NL2003360C2 - Bouwelement en werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk. - Google Patents

Bouwelement en werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk. Download PDF

Info

Publication number
NL2003360C2
NL2003360C2 NL2003360A NL2003360A NL2003360C2 NL 2003360 C2 NL2003360 C2 NL 2003360C2 NL 2003360 A NL2003360 A NL 2003360A NL 2003360 A NL2003360 A NL 2003360A NL 2003360 C2 NL2003360 C2 NL 2003360C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
building
feed
channel
building element
tensioner
Prior art date
Application number
NL2003360A
Other languages
English (en)
Inventor
Daniel Querido
Original Assignee
Werkgroep Restauratie
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Werkgroep Restauratie filed Critical Werkgroep Restauratie
Priority to NL2003360A priority Critical patent/NL2003360C2/nl
Priority to EP10745449A priority patent/EP2467543A2/en
Priority to PCT/NL2010/050514 priority patent/WO2011021930A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2003360C2 publication Critical patent/NL2003360C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2/04Walls having neither cavities between, nor in, the solid elements
    • E04B2/06Walls having neither cavities between, nor in, the solid elements using elements having specially-designed means for stabilising the position
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C1/00Building elements of block or other shape for the construction of parts of buildings
    • E04C1/39Building elements of block or other shape for the construction of parts of buildings characterised by special adaptations, e.g. serving for locating conduits, for forming soffits, cornices, or shelves, for fixing wall-plates or door-frames, for claustra
    • E04C1/397Building elements of block or other shape for the construction of parts of buildings characterised by special adaptations, e.g. serving for locating conduits, for forming soffits, cornices, or shelves, for fixing wall-plates or door-frames, for claustra serving for locating conduits
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/16Insulating devices or arrangements in so far as the roof covering is concerned, e.g. characterised by the material or composition of the roof insulating material or its integration in the roof structure
    • E04D13/1606Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure
    • E04D13/1612Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters
    • E04D13/1625Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters with means for supporting the insulating material between the purlins or rafters
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D5/00Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
    • E04D5/14Fastening means therefor
    • E04D5/141Fastening means therefor characterised by the location of the fastening means
    • E04D5/143Fastening means therefor characterised by the location of the fastening means in the field of the flexible material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D5/00Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
    • E04D5/14Fastening means therefor
    • E04D5/144Mechanical fastening means
    • E04D5/146Linear fastening means, e.g. strips
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2002/0202Details of connections
    • E04B2002/0232Undercut connections, e.g. using undercut tongues and grooves
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2002/0202Details of connections
    • E04B2002/0243Separate connectors or inserts, e.g. pegs, pins or keys
    • E04B2002/0254Tie rods

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Description

Bouwelement en werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een piepschuim bouwelement en op het vervaardigen van een bouwwerk met een piepschuim bouwelement. Het gebruik van 5 piepschuim bouwelementen zoals platen of blokken als isolatiemiddel in bouwwerken is op zich bekend. Daarbij worden piepschuim blokken of platen tegen een muur of tussen meerdere muren en/of wanden geplaatst. Als constructief bouwelement is piepschuim echter minder voor de hand liggend, vanwege de geldende opvatting dat het materiaal te licht of niet stevig genoeg is. De onderhavige uitvinding heeft daarom ten doel een 10 bouwelement en een werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk te verschaffen, waarmee een goedkoper en lichter gebouwd kan worden dan met de conventionele bouwtechnieken, danwel het bieden van een bruikbaar alternatief daarvoor.
15 De uitvinding verschaft stelt daartoe een werkwijze voor, voor het vervaardigen van een bouwwerk, zoals een muur of een (deel van) een gebouw voor, omvattende het op een ondergrond stapelen van piepschuim bouwelementen; en het aanbrengen van een gecontroleerde naar de ondergrond gerichte spanning op de bouwelementen.
20 Door het aanbrengen van de gecontroleerde naar de ondergrond gerichte spanning op de gestapelde bouwelementen zijn zij in staat grotere zijwaartse krachten te weerstaan, waardoor omvallen, omwaaien of omduwen van de gestapelde bouwelementen wordt voorkomen. Ook zorgt het aanbrengen van de spanning in samenwerking met de comprimeerbaarheid van het gebruikte piepschuim voor een goede afsluiting tussen de 25 op elkaar gestapelde bouwelementen, waardoor gebruik van hechtmiddel zoals specie of lijm niet noodzakelijk is. Een geschikt gebleken soort piepschuim is polystyreenschuim. De bouwelementen kunnen versprongen worden gestapeld zoals gebruikelijk is bij normaal metselwerk, of op enige andere wijze, waarbij zij elkaar geheel of gedeeltelijk overlappen, worden gestapeld, of op enige andere al dan niet overlappende wijze 30 worden verwerkt. Door het aanbrengen van een gecontroleerde spanning wordt tevens de compressie van de bouwelementen, en daarmee hoogte van het bouwwerk vastgelegd.
2
Het aanbrengen van de spanning omvat het op de gestapelde bouwelementen aanbrengen van een afdekking, zoals een plaat, rand, balk of een profïeldeel dat zich over een bepaalde breedte van het bouwelement of meerdere bouwelementen uitstrekt, het vervolgens tussen de afdekking en de ondergrond aanbrengen van een spanner zoals 5 een staaldraad of tapeind; en het aanleggen van de spanning op de spanner.
Doordat de afdekking het bouwelement ten minste gedeeltelijk afdekt wordt de door de spanner op de bouwelement uitgeoefende kracht verdeeld. De spanner kan met de ondergrond zijn verbonden doordat deze in de ondergrond is ingegoten, of bijvoorbeeld 10 door middel van een koppelstuk verbonden zijn met een met de ondergrond verbonden draadeind.
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat bij voorkeur het verschaffen van ten minste één doorvoerkanaal dat zich met een verticale richtingscomponent 15 uitstrekt door ten minste twee gestapelde bouwelementen, en het vervolgens door het doorvoerkanaal voeren van de spanner. Het verschaffen van het doorvoerkanaal kan geschieden wanneer de bouwelementen gestapeld zijn, door middel van bijvoorbeeld boren, steken of prikken van de spanner, al dan niet ondergebracht in een voor bet boren steken of prikken geschikte behuizing, maar bij voorkeur wordt er gebruik gemaakt van 20 het onderling uitlijnen van met dit oogmerk in afzonderlijke bouwelementen aangebrachte doorvoerkanalen. Dergelijke speciaal voor gebruik in de onderhavige uitvinding voorbereide bouwelementen zullen verderop besproken worden.
De werkwijze kan verder het aanbrengen van een aanslag voor de afdekking omvatten. 25 Het gebruik van een dergelijke aanslag biedt meerdere voordelen. Allereerst kan daarmee de exacte hoogte van de afdekking bepaald worden, daar het verder aanspannen van de spanner niet meer tot dalen van de afdekking leidt wanneer de spankracht verder vergroot wordt. Ook kan er met de aanslag voorkomen worden dat de afdekking te ver in de piepschuim bouwelementen wordt getrokken, waarbij immers 30 beschadiging of ontoelaatbare vervorming van de blokken zou kunnen optreden.
Het aanbrengen van de aanslag kan bijvoorbeeld geschieden door een bus op te nemen in het doorvoerkanaal, die de spanner omringt, en de afdekking ondersteunt. In deze uitvoeringsvorm kan de spanner bijvoorbeeld een draadeind omvatten dat door de 3 afdekking heen steekt en aan de bovenzijde voorzien is van een moer zoals een borgmoer voor het bepalen van de hoogte en het aanleggen van de spanning, waarbij de opening in de afdekking kleiner is dan de diameter van de moer en van de bus.
5 Bij verdere voorkeur stemt de buitendiameter van de bus in hoofdzaak overeen met een binnendiameter van het doorvoerkanaal, zodat op elkaar gestapelde bouwelementen ten opzichte van elkaar gefixeerd kunnen worden door middel van het plaatsen van het doorvoerkanaal.
10 Daarnaast kan voorafgaand aan het stapelen in een zijde van de bouwelementen ten minste een sleuf voorzien worden, voor het plaatsen van een leiding, zoals een water-verwarmings- of elektriciteitsleiding. Voor het eenvoudig kunnen uitlijnen van de sleuven van verschillende bouwelementen en evenwel voor het kunnen uitlijnen van de doorvoerkanalen is het voordelig om gebruik te maken van in hoofdzaak gelijkvormige 15 bouwelementen, of althans gedeeltelijk geometrisch overeenstemmende bouwelementen.
Na het construeren van het bouwwerk kan er een afwerking, zoals een bepleistering worden aangebracht, of een gevelbekleding, zoals een betegeling. Voor dat laatste doel 20 kan er tussen twee aangrenzende bouwelementen een in hoofdzaak plaatvormig gedeelte van een zich tot buiten de bouwelementen uitstrekkende houder voor de betegeling gestoken worden, waarbij het plaatvormige gedeelte is voorzien van een opening met een met de doorsnede van het doorvoerkanaal overeenstemmende doorsnede, zodat het bij het aanbrengen van de spanner en eventueel de buis op zijn plaats gefixeerd wordt.
25 Evenwel kan er op de bouwelementen een afwerking zoals een beplating of betegeling worden aangebracht door middel van verlijmen.
Bij het toepassen van de hierboven beschreven werkwijze wordt er bij voorkeur gebruik gemaakt van een bouwelement dat een in hoofdzaak balkvormig lichaam omvat, dat is 30 vervaardigd uit een piepschuim met een druksterkte die afhankelijk is van de toepassing maar bij voorkeur groter of gelijk aan 60 kN/m2 per 10% vervorming (EPS 60), bijvoorbeeld voor een separate muur of een schuurtje, en voor zwaardere toepassingen bijvoorbeeld 250 kN/m210% vervorming (EPS 250), is en waarin ten minste één doorvoerkanaal voor een spanmiddel is voorzien, dat zich uitstrekt van een tijdens 4 gebruik als bovenzijde beoogde zijde naar een tijdens gebruik als onderzijde beoogde zijde van het lichaam.
Met een dergelijk bouwelement, dat in een uitvoeringsvorm meerdere doorvoerkanalen 5 omvat, en bij voorkeur meerdere identieke bouwelementen, kan middels de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding snel en eenvoudig een robuust bouwwerk worden opgetrokken.
In een voordelige uitvoeringsvorm heeft het lichaam van het bouwelement bij voorkeur 10 een lengte tussen de 50 cm en de 200 cm, bij voorkeur tussen de 90 cm en 150 cm, bij verdere voorkeur tussen de 110 cm en 130 cm, en in het bijzonder 120 cm en een hoogte tussen de 10 cm en de 60 cm, bij voorkeur tussen de 20 cm en de 50 cm, bij verdere voorkeur tussen de 30 cm en de 50 cm, en in het bijzonder 40 cm. De breedte kan in afhankelijkheid van de toepassing verschillen. Zo kan er aan een huis een andere 15 isolerende waarde vereist zijn dan aan bijvoorbeeld een schuur. In het eerste geval kan het lichaam een breedte hebben tussen de 40 cm en de 80 cm, bij voorkeur tussen de 50 cm en de 70 cm, en in het bijzonder 60 cm, terwijl het in het tweede geval voldoende kan zijn wannneer het lichaam een breedte heeft tussen de 20 cm en de 40 cm, en in het bijzonder 30 cm.
20
Voor het eenvoudig kunnen creëren van bouwwerken met uiteenlopende structuren, en het kunnen toepassen van verschillende stapel en bouwwijzen, is het voordelig wanneer een tijdens gebruik als bovenzijde beoogde zijde van een bouwelement opgedeeld kan worden in gelijke delen, waarbij elk deel één doorvoerkanaal omvat. Bij voorkeur zijn 25 deze delen vierkanten, met een centraal daarin aangebracht doorvoerkanaal, dat bij voorkeur punt-, lijn- of rotatiesymmetrisch is, zodat er bij verschillende onderlinge oriëntaties van de bouwelementen tot een aansluitend doorvoerkanaal gekomen kan worden. Een zeer geschikte doorsnede voor het doorvoerkanaal is daarom een ronde of vierkante. Het doorvoerkanaal heeft daarbij bij voorkeur een doorsnede tussen de 5 en 30 de 25 cm, bij voorkeur tussen de 10 en de 20 cm, en in het bijzonder 15 cm. Naast het gebruik van deze kanalen voor het opnemen van een spanner kunnen in het bijzonder overige doorvoerkanalen gebruikt worden voor bijvoorbeeld ventilatie en luchtverwarming. Ook is het mogelijk in doorvoerkanalen aan één bepaalde zijde van het bouwelement objecten aan te brengen, voor het uitoefenen van een druk op het 5 bouwelement, en het daarvoor bewerkstelligen van een kromming van het bouwelement. Op deze manier kan bijvoorbeeld een gekromde muur worden gemaakt. De objecten kunnen buizen zijn, of bijvoorbeeld piepschuim vulelementen, zoals pluggen.
5
Voorts kan er in ten minste een tijdens gebruik als zijkant beoogde zijde een sleuf zijn voorzien, voor het opnemen van een leiding. Leidingen kunnen op deze manier eenvoudig in het bouwwerk worden bevestigd, zonder dat daar extra slijp- of zaagwerk voor nodig is. De sleuf kan zich horizontaal of verticaal of beide uitstrekken, en een 10 bouwelement kan meerdere sleuven omvatten. Degelijke sleuven zitten in het geval waarin er meerdere doorvoerkanalen aanwezig zijn bij voorkeur op dezelfde onderlinge hartafstand als de doorvoerkanalen. De sleuven kunnen slechts in een tijdens gebruik naar een binnenzijde van een gebouw gekeerde zijde worden opgenomen, of in meerdere of alle wanden zijn voorzien.
15
Om de leiding eenvoudig in te kunnen klemmen, is het voordelig wanneer de breedte van de sleuf in een richting van de oppervlakte van de zijde naar het inwendige van het bouwelement ten minste over een gedeelte van de diepte van de sleuf in breedte toeneemt. Aldus ontstaat er bijvoorbeeld een sleutelgat-vormige doorsnede voor de 20 sleuf. Het smalste gedeelte van de sleuf, dat grenst aan het oppervlak van het bouwelement, dient daarbij een net wat kleinere diameter te hebben dan die van de geplaatste leiding, zodat de eenmaal geplaatste leiding ingeklemd blijft in de sleuf.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een houder voor het aan een buitenzijde van 25 het bouwwerk kunnen aanbrengen van een gevelbekleding, zoals een betegeling. Een dergelijke houder is voorzien van een in hoofdzaak plaatvormig deel, voorzien van een opening met een doorsnede die overeenstemt met de doorsnede van het doorvoerkanaal, en bevestigingsmiddelen voor een gevelbekleding, zoals een tegel. Het plaatvormige deel kan tussen twee aangrenzende bouwelementen geplaatst worden, waarbij de 30 opening uitgelijnd wordt met het doorvoerkanaal. Door het plaatsen van de spanner met een daaromheen geplaatste afstandhoudende bus waarvan de buitendiameter overeenstemt met de binnendiameter van het kanaal, wordt de houder op zijn plaats gefixeerd.
6
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet limitatieve figuren. Hierin toont:
Figuur la een bovenaanzicht van een piepschuim bouwelement volgens de onderhavige uitvinding; 5 - Figuur lb een zijaanzicht weer van het bouwelement uit figuur la
Figuur lc een aantal vormen van sleuven; - Figuur 2a het vervaardigen van een bouwwerk volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 2b in detail hoe de koppeling tussen het met de ondergrond verbonden 10 draadeinden en het draadeind die de spanner vormen plaatsvindt; - Figuur 2c toont de afdekking en de spanner die in de afstandhouder is opgenomen;
Figuur 3 een houder voor een gevelbekledingselement; en Figuur 4 een doorsnede van een bouwwerk.
15
Figuur la toont een bovenaanzicht van een piepschuim bouwelement 1 volgens de onderhavige uitvinding. Het bouwelement heeft een in hoofdzaak balkvormig lichaam 1, vervaardigd uit een piepschuim met een druksterkte groter of gelijk aan 250 kN/m2 per 10% vervorming, waarin doorvoerkanalen 2 zijn aangebracht voor een spanner, die 20 zich uitstrekken van een tijdens gebruik als bovenzijde beoogde zijde naar een tijdens gebruik als onderzijde beoogde zijde van het lichaam. Tevens zijn in de zijwanden van het lichaam sleuven 3 aangebracht, waarin leidingen aangebracht kunnen worden, zoals water- of elektriciteitsleidingen. Het bouwelement 1 kan geacht worden opgebouwd te zijn uit meerdere gelijkvormige delen 4, waardoor het optrekken van bouwwerken met 25 uiteenlopende vormen wordt vereenvoudigd.
Figuur lb geeft een zijaanzicht weer van het bouwelement 1 uit figuur la, waarin de sleuven 3 zijn weergegeven. In de figuren la zijn de lengte 6, de breedte 7 en de hoogte 8 van de bouwelementen aangegeven. In een uitvoeringsvorm ligt de lengte tussen de 30 50 cm en de 200 cm, bij voorkeur tussen de 90 cm en 150 cm, bij verdere voorkeur tussen de 110 cm en 130 cm, en in het bijzonder 120 cm, en de hoogte tussen de 10 cm en de 60 cm, bij voorkeur tussen de 20 cm en de 50 cm, bij verdere voorkeur tussen de 30 cm en de 50 cm, en in het bijzonder 40 cm. De breedte kan bijvoorbeeld tussen de 40 cm en de 80 cm, bij voorkeur tussen de 50 cm en de 70 cm, en in het bijzonder 60 cm 7 liggen, of tussen de 20 cm en de 40 cm, en in het bijzonder 30 cm. Voor specifieke toepassingen kunnen uiteraard andere vormen en afmetingen van het bouwelement worden voorzien. Daarnaast kan door middel van bijvoorbeeld snijden of zagen de vorm van een bouwelement worden aangepast aan specifieke wensen of eisen van een bepaald 5 bouwwerk.
Figuur lc toont een aantal vormen van sleuven 3, 3’, 3” waarin een leiding 30 is aangebracht. Sleuf 3 heeft een sleutelgatvormige doorsnede, welke aan de buitenzijde van het bouwelement een breedte 31 heeft van ongeveer 13 mm, en een 10 binnendoorsnede 32 heeft van ongeveer 17 mm. Sleuf 3’ heeft een trapeziumvormige doorsnede, en sleuf 3” een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede.
Naast het houden van leidingen kunnen de sleuven 3 tevens gebruikt worden voor het tijdens de bouw met elkaar verbinden van bouwelementen 1, 1’, 1” door middel van een 15 verbindingsklem 21 zoals weergegeven in figuur 2a, of na de bouw, met name aan de buitenzijde, voor het tegen het bouwwerk aanbrengen van een stof of gaas 33, dat door middel van een klembuis of klempen 34 aan het bouwwerk bevestigd kan worden.
Figuur 2a toont het vervaardigen van een (vereenvoudigd) bouwwerk 100 middels een 20 de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. De figuur toont hoe een bouwelement 1 gestapeld wordt op twee op een ondergrond geplaatste bouwelementen 1 ’ en 1”. Het is daarbij niet noodzakelijk om zoals getoond van identieke bouwelementen 1, 1’, 1” gebruik te maken.
25 Door de doorvoerkanalen 2, 2’, 2” van de respectievelijke bouwelementen 1, 1’, 1” worden een spanners aangebracht, gevormd door de draadeinden 10, 11. De draadeinden 10 en 11 zijn door middel van koppelstukken 16 en 17 verbonden met in of aan de ondergrond bevestigde draadstukken 14 en 15, die bijvoorbeeld tijdens het gieten van een betonnen vloer zijn ingegoten. Om de draadeinden 10, 14 en 11, 15 worden 30 respectievelijke afstandhouders gevormd door bussen 12, 13 geplaatst, waarvan de buitenomtrek in hoofdzaak overeenstemt met de binnenomtrek van de kanalen 2, 2’, 2”. Door het plaatsen van de bussen 12, 13 wordt de onderlinge oriëntatie van de bouwelementen 2, 2’, 2” in verticale richting geborgd. De bussen hebben een (niet op schaal weergegeven) lengte 22 die iets kleiner is dan de totale hoogte van het bouwwerk 8 alvorens het spannen van de spanners. Tijdens het aanspannen wordt het bouwwerk over een gecontroleerde afstand samengetrokken. Dat geschiedt door het aanbrengen van een afdekking, gevormd door plaat 18 op het bovenste bouwelement. Plaat 18 is voorzien van openingen 23, die een zodanige doorsnede hebben dat de spanners 10, 11 5 er doorheen gestoken kunnen worden, maar de afstandhouders 12, 13 niet. In de getoonde uitvoeringsvorm kunnen de spanners 10, 11 worden voorzien van een moer 19,20. Door het aandraaien van de moer wordt de plaat 18 naar de ondergrond gedrongen, onder inklemmen van de bouwelementen 1, 1’, 1”. De bouwelementen worden daarbij bij voorkeur tussen de 0 en de 2%, en bij verdere voorkeur ongeveer 1% 10 in hoogte gecomprimeerd.
Tijdens het stapelen van de bouwelementen 1, 1’, 1” kunnen zij bijeengehouden worden door in de sleuven 3 een verbindingsklem 21 te plaatsen, welke in de getoonde uitvoeringsvorm een S-vormige doorsnede geeft. Andere uitvoeringsvormen zijn, in het 15 bijzonder afgestemd op de sleufvorm, mogelijk. Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is zich over de volledige hoogte van een bouwelement uitstrekkende in twee aanliggende sleuven vormsluitende piepschuim strip, welke de warmte-isolerende eigenschappen van het aldus gevormde bouwwerk verder vergroot.
20 Figuur 2b toont in detail hoe de koppeling tussen het met de ondergrond verbonden draadeinden 15 en het draadeind 11 die de spanner vormen plaatsvindt. Hiervoor wordt koppelelement 17 gebruikt, dat bestaat uit een bus met inwendige schroefdraad, waarin een aanslag is voorzien.
25 Figuur 2c toont de afdekking 18 en de spanner 11 die in de afstandhouder 13 is opgenomen. De afstandhouder 13 strekt zich uit tot door het bouwelement 1 en ondersteunt de afdekking 18, die tegen het bouwelement 1 gedrongen wordt door de op de spanner 11 gemonteerde moer 20. De figuur toont de volledig opgespannen toestand, waarin de afdekking 18 aanlicht op de afstandhouder 13, welke bijvoorbeeld een PVC 30 buis kan omvatten.
Figuur 3 toont een houder 40 voor een gevelbekledingselement, omvattende een in hoofdzaak vlakke plaat 41 waarin een opening is voorzien met een diameter die overeenstemt met de diameter van het doorvoerkanaal 2 in het bouwelement 1. De 9 houder 40 wordt op zijn plaats gehouden door een door de opening 2 te voeren afstandhouder, en is verder voorzien van een drager 42 voor een gevelbekledingselement zoals een tegel of steen.
5 Figuur 4 toont een doorsnede van een bouwwerk 51, geplaatst op een ondergrond 50, waarop meerdere bouwelementen 1 volgens de onderhavige uitvinding zijn geplaatst. In de figuur is zichtbaar hoe afdekking 18 door middel van spanner 11 en moer 20 de gestapelde bouwelementen 1 bijeenhoudt, terwijl bus 13 voorkomt dat er een onderlinge verschuiving van de bouwelementen in horizontale richting plaatsvindt. Te zien is hoe 10 de bouwelementen volgens de onderhavige uitvinding de ontwerpvrijheid bieden om een schuin aflopende gevel te construeren. Het ligt voor de hand dat er vele andere uitvoeringsvormen denkbaar zijn, die alle onder de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding vallen, zoals vastgelegd in de navolgende conclusies. In het bijzonder zij er gedacht aan van een opdruk of print of andere afwerking voorziene 15 bouwelementen, bouwelementen met uitkragingen en inkepingen voor onderlinge samenwerking tijdens het stapelen, of bouwelementen met vormen die geschikt zijn voor het vormen van bijvoorbeeld een ronde of halfronde muur. Ook kunnen, ter bewerking van de bouwelementen door middel van beeldhouwen, doorvoergaten zich met name in de nabijheid van één zijde van het bouwelement bevinden.

Claims (24)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk, zoals een muur, omvattende: het op een ondergrond stapelen van piepschuim bouwelementen; en 5 - het aanbrengen van een gecontroleerde naar de ondergrond gerichte spanning op de bouwelementen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het aanbrengen van de spanning omvat: het op de gestapelde bouwelementen aanbrengen van een afdekking; 10. het tussen de afdekking en de ondergrond aanbrengen van een spanner; en het aanleggen van de spanning op de spanner.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, omvattende: het verschaffen van ten minste één doorvoerkanaal dat zich met een verticale 15 richtingscomponent uitstrekt door ten minste twee gestapelde bouwelementen; en het door het doorvoerkanaal voeren van de spanner.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het verschaffen van het doorvoerkanaal het onderling uitlijnen van in afzonderlijke bouwelementen aangebrachte doorvoerkanalen 20 omvat.
5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het aanbrengen van een aanslag voor de afdekking.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het aanbrengen van de aanslag het in het doorvoerkanaal opnemen van een bus omvat, die de spanner omringt, en de afdekking ondersteunt.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij een buitendiameter van de bus in hoofdzaak 30 overeenstemt met een binnendiameter van het doorvoerkanaal.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende: - het voorafgaand aan het stapelen in een zijde van de bouwelementen verschaffen van ten minste een sleuf, voor het plaatsen van een leiding, zoals een water- of elektriciteitsleiding.
9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het aan een binnen- zijde van het bouwwerk verschaffen van een afwerking, zoals een bepleistering, en/of het aan een buitenzijde van het bouwwerk verschaffen van een gevelbekleding, zoals een betegeling.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, omvattende het tussen twee aangrenzende bouwelementen aanbrengen van een in hoofdzaak plaatvormig gedeelte van een zich tot buiten de bouwelementen uitstrekkende houder voor de betegeling, waarbij het plaatvormige gedeelte is voorzien van een opening met een met de doorsnede van het doorvoerkanaal overeenstemmende doorsnede. 15
11. Bouwelement voor gebruik in een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende: een in hoofdzaak balkvormig lichaam, vervaardigd uit een piepschuim met een druksterkte groter of gelijk aan 60 kN/m2 per 10% vervorming (EPS 60), en in het 20 bijzonder groter of gelijk aan 250 kN/m2 per 10% vervorming (EPS 250) cm, ten minste één doorvoerkanaal voor een spanmiddel dat zich uitstrekt van een tijdens gebruik als bovenzijde beoogde zijde naar een tijdens gebruik als onderzijde beoogde zijde van het lichaam.
12. Bouwelement volgens conclusie 11, waarbij het lichaam een lengte heeft tussen de 50 cm en de 200 cm, bij voorkeur tussen de 90 cm en 150 cm, bij verdere voorkeur tussen de 110 cm en 130 cm, en in het bijzonder 120 cm.
13. Bouwelement volgend één van de conclusies 11 of 12, waarbij het lichaam een 30 hoogte heeft tussen de 10 cm en de 60 cm, bij voorkeur tussen de 20 cm en de 50 cm, bij verdere voorkeur tussen de 30 cm en de 50 cm, en in het bijzonder 40 cm.
14. Bouwelement volgens één van de conclusies 11-13, waarbij het lichaam een breedte heeft van tussen de 40 cm en de 80 cm, bij voorkeur tussen de 50 cm en de 70 cm, en in het bijzonder 60 cm.
15. Bouwelement volgens één van de conclusies 11-14, waarbij het lichaam een breedte heeft tussen de 20 cm en de 40 cm, en in het bijzonder 30 cm.
16. Bouwelement volgens één van de conclusies 11-15, waarbij een tijdens gebruik als bovenzijde beoogde zijde opgedeeld kan worden in gelijke delen, waarbij elk deel één 10 doorvoerkanaal omvat.
17. Bouwelement volgens één van de conclusies 11-16, waarbij het doorvoerkanaal een doorsnede heeft tussen de 5 en de 25 cm, bij voorkeur tussen de 10 en de 20 cm, en in het bijzonder 15 cm. 15
18. Bouwelement volgens één van de conclusies 11-17, waarbij in ten minste een tijdens gebruik als zijkant beoogde zijde een sleuf is voorzien, voor het opnemen van een leiding.
19. Bouwelement volgens een van de conclusies 11-18, waarbij de breedte van de sleuf in een richting van de oppervlakte van de zijde naar het inwendige van het bouwelement ten minste over een gedeelte van de diepte van de sleuf in breedte toeneemt.
20. Houder voor het gebruik in een werkwijze volgens conclusie 10 of voor gebruik in 25 combinatie met een bouwelement volgens één van de conclusies 13-19, omvattende: - een in hoofdzaak plaatvormig deel, voorzien van een opening voor opening met een met de doorsnede van het doorvoerkanaal overeenstemmende doorsnede, en - bevestigingsmiddelen voor een gevelbekleding, zoals een tegel.
21. Bouwwerk, omvattende ten minste een bouwelement volgens één van de conclusies 11-19.
22. Bouwwerk volgens conclusie 21, omvattende een stapeling van bouwelementen volgens één van de conclusies 11-19, voorzien van een afdekking en een spanner.
23. Bouwwerk volgens conclusie 22, omvattende een afstandhouder.
24. Samenstel voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de conclusies 1-10, 5 omvattende: - ten minste een bouwelement volgens één van de conclusies 11-19, een afdekking, een spanner.
NL2003360A 2009-08-17 2009-08-17 Bouwelement en werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk. NL2003360C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003360A NL2003360C2 (nl) 2009-08-17 2009-08-17 Bouwelement en werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk.
EP10745449A EP2467543A2 (en) 2009-08-17 2010-08-17 Construction element and method for manufacturing a building structure
PCT/NL2010/050514 WO2011021930A2 (en) 2009-08-17 2010-08-17 Construction element and method for manufacturing a building structure

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003360 2009-08-17
NL2003360A NL2003360C2 (nl) 2009-08-17 2009-08-17 Bouwelement en werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003360C2 true NL2003360C2 (nl) 2011-02-22

Family

ID=42101879

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003360A NL2003360C2 (nl) 2009-08-17 2009-08-17 Bouwelement en werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2467543A2 (nl)
NL (1) NL2003360C2 (nl)
WO (1) WO2011021930A2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2660847C1 (ru) * 2017-09-07 2018-07-10 Компания Домидо Лимитед Строительный блок и способ сборки строительных блоков

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL5187C (nl) *
FR1511181A (fr) * 1966-05-20 1968-01-26 Wanner Sa Des Ets Paroi isolante auto-portante
US5199240A (en) * 1991-10-21 1993-04-06 Ewald Jr Herbert J Building panel and method of making same
EP1247917A2 (de) * 2001-04-04 2002-10-09 Klaus Eckelmann Bausatz zur Erstellung von Gebäuden
US20050081465A1 (en) * 2003-10-15 2005-04-21 Crumley Harvel K. Masonry wall tension device and method for installing same
WO2008138377A1 (de) * 2007-05-14 2008-11-20 Hugo Leeb Bauelementensatz mit elementen aus polypropylen

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2241169A (en) * 1937-12-08 1941-05-06 Yokes Otto Building construction
NL8304464A (nl) * 1982-12-30 1984-07-16 Meester Hendrik W J De Isolerende wand en daarbij gebruikte vulstrook.
DE20007361U1 (de) * 2000-04-20 2001-02-15 Schurig, Burkhart, 01561 Brößnitz Fertigdachelement

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL5187C (nl) *
FR1511181A (fr) * 1966-05-20 1968-01-26 Wanner Sa Des Ets Paroi isolante auto-portante
US5199240A (en) * 1991-10-21 1993-04-06 Ewald Jr Herbert J Building panel and method of making same
EP1247917A2 (de) * 2001-04-04 2002-10-09 Klaus Eckelmann Bausatz zur Erstellung von Gebäuden
US20050081465A1 (en) * 2003-10-15 2005-04-21 Crumley Harvel K. Masonry wall tension device and method for installing same
WO2008138377A1 (de) * 2007-05-14 2008-11-20 Hugo Leeb Bauelementensatz mit elementen aus polypropylen

Also Published As

Publication number Publication date
WO2011021930A3 (en) 2012-02-16
EP2467543A2 (en) 2012-06-27
WO2011021930A2 (en) 2011-02-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN104204375B (zh) 用于结构构件的支架组件及模板***
US20160215511A1 (en) Device and a procedure for cast-in-situ a wall or similar
JP2008503670A (ja) 可変長さの壁連結部を有する隔離コンクリート型枠システム
US10041248B1 (en) Construction assembly and method for laying blocks
JP2015101952A (ja) 根張り杭
US10094110B2 (en) Masonry wall assembly
NL2003360C2 (nl) Bouwelement en werkwijze voor het vervaardigen van een bouwwerk.
WO2014205521A1 (en) Formwork element
KR101314764B1 (ko) 파형강판을 이용한 옹벽 및 그 시공방법
US11008750B2 (en) Foundation form, drainage and ventilation system
EP2126237B1 (en) Building elements made of trapezoid corrugated thin sheet plates
CN201952951U (zh) 钢框架结构建筑物的地板构造
IES20080702A2 (en) A connector for connecting a pair of spaced apart formwork panels, a formwork assembly and a method for constructing the formwork assembly
CN210421510U (zh) 一种方便安装的铝屋墙体
JP7008008B2 (ja) 橋脚構築方法、橋脚
CN102926488A (zh) 闭口型压型钢板-混凝土组合墙板内置无粘结钢板支撑
CN104828442B (zh) 预制构件立式堆放排架及其立式堆放方法
KR101133016B1 (ko) 거푸집 연결용 파워 클램프
JP2016094814A (ja) 改良された壁パネル
KR100799176B1 (ko) 단열재가 취부되는 옹벽 교차부 폼패널
US10294680B2 (en) Masonry wall cover
KR101622343B1 (ko) 공동주택용 인방
KR200421941Y1 (ko) 배수판
JP2013238008A (ja) 瓦葺き屋根の棟構造
KR101498769B1 (ko) 복수 중공슬래브의 양중을 위한 지그장치

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150901