijn, en een meetkoppeling die zich tijdens het inbrengen van de vloei in een krachtsoverbrenging bevindt tussen de ankerlijn en de vloei, waarbij de meetkoppeling is voorzien van een eerste koppeldeel dat is 20 verbonden met de vloei, een tweede koppeldeel dat is verbonden met de ankerlijn, een holle koppelstaaf die de koppeldelen onderling koppelt, waarbij de koppeldelen in de lengterichting van de staaf op verschillende plaatsen op de koppelstaaf aangrijpen om deze te kunnen vervormen, en een 25 meetlichaam dat zich door de holle koppelstaaf uitstrekt en dat ten minste aan zijn uiteinden een vervorming krijgt opgelegd door de vervormende koppelstaaf, waarbij het meetlichaam is voorzien van vervormingsopnemers voor het opnemen van vervormingsparameters van het meetlichaam, 30 waarbij het meetlichaam een rondom van de binnenzijde van de holle koppelstaaf vrij liggend middengedeelte heeft dat een in hoofdzaak constante materiaaldikte bezit, waarbij in het materiaal van het middengedeelte plaatselijke verzwakkingen aanwezig zijn, waarbij de vervomingsopnemers zijn geplaatst 35 in, op of nabij de plaatselijke verzwakkingen om vervormingsparameters van vervorming van het meetlichaam in, op of nabij de plaatselijke verzwakkingen op te nemen.According to a first aspect, the invention provides for this purpose an anchor comprising a flow which can be introduced into an anchoring bottom according to a penetration direction by exerting a tensile force on an anchor line connected to the anchor, and a measuring coupling which during insertion of the flow into a force transmission is located between the anchor line and the flow, wherein the measuring coupling is provided with a first coupling part connected to the flow, a second coupling part connected to the anchor line, a hollow coupling rod which interconnects the coupling parts, the coupling parts in engage the longitudinal direction of the rod at different places on the coupling rod to be able to deform it, and a measuring body which extends through the hollow coupling rod and which is subjected to a deformation at least at its ends by the deforming coupling rod, the measuring body being provided of distortion sensors for recording distortion parameter meters of the measuring body, wherein the measuring body has a central portion which is free from the inside of the hollow coupling rod and which has a substantially constant material thickness, local weaknesses being present in the material of the central portion, the deformation sensors being placed in, at or near the local attenuations to include deformation parameters of deformation of the measuring body in, at or near the local attenuations.

33

De koppelstaaf vervormt, in het bijzonder verbuigt, in afhankelijkheid van het door het eerste en tweede koppeldeel uitgeoefende krachten op de koppelstaaf. De koppelstaaf legt daarbij een verbuiging op aan het 5 meetlichaam, waarbij vervorming van het meetlichaam groter is in, op of nabij de plaatselijke verzwakkingen die daarin zijn aangebracht, dan op andere plaatsen van het meetlichaam. Het meetlichaam verschaft zo een nauwkeurige maat van de vervorming van de koppelstaaf, terwijl het 10 meetlichaam relatief slank kan worden uitgevoerd zodat het in een kleinere holte van een koppelstaaf past. De koppelstaaf kan zo bij dezelfde buitenafmeting massiever worden uitgevoerd. De door de vervormingsopnemers opgenomen vervorming van het meetlichaam is een maat voor het 15 krachtenspel tussen het eerste en tweede koppeldeel zoals zich dat af speelt aan de ankerzijde van de ankerlijn, dus onafhankelijk van krachten die door obstakels op de ankerlijn kunnen werken. Zo kan in hoge mate van zekerheid de te verwachten houdkracht van het anker worden voorspeld. 20 De relatie tussen het krachtenspel en de vervormingen kan worden bepaald aan de hand van interpolatie van eerder verkregen testgegevens, of worden berekend volgens de regels van de mechanica, bijvoorbeeld door middel van een eindige elementen analyse.The coupling rod deforms, in particular flexes, depending on the forces exerted on the coupling rod by the first and second coupling part. The coupling rod then applies a bend to the measuring body, whereby deformation of the measuring body is greater in, at or near the local weakenings arranged therein, than at other places of the measuring body. The measuring body thus provides an accurate measure of the deformation of the coupling rod, while the measuring body can be made relatively slim so that it fits into a smaller cavity of a coupling rod. The coupling rod can thus be made more massive with the same external dimension. The deformation of the measuring body taken up by the deformation sensors is a measure of the interplay of forces between the first and second coupling part as it takes place on the anchor side of the anchor line, thus independently of forces which can act on obstacles on the anchor line. In this way, the expected holding power of the anchor can be predicted to a high degree of certainty. The relationship between the force play and the distortions can be determined on the basis of interpolation of previously obtained test data, or can be calculated according to the rules of mechanics, for example by means of a finite element analysis.

25 In een uitvoeringsvorm zijn de plaatselijke verzwakkingen in het materiaal van het meetlichaam gevormd door doorgaande gaten of uitsparingen in het materiaal van het meetlichaam. In een uitvoeringsvorm omvat het meetlichaam een in hoofdzaak star lichaam waarin de 30 plaatselijke verzwakkingen zijn aangebracht. Deze verzwakkingen kunnen eenvoudig en precies in het in hoofdzaak starre lichaam zijn aangebracht, na vervaardiging daarvan. In een uitvoeringsvorm bestaat het starre lichaam uit een enkel materiaal, zoals staal.In one embodiment the local weakenings in the material of the measuring body are formed by through holes or recesses in the material of the measuring body. In one embodiment the measuring body comprises a substantially rigid body in which the local weakenings are arranged. These weakenings can be arranged simply and precisely in the substantially rigid body, after manufacture thereof. In one embodiment, the rigid body consists of a single material, such as steel.

35 In een eenvoudig te vervaardigen uitvoeringsvorm omvat het meetlichaam een langwerpige cilinder, bij voorkeur een holle rechte cilinder.In a simple to manufacture embodiment, the measuring body comprises an elongated cylinder, preferably a hollow straight cylinder.

44

In een uitvoeringsvorm bevindt ten minste een gedeelte van de plaatselijke verzwakkingen zich in een gezamenlijk vlak dwars op de longitudinale as van het lichaam, waarbij de plaatselijke verzwakkingen in het vlak 5 regelmatig rondom de as zijn verdeeld.In one embodiment, at least a portion of the local weakening is in a common plane transverse to the longitudinal axis of the body, the local weakening in the plane 5 being regularly distributed around the axis.

In een uitvoeringsvorm zijn de vervormingsopnemers op het meetlichaam geplaatst, tussen twee plaatselijke verzwakkingen in. De vervormingsopnemers hebben zo een groot contactoppervlak met een deel van het meetlichaam waar 10 vervorming relatief het grootst zal zijn, en vervormen derhalve mee bij bijvoorbeeld buiging van het meetlichaam.In one embodiment, the deformation sensors are placed on the measuring body, between two local weakenings. The deformation sensors thus have a large contact surface with a part of the measuring body where deformation will be relatively the greatest, and therefore deform along with, for example, bending of the measuring body.

In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de vervormingsopnemers althans ten dele in en/of over een plaatselijke verzwakking in het meetlichaam geplaatst. 15 Wanneer de verzwakkingen doorgaande gaten omvatten dan zijn de vervormingsopnemers aan de rand van de gaten met de rest van het meetlichaam verbonden. In deze uitvoeringsvorm wordt de buiging van de vervormingsopnemers die in en/of over het doorgaande gat zijn aangebracht beperkt, terwijl deze wel 20 kunnen uitrekken of inkrimpen. Wanneer de verzwakkingen niet-doorgaande gaten omvatten dan zijn de vervormingsopnemers bij voorkeur zodanig geplaatst dat zij deze niet-doorgaande gaten althans ten dele opvullen. Het vrij liggend middengedeelte van het meetlichaam waarop de 25 vervormingsopnemers zijn geplaatst kan zo in hoge mate glad worden uitgevoerd.In an alternative embodiment, the deformation sensors are placed at least partly in and / or over a local weakening in the measuring body. When the weakenings comprise through holes, the deformation sensors are connected at the edge of the holes to the rest of the measuring body. In this embodiment, the bending of the deformation sensors which are arranged in and / or over the through hole is limited, while they can stretch or contract. If the weakenings comprise non-through holes, then the deformation sensors are preferably positioned such that they at least partially fill these non-through holes. The free-lying central part of the measuring body on which the deformation sensors are placed can thus be designed to a highly smooth degree.

In een uitvoeringsvorm is het meetlichaam vast verbonden met de koppelstaaf, waardoor vervormingen van de koppelstaaf direct en evenredig op het meetlichaam kunnen 30 worden overgebracht.In one embodiment the measuring body is fixedly connected to the coupling bar, as a result of which deformations of the coupling bar can be transmitted directly and proportionally to the measuring body.

In een uitvoeringsvorm strekt het meetlichaam zich tussen de met de koppelstaaf verbonden uiteinden vrij uit door de koppelstaaf, waardoor het meetlichaam eenvoudig in de holte in de koppelstaaf kan worden ingebracht. De holte 35 in de koppelstaaf kan zijn bepaald door een rechte boring door de koppelstaaf. In een uitvoeringsvorm kan het meetlichaam dan over zijn lengte tussen de uiteinden smaller 5 zijn dan aan zijn uiteinden.In one embodiment, the measuring body extends freely between the ends connected to the coupling rod through the coupling rod, whereby the measuring body can easily be introduced into the cavity in the coupling rod. The cavity 35 in the coupling rod can be determined by a straight bore through the coupling rod. In one embodiment the measuring body can then be narrower over its length between the ends than at its ends.

In een uitvoeringsvorm omvat het meetlichaam ten minste één langwerpige strip of plaat. Een strip of plaat leent zich door zijn vorm goed voor mechanische bereke-5 ningen.In one embodiment, the measuring body comprises at least one elongated strip or plate. Due to its shape, a strip or plate is suitable for mechanical calculations.

In een uitvoeringsvorm omvat het meetlichaam ten minste twee langwerpige strippen of platen die over hun lengte in hoofdzaak dwars op elkaar zijn opgesteld. De opstelling dwars op elkaar biedt de mogelijkheid de vervor-10 mingen te analyseren volgens een carthesisch assenstelsel.In one embodiment the measuring body comprises at least two elongated strips or plates which are arranged substantially transversely to each other over their length. The arrangement transversely of one another offers the possibility of analyzing the distortions according to a Cartesian coordinate system.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm zijn de strippen onderling vast met elkaar verbonden.In a simple embodiment, the strips are mutually fixedly connected.

In een uitvoeringsvorm vormen de strippen in doorsnede een kruis. De vervormingsopnemers kunnen dan 15 worden voorzien op alle benen van het kruis voor een zuivere bepaling van de vervorming van de koppelstaaf.In one embodiment the strips form a cross-section. The deformation sensors can then be provided on all legs of the cross for a pure determination of the deformation of the coupling rod.

In een uitvoeringsvorm is het meetlichaam vervaardigd van metaal, bij voorkeur van staal.In one embodiment the measuring body is made of metal, preferably of steel.

In een uitvoeringsvorm zijn de vervormingsopnemers 2 0 gegroepeerd in ten minste één rechte reeks die zich in hoofdzaak dwars op de lengterichting van het meetlichaam uitstrekt. De vervorming van het meetlichaam kan dan over een groot deel van zijn breedte worden vastgelegd inclusief vervormingsverschillen over de lengte van de reeks, hetgeen 25 een nauwkeurige bepaling van de vervorming van het meetlichaam in zijn geheel en daarmee van de koppelstaaf mogelijk maakt.In one embodiment, the deformation sensors are grouped in at least one straight series which extends substantially transversely to the length direction of the measuring body. The deformation of the measuring body can then be recorded over a large part of its width, including deformation differences over the length of the series, which enables an accurate determination of the deformation of the measuring body as a whole and thus of the coupling rod.

In een uitvoeringsvorm daarvan zijn de vervormingsopnemers gegroepeerd in meerdere rechte reeksen 30 die in de lengterichting van het meetlichaam over het meetlichaam zijn verdeeld, zodat de vervorming op meerdere over de lengte verdeelde plaatsen over een groot deel van de breedte van het meetlichaam kan worden vastgelegd.In one embodiment thereof, the deformation sensors are grouped in a plurality of straight series 30 which are distributed over the measuring body in the longitudinal direction of the measuring body, so that the deformation can be recorded at a plurality of lengths distributed over a large part of the width of the measuring body.

In een uitvoeringsvorm omvat de meetkoppeling twee 35 eerste koppeldelen die op afstand van elkaar aangrijpen op de koppelstaaf. De met de vloei verbonden eerste koppeldelen kunnen de koppelstaaf dan in samenwerking met het tweede 6 koppeldeel op buiging belasten, waardoor de buiging en de specifieke buigvorm daarvan een maat is voor de kracht die de ankerlijn uitoefent op de vloei, en voor de richting van die kracht. Evenzo kan de meetkoppeling twee tweede 5 koppeldelen omvatten die op afstand van elkaar aangrijpen op de koppelstaaf.In one embodiment the measuring coupling comprises two first coupling parts which engage on the coupling rod at a distance from each other. The first coupling parts connected to the flow can then load the coupling rod on bending in cooperation with the second coupling part, so that the bending and its specific bending shape is a measure of the force that the anchor line exerts on the flow, and for the direction of that power. The measuring coupling can likewise comprise two second coupling parts which engage on the coupling rod at a distance from each other.

In een uitvoeringsvorm vormen de twee eerste koppeldelen of de twee tweede koppeldelen binnen de meetkoppeling de buitenste aangrijping op de koppelstaaf. 10 Daartussen kan dan het andere of de andere koppeldelen aangrijpen om de koppelstaaf op buiging te belasten.In one embodiment, the two first coupling parts or the two second coupling parts within the measuring coupling form the outer engagement on the coupling rod. The other or the other coupling parts can then engage between them in order to load the coupling rod for bending.

In een uitvoeringsvorm omvat het anker een schacht die vast is verbonden met de vloei, waarbij het eerste koppeldeel een onderdeel vormt van de schacht, waarbij het 15 eerste koppeldeel bij voorkeur is gelegen aan het van de vloei afgekeerde uiteinde van de schacht.In one embodiment the anchor comprises a shaft that is fixedly connected to the flow, wherein the first coupling part forms a part of the shaft, the first coupling part preferably being located at the end of the shaft remote from the flow.

In een uitvoeringsvorm daarvan is de koppelstaaf rotatievast met de schacht verbonden, waardoor de richting van een door het tweede koppeldeel op de koppelstaaf uitge-20 oefende kracht kan worden gerelateerd aan de schacht en de vloei.In one embodiment thereof the coupling rod is rotationally connected to the shaft, whereby the direction of a force exerted on the coupling rod by the second coupling part can be related to the shaft and the flow.

In een uitvoeringsvorm vormt het tweede koppeldeel het uiteinde van een met de ankerlijn verbonden anker-lijnkoppeling. De ankerlijnkoppeling kan bijvoorbeeld een om 25 de koppelstaaf verzwenkbare harpschakel zijn.In one embodiment, the second coupling part forms the end of an anchor-line coupling connected to the anchor line. The anchor line coupling can for instance be a harp link pivotable around the coupling rod.

De penetratierichting en daarmee de penetratie-krachten zullen in hoofdzaak evenwijdig zijn aan het langs-symmetrievlak van het anker. In een uitvoeringsvorm strekt de koppelstaaf zich derhalve in zijn lengterichting dwars op 30 het langssymmetrievlak van het anker uit, waardoor de zich dwars op het langssymmetrievlak uitstrekkende koppelstaaf goed op buiging kan worden belast om het krachtenspel te bepalen.The direction of penetration and thus the penetration forces will be substantially parallel to the longitudinal plane of symmetry of the anchor. In one embodiment, the coupling rod therefore extends in its longitudinal direction transversely to the longitudinal plane of symmetry of the anchor, so that the coupling rod extending transversely to the longitudinal plane of symmetry can be properly subjected to bending to determine the force play.

In een uitvoeringsvorm is de meetkoppeling verder 35 voorzien van een inclinometer die is opgenomen in de koppelstaaf, zodat naast het krachtenspel op de koppelstaaf tevens kantelingen van de koppelstaaf ten opzichte van een 7 denkbeeldig vlak kunnen worden bepaald, hetgeen een maat is voor de pitch en roll van het anker. De inclinometer is in een uitvoeringsvorm vast verbonden met het meetlichaam.In one embodiment, the measuring coupling is furthermore provided with an inclinometer which is included in the coupling rod, so that in addition to the play of force on the coupling rod, tiltings of the coupling rod relative to an imaginary plane can be determined, which is a measure of the pitch and roll of the anchor. In one embodiment, the inclinometer is fixedly connected to the measuring body.

In een uitvoeringsvorm is de meetkoppeling 5 voorzien van een versnellingsmeter die is opgenomen in de koppelstaaf, zodat door middel van integratie van de momentane versnelling in de tijd de afgelegde weg van de koppelstaaf kan worden bepaald, hetgeen een maat is voor het afgelegde penetratietraject van het anker in de veranke-10 ringsbodem. In een uitvoeringsvorm is de versnellingsmeter vast verbonden met het meetlichaam.In one embodiment, the measuring coupling 5 is provided with an accelerometer which is included in the coupling rod, so that the distance traveled by the coupling rod can be determined by integrating the instantaneous acceleration over time, which is a measure of the traveled penetration range of the coupling rod. anchor in the anchoring ring. In one embodiment, the accelerometer is fixedly connected to the measuring body.

In een uitvoeringsvorm is de meetkoppeling voorzien van een drukopnemer voor het opnemen van de waterdruk ter plaatse van de meetkoppeling. De waterdruk is een maat 15 voor de diepte van het anker ten opzichte van de waterlijn, waaruit de diepte in de verankeringsbodem kan worden afgeleid. In combinatie met bijvoorbeeld de pitch kan uit de diepte tevens de horizontale component van het veranke-ringstraject worden afgeleid.In one embodiment, the measuring coupling is provided with a pressure sensor for taking up the water pressure at the measuring coupling. The water pressure is a measure of the depth of the anchor relative to the water line, from which the depth in the anchoring bottom can be derived. In combination with, for example, the pitch, the horizontal component of the anchoring path can also be derived from the depth.

20 De gegevens van voornoemde meetinstrumenten kunnen op afstand van het anker worden verwerkt en geïnterpreteerd, bijvoorbeeld vanaf een werkschip, indien de meetkoppeling een elektronische schakeling omvat die is gekoppeld met de vervormingsopnemers, en bij voorkeur met de inclinometer 25 en/of de versnellingsmeter en/of de drukopnemer, waarbij de elektronische schakeling is ingericht voor verwerking en verzending van meetgegevens hiervan naar een zich op afstand bevindende reken- en verwerkingseenheid.The data of the aforementioned measuring instruments can be processed and interpreted remotely from the anchor, for example from a work ship, if the measuring coupling comprises an electronic circuit which is coupled to the deformation sensors, and preferably to the inclinometer 25 and / or the accelerometer and / or the pressure sensor, wherein the electronic circuit is arranged for processing and sending measurement data thereof to a remote calculation and processing unit.

De inclinometer, de versnellingsmeter en/of de 30 elektronische schakeling kunnen als één vooraf vervaardigde eenheid met het meetlichaam in de holle koppelstaaf worden geplaatst en daar worden bevestigd indien deze vast zijn verbonden met het meetlichaam.The inclinometer, the accelerometer and / or the electronic circuit can be placed as one prefabricated unit with the measuring body in the hollow coupling rod and fixed there if they are fixedly connected to the measuring body.

Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding 35 een anker omvattend een vloei die volgens een penetratierichting in een verankeringsbodem in te brengen is door uitoefening van een trekkracht op een met het anker 8 verbonden ankerlijn, en een meetkoppeling die zich tijdens het inbrengen van de vloei in een krachtsoverbrenging bevindt tussen de ankerlijn en de vloei, waarbij de meetkoppeling is voorzien van een eerste koppeldeel dat is 5 verbonden met de vloei, een tweede koppeldeel dat is verbonden met de ankerlijn, een holle koppelstaaf die de koppeldelen onderling koppelt, waarbij de koppeldelen in de lengterichting van de staaf op verschillende plaatsen op de koppelstaaf aangrijpen om deze te kunnen vervormen, en een 10 meetlichaam dat zich door de holle koppelstaaf uitstrekt en dat ten minste aan zijn uiteinden een vervorming krijgt opgelegd door de vervormende koppelstaaf, waarbij het meetlichaam is voorzien van vervormingsopnemers voor het opnemen van vervormingsparameters van het meetlichaam, 15 waarbij het meetlichaam een rondom van de binnenzijde van de koppelstaaf vrij liggend cilindervormig middengedeelte heeft. Een dergelijk meetlichaam is eenvoudig te vervaardigen.According to a second aspect, the invention provides an anchor comprising a flow which can be introduced into an anchoring bottom according to a penetration direction by exerting a tensile force on an anchor line connected to the anchor 8, and a measuring coupling which during insertion of the flow into a force transmission is located between the anchor line and the flow, wherein the measuring coupling is provided with a first coupling part connected to the flow, a second coupling part connected to the anchor line, a hollow coupling rod which interconnects the coupling parts, the coupling parts in engage the longitudinal direction of the rod at different places on the coupling rod to be able to deform it, and a measuring body which extends through the hollow coupling rod and which is subjected to a deformation at least at its ends by the deforming coupling rod, the measuring body being provided of deformation sensors for recording deformation parameters from n the measuring body, wherein the measuring body has a cylindrical middle section lying free from the inside of the coupling rod. Such a measuring body is easy to manufacture.

In een uitvoeringsvorm is het middengedeelte van het meetlichaam in hoofdzaak hol cilindervormig. Door de 20 holte biedt de cilinder minder weerstand tegen buigen dan wanneer deze massief is uitgevoerd. In de holte van de cilinder kan verdere meetapparatuur worden aangebracht.In one embodiment, the central portion of the measuring body is substantially hollow cylindrical. Because of the cavity, the cylinder offers less resistance to bending than when it is solid. Further measuring equipment can be fitted in the cavity of the cylinder.

In een uitvoeringsvorm omvat het vrij liggend gedeelte ten minste 70% van de lengte van het meetlichaam, 25 bij voorkeur 80% of tenminste 80%. Het vrij liggend gedeelte beslaat zo een groot deel van het meetlichaam dat zo vrij van de koppelstaaf kan buigen. In een uitvoeringsvorm is het meetlichaam slechts met zijn uiteinden aan de koppelstaaf en/of uiteinden daarvan bevestigd of gekoppeld.In one embodiment the free-lying part comprises at least 70% of the length of the measuring body, preferably 80% or at least 80%. The free-lying part thus covers a large part of the measuring body which can thus bend freely from the coupling rod. In one embodiment, the measuring body is only attached or coupled with its ends to the coupling rod and / or ends thereof.

30 De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop 35 gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. Those individual aspects can be the subject of split-off patent applications directed at them. This applies in particular to the measures and aspects that are described per se in the subclaims.

99

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

5 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuur 1 een isometrisch vooraanzicht van een anker volgens de uitvinding, dat met een meetkoppeling is 10 verbonden met een ankerlijn;Figure 1 is an isometric front view of an anchor according to the invention, which is connected to an anchor line with a measuring coupling;

Figuur 2 een zijaanzicht van het anker volgens figuur 1, ingebracht in een verankeringsgrond;Figure 2 is a side view of the anchor according to Figure 1, inserted in an anchoring ground;

Figuren 3A-3C een langsdoorsnede, een dwarsdoorsnede en een detail van de meetkoppeling volgens figuren 1 15 en 2;Figures 3A-3C show a longitudinal section, a cross-section and a detail of the measuring coupling according to figures 1 15 and 2;

Figuren 4A en 4B een isometrisch aanzicht en een zijaanzicht van een cilindrisch meetlichaam zoals gebruikt in de meetkoppeling volgens de uitvinding;Figures 4A and 4B are an isometric view and a side view of a cylindrical measuring body as used in the measuring coupling according to the invention;

Figuren 5A-5C voorbeelden van het krachtenspel op 20 de meetkoppeling volgens de voorgaande figuren, tijdens het inbrengen van het anker in de veranderingsgrond;Figures 5A-5C show examples of the force play on the measuring coupling according to the preceding figures, during the introduction of the anchor in the ground for change;

Figuren 6A en 6B een isometrisch aanzicht en een zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een meetlichaam met een kruisvormige dwarsdoorsnede.Figures 6A and 6B are an isometric view and a side view of an alternative embodiment of a measuring body with a cross-shaped cross-section.

2525

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

Figuren 1 en 2 tonen een stalen anker 1 volgens 30 een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het anker 1 is bestemd voor het in een verankeringsbodem 2 verankeren van zware maritieme objecten, zoals een verder niet getoond booreiland, over een lange gebruiksperiode die vele jaren kan duren. Het anker 1 omvat een vloei 10 en een ten op-35 zichte van de vloei 10 schuin naar voren hellende schacht 30 die aan zijn uiteinde is voorzien van een meetkoppeling 50 waarmee het anker 1 is verbonden met een ankerlijn 4. Het 10 anker 1 is in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van zijn langssymmetrievlak M. Het anker 1 is gevormd om in een voorwaartse penetratierichting P in hoofdzaak evenwijdig aan het langssymmetrievlak M in de verankeringsbodem 2 te worden 5 ingebracht.Figures 1 and 2 show a steel anchor 1 according to an embodiment of the invention. The anchor 1 is intended for anchoring heavy maritime objects, such as a drilling rig (not shown), in an anchoring bottom 2, over a long period of use that can last for many years. The anchor 1 comprises a flow 10 and a shaft 30 inclined forwards relative to the flow 10, which shaft is provided at its end with a measuring coupling 50 by means of which the anchor 1 is connected to an anchor line 4. The anchor 1 is substantially symmetrical with respect to its longitudinal symmetry plane M. The anchor 1 is formed to be introduced into the anchoring bottom 2 in a forward penetration direction P substantially parallel to the longitudinal symmetry plane M.

De vloei 10 is opgebouwd met plaatdelen, en omvat aan de achterzijde over zijn breedte een basisplaat 11 die aan weerszijden van het middenlangsvlak M overgaat in twee driehoekige vooreinden 12. Aan weerszijden van de basis 11 10 zijn twee neerwaarts gerichte zijplaten 13 voorzien die zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken, en onder de vooreinden 12 strekken zich vanaf de punten 14 twee evenwijdige langsliggers 15 uit. De vloei 10 is aan de bovenzijde voorzien van opstaande bevestigingslippen 16, 17 met beves- 15 tigingspennen 18, 19 voor de schacht 30.The rolling paper 10 is constructed with plate parts, and at the rear comprises a base plate 11 across its width which on both sides of the longitudinal median plane M merges into two triangular front ends 12. On either side of the base 11 two downwardly directed side plates 13 are provided which are parallel to each other extend to each other, and below the front ends 12, two parallel longitudinal beams 15 extend from points 14. The rolling paper 10 is provided on the upper side with upright mounting lips 16, 17 with mounting pins 18, 19 for the shaft 30.

De schacht 30 is opgebouwd met twee plaatvormige schachtbenen 31 die in opwaartse richting schuin naar elkaar toelopen. De schachtbenen 31 zijn langs hun lengte met elkaar verbonden middels dwarsplaten 34. De schachtbenen 31 20 bezitten aan de onderzijde een omgezet gedeelte 37 dat tussen de bevestigingslippen 16, 17, is opgenomen, waarbij de bevestigingspennen 18, 19 zich uitstrekken door niet getoonde bevestigingsgaten in de omgezette gedeelten 37. Aan de achterzijde zijn de bevestigingsgaten gevormd in een 25 verzwaring 32 op het omgezette gedeelte 37, welke verzwaring 32 is voorzien van een reeks extra gaten 33 voor verstelling van de hoek tussen de vloei 10 en de schacht 30. De schachtbenen 31 zijn aan het boveneind voorzien van zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende eindoren 35 met 30 bevestigingsgaten 36 voor een meetkoppeling 50 naar de ankerlijn 4.The shaft 30 is constructed with two plate-shaped shaft legs 31 that tapering towards each other in an upward direction. The shaft legs 31 are connected to each other along their length by means of cross plates 34. The shaft legs 31 have on the underside a converted portion 37 which is received between the mounting lips 16, 17, the mounting pins 18, 19 extending through mounting holes (not shown) in the flanged portions 37. At the rear, the fixing holes are formed in a weighting 32 on the flanged portion 37, which weighting 32 is provided with a series of additional holes 33 for adjusting the angle between the flow 10 and the shaft 30. The shank legs 31 are provided at the upper end with end ears 35 extending parallel to each other with mounting holes 36 for a measuring coupling 50 to the anchor line 4.

In het beschreven anker 1 vormt de koppelstaaf 54 de koppeling tussen de harpschakel 51 en de vloei 30. Alternatief neemt de koppelstaaf 54 de plaats in van één van 35 de pennen 18, 19 waarmee de schacht 30 is gekoppeld met de vloei 30.In the anchor 1 described, the coupling rod 54 forms the coupling between the harp link 51 and the flow 30. Alternatively, the coupling rod 54 takes the place of one of the pins 18, 19 with which the shaft 30 is coupled to the flow 30.

Het beschreven anker 1 is voorzien van een vloei 11 10 en een vast daarmee verbonden schacht 30 die de verbinding tussen de vloei 10 en de ankerlijn 4 verzorgt. Alternatief kan de vloei 10 via de bevestigingslippen 16, 17 zijn verbonden met trekkabels die ter plaatse van de meet-5 koppeling 50 samenkomen.The described anchor 1 is provided with a flow 11 and a shaft 30 fixedly connected thereto, which provides the connection between the flow 10 and the anchor line 4. Alternatively, the flow 10 can be connected via the fastening lips 16, 17 to tension cables which meet at the location of the measuring coupling 50.

De meetkoppeling 50 omvat een rechte, cilindrische stalen koppelstaaf 54 die zich door de bevestigingsgaten 36 van de eindoren 35 uitstrekt. De longitudinale as of hartlijn S van de koppelstaaf 54 is in hoofdzaak loodrecht 10 op het langssymmetrievlak M gericht. De koppelstaaf 54 strekt zich tussen de eindoren 35 tevens uit door de ogen 52 van de aan de ankerlijn 4 gekoppelde harpschakel 51. De koppelstaaf 54 is ruim opgenomen in de bevestigingsgaten 36 en de ogen 52, waarbij een verder niet getoonde indexatie is 15 voorzien die rotatie van de koppelstaaf 54 om zijn hartlijn S ten opzichte van de schacht 30 tegengaat. De harpschakel 51 kan in het langssymmetrievlak M zwenken om de koppelstaaf 54.The measuring coupling 50 comprises a straight, cylindrical steel coupling rod 54 which extends through the fixing holes 36 of the end ears 35. The longitudinal axis or axis S of the coupling rod 54 is directed substantially perpendicular to the longitudinal plane of symmetry M. The coupling rod 54 also extends between the end ears 35 through the eyes 52 of the harp link 51 coupled to the anchor line 4. The coupling rod 54 is broadly accommodated in the mounting holes 36 and the eyes 52, an indexation (not further shown) being provided which prevents rotation of the coupling rod 54 about its axis S relative to the shaft 30. The harp link 51 can pivot in the longitudinal symmetry plane M about the coupling rod 54.

Figuren 3A-3C tonen de meetkoppeling 50 in meer 20 detail. De koppelstaaf 54 is voorzien van een cilindrische boring of binnenruimte 55 die aan de uiteinden is afgesloten met eindkappen 56 die met een las 57 rondom zijn vastgelast, waardoor de binnenruimte 55 waterdicht is afgesloten. In de binnenruimte 55 is een langwerpig meetlichaam 60 opgesloten 25 dat in meer detail is getoond in figuren 4A en 4B. Het cilindrische holle meetlichaam 60 omvat een langwerpig cilindrisch middengedeelte 67 en aan de uiteinden daarvan twee bredere cilindrische eindgedeelten 68. De eindgedeelten 68 omvatten elk een kopeindvlak 65 en een langseindwand 63, 30 die aanliggen tegen de eindkappen 56, respectievelijk de binnenzijde of begrenzingswand 58 van de binnenruimte 55, waarbij de kopeindvlakken 65 en/of langseindwanden 63 passend aanliggen tegen of verbonden zijn met de koppelstaaf 54. Het middengedeelte 67 van het meetlichaam 60 heeft de 35 vorm van een rechte, holle cilinder met een cirkelronde dwarsdoorsnede die rondom vrij ligt van de binnenzijde 58 van de holle koppelstaaf 54. Een elastische vervorming van 12 de koppelstaaf 54 wordt aan de uiteinden opgelegd aan het meetlichaam 60, in het bijzonder aan het van het binnengedeelte 55 van de holle koppelstaaf 54 vrij liggende middengedeelte 67 van het meetlichaam 60. In het 5 middengedeelte 67 zijn plaatselijke verzwakkingen aangebracht in de vorm van doorgaande gaten 101, 102, 105, 106 in het materiaal. Het vrij liggend middengedeelte 67 heeft een in hoofdzaak constante materiaaldikte dwars op de hartlijn S. Hoewel niet alle gaten zichtbaar zijn in de 10 figuren is het meetlichaam 60 voorzien van twee groepen met elk vier zich in de lengterichting van het meetlichaam 60 uitstrekkende gaten, waarbij de gaten van elke groep regelmatig rond de hartlijn S van het meetlichaam zijn verdeeld, met de middens gelegen op een denkbeeldig 15 loodrecht kruis dat dwars op de hartlijn S staat.Figures 3A-3C show the measuring coupling 50 in more detail. The coupling rod 54 is provided with a cylindrical bore or inner space 55 which is closed at the ends with end caps 56 which are welded around with a weld 57, whereby the inner space 55 is sealed watertight. Enclosed in the inner space 55 is an elongated measuring body 60, which is shown in more detail in figures 4A and 4B. The cylindrical hollow measuring body 60 comprises an elongated cylindrical center portion 67 and at its ends two wider cylindrical end portions 68. The end portions 68 each comprise a head end face 65 and a longitudinal end wall 63, 30 which abut the end caps 56, respectively the inner side or boundary wall 58 of the inner space 55, wherein the head end faces 65 and / or longitudinal end walls 63 abut against or are connected to the coupling rod 54. The middle portion 67 of the measuring body 60 has the shape of a straight, hollow cylinder with a circular cross-section free from all around the inner side 58 of the hollow coupling rod 54. An elastic deformation of the coupling rod 54 is imposed at the ends on the measuring body 60, in particular on the central portion 67 of the measuring body 60 which is free from the inner part 55 of the hollow coupling rod 54. Local weakenings in the form v through through holes 101, 102, 105, 106 in the material. The exposed central portion 67 has a substantially constant material thickness transverse to the axis S. Although not all holes are visible in the figures, the measuring body 60 is provided with two groups with four holes each extending in the longitudinal direction of the measuring body 60, wherein the holes of each group are regularly distributed around the center line S of the measuring body, with the centers located on an imaginary perpendicular cross that is perpendicular to the center line S.

Op het meetlichaam 60 zijn tussen de gaten 101, 102, 105, 106, draagstrips 71, 72, 75, 76 aangebracht die zijn voorzien van vervormingsopnemers, in dit geval electrische rekstroken 80. De rekstroken 80 zijn geplaatst 2 0 om vervorming op te nemen nabij de in het materiaal van het middengedeelte 67 aangebrachte doorgaande gaten 101, 102, 105, 106. De elastische vervorming van het meetlichaam 60 is het sterkst waarneembaar tussen de doorgaande gaten 101, 102, 105, 106 omdat er rondom en nabij deze gaten 25 plaatselijk minder materiaal is om de elastische vervorming op te nemen. Er zijn in dit voorbeeld in totaal acht zich rond de hartlijn S uitstrekkende draagstrips 71-78 aangebracht op het cilindrische holle meetlichaam 60, aan weerszijden van de middendeling daarvan en aan weerszijden 30 van het langssymmetrievlak M. Elke draagstrip 71-78 is voorzien van een reeks van vier elektrische rekstroken 80. In de uitvoeringsvorm van figuren 4A en 4B zijn de draagstrips 71-78 steeds op gelijke afstand tussen twee zich parallel aan de hartlijn S uitstrekkende gaten 101, 102 35 aangebracht om de vervorming in dat gebied van het meetlichaam 60 op te nemen.On the measuring body 60, between the holes 101, 102, 105, 106, support strips 71, 72, 75, 76 are provided which are provided with deformation sensors, in this case electrical strain gauges 80. The strain gauges 80 are placed to absorb deformation. near the through holes 101, 102, 105, 106 provided in the material of the middle portion 67. The elastic deformation of the measuring body 60 is most noticeable between the through holes 101, 102, 105, 106 because there are around and near these holes 25 locally less material to accommodate the elastic deformation. In this example, a total of eight support strips 71-78 extending around the axis S are provided on the cylindrical hollow measuring body 60, on either side of the central division thereof and on either side 30 of the longitudinal plane of symmetry M. Each support strip 71-78 is provided with a series of four electrical strain gauges 80. In the embodiment of Figs. 4A and 4B, the bearing strips 71-78 are always arranged at the same distance between two holes 101, 102 extending parallel to the center line S to prevent deformation in that area of the measuring body 60. to include.

Hoewel hier niet getoond kunnen in een 13 alternatieve uitvoeringsvorm de draagstrips deels de plaatselijke verzwakkingen overspannen.Although not shown here, in an alternative embodiment, the carrier strips may partially span the local weakenings.

De meetkoppeling 50 is tevens voorzien van een eenheid 82 met elektronische inclinometers en 5 versnellingsmeters die elektrisch zijn verbonden met printplaat 81. De printplaat 81 is voorts verbonden met een deels uitwendige drukopnemer 90 voor het meten van de waterdruk. De printplaat 81 is voorts verbonden met een voedingskabel 83 die door een trekontlasting 84 in de 10 koppelstaaf 54 is gevoerd en die is verbonden met een verder niet getoonde batterijbehuizing aan de schacht 30. De printplaat 81 is voorts verbonden met een communicatiekabel 85 die door een trekontlasting 86 in de eindkap 56 is gevoerd en die is verbonden met een op zich bekend 15 akoestisch modem 87 voor akoestische overdracht 88 van data onder water. Deze trekontlasting 86 is afgeschermd met een opgelaste huls 89. De elektronische schakeling op de printplaat 81 is ingericht voor het ontvangen, verwerken en versturen van elektrische signalen van de rekstroken 80, de 20 inclinometers, de versnellingsmeters en de drukopnemer 90. Door de vaste oriëntatie van het meetlichaam 60 ten opzichte van de schacht 30 kan de stand van het anker 1 ten opzichte van en denkbeeldig horizontaal vlak H en een denkbeeldig verticaal vlak V worden bepaald, en daarmee de pitch en de 25 roll van het anker 1. Door middel van de drukopnemer 90 kan de hoogte van de waterkolom boven de koppelstaaf 54 en daarmee de diepte van het anker 1 ten opzichte van de waterlijn worden bepaald.The measuring coupling 50 is also provided with a unit 82 with electronic inclinometers and accelerometers which are electrically connected to printed circuit board 81. The printed circuit board 81 is further connected to a partly external pressure sensor 90 for measuring the water pressure. The printed circuit board 81 is further connected to a power supply cable 83 which is passed through a strain relief 84 in the coupling bar 54 and which is connected to a battery housing (not further shown) on the shaft 30. The printed circuit board 81 is further connected to a communication cable 85 which is connected through a strain relief 86 is fed into the end cap 56 and is connected to an acoustic modem 87 known per se for acoustic transmission 88 of data under water. This strain relief 86 is shielded with a welded sleeve 89. The electronic circuit on the printed circuit board 81 is adapted to receive, process and send electrical signals from the strain gauges 80, the inclinometers, the accelerometers and the pressure sensor 90. Due to the fixed orientation of the measuring body 60 relative to the shaft 30, the position of the anchor 1 relative to an imaginary horizontal plane H and an imaginary vertical plane V can be determined, and thus the pitch and the roll of the anchor 1. By means of the pressure sensor 90, the height of the water column above the coupling rod 54 and thus the depth of the anchor 1 relative to the water line can be determined.

Figuur 2 toont het anker 1 tijdens het inbrengen 30 in een onder water 3 gelegen verankeringsgrond 2, zoals een zeebodem, vanaf een zich op de waterlijn 5 bevindend werkschip dat verder niet is weergegeven. Het werkschip is voorzien van een verder niet getoond akoestisch modem voor communicatie met het modem 87 aan het anker 1, welk modem is 35 gekoppeld met een reken- en dataverwerkingseenheid. In een voorgaande stap is het anker 1 vanaf het werkschip op de verankeringsgrond 2 met diepte D geplaatst, met de punten 14 14 van de vloei 10 in de richting van het werkschip. Het akoestisch modem 87 en de communicatiekabel 85 bevinden zich daarbij nog in het water 3. Vervolgens is door het werkschip via de ankerlijn 4 een kracht F op het anker 1 uitgeoefend, 5 waardoor het anker 1 een penetratietrajeet J heeft doorlopen tot een bepaalde diepte E in de verankeringsbodem 2.Figure 2 shows the anchor 1 during insertion 30 into an anchoring ground 2 located under water 3, such as a seabed, from a work vessel located on the water line 5, which is not further shown. The working ship is provided with an acoustic modem (not further shown) for communication with the modem 87 at the anchor 1, which modem is coupled to a calculation and data processing unit. In a previous step, the anchor 1 is placed from the working vessel onto the anchorage ground 2 with depth D, with the points 14 of the flow 10 in the direction of the working vessel. The acoustic modem 87 and the communication cable 85 are still in the water 3. A force F is then exerted on the anchor 1 via the anchor line 4, as a result of which the anchor 1 has gone through a penetration rocket J to a certain depth E in the anchorage floor 2.

Tijdens het doorlopen van het penetratietraject J hebben de eindoren 35 van de schacht 30 enerzijds en de ogen 52 van de harpschakel 51 anderzijds buigkrachten en 10 buigmomenten uitgeoefend op de koppelstaaf 54, waarbij de bijbehorende vervormingen zijn opgelegd aan het meetlichaam 60. Dit vindt plaats binnen het elastische bereik van de koppelstaaf 54 en het meetlichaam 60. In vervolg daarop hebben de rekstroken 80 vervormingen opgelegd gekregen via 15 het meetlichaam 60, bijvoorbeeld volgens een verdeling Q zoals met vectoren is weergegeven in figuur 5C. De vervormingen van de individuele rekstroken 80 op het in dit geval cilindrische meetlichaam, en de gegevens van de inclinometers en de versnellingsmeters zijn geregistreerd 20 door de elektronische schakeling en direct gecommuniceerd naar de reken- en dataverwerkingseenheid op het werkschip. De reken- en dataverwerkingseenheid kan uit deze gegevens het penetratietraject J herleiden, en het bijbehorende krachtenspel F1-F3, zoals getoond in figuren 5A en 5B, 25 tussen het anker 1 en de ankerlijn 4, bijvoorbeeld door interpolatie van bekende testgegevens, of door een eindige elementenanalyse. De kracht kan bijvoorbeeld horizontaal zijn gericht zoals weergegeven met kracht Fl, schuin naar boven onder hoeken A, B, zoals weergegeven met kracht F2 of 30 schuin naar onderen onder hoeken K, N. Aan de hand van de grootte en de richting van de krachten F1-F3 in relatie tot het penetratietraject J kan met aanvaardbare nauwkeurigheid worden bepaald of het anker 1 zich goed heeft gezet en of deze de gespecificeerde houdkracht kan leveren.During the passage of the penetration path J, the end ears 35 of the shaft 30 on the one hand and the eyes 52 of the harp link 51 on the other hand have exerted bending forces and 10 bending moments on the coupling rod 54, the associated deformations being imposed on the measuring body 60. This takes place within the elastic range of the coupling rod 54 and the measuring body 60. Subsequently, the strain gauges 80 have been subjected to deformations via the measuring body 60, for example according to a distribution Q as shown with vectors in figure 5C. The deformations of the individual strain gauges 80 on the in this case cylindrical measuring body, and the data from the inclinometers and the accelerometers are recorded by the electronic circuit and directly communicated to the computing and data processing unit on the work ship. The computing and data processing unit can derive from this data the penetration trajectory J, and the associated force play F1-F3, as shown in figures 5A and 5B, between the anchor 1 and the anchor line 4, for example by interpolating known test data, or by a finite element analysis. For example, the force may be directed horizontally as represented by force F1, obliquely upwards at angles A, B, as represented by force F2 or obliquely downwards at angles K, N. On the basis of the magnitude and direction of the forces F1-F3 in relation to the penetration range J, it can be determined with acceptable accuracy whether the anchor 1 has positioned itself properly and whether it can deliver the specified holding force.

35 Figuren 6A en 6B tonen een alternatief meetlichaam 160 voor gebruik in een meetkoppeling volgens de uitvinding. Dit alternatieve meetlichaam 160 is opgebouwd met een 15 langwerpige verticale staalplaat 161 en een horizontale langwerpige staalplaat 162 met een in hoofdzaak constante dikte. De staalplaten 161, 162 zijn in dit voorbeeld identiek. De platen 161, 162 zijn beide voorzien van twee 5 rechte kopeindranden 165 die aan beide zijden van het meetlichaam 160 via vier rechte langseindranden 163 overgaan in twee daarvan teruggelegen, rechte langszij randen 164 die een versmalling van de respectievelijke plaat 161, 162 vormen ten opzichte van langseindranden 163. De platen 161, 10 162 zijn beide voorzien van een middensleuf 166 die zich vanaf één van de kopeindranden 165 uitstrekt over de halve lengte van de respectievelijke plaat 161, 162, waarna de platen 161, 162 in eikaars middensleuf 166 zijn gestoken en over de volle lengte aan elkaar zijn vastgelast. Het 15 meetlichaam 160 bezit derhalve een in hoofdzaak prismatische vorm waarbij de doorsnede over de lengte loodrecht kruisvormig is. Wanneer het meetlichaam 160 in een holle koppelstaaf 54 wordt geplaatst, dan vormen de rechte langszij randen 164 een van de begrenzingswand 58 van de 2 0 koppelstaaf 54 vrij liggend gedeelte. Door genoemde langslas zijn de ribben van het kruis star met elkaar verbonden. De platen 161, 162 van het meetlichaam zijn voorzien van plaatselijke verzwakkingen in de vorm van zich dwars op de lengte richting van het meetlichaam uitstrekkende 25 uitsparingen 201-208 die uitmonden in de langszij randen 164. Wanneer het meetlichaam 160 in de holle koppelstaaf 54 is aangebracht kan het meetlichaam 160 vast daarmee worden verbonden, bijvoorbeeld door een las aan te brengen tussen de begrenzingswand 58 van de binnenruimte 55 van de holle 30 koppelstaaf 54 en de langszij randen 164. Een elastische vervorming van de koppelstaaf 54 wordt zo aan de uiteinden 168 van het meetlichaam 160 opgelegd, terwijl deze over de door de langszij randen 164 bepaalde versmalling vrij blijft van de begrenzingswand 58.Figures 6A and 6B show an alternative measuring body 160 for use in a measuring coupling according to the invention. This alternative measuring body 160 is constructed with an elongated vertical steel plate 161 and a horizontal elongated steel plate 162 with a substantially constant thickness. The steel plates 161, 162 are identical in this example. The plates 161, 162 are both provided with two straight head end edges 165 which on both sides of the measuring body 160 merge via four straight longitudinal end edges 163 into two recessed, straight longitudinal side edges 164 which form a narrowing of the respective plate 161, 162 relative to of longitudinal end edges 163. The plates 161, 162 are both provided with a center slot 166 extending from one of the head end edges 165 over half the length of the respective plate 161, 162, whereafter the plates 161, 162 are inserted into each other's middle slot 166. and are welded together over the full length. The measuring body 160 therefore has a substantially prismatic shape, the cross-section being perpendicular to the length. When the measuring body 160 is placed in a hollow coupling rod 54, the straight longitudinal side edges 164 form a part lying free from the boundary wall 58 of the coupling rod 54. The ribs of the cross are rigidly connected to each other by said longitudinal weld. The plates 161, 162 of the measuring body are provided with local weakenings in the form of recesses 201-208 extending transversely to the longitudinal direction of the measuring body and opening into the longitudinal side edges 164. When the measuring body 160 is in the hollow coupling rod 54 applied, the measuring body 160 can be fixedly connected thereto, for example by applying a weld between the boundary wall 58 of the inner space 55 of the hollow coupling rod 54 and the longitudinal side edges 164. An elastic deformation of the coupling rod 54 thus becomes at the ends 168. of the measuring body 160, while remaining free from the boundary wall 58 over the narrowing defined by the longitudinal side edges 164.

35 Figuur 6B toont in meer detail draagstrips 171-174 die zijn voorzien van de rekstroken 80 en die nabij de uitsparingen 201-204 zijn aangebracht. Hoewel niet getoond 16 zijn aan de achterzijde verdere draagstrips 175-178 aangebracht. De draagstrips 171-178 en daarop aangebrachte rekstroken 80 vervormen wanneer de platen 161, 162 vervormen. Vanwege de plaatselijke verzwakkingen van het 5 meetlichaam bij de uitsparingen 201-208 zal een buigkracht die wordt uitgeoefend op het meetlichaam 160 in het bijzonder tot vervorming bij die verzwakkingen leiden, zodat ook een relatief kleine verbuiging van het meetlichaam 160 duidelijk kan worden opgenomen. In een alternatieve, niet 10 getoonde uitvoeringsvorm zijn de draagstrips met daarop de rekstroken deels over de uitsparingen heen geplaatst om deze te overspannen.Figure 6B shows carrier strips 171-174 in more detail which are provided with the strain gauges 80 and which are arranged near the recesses 201-204. Although not shown 16, further support strips 175-178 are provided at the rear. The support strips 171-178 and strain gauges 80 disposed thereon deform when the plates 161, 162 deform. Because of the local weakening of the measuring body at the recesses 201-208, a bending force exerted on the measuring body 160 will in particular lead to deformation at said weakening, so that also a relatively small bending of the measuring body 160 can be clearly absorbed. In an alternative embodiment, not shown, the support strips with the strain gauges thereon are placed partially over the recesses to span them.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te 15 illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be evident to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention.

Claims (32)

1. Anker omvattend een vloei die volgens een penetratierichting in een verankeringsbodem in te brengen is door uitoefening van een trekkracht op een met het anker verbonden ankerlijn, en een meetkoppeling die zich tijdens 5 het inbrengen van de vloei in een krachtsoverbrenging bevindt tussen de ankerlijn en de vloei, waarbij de meetkoppeling is voorzien van een eerste koppeldeel dat is verbonden met de vloei, een tweede koppeldeel dat is verbonden met de ankerlijn, een holle koppelstaaf die de 10 koppeldelen onderling koppelt, waarbij de koppeldelen in de lengterichting van de staaf op verschillende plaatsen op de koppelstaaf aangrijpen om deze te kunnen vervormen, en een meetlichaam dat zich door de holle koppelstaaf uitstrekt en dat ten minste aan zijn uiteinden een vervorming krijgt 15 opgelegd door de vervormende koppelstaaf, waarbij het meetlichaam is voorzien van vervormingsopnemers voor het opnemen van vervormingsparameters van het meetlichaam, waarbij het meetlichaam een rondom van de binnenzijde van de holle koppelstaaf vrij liggend middengedeelte heeft dat een 20 in hoofdzaak constante materiaaldikte bezit, waarbij in het materiaal van het middengedeelte plaatselijke verzwakkingen aanwezig zijn, waarbij de vervomingsopnemers zijn geplaatst in, op of nabij de plaatselijke verzwakkingen om vervormingsparameters van vervorming van het meetlichaam in, 25 op of nabij de plaatselijke verzwakkingen op te nemen.An anchor comprising a flow which can be introduced into an anchoring bottom according to a penetration direction by exerting a tensile force on an anchor line connected to the anchor, and a measuring coupling which is in force transmission between the anchor line and the flow line during the introduction of the flow the flow, wherein the measuring coupling is provided with a first coupling part which is connected to the flow, a second coupling part which is connected to the anchor line, a hollow coupling rod which mutually connects the coupling parts, wherein the coupling parts in the longitudinal direction of the rod at different engage locations on the coupling rod to be able to deform it, and a measuring body which extends through the hollow coupling rod and which receives a deformation at least at its ends by the deforming coupling rod, the measuring body being provided with deformation sensors for receiving deformation parameters of the measuring body, the measuring body being a round m has a central portion which is free from the inside of the hollow coupling rod and which has a substantially constant material thickness, with local weakenings being present in the material of the central portion, the deformation sensors being placed in, on or near the local weakening, for deformation parameters of deformation of the measuring body in, at or near the local weakenings. 2. Anker volgens conclusie 1, waarbij de plaatselijke verzwakkingen in het materiaal van het meetlichaam gevormd zijn door doorgaande gaten of uitsparingen in het materiaal van het meetlichaam.Anchor as claimed in claim 1, wherein the local weakenings in the material of the measuring body are formed by through holes or recesses in the material of the measuring body. 3. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het meetlichaam een langwerpige holle rechte cilinder omvat.Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the measuring body comprises an elongated hollow straight cylinder. 4. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een gedeelte van de plaatselijke verzwakkingen zich in een gezamenlijk vlak dwars op een longitudinale as van het meetlichaam bevindt, waarbij de 5 plaatselijke verzwakkingen in het gezamenlijk vlak regelmatig rondom de as zijn verdeeld.4. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least a part of the local weakenings is located in a common plane transversely of a longitudinal axis of the measuring body, wherein the local weakenings in the common plane are regularly distributed around the axis. 5. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vervormingsopnemers op het meetlichaam zijn geplaatst, tussen twee plaatselijke verzwakkingen in.Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the deformation sensors are placed on the measuring body, between two local weakenings. 6. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het meetlichaam ten minste één langwerpige strip of plaat omvat.Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the measuring body comprises at least one elongated strip or plate. 7. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het meetlichaam ten minste twee langwerpige strippen 15 of platen omvat die over hun lengte in hoofdzaak dwars op elkaar zijn opgesteld.7. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the measuring body comprises at least two elongated strips or plates which are arranged substantially transversely of each other over their length. 8. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het meetlichaam vast is verbonden met de koppelstaaf.An anchor according to any one of the preceding claims, wherein the measuring body is fixedly connected to the coupling rod. 9. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het meetlichaam zich tussen de met de koppelstaaf verbonden uiteinden vrij uitstrekt door de koppelstaaf.Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the measuring body extends freely through the coupling rod between the ends connected to the coupling rod. 10. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het meetlichaam over zijn lengte tussen de uiteinden 25 smaller is dan aan zijn uiteinden.10. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the measuring body is narrower over its length between the ends 25 than at its ends. 11. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het meetlichaam is vervaardigd van metaal, bij voorkeur van staal.Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the measuring body is made of metal, preferably of steel. 12. Anker volgens een der voorgaande conclusies, 30 waarbij de vervormingsopnemers zijn gegroepeerd in ten minste één rechte reeks die zich in hoofdzaak dwars op de lengterichting van het meetlichaam uitstrekt.12. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the deformation sensors are grouped in at least one straight series that extends substantially transversely of the longitudinal direction of the measuring body. 13. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vervormingsopnemers zijn gegroepeerd in meerdere 35 reeksen die in de lengterichting van het meetlichaam over het meetlichaam zijn verdeeld.13. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the deformation sensors are grouped in several series which are distributed over the measuring body in the longitudinal direction of the measuring body. 14. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de meetkoppeling twee eerste koppeldelen omvat die op afstand van elkaar aangrijpen op de koppelstaaf.An anchor according to any one of the preceding claims, wherein the measuring coupling comprises two first coupling parts which engage on the coupling rod at a distance from each other. 15. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de meetkoppeling twee tweede koppeldelen omvat die 5 op afstand van elkaar aangrijpen op de koppelstaaf.15. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the measuring coupling comprises two second coupling parts which engage on the coupling rod at a distance from each other. 16. Anker volgens conclusie 14 of 15, waarbij de twee eerste koppeldelen of de twee tweede koppeldelen binnen de meetkoppeling de buitenste aangrijping op de koppelstaaf vormen.An anchor according to claim 14 or 15, wherein the two first coupling parts or the two second coupling parts within the measuring coupling form the outer engagement on the coupling rod. 17. Anker volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een schacht die vast is verbonden met de vloei, waarbij het eerste koppeldeel een onderdeel vormt van de schacht.An anchor according to any one of the preceding claims, comprising a shaft that is fixedly connected to the flow, wherein the first coupling part forms a part of the shaft. 18. Anker volgens conclusie 17, waarbij het eerste 15 koppeldeel is gelegen aan het van de vloei afgekeerde uiteinde van de schacht.18. Anchor as claimed in claim 17, wherein the first coupling part is located at the end of the shaft remote from the flow. 19. Anker volgens conclusie 17 of 18, waarbij de koppelstaaf rotatievast met de schacht is verbonden.An anchor according to claim 17 or 18, wherein the coupling rod is rotationally connected to the shaft. 20. Anker volgens een der voorgaande conclusies, 20 waarbij het tweede koppeldeel het uiteinde vormt van een met de ankerlijn verbonden ankerlijnkoppeling.20. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the second coupling part forms the end of an anchor line coupling connected to the anchor line. 21. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koppelstaaf zich in zijn lengterichting dwars op het langssymmetrievlak van het anker uitstrekt.An anchor according to any one of the preceding claims, wherein the coupling rod extends transversely of the longitudinal symmetry plane of the anchor in its longitudinal direction. 22. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de meetkoppeling is voorzien van een inclinometer die is opgenomen in de koppelstaaf.An anchor according to any one of the preceding claims, wherein the measuring coupling is provided with an inclinometer which is included in the coupling rod. 23. Anker volgens conclusie 22, waarbij de inclinometer vast is verbonden met het meetlichaam.The anchor of claim 22, wherein the inclinometer is rigidly connected to the measuring body. 24. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de meetkoppeling is voorzien van een versnellings-meter die is opgenomen in de koppelstaaf.An anchor according to any one of the preceding claims, wherein the measuring coupling is provided with an accelerometer which is included in the coupling rod. 25. Anker volgens conclusie 24, waarbij de versnellingsmeter vast is verbonden met het meetlichaam.The anchor of claim 24, wherein the accelerometer is fixedly connected to the measuring body. 26. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de meetkoppeling is voorzien van een drukopnemer voor het opnemen van de waterdruk ter plaatse van de meet- koppeling.An anchor according to any one of the preceding claims, wherein the measuring coupling is provided with a pressure sensor for taking up the water pressure at the location of the measuring coupling. 27. Anker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de meetkoppeling een elektronische schakeling omvat die is gekoppeld met de vervormingsopnemers, en bij voorkeur 5 met de inclinometer en/of de versnellingsmeter en/of de drukopnemer, waarbij de elektronische schakeling is ingericht voor verwerking en verzending van meetgegevens hiervan naar een zich op afstand bevindende reken- en verwerkingseenheid.27. Anchor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the measuring coupling comprises an electronic circuit which is coupled to the deformation sensors, and preferably to the inclinometer and / or the accelerometer and / or the pressure sensor, the electronic circuit being adapted for processing and transmission of measurement data thereof to a remote calculation and processing unit. 28. Anker volgens conclusie 27, waarbij de elektronische schakeling vast is verbonden met het meet-lichaam.The anchor of claim 27, wherein the electronic circuit is fixedly connected to the measuring body. 29. Anker omvattend een vloei die volgens een penetratierichting in een verankeringsbodem in te brengen is 15 door uitoefening van een trekkracht op een met het anker verbonden ankerlijn, en een meetkoppeling die zich tijdens het inbrengen van de vloei in een krachtsoverbrenging bevindt tussen de ankerlijn en de vloei, waarbij de meetkoppeling is voorzien van een eerste koppeldeel dat is 2 0 verbonden met de vloei, een tweede koppeldeel dat is verbonden met de ankerlijn, een holle koppelstaaf die de koppeldelen onderling koppelt, waarbij de koppeldelen in de lengterichting van de staaf op verschillende plaatsen op de koppelstaaf aangrijpen om deze te kunnen vervormen, en een 25 meetlichaam dat zich door de holle koppelstaaf uitstrekt en dat ten minste aan zijn uiteinden een vervorming krijgt opgelegd door de vervormende koppelstaaf, waarbij het meetlichaam is voorzien van vervormingsopnemers voor het opnemen van vervormingsparameters van het meetlichaam, 30 waarbij het meetlichaam een rondom van de binnenzijde van de holle koppelstaaf vrij liggend cilindervormig middengedeelte heeft.29. Anchor comprising a flow which can be introduced into an anchoring bottom according to a penetration direction by exerting a tensile force on an anchor line connected to the anchor, and a measuring coupling which, during the introduction of the flow, is in a power transmission between the anchor line and the flow, wherein the measuring coupling is provided with a first coupling part connected to the flow, a second coupling part connected to the anchor line, a hollow coupling rod which connects the coupling parts mutually, wherein the coupling parts extend in the longitudinal direction of the rod on engage different locations on the coupling rod to be able to deform it, and a measuring body which extends through the hollow coupling rod and which receives a deformation at least at its ends by the deforming coupling rod, the measuring body being provided with deformation sensors for receiving deformation parameters of the measuring body, wherein the measuring body has a has a cylindrical central portion lying freely around the inside of the hollow coupling rod. 30. Anker volgens conclusie 29, waarbij het middengedeelte in hoofdzaak hol cilindervormig is.The anchor according to claim 29, wherein the central portion is substantially hollow cylindrical. 31. Anker volgens conclusie 29 of conclusie 30, waarbij het middengedeelte ten minste 70% van de lengte van het meetlichaam omvat, bij voorkeur ten minste 80%.An anchor according to claim 29 or claim 30, wherein the central portion comprises at least 70% of the length of the measuring body, preferably at least 80%. 32. Anker voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- BW/FG32. Anchor provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. -o-o-o-o-o-o-o-o- BW / FG
NL2005078A 2010-07-14 2010-07-14 ANCHOR WITH MEASURING CLUTCH. NL2005078C2 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005078A NL2005078C2 (en) 2010-07-14 2010-07-14 ANCHOR WITH MEASURING CLUTCH.
DK11729181.5T DK2593354T3 (en) 2010-07-14 2011-06-22 Anchor measuring circuit
EP11729181.5A EP2593354B1 (en) 2010-07-14 2011-06-22 Anchor with measurement coupling
PCT/NL2011/050450 WO2012008828A1 (en) 2010-07-14 2011-06-22 Anchor with measuring coupling

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005078 2010-07-14
NL2005078A NL2005078C2 (en) 2010-07-14 2010-07-14 ANCHOR WITH MEASURING CLUTCH.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005078C2 true NL2005078C2 (en) 2012-01-17

Family

ID=43646445

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005078A NL2005078C2 (en) 2010-07-14 2010-07-14 ANCHOR WITH MEASURING CLUTCH.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2593354B1 (en)
DK (1) DK2593354T3 (en)
NL (1) NL2005078C2 (en)
WO (1) WO2012008828A1 (en)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010041929A1 (en) * 2008-10-10 2010-04-15 Stevlos B.V. Anchor with measurement coupling
WO2010062184A2 (en) * 2008-11-25 2010-06-03 Tristein As System and method for anchor monitoring and verification

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010041929A1 (en) * 2008-10-10 2010-04-15 Stevlos B.V. Anchor with measurement coupling
WO2010062184A2 (en) * 2008-11-25 2010-06-03 Tristein As System and method for anchor monitoring and verification

Also Published As

Publication number Publication date
EP2593354A1 (en) 2013-05-22
WO2012008828A1 (en) 2012-01-19
EP2593354B1 (en) 2015-08-12
DK2593354T3 (en) 2015-10-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101546998B1 (en) Anchor with measurement coupling
KR101487773B1 (en) Dynamic cone penetrometer with uniform section
US8966953B2 (en) Method and apparatus for measuring helical pile installation torque
NL2005078C2 (en) ANCHOR WITH MEASURING CLUTCH.
CN112885220A (en) Landslide and slide belt model test system and method
IL269966B2 (en) Multidimensional acceleration and/or force gait analysis system for diagnosis
US9951492B2 (en) Method and device for monitoring the ramming of a ram post into the ground
CN103712649B (en) Straight tube type inclination and vibration transducer and using method thereof
CN206479269U (en) A kind of soil dwell toy excavate force test device
JP6854230B2 (en) Branch line anchor placement system, branch line anchor placement method, geological data measurement device, branch line anchor placement tool, and computer program
KR101799247B1 (en) Tire testing apparatus
US20240042263A1 (en) Selector pin of weight stack and bolt element thereof
CN117109535B (en) Inclination angle measuring device and dynamic measuring method thereof
RU2168438C2 (en) Device for conducting towing testes of drilling platform model in model testing basin
NL2026151B1 (en) bollard
RU2004133260A (en) METHOD OF TESTING MODELS OF MARINE ENGINEERING STRUCTURE IN ICE EXPERIENCE POOL AND DEVICE FOR ITS IMPLEMENTATION
CN116879021A (en) Goaf pile foundation bearing capacity experimental platform
JP3559546B2 (en) Displacement recording device
CN115371887A (en) Centroid measuring method and centroid measuring device
RU2161676C2 (en) Method of installing long flat transducers into ground
JP2570245Y2 (en) Deflection measuring device for pit excavator
CN114279408A (en) Fiber grating plane attitude monitoring sensor
RU96102828A (en) METHOD OF NATURAL DETERMINATION OF SHEAR CHARACTERISTICS OF SOILS ON LANDSLIFT SLOPES
JPH0738948U (en) Drop weight type impact friction tester

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160801