NL2001524C2 - Afsluitinrichting voor een houder voor vloeistoffen, en een actuatorelement daarvoor. - Google Patents

Afsluitinrichting voor een houder voor vloeistoffen, en een actuatorelement daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL2001524C2
NL2001524C2 NL2001524A NL2001524A NL2001524C2 NL 2001524 C2 NL2001524 C2 NL 2001524C2 NL 2001524 A NL2001524 A NL 2001524A NL 2001524 A NL2001524 A NL 2001524A NL 2001524 C2 NL2001524 C2 NL 2001524C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
actuator element
valve
closing device
opening
closing
Prior art date
Application number
NL2001524A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Essebaggers
Original Assignee
Enpros Internat B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Enpros Internat B V filed Critical Enpros Internat B V
Priority to NL2001524A priority Critical patent/NL2001524C2/nl
Priority to PCT/NL2009/050226 priority patent/WO2009131457A1/en
Priority to US12/989,624 priority patent/US20110210149A1/en
Priority to EP09734205A priority patent/EP2271560B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001524C2 publication Critical patent/NL2001524C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D47/00Closures with filling and discharging, or with discharging, devices
    • B65D47/04Closures with discharging devices other than pumps
    • B65D47/20Closures with discharging devices other than pumps comprising hand-operated members for controlling discharge
    • B65D47/24Closures with discharging devices other than pumps comprising hand-operated members for controlling discharge with poppet valves or lift valves, i.e. valves opening or closing a passageway by a relative motion substantially perpendicular to the plane of the seat
    • B65D47/248Closures with discharging devices other than pumps comprising hand-operated members for controlling discharge with poppet valves or lift valves, i.e. valves opening or closing a passageway by a relative motion substantially perpendicular to the plane of the seat the valve being opened or closed by imparting a motion to the valve stem

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fluid-Driven Valves (AREA)

Description

Afsluitinrichting voor een houder voor vloeistoffen, en een actuatorelement daarvoor De uitvinding heeft betrekking op een afsluitinrichting voor een houder voor vloeistoffen, waarbij de afsluitinrichting op een opening van de houder voor vloeistoffen bevestigbaar is.
5 De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een actuatorelement voor toepassing in een afsluitinrichting van bovengenoemde soort.
Een afsluitinrichting en actuatorelement van bovengenoemde soort is bekend uit EP 1.286.900. De bekende inrichting betreft een drinktuit voor plaatsing op bijvoorbeeld een fles of een bidon, waarbij de fles of bidon gevuld kan worden met 10 vloeistof zoals bijvoorbeeld (fris)dranken. De bekende afsluitinrichting is voorzien van een op de opening van de fles of bidon geplaatste flens met een doorstroomopening en een klep. Een veer zorgt ervoor dat de klep in een gesloten positie blijft. Op deze wijze kan een in de houder aanwezige drank niet naar buiten stromen. Ook zorgt de bekende inrichting er voor dat koolzuur dat in frisdrank aanwezig is niet verloren gaat. De 15 afsluitinrichting is voorzien van een klepmechanisme voor het openen van de klep. Het klepmechanisme omvat twee kamers welke gescheiden zijn van elkaar door een flexibel membraan. Het flexibel membraan staat in verbinding met een klepsteel. Bij aanzuiging aan de tuit zal de druk in een van de kamers afnemen. De in de andere kamer aanwezige luchtdruk zorgt ervoor dat het flexibel membraan zal bewegen, 20 zodanig dat de klepsteel de klep in een geopende positie brengt. Hiermee kan een gebruiker de in de houder aanwezige drank nuttigen.
Doordat het klepmechanisme relatief onbetrouwbaar is, kan de afsluitinrichting soms niet meer werkzaam zijn. De veer kan de klep bijvoorbeeld te stevig op de doorstroomopening drukken. Ook is het mogelijk dat het membraan lekkages vertoont, 25 waardoor er geen onderdruk meer gecreëerd kan worden en het klepmechanisme de klep niet meer opent. Hierdoor kan het voorkomen dat bij aanzuiging aan de tuit er geen vloeistof uit de houder gezogen kan worden.
Het is derhalve een doel van de uitvinding om tenminste een van de voomoemde nadelen van de bekende inrichting op te lossen.
30 Daartoe voorziet de uitvinding in een afsluitinrichting van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de afsluitinrichting een kapdeel met een uitstroomopening omvat. Tussen de houder en de uitstroomopening is een open verbinding gevormd. Zo is het mogelijk om via de uitstroomopening vloeistof vanuit de houder te laten stromen.
2
Stroomopwaarts van de uitstroomopening is een op de opening van de houder voor vloeistoffen bevestigbaar klephouderdeel met een doorstroomopening voorzien. De afsluitinrichting is nabij de doorstroomopening voorzien van een beweegbare klep voor het afwisselend openen en sluiten van de doorstroomopening. Op deze wijze wordt een 5 afsluitinrichting verkregen die naar wens geopend en gesloten kan worden. Bij voorkeur is de klep stroomopwaarts van de doorstroomopening geplaatst. Zo zorgt een druk in de houder er voor dat de klep in een gesloten positie gehouden wordt. De afsluitinrichting is bij voorkeur voorzien van een voorspanmiddel voor het in een gesloten positie houden van de klep. Op deze wijze wordt een goede afsluiting 10 verkregen, ongeacht de stand waarin de houder zich bevindt. De afsluitinrichting is voorzien van een actuatorelement, welke is ingericht om de klep in een geopende positie te brengen. Het actuatorelement omvat bij voorkeur een membraan. Bij voorkeur wordt tussen het kapdeel en het actuatorelement een eerste kamer gevormd.
De eerste kamer staat bij voorkeur in open verbinding met de luchtdruk. Bij voorkeur is 15 tussen het actuatorelement, het klephouderdeel en de uitstroomopening een tweede kamer gevormd. Het actuatorelement is bij voorkeur door een onderdruk in de tweede kamer stroomopwaarts beweegbaar voor het in een geopende positie brengen van de klep.
De uitstroomopening is bij voorkeur voorzien van een buisdeel, welke zich in een 20 stroomopwaartse richting naar een binnenzijde van het kapdeel toe uitstrekt. Het buisdeel kan parallel aan een cilindrische vorm van het klepdeel geplaatst zijn. Het naar binnen lopende buisdeel zorgt ervoor dat het de binnenzijde van het kapdeel minder makkelijk van buitenaf bereikbaar is. Zo kan bijvoorbeeld het actuatorelement of de klep minder snel beschadigd raken, hetgeen de betrouwbaarheid van de afsluitinrichting 25 vergroot.
Het actuatorelement is bij voorkeur voorzien van een buiselement, welke zich in een stroomafwaartse richting uitstrekt. Op een binnenmantel van het buiselement kunnen tenminste twee, op axiale afstand van elkaar geplaatste afsluitoppervlakken voorzien zijn. De afsluitoppervlakken kunnen bevestigbaar zijn op een buitenmantel 30 van het buisdeel voor het bevestigen van het actuatorelement aan het kapdeel. De afsluitoppervlakken waarborgen de luchtdichtheid van het membraan, en zorgen voor een afdichting tussen de eerste en de tweede kamers. Toepassing van twee, op axiale afstand van elkaar geplaatste afsluitoppervlakken zorgt voor een extra barrière voor 3 lucht om van de ene naar de andere kamer te bewegen. Een dergelijke uitvoeringsvorm vergroot de betrouwbaarheid van de afsluitinrichting. Doordat het buiselement op een buitenzijde van het buisdeel bevestigbaar is, is tevens het actuatorelement, en dan met name het membraan, minder makkelijk toegankelijk via de uitstroomopening. Het 5 membraan zal hierdoor minder snel beschadigd raken, waardoor de werking van de afsluitinrichting, en met name van het actuatorelement voor het aansturen van de klep gewaarborgd blijft. Dit vergroot de betrouwbaarheid van de afsluitinrichting. Ook zorgt een dergelijke uitvoeringsvorm ervoor dat het actuatorelement eenvoudig bevestigd kan worden op het klepdeel, doordat het buiselement relatief eenvoudig op het buisdeel 10 geschoven kan worden.
De afsluitoppervlakken kunnen schuifbaar bevestigbaar zijn op het buisdeel. Doordat de afsluitoppervlakken kunnen schuiven over een buitenmantel van het buisdeel, verkrijgt het actuatorelement meer bewegingsvrijheid om de klep naar een geopende positie te bewegen.
15 Het is mogelijk dat het afsluitoppervlak een op een binnenmantel van het buiselement aangebrachte verdikking omvat. De verdikking kan zich concentrisch in het buiselement uitstrekken. De verdikkingen kunnen hierbij een afgeronde top bezitten. De verdikkingen kunnen op het buisdeel van het kapdeel aanliggen, waarbij het buiselement hoofdzakelijk op afstand van het buisdeel gelegen is. Op deze wijze 20 zorgen de afsluitoppervlakken voor een goede afsluiting tussen de eerste en de tweede kamer. De afsluitoppervlakken leveren daarnaast relatief weinig wrijvingsweerstand op bij het bewegen of schuiven van de afsluitoppervlakken over het buisdeel. Hierdoor is het actuatorelement makkelijk op en neer te bewegen, waardoor de betrouwbaarheid van de functionaliteit van de afsluitinrichting relatief groot is.
25 Het voorspanmiddel kan een veer omvatten. Een veer is relatief goedkoop. Een veer heeft echter als nadeel dat de veerkarakteristieken daarvan kunnen veranderen na verloop van tijd. Dit kan gebeuren door bijvoorbeeld blootstelling aan warmte, of doordat de veer belast wordt in een vervormbaar gebied. De veer kan dan de klep niet meer voldoende sluiten, hetgeen lekken tot gevolg kan hebben.
30 In een voordelige uitvoeringsvorm is het actuatorelement tevens het voorspanmiddel. Het actuatorelement kan relatief stijf uitgevoerd zijn. Het actuatorelement kan tevens zodanig vormgegeven zijn dat deze voldoende kracht uitoefent om de klep op de doorstroomopening van het klephouderdeel te drukken. In 4 deze uitvoeringsvorm zijn er relatief weinig onderdelen nodig, hetgeen de afsluitinrichting relatief goedkoop maakt. Ook zijn in deze uitvoeringsvorm de veerkarakteristieken relatief lang gewaarborgd. Dit vergroot de betrouwbaarheid en de levensduur van de inrichting.
5 Het voorspanmiddel kan een nabij een buitenste rand van het membraan gevormde ribbel omvatten. De ribbel zorgt voor veerkracht van het membraan. De veerkracht zorgt ervoor dat het membraan in een onvervormde toestand wil terug bewegen, wanneer het membraan vervormd wordt. Hierdoor zal de klep relatief eenvoudig in een gesloten positie gehouden worden, wanneer er geen onderdruk is in 10 de tweede kamer. De ribbel kan zich concentrisch over het membraan uitstrekken. Dit vergroot de veerkracht van het membraan. Het is mogelijk dat een top van de ribbel zich in de richting van de eerste drukkamer uitstrekt. Ook deze uitvoeringsvorm vergroot de veerkracht van het membraan.
Het voorspanmiddel kan tenminste één zich in radiale richting uitstrekkende 15 verdikking van het membraan omvatten. De verdikking kan op een bovenzijde van het membraan voorzien zijn. De verdikking kan vanaf een buitenzijde van het membraan naar het buiselement lopen. De verdikking kan hierbij prisma-vormig zijn, waarbij de basis van de prisma nabij het buiselement voorzien is, en waarbij een top van de prisma nabij de buitenste rand van het membraan voorzien is. Bij beweging van het membraan 20 in een axiale richting, zullen de radiaal geplaatste verdikkingen vervormen. Dit zal leiden tot spanningen in de verdikkingen, waardoor de vervorming tegengegaan wordt. De verdikkingen zorgen er derhalve voor dat het membraan van veerkracht voorzien wordt. Op deze wijze kan de klep met voldoende kracht gesloten worden.
In een uitvoeringsvorm kunnen tenminste twee verdikkingen aangebracht zijn op 25 het membraan. De twee verdikkingen kunnen tegenover elkaar, op een bovenoppervlak van het membraan voorzien zijn. De twee verdikkingen kunnen onderling op 180° van elkaar geplaatst zijn. Op deze wijze wordt een evenwichtige veerkracht op het membraan verkregen. Het is mogelijk om meer verdikkingen aan te brengen, waarbij het tevens mogelijk is om de verdikkingen op een regelmatige hoekafstand van elkaar 30 te plaatsen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om 12 verdikkingen op het membraan aan te brengen. Hierdoor zullen concentrische delen van het membraan in een vlak bewegen. Het membraan zal daardoor minder snel scheef gaan zitten in het kapdeel. Dit vergroot de betrouwbaarheid van het actuatorelement. De hoeveelheid verdikkingen, en 5 de dikte van de verdikkingen bepalen de veerkracht van het membraan, en kunnen op een voor een vakman bekende wijze bepaald worden.
In een uitvoeringsvorm is het actuatorelement integraal met de klep verbonden. Integraal verbonden in het licht van de uitvinding betekent dat het actuatorelement ten 5 alle tijde een rechtstreekse verbinding vormt met de klep. De klep kan hierbij met een relatief star verbindingselement aan het actuatorelement verbonden zijn. Wanneer het deel van het actuatorelement waaraan de klep verbonden is beweegt, zorgt deze beweging ervoor dat de klep relatief instantaan meebeweegt. Doordat het membraan in rechtstreeks contact staat met de klep, wordt een betrouwbare werking van de 10 afsluitinrichting verkregen.
In een uitvoeringsvorm bestaan het actuatorelement en de klep uit één integraal onderdeel. Deze uitvoeringsvorm zorgt ervoor dat de afsluitinrichting uit minder onderdelen kan bestaan. De klep is in deze uitvoeringsvorm gemaakt van hetzelfde materiaal als het actuatorelement. Dit zorgt ervoor dat het integrale onderdeel relatief 15 goedkoop gemaakt kan worden. Het actuatorelement en de klep kunnen gemaakt zijn van een relatief flexibele kunststof. De afmetingen van de klep zijn hierbij zodanig gekozen dat de klep voor een goede afdichting van de doorstroomopening zorgt.
Het actuatorelement kan nabij een buitenste rand voorzien zijn van haakmiddelen. De haakmiddelen kunnen ingericht zijn om samen te werken met een op 20 de afsluitinrichting voorziene rand. Op deze wijze is het mogelijk om het actuatorelement aan het kapdeel te bevestigen. Het haakmiddel kan zodanig ingericht zijn dat het actuatorelement losneembaar bevestigbaar is aan de afsluitinrichting. Dit zorgt ervoor dat het actuatorelement eenvoudig gereinigd kan worden. Een eventueel niet meer functionerend actuatorelement kan op deze wijze tevens relatief eenvoudig 25 vervangen worden.
In een uitvoeringsvorm, omvatten de haakmiddelen een nabij een buitenste rand van het membraan gevormde ribbel. De ribbel kan zich concentrisch over het actuatorelement uitstrekken. Het is mogelijk dat een top van de ribbel zich in de richting van de houder voor vloeistoffen uitstrekt. Een dergelijk uitgevoerde ribbel 30 zorgt voor een nauwe aansluiting op het klepdeel, en vergroot de betrouwbaarheid van de afsluitinrichting.
Een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal in de navolgende figuren nader worden toegelicht. Het zal voor de vakman duidelijk zijn, dat de uitvinding zich 6 niet beperkt tot deze uitvoeringsvorm, maar dat andere equivalente maatregelen mogelijk zijn, zonder van de uitvindingsgedachte af te wijken. In de figuren, toont:
Fig. 1 een aanzicht in doorsnede van een afsluitinrichting volgens de onderhavige uitvinding; 5 Fig. 2 een aanzicht in doorsnede van een klepdeel voor een afsluitinrichting;
Fig. 3 een aanzicht in doorsnede van een klephouderdeel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Fig. 4a-c een aanzicht in doorsnede, een bovenaanzicht en een zijaanzicht van een actuatorelement en een klep volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige 10 uitvinding.
Fig. 1 toont een doorsnede van een afsluitinrichting 1. De afsluitinrichting 1 is op een opening 22 van een houder 20 voor vloeistoffen 21 geplaatst. De afsluitinrichting 1 omvat een kapdeel 2. Het kapdeel kan uit één stuk gegoten kunststof bestaan. Aan het 15 kapdeel is een drinktuit 9 met een uitstroomopening 7 voorzien. Vanaf de uitstroomopening loopt een buisdeel 13 in een stroomopwaartse richting. Het buisdeel 13 strekt zich hierdoor naar een binnenzijde van het kapdeel 2 uit. Stroomopwaarts van het buisdeel 13 is een klephouderdeel 5 op de opening 22 van de houder voor vloeistoffen geplaatst. Het klephouderdeel is voorzien van een doorstroomopening 8.
20 De doorstroomopening 8 vormt een open verbinding tussen de binnenzijde van de houder 20 en de uitstroomopening 7. Stroomopwaarts van de doorstroomopening 8 is een beweegbare klep 4 geplaatst. In de getoonde figuur zorgt een voorspanmiddel 3 ervoor dat de klep 4 de doorstroomopening 8 afsluit. De afsluitinrichting 1 is verder voorzien van een actuatorelement 3 met een flexibel membraan 10. Het 25 actuatorelement is in de getoonde uitvoeringsvorm met verbindingsmiddelen 6 integraal verbonden aan de klep 4. Daardoor wordt een afsluitinrichting verkregen welke met drie onderdelen werkt. Het is echter ook mogelijk om het actuatorelement niet rechtstreeks met de klep te verbinden, om zodanig te komen tot bijvoorbeeld een 4-delig ontwerp, waarbij de klep integeraal verbonden is aan de verbindingsmiddelen, 30 waarbij het geheel verbindbaar is aan het actuatorelement. Op deze wijze kan de klep vanaf de stroomopwaartse zijde bevestigd worden op de doorstroomopening. Dit maakt het mogelijk om de klep relatief star vorm te geven. Daarnaast zijn meerdelige uitvoeringen, zoals bijvoorbeeld een 5-delig ontwerp ook denkbaar, zonder van de 7 uitvindingsgedachte af te wijken. In het 5-delige ontwerp kan de afsluitinrichting bijvoorbeeld voorzien zijn van een op zichzelf staand voorspanelement, zoals bijvoorbeeld een veer, welke onafhankelijk van het actuatorelement werkzaam is.
Het actuatorelement is in de getoonde uitvoeringsvorm aan een buitenste zijde 5 van de afsluitinrichting 1 met een ribbel 19 aan een opstaande rand 25 bevestigd. Het membraan 10 loopt nabij een centrale as over in een buiselement 14. Het buiselement 14 strekt zich in een stroomafwaartse richting uit, naar de uitstroomopening toe. Op een binnenmantel van het buiselement 14 zijn twee afsluitoppervlakken 15, 16 op axiale afstand van elkaar geplaatst. De afsluitoppervlakken 15,16 zijn in de getoonde 10 uitvoeringsvorm op een binnenmantel van het buiselement 14 aangebrachte verdikkingen 15,16, welke zich concentrisch in het buiselement 14 uitstrekken. Het buiselement 14 is over het buisdeel 13 aangebracht, waarbij de afsluitoppervlakken 15, 16 op een buitenmantel van het buisdeel 13 msten. De afsluitoppervlakken 15,16 zijn hierbij schuifbaar over het buisdeel 13 bevestigd.
15 In de afsluitinrichting 1 is tussen het kapdeel 2 en het actuatorelement 3 een eerste kamer 11 gevormd. In het klepdeel 2 zijn gaten 17 aangebracht, zodanig dat de eerste kamer in open verbinding staat met de luchtdruk. Tussen het actuatorelement 3, het klephouderdeel 5 en de uitstroomopening 7 is een tweede kamer.
De werking van de in Fig. 1 getoonde afsluitinrichting is als volgt. Het 20 actuatorelement 3 is met enige voorspanning in de afsluitinrichting aangebracht. Omdat het actuatorelement 3 in verbinding staat met de klep 4 door middel van de verbindingsmiddelen 6, wordt de klep 4 met enige kracht op de doorstroomopening 8 gedrukt. In een rustsituatie is derhalve de opening 22 van de houder 20 voor vloeistoffen 21 afgesloten.
25 Wanneer een zuigkracht aan de uitstroomopening 7 wordt opgelegd, zal de druk P2 in de tweede kamer 12 dalen. De druk P2 in de tweede kamer 12 zal hierdoor ten opzichte van de druk PI in de eerste kamer 11 lager worden. Dit zorgt ervoor dat het membraan 10 samen met het verbindingsmiddel 6 naar beneden zal bewegen. De klep 4 wordt hierdoor ook naar beneden gedrukt, waardoor de doorstroomopening 8 in een 30 geopende positie gebracht wordt. Daarmee wordt een vloeistofstroom vanaf de binnenzijde van de houder 20 in de richting van de uitstroomopening 7 mogelijk. Het is mogelijk dat de druk P3 in de houder 20 door aanzuiging aan de uitstroomopening 7 lager wordt dan de druk PI in de eerste kamer 11. Hierdoor zal de klep in een geopende 8 positie blijven, totdat de druk P2 in de tweede kamer 12 weer gelijk is aan de druk PI in de eerste kamer 11. Dan zal het actuatorelement 3 de klep 4 weer in een gesloten positie brengen. Wanneer de druk P3 in de houder 20 groter is dan de druk P2 in de tweede kamer 12, zal de klep in de richting van de tweede kamer 12 geduwd worden.
5 Hierdoor zal de klep 3 in een gesloten positie blijven, en kan de vloeistof in de houder deze niet verlaten. Wanneer de vloeistof frisdrank is, kan ook het koolzuurgas in de frisdrank de houder niet verlaten. Hierdoor blijft de drank langer goed.
Het membraan 10 van het actuatorelement 3 dient te kunnen bewegen in een stroomopwaartse richting, voor een goede werking van de klep 4. Daartoe is het 10 buiselement 14 van het actuatorelement schuifbaar beweegbaar geplaatst op het buisdeel 13 van het klepdeel 2. Echter, voor de werking van de afsluitinrichting 1 is tevens een goede afdichting tussen de eerste kamer 11 en de tweede kamer 12 van groot belang. Daarom is het noodzakelijk dat het beweegbare buiselement 15 een luchtdichte afsluiting vormt met het buisdeel 13. De twee op axiale afstand van elkaar geplaatste 15 afsluitoppervlakken 15,16 zorgen hier voor. In de getoonde uitvoeringsvorm, waarin de afsluitoppervlakken verdikkingen omvatten die concentrisch aan een binnenmantel van het buiselement 15 zijn aangebracht, zorgt het afsluitoppervlak ervoor dat de afdichting tussen de twee kamers gewaarborgd is. Daarnaast zorgt deze uitvoeringsvorm ervoor dat er relatief weinig wrijving is bij het op en neer bewegen 20 van het membraan 10. Het buiselement 14 kan hierdoor vrijelijk omlaag en omhoog bewegen bij het respectievelijk openen en sluiten van de klep 4. Hierdoor blijft het klepmechanisme van de afsluitinrichting 1 betrouwbaar, en blijft een lange werking gegarandeerd.
Fig. 2 toont een zijaanzicht in doorsnede van een kapdeel 2 volgens de in Fig. 1 25 getoonde uitvoeringsvorm. De met Fig. 1 overeenkomstige elementen van het kapdeel zijn in Fig. 2 gelijk genummerd. Het kapdeel heeft in de getoonde uitvoeringsvorm een relatief brede cilindervormige basis 42 en loopt naar boven toe smaller uit in de drinktuit 9 met uitstroomopening. Vanaf de uitstroomopening 7 strekt een buisdeel 13 zich naar binnen toe uit. Een uiteinde 46 van het buisdeel 13 loopt iets taps toe, zodanig 30 dat het buiselement 14 van het actuatorelement 3 eenvoudig op het buisdeel 13 geplaatst kan worden.
Aan de binnenzijde van de basis 42 is het kapdeel 2 voorzien van een inwendige schroefdraad 43. Aan een onderzijde van de basis 42 loopt een opening 44 taps toe.
9
Aan een bovenzijde van de schroefdraad 43 bevindt zich een zich radiaal uitstrekkende flens 40. Op radiale afstand naar binnen toe, is een zich axiaal uitstrekkende opstaande rand 25 voorzien. De opstaande rand 25, in combinatie met de flens 40, zijn zodanig geplaatst dat er een ruimte 41 gevormd is.
5 Zoals te zien is in Fig. 1, kunnen het actuatorelement 3 en het klephouderdeel 5 via de opening 44 in het kapdeel 2 geplaatst zijn. Daartoe is het buiselement 14 over het buisdeel 13 geschoven. Een ribbel 19 van het actuatorelement kan aan een buitenste zijde op de opstaande rand 25 geplaatst zijn. Het klephouderdeel 5 kan vervolgens zodanig geplaatst zijn dat de ruimte 41 grotendeels opgevuld is door zowel het 10 actuatorelement 3 als het klephouderdeel 5. De flens 40 werkt samen met het klephouderdeel 3 om deze op zijn plek te houden.
Fig. 3 toont een aanzicht in doorsnede van een klephouderdeel 5, zoals getoond in Fig. 1. Het klephouderdeel 5 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een naar boven toe gekromde bodem 55 met een omtrekswand 56. In de bodem 55 is een 15 doorstroomopening 8 voorzien. De randen 57 van de doorstroomopening 8 lopen naar boven toe taps uit. Aan een onderzijde van de doorstroomopening 8 bevindt zich een klepzitting 53. Aan een onderzijde van de bodem 55 is een opstaande rand 52 voorzien, welke zich in radiale richting uitstrekt. Aan een bovenzijde van de omtrekswand is een taps uitlopende flens 51 voorzien.
20 De kromming van de bodem 55 van het klephouderdeel 5 zorgt ervoor dat de doorstroomopening 8 relatief dichter bij het actuatorelement 3 geplaatst kan worden.
Op deze wijze kunnen de in Fig. 1 getoonde verbindingsmiddelen 6 relatief kort uitgevoerd worden.
De taps toelopende randen 57 van de doorstroomopening 8 zorgen ervoor dat de 25 klep 4 op een zelfrichtende wijze door de doorstroomopening 8 geduwd kan worden.
Dit is bijzonder voordelig bij het assembleren van de afsluitinrichting. Daarnaast zorgen de taps toelopende randen ervoor dat de vloeistofstroom eenvoudig in de tweede kamer 12 kan stromen. De doorstroomopening vormt hierbij geen belemmering.
De afmetingen van de opstaande rand 52 zijn zodanig gekozen dat het 30 klephouderdeel 5 relatief eenvoudig, en op de juiste wijze op de opening 22 van de houder 20 geplaatst worden.
10
De aan de bovenzijde van de omtrekswanden 56 voorziene flens 51 zorgt voor enige klemming van het klephouderdeel 5 op het kapdeel 2, doordat de flens achter de in Fig. 2 getoonde flens 40 valt.
Fig. 4a en 4b tonen respectievelijk een aanzicht in doorsnede en een 5 bovenaanzicht van een in Fig. 1 getoond actuatorelement 3. Het actuatorelement omvat een vulkaan vormige basis. De basis wordt voornamelijk gevormd door het flexibel membraan 10. Aan een buitenzijde van het actuatorelement is een ribbel 19 voorzien. Op radiale afstand naar binnen toe, is een veermiddel 18 voorzien, welke gevormd wordt door een naar boven toe gerichte ribbel. Aan een binnenzijde loopt het 10 membraan over in het zich naar boven toe uitstrekkende buiselement 14, waarbij het buiselement 14 voorzien is van afsluitoppervlakken 15,16. Naar beneden toe, loopt het membraan over in de verbindingsmiddelen 6,6’, om vervolgens uit te lopen in de klep 4. De verbindingsmiddelen 6,6’ zijn zodanig geplaatst dat bij het naar beneden bewegen van de klep 4, er een open verbinding gevormd wordt tussen de houder en de 15 uitstroomopening.
In de getoonde uitvoeringsvorm, zijn het actuatorelement 3, de verbindingsmiddelen 6,6’ en de klep 4 gevormd uit één onderdeel, van bijvoorbeeld een veerkrachtige kunststof. Doordat het onderdeel gemaakt is van relatief flexibel materiaal, is het eenvoudig om het onderdeel op het klepdeel 3 te plaatsen, om 20 daarnaast de klep 4 door de doorstroomopening te duwen, om de klep stroomopwaartst van de doorstroomopening te positioneren. Het flexibele materiaal is daarnaast veerkrachtig genoeg om het onderdeel in een onvervormde toestand terug te willen brengen. Dit vergroot de betrouwbaarheid en de werkzaamheid van de afsluitinrichting 1.
25 Zoals in Fig. 4b en Fig. 4c te zien is, zijn op het membraan acht, op regelmatige hoekafstand van elkaar geplaatste en radiaal lopende verdikkingen 61,6Γ,62',62 ",62 m,62 IV,62 v,62 VI geplaatst. Een verdikking is in de getoonde uitvoeringsvorm een in een punt toelopende prisma. De punt is aan een buitenzijde verbonden met het membraan 10. De basis van de prisma is verbonden met het buiselement 14. Een zijde 30 van de prisma valt samen met het membraan 10.
11
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (17)

1. Afsluitinrichting (1) voor een houder (20) voor vloeistoffen (21), waarbij de afsluitinrichting (1) op een opening (22) van de houder voor vloeistoffen bevestigbaar 5 is, waarbij de afsluitinrichting een kapdeel (2) met een uitstroomopening (7) omvat, waarbij een verbinding gevormd is tussen de houder en de uitstroomopening, waarbij de uitstroomopening voorzien is van een buisdeel (13), welke zich in een stroomopwaartse richting naar een binnenzijde van het kapdeel toe uitstrekt, waarbij stroomopwaarts van het buisdeel een op de opening van de houder voor vloeistoffen 10 bevestigbaar klephouderdeel (5) met een doorstroomopening (8) voorzien is, waarbij de afsluitinrichting voorzien is van een stroomopwaarts van de doorstroomopening geplaatste beweegbare klep (4) voor het afwisselend openen en sluiten van de doorstroomopening, waarbij de afsluitinrichting voorzien is van een voorspanmiddel (6,6’) voor het in een gesloten positie houden van de klep, waarbij de afsluitinrichting 15 een actuatorelement (3) omvat, welke is ingericht voor het in een geopende positie brengen van de klep, waarbij het actuatorelement voorzien is van een flexibel membraan (10) en van een zich daarop in stroomafwaartse richting uitstrekkend buiselement (14) met op een binnenmantel daarvan tenminste twee, op axiale afstand van elkaar geplaatste afsluitoppervlakken (15,16), waarbij de afsluitoppervlakken 20 bevestigbaar zijn op een buitenmantel van het buisdeel (13) voor het schuifbaar bevestigen van het actuatorelement, waarbij tussen het kapdeel en het actuatorelement een eerste kamer (11) is gevormd, welke in open verbinding staat met de luchtdruk, en waarbij tussen het actuatorelement, het klephouderdeel en de uitstroomopening een tweede kamer (12) is gevormd, waarbij het actuatorelement door een onderdruk in de 25 tweede kamer stroomopwaarts beweegbaar is voor het in een geopende positie brengen van de klep.
2. Afsluitinrichting volgens conclusie 1, waarbij het actuatorelement tevens het voorspanmiddel is. 30
3. Afsluitinrichting volgens conclusie 2, waarbij het voorspanmiddel een nabij een buitenste rand van het membraan gevormde ribbel (18) omvat, waarbij een top van de ribbel zich in de richting van de eerste kamer (11) uitstrekt.
4. Afsluitinrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij het voorspanmiddel tenminste een zich in radiale richting uitstrekkende verdikking (61,61’) van het membraan omvat.
5. Afsluitinrichting volgens conclusie 4, waarbij het membraan voorzien is van tenminste twee verdikkingen (61,6Γ,62Ι,62Ι1,62ΙΙΙ,62ιν,62ν,62νι) .
6. Afsluitinrichting volgens conclusie 5, waarbij de verdikkingen op regelmatige onderlinge hoekafstand van elkaar geplaatst zijn. 10
7. Afsluitinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het afsluitoppervlak een op een binnenmantel van het buiselement (14) aangebrachte verdikking (15,16) omvat, welke zich concentrisch in het buiselement uitstrekt.
8. Afsluitinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het actuatorelement (3) integraal met de klep (4) verbonden is.
9. Afsluitinrichting volgens conclusie 8, waarbij het actuatorelement en de klep uit één integraal onderdeel bestaan. 20
10. Afsluitinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het actuatorelement nabij een buitenste rand voorzien is van haakmiddelen (19), welke ingericht zijn om samen te werken met een op de afsluitinrichting voorziene rand (25), voor het losneembaar bevestigen van het actuatorelement aan de afsluitinrichting. 25
11. Actuatorelement voor een afsluitinrichting volgens conclusie 1-10, waarbij het actuatorelement een membraan (10) en een zich naar boven toe uitstrekkend buiselement (14) omvat, waarbij het buiselement aan een binnenmantel daarvan voorzien is van tenminste twee, op axiale afstand van elkaar gelegen 30 afsluitoppervlakken (15,16).
12. Actuatorelement volgens conclusie 11, waarbij het afsluitoppervlak een op een binnenmantel van het buiselement aangebrachte verdikking (15,16) omvat.
13. Actuatorelement volgens conclusie 12, waarbij de verdikking zich concentrisch in het buiselement uitstrekt.
14. Actuatorelement volgens een van de conclusies 11-13, waarbij het membraan in hoofdzaak vulkaanvormig is.
15. Actuatorelement volgens een der conclusies 11-14, waarbij het actuatorelement een klep (4) omvat. 10
16. Actuatorelement volgens conclusie 15, waarbij het membraan, het buiselement en de klep uit één integraal onderdeel gevormd zijn.
17. Actuatorelement volgens conclusie 15 of 16, waarbij het actuatorelement 15 voorzien is van verbindingsmiddelen (6,6’), welke het actuatorelement met de klep verbinden.
NL2001524A 2008-04-25 2008-04-25 Afsluitinrichting voor een houder voor vloeistoffen, en een actuatorelement daarvoor. NL2001524C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001524A NL2001524C2 (nl) 2008-04-25 2008-04-25 Afsluitinrichting voor een houder voor vloeistoffen, en een actuatorelement daarvoor.
PCT/NL2009/050226 WO2009131457A1 (en) 2008-04-25 2009-04-24 Flow control device for a container for fluids, and actuator element
US12/989,624 US20110210149A1 (en) 2008-04-25 2009-04-24 Flow Control Device For A Container For Fluids, and Actuator Element
EP09734205A EP2271560B1 (en) 2008-04-25 2009-04-24 Flow control device for a container for fluids, and actuator element

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001524A NL2001524C2 (nl) 2008-04-25 2008-04-25 Afsluitinrichting voor een houder voor vloeistoffen, en een actuatorelement daarvoor.
NL2001524 2008-04-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001524C2 true NL2001524C2 (nl) 2009-11-04

Family

ID=40810422

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001524A NL2001524C2 (nl) 2008-04-25 2008-04-25 Afsluitinrichting voor een houder voor vloeistoffen, en een actuatorelement daarvoor.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20110210149A1 (nl)
EP (1) EP2271560B1 (nl)
NL (1) NL2001524C2 (nl)
WO (1) WO2009131457A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2012176124A1 (en) 2011-06-23 2012-12-27 Jan Essebaggers A screw cap and a sport closure cap with integral seal opening means

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NO20120456A1 (no) * 2012-03-02 2013-09-03 Smartseal As Stengeanordning for en beholder
US9060592B2 (en) * 2012-11-28 2015-06-23 Specialized Bicycle Components, Inc. Water bottle with poppet valve
CN104843304B (zh) * 2015-04-01 2016-10-05 李红彪 可自动关闭的托盘式不漏嘴盖
CN106923611B (zh) * 2017-04-19 2018-04-20 杭州博达设计咨询有限公司 基于形变的360度饮水水杯
JP7080471B2 (ja) * 2018-02-22 2022-06-06 東京ライト工業株式会社 キャップ及び吐出容器

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1286900A2 (en) * 2000-06-01 2003-03-05 Jan Essebaggers Carbonated beverage container with suction spout
US20030159734A1 (en) * 2001-06-13 2003-08-28 Danby Hal C. Vacuum demand flow valve

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4583650A (en) * 1983-08-17 1986-04-22 Proprietary Technology Manually releasable drainport closure apparatus
US5240154A (en) * 1991-06-14 1993-08-31 Al Van Den Berghe Closure system for a container employing a bellows member
US6290090B1 (en) * 2000-06-01 2001-09-18 Enpros Holding B.V. Drip-less carbonated beverage container “flow control element” with suction spout
US6550493B2 (en) * 2001-06-13 2003-04-22 Baxter International Inc. Vacuum demand valve
US7350666B2 (en) * 2002-07-22 2008-04-01 Jan Essebaggers Self regulating spout
US20050087571A1 (en) * 2002-09-20 2005-04-28 Dark Richard C. Fluid dispensing valve and method of assembly
NO323158B1 (no) * 2003-09-16 2007-01-08 Smartseal As Anordning ved en ventil for en drikkebeholder
US7070065B2 (en) * 2004-03-10 2006-07-04 Fu Hong Industries Limited Closure assembly for drinking vessel
US20130026196A1 (en) * 2011-07-25 2013-01-31 Jan Essebaggers Self closing flow control device with adjustable actuator element for container closures

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1286900A2 (en) * 2000-06-01 2003-03-05 Jan Essebaggers Carbonated beverage container with suction spout
US20030159734A1 (en) * 2001-06-13 2003-08-28 Danby Hal C. Vacuum demand flow valve

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2012176124A1 (en) 2011-06-23 2012-12-27 Jan Essebaggers A screw cap and a sport closure cap with integral seal opening means

Also Published As

Publication number Publication date
US20110210149A1 (en) 2011-09-01
EP2271560B1 (en) 2012-06-20
EP2271560A1 (en) 2011-01-12
WO2009131457A1 (en) 2009-10-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2001524C2 (nl) Afsluitinrichting voor een houder voor vloeistoffen, en een actuatorelement daarvoor.
BE1020726A5 (nl) Vat met drukaflaatklep.
EP1924509B1 (en) Spill resistant closure
US20130026196A1 (en) Self closing flow control device with adjustable actuator element for container closures
BE1019964A5 (nl) Bevestiging van een fitting op een vat.
NL2004160C2 (nl) Inrichting voor het gedoseerd afgeven van een vloeistof uit een houder.
JP4740227B2 (ja) 流動物を保持する容器の閉塞体
CN108778942B (zh) 分配闭合件和分配器
US7311229B1 (en) Slide tap
US10723528B2 (en) Dispensing closures and dispensers
EP1884482A2 (en) Closure device for drinking vessel
US20140183154A1 (en) Self closing flow control device with adjustable actuator element for container closures
US10000316B2 (en) One-way valve for a compressible container and container with such a valve
JP4892017B2 (ja) 携帯用飲料容器の栓体
RU2008148011A (ru) Самозапирающийся клапан с клапанной крышкой
US6341721B1 (en) Container closure
US8875739B2 (en) Plug valve with bowing rigid arms
US8584909B2 (en) Dispensing tap for beverages
US20240002111A1 (en) Closure
US11771249B2 (en) Flexible straw with control means for use with a drinking vessel
AU2004203228A1 (en) Slide tap
NL2023401B1 (en) Device and method for handling a sealing device
JP2012121614A (ja) 飲料用容器の栓
US20090026231A1 (en) Valves for drinking cups
DK2656159T3 (en) Pressure control device

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131101