NL2002513C2 - Melkinrichting en melk-lucht scheider voor een melkinrichting. - Google Patents

Melkinrichting en melk-lucht scheider voor een melkinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2002513C2
NL2002513C2 NL2002513A NL2002513A NL2002513C2 NL 2002513 C2 NL2002513 C2 NL 2002513C2 NL 2002513 A NL2002513 A NL 2002513A NL 2002513 A NL2002513 A NL 2002513A NL 2002513 C2 NL2002513 C2 NL 2002513C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milk
piston body
milking
air separator
cylinder
Prior art date
Application number
NL2002513A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Jan Hanskamp
Original Assignee
Hanskamp Agrotech B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hanskamp Agrotech B V filed Critical Hanskamp Agrotech B V
Priority to NL2002513A priority Critical patent/NL2002513C2/nl
Priority to EP10704607A priority patent/EP2396631A2/en
Priority to PCT/NL2010/050062 priority patent/WO2010093239A2/en
Priority to CA2752064A priority patent/CA2752064A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2002513C2 publication Critical patent/NL2002513C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/007Monitoring milking processes; Control or regulation of milking machines
    • A01J5/01Milkmeters; Milk flow sensing devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/04Milking machines or devices with pneumatic manipulation of teats
    • A01J5/042Milk releaser
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F15/00Details of, or accessories for, apparatus of groups G01F1/00 - G01F13/00 insofar as such details or appliances are not adapted to particular types of such apparatus
    • G01F15/08Air or gas separators in combination with liquid meters; Liquid separators in combination with gas-meters

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)
  • Dairy Products (AREA)

Description

P6024304NL
Melkinrichting en melk-lucht scheider voor een melkinrichting 5 Achtergrond van de uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op een melk-lucht scheider, een melkinrichting omvattende een dergelijke melk-lucht scheider, en een melksamenstel omvattende een aantal van dergelijke melkinrichtingen.
10 Melk-lucht schelders worden traditioneel toegepast om de lucht die bij het melken meekomt in de melk weer uit de melk te verwijderen. Dergelijke luchtscheiders zijn meestal opgenomen in een verzamelleiding waarin de melk uit meerdere melkklauwen gezamenlijk afgevoerd wordt naar een voorraadvat. Daarnaast omvat de traditionele inrichting voor het melken vaak een meetinrichting om de melkafgifte per 15 dier te meten. Ook bij een modem melksamenstel waarbij een gerobotiseerd systeem toegepast wordt dat computergestuurd is en waarbij ook de voerafgifte en het verdere melksamenstel middels de computer bestuurd dan wel geregeld word is dat nog vaak de oplossing. Dergelijke geautomatiseerde systemen worden onder meer geleverd door van der Lely, door Insentec, en door DeLaval, om maar enkele bekendere leveranciers 20 te noemen. Dergelijke geautomatiseerde systemen werken bovendien verder nog met een traditioneel melkprincipe waarbij de melkklauwen op een centraal onderdruksysteem aangesloten zijn. Daarbij wordt elk dier op dezelfde onderdruk aangesloten.
Van aanvrager is een melksamenstel bekend uit onder meer W02008/097093.
25 Daarin wordt de onderdmk opgewekt middels een ejector die onderdruk opwekt middels overdmk of perslucht. Hierdoor is de onderdmk lokaal, zelfs per dier, op te wekken. Er bleek echter een verder verbetering mogelijk van het beschreven melksamenstel. Deze verbetering blijkt ook toe te passen in traditionele melksamenstellen.
30
Samenvatting van de uitvinding
De uitvinding heeft tot doel een verbeterde melk-lucht scheider te verschaffen 2
De uitvinding heeft verder dan wel aanvullend tot doel een mclk-lucht scheider te verschaffen waarmee de melkafgifte te meten is.
Daarnaast dan wel aanvullend heeft de uitvinding tot doel een melk-lucht scheider te verschaffen die voor een individueel melkdier is toe te passen.
5 De uitvinding verschaft daartoe een melk-lucht scheider omvattende een cilinder voorzien van een uitlaat voor melk bij een uiteinde van de cilinder, een inlaat voor melk op afstand van de uitlaat, een doorgang bij een boveneind van de cilinder welke verbindbaar is met een onderdrukinrichting voor het opwekken van een onderdruk in de cilinder, en een in de cilinder op- en neer verplaatsbaar zuigerlichaam dat aandrijfbaar 10 gekoppeld is met een aandrijfinrichting voor het op- en neer verplaatsen van het zuigerlichaam in de cilinder van een onderste positie naar een bovenste positie, waarbij het zuigerlichaam ten minste één vloeistofdoorgang omvat voorzien van een blokkering die de vloeistofdoorgang bij het van de bovenste positie naar de onderste positie verplaatsen van het zuigerlichaam om melk uit de cilinder te persen.
15 Door de cilinder met zuigerlichaam is het mogelijk een melk-lucht scheider te verschaffen die het mogelijk maakt om de afgegeven melkhoeveelheid te meten. De melk-lucht scheider is verder toe te passen op een individueel melkdier vanwege de eenvoud waarin deze te realiseren is, en de schaalbaarheid. Zo kan bijvoorbeeld door keuze voor een transparant cilindermateriaal tevens een visueel controlemiddel 20 verkregen worden waarmee een veehouder de melkafgifte en/of kwaliteit van individuele dieren kan monitoren of controleren.
De uitvinding betreft verder een melkinrichting omvattende de melk-lucht scheider volgens de uitvinding, en een bcsturingsinrichting die operationeel verbonden is met de melk-lucht scheider. Tn het bijzonder is de aandrijfinrichting ingericht voor 25 het geven van besturingssignalen aan de aandrijfinrichting. In een uitvoeringsvorm is de besturingsinrichting operationeel verbonden met de niveausensor van de melk-lucht scheider indien die aanwezig is. In een verdere uitvoeringsvorm is de besturingsinrichting ingericht voor het afgeven van één of meer besturingssignalen aan de aandrijfinrichting op basis van een signaal van de niveausensor.
30 Gebleken is dat de melk-lucht scheider op deze wijze goed toe te passen is in een geautomatiseerd melksysteem. In een uitvoeringsvorm kan middels de melk-lucht scheider de snelheid van melkafgifte bepaald worden door de besturingseenheid. Op basis van de melksnelheid kan de besturingseenheid het onderdrukniveau sturen in de 3 melk-lucht scheider. Ook kan de besturingseenheid op basis van de melksnelheid het onderdrukniveau cn/of de variatie daarvan in de tepelbekers regelen. Middels de melk-lucht scheider is dat eenvoudig te realiseren.
De uitvinding betreft verder een melksamenstel omvattende een aantal 5 melkinrichtingen zoals hierboven beschreven omvat een melkcomputer voor het regelen van het melken van een veestapel, welke melkcomputer operationeel verbonden is met elk van de melkinrichtingen, en waarbij in het bijzonder de melkinrichtingen verbonden zijn met een gemeenschappelijke melkopslag.
Gebleken is dat de melkinrichting eenvoudig als een zogenaamde “plug-and-10 play” eenheid is uit te voeren. Hierdoor is indien gewenst de melkcapaciteit eenvoudig aan te passen aan een gewenste capaciteit door een additionele melkinrichting. Bij storing kan bovendien heel eenvoudig een defecte melkinrichting vervangen worden terwijl de defecte gerepareerd word. Desgewenst kan voor dat doel een reserve door een veehouder op voorraad gehouden worden.
15 In een uitvoeringsvorm omvat het zuigerlichaam ten minste twee zuigerlichaamdelen, die op afstand van elkaar tussen zich een vloeistofdoorgang hebben, en op elkaar gedrukt de vloeistofdoorgang vloeistofdicht afsluiten.
Hierdoor is een goede scheiding te verkrijgen door middels het zuigerlichaam druk op de melk uit te oefenen.
20 In een uitvoeringsvorm is een eerste van de zuigerlichaamdelen gekoppeld met de aandrijfmrichting, om bij een van de bovenste positie naar de onderste positie verplaatsen van het zuigerlichaam de zuigerlichaamdelen vloeistofdicht op elkaar te drukken.
In werking kan tijdens het verplaatsen van de onderste positie naar de bovenste 25 positie van het zuigerlichaam melk toestromen. Die melk kan door de vloeistofdoorgang stromen naar de ruimte onder het zuigerlichaam en die vullen. Lucht en schuim blijven dan boven het zuigerlichaam staan.
In een uitvoeringsvorm omvat de melk-lucht scheider verder een tweede zuigerlichaamdeel, dat in hoofdzaak vloeistofdicht aanligt tegen de cilinderwand. In 30 een uitvoeringsvorm zelfs nagenoeg lucht- of gasdicht waardoor ook lucht verpompt kan worden om de cilinder te legen.
In een uitvoeringsvorm is het tweede zuigerlichaamdeel in hoofdzaak ringvormig met een centrale opening.
4
Hierdoor zijn eenvoudig twee onderling afdichtende zuigerlichaamdelen te maken,
In een uitvoeringsvorm heeft het eerste zuigerlichaamdeel een grotere dwarsdoorsnede dan de centrale opening, in het bijzonder vormt het eerste 5 zuigerlichaamdeel, wanneer op het tweede zuigerlichaamdeel gebracht, daarmee gezamenlijk een in hoofdzaak vloeistofdicht zuigerlichaam. Een afdichting is hierdoor te verbeteren.
In een uitvoeringsvorm omvat één zuigerlichaamdeel houddelen om een ander zuigerlichaamdeel op afstand tegen te houden, zodanig dat de zuigerlichaamdelen ten 10 opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn tussen een positie op elkaar naar een positie op afstand van elkaar, in het bijzonder verplaatsbaar in de richting van de onderste positie van het zuigerlichaam naar de bovenste positie van het zuigerlichaam of vice versa.
Hierdoor kan bij de opgaande beweging van het zuigerlichaam melk eenvoudig in de mimte onder het zuigerlichaam komen, en kan bij de neergaande beweging van het 15 zuigerlichaam de melk weggedrukt of geperst worden met nauwelijks lucht. In een uitvoeringsvorm sluit het zuigerlichaam een ruimte tussen het zuigerlichaam en de uitlaat om lucht te kunnen verpompen. In de laatste slagen nadat nagenoeg alle melk weggepompt is kan dan door het verpompen van een kleine hoeveelheid lucht het laatste restant melk uit de cilinder en de leiding weggedrukl worden. Dit heeft verder 20 een voordeel bij het reinigen na gebruik.
In een uitvoeringsvorm hebben op afstand van elkaar de zuigerlichaamdelen een vloeistofdoorgang tussen zich. Op een eenvoudig wijze worden vloeistof en lucht gescheiden. Vloeistof kan door dc vloeistofdoorgang stromen tot onder het zuigerlichaam, bijvoorbeeld tijdens de opgaande beweging. De toestroming is dan in 25 een uitvoering groter dan de stroming door de vloeistofdoorgang zodat het zuigerlichaam effectief in de vloeistof is en lucht en eventueel schuim zich boven het zuigerlichaam vormt.
In een uitvoeringsvorm bevinden de houddelen zich op de zijde van het zuigerlichaam tegenover de onderste positie, en een zuigerlichaamdeel zich ten 30 opzichte van een ander zuigerlichaamdeel in de richting van de bovenste positie van het zuigerlichaam kan verplaatsen.
5
In een uitvoeringsvorm waarbij de cilinder een afsluitdeel omvat bij de onderste positie van het zuigerlichaam, zijn de binnenvorm van het afsluitdeel en het naar dat afsluitdeel toegekeerde deel van het zuigerlichaam in hoofdzaak aan elkaar aangepast.
Hierdoor blijft zo min mogelijk melk achter na elke slag en is het verpompte 5 volume nauwkeuriger te meten. Bovendien is de melksnelheid daaruit af te leiden.
In een uitvoeringsvorm is de uitlaat in onderste deel van het afsluitdeel voorzien. Het verpompte volume is goed te meten.
In een uitvoeringsvorm omvat de melk-lucht scheider verder een niveausensor voor het vaststellen van aanwezigheid van een vloeistof, in het bijzonder van melk, in 10 de cilinder, in het bijzonder in de cilinderwand.
Hierdoor is de melk-lucht scheider te automatiseren.
In een uitvoeringsvorm is de niveausensor opgesteld tussen de inlaat en de bovenste positie van het zuigerlichaam.
In werking wordt bij voorkeur het zuigerlichaam in de melk gehouden zodat 15 schuim en lucht verzamelt boven het zuigerlichaam, waardoor meepompen van lucht zo veel mogelijk wordt voorkomen.
In een uitvoeringsvorm is de inlaat voorzien boven de bovenste positie van het zuigerlichaam.
In een uitvoeringsvorm omvat de melk-lucht scheider verder een 20 stromingsverdeler tussen de inlaat en de bovenste positie, in het bijzonder omvat de stromingsverdeler een gezien vanuit de inlaat convex stromingslichaam. Bijvoorbeeld een boldeel is geschikt. Overmatige schuimvorming in de cilinder wordt zo veel mogclijk voorkomen.
ïn een uitvoeringsvorm van de melk-lucht scheider wanneer voorzien van de 25 niveausensor, is de niveausensor voorzien tussen de stromingsverdeler en de bovenste positie. Hierdoor wordt de werking van de niveausensor zo min mogelijk gestoord.
In een uitvoeringsvorm omvat de aandrijfmrichting een elektromotor met excenter, in het bijzonder is het excenter gekoppeld met het zuigerlichaam om per omwenteling een slag van zuigerlichaam tussen de onderste en bovenste positie op te 30 wekken. Middels een eenvoudige elektromotor is zo tegen weinig kosten en zonder complexe regelingen een melk-lucht scheider te maken waarmee bovendien de melkopbrengst te meten is, en bijvoorbeeld ook de melksnelheid. Alternatief zou een luchtaangedreven cilinder, hydraulische cilinder of andere aandrijving toegepast 6 kunnen worden. Het slagvolume en de slagfrequentie kunnen gebruikt worden om de geschetste grootheden te meten.
In een uitvoeringsvorm omvat de melk-lucht scheider verder een voorspandeel voor het verschaffen van een voorspanning op het zuigerlichaam met een kracht in de 5 richting van de onderste positie, in een uitvoeringsvorm een nagenoeg constante kracht bij de verplaatsing van het zuigerlichaam van de bovenste positie tot de onderste positie, in een uitvoering omvat het voorspandeel ten minste één spiraalveer, in een uitvoeringsvorm opgesteld in hoofdzaak parallel aan de as van de cilinder. Hierdoor kan met een aandrijfmrichting met een beperkt vermogen worden volstaan. In plaats 10 van de veren zou ook een drukveer of gasveer kunnen worden toegepast.
In een uitvoeringsvorm omvat het voorspandeel een gebogen buis met twee einden in hoofdzaak parallel aan langs de cilinder met de uiteinden bij het boveneind van de cilinder, in een uitvoeringsvorm strekken één of meer spiraalveren voor het voorspannen zich in de buiseinden uit. Hierdoor zijn spiraalveren eenvoudig en 15 goedkoop toepasbaar. Daar de veren in uitgestrekte toestand te monteren worden een nagenoeg constante kracht over de slag van het zuigerlichaam verzorgd.
ïn een uitvoeringsvorm van de melkinrichting omvattende de melk-lucht scheider volgens de uitvinding omvat deze een besturingsinrichting die operationeel verbonden is met de melk-lucht scheider. In het bijzonder met de aandrij (inrichting voor het geven 20 van besturingssignalen aan de aandrijfmrichting. Meer in het bijzonder is de besturingsinrichting operationeel verbonden met de niveausensor van de melk-lucht scheider indien die aanwezig is. Meer in het bijzonder is de besturingsinrichting ingcricht voor het afgeven van één of meer besturingssignalen aan de aandrijfmrichting op basis van een signaal van de niveausensor, omvat de melkinrichting volgens de 25 uitvinding verder een onderdrukinrichting voor het opwekken van onderdruk Hierbij kan de onderdrukinrichting operationeel verbonden zijn met de melk-lucht scheider voor het in werking op onderdruk brengen van de cilinder. De besturingsinrichting is zoals geschetst op deze wijze te integreren in het melkproces.
In een uitvoeringsvorm van de melkinrichting is de besturingsinrichting 30 operationeel verbonden met de onderdrukinrichting voor het regelen van de onderdruk. In het bijzonder is de melk-lucht scheider voorzien van een druksensor. In het bijzonder is de druksensor voorzien in de cilinder dan wel in een onderdrukverbinding daarvan. De druksensor kan operationeel verbonden zijn met de besturingsinrichting voor het 7 sturen van de onderdrukinrichting op basis van één of meer signalen van de druksensor. Hierdoor is het mogelijk een melkinrichting te verschaffen die in hoge mate autonoom is.
In een uitvoeringsvorm van de melkinrichting omvat de onderdrukinrichting ten 5 minste één ejector dan wel ten minste één venturi welke verbindbaar is met een perslucht of overdrukleiding, voor het verschaffen van een onderdruk aan de melkinrichting. In een uitvoeringsvorm omvat de onderdrukinrichting verder een regelbaar ventiel in de overdruk- of persleiding. Hierbij is in een uitvoeringsvorm het regelbare dan wel een proportioneel ventiel operationeel verbonden met de 10 besturingsinrichting voor het besturen van de onderdruk. In een uitvoeringsvorm is het regelbare ventiel of proportionele ventiel bestuurbaar op basis van een signaal van een druksensor, zoals een druksensor in de melk-luchtscheider. De melk-lucht scheider is door zijn uitvoering bijzonder geschikt voor een dergelijke besturing.
In een uitvoeringsvorm omvat de melkinrichting verder een melkklauw voorzien 15 van een melkleiding welke in vloeistofverbinding verbonden is met de inlaat van de melk-luchtscheider, en een leiding welke operationeel verbonden is met de onderdrukinrichting. In het bijzonder is een individuele melkklauw in vloeistofverbinding met de melk-lucht scheider. In een melksysteem heeft daardoor elke melkklauw een melk-lucht scheider. Hierdoor wordt de werking verbeterd, en is 20 bovendien een aparte stromingsmeter of andere meter voor het meten van het debiet van de melkstroom niet nodig.
In een uitvoeringsvorm omvat de melkinrichting verder een behuizing voorzien van dc mclk-lucht scheider, dc onderdrukinrichting cn dc besturingsinrichting. Indien de melkklauw volgens de reeds genoemde eerdere octrooiaanvragen van aanvraagster 25 toegepast worden is bovendien individuele drukregeling per melkklauw en zelfs per tepelbeker mogelijk. In een uitvoeringsvorm omvattende de behuizing verder een drukpulsator welke verbonden is met de onderdrukinrichting en welke verbindbaar is met een melkklauw. Deze drukpulsator kan van een algemeen bekend, aan een vakman bekende soort, zijn. In een uitvoeringsvorm strekt de cilinder van de melk-lucht 30 scheider zich ten minste ten dele uit buiten de behuizing. Hierdoor is melkproces en melkkwaliteit per dier door de veehouder visueel in de gaten te houden,
In een uitvoeringsvorm van de melkinrichting is de besturingsinrichting operationeel verbindbaar met een melkcomputer voor het regelen van het melken van 8 een veestapel. De melkinrichting door zijn grote mate van autonomie leent zich goed daarvoor, en is eenvoudig op die wijze in te zetten.
In een uitvoeringsvorm van de melkinrichting is de besturingsinrichting een regelinrichting voor het regelen van de werking van elk van de daarmee verbonden 5 inrichtingen. In het bijzonder regelt de regelinrichting op basis van signalen van één of meer sensoren die een signaal afgeven betreffende de werking van de bijbehorende inrichting. Door de terugkoppeling van de werking middels de sensoren neemt de autonomie van de inrichting toe.
In het melksamenstel omvattende een aantal melkinrichtingen met een 10 melkcomputer voor het regelen van het melken van een veestapel, is in een uitvoeringsvorm de melkcomputer operationeel verbonden met elk van de melkinrichtingen. In een uitvoeringsvorm zijn de melkinrichtingen verbonden met een gemeenschappelijke melkopslag. De melkinrichtingen hebben feitelijk een verbinding voor de toevoer van elektrisch vermogen, een gegevensverbinding en een perslucht of 15 onderdrukverbinding en een melkafvoerkoppeling nodig om te kunnen werken. Een melkcapaciteit van een melksamenstel is daarmee eenvoudig aan te passen door toevoeging of wegnemen van een melkinrichting.
In een uitvoeringsvomi van het melksamenstel is de melkcomputer verder operationeel verbonden met een voerdoseerinrichting voor het doseren van voer aan de 20 veestapel, in het bijzonder aan individuele dieren, in het bijzonder tijdens het melken middels een melkinrichting.
In een uitvoeringsvorm van het melksamenstel is de koppeling voor gegevensuitwisseling van dc melkinrichtingen met dc computer draadloos, zoals middels wifi, bluetooth, zigby of dergelijke electromagnetische operationele 25 koppelingen.
Hiermee neemt de autonomie en de eenvoud van een stalinrichting nog verder toe. Ook zijn er dan minder delen die kapot kunnen gaan.
De uitvinding betreft verder een melkinrichting omvattende een behuizing voorzien van een melk-lucht scheider en een aansluiting voor een melkklauw welke in 30 de behuizing middels een flexibele vloeistofleiding in vloeistofverbinding verbonden is met de melk-lucht scheider en in de behuizing middels een flexibele luchtleiding verbonden is met een onderdrukinrichting in de behuizing, waarbij de behuizing verder 9 voorzien is van een ophaalinrichting voor naar de behuizing ophalen van de melkklauw.
Hierdoor is kans op beschadiging verder gereduceerd en is een verdere compacte stalinrichting mogelijk.
5 Het moge overigens duidelijk zijn dat de uitvindingbetrekking heeft op het melken van melkdieren. In hoofdzaak zal dat betrekking hebben op koeien, maar ook voor andere melkdieren zoals geiten, schapen of dergelijke kan de uitvinding een oplossing bieden.
Het moge verder duidelijk zijn dat de diverse aspecten van de uitvinding in het 10 bijzonder voordelen biedt in combinatie met de onderdrukinrichting op een vacuüm- of onderdrukinrichting die aangedreven wordt door een fluïdum onder overdruk. Deze onderdrukinrichting is uitdrukkelijk beschreven in enkele eerdere octrooiaanvragen van aanvrager, zoals de PCT/NL2008/050074 en de PCT/NL2008/050148. Deze stukken moeten daarom worden beschouwd als volledig in deze aanvrage te zijn opgenomen.
15 Voor sommige jurisdicties kan de gecombineerde materie beschouwd worden als een voortzetting, zoals bijvoorbeeld een “continuation” of “continuation-in-part”. Specifieke elementen van de onderdrukinrichting kunnen worden gecombineerd het de diverse aspecten van de huidige uitvinding. Door de mogelijkheid van het verkrijgen van onderdruk op een gewenste locatie of tijdstip, en regelbaar, is het mogelijk 20 gebleken een compacte melk-lucht scheider en in het bijzonder een compacte melkinrichting te realiseren die bestuurbaar, in het bijzonder regelbaar is. De melkinrichting is goed op te nemen in een melksamenstel als een tot in hoge mate autonome eenheid.
Overigens heeft de uitvinding verder betrekking op vloeistof-gas scheider 25 omvattende een cilinder voorzien van een uitlaat voor vloeistof bij een uiteinde van de cilinder, een inlaat voor vloeistof met daarin gas op afstand van de uitlaat, een doorgang bij een boveneind van de cilinder welke verbindbaar is met een onderdrukinrichting voor het opwekken van een onderdruk in de cilinder, en een in de cilinder op- en neer verplaatsbaar zuigerlichaam dat aandrijfbaar gekoppeld is met een 30 aandrijfinrichting voor het op- en neer verplaatsen van het zuigerlichaam in de cilinder van een onderste positie naar een bovenste positie, waarbij het zuigerlichaam ten minste één vloeistofdoorgang omvat voorzien van een blokkering die de vloeistofdoorgang bij het van de bovenste positie naar de onderste positie verplaatsen 10 van het zuigerlichaam om de vloeistof met een ten minste verlaagde hoeveelheid gas uit de cilinder te persen. De voor de melk-lucht scheider geschetste uitvoeringsvormen en verdere uitwerkingen en kenmerken kunnen ook op deze vloeistof-gas scheider worden toegepast. Een aantal van de in deze aanvrage geschetste voordelen kunnen ook 5 daarvoor verkregen worden. Toegepast in een melk-luchtscheider heeft de inrichting echter de geschetste voordelen in bijzondere mate.
Verder heeft de uitvinding betrekking op een melk-lucht scheider omvattende een cilinder voorzien van een uitlaat voor melk bij een uiteinde van de cilinder, een inlaat voor melk op afstand van de uitlaat, een doorgang bij een boveneind van de cilinder 10 welke verbindbaar is met een onderdrukinrichting voor het opwekken van een onderdruk in de cilinder, en een in de cilinder op- en neer verplaatsbaar zuigerlichaam dat aandrijfbaar gekoppeld is met een aandrijfinrichting voor het op- en neer verplaatsen van het zuigerlichaam in de cilinder van een onderste positie naar een bovenste positie, waarbij het zuigerlichaam ten minste één vloeistofdoorgang omvat 15 voorzien van een blokkering die bedienbaar verbonden is met de aandrijfinrichting.
Hierdoor is een eenvoudige bediening en besturing mogelijk. Deze is verder bedrijfszeker.
De uitvinding betreft verder een inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde 20 kenmerkende maatregelen, dan wel een werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
Het moge duidelijk zijn dat de verschillende aspecten genoemd in deze octrooiaanvrage gecombineerd kunnen worden en/of elk afzonderlijk in aanmerking 25 kunnen komen voor een afgesplitste octrooiaanvrage.
Korte beschrijving van de figuren
In de bij gevoegde figuren is een uitvoeringsvorm van een melkinrichting en een 30 melk-lucht scheider voor een melkinrichting volgens de uitvinding weergegeven waarin getoond wordt in:
Figuur 1 een perspectief aanzicht van een uitvoeringsvorm van een melkinrichting volgens de uitvinding; 11
Figuur2 een open aanzicht van de melkinrichting van figuur 1, waarin het binnenwerk getoond is;
Figuur 3 een melk-lucht scheider volgens de uitvinding;
Figuur 4 een zijaanzicht van figuur 3; 5 Figuur 5 doorsnede AA van figuur 4;
Figuur 6 schematisch een regelschema van een uitvoeringsvorm.
Beschrijving van uitvoeringsvormen 10 Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een melkinrichting 1. Deze melkinrichting 1 is voorzien van een melkklauw 2 met tepelbekers 3. Dit kan een reguliere melkklauw 2 zijn met reguliere tepelbekers 3, bijvoorbeeld werkend middels een onderdruk of vacuüm voorziening die lucht onder onderdruk aanvoert. Alternatief kan een melkklauw toegepast worden zoals beschreven in WO-2008/097093 van 15 aanvraagster. Middels melkleiding 4 en (onder)druk leidingen is de melkklauw verbonden ven de behuizing 5 en de daarin ondergebrachte componenten.
De melkinrichting 1 omvat een behuizing 5 welke hier voorzien is van een weergave-inrichting 6 waarop voor een veehouder belangrijke informatie kan worden weergegeven. Deze weergave-inrichting 6 kan bijvoorbeeld een LCD display zijn, of 20 een soortgelijke inrichting. Verder is de behuizing 5 hier voorzien van een invoerinrichting 7 waarmee een veehouder bijvoorbeeld operationele informatie in kan voeren.
Uitstekend onder de behuizing 5 is een mclk-lucht scheider 8 zichtbaar die eveneens deel van de uitvinding vormt. Deze melk-lucht scheider 8 omvat een 25 transparante cilinder waarin de verkregen melk verzameld wordt. De melk-lucht scheider 8 zal verderop nader beschreven worden. Ter bescherming is de melk-lucht scheider 8 verder voorzien van een beschermstang 9, meestal een holle, gebogen buis. Deze maakt hier ook deel uit van de melk-lucht scheider 8. De melk-lucht scheider 8 scheidt de melk en de lucht, en zal de grotendeels van lucht ontdane melk veelal verder 30 pompen naar een (niet aangegeven) voorraadvat.
De behuizing 5 is hier verder voorzien van een scharnierende deur 10. In deze uitvoeringsvorm is besturingselektronica (niet weergegeven), de weergave-inrichting 6 en de invoerinrichting 5 aan deze scharnierende deur 10 bevestigd. Hierdoor zijn allen 12 componenten van de melkinrichting 1 goed gescheiden en toegankelijk. Verder is het daardoor mogelijk componenten of delen eenvoudig te vervangen bij storing.
Door de behuizing en de componenten in de behuizing ontstaat een melkinrichting die eenvoudig te installeren is. Bovendien in de uiteindelijke omvang en 5 capaciteit van een stalmelkinrichting die meestal meerdere melkinrichtingen omvat, eenvoudig aan te passen door toevoeging of wegnemen van een melkinrichting. De behuizing is compleet operationeel te maken middels het verbinden van de melkinrichting met een stroomvoorziening voor elektrische spanning, een melkaiVoerleiding om melk naar een verzamelvoorraadvat af te voeren, een 10 luchtleiding voor lucht onder onderdruk dan wel overdruk, en een dataverbinding om gegevens van een centrale besturing te verzenden naar de melkinrichting 1, en gegevens van de melkinrichting te verzenden naar de centrale besturing.
Figuur 2 toont de diverse componenten in de melkinrichting 1 waarbij de deur 10 weggelaten is. In de behuizing 5 is hier voorzien in een onderdrukinrichting 12 voor het 15 verzorgen van een onderdruk, De onderdrukinrichting 12 is verder voorzien van een tweetal onderdrukvaten 13,13’. Om de behuizing 5 zo compact en functioneel mogelijk te maken is hier gekozen voor twee onderdrukvaten 13, 13’ die in luchtverbinding verbonden zijn middels een luchtleiding 14. Middels onderdrukleiding 15 staan de onderdrukvaten 13, 13’ in luchtverbinding met de melk-luchl scheider 8, en 20 middels onderdrukleiding 15’ met een pulsator 17 voor het afgeven van gepulste onderdruk naar de tepelbekers 3 middels pulsleidingen 18. Op zichzelf is de pulsator 17 in de melktechniek bekend voor de vakman, en te verbinden met, op zich alom bekende tepelbekers.
In de behuizing 5 is hier verder voorzien in een melkklauwinhaalinrichting 19.
25 Deze melkklauwinhaalinrichting 19 heeft hier een cilinder met een cilinderstang die verbonden is met een eerste rol en een bevestigingsoog voor een kabel (niet weergegeven) die bij een ander uiteinde verbonden is met de melkklauw 2. Verder is de melkinrichting 1 voorzien van een tweede, vast ten opzichte van de eerste rol. De kabel loopt dan van het oog over de eerste rol 20’, de tweede rol 20, en vervolgens naar de 30 melkklauw 2. Door het verplaatsen van de eerste rol 20’ zal de kabel ten opzichte van de melkklauw 2 driemaal verkort worden waardoor de melkklauw 2 naar de behuizing 5 gebracht wordt. Er wordt hier een eerste, in de behuizing 5 verplaatsbare eerste rol 13 20’ met vast daarbij opgesteld kabelverbindingsdeel, en een vast in de behuizing opgestelde tweede rol 20, toegepast.
In figuur 3 is de melk-lucht scheider 8 in perspectiefaanzicht weergegeven. De melk-lucht scheider, waarvoor ook zelfstandig bescherming gezocht wordt in deze 5 octrooiaanvrage, omvat een cilinder 21 voorzien van een daarin op- en neer beweegbaar zuigerlichaam 22. Middels een stang 23 is zuiger lichaam 23 aandrijfbaar gekoppeld met een aandrijving 24. Bij de uiteinden is cilinder 21 aangesloten middels een onderst afsluitplaat 28 en een bovenste afsluitplaat 27. Middels de beschermstang 9 worden beide afsluitplaten op elkaar geklemd. In het bijzonder is de onderste 10 afsluitplaat 28 hier vast verbonden met de beschermstang 9. De uiteinden van de beschermstang 9 reikt met een draaduiteinde door de bovenste afsluitplaat 27 en klemt middels op het draaduiteinde geschroefde moeren 29 de buis die cilinder 21 vormt tussen de afsluitplaten 27 en 28. Natuurlijk zijn aan de vakman diverse andere mogelijkheden van klemmen duidelijk. De hier gekozen oplossing heeft als voordeel 15 dat de beschermstang een klemwerking heeft en een beschermwerking. Daarnaast is ook een esthetisch plezierig ontwerp ontstaan wat ook nog een eenvoudig en relatief goedkoop te maken is. Door nu de buis van cilinder 21 te kiezen van glas, wordt het esthetische aspect nog eens versterkt. Daarnaast is als technisch voordeel een zicht venster ontstaan voordoor de veehouder visueel de melkkwalileil en hel proces kan 20 bewaken, te meer daar in het ontwerp gekozen is om de cilinder deels uit de behuizing te laten steken. Ook wordt een esthetisch aantrekkelijk ontwerp gepresenteerd.
De beschermstang 9 heeft hier, omdat gekozen is voor een gebogen holle buis, nog een verdere gebruiksfunctie. In de holle buiscindcn zijn veren bevestigd die verbonden zijn met een overbrengdeel 25 dat gekoppeld is met drijfstang 23. Wanneer 25 zuigerlichaam 22 onder in de cilinder 21 is, zullen de veren 26 ontspannen zijn, in een uitvoeringsvorm enige mate gespannen blijven (uitgerekt). Wanneer zuigerlichaam 22 opgehaald wordt zullen de veren verder gespannen worden. Wanneer nu onder zuigerlichaam 22 melk verzameld is die verpompt moet worden, zullen de veren 26 de aandrijving ondersteunen zodat volstaan kan worden met een lichtere aandrijving 24, 30 die overigens verderop nader uitgelegd zal worden. Zuigerlichaam 22 is hierdoor voorzien van een voorspaninrichting om zuigerlichaam 22 in een bovenpositie voor te spannen voor het verschaffen van een naar de onderpositie dwingende kracht.
14
Melkleiding of melkslang 4 reikt in de cilinder 21 van de melk-lucht scheider 8 en heeft hier ongeveer halverwege een uitmonding 30. De uitmonding is hier geschuind om een nette uitstroming mogelijk te maken met zo min mogelijk schuimvorming. Daarnaast is in de straalrichting een stroom verdeler 31 voorzien. Door de keuze voor 5 een door de kiezen voor een, in de straalrichting gezien, convex gebogen deel van een bol wordt schuimvorming nog meer vermeden.
Vlak onder deze stroomverdeler 31 is een meetsensor voorzien om aanwezigheid van melk waar te nemen. De sensor is ingericht om aan te geven wanneer het melkniveau de hoogte van niveausensor 32 bereikt heeft. De positie van de 10 niveausensor 32 is gekozen om zo min mogelijk last te hebben van storingen. Vaak zal bovenin de cilinder 21 een tweede, veiligheidssensor voorzien zijn. Vaak van dezelfde soort als de niveausensor 32. Bij falen van de niveausensor 32 kan deze veiligheidssensor een signaal afgeven als de melk te hoog dreigt te komen.
In figuur 4 is een zijaanzicht van de melk-lucht scheider 8 van de voorgaande 15 figuren weergegeven. In dit aanzicht is additioneel te zien de onderdrukaansluiting 33 welke de onderdrukinrichting via de onderdrukvaten 13,13’ verbindt met de melk-lucht scheider 8 voor het verzorgen van een onderdruk in de cilinder 21.
In figuur 4 is verder een terugslagklep 34 weergegeven, die de melkafvoerleiding 11 afkan sluiten om terugstroom van melk in de melk-lucht scheider 8 te voorkomen. 20 Vooral aan het eind van een melkbeurt, wanneer de laatste melk verpompt moet worden, zal daarmee terugstroming worden voorkomen. In dit aanzicht zijn de delen binnen de cilinder 21 weggelaten voor het overzicht.
Figuur 5 toont doorsnede AA van figuur 4.1n deze figuur is duidelijk tc zien hoe de 26 als voorspanmiddel zich uitstrekken in de buizeneinden van beschermstang 9.
25 Het moge duidelijk zijn dat ook andere middelen voor voorspannen mogelijk zijn, zoals een drukcilinder of bijvoorbeeld een rubber materiaal. De gekozen oplossing is echter goedkoop, eenvoudig te maken en in te stellen, en maakt een strak en sterk ontwerp mogelijk met een esthetische uitstraling.
In de figuur is verder ook duidelijk de gekozen uitvoering van de aandrijving 24 30 zichtbaar gemaakt. Daarbij is een elektromotor (hiernaartoe wijst verwijzingcijfer 24) voorzien van een excenter 35. Gekozen is voor een arm met aan een uiteinde een wieltje of lager 36 dat contact maakt met overbrengdeel25. Deze uitvoeringsvorm van aandrijving 24 is goedkoop, eenvoudig en weinig storingsgevoelig. Bovendien blijkt 15 hierdoor de druk precies de juiste op- en afbouw te krijgen waardoor schokken in de melkafvoerleiding 11 worden voorkomen, De cilinder met zuigerlichaam maakt het mogelijk om tegelijk de hoeveelheid melk te meten. Hierdoor is het mogelijk om de melk-lucht scheider een verdere functie te geven. In de gekozen oplossing is het zelfs 5 mogelijk om slechts de slagen van de elektromotor te tellen om de totale hoeveelheid afgegeven melk te meten. Zoals eerder beschreven is door de voorspanning van de zuiger in zijn bovenste positie naar beneden naar zijn onderste positie toe een relatief lichte elektromotor mogelijk. Alternatief kan, in plaats van een elektromotor, bijvoorbeeld gekozen worden voor een middels perslucht aangedreven motor.
10 In figuur 5 is verder de opbouw van zuigerlichaam 22 duidelijk weergegeven,
Zuigerlichaam 22 omvat hier een eerste zuigerlichaamdeel 37 dat hier voorzien is van een afdichtingsring 38 voor een goede afdichting tegen de cilinder binnenwand. Zuigerlichaam 22 omvat verder een tweede zuigerlichaamdeel 37. Dit tweede zuigerlichaamdeel 37 is gekoppeld met aandrijving 24, hier vast verbonden met 15 aandrijfstang 23. Tweede zuigerlichaamdeel 37 is hier op- en neer beweegbaar ten opzichte van het eerste zuigerlichaamdeel 37. Verder is zuigerlichaam 37 voorzien van houddelen 40 om het tweede zuigerlichaamdeel 37 op afstand van het eerste zuigerlichaamdeel 38 tegen te houden. Hierdoor ontstaat bij een omhooggaande verplaatsing van zuigerlichaam 22 een doorstroomopening voor vloeistof. De eerste en 20 tweede zuigerlichaamdelen zijn verder onderling vormgegeven dat ze bij het op elkaar drukken nagenoeg tot geheel vloeistofdicht tegen elkaar aanliggen. De uitvoeringsvorm die hier weergegeven is, is eenvoudig en bedrijlzeker te realiseren. Hierdoor kan een goede verpomping van verzamelde melk worden gerealiseerd, terwijl bovendien een goede melk-lucht scheiding optreed. Het is denkbaar dezelfde functionaliteit op een 25 ander wijze te bereiken, waarbij echter wel rekening moet worden gehouden met vermijden van schuimvorming in op zich makkelijk schuimende melk. Zuigerlichaam 22 omvat dan ten minste één doorgang die tijdens een opgaande verplaatsing van dat zuigerlichaam 22 een vloeistofverbinding verschaft tussen cilinderruimte boven het zuigerlichaam 22 en cilinderruimte onder het zuigerlichaam 22. De doorgang is 30 voorzien van een afsluiter die bij neergaande beweging van zuigerlichaam 22 de ten minste één doorgang van zuigerlichaam 22 vloeistofdicht afsluit. Met andere woorden, zuigerlichaam 22 omvat een terugslagklep.
16
In figuur 6 is schematisch een melkinrichting weergegeven met een regelinrichting 50. In deze geschetste uitvoering is deze regelinrichting 50 in de behuizing 5 voorzien. Hierdoor ontstaat een compacte inrichting zoals hierboven ook besproken is. In de behuizing 5 is in de geschetste uitvoeringsvorm verder voorzien in 5 een onderdrukinrichting 12, een melk-lucht scheider 8 en een aandrijving voor een melkklauw, hier van het traditionele type, middels een pulsator 17. De pulsator 17 heeft dan een drukleiding die naar een melkklauw buiten de behuizing loopt. Van de melkklauw loopt dan weer een melkleiding 4 naar de melk-lucht scheider 8 in de behuizing. Nauwkeuriger gezegd steekt een deel buiten de fysieke wanden van de 10 behuizing 5, maar vormt er wel deel van. Verder zijn een aantal sensoren voorzien in de behuizing die een status afgeven aan de regelinrichting 50. De melk-lucht scheider 8 heeft een niveausensor 32, reeds beschreven, en wordt aangedreven middels een aandrijfinrichting 24. De aandrijfinrichting ontvangt een stuursignaal van de regelinrichting 50, maar kan ook een statussignaal afgeven, dan wel een signaal 15 waarmee een positie kenbaar is, bijvoorbeeld een onderst punt van zuigerlichaam 22 dat eerder beschreven is. Verder is hier een druksensor 49 voorzien in de melkscheider 8. De druksensor 49 geeft de druk aan naar de regelinrichting 50. De regelinrichting 50 vergelijkt deze waarde met een instelwaarde en stuurt, hier middels een proportioneel ventiel of een proportionele klep 48. Daarmee wordt hier de stroom perslucht L 20 gestuurd. De onderdrukinrichting 12 kan voorzien zijn van een venturi. In deze inrichting een tweetal ejectoren waarmee een onderdruk wordt opgewekt in één of meer, eerder beschreven drukvaten. De onderdrukinrichting 12 kan overeenkomen met dc vacuümgcncrator zoals beschreven in NL2000483 van aanvrager. Hierdoor worden aanvullend op de reeds genoemde voordelen in deze beschrijving verdere voordelen 25 verkregen. Zo is de melkinrichting compact in één behuizing te bouwen, makkelijk uitbreidbaar, relatief energiezuinig. De ejectoren zijn dan aangesloten op een persluchtleiding. Hierdoor wordt lokaal onderdruk opgewekt op momenten dat het nodig is. In het bijzonder is hier met een onderdrukinrichting voor een te melken dier de druk goed te regelen. De melkinrichting volgens de uitvinding heeft hierdoor een 30 onderdrukinrichting voor een enkel te melken dier. Bovendien wordt onderdruk opgewekt op de momenten wanneer dat nodig is.
In gebmik is de werking van de melk-lucht scheider 8 als volgt. De onderdrukinrichting 12 brengt de onderdrukvaten 13, 13’ op onderdruk. De tepelbekers 17 3 worden op de uiers van bijvoorbeeld een koe aangebracht en het melken begint. Melk begint toe te stromen via melkleiding of melkslang 4. Via uitmonding 30 stroomt de melk op de stroomverdeler 31 en loopt in de cilinder 21 op een zo rustig moge lijke manier. Middels de onderdrukinrichting 12 is ondertussen in de cilinder 21 op 5 onderdruk gebracht en wordt deze op onderdruk gehouden. Zuigerlichaam is op zijn onderste positie, waarin in een uitvoeringsvorm de onderzijde van zuigerlichaam 22 nagenoeg aanligt tegen het binnenoppervlak van afsluitplaat 28. Boven zuigerlichaam 22 begint zich een melklaag te vormen. Zuigerlichaam 22 wordt naar boven verplaatst. Hierdoor treed een volumevergroting op van de ruimte onder zuigerlichaam 22. Deze 10 volumevergroting per tijdseenheid is bij voorkeur kleiner dan wel maximaal gelijk aan het volume van de toestromende melk. Immers, de kans dat dan onder zuigerlichaam 22 een luchtruimte ontstaat is dan zo klein mogelijk. Daarnaast is in een uitvoeringsvorm de doorstroomweerstand door zuigerlichaam 22 kleiner dan toestroomweerstand van de melk in de cilinder. Hierdoor is tijdens de opgaande verplaatsing het zuigerlichaam 22 15 in de melklaag die ontstaat. Tijdens de opgaande beweging van zuigerlichaam 22 stroomt de melk door de doorgang in zuigerlichaam 22 en vult de volumetoename onder zuigerlichaam 22. Wanneer het melkniveau in de cilinder 21 de niveausensor 32 bereikt kan de persslag van zuigerlichaam 22 beginnen. In een uitvoeringsvorm is de niveausensor 32 boven het bovenste punt van zuigerlichaam 22. De eenvoudigste 20 regeling daarin is dat zolang het melkniveau nog niet de niveausensor 32 bereikt heeft en zuigerlichaam in zijn bovenste positie is, de aandrijving 24 gestopt wordt. De aandrijving 24 wordt geactiveerd wanneer het melkniveau de niveausensor 32 bereikt. Hierdoor ontstaat een eenvoudige sturing, terwijl weinig tot geen lucht wordt meegepompt. De loopsnelheid van de aandrijving 24 is daarbij ingesteld op de 25 maximale melktoevoer, maar zal mogelijk instelbaar zijn voor een individueel te melken dier indien daartoe behoefte ontstaat.
Vanaf het bovenste punt van zuigerlichaam 22 zal, in de geschetste uitvoeringsvorm, arm 35 vertikaal staan met wiel 36 boven de as van elektromotor 24. Bij verder doorlopen van de elektromotor gaat zuigerlichaam 22 in een neerwaartse 30 beweging. Bij de neergaande beweging van zuigerlichaam 22 wordt de melk via melkafVoerleiding 11 uit de cilinder 21 geperst en meestal naar een voorraadtank. Bij de neerwaartse beweging drukt in de geschetste uitvoeringsvorm van figuren 3-5 de drijfstang 23 het tweede zuigerlichaamdeel op het eerste zuigerlichaamdeel waardoor 18 zuigerlichaam 22 vloeistofdicht wordt en de vloeistof onder druk kan wegpersen. Door de onderlinge vormgeving nauwelijks tot geen holtes met lucht onder zuigerlichaam 22.
In de onderste stand gekomen zal in een uitvoeringsvorm zuigerlichaam 22 nagenoeg aanliggen tegen onderste afsluitplaat 28. Arm 35 is dan in een verticale stand 5 met wiel 36 onder de aandrijfas van de elektromotor.
Uit het vaste slagvolume dat in deze uitvoeringsvorm ontstaat is het totale volume melk te berekenen.
Wanneer de melktoevoer stopt dan wel afneemt tot onder een bepaald, vaak vooringesteld niveau, zal de volgende situatie optreden. Er treed dan een 10 eindprogramma in werking. Zuigerlichaam 22 zal zich een zekere wachttijd in zijn bovenste positie bevinden zonder dat en een signaal van de niveausensor 32 gegeven wordt. Dan treed een eindprogramma in werking. Daarbij wordt middels de lucht onder zuigerlichaam 22, het laatste restje melk in de cilinder 21 alsmede een rest melk in melkafvoerleiding 11 voorbij het terugslagventiel of terugslagklep 34 gepompt.
15 Doordat de behoefte aan onderdruk in de cilinder afneemt zal ook de onderdrukinrichting op een lagere snelheid dan wel uitgeschakeld worden.
Hieronder zijn nogmaals de voordelen opgenoemd die verkregen kunnen worden met alle dan wel delen van de hier beschreven kenmerken dan wel uitvoeringsvormen van de uitvinding.
20 1. Diervriendelijk; Vacuüm en pulsatie individueel melkstroom gestuurd: • Lagere speenpunt belasting • Betere melkafvoer door hoger vacuüm in volle melkstroom • Betere stimulatie van koe door actiever melken tijdens hoge melkstroom • Melk iets opvoeren (beter openen van tepelvoering) 25 · Kortere melktijd 2. Hygiënisch • Geen beïnvloeding van koeien onderling • Kiemgetal lager, door compactere installatie • Celgetal beter, door koevriendelijker melken 30 · Minder diergeneesmiddelen, minder residu in de melk • Beter reinigbaar 3. Milieu • Minder (warm)waterverbruik 19 • Minder reinigingmiddel • Minder energie verbruik (Alleen energie verbruik tijdens melken) 4. Techniek • Melk/lucht scheider 5 * Melkpomp • Melkmeting • Afname • Vacuümgenerator (Elektronisch geregelde ejectoren) • Buffer 10 · PLC, display en communicatie • Zichtbaar melkproces.
• Kwaliteitscontrole en kalibreren af fabriek • Passend in AMS (automatisch melk systeem) en traditioneel • Plug - and - play melkinrichting 15 5. Wat er NIET meer absoluut nodig is: • Vacuümpomp • Centraal vacuümsysteem • Losse afname cilinder • Laagliggende melkleiding.
20 · Centrale melk/lucht afscheider • Centrale melkpomp • Melkmeter in melkslang
Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om dc werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de 25 reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (32)

1. Melk-lucht schelder omvattende een cilinder voorzien van een uitlaat voor melk bij een uiteinde van de cilinder, een inlaat voor melk op afstand van de uitlaat, een doorgang bij een boveneind van de cilinder welke verbindbaar is met een onderdrukinrichting voor het opwekken van een onderdruk in de cilinder, en een in de cilinder op- en neer verplaatsbaar zuigerlichaam dat aandrijfbaar gekoppeld is met een 10 aandrijfmrichting voor het op- en neer verplaatsen van het zuigerlichaam in de cilinder van een onderste positie naar een bovenste positie, waarbij het zuigerlichaam ten minste één vloeistofdoorgang omvat voorzien van een blokkering die de vloeistofdoorgang bij het van de bovenste positie naar de onderste positie verplaatsen van het zuigerlichaam om melk uit de cilinder te persen.
2. Melk-lucht scheider volgens conclusie 1, waarbij het zuigerlichaam ten minste twee zuigerlichaamdelen omvat, die op afstand van elkaar tussen zich een vloeistofdoorgang hebben, en op elkaar gedrukt de vloeistofdoorgang vloeistofdicht afsluiten.
3. Melk-lucht scheider volgens conclusie 2, waarbij een eerste van de 20 zuigerlichaamdelen gekoppeld is met de aandrijfmrichting, om bij een van de bovenste positie naar de onderste positie verplaatsen van het zuigerlichaam de zuigerlichaamdelen vloeistofdicht op elkaar te drukken.
4. Melk-lucht scheider volgend conclusie 3, verder omvattende een tweede zuigerlichaamdeel, dat in hoofdzaak vloeistofdicht aanligt tegen de cilinderwand.
5. Melk-lucht scheider volgens conclusie 4, waarbij het tweede zuigerlichaamdeel in hoofdzaak ringvormig is met een centrale opening.
6. Melk-lucht scheider volgens conclusie 5, waarbij het eerste zuigerlichaamdeel een grotere dwarsdoorsnede heeft dan de centrale opening, in het bijzonder vormt het eerste zuigerlichaamdeel, wanneer op het tweede zuigerlichaamdeel gebracht, daarmee 30 gezamenlijk een in hoofdzaak vloeistofdicht zuigerlichaam.
7. Melk-lucht scheider volgens conclusies 2-6, waarbij één zuigerlichaamdeel houddelen omvat om een ander zuigerlichaamdeel op afstand tegen te houden, zodanig dat de zuigerlichaamdelen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn tussen een positie op elkaar naar een positie op afstand van elkaar, in het bijzonder verplaatsbaar in de richting van de onderste positie van het zuigerlichaam naar de bovenste positie van het zuigerlichaam of vice versa.
8. Melk-lucht scheider volgens conclusie 7, waarbij op afstand van elkaar de 5 zuigerlichaamdelen een vloeistofdoorgang tussen zich hebben.
9. Melk-lucht scheider volgens conclusie 7 of 8, waarbij de houddelen zich op de zijde van het zuigerlichaam tegenover de onderste positie bevinden, en een zuigerlichaamdeel zich ten opzichte van een ander zuigerlichaamdeel in de richting van de bovenste positie van het zuigerlichaam kan verplaatsen.
10. Melk-lucht scheider volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de cilinder een afsluitdeel omvat bij de onderste positie van het zuigerlichaam, waarbij de binnenvorm van het afsluitdeel en het naar dat afsluitdeel toegekeerde deel van het zuigerlichaam in hoofdzaak aan elkaar aangepast zijn.
11. Melk-lucht scheider volgens conclusie 10, waarbij de uitlaat in onderste deel 15 van het afsluitdeel voorzien is.
12. Melk-lucht scheider volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een niveausensor voor het vaststellen van aanwezigheid van een vloeistof, in het bijzonder van melk, in de cilinder, in het bijzonder in de cilinderwand.
13. Melk-lucht scheider volgens conclusie 12, waarbij de niveausensor 20 opgesteld is tussen de inlaat en de bovenste positie van het zuigerlichaam.
14. Melk-lucht scheider volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de inlaat voorzien is boven de bovenste positie van het zuigerlichaam.
15. Melk-lucht scheider volgens conclusie 14, verder omvattende een stroomingsverdeler tussen de inlaat en de bovenste positie, in het bijzonder omvat de 25 stromingsverdeler een gezien vanuit de inlaat convex stromingslichaam
16. Melk-lucht scheider volgens conclusie 15 en voorzien van de niveausensor, waarbij de niveausensor voorzien is tussen de stromingsverdeler en de bovenste positie.
17. Melk-lucht scheider volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfïnrichting een elektromotor met excenter omvat, in het bijzonder is het excenter 30 gekoppeld met het zuigerlichaam om per omwenteling een slag van zuigerlichaam tussen de onderste en bovenste positie op te wekken.
18. Melkinrichting omvattende de melk-lucht scheider volgens één der voorgaande conclusies, en een besturingsinrichting die operationeel verbonden is met de melk-lucht scheider, in het bijzonder met de aandrijfinrichting voor het geven van besturingssignalen aan de aandrijfinrichting, meer in het bijzonder is de besturingsinrichting operationeel verbonden met de niveausensor van de melk-lucht scheider indien die aanwezig is, meer in het bijzonder is de besturingsinrichting 5 ingericht voor het afgeven van één of meer besturingssignalen aan de aandrijfinrichting op basis van een signaal van de niveausensor.
19. Melkinrichting volgens conclusie 18, verder omvattende een onderdrukinrichting voor het opwekken van onderdruk, waarbij de onderdrukinrichting operationeel verbonden is met de melk-lucht scheider voor het in werking op onderdruk 10 brengen van de cilinder.
20. Melkinrichting volgens conclusie 19, waarbij de besturingsinrichting operationeel verbonden is met de onderdrukinrichting voor het regelen van de onderdruk, in het bijzonder is de melk-lucht scheider voorzien van een druksensor, in het bijzonder in de cilinder dan wel in een onderdrukverbinding daarvan, welke 15 operationeel verbonden is met de besturingsinrichting voor het sturen van de onderdrukinrichting op basis van één of meer signalen van de druksensor.
21. Melkinrichting volgens één der conclusies 18-20, waarbij de onderdrukinrichting ten minste één ejector dan wel ten minste één venturi omvat welke verbindbaar is met een perslucht of overdrukleiding, voor het verschaffen van een 20 onderdruk aan de melkinrichting, waarbij de onderdrukinrichting verder een regelbaar ventiel omvat in de overdruk- of persleiding, waarbij in het bijzonder het regelbare dan wel een proportioneel ventiel operationeel verbonden is met de besturingsinrichting voor het besturen van de onderdruk, in bijzonder op basis van ccn signaal van ccn druksensor, zoals een druksensor in de melk-lucht scheider.
22. Melkinrichting volgens één der conclusies 18-21, verder omvattende een melkklauw voorzien van een melkleiding welke in vlocistofverbinding verbonden is met de inlaat van de melk-lucht scheider, en een leiding welke operationeel verbonden is met de onderdrukinrichting.
23. Melkinrichting volgens één der conclusies 18-22, verder omvattende een 30 behuizing voorzien van de melk-lucht scheider, de onderdrukinrichting en de besturingsinrichting, in het bijzonder verder omvattende een drukpulsator welke verbonden is met de onderdrukinrichting en welke verbindbaar is met een melkklauw, in een uitvoeringsvorm strekt de cilinder van de melk-lucht scheider zich ten minste ten dele uit buiten de behuizing.
24. Melkinrichting volgens één der conclusies 18-23, waarbij de besturingsinrichting operationeel verbindbaar is met een melkcomputer voor het 5 regelen van het melken van een veestapel.
25. Melkinrichting volgens één der conclusies 18-24, waarbij de besturingsinrichting een regelinrichting is voor het regelen van de werking van elk van de daarmee verbonden inrichtingen, in het bijzonder op basis van signalen van één of meer sensoren die een signaal afgeven betreffende de werking van de bijbehorende 10 inrichting.
26. Melksamenstel omvattende een aantal melkinrichtingen één der conclusies 18-25 omvattende een melkcomputer voor het regelen van het melken van een veestapel, welke melkcomputer operationeel verbonden is met elk van de melkinrichtingen, en waarbij in het bijzonder de melkinrichtingen verbonden zijn met 15 een gemeenschappelijke melkopslag.
27. Melksamenstel volgens conclusie 26, waarbij de melkcomputer verder operationeel verbonden is met een voerdoseerinrichting voor het doseren van voer aan de veestapel, in het bijzonder aan individuele dieren, in het bijzonder tijdens het melken middels een melkinrichting.
28. Melksamenstel volgens conclusie 26 of 27, waarbij de koppeling voor gegevensuitwisseling van de melkinrichtingen met de computer draadloos is, zoals middels wifi, bluetooth, zigby of dergelijke electromagnetische operationele koppelingen.
29. Melkinrichting omvattende een behuizing voorzien van een melk-lucht 25 scheider en een aansluiting voor een melkklauw welke in de behuizing middels een flexibele vloeistofleiding in vloeistofverbinding verbonden is met de melk-lucht scheider en in de behuizing middels een flexibele luchtleiding verbonden is met een onderdrukinrichting in de behuizing, waarbij de behuizing verder voorzien is van een ophaalinrichting voor naar de behuizing ophalen van de melkklauw.
30. Melk-lucht scheider omvattende een cilinder voorzien van een uitlaat voor melk bij een uiteinde van de cilinder, een inlaat voor melk op afstand van de uitlaat, een doorgang bij een boveneind van de cilinder welke verbindbaar is met een onderdrukinrichting voor het opwekken van een onderdruk in de cilinder, en een in de cilinder op- en neer verplaatsbaar zuigerlichaam dat aandrijfbaar gekoppeld is met een aandrijfmrichting voor het op- en neer verplaatsen van het zuigerlichaam in de cilinder van een onderste positie naar een bovenste positie, waarbij het zuigerlichaam ten minste één vloeistofdoorgang omvat voorzien van een blokkering die bedienbaar 5 verbonden is met de aandrijfinrichting.
31. Melk-lucht scheider volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een voorspandeel voor het verschaffen van een voorspanning op het zuigerlichaam met een kracht in de richting van de onderste positie, in een uitvoeringsvorm een nagenoeg constante kracht bij de verplaatsing van het 10 zuigerlichaam van de bovenste positie tot de onderste positie, in een uitvoering omvat het voorspandeel ten minste één spiraalveer, in een uitvoeringsvorm opgesteld in hoofdzaak parallel aan de as van de cilinder.
32. Melk-lucht scheider volgens conclusie 31, waarbij het voorspandeel een gebogen buis omvat met twee einden in hoofdzaak parallel aan langs de cilinder met de 15 uiteinden bij het boveneind van de cilinder, in een uitvoeringsvorm strekken één of meer spiraalveren voor het voorspannen zich in de buiseinden uit. -o-o-o-o-o-o-
NL2002513A 2009-02-10 2009-02-10 Melkinrichting en melk-lucht scheider voor een melkinrichting. NL2002513C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002513A NL2002513C2 (nl) 2009-02-10 2009-02-10 Melkinrichting en melk-lucht scheider voor een melkinrichting.
EP10704607A EP2396631A2 (en) 2009-02-10 2010-02-10 Milking device and milk/air separator for a milking device
PCT/NL2010/050062 WO2010093239A2 (en) 2009-02-10 2010-02-10 Milking device and milk/air separator for a milking device
CA2752064A CA2752064A1 (en) 2009-02-10 2010-02-10 Milking device and milk/air separator for a milking device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002513A NL2002513C2 (nl) 2009-02-10 2009-02-10 Melkinrichting en melk-lucht scheider voor een melkinrichting.
NL2002513 2009-02-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002513C2 true NL2002513C2 (nl) 2010-08-11

Family

ID=41066368

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002513A NL2002513C2 (nl) 2009-02-10 2009-02-10 Melkinrichting en melk-lucht scheider voor een melkinrichting.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2396631A2 (nl)
CA (1) CA2752064A1 (nl)
NL (1) NL2002513C2 (nl)
WO (1) WO2010093239A2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2017994B1 (nl) * 2016-12-14 2018-06-26 Lely Patent Nv Melksysteem
NL2019574B1 (nl) * 2017-09-19 2019-03-28 Lely Patent Nv Melkrobotsysteem met verbeterde speendetector

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1993022902A1 (en) * 1992-05-08 1993-11-25 Pellonpaja Oy Apparatus for separating milk and air from each other at an early stage in a pipe milking machine
WO2008097093A1 (en) * 2007-02-09 2008-08-14 Hanskamp Agrotech Vof Milking device for the milking of milking animals

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1993022902A1 (en) * 1992-05-08 1993-11-25 Pellonpaja Oy Apparatus for separating milk and air from each other at an early stage in a pipe milking machine
WO2008097093A1 (en) * 2007-02-09 2008-08-14 Hanskamp Agrotech Vof Milking device for the milking of milking animals

Also Published As

Publication number Publication date
WO2010093239A3 (en) 2010-10-07
EP2396631A2 (en) 2011-12-21
CA2752064A1 (en) 2010-08-19
WO2010093239A2 (en) 2010-08-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194424C (nl) Melkinstallatie.
US6016769A (en) Method and apparatus for providing domestic animals with liquid food
NL2012793B1 (nl) Melksysteem.
US6823817B2 (en) Method of and a device for automatically milking a dairy animal
NL2012789B1 (nl) Melkinrichting.
NL8901339A (nl) Afvoersysteem voor melk en een automatisch melksysteem voorzien van een dergelijk afvoersysteem.
NL1009052C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL2000483C2 (nl) Melkinrichting voor het melken van melkdieren.
NL9300143A (nl) Melkinrichting.
NL9200582A (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL2002513C2 (nl) Melkinrichting en melk-lucht scheider voor een melkinrichting.
EP1668980B1 (en) Method of milking an animal and device for this purpose
CN116997250A (zh) 奶采样装置和具有该奶采样装置的挤奶***
US20090064936A1 (en) Method and arrangement for controlling the milking by a milking machine
NL9500347A (nl) Constructie met een inrichting voor het melken van dieren en werkwijze voor het reinigen van melkbekers.
NZ585455A (en) Method for controlling milking by a milking machine by pulsing a teat cup vacuum periodically
NL1015525C2 (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
DK2809149T3 (en) Dairy system
RU132311U1 (ru) Счетчик молока
IES20070317A2 (en) A method and apparatus for minimising power requirement of a vacuum system of a vacuum operated milking system
FI94310C (fi) Järjestely maidon ja ilman erottamiseksi aikaisessa vaiheessa toisistaan putkilypsykoneessa
EP1905297A2 (en) Method and implement for milking a dairy animal
NL9400823A (nl) Constructie met een inrichting voor het melken van dieren, en werkwijze voor het automatisch melken van dieren.
NL2022191B1 (nl) Melkmeter met kick-off detectie
NL9101736A (nl) Apparaat voor het afgeven van bepaald volume vloeistof.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180301