NL2002592C2 - Een pakket bestratingsstenen geschikt voor machinaal bestraten. - Google Patents

Description

P29223NL00/LKU

Korte aanduiding: Een pakket bestratingsstenen geschikt voor machinaal bestraten

De uitvinding heeft betrekking op een pakket bestratingsstenen voor machinaal bestraten, omvattende verbandstenen, waarbij de verbandstenen in een laag in verband zijn gerangschikt.

5 Stratenmaken gebeurt tegenwoordig steeds vaker met behulp van machines, die een pakket bestratingsstenen als een geheel op een zandbed plaatsen. Een voorbeeld van een pakket bestratingsstenen geschikt voor machinaal bestraten wordt getoond in document EP 1 336 689 (EP ’689).

In EP '689 wordt geopenbaard hoe een pakket bestratingsstenen geschikt gemaakt 10 kan worden voor machinaal bestraten. Losse bestratingsstenen worden in halfsteensverband tegen elkaar aangeschoven in een rechthoekig pakket. Door het halfsteensverband ontstaan aan de randen gaten ter grootte van een halve steen, die opgevuld worden met halve verbandstenen. Hierdoor ontstaat een rechthoekige eenheid welke als een stabiel geheel getransporteerd kan worden en machinaal op een zandbed 15 geplaatst kan worden. De pakketten bestratingsstenen kunnen parallel aan, of in het verlengde van reeds geplaatste pakketten bestratingsstenen worden geplaatst.

De uitvinding zoals getoond in EP ‘689 heeft als nadeel dat de pakketten bestratingsstenen onderling geen verband hebben. Een ander nadeel is dat de pakketten bestratingsstenen om-en-om parallel aan elkaar en haaks op elkaar worden gelegd, in EP 20 ‘689 aangeduid als elleboogverband. Hierdoor ontstaan optisch twee verschillende verbanden, een halfsteensverband in de pakketten en een elleboogverband tussen de pakketten.

Het doel van de uitvinding is het opheffen van het nadeel dat de pakketten bestratingsstenen onderling geen verband hebben. Dit doel wordt bereikt met het 25 verschaffen van een pakket bestratingsstenen voor machinaal bestraten, omvattende verbandstenen, waarbij de verbandstenen in een laag in verband zijn gerangschikt, waarbij in een buitenrand van de laag ten minste een opening is voorzien, en dat in de ten minste ene opening een of meer opvulstenen zijn voorzien, waarbij een of meer opvulstenen de opening ten minste gedeeltelijk opvullen, en dat de ten minste ene opening ten minste een 30 elleboogvormig gedeelte omvat.

Het voordeel van de uitvinding is de mogelijkheid om verband aan te brengen tussen de pakketten bestratingsstenen in de bestrating en de bestrating uit te voeren in één - 2 - verband, waarbij niet alleen gebruik gemaakt kan worden van halfsteensverband maar ook keper-, visgraat-, of elleboogverband.

Een pakket bestratingsstenen omvat verbandstenen, welke in verband worden gerangschikt. Tevens zijn aan de rand van een pakket bestratingsstenen een of meer 5 openingen voorzien, waarin een of meer opvulstenen zijn voorzien.

Deze opvulstenen hebben bij voorkeur een andere afmeting dan de verbandstenen. Dit heeft tot voordeel dat de opvulstenen de openingen in een pakket bestratingsstenen kunnen opvullen die niet door verbandstenen kunnen worden opgevuld. Hierdoor is het mogelijk om een volledig opgevuld en stabiel pakket bestratingsstenen te verschaffen dat 10 een voor behandeling voordelige vorm heeft, bijvoorbeeld een rechthoekige vorm.

Vlak voor of na het plaatsen van een pakket bestratingsstenen op een zandbed worden de opvulstenen verwijderd. Deze opvulstenen zijn bij voorkeur tevens bestratingsstenen, waardoor de opvulstenen na verwijdering uit een pakket bestratingsstenen ergens anders in de bestrating kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld voor 15 aansluiting van de bestrating op een stoeprand of opsluitband. Na plaatsing van de pakketten bestratingsstenen en verwijdering van de opvulstenen kan het verband tussen de pakketten bestratingsstenen worden verkregen door het plaatsen van navulstenen in de openingen in aangrenzende pakketten bestratingsstenen. Deze navulstenen hebben doorgaans het formaat van een verbandsteen en worden aangebracht in de openingen 20 welke in of tussen pakketten bestratingsstenen ontstaan, nadat de opvulstenen zijn verwijderd en deze pakketten aangrenzend op een zandbed zijn gelegd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm hebben de verbandstenen in hoofdzaak dezelfde afmeting. Dit heeft als voordeel dat een er een homogeen verband ontstaat.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de lengte van een opvulsteen ongeveer gelijk 25 aan de lengte van een verbandsteen, minus een- of meermaal de breedte van een verbandsteen en is de breedte van de opvulsteen ongeveer gelijk is aan de breedte van een verbandsteen. Dit heeft als voordeel dat verschillende opvulstenen zonder aanpassingen aan de afmetingen van de opvulsteen de openingen zo veel mogelijk kunnen opvullen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is een opvulsteen een elleboogsteen, en is de 30 lengte en de breedte van de elleboogsteen ongeveer 2 of 3 maal de breedte van een verbandsteen. Dit heeft als voordeel dat een elleboogsteen het elleboogvormige gedeelte van de opening in een keer zoveel mogelijk kan opvullen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een pakket bestratingsstenen zijn in de opening meerdere opvulstenen opgenomen, die de opening volledig opvullen. Dit heeft als 35 voordeel dat er geen open ruimtes meer zijn in een pakket bestratingsstenen waardoor er een stevig en stabiel geheel ontstaat.

- 3 -

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn in de opening ten minste twee keperstenen opgenomen, welke met schuine kanten tegen elkaar geplaatst. Dit heeft als voordeel dat de twee keperstenen samen een elleboogvorm vormen, die in het elleboogvormige deel van de opening geplaatst kan worden.

5 De uitvinding heeft verder nog betrekking op een werkwijze voor het gebruik van een pakket bestratingsstenen en op een werkwijze voor het vervaardigen van een pakket bestratingsstenen.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen hiernavolgend worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm, met daarbij 10 aangegeven eventuele alternatieve uitvoeringsvormen. In de toelichting wordt verwezen naar de bijgaande tekening. Hierin toont:

Figuur 1 een bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een pakket bestratingsstenen, waarbij de bestratingsstenen een verband hebben dat geschikt is voor bestrating in visgraat-, elleboog -of keperverband, en de bestratingsstenen het zogenaamde 15 lingenformaat (breedte is % van de lengte) hebben.

Figuur 2 een bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een deel van een bestrating in visgraat- of keperverband met het zogenaamde lingenformaat stenen.

Figuur 3 een bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een pakket bestratingsstenen, waarbij de bestratingsstenen een verband hebben dat geschikt is voor 20 bestrating in visgraat-, elleboog- of keperverband en de bestratingsstenen het zogenaamde dikformaat (breedte is 1/3 van de lengte) hebben.

Figuur 4 een bovenaanzicht van een deel van een bestrating in visgraat- of keperverband met zogenaamd dikformaat stenen.

Figuur 5 een bovenaanzicht van een deel van een bestrating in elleboogverband met 25 het zogenaamde lingenformaat stenen

Figuur 6 een bovenaanzicht van een deel van een bestrating in elleboogverband met het zogenaamde dikformaat stenen

In figuur 1 wordt in een bovenaanzicht een voorkeursuitvoeringsvorm van een pakket 30 bestratingsstenen 1 getoond, waarbij de verbandstenen 2 het zogenaamde lingenformaat hebben. Het lingenformaat wordt gekenmerkt door een lengte-breedte verhouding van 4:1. Het verband waarin de verbandstenen 2 zijn gerangschikt is visgraat-, elleboog of keperverband. Het voordeel van een dergelijk verband is dat dit een grote stabiliteit verschaft aan een pakket bestratingsstenen 1 en na plaatsing van het pakket 35 bestratingsstenen 1 op het zandbed, aan het wegdek.

Een pakket bestratingsstenen 1 bestaat uit een laag in verband gerangschikte bestratingstenen, die is opgebouwd uit verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8. In - 4 - de buitenrand 10 van het pakket bestratingstenen 1 is ten minste een opening 11 voorzien met een elleboogvormig deel 9. Dit elleboogvormige deel heeft een maximale lengte van ongeveer 2 of 3 maal de breedte van een verbandsteen is en heeft een maximale breedte van ook ongeveer 2 of 3 maal de breedte van een verbandsteen.

5 Het maken van een pakket bestratingsstenen 1 met daarin verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 wordt bijvoorkeur in één mal en productiecyclus gedaan. Als het basismateriaal voor de bestratingsstenen beton is, kunnen de verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 in een mal gegoten worden. Na verwijdering van de mal moeten de losse verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 tot een geheel gevormd worden.

10 Indien het basismateriaal klei is kunnen de verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 in een productiecyclus geproduceerd worden, maar het is ook mogelijk dat een pakket bestratingsstenen 1 wordt samengesteld uit verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 uit verschillende productiecycli. De verbandstenen 2 en verschillende opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 worden dan gerangschikt in het juiste verband en in een rechthoekige vorm, en daarna 15 bijvoorbeeld ingepakt.

De verbandstenen 2 worden in verband gerangschikt. Hierbij ontstaan openingen 11, waarin geen hele verbandstenen 2 geplaatst kunnen worden. De openingen 11 moeten opgevuld worden met stenen kleiner dan hele verbandstenen 2 om een overwegend rechthoekig pakket bestratingsstenen te verkrijgen. De openingen 11 worden tijdelijk 20 opgevuld met ten minste één opvulsteen 3, 4, 5, 6, 7, 8.

In figuur 1 zijn er een aantal voorbeelden gegeven hoe ten minste één opvulsteen 3, 4, 5, 6, 7, 8, en over het algemeen meer opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 tijdelijk in de opening 11 zijn geplaatst. Er zijn bijvoorbeeld twee langwerpige keperstenen 3 tijdelijk in een opening 11 geplaatst, met nog een driekwart steen 4 om de opening 11 volledig op te vullen.

25 Daarnaast is de mogelijkheid getoond van een halve steen 5 met een kwart steen 6 en een driekwart steen 4. Een volgende mogelijkheid is het opvullen van een opening 11 met een elleboog steen 7 en een driekwart steen 4. Verder is er de mogelijkheid om een opening 11 op te vullen met twee korte keperstenen 8, een halve steen 5 en een driekwart steen 4. De hier genoemde voorbeelden zijn niet uitputtend, er zijn nog veel meer variaties mogelijk. In 30 de praktijk zal meestal gekozen worden voor de meest economische of esthetische combinatie van verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8.

Door het tijdelijk opvullen van de openingen 11 in een pakket bestratingsstenen 1 met opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 kan een stabiel pakket bestratingsstenen 1 gevormd worden. Ten minste één opvulsteen 3,4, 5, 6, 7, 8 wordt tijdelijk geplaatst in ten minste een 35 opening 11, zodanig dat de opening 11 grotendeels wordt opgevuld. Bij voorkeur worden in alle openingen 11 tijdelijk opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 geplaatst, zodanig dat de opening 11 tijdelijk zoveel mogelijk wordt opgevuld. Hierna kan een pakket bestratingsstenen 1 tot een - 5 - geheel worden gevormd, bijvoorbeeld door het gebruik van folie of bindmateriaal. Door het tijdelijk plaatsen van de opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 in de openingen 11 en daarna het pakket bestratingsstenen 1 tot een geheel vormen, ontstaat er een stevig en stabiel rechthoekig pakket. Dit geheel kan dan op een pallet geplaatst of gestapeld worden. Bij het 5 gebruik van standaard pallets, bijvoorbeeld europallets (800 mm x 1200 mm), en de maat van het pakket bestratingsstenen 1 aan te passen aan de pallet maat, bijvoorbeeld 800mmx1200mm, ontstaat een gestandaardiseerde transport eenheid. Hierdoor kunnen een of meerdere pakketten bestratingsstenen 1 behandeld, vervoerd, en geplaatst worden.

Bij het plaatsen van het pakket bestratingsstenen 1 op het zandbed dient het 10 verpakkingsmateriaal voor verpakken van het pakket bestratingsstenen verwijderd te worden. Hierna kunnen ook de opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 worden verwijderd. Deze opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 kunnen later weer gebruikt worden bij het verder opvullen van de bestrating.

15 In figuur 2 wordt in een bovenaanzicht een deel van een bestrating 12 getoond, waarbij de verbandstenen 2 het zogenaamde lingenformaat hebben. Het lingenformaat wordt gekenmerkt door een lengte-breedte verhouding van 4:1. Het verband waarin de verbandstenen zijn gerangschikt is visgraat- of keperverband. Het kenmerk van dit verband is dat de stenen onder een hoek van ongeveer 45°, ten opzichte van bijvoorbeeld de 20 stoeprand of betonnen opsluitband liggen.

In figuur 2 worden verder nog de opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8, bestaande uit de kwart stenen 6, halve stenen 5 en driekwart stenen 4, waarbij de maat van deze stenen is afgeleid van de maat van een hele verbandsteen met het lingenformaat, elleboog stenen 7, langwerpige keperstenen 3 en korte keperstenen 8 aangegeven, welke gebruikt zijn om een 25 pakket bestratingsstenen 1 aan te sluiten op een opsluitband 13. Een pakket bestratingsstenen 1 in de bestrating 12 is met een dikke lijn aangegeven. Tevens is een tweede pakket bestratingsstenen 1a, aansluitend op een eerste pakket bestratingsstenen 1 aangegeven in de bestrating 12.

Vanwege het visgraat- of keperverband ligt het pakket bestratingsstenen 1 onder een 30 hoek van 45° met een stoeprand of opsluitband 13. Hierdoor kunnen de pakketten bestratingsstenen 1 niet rechtstreeks tegen de stoeprand of opsluitband 13 worden geplaatst en zal na het plaatsen van een pakket bestratingsstenen 1 in een zandbed, dit pakket aangesloten dienen te worden op een stoeprand of opsluitband 13. Bij het plaatsen van de pakketten bestratingsstenen 1 op het zandbed worden de opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 35 in de openingen 11 (zie figuur 1), verwijderd en worden de pakketten zoveel mogelijk op elkaar aangesloten. Door het uitnemen van de opvulstenen 3- 8 en op de in figuur 2 getoonde wijze op elkaar aan sluiten van de pakketten bestratingsstenen 1 ontstaan er - 6 - openingen 110 in de bestrating. Om een goed verband te krijgen in de bestrating, wat weer voor een stevige bestrating zorgt, worden de aangrenzende openingen tussen de aangrenzende pakketten bestratingsstenen 1 opgevuld met losse navulstenen 200. Deze navulstenen 200 hebben dezelfde afmetingen als de verbandstenen 2.

5 In het getoonde voorbeeld in figuur 2 wordt er gebruik gemaakt van losse navulstenen 200, langwerpige keperstenen 3, driekwart stenen 4, elleboogstenen 7, halve stenen 5, kwart stenen 6 en korte keperstenen 8.

Afhankelijk van de grootte van het zandbed en het uiteindelijke bestratingsoppervlak zullen er meer of minder losse navulstenen 200 en opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 nodig zijn. In 10 figuur 2 wordt er gebruik gemaakt van 1 rij langwerpige keperstenen 3 en een rij losse navulstenen 200. Er blijft dan nog een elleboogvormige opening 14 over, welke op verschillende manieren opgevuld kan worden, bijvoorbeeld met twee langwerpige keperstenen 3, waarbij de schuine zijden van de keperstenen op elkaar aansluiten en de twee langwerpige keperstenen 3 zo een elleboogvorm aannemen. Een andere mogelijkheid 15 is het gebruik van een elleboogsteen 7 of een combinatie van een halve steen 5 en een kwart steen 6.

Wanneer de grootte van het zandbed en het bestratingsoppervlak bekend zijn kan uitgerekend worden hoeveel pakketten bestratingsstenen 1 er nodig zijn en hoe deze pakketten verdeeld kunnen worden over het zandbed. Dan kan ook berekend worden welke 20 opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 en hoeveel opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 er nodig zijn, en kunnen de benodigde opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 in een pakket bestratingsstenen 1 worden geplaatst.

In een bestratingsoppervlak zal over het algemeen zoveel mogelijk voor de meeste economische of esthetische combinatie van opvulstenen worden gekozen. De hier 25 genoemde mogelijkheden zijn slechts voorbeelden, er zijn nog meer mogelijkheden.

In figuur 3 wordt in een bovenaanzicht een pakket bestratingsstenen 31 getoond, waarbij de verbandstenen 2 het zogenaamde dikformaat hebben. Het dikformaat wordt gekenmerkt door een lengte-breedte verhouding van 3:1. Het verband waarin de 30 verbandstenen zijn gerangschikt is visgraat-, elleboog-, of keperverband. Het voordeel van verband is dat dit een grote stabiliteit verschaft aan een pakket bestratingsstenen 31 en na plaatsing van het pakket bestratingsstenen op het zandbed aan het wegdek.

De laag in verband gerangschikte bestratingstenen 31 is opgebouwd uit verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60. In de buitenrand 10 van de laag 35 bestratingstenen 31 is ten minste een opening 11 voorzien met een elleboogvormig deel 9. Dit elleboogvormige deel heeft een maximale lengte van ongeveer 2 of 3 maal de breedte - 7 - van een verbandsteen en een maximale breedte van ongeveer 2 of 3 mal de breedte van een verbandsteen.

Het maken van een pakket bestratingsstenen 31 met daarin verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 wordt bijvoorkeur in één mal en productiecyclus gedaan. Als het 5 basismateriaal voor de bestratingsstenen beton is, kunnen de verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 in een mal gegoten worden. Na verwijdering van de mal moeten de losse verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 tot een geheel gevormd worden. Indien het basismateriaal klei is kunnen de verbandstenen 2 en opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 in een productiecyclus geproduceerd worden, maar het is ook mogelijk dat een pakket 10 bestratingsstenen 31 wordt samengesteld uit bestratingsstenen uit verschillende productiecycli. De verbandstenen 2 en verschillende opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 worden dan gerangschikt in het juiste verband en in een rechthoekige vorm en daarna tot een geheel gevormd.

De verbandstenen 2 worden in verband gerangschikt. Hierbij ontstaan openingen 11, 15 waarin geen hele verbandstenen 2 geplaatst kunnen worden. De openingen 11 moeten opgevuld worden met stenen kleiner dan hele verbandstenen 2 om een overwegend rechthoekig pakket bestratingsstenen 1 te verkrijgen. De openingen 11 worden opgevuld met ten minste één opvulsteen 3, 7, 8, 50, 60.

In figuur 3 zijn er een aantal voorbeelden gegeven hoe ten minste één opvulsteen 3, 20 7, 8, 50, 60 en over het algemeen meer opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 in de opening 11 zijn geplaatst. Er zijn bijvoorbeeld twee langwerpige keperstenen 3 in een opening 11 geplaatst om de opening 11 volledig op te vullen. Daarnaast is de mogelijkheid getoond van een tweederde steen 50 met een eenderde steen 60. De maten eenderde en tweederde zijn afgeleid van een hele verbandsteen 2 met het dikformaat. Een volgende mogelijkheid is het 25 opvullen van een opening 11 met een elleboog steen 7. Verder is er de mogelijkheid om een opening 11 op te vullen met twee korte keperstenen 8 en een tweederde steen 50. De hier genoemde voorbeelden zijn niet uitputtend, er zijn nog veel meer variaties mogelijk.

Door het opvullen van de openingen 11 in een pakket bestratingsstenen 31 met opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 kan een stabiel pakket bestratingsstenen 31 gevormd worden. Ten minste 30 één opvulsteen 3, 7, 8, 50, 60 wordt geplaatst in ten minste een opening 11, zodanig dat de opening 11 grotendeels wordt opgevuld. Bij voorkeur worden in alle openingen 11 opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 geplaatst, zodanig dat de opening 11 zoveel mogelijk wordt opgevuld. Hierna kan een pakket bestratingsstenen 31 tot één geheel worden gevormd, bijvoorbeeld door het gebruik van folie of bindmateriaal. Door het plaatsen van de 35 opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 in de openingen 11 en daarna het pakket bestratingsstenen 31 tot een geheel vormen, ontstaat er een stevig en stabiel rechthoekig pakket. Dit geheel kan dan bij voorkeur op een pallet geplaatst of gestapeld worden. Bij verdere voorkeur worden - 8 - standaard pallets gebruikt, bijvoorbeeld europallets (800 mm x 1200 mm). Door de maat van het pakket bestratingsstenen 31 aan te passen op de pallet maat, bijvoorbeeld 800mmx1200mm, ontstaat een gestandaardiseerde transporteenheid. Hierdoor kunnen een of meerdere pakketten bestratingsstenen 31 zonder extra maatregelen behandeld, 5 vervoerd, en geplaatst worden.

Bij het plaatsen van het pakket bestratingsstenen 31 op het zandbed dient het gebruikte materiaal voor het tot een geheel vormen van het pakket verwijderd te worden. Hierna kunnen ook de opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 worden verwijderd. Deze opvulstenen kunnen later weer gebruikt worden bij het verder opvullen van de bestrating.

10

In figuur 4 wordt in een bovenaanzicht een deel van een bestrating 20 getoond, waarbij de verbandstenen 2 het zogenaamde dikformaat hebben. Het dikformaat wordt gekenmerkt door een lengte-breedte verhouding van 3:1. Het verband waarin de verbandstenen 2 zijn gerangschikt is visgraat- of keperverband. Het kenmerk van dit 15 verband is dat de stenen onder een hoek van ongeveer 45°, ten opzichte van bijvoorbeeld de stoeprand of betonnen opsluitband liggen.

In figuur 4 worden verder nog de opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 bestaande uit de eenderde stenen 60, de tweederde stenen 50, elleboog stenen 7, langwerpige keperstenen 3 en korte keperstenen 8 aangegeven, welke gebruikt zijn om een pakket bestratingsstenen 20 31 aan te sluiten op een opsluitband 13. Een pakket bestratingsstenen 31 in de bestrating 20 is met een dikke lijn aangegeven. Tevens is een tweede pakket bestratingsstenen 31a, aansluitend op een eerste pakket bestratingsstenen 31 aangegeven in de bestrating 20.

Vanwege het visgraat- of keperverband ligt het pakket bestratingsstenen 31 onder een hoek van 45° met een stoeprand of opsluitband 13. Hierdoor kunnen de pakketten 25 bestratingsstenen niet rechtstreeks tegen de stoeprand of opsluitband 13 worden geplaatst en zal na het plaatsen van een pakket bestratingsstenen 31 op een zandbed, dit pakket aangesloten dienen te worden op een stoeprand of opsluitband 13. Bij het plaatsen van de pakketten bestratingsstenen 31 worden de opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8 in de openingen 11 (figuur 3) verwijderd en worden de pakketten zoveel mogelijk op elkaar aangesloten. Door 30 het uitnemen van de opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8 en het op in de figuur getoonde wijze op elkaar aan sluiten van het pakket bestratingsstenen ontstaan er openingen 110 in de bestrating. Om een goed verband te krijgen in de bestrating, wat weer voor een stevige bestrating zorgt, worden de aangrenzende openingen tussen de aangrenzende pakketten op het zandbed opgevuld met losse navulstenen 200.

35 In het getoonde voorbeeld in figuur 4 wordt er gebruik gemaakt van losse navulstenen 200, langwerpige keperstenen 3, elleboogstenen 7, tweederde stenen 50, eenderde stenen 60 en korte keperstenen 8.

- 9 -

Afhankelijk van de grootte van het zandbed en het uiteindelijke bestratingsoppervlak zullen er meer of minder losse navulstenen 200 en opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 nodig zijn. In figuur 4 wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een rij langwerpige keperstenen 3 en worden er allerlei combinatiemogelijkheden met verschillende opvulstenen 3, 7, 8, 50, 60 5 weergegeven. Zo kan er bijvoorbeeld een combinatie van een elleboogsteen 7, en twee korte keperstenen 8 gebruikt worden. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld drie korte keperstenen 8, met een tweederde steen 50 en met een eenderde steen 60. Daarnaast is tevens een opvulsteen 200a getoond, waarbij een zijkant is afgeschuind om de open ruimte tussen stoeprand / opsluitband 13 op te vullen.

10 Wanneer de grootte van het zandbed en het bestratingsoppervlak bekend zijn kan uitgerekend worden hoeveel pakketten bestratingsstenen 31 er nodig zijn en hoe deze pakketten verdeeld kunnen worden over het zandbed. Dan kan ook berekend worden welke opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8 en hoeveel opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8 er nodig zijn, en kunnen de benodigde opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8 in een pakket bestratingsstenen 31 15 worden geplaatst.

De hier genoemde mogelijkheden zijn slechts voorbeelden, er zijn nog meer mogelijkheden. In de praktijk zal meestal de meest economische of esthetische combinatie van verbandstenen en opvulstenen worden gekozen.

20 In figuur 5 wordt in een bovenaanzicht een deel van een bestrating 30 getoond, waarbij de verbandstenen 2 het zogenaamde lingenformaat hebben. Het lingenformaat wordt gekenmerkt door een lengte-breedte verhouding van 4:1. Het verband waarin de verbandstenen 2 zijn gerangschikt is elleboogverband. Het kenmerk van dit verband is dat de stenen om-en-om parallel en haaks ten opzichte van bijvoorbeeld de stoeprand of 25 betonnen opsluitband 13 liggen. Het verband heeft niet te maken met de onderlinge rangschikking van de stenen, maar met de oriëntatie van een pakket bestratingsstenen 1 ten opzichte van de stoeprand of opsluitband. Hierdoor kan een pakket bestratingsstenen 1 zoals beschreven in figuur 1 ook gebruikt worden voor het maken van een bestrating met het elleboogverband.

30 Figuur 5 toont verder de opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8, bestaande uit de kwart stenen 6, halve stenen 5 en driekwart stenen 4, waarbij de maat van deze stenen is afgeleid van de maat van een hele verbandsteen met het lingenformaat, en verder nog elleboog stenen 7, langwerpige keperstenen 3 en korte keperstenen 8, welke gebruikt zijn om een pakket bestratingsstenen 1 aan te sluiten op een opsluitband 13. Een pakket bestratingsstenen 1 in 35 de bestrating 30 is met een dikke lijn aangegeven. Tevens is een tweede pakket bestratingsstenen 1a, aansluitend op een eerste pakket bestratingsstenen 1 aangegeven in de bestrating 30.

- 10 -

Vanwege het elleboogverband kan het pakket bestratingsstenen 1 voor een deel aansluitend aan de stoeprand of opsluitband 13 worden gelegd. Hierbij hoeven de opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 die geplaatst zijn in opening 100 niet verwijderd te worden.

Bij het plaatsen van de pakketten bestratingsstenen 1 worden de opvulstenen 3,4, 5 5, 6, 7, 8 in de openingen 100, die niet grenzen aan de stoeprand of opsluitband, verwijderd en worden de pakketten zoveel mogelijk op elkaar aangesloten. Door het uitnemen van de opvulstenen 3- 8 en het op in de figuur getoonde wijze op elkaar aan sluiten van de pakketten bestratingsstenen 1 en 1a ontstaan er openingen 110 in de bestrating. Om een goed verband te krijgen in de bestrating, wat weer voor een stevige bestrating zorgt, worden 10 de aangrenzende openingen tussen de aangrenzende pakketten op een zandbed opgevuld met losse navulstenen 200.

De pakketten bestratingsstenen 1 en 1a moeten met verschillende opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 worden aangesloten op de stoeprand of de opsluitband 13. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld lange keperstenen 3, navulstenen 200, driekwart stenen 4, halve stenen 5 en 15 kwart stenen 6 gebruikt worden. Daarnaast kunnen elleboogvormige openingen opgevuld worden met elleboogstenen 7. In figuur 5 is te zien dat er voor het aansluiten van een pakket bestratingsstenen 1 bijvoorbeeld twee korte keperstenen 8, een halve steen 5, een driekwart steen 4 en een hele navulsteen 200 wordt gebruikt. Een andere mogelijkheid is het gebruiken van een elleboogsteen 7, twee langwerpige keperstenen 3 en twee halve 20 stenen 5.

Afhankelijk van de grootte van het zandbed en het uiteindelijke bestratingsoppervlak zullen er meer of minder losse navulstenen 200 en opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 nodig zijn. Wanneer de grootte van het zandbed en het bestratingsoppervlak bekend zijn kan uitgerekend worden hoeveel pakketten bestratingsstenen 1 er nodig zijn en hoe deze 25 pakketten verdeeld kunnen worden over het zandbed. Dan kan ook berekend worden welke opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 en hoeveel opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 er nodig zijn, en kunnen de benodigde opvulstenen 3, 4, 5, 6, 7, 8 in een pakket bestratingsstenen 1 worden geplaatst.

De hiergenoemde voorbeelden zijn slechts suggesties van mogelijkheden, er zijn 30 nog meer mogelijkheden, en in de praktijk zal over het algemeen voor de meest economische en praktische oplossing worden gekozen.

In figuur 6 wordt in een bovenaanzicht een deel van een bestrating 40 getoond, waarbij de verbandstenen 2 het zogenaamde dikformaat hebben. Het dikformaat wordt 35 gekenmerkt door een lengte-breedte verhouding van 3:1. Het verband waarin de verbandstenen zijn gerangschikt is elleboogverband. Het kenmerk van dit verband is dat de verbandstenen om-en-om parallel en haaks ten opzichte van bijvoorbeeld de stoeprand of - 11 - betonnen opsluitband 13 liggen. Het verband heeft niet te maken met de onderlinge rangschikking van de stenen, maar met de oriëntatie van een pakket bestratingsstenen 31 ten opzichte van de stoeprand of opsluitband. Hierdoor kan een pakket bestratingsstenen 1 zoals beschreven in figuur 3 ook gebruikt worden voor het maken van een bestrating met 5 het elleboogverband.

In figuur 6 worden verder nog de opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8, bestaande uit de eenderde stenen 60, tweederde stenen 50, waarbij de maat van deze stenen is afgeleid van de maat van een hele verbandsteen 2 met het dikformaat, elleboog stenen 7, langwerpige keperstenen 3 en korte keperstenen 8 aangegeven, welke gebruikt zijn om een pakket 10 bestratingsstenen 31 aan te sluiten op een opsluitband 13. Een pakket bestratingsstenen 31 in de bestrating 40 is met een dikke lijn aangegeven. Tevens is een tweede pakket bestratingsstenen 31a, aansluitend op een eerste pakket bestratingsstenen 31 aangegeven in de bestrating 40.

Vanwege het elleboogverband kan het pakket bestratingsstenen 31 voor een deel 15 aansluitend aan de stoeprand of opsluitband worden gelegd. Hierbij hoeven de opvulstenen die geplaatst zijn in opening 11 (figuur 3) niet verwijderd te worden. Bij het plaatsen van de pakketten bestratingsstenen 31 worden de opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8 in de openingen 100, die niet grenzen aan de stoeprand of opsluitband 13, verwijderd en worden de pakketten zoveel mogelijk op elkaar aangesloten. Door het uitnemen van de opvulstenen 3, 20 50, 60, 7 en 8 en het op in figuur 6 getoonde wijze op elkaar aan sluiten van het pakket bestratingsstenen ontstaan er openingen 110 in de bestrating. Om een goed verband te krijgen in de bestrating, wat voor een stevige bestrating zorgt, worden de aangrenzende openingen 110 tussen de aangrenzende pakketten 31 en 31a op een zandbed opgevuld met losse navulstenen 200.

25 Het volgende pakket bestratingsstenen 31a kan aan het eerste pakket bestratingsstenen 31 worden aangesloten op bijvoorbeeld de getoonde wijze in figuur 6. Het pakket bestratingsstenen 31a moet dan met verschillende opvulstenen worden aangesloten op de stoeprand of de opsluitband 13. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld lange keperstenen 3, navulstenen 200, tweederde stenen 50 en eenderde stenen 60 gebruikt worden. Daarnaast 30 kunnen elleboogvormige openingen opgevuld worden met elleboogstenen 7. In figuur 6 is bijvoorbeeld het pakket bestratingsstenen 31 op de stoeprand of opsluitband 13 aangesloten middels een eenderde steen 60 en een tweederde steen 50. Daarnaast is als voorbeeld getoond hoe een pakket bestratingsstenen 31a op de stoeprand of opsluitband 13 is aangesloten middels ten minste twee langwerpige keperstenen 3, twee navulstenen 35 200, een eenderde steen 60 en een tweederde steen 50 en twee korte keperstenen 8.

Afhankelijk van de grootte van het zandbed en het uiteindelijke bestratingsoppervlak zullen er meer of minder losse navulstenen 200 en opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8 nodig zijn.

- 12 -

Wanneer de grootte van het zandbed en het bestratingsoppervlak bekend zijn kan uitgerekend worden hoeveel pakketten bestratingsstenen 31 er nodig zijn en hoe deze pakketten verdeeld kunnen worden over het zandbed. Dan kan ook berekend worden welke opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8 en hoeveel opvulstenen 3, 50, 60, 7 en 8 er nodig zijn, en 5 kunnen de benodigde opvulstenen 3, 50, 60,7 en 8 in een pakket bestratingsstenen 31 worden geplaatst.

Deze combinaties van opvulstenen zijn voorbeelden, er zijn nog veel meer mogelijkheden, en in de praktijk zal de meest praktische en economische oplossing gekozen worden.

Claims (14)

1. Een pakket bestratingsstenen voor machinaal bestraten, omvattende: - verbandstenen, waarbij de verbandstenen in een laag in verband zijn gerangschikt, met het kenmerk dat in een buitenrand van de laag ten minste een opening is 5 voorzien, dat in de ten minste ene opening een of meer opvulstenen zijn voorzien, die de opening ten minste gedeeltelijk opvullen, en dat de ten minste ene opening een elleboogvormig gedeelte omvat.

2. Een pakket bestratingsstenen volgens conclusie 1, waarbij de opvulstenen een andere afmeting hebben dan de verbandstenen.

3. Een pakket bestratingsstenen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de opvulstenen bestratingsstenen zijn.

4. Een pakket bestratingsstenen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het verband een elleboogverband, keperverband of visgraatverband is.

5. Een pakket bestratingsstenen volgens een van de voorgaande conclusies, 15 waarbij de verbandstenen in hoofdzaak dezelfde afmeting hebben.

6. Een pakket bestratingsstenen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de lengte van een opvulsteen ongeveer gelijk is aan de lengte van een verbandsteen, minus een- of meermaal de breedte van een verbandsteen en waarbij de breedte van de opvulsteen ongeveer gelijk is aan de breedte van een 20 verbandsteen.

7. Een pakket bestratingsstenen volgens een van de conclusies 1-5, waarbij een opvulsteen een elleboogsteen is en de maximale lengte en breedte van de elleboogsteen ongeveer 2 of 3 maal de breedte van een verbandsteen is.

8. Een pakket bestratingsstenen volgens een van de voorgaande conclusies, 25 waarbij in de opening meerdere opvulstenen zijn opgenomen, die de opening volledig opvullen.

9. Een pakket bestratingsstenen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de opening ten minste twee met een schuine zijde tegen elkaar geplaatste keperstenen zijn opgenomen.

10. Een werkwijze voor het gebruik van een pakket bestratingsstenen voor machinaal bestraten volgens de een van de voorgaande conclusies ten minste omvattende de stappen: - het plaatsen van een pakket bestratingsstenen op een zandbed, - 14 - - het verwijderen van de opvulstenen uit een pakket bestratingsstenen vlak voor of na plaatsing van het pakket op het zandbed, en - het gebruiken van ten minste een gedeelte van de opvulstenen voor het bestraten.

11. Een werkwijze volgens de conclusie 10, omvattende de stappen: - het plaatsen van een pakket bestratingsstenen op een zandbed aangrenzend aan een reeds geplaatst pakket bestratingsstenen, waarbij de ten minste ene opening van het pakket bestratingsstenen grenst aan een opening in de buitenrand van het reeds geplaatste pakket bestratingsstenen, en 10. het plaatsen van navulstenen in de beide aangrenzende openingen in of tussen aangrenzende pakketten bestratingsstenen, om een verband tussen beide pakketten te verkrijgen.

12. Een werkwijze voor het vervaardigen van een pakket bestratingstenen, omvattende de stappen: 15. het verschaffen van een mal, - het verschaffen van basismateriaal voor de bestratingstenen, - het vormen van de bestratingstenen in de mal met het basismateriaal, waarbij in een buitenrand van een laag bestratingstenen ten minste een opening is voorzien, 20 gekenmerkt doordat de stap van het vormen van de bestratingsstenen omvat het vormen van in verband gerangschikte verbandstenen en het vormen van een of meer opvulstenen aan een buitenrand van het pakket, waarbij de opvulstenen uitneembaar zijn, en waarbij ten minste een deel van de een of meer opvulstenen elleboogvormig in het pakket zijn gevormd.

13. Een werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij het basismateriaal vloeibaar is.

14. Een werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij het basismateriaal beton is. 30