NL2002553C - Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag. Download PDF

Info

Publication number
NL2002553C
NL2002553C NL2002553A NL2002553A NL2002553C NL 2002553 C NL2002553 C NL 2002553C NL 2002553 A NL2002553 A NL 2002553A NL 2002553 A NL2002553 A NL 2002553A NL 2002553 C NL2002553 C NL 2002553C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
suction
soil
lance
layer
lances
Prior art date
Application number
NL2002553A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2002553A1 (nl
Inventor
Jan Jacobus Tiemersma
Rogier Vollenbrock
Original Assignee
Cubic Square B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cubic Square B V filed Critical Cubic Square B V
Priority to NL2002553A priority Critical patent/NL2002553C/nl
Publication of NL2002553A1 publication Critical patent/NL2002553A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2002553C publication Critical patent/NL2002553C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F5/00Dredgers or soil-shifting machines for special purposes
    • E02F5/02Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for digging trenches or ditches
    • E02F5/06Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for digging trenches or ditches with digging elements mounted on an endless chain
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/8833Floating installations
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F5/00Dredgers or soil-shifting machines for special purposes
    • E02F5/006Dredgers or soil-shifting machines for special purposes adapted for working ground under water not otherwise provided for

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Repair (AREA)

Description

NL12932-ZO/mr
Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een o ndergrondse grond1a aq
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het verlagen van een bodemlaag door het verwijderen van een zich onder de bodemlaag bevindende grondlaag met behulp van een of meer in de grond geplaatste zuiglanzen. De 5 te verlagen bodemlaag kan bijvoorbeeld de bovenste deklaag zijn van de bodem van een rivier of meer, of aan land, zoals een uiterwaard. Op deze wijze kan bijvoorbeeld een bodem worden verlaagd zonder de deklaag van de bodem ais biotoop of anderszins te verstoren. Bodemverlaging kan bijvoorbeeld gewenst 10 zijn om vertroebeling van het water door opwerveling van slib bij harde wind tegen te gaan of omwille van zand-·- of grondwinning.
NL 1022719 beschrijft een verplaatsbare inrichting voor het 15 verlagen van een bodem, waarbij zuiglanzen door de bovenste bodemlaag in een daaronder gelegen bodemlaag worden gebracht.
Een zuiglans omvat een toevoerkanaal voor transport van water naar de te verwijderen grondlaag, en een afvoerkanaal voor het oppompen van het ontstane mengsel van ’water en grond uit de te 20 verwijderen grondlaag. Een geschikte zuiglans is bijvoorbeeld ontschreven in NL 1021740. Via de zuiglanzen wordt water gepompt naar de te verwijderen grondlaag om vervolgens als water / grond mengsel te worden terug gepompt naar de oppervlakte. In NL 1022719 worden de zuiglanzen, na het verwijderen van een 25 voldoende hoeveelheid grond, uit. de bodem verwijderd en kunnen ze eventueel op een verderop gelegen punt weer in de grond ingebracht worden om een volgend deel van de bodem te verlagen. Het proces van grondverwi j de ring moet; daardoor regelmatig worden onderbroken en verloopt, niet continu.
30 2
Verder is het bekend om een zandlaag die zich onder een bodemdeklaag bevindt, weg te zuigen waarbij de bodemdeklaag niet wordt verlaagd maar wordt verstoord en/of verwijderd, bijvoorbeeld door opdwarrelen en vermenging met water en/of 5 doordat het mee wordt weggezogen met het onderliggende zand.
Door het verdwijnen of opdwarrelen van de deklaag kan de zuiginrichting horizontaal worden verplaatst.
Uit de Russische publicatie SU 1089205 is een schip bekend 10 voorzien van een zuiger die een grondlaag wegzuigt die zich onder een bodemlaag van een. kanaal bevindt, waarbij intussen het schip wordt voortbewogen, De zuiger omvat een uiteinde met een zuigmond. Nadat de zuigmond in de bodem is geplaatst kan het uiteinde van verticaal naar horizontaal worden gebogen waarna 15 het tijdens het zuigen in het horizontale vlak heen en weer wordt gedraaid over een rotatiehoek van bijna 180 graden. Hierdoor wordt, een halfcirkelvormig ont g ravings front gevormd, waarlangs de zuigmond heen en weer 'wordt; bewogen. Deze inrichting is slechts bruikbaar voor zeer harde, zeer cohesieve 20 zelfdragende bodemlagen, die geleidelijk als geheel weer op hun plaats zakken. Dit soort bodemlagen is echter zeer zeldzaam en komt in Nederland niet voor. Bij veruit de meeste bodemlagen zal de bovenliggende grond, na het passeren van de zuigmond, bezinken. Wanneer de zuigmond dan na een rotatieslag weer nabij 25 dezelfde plaats terugkeert, zal deze bezonken grond worden weggezogen. Hierdoor wordt grond weggezogen, van een bodemlaag die luist- gespaard had dienen te blijven.
Het doel van de onderhavige uitvinding is om te voorzien in een 30 inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een onder een deklaag van de bodem liggende grondlaag waarbij de grondverplaatsing ononderbroken kan plaats vinden terwijl de inrichting horizontaal wordt verplaatst zonder de deklaag als geheel te verwijderen of te verstoren, 3 3
Het doel van de uitvinding wordt bereikt met een werkwijze voor het verlagen van een bodemlaag door het verwijderen van een zich onder de bodemlaag bevindende grondlaag met behulp van een inrichting voorzien van een of meer in de grond te plaatsen 5; zuiglanzen, welke inrichting verplaatsbaar is in een bewegingsrichting, waarbij gedurende het wegzuigen van de grondlaag de zuiglanzen worden verplaatst in een verplaatsingsrichting waarbij de verplaats.ingsricht.ing van de zuigmond in hoofdzaak samenvalt met de bewegingsrichting van de 10 inrichting. Bij voorkeur zuigen de zuigmonden de te verwijderen grond weg over een lineair ontgravingsfront. Dit lineaire ontgravingsfront, dat een in hoofdzaak rechte lijn vormt, kan zich bijvoorbeeld uitstrekken in een richting dwars op de verplaatsingsrichting van de zuigmonden en de zuiglanzen. De 15 deklaag wordt aldus doorsneden waarbij de deklaag buiten het gebied van de doorsnijding in tact blijft. Doordat de zuigmond niet heen en weer wordt bewogen keert deze niet terug nabij een eerder gepasseerde plaats. De werkwijze volgens de uitvinding kan daardoor ook worden toegepast bij minder cohesieve 20 bodemlagen. De horizontale verplaatsing kan stapsgewijs of doorlopend worden uitgevoerd, gedurende het gehele proces cf gedurende een deel ervan. Door het verplaatsen van de zuiglanzen tijdens het wegzuigen van de grond is het niet meer nodig om de zuiglanzen na het behandelen van een deel van de bodem weer 25 omhoog te halen, re verplaatsen en weer in de grond te boren. Op deze wijze kan er continu worden voortgegaan met het wegzuigen van de te verwijderen grondlaag en kan een zeer gelijkmatig verlaagde bodem worden verkregen.
30 Doordat de bodem is verlaagd, zal de door wind of vaartuigen veroorzaakte waterbeweging minder eenvoudig vat krijgen op het bodemslib. Het slib zal daardoor minder snel opwervelen, zodat het water helderder blijft. Indien gewenst - bijvoorbeeld indien de functie van de bodem, als biotoop minder belangrijk is - kan 35 tenminste een deel van de opgepompte grond weer worden verspreid
A
over tenminste een deel van de verlaagde bodem. In het algemeen bestaat de grond onder de bodem vooral uit grofkorrelig materiaal, zoals zand. Door het verspreiden van het weggepompte zand over de bodem, wordt de fijnkorrelige sliblaag afgedekt.
5 Zand wervelt minder snel op dan slib zodat het water ook bij onrustig weer, helder blijven. Tevens wordt eventueel vervuild slib afgedekt door de zandlaag. Een ander voordeel is dat het zand niet verder hoeft te worden vervoerd. Het wegzuigen en terugstorten van het grondmateriaal kan plaatsvinden in één 10 doorlopende handeling, zonder tussenopslag.
In een andere mogelijke uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding kan de verwijderde grond geheel of gedeeltelijk 'worden af gevoerd, bijvoorbeeld voor commerciële zandwinning.
15
Indien gewenst kan tevens het bovenste deel van de deklaag worden verwijderd, bijvoorbeeld de bovenste 0 - 50 cm. De grond of het slib van de verwijderde toplaag kan vervolgens worden gestort in de ontstane ruimte onder de deklaag en/of in de snede 20 die bij de horizontale verplaatsing van de zuiglans door de deklaag is ontstaan, zodat deze beter aanheelt. Ook hierbij kan het wegzuigen en terugstorten van het grondmateriaal plaatsvinden in één doorlopende handeling, zonder tussenopslag.
25 De werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder toepasbaar op locaties waar de bovenste deklaag van de bodem een dikte van ca. 2-4 meter heeft. Goede resultaten worden vooral verkregen indien de deklaag een goede cohesie heeft, zoals een deklaag van klei of beworteld zand.
30
Indien gewenst kan ook de bovenste sliblaag van de bodem geheel of gedeeltelijk worden verwijderd, bijvoorbeeld indien deze sliblaag vervuild is.
3 5 5
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichtinc; voor het verwijderen van een zich onder een bodemlaag bevindende grondlaag welke inrichting in een bewegingsrichting verplaatsbaar is en is voorzien van een of meer in de grond b plaatsbare zuiglanzen die elk aan het uiteinde zijn voorzien van een zuigmond, waarbij tenminste één van de zuiglanzen op een afstand van de zuigmond is voorzien van grondverzetmiddelen voor het verplaatsen van grondmateriaal dat zich in de genoemde bewegingsrichting vóór de zuiglans bevindt, zodat een doorgang 10 wordt verkregen voor de te verplaatsen zuiglanzen, waarbij één of meer van de zuiglanzen nabij de zuigmond zijn voorzien van mechanische graafmiddelen voor het verplaatsen van grond in de richting van de zuigmond over een lineair ontgravingsfront. Dit lineaire front kan zich bijvoorbeeld uitstrekken langs een in 15 hoofdzaak rechte lijn in een richting dwars op de bewegingsrichting. Bij voorkeur bevinden de grondverzetmiddelen voor het creëren van een doorgang van de zuiglanzen zich ter hoogte van het deel van de zuiglans dat door de niet te verwijderen grondlaag moet worden bewogen, De afstand tussen de 20 zuigmond en de grondverzetmiddelen is bijvoorbeeld tenminste 1 meter. Indien gewenst, kan. de inrichting zijn voorzien van middelen voor het instellen van de hoogte van de grondverzetmiddelen ten opzichte van de zuiglans. Wanneer de zuiglans in de grond steekt verplaatsen de grondverzetmiddelen 25 de grond vóór de zuiglans, bijvoorbeeld in zijwaartse richting of omhoog, zodat de zuiglans naar voren kan worden bewogen.
De grondverzetmiddelen voor het creëren van een doorgang voor de zuiglanzen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een mes met een aan 30 de zuiglans evenwijdige snijdrand. Het mes duwt de grond opzij wanneer de zuiglans naar voren wordt bewogen. De snijdrand kan bijvoorbeeld tenminste 1, bijvoorbeeld tenminste 2 meter lang zijn en zich op tenminste 1, bijvoorbeeld tenminste 2 meter van de zuigmond bevinden.
35 6
In plaats van of in combinatie met een mes, kunnen de grcndverzetmiddelen voor het creëren van een doorgang van de zuiglanzen ook een verticale schroeftransporteur of avegaar omvatten die in hoofdzaak evenwijdig aan de zuiglans is 5 opgesteld en die de grond voor de zuiglans in verticale richting afvoert, bijvoorbeeld omhoog in de richting van het oppervlak, zodat de grond niet mengt met grond uit de te verwijderen laag.
Verder kunnen de grcndverzetmiddelen voor het creëren van een 10 doorgang voor de zuiglanzen een kettingverdringer bevatten die in hoofdzaak evenwijdig aan de zuiglans is opgesteld. Een kettingverdringer bestaat uit een eindloze band die om twee evenwijdige keerrollen wordt rondgedraaid en die voorzien is van een reeks in één lijn liggende in de draairichting van de band 15 wijzende V···vormige schoepen. Door het draaien van de band duwen de V-vormige schoepen de voorliggende grond opzij om een doorgang te creëren voor de zuiglans.
Andere geschikte grondverzetmiddelen kunnen bijvoorbeeld twee 20 evenwijdige cutter-assen omvatten die evenwijdig aan de lengterichting van de zuiglans aan de voorzijde ervan zijn aangebracht en die in tegengestelde richting aandrijfbaar zijn. De cutter-assen omvatten schoepen die de grond voor de zuiglans in zijwaartse richting verdringen teneinde een doorgang te 25 creëren voor de zuiglans.
Naast de grondverzetmiddelen voor het creëren van een doorgang voor de zuiglanzen omvat de inrichting volgens de uitvinding tevens graafrciddelen voor het verplaatsen van grond van de te 30 verwijderen laag in de richting van de zuigmond. Eén of meer van de zuiglanzen kan bijvoorbeeld nabij de zuigmond zijn voorzien van een sleepkop. Met een sleepkop kan de zuigkracht over een groter oppervlak worden verspreid. De sleepkop kan zich bijvoorbeeld in hoofdzaak in achterwaartse richting uitstrekken 35 ten opzichte van de zuiglans. De sleepkop kan zijn voorzien van / een bovenzijde die als geleiding kan dienen voor het inzakken van de achterliggende bodem.
Eén of meer van de zuiglanzen nabij de zuigmond kan zijn 5 voorzien van een horizontale schroeftransporteur of worm met een op de zuigmond gerichte trensportrichting. De worm kan in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de zuiglans nabij de zuigmond zijn geplaatst. De worm kan daarbij bijvoorbeeld tussen twee zuiglanzen aangebracht zijn, of aan de kop van een enkele 10 zuiglans in T-vormige configuratie waarbij de worm aan weerszijden van de zuigmond een deel omvat met een onderling tegengestelde spoed, zodat wanneer de worm wordt geroteerd beide delen grond verplaatsen in de richting van de zuigmond.
15 De graafmiddeien voor het verplaatsen van. te verwijderen grond in de richting van de zuigmond kunnen ook één of meer waterjets omvatten. De inrichting kan bijvoorbeeld een lans omvatten met een spuitmond gericht op de zuigmond van een zuiglans en graafmiddeien voor het verplaatsen van grond in de richting van 20 de zuigmond, bijvoorbeeld een worm geplaatst tussen de spuitmond en de zuigmond.
De zuiglans kan inklapbaar zijn aangebracht. Nabij het bovenste uiteinde kan de zuiglans bijvoorbeeld scharnierbaar zijn 25 opgehangen, terwijl het nabij het andere uiteinde is gekoppeld aan een kabel of takel die verbonden is aan heen hijsinrichting. Bij ingebruikneming kan de zuiglans vanuit een horizontale ruststand omlaag gescharnierd worden totdat de worm op de bodem rust. Vervolgens kan de worm worden geactiveerd waarbij deze 30 zich ingraaft totdat de zuiglans in de verticale stand staat en vooruit bewogen kan worden. Indien de zuiglans is voorzien van een avegaar of kettingverdringer, dan kunnen deze meegraven wanneer ze de bodem bereiken, 35 8
In een alternatieve uitvoeringsvorra kan de zuiglans ook telescopisch zijn aangebracht en aldus verticaal zakken totdat de worm op de bodem rust.
5 De inrichting volgens de uitvinding kan in een verdere uitvoeringsvorm tevens een terugvoerkanaal omvatten voor het bezanden van de bodem met grondmateriaal uit de verwijderde grondlaag.
10 Verder kan de inrichting een of meer graafmiddelen bevatten, bijvoorbeeld een worm, voor het verwijderen van het bovenste deel van de deklaag, en een afvoerkanaal voor het afvoeren van de verwijderde grond of slib. Deze deklaaggrond of slib kan bijvoorbeeld worden teruggestort in het doorsnijdingsspoor dat 15 tijdens verplaatsing door de deklaag wordt getrokken. Ook kan de verwijderde deklaaggrond of slib geheel of gedeeltelijk worden gestort in de onder de deklaag ontstane ruimte na het verwijderen van de onderliggende grondlaag.
20 De inrichting kan drijvend zijn, bijvoorbeeld een ponton waarop de benodigde voorzieningen en aansluitingen zijn aangebracht. In een andere uitvoeringsvorm kan de inrichting bijvoorbeeld een verrijdbaar onderstel omvatten, dat bijvoorbeeld is voorzien van rupsbanden.
25
De uitvinding kan bijvoorbeeld worden toegepast bij de aanleg of het onderhoud van vaargeulen, bij het verdiepen en eventueel afdekken of bezanden van waterbodems, bijvoorbeeld verontreinigde waterbodems, bij het ecologisch herstel van 30 plassen en meren door het aanleggen van een of meer verdiepte plekken of slibvang-plekken, en voor rivierverruiming door verlaging van uiterwaarden of zomerbeddingen of de aanleg van nevengeulen.
35 9
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen. Hierin tonen:
Figuur IA in zijaanzicht een uitvoeringsvorm van een 5 inrichting volgens de uitvinding;
Figuur 1B in vooraanzicht de uitvoeringsvorm volgens Figuur IA;
Figuur 2A in zijaanzicht een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de 10 uitvinding;
Figuur 2B in vooraanzicht de uitvoeringsvorm volgens Figuur 2A;
Figuur 3A in vooraanzicht een zuiglans van een derde mogelij ke uitvoeringsvorm; 15 Figuur 3B in zijaanzicht de zuiglans volgens Figuur 3A;
Figuur 4 in perspectivisch aanzicht een zuiglans van een vierde mogelijke uitvoeringsvorm;
Figuur 5 in perspectivisch aanzicht een zuiglans van een vijfde mogelijke uitvoeringsvorm; 20 Figuur 6 in perspectivisch aanzicht een zesde mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.
Pijlen in de figuren geven de bewegingsrichting aan van de 25 betreffende onderdelen.
Figuur IA toont in zijaanzicht een ponton 1 drijvend op het water 2 van een meer of rivier boven een bodem 3, bestaande uit een bovenste deklaag 4 en een daaronder gelegen zandlaag 5.
30 Figuur 1B toont hetzelfde ponton 1 in vooraanzicht. Op de ponton 1 bevindt zich een besturingscabine 6. De ponton 1 is verder voorzien van een zuiglans 7. De zuiglans 7 omvat twee coaxiale buizen,, waarvan de binnenste buis dient voor het transporteren van een water / grond mengsel van de laag 5 naar boven. De 35 ruimte tussen de coaxiale buizen van de zuiglans 7 dient voor de 10 aanvoer van water naar de te verwijderen grondlaag. Aan het uiteinde omvat de zuiglans een zuigmond 8 voor het wegzuigen van de met behulp van het proceswater gefluïdiseerde grond. Voor een gedetailleerde beschrijving van een geschikte zuiglans wordt 5 verwezen naar NL 1021740.
Nabij de zuigmond 8 is de zuiglans 7 voorzien van een worm 9 in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de zuiglans 7. De worm 9 heeft aan weerszijden van de zuigmond twee in hoofdzaak 10 gelijke horizontale delen 10, 11 met tegengestelde spoed, zodanig dat wanneer de ponton 1 met de zuiglans 7 in voorwaartse richting verplaatst, de worm 9 mee graaft en een lineair ontgravingsfront vormt, waarbij het de .losgewoelde grond in de richting van de zuigmond 8 beweegt.
15
De zuiglans 7 omvat een middendeel 13 dat een avegaar 12 omvat die evenwijdig aan de lengterichting van de zuiglans 7 is aangebracht aan de voorzijde van de zuiglans 7. Wanneer de ponton 1 wordt voortbewogen, verwijdert de avegaar 12 de 20 voorliggende grond om een doorgang te creëren voor de zuiglans 7. Deze grond is deel van de deklaag 4 die niet verwijderd dient te worden en wordt daarom niet afgezogen door de zuiglans.
Een kettinggraver 14 is geplaatst tussen de avegaar 12 en de 25 zuiglans 7 voor het verplaatsen van grond voor de zuiglans 7 naar de zuigmond 8.
In de uitvoeringsvorm van Figuren IA en 1B is verder boven de avegaar 12 een tweede horizontale worm. 15 aangebracht aan het 30 uiteinde van een afzonderlijk afzuigkansal 16, De spoed van de worm 15 is aan weerszijden van de zuigmond van afzuigkanaal 16 gericht op de zuigmond. Langs dit afzuigkanaal 16 kan de bovenste sliblaag van de bodem 3 worden verwijderd. Dit kan bijvoorbeeld wenselijk zijn indien de sliblaag vervuild is.
35 11
Na het verwijderen van grond uit de ondergrondse laag 5 zakt de bovenliggende deklaag 4 naar beneden, zodat, een verlaagde bodem ontstaat. Bij het voortbewegen van de ponton 1 doorsnijdt de zuiglans 7 met de avegaar 12 de deklaag 4. De snede die daarbij S ontstaat wordt gedicht tijdens het zakken van de deklaag 4, zodat een egale bodem wordt verkregen. Indien gewenst, kan een deel van de verwijderde grond uit de ondergrondse laag 5 en/of een deel van het verwijderde slib worden gebruikt om de snede in de deklaag te dichten.
10 ïn het uitvoeringsvoorbeeld van de Figuren IA en 1B bevat de ponton 1 tevens een afvoerkanaal 17 dat aangesloten is op de afvoerzijde van zuiglans 7. Via dit afvoerkanaal 17 wordt het opgepompte zand van de verwijderde grondlaag 5 verspreid over de bodem 3 om deze te bezanden. De grovere deeltjes van de zandlaag 15 18 die daarbij wordt, verkregen, dekken de fijnkorrelige sliblaag af. Doordat het zand van de zandlaag 18 minder snel opwervelt blijft het v;ater helderder.
In andere mogelijke uitvoeringsvormen wordt het zand of de grond 20 van de verwijderde grondlaag 5 niet teruggestort maar afgevoerd, bijvoorbeeld voor commerciële zandwinning.
De ponton 1 omvat verder een hijsinrichting 20. De zuiglans 7 is scharnierbaar bevestigd aan een bovendeks scharnierpunt 21.
25 Nabij de zuigmond 8 is de zuigmond bevestigd aan een hijskabel 22, waarmee de zuiglans 7 kan worden neergelaten, resp. weer worden opgetakeid. Bij het neerlaten van de zuiglans 7 wordt deze vanuit de horizontale ruststand neergelaten totdat de worm 9 op de bodem rust. Vervolgens worden de worm 9 en de avegaar 12 30 aangedreven en graven de 'worm 9, en vervolgens de avegaar 12, zich in de bodem 3 in totdat de zuiglans de verticale stand heeft bereikt. De tweede worm 15 voor verwijdering van het bodems 1 in 'wordt dan in werking gesteld en de ponton 1 wordt 12 vervolgens voortbewogen terwijl de ondergrondse grondlaag 5 wordt verwijderd en de deklaag 4 wordt doorsneden.
Figuren 2Ά en 2B tonen een andere mogelijke uitvoeringsvorm van 5 een inrichting 101 volgens de uitvinding die voorzien is van twee zuiglanzen 107, elk met een zuigmond 108. Tussen de zuigmonden 108 van de zuiglanzen 107 is een worm 109 aangebracht. De worm 109 heeft een. dusdanige spoed dat te verwijderen grond in de richting van de zuigmonden 109 wordt 10 gestuwd en dat aldus een lineair ontgravingsfront vormt.
Figuren 3A en 3B tonen een zuiglans 207 van een andere mogelijke inrichting volgens de uitvinding. In bewegingsrichting geplaatst vóór de zuiglans 207 bevindt zich een kettingverdringer: 214 voor 15 het opzij dringen van voorliggende grond, De kettingverdringer 214 bevindt zich ter hoogte van het deel van de zuiglans 20? dat de niet te verwijderen deklaag doorsnijdt. De kettingverdringer 214 bestaat uit een eindloze band 230 die om twee keerrollen 229 draait. De eindloze band 230 is voorzien van v-vormige schoepen 20 231 op regelmatige onderlinge afstand, waarbij de punten 232 van de V-vormen van de schoepen 231 dezelfde kant op wijzen en op één lijn liggen. De schoepen 231 zijn van verschillende, geleidelijke toe-, resp. afnemende breedte, De eindloze band 230 wordt voortbewogen in de richting van de V-vormige punten 232 25 van de schoepen 231, zoals weergegeven door de pijl in de tekening, De V-vormige schoepen 231 duwen daardoor de voorliggende grond opzij zodat de kettingverdringer 214 en de zuiglans 207 verder naar voren kunnen worden bewogen.
30 Figuur 4 toont, een zuiglans 307 van een verdere mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, De zuiglans is voorzien van een mes 340. Het mes 340 bevindt zich ter hoogte van het deel van de zuiglans 307 dat de niet te verwijderen deklaag doorsnijdt. Het mes 340 omvat een snijdrand 35 330, die evenwijdig loopt aan de lengterichting van de zuiglans 13 307. Vanaf de mesrand 330 in de richting van de zuiglans 307 loopt de breedte van het mes 340 uit tot ongeveer de breedte van de zuiglans 307.
5 Figuur 5 toont een zuiglans 407 van nog een andere mogelijke uitvoeringsvorm. De zuiglans is voorzien van een twee in tegengestelde richting draaiende cutter-assen 450 voorzien van schoepen 451 voor het opzij stuwen van voorliggende grond.
10 Figuur 6 toont een zesde mogelijke uitvoeringsvorm, van een inrichting volgens de uitvinding. De inrichting volgens deze uitvoering is voorzien van twee zuiglanzen 507 voorzien van messen 540 met een verticale mesrand 530. Parallel aan de mesranden 530 zijn avegaars 542 geplaatst, die de grond losmaken 15 die in bewegingsrichting (pijlen A) van de inrichting vóór de messen 540 ligt. Aan de naar elkaar toe gerichte zijvlakken van de messen 540 bevindt zich een spuitmond of waterjet 543 nabij de onderzijde van de avegaar 542. Op een afstand daarachter bevindt zich een zuigmond 508, die het water uit de spuitmond 20 543 samen met los gespoten grondmateriaal wegzuigt. Hierdoor ontstaat een waterstroom {pijlen 3 en B'} die een lineair ontgravingsfront 550 vormt.

Claims (16)

1;, Werkwijze voor het. verlagen van een bodemlaag door het verwijderen van een zich onder de bodemlaag bevindende grondlaag met behulp van een inrichting voorzien van een of meer in de grond te plaatsen zuiglanzen, welke S: inrichting verplaatsbaar is in een bewegingsrichting,, waarbij gedurende het wegzuigen van de grondlaag de zuiglanzen worden verplaatst in een verplaatsingsrichting met het kenmerk, dat de verplaatsingsrichting van de zuigmond in hoofdzaak samenvalt met de bewegingsrichting 10 van de inrichting.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de zuigmonden van de een of meer zuiglanzen te verwijderen grond wegzuigen over een lineair ontgravingsfront. 15
3. Werkwijze volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het lineaire ontgravingsfront zich uitstrekt in een richting dwars op de verplaatsingsrichting van de zuigmonden. 20 4, Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat tenminste een deel van de verwijderde grond over tenminste een deel van de verlaagde bodem wordt verspreid. 25 :$,v Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk dat tevens het bovenste deel van de deklaag wordt verwijderd en vervolgens wordt, gestort in de ontstane ruimte onder de deklaag en/of in een snede die bij de horizontale verplaatsing van de zuiglans door de deklaag is ontstaan. 30 €, Inrichting voor het verwijderen van een zich onder een bodemlaag van een water bevindende grondlaag welke inrichting in een bewegingsrichting verplaatsbaar is en is voorzien van een of meer in de grond plaatsbare zuiglanzen die elk aan het uiteinde zijn voorzien van een zuigmond, waarbij tenminste één van de zuiglanzen op een afstand van de zuigmond is voorzien van grondverzetmiddelen voor het verplaatsen van 5 grondmateriaal dat zich in de genoemde bewegingsrichting vóór de zuiglans bevindt ten behoeve van het bereiken van een doorgang voor de te verplaatsen zuiglanzen met het kenmerk, dat de inrichting nabij één of meer van de zuigmonden is voorzien van graafmiddelen voor het 10 verplaatsen van grond in de richting van de zuigmond over een lineair ontgravingsf ront..
7. Inrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat het lineaire ontgravingsfront zich uitstrekt in een richting 15 dwars cp de bewegingsrichting.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 6 of 7 met het kenmerk, dat de grondverzetmiddelen voor het creëren van een doorgang van de zuiglanzen een mes 20 omvatten met een aan de zuiglans evenwijdige snijdrand.
9. Inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de lengte van de snijdrand tenminste zo groot is als de dikte van de te doorsnijden deklaag. 2 5
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 6 - '3 met het kenmerk, dat de grondverzetmiddelen voor het creëren van een doorgang van de zuiglanzen een avegaar, water jet en/of een culler---as omvatten die in hoofdzaak 30 evenwijdig aan een zuiglans is bevestigd. 11» Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 6 -10 met het kenmerk dat de grondverzetmiddelen voor het creëren van een doorgang voor de zuiglanzen een kettingverdringer bevatten die in hoofdzaak evenwijdig aan een zuiglans is opgesteld.
12. Inrichting volgens één van de conclusies 6 --· 11 met het kenmerk, dat de graafmiddelen voor het verplaatsen van te δ verwijderen grond naar de zuigmond één of meer waterjets omvatten.
13. Inrichting volgens één van de conclusies 6 - 12 met het kenmerk, dat de graafmiddelen voor het verplaatsen van te 10 verwijderen grond naar de zuigmond mechanische graafmiddelen omvatten.
14. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 6 -13 met het kenmerk dat de graafmiddelen voor het 15 verplaatsen van grond in de richting van de zuigmond een sleepkop omvatten,
15. Inrichting volgens één van de conclusies 6 - 14 met het kenmerk dat de graafmiddelen tenminste één worm omvatten. 20
16. Inrichting volgens conclusie 15 met het kenmerk dat de worm in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de zuiglans nabij de zuigmond is geplaatst en aan weerszijden van de zuigmond een deel omvat, waarbij beide 25 delen een tegengestelde spoed omvatten voor het transporteren van grond in de richting van de zuigmond,
17. Inrichting volgens conclusie 15 met het kenmerk dat de worm is geplaatst tussen twee zuigmonden en uit twee 30 delen bestaat die elk een spoed hebben voor het transporteren van grond in de richting van een naast gelegen zuigmond.
18. Inrichting volgens één van de conclusies 12 - 17 met het kenmerk dat de inrichting een. lans omvat met een spuitmond gericht op de zuigmond van een zuiglans en graafmiddelen voor het verplaatsen van grond in de '$ richting van de zuigmond, bijvoorbeeld een worm geplaatst, tussen de spuitmond en de zuigmond.
19. Inrichting volgens één van de conclusies 6 - 18 met het kenmerk dat de inrichting een terugvoerkanaal omvat voor 10 het bezanden van de bodem met grondmateriaal uit de vervuljderde grondlaag.
20. Inrichting volgens één van de conclusies 6 - 19 met het kenmerk dat de inrichting een of meer graafmiddelen bevat 15 voor het verwijderen van een deel van de deklaag, en een afvoerkanaal voor het storten van de verwijderde grond of slib in een tijdens verplaatsing achter de zuiglans ontstane snede in de deklaag en/of in de onder de deklaag ontstane ruimte na het verwijderen van de onderliggende 20 grondlaag.
NL2002553A 2008-02-22 2009-02-23 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag. NL2002553C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002553A NL2002553C (nl) 2008-02-22 2009-02-23 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001310 2008-02-22
NL2001310A NL2001310C2 (nl) 2008-02-22 2008-02-22 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag.
NL2002553A NL2002553C (nl) 2008-02-22 2009-02-23 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag.
NL2002553 2009-02-23

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2002553A1 NL2002553A1 (nl) 2009-08-25
NL2002553C true NL2002553C (nl) 2010-03-12

Family

ID=41318263

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001310A NL2001310C2 (nl) 2008-02-22 2008-02-22 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag.
NL2002553A NL2002553C (nl) 2008-02-22 2009-02-23 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001310A NL2001310C2 (nl) 2008-02-22 2008-02-22 Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL2001310C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3521387A (en) * 1969-04-04 1970-07-21 Norbert V Degelman Dredging machine
SU1089205A1 (ru) * 1983-01-31 1984-04-30 Всесоюзный Ордена Трудового Красного Знамени Научно-Исследовательский Институт Гидротехники И Мелиорации Им.А.Н.Костякова Способ очистки каналов и устройство дл его осуществлени

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1597439A1 (en) * 2003-02-20 2005-11-23 Baggermaatschappij Boskalis B.V. Dredge device and dredge method

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3521387A (en) * 1969-04-04 1970-07-21 Norbert V Degelman Dredging machine
SU1089205A1 (ru) * 1983-01-31 1984-04-30 Всесоюзный Ордена Трудового Красного Знамени Научно-Исследовательский Институт Гидротехники И Мелиорации Им.А.Н.Костякова Способ очистки каналов и устройство дл его осуществлени

Also Published As

Publication number Publication date
NL2001310C2 (nl) 2009-08-25
NL2002553A1 (nl) 2009-08-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3248812A (en) Collector and hoist for aggregates
KR101802263B1 (ko) 보조 해저 채광을 위한 방법 및 장치
EP2751346B1 (en) Suction mouth for a subsea mining tool
NL2007072C2 (en) Drag head and trailing suction hopper dredger.
US20060225771A1 (en) Method and apparatus for cleaning percolation basins
EP0243994A1 (en) Device for the displacement of sediment under water and process for the use of such a device
US8366201B2 (en) Method for open pit bench mining
US7326020B2 (en) Multi-purpose vessel and method for recovering, storing and/or offloading material in a dredging operation
FI90113B (fi) Foerfarande foer att muddra upp slam fraon hamnar, vattenvaegar eller motsvarande och ett mudderfartyg
EP1978161B1 (en) Device for clearing and/or excavating trenches
US5638620A (en) Dredging vessel, dredging assembly and method of dredging
EP0079103B1 (en) Dredging apparatus
US20170225197A1 (en) Fluidized aggregate separation system
JPH11266743A (ja) 乗用型の貝類の採取機
JPH01190807A (ja) 砂浜清掃装置
NL2002553C (nl) Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een ondergrondse grondlaag.
PL98946B1 (pl) Urzadzenie do hydromechanicznego urabiania pokladow zloza podzielonego chodnikami na filary
EP1615727B1 (en) Method for screening soil and a screening device
CN113187483B (zh) 一种水下采矿车
RU2206672C1 (ru) Устройство очистки дна водоема
RU2107776C1 (ru) Способ выполнения подводных земляных работ с использованием дноуглубительного земснаряда и гидромониторное устройство для разработки траншей под водой, гидромониторный трубозаглубитель-траншеекопатель (варианты), трубозаглубитель-траншеекопатель (варианты)
US4038764A (en) Shearing excavator
US2787844A (en) Ditch cleaning implement
EA006954B1 (ru) Устройство формирования и подготовки траншеи
KR200317277Y1 (ko) 부유식 컨베이어벨트의 모래살포장치

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20100108

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180301