NL2003246C2

NL2003246C2 - Aanhangerstekker.

Info

Publication number: NL2003246C2
Application number: NL2003246A
Authority: NL
Inventors: Arie Edwin Berveling
Original assignee: Arie Edwin Berveling
Priority date: 2009-07-20
Filing date: 2009-07-20
Publication date: 2011-01-24

Description

Aanhangerstekker

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een aanhangerstekker. Dergelijke stekkers zijn alom bekend voor het tot stand brengen van een elektrische verbinding met 5 een contrastekker van een voertuig. De stekkers zijn daarbij veelal gestandaardiseerde 7-polige stekkers en zijn doorgaans voorzien aan een snoer, teneinde de verbinding zo flexibel mogelijk te houden.

De bekende stekkers hebben echter het nadeel dat zij relatief snel beschadigen, in het 10 bijzonder tijdens het losnemen ervan, doordat er daarbij vaak een trekracht wordt uitgeoefend op het snoer in plaats van op de stekker. Aanhangerstekkers zijn in de regel meerpolige (vaak 7-polige) stekkers, die in het bijzonder voor de verlichtingsfuncties van de aanhanger dienen. In tegenstelling tot 2 of 3-polige netstekkers, waarbij beschadiging direct tot het disfunctioneren van het met de stekker verbonden apparaat 15 leidt, kan het bij aanhangerstekkers gebeuren dat een enkele draadbreuk in het snoer onopgemerkt blijft, bijvoorbeeld wanneer de draad dient voor de voeding van een functionaliteit die niet continu in gebruik is, zoals een knipperlicht of een rem- of mistlicht. Het spreekt voor zich dat hierdoor echter gevaarlijke verkeerssituaties kunnen ontstaan.

20

Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding om het beschadigingen aan de stekker of het daaraan voorziene snoer zo veel mogelijk te voorkomen.

De uitvinding verschaft daartoe een aanhangerstekker, voor verbinding met een 25 contrastekker van een voertuig, omvattende een behuizing, waarin contactelementen voor verbinding met de contra-contactelementen van de contrastekker van het voertuig zijn opgenomen, welke stekker is voorzien van een snoer met elektrische bekabeling die intern is verbonden met de contactpennen, en waarbij de behuizing aan een zijde tegenoverliggend aan een zijde waarin de contactelementen zijn opgenomen is voorzien 30 van een aangrijpmiddel voor het losnemen van de stekker van de contrastekker, welk aangrijpmiddel is ingericht voor het uitoefenen van een kracht in een richting tegengesteld aan de richting voor het verbinden van de contactelementen.

2

Doordat de stekker voorzien is van een aangrijpmiddel voor het losnemen van de stekker van de contrastekker wordt een gebruiker van de stekker er reeds toe aangezet dit aangrijpmiddel te gebruiken in plaats van aan het snoer te trekken teneinde de stekker los te halen uit de contrastekker. Hiertoe zal de gebruiker verder geneigd raken 5 doordat het aangrijpmiddel aan een zijde is voorzien tegenoverliggend aan de zijde waarin de contactelementen zijn opgenomen. Aan deze zijde bevindt zich namelijk bij de bekende stekkers het snoer, waaraan gebruikers gewoon zijn te trekken teneinde de stekker los te nemen uit de contrastekker.

10 Bij de stekker volgens de onderhavige uitvinding verlaat het snoer de behuizing echter bij voorkeur vanuit een uitkraging in een contour van de stekker gezien in de richting voor het verbinden van de contactelementen. Deze configuratie versterkt de neiging van een gebruiker om de stekker los te nemen onder gebruikmaking van het aangrijpmiddel eens temeer. Het is overigens denkbaar dat deze of volgende maatregelen worden 15 toegepast zonder dat de behuizing aan een zijde tegenoverliggend aan een zijde waarin de contactelementen zijn opgenomen is voorzien van een aangrijpmiddel voor het losnemen van de stekker van de contrastekker, ingericht voor het uitoefenen van een kracht in een richting tegengesteld aan de richting voor het verbinden van de contactelementen.

20

Het snoer kan daarbij de behuizing verlaten met ten minste een richtingscomponent parallel aan de richting voor het verbinden van de contactelementen. Hierdoor wijst het snoer bij de gebruikelijke montage van de contrastekker haaks vanaf een achterzijde van het voertuig, zodat er een minimale buiging optreedt tijdens het bedrijf.

25

Evenwel kan het snoer de behuizing verlaten met ten minste een richtingscomponent parallel aan de richting voor het verbinden van de contactelementen. Met name een richting waarbij het snoer in de gekoppelde toestand van de stekker en de contrastekker naar beneden hangt kan daarbij geschikt blijken voor het reduceren van de beschadiging 30 van het snoer, door te ver buigen tijdens het bedrijf.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm verlaat het snoer de behuizing aan een in met de contrastekker verbonden situatie onder het aangrijpmiddel gesitueerde zijde van de behuizing. Doordat het snoer na koppeling van de stekker en de contrastekker onder 3 de behuizing gelegen is, is het voor een gebruiker bijzonder onaantrekkelijk om de stekker aan het snoer uit de contrastekker te verwijderen. De stekker en contrastekker bevinden zich doorgaans namelijk relatief laag aan het voertuig en de aanhanger (meestal rond bumperhoogte), zodat de gebruiker doorgaans van bovenaf naar de 5 gekoppelde stekker en contrastekker zal reiken om deze los te maken. Daardoor is het aangrijpelement eenvoudiger toegankelijk dan het snoer om de stekker uit de contrastekker los te nemen, waardoor verdere preventie tegen beschadiging wordt bereikt.

10 Om te voorkomen dat de stekker onbedoeld los raakt, kan de behuizing worden voorzien van een borgmiddel, voor het door middel van een met de contrastekker verbonden klep borgen van de verbinding tussen de stekker en de contrastekker.

Ook kan ten minste een gedeelte van de behuizing uit een flexibel materiaal, zoals 15 rubber, is vervaardigd, en in het bijzonder een uitkraging rond de plek in de behuizing waar de stekker de behuizing verlaat uit een flexibel materiaal, zoals rubber, zijn vervaardigd.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve 20 figuren, waarin: - Figuur la een zijaanzicht toont van een stekker volgens de stand van de techniek; - Figuur lb een vooraanzicht toont van de stekker uit figuur la; en 25 - Figuur 2 een stekker toont volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; - Figuur 3 een stekker toont volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; - Figuur 4 een stekker toont volgens een eerste uitvoeringsvorm van de 30 onderhavige uitvinding.

Figuur la toont een zijaanzicht van een stekker 1 volgens de stand van de techniek. De stekker omvat een behuizing 2, welke veelal in kunststof is uitgevoerd. Aan een eerste zijde 3 van de behuizing zijn contactelementen (weergegeven in figuur lb) voorzien, 4 terwijl aan een tweede zijde 5 een snoer 4 is voorzien, dat elektrische bedrading omvat die is verbonden met de contactelementen. Voor het losnemen van de stekker 1 uit een contrastekker (niet getoond) wordt er veelal een trekkracht uitgeoefend op het snoer 6, dat daardoor ofwel intem kan beschadigen, ofwel binnen de behuizing 2 contact kan 5 verbreken met de contactelementen.

Figuur lb toont een vooraanzicht toont van de stekker 1 uit figuur la, in een aanzicht op de zijde 3 waarin de contactelementen 7 zijn opgenomen. In de meeste gevallen is de stekker mannelijk en de contrastekker vrouwelijk uitgevoerd, maar wijzigingen hierin 10 zijn uiteraard mogelijk. Ook is het mogelijk dat er andere soorten of aantallen contactelementen worden gebruikt.

Figuur 2a toont een aanhangerstekker 8 volgens de onderhavige uitvinding. De stekker omvat een behuizing 2’, waarin aan een eerste zijde 3’ de contactelementen zijn 15 opgenomen, en aan een tegenover de eerste zijde gelegen zijde 5’ een aangrijpmiddel 9 voorzien is, voor het van een contrastekker losnemen van de aanhangerstekker 8. Het aangrijpmiddel 9 is voorzien in de vorm van een conische houder, waarop met de hand goed grip kan worden verkregen. De houder omvat verder een uitkraging 10, van waaruit een snoer 4’ zich met een richtingscomponent parallel aan de richting 6’ voor 20 het verwijderen van de stekker uit een contrastekker uitstrekt. Doordat het snoer 4’ zich in een gekoppelde toestand van de stekker 8 met een contrastekker onder het aangrijpelement 9 bevindt, is het voor een gebruiker van de stekker 8 omslachtig om het snoer 4’ te gebruiken om de stekker los te trekken, en zal deze geneigd zijn het aangrijpmiddel 9 daartoe te gebruiken.

25

Een gedeelte 12 van de behuizing omvat een flexibel materiaal, zoals rubber. In het bijzonder is de uitkraging 10, waardoor het snoer 4’ de stekker verlaat gevormd uit een flexibel materiaal. Dit voorkomt nog in verdere mate dat het snoer scherp gebogen wordt, en zorgt er tevens voor dat de stekker, wanneer deze niet gekoppeld is, 30 beschermd is tegen beschadigingen. Van het gedeelte 3’ dat de verbindingselementen omvat, en het daar tegenover liggende gedeelte 5’, dat het aangrijpelement omvat, alsook een haak of rand 11, ter borging van de stekker middels een klep aan de contrastekker, is het voordelig wanneer deze uit een rigide materiaal gevormd zijn.

5

Daardoor kan de stekker door middel van aandrukken stevig bevestigd worden, en door middel van trekken aan het aangrijpelement losgenomen worden.

Figuur 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een aanhangerstekker volgens de 5 onderhavige uitvinding. De stekker omvat een behuizing 5 ’ ’ met een gedeelte 3 ’ ’ waarin zich de verbindingselementen bevinden, en een aangrijpelement 9” dat gevormd is als een oog aan de achterzijde van de behuizing. De doorgang van het oog is in de gemonteerde toestand van boven naar beneden, maar deze kan ook van een linker naar een rechter zijde van het voertuig zijn. De behuizing 5” bevat een uitkraging 10”, 10 welke onder een hoek a met de koppelingsrichting op de behuizing 5” is aangebracht. De hoek a, waaronder het snoer 4” de behuizing verlaat, ligt tussen de 0 en de 90 graden, en in het bijzonder tussen de 30 en de 60 graden. In het getoonde voorbeeld is de hoek a 60 graden.

15 Figuur 4 toont weer een volgende uitvoeringsvorm 13 van de onderhavige uitvinding, waarin het snoer 4’” de behuizing 5’” door middel van een uitkraging 10’” verlaat, welke onder een hoek a van 90 graden met de behuizing staat. In deze uitvoeringsvorm is het aangrijpmiddel 9”’ gevormd door een flens aan de achterzijde van de behuizing 5’”.

20

Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn er diverse varianten denkbaar, die alle geacht worden te vallen onder de beschermingsomvang van de navolgende conclusies.

Claims

1. Aanhangerstekker, voor verbinding met een contrastekker van een voertuig, omvattende: 5. een behuizing, waarin zijn opgenomen: o contactelementen voor verbinding met de contra-contactelementen van de contrastekker van het voertuig; o een snoer met elektrische bekabeling, intern verbonden met de contactpennen; 10 waarbij o de behuizing aan een zijde tegenoverliggend aan een zijde waarin de contactelementen zijn opgenomen is voorzien van een aangrijpmiddel voor het losnemen van de stekker van de contrastekker, ingericht voor het uitoefenen van een kracht in een richting tegengesteld aan de richting 15 voor het verbinden van de contactelementen.

2. Aanhangerstekker volgens conclusie 1, waarbij het snoer de behuizing verlaat vanuit een uitkraging in een contour van de stekker gezien in de richting voor het verbinden van de contactelementen. 20

3. Aanhangerstekker volgens conclusie 1 of 2, waarbij het snoer de behuizing verlaat met ten minste een richtingscomponent parallel aan de richting voor het verbinden van de contactelementen.

4. Aanhangerstekker volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het snoer de behuizing verlaat met ten minste een richtingscomponent parallel aan de richting voor het verbinden van de contactelementen.

5. Aanhangerstekker volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het snoer 30 de behuizing verlaat aan een in met de contrastekker verbonden situatie onder het aangrijpmiddel gesitueerde zijde van de behuizing.

6. Aanhangerstekker volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing is voorzien van een borgmiddel, voor het door middel van een met de contrastekker verbonden klep borgen van de verbinding tussen de stekker en de contrastekker.

7. Aanhangerstekker volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste 5 een gedeelte van de behuizing uit een flexibel materiaal, zoals rubber, is vervaardigd.

8. Aanhangerstekker volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een uitkraging rond de plek in de behuizing waar de stekker de behuizing verlaat uit een flexibel materiaal, zoals rubber, is vervaardigd.