NL2001262C2 - Trekvaste koppeling. - Google Patents

Trekvaste koppeling. Download PDF

Info

Publication number
NL2001262C2
NL2001262C2 NL2001262A NL2001262A NL2001262C2 NL 2001262 C2 NL2001262 C2 NL 2001262C2 NL 2001262 A NL2001262 A NL 2001262A NL 2001262 A NL2001262 A NL 2001262A NL 2001262 C2 NL2001262 C2 NL 2001262C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling
clamping ring
socket end
ring
stop means
Prior art date
Application number
NL2001262A
Other languages
English (en)
Inventor
Andries Martens
Bernardus Cornelis Hubertus Mureau
Vincent Herman Wesseling
Original Assignee
Wavin Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wavin Bv filed Critical Wavin Bv
Priority to NL2001262A priority Critical patent/NL2001262C2/nl
Priority to EP09001718.7A priority patent/EP2088359B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001262C2 publication Critical patent/NL2001262C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L37/00Couplings of the quick-acting type
    • F16L37/08Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members
    • F16L37/084Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking
    • F16L37/088Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of a split elastic ring
    • F16L37/0885Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members combined with automatic locking by means of a split elastic ring with access to the split elastic ring from a radial or tangential opening in the coupling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Description

P29248NLOO/CHO
Titel: Trekvaste koppeling
De uitvinding heeft betrekking op een koppeling voor het op trekvaste wijze bevestigen van een buis.
Dergelijke koppelingen zijn bekend. Zij omvatten gebruikelijk een mofeinde en een daarin opgenomen klemring welke is voorzien van een onderbreking. De 5 klemring is vervaardigd uit een veerkrachtig materiaal en heeft in ongespannen toestand een binnendiameter die iets kleiner is dan de buitendiameter van de te bevestigen buis. Voorts hebben de naar elkaar toegekeerde contactvlakken van de klemring en het mofeinde een wigvormig verloop. Wordt een buis in het mofeinde gestoken, dan wordt de klemring opgerekt en zal deze zich rond de buis vastklemmen.
10 Wordt de buis vervolgens uit het mofeinde teruggetrokken, dan zorgt het wigvormig contactoppervlak ervoor dat de klemring steeds strakker tussen de buis en het omringende mofeinde wordt vastgetrokken. Hierdoor neemt de klemkracht op de buis toe en wordt lostrekken daarvan verhinderd.
Een nadeel van deze bekende koppeling is dat de uiteinden van de klemring 15 (aan weerszijden van de onderbreking) in ongespannen toestand althans gedeeltelijk in de bewegingsbaan van een aan te brengen buis kunnen liggen. In een dergelijk geval kunnen de naar binnen gekeerde randen van deze ringeinden zich in de buiswand invreten tijdens het aanbrengen van de buis. Hierdoor neemt de benodigde insteekkracht toe en kan de buis bovendien beschadigd raken. Dergelijke 20 beschadigingen kunnen de buis plaatselijk verzwakken hetgeen met name bij hogedruk toepassingen tot onacceptabele risico’s kan leiden.
De uitvinding beoogt een koppeling te verschaffen van het hiervoor beschreven type, waarbij de nadelen van de bekende koppelingen althans gedeeltelijk zijn opgeheven.
25 Daartoe wordt een koppeling volgens de uitvinding gekenmerkt doordat aanslagmiddelen zijn voorzien, die zich althans gedeeltelijk in de onderbreking van de klemring uitstrekken teneinde vrije rotatie van deze klemring te beletten. Hierdoor ligt de positie van de ringonderbreking vast, althans binnen vooraf bepaalde grenzen. De koppeling kan daardoor voorafgaand aan het aanbrengen eenvoudig zodanig worden 30 gemanoeuvreerd dat de ringonderbreking zich op een meest gunstige positie bevindt, bijvoorbeeld nabij een onderzijde van het mofeinde. In een dergelijke positie zullen de ringeinden onder invloed van de zwaartekracht aanliggen tegen de binnenwand van het mofeinde en aldus grotendeels buiten de bewegingsbaan van de in te brengen buis 2 zijn gelegen. Aldus zal de buis gemakkelijker, dat wil zeggen met een geringere kracht en met geringere kans op beschadiging kunnen worden ingébracht.
Volgens een aspect van de uitvinding is het mofeinde ter plaatse van de aanslagmiddelen voorzien van een markeringsmiddel dat vanaf een buitenzijde van het 5 mofeinde waarneembaar is. Hierdoor is de ligging van de aanslagmiddelen onmiddellijk kenbaar en wordt het gebruiksgemak van de koppeling nog verder vergroot doordat onmiddellijk duidelijk is in welke stand de koppeling dient te worden gepositioneerd voorafgaand aan het inbrengen van een buiseinde.
Volgens een verder aspect van de uitvinding kan althans een deel van de 10 aanslagmiddelen beweegbaar zijn opgesteld, zodanig dat door beweging van de aanslagmiddelen de ringonderbreking kan worden vergroot en de ringeinden uit de bewegingsbaan van het buiseinde kunnen worden bewogen. Hierdoor kan de buis nog eenvoudiger, dat wil zeggen met nog geringere kracht worden ingebracht en kan inbrengschade tot een minimum worden beperkt. Bovendien behoeft de koppeling niet 15 eerst in een meest gunstige positie te worden gemanoeuvreerd aangezien de positie van de ringonderbreking niet langer ter zake doet.
De aanslagmiddelen kunnen bijvoorbeeld een stationair uitsteeksel en een beweegbaar uitsteeksel omvatten. Het stationaire uitsteeksel kan aanliggen tegen een eerste ringeinde en het beweegbare uitsteeksel kan in aangrijping worden gebracht 20 met het tweede ringeinde teneinde dit einde weg te drijven van het eerste einde. Alternatief kunnen de aanslagmiddelen twee beweegbaar opgestelde uitsteeksels omvatten, welke elk kunnen aangrijpen op een ringeinde. Het of elk beweegbare uitsteeksel kan transleerbaar zijn langs een binnenomtrek van het mofeinde en/of roteerbaar zijn en zijn voorzien van een excentrische omtrek. Ook kunnen de 25 aanslagmiddelen een enkel roteerbaar opgesteld uitsteeksel omvatten met een excentrische buitenomtrek, welke in een eerste stand vrij ligt van beide ringeinden en bij verdraaiing in aangrijping geraakt met de einden en bij nog verdere verdraaiing deze einden uiteendrijft.
Volgens een verder aspect van de uitvinding kunnen terugkoppelmiddelen 30 zijn voorzien, waarmee aan een gebruiker bijvoorbeeld visuele, auditieve en/of tactiele informatie kan worden verschaft ten aanzien van de status van de klemring (geopend, gesloten). Dergelijke terugkoppelmiddelen kunnen bijvoorbeeld zijn geïntegreerd in een bedieningsmechanisme van de aanslagmiddelen, zodat bijvoorbeeld uit de stand van dit mechanisme kenbaar is of de klemring is geopend, danwel gesloten. Een dergelijke 3 onmiddellijke terugkoppeling bij het bedienen van de koppeling kan montagevergissingen helpen voorkomen.
Volgens nog een verder aspect van de uitvinding ligt het bedieningsmechanisme in hoofdzaak vlak tegen of verzonken in een buitenwand van 5 het mofeinde, althans bij gesloten klemring. Hierdoor kan de koppeling een in hoofdzaak gladde buitencontour hebben. Bovendien ligt het bedieningsmechanisme aldus beschermd tegen ongewenste bediening door onvoorziene externe factoren.
Het bedieningsmechanisme kan bijvoorbeeld een hendel omvatten, welke zich bij geopende klemring onder een willekeurige hoek kan uitstrekken ten opzichte 10 van het mofeinde en welke bij gesloten klemring in hoofdzaak vlak tegen een buitenwand van het mofeinde ligt of is opgenomen in een daartoe in de wand voorziene uitsparing. Alternatief kan het bedieningsmechanisme bijvoorbeeld een inbusmoer omvatten die althans grotendeels in de mofwand verzonken kan liggen.
Volgens een verder aspect van de uitvinding kan het mofeinde zijn voorzien 15 van een schraapring. De schraapring kan zijn ingericht om langs een ingebracht buiseinde te schrapen teneinde dit einde te ontdoen van eventueel daaraan klevend vuil. Voorts kan het mofeinde zijn voorzien van een of meerdere afdichtringen, teneinde een lekdichte afdichting te realiseren tussen de buis en de koppeling.
In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen 20 beschreven van een koppeling volgens de uitvinding.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een koppeling volgens de uitvinding, alsmede het gebruik daarvan nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: FIG. 1 in perspectivisch aanzicht een koppeling volgens de uitvinding; 25 FIG. 2 in langsdoorsnede een mofeinde volgens de uitvinding; FIG. 3 in nader detail de aanslagmiddelen uit Figuur 2, in dwarsdoorsnede langs lijn lll-lll; FIG. 4 de aanslagmiddelen uit Figuur 3, in dwarsdoorsnede langs lijn IV-IV; FIG. 5-7 schematisch alternatieve uitvoeringsvormen van aanslagmiddelen 30 volgens de uitvinding, voor het actief openen en sluiten van een klemring; FIG. 8 in langsdoorsnede een mofeinde volgens de uitvinding met aanslagmiddelen van het type als getoond in Figuur 6; en FIG. 9 in perspectivisch aanzicht de aanslagmiddelen volgens Figuur 6, althans het beweegbare deel daarvan, met bedieningsmechanisme.
4
Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een koppeling 1 volgens de uitvinding met twee mofeinden 3 waarin twee buiseinden kunnen worden bevestigd op trekvaste wijze. Elk mofeinde 3 omvat daartoe een bedieningsmechanisme 15 waarvan de functie hierna nog nader zal worden besproken, aan de hand van de Figuren 5-9.
5 In navolgende beschrijving zal steeds slechts één mofeinde 3 worden beschreven. Het moge evenwel duidelijk zijn dat een koppeling 1 volgens de uitvinding meerdere van dergelijke mofeinden 3 kan omvatten, waarbij bovendien de onderlinge ligging van deze mofeinden kan variëren. Zo kunnen de hartlijnen M van de mofeinden 3 in hoofdzaak samenvallen (als getoond in het uitvoeringsvoorbeeld volgens Figuur 1) 10 of elkaar snijden of kruisen, zoals bijvoorbeeld in geval van een gebogen koppeling of een T-vormige koppeling (beide niet getoond).
Figuur 2 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een mofeinde 3 volgens de uitvinding, in langsdoorsnede. Dit mofeinde 3 omvat een insteekopening S voor het inbrengen van een buiseinde 2. In deze beschrijving wordt onder ‘insteekrichting’ I 15 verstaan de richting waarin een buiseinde 2 door de insteekopening S in het mofeinde 3 wordt gestoken. Onder uittrek- of lostrekrichting U wordt de tegenovergestelde richting verstaan.
Het mofeinde 3 is langs zijn binnenomtrek, op enige afstand van de insteekopening S voorzien van een groef 4 en een daarin opgenomen klemring 5.
20 Deze klemring 5 omvat een onderbreking O (zie Figuur 3) en is vervaardigd uit een enigszins veerkrachtig materiaal, bijvoorbeeld metaal of een ander materiaal met vergelijkbare elastische eigenschappen. Hierdoor kunnen aan weerszijden van de onderbreking O gelegen uiteinden 7,8 van de ring verend uiteen of naar elkaar toe worden bewogen. De binnendiameter van de ring 5 is in ontspannen toestand 25 enigszins kleiner dan de buitendiameter van de aan te brengen buis 2. De naar elkaar toegekeerde contactvlakken W van de klemring 5 en de groef 4 hebben een conisch of wigvormig verloop (zie Figuur 2 en 8). Eventueel kan de binnenzijde van de klemring 5 zijn voorzien van weerstandverhogende middelen (niet getoond) om verplaatsing van de ring 5 langs de buis 2 tegen te gaan. Dergelijke weerstandverhogende middelen zijn 30 bij voorkeur zodanig vormgegeven dat zij de schuifweerstand in uittrekrichting U
vergroten doch in insteekrichting I niet noemenswaardig beïnvloeden zodat een voor het inbrengen van de buis 2 benodigde insteekkracht niet noemenswaardig toeneemt. De weerstandverhogende middelen kunnen daartoe bijvoorbeeld een weerhaakvormig verloop hebben.
5
Het mofeinde 3 omvat voorts aanslagmiddelen 10 welke zich althans gedeeltelijk in de onderbreking O van de ring 5 uitstrekken, zodanig dat zij verdraaiing (rond hartlijn M) van de klemring 5 tegengaan often minste limiteren. Dergelijke aanslagmiddelen 10 kunnen verschillende uitvoeringsvormen hebben.
5 Zo is in de Figuren 2-4 een uitvoeringsvorm getoond waarbij de aanslagmiddelen 10 een stationair, in hoofdzaak stiftvormig uitsteeksel 11 omvatten, dat is opgesteld nabij één van de ringeinden 7, 8. Bij rotatie van de klemring 5 zal het uitsteeksel 11 als aanslag fungeren voor één van deze ringeinden 7,8 (afhankelijk van de rotatierichting) en aldus de rotatiehoek begrenzen. In het mofeinde 3 kunnen 10 markeringsmiddelen 14 zijn voorzien welke vanaf een buitenzijde van het mofeinde 3 waarneembaar zijn, teneinde de ligging van de aanslagmiddelen 10 (en daarmee de ligging van de ringonderbreking O) kenbaar te maken aan een gebruiker.
De koppeling 1 werkt als volg. Een buis 2 wordt met een einde in het mofeinde 3 gestoken. Daarbij zal de klemring 5 enigszins worden opgerekt door de iets 15 grotere buisdiameter. De klemring 5 zal zich hierdoor veerkrachtig rond de buis 2 vastklemmen. Wordt de buis 2 vervolgens uit het mofeinde 3 getrokken, in de richting van pijl U, dan zal de klemring 5 met de buis 2 meebewegen en tengevolge van het conische contactvlak W steeds strakker rond de buis 2 worden vastgeklemd. De klemring 5 fungeert aldus als een wig waardoor losstrekken van de buis 2 wordt 20 verhinderd.
Omdat de ligging van de ringonderbreking O dankzij de aanslagmiddelen 10 althans bij benadering bekend is, kan de koppeling 1 voorafgaand aan het inbrengen van de buis 2 in een meest gunstige positie worden gemanoeuvreerd, bijvoorbeeld een positie waarbij de ringonderbreking O beneden ligt. In een dergelijke stand zullen de 25 ringeinden 7,8 onder invloed van de zwaartekracht nagenoeg geheel in de groef 4 zijn opgenomen. Hierdoor zullen de relatief scherpe randen van deze ringeinden 7,8 zich grotendeels buiten de insteekopening S en de bewegingsbaan van de buis 2 bevinden en kan de buis 2 eenvoudig, met relatief geringe kracht en/of zonder schade worden ingébracht.
30 In Figuren 5-9 zijn een aantal alternatieve uitvoeringsvormen van aanslagmiddelen volgens de uitvinding getoond. Daarbij is steeds althans een deel van deze aanslagmiddelen beweegbaar opgesteld en met een bedieningsmechanisme te bewegen. Hierdoor kan de klemring 5 actief worden geopend en/of gesloten. Met de voorgaande uitvoeringsvorm corresponderende onderdelen zijn steeds aangeduid met 35 corresponderende verwijzingscijfers, vermeerderd met 100.
6
De aanslagmiddelen 110 volgens Figuur 5 omvatten een stationair uitsteeksel in de vorm van een stift 111, welke in hoofdzaak overeen komt met de hiervoor beschreven stift 11, en welke in de ringonderbreking O is opgesteld, nabij een eerste ringeinde 107. De aanslagmiddelen 110 omvatten voorts een tweede uitsteeksel 5 112, dat zich althans gedeeltelijk in de ringonderbreking O uitstrekt, en beweegbaar is langs de binnenomtrek van het mofeinde 103 in een daartoe in dit mofeinde 103 voorziene sleuf of groef 113. Voorts is een bedieningsmechanisme voorzien (niet getoond) voor aandrijving van het uitsteeksel 112. Hiermee kan het uitsteeksel 112 verplaatst worden tussen een in onderbroken lijnen weergegeven positie waarbij het 10 uitsteeksel 112 nabij het tweede ringeinde 108 is gelegen en een positie waarbij dit tweede ringeinde 108 weg is gedreven van het eerste ringeinde 107, zoals weergegeven in doorgetrokken lijnen. Aldus kunnen de ringeinden 107, 108 door verplaatsing van het uitsteeksel 112 actief uiteen worden gedreven, en kan de binnendiameter van de klemring 105 worden vergroot zodat een buiseinde 102 15 eenvoudig kan worden ingebracht. Het bedieningsmechanisme kan bijvoorbeeld een schuif omvatten, welke vast met het uitsteeksel 112 is verbonden en welke door de sleuf 113 tot buiten het mofeinde 103 reikt. Alternatief kan het bedieningsmechanisme een roteerbare hendel omvatten, die vanaf een positie buiten het mofeinde 103 aangrijpbaar en roteerbaar is, waarbij voorts tussen de hendel en het uitsteeksel 112 20 geschikte overbrengingsmiddelen kunnen zijn voorzien die de rotatie van de hendel omzetten in een translatie van het uitsteeksel 112, zoals bijvoorbeeld een tandheugel met een rondsel of een excentrisch vormgegeven nok.
Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm, als weergegeven in Figuur 6, kunnen de aanslagmiddelen 210 een eerste uitsteeksel 211 omvatten dat stationair is 25 opgesteld op vergelijkbare wijze als getoond in Figuur 4 en 5, en een tweede uitsteeksel 212, dat roteerbaar is opgesteld en is voorzien van een excentrische buitenomtrek. Dit tweede uitsteeksel 212 is roteerbaar tussen een eerste stand (weergegeven in onderbroken lijnen) waarbij de klemring 205 niet is opgerekt en een tweede stand (weergegeven in doorgetrokken lijnen) waarbij de ringeinden 207, 208 30 uiteen zijn gedreven. Figuur 9 toont een concrete uitvoeringsvorm van een dergelijk roteerbaar uitsteeksel 212 en bedieningsmechanisme 215. Figuur 8 toont een koppeling 201, met een mofeinde 3 voorzien van dergelijke aanslagmiddelen 210.
In Figuur 7 is een variant getoond van aanslagmiddelen 310 volgens de uitvinding zonder stationaire uitsteeksels. In plaats daarvan is tussen de ringeinden 35 307, 308 een roteerbaar uitsteeksel 312 voorzien met een excentrische buitenomtrek.
7
Door rotatie van dit uitsteeksel 312 kunnen genoemde ringeinden 307, 308 beide over een afstand A’ uiteen worden gedreven, als weergegeven in onderbroken en doorgetrokken lijnen. Een dergelijke uitvoeringsvorm is met name geschikt wanneer de afmeting van de ringonderbreking O relatief klein zijn, en de benodigde toename A’ van 5 de ringonderbreking O ten behoeve van het inbrengen van een buis 302 eveneens relatief gering is.
Het bedieningsmechanisme 215 van de hiervoor beschreven beweegbare uitsteeksels 212, 312 kan bijvoorbeeld een hendel of draaiknop omvatten. Volgens een voordelige uitvoeringsvorm kan het bedieningsmechanisme 215 zijn uitgevoerd als 10 weergegeven in de Figuren 1, 8 en 9. Dit bedieningsmechanisme 215 omvat een inbusmoer 216 welke vast met het uitsteeksel 212, 312 is verbonden en welke door een in de mofwand voorziene opening naar buiten reikt. Het geheel kan tegen losname zijn geborgd met behulp van een bevestigingsflens 217. Deze strekt zich rond de inbusmoer uit en kan met twee vleugels 218 tegen de buitenwand van het mofeinde 3 15 worden vastgezet als getoond in Figuur 1. Een en ander is bij voorkeur zodanig ontworpen dat de flens 217 in hoofdzaak vlak kan aanliggen tegen het mofeinde 3 en de inbusmoer 216 in hoofdzaak beschermend wordt omgeven door de flens 217.
De koppeling 1 kan voorts terugkoppelmiddelen omvatten waaruit de stand van de aanslagmiddelen 110, 210, 310 is af te lezen, en daarmee de stand van de 20 klemring 105, 205, 305 (geopend of gesloten). De terugkoppelmiddelen zijn bij voorkeur zodanig opvallend van aard dat openen en sluiten van de klemring niet wordt vergeten. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de terugkoppelmiddelen 220 voorzien op het bedieningsmechanisme 215. Zij omvatten een eerste markering 221 op de inbusmoer 216 en een tweede markering 222 op de omringende flens 217. Deze 25 markeringen kunnen bijvoorbeeld zodanig zijn ingericht dat wanneer deze in eikaars verlengde liggen, de klemring is gesloten, en in alle andere gevallen de klemring is geopend. Uiteraard zijn vele andere uitvoeringsvormen mogelijk. Zo kan het bedieningsmechanisme bijvoorbeeld zodanig zijn uitgevoerd dat dit alleen bij gesloten klemring in hoofdzaak binnen de contour van het mofeinde is gelegen en in alle andere 30 gevallen zichtbaar uitsteekt. Tevens kan gebruik worden gemaakt van een speciaal gereedschap dat pas verwijderbaar is wanneer de klemring 5 is gesloten.
De koppeling met actief bedienbare aanslagmiddelen 110, 210, 310 werkt als volgt. Alvorens een buis in het mofeinde 103, 203, 303 te steken wordt de klemring 105, 205, 305 actief geopend door het tweede uitsteeksel 112, 212, 312 te verplaatsen 35 en/of te verdraaien. Hierdoor worden de ringonderbreking O en de binnendiameter van 8 de klemring 5 vergroot en kan de bewegingsbaan van de buis 2 nagenoeg volledig worden vrijgegeven. De buis 2 kan hierdoor met zeer geringe insteekkracht en zonder risico op beschadiging in het mofeinde 3 worden gestoken. Het moge duidelijk zijn dat het bij deze uitvoeringsvormen (met actief bedienbare aanslagmiddelen) niet nodig is 5 om de koppeling 101, 201, 301 zodanig te oriënteren dat de ringonderbreking O zich aan een onderzijde van de koppeling bevindt. Nadat het buiseinde in het mofeinde is gestoken kan de klemring 5 eenvoudig worden gesloten door de tweede uitsteeksels 112,212, 312 terug te verplaatsen en/of te verdraaien.
Alle hiervoor beschreven koppelingen kunnen verder zijn uitgerust met één 10 of meerdere afdichtringen 25, welke in gebruik afdichtend kunnen aanliggen tussen de buis 2 en het mofeinde 3 (zie figuur 2 en 8). Tevens kan een schraapring 24 zijn voorzien, welke eventueel op een buiseinde aanwezig vuil kan verwijderen wanneer dit buiseinde in het mofeinde 3 wordt gestoken. Voordeel van de aanslagmiddelen en het bedieningsmechanisme volgens de uitvinding is dat deze niet ingrijpen op genoemde 15 afdicht- en/of schraapringen en aldus de goeder werking daarvan niet verstoren.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Alle combinaties van (delen van) beschreven en/of getoonde uitvoeringsvormen worden geacht onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties daarop mogelijk binnen het door de conclusies geschetste 20 raam van de uitvinding.

Claims (14)

1. Koppeling voor het op trekvaste wijze verbinden van een buis, waarbij de koppeling ten minste een mofeinde omvat en een daarin opgenomen, van een onderbreking voorziene klemring, waarbij de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van het mofeinde en de klemring een zodanig samenwerkende configuratie hebben dat 5 de binnendiameter van de klemring wordt verkleind naarmate de ring in axiale richting uit het mofeinde wordt bewogen, met het kenmerk, dat de koppeling voorts aanslagmiddelen omvat welke zich althans gedeeltelijk uitstrekken in de onderbreking van de klemring.
2. Koppeling volgens conclusie 1, waarbij markeringsmiddelen zijn voorzien, 10 voor het kenbaar maken van de ligging van de aanslagmiddelen vanaf een buitenzijde van het mofeinde.
3. Koppeling volgens conclusie 1 of 2, waarbij althans een deel van de aanslagmiddelen stationair is opgesteld.
4. Koppeling volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij althans een 15 deel van de aanslagmiddelen beweegbaar is opgesteld.
5. Koppeling volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aanslagmiddelen een roteerbaar opgesteld uitsteeksel omvatten, met excentrische buitenomtrek.
6. Koppeling volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 20 aanslagmiddelen deel uitmaken van een bedieningsmechanisme voor het openen en eventueel sluiten van de klemring, zodat een binnendiameter van de klemring wordt vergroot, respectievelijk verkleind.
7. Koppeling volgens conclusie 6, waarbij het bedieningsmechanisme zich uitstrekt dooreen omtrekswand van het mofeinde.
8. Koppeling volgens conclusie 6 of 7, waarbij het bedieningsmechanisme terugkoppelmiddelen omvat, waaruit kenbaar is of de klemring geopend dan wel gesloten is.
9. Koppeling volgens een van de conclusies 6-8, waarbij uit een stand van het bedieningsmechanisme kenbaar is of de klemring geopend dan wel gesloten is.
10. Koppeling volgens een van de conclusie 6-9, waarbij het bedieningsmechanisme althans bij gesloten klemring vlak tegen een omtrekswand van het mofeinde is gelegen of in hoofdzaak daarin verzonken ligt.
11. Koppeling volgens een van de conclusies 6-10, waarbij het bedieningsmechanisme een inbusmoer omvat.
12. Koppeling volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het mofeinde een afdichtring omvat, welke in insteekrichting gezien na de klemring is gelegen, zodat 5 een in gebruik in het mofeinde gestoken buiseinde eerst de klemring passeert en dan de afdichtring.
13. Koppeling volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het mofeinde een schraapring omvat, welke tussen de klemring en een insteekopening van het mofeinde is gelegen.
14. Samenstel van een koppeling volgens een van de voorgaande conclusies en ten minste een buis welke trekvast in een mofeinde van de koppeling bevestigbaar is of bevestigd is.
NL2001262A 2008-02-07 2008-02-07 Trekvaste koppeling. NL2001262C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001262A NL2001262C2 (nl) 2008-02-07 2008-02-07 Trekvaste koppeling.
EP09001718.7A EP2088359B1 (en) 2008-02-07 2009-02-06 Tensile resistant coupler

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001262A NL2001262C2 (nl) 2008-02-07 2008-02-07 Trekvaste koppeling.
NL2001262 2008-02-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001262C2 true NL2001262C2 (nl) 2009-08-10

Family

ID=40093053

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001262A NL2001262C2 (nl) 2008-02-07 2008-02-07 Trekvaste koppeling.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2088359B1 (nl)
NL (1) NL2001262C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US239827A (en) * 1881-04-05 Hose-coupling
US2901269A (en) * 1957-01-31 1959-08-25 Mcdowell Mfg Co Split ring coupling
US3902743A (en) * 1973-12-03 1975-09-02 Fmc Corp Full opening wellhead with retractile seat
EP0417613A1 (de) * 1989-09-11 1991-03-20 Zettl Gmbh Cnc Präzisions- Und Sonderwerkzeuge Vorrichtung zum Kuppeln von zwei Werkzeugteilen maschineller Werkzeuge
DE19638029A1 (de) * 1996-09-18 1997-10-09 Fischer Georg Rohrleitung Rohrverbindung mit Spannring
US20030095830A1 (en) * 2001-11-19 2003-05-22 Nguyen Dennis P. Connector for securing conduits

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US239827A (en) * 1881-04-05 Hose-coupling
US2901269A (en) * 1957-01-31 1959-08-25 Mcdowell Mfg Co Split ring coupling
US3902743A (en) * 1973-12-03 1975-09-02 Fmc Corp Full opening wellhead with retractile seat
EP0417613A1 (de) * 1989-09-11 1991-03-20 Zettl Gmbh Cnc Präzisions- Und Sonderwerkzeuge Vorrichtung zum Kuppeln von zwei Werkzeugteilen maschineller Werkzeuge
DE19638029A1 (de) * 1996-09-18 1997-10-09 Fischer Georg Rohrleitung Rohrverbindung mit Spannring
US20030095830A1 (en) * 2001-11-19 2003-05-22 Nguyen Dennis P. Connector for securing conduits

Also Published As

Publication number Publication date
EP2088359A1 (en) 2009-08-12
EP2088359B1 (en) 2020-12-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101001230B1 (ko) 유체 라인 커플링
CN106102642B (zh) 外科手术套管安装件及相关的***和方法
JP4510086B2 (ja) 結合装置
EP2320118B1 (en) Fluid pipe connection device
EP1929192B1 (en) Quick connector
EP2335612B1 (en) Clip apparatus for ligaturing living tissue
CN101095007B (zh) 用于压力软管的保持装置以及安装组件
CN114211053A (zh) 切割工具的工具头
WO2016021612A1 (ja) 管状体のロック機構
JP6796199B2 (ja) 内視鏡ヘッドと、内視鏡ヘッドに取付可能なアルバランレバーとを有する内視鏡
US8052177B2 (en) Pipe coupling
US7771544B2 (en) Cleaning or care apparatus for medical of dental instruments
EP2949277A1 (en) Stone extracting medical device
NL2001262C2 (nl) Trekvaste koppeling.
EP2721437B1 (en) An optical fibre connector
WO2009038483A1 (en) Joystick for a mobility device
US20150005749A1 (en) Surgical sliding shaft instrument that can be dismantled
FR2829829A1 (fr) Dispositif de raccordement a montage securise
US4993992A (en) Single stage engagement coupling
EP2770113A1 (en) Quick-connection hydraulic coupling joint
JP6116314B2 (ja) シールユニット、ユニット構造体、及びガス栓
CN107106831B (zh) 用于作用到医用导管的封闭元件上的打开装置
CN108883264B (zh) 用于旋塞歧管的阻挡机构
EP1005875A2 (en) Liquid infusion apparatus
IL163624A (en) Quick disconnect with retaining spring

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120901

XD Other communications concerning patents

Free format text: VERVAL TERUGGEDRAAID 13.03.2013

Effective date: 20090818

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210301