NL2000862C2 - Werkwijze en inrichting voor het ontzuren van papier. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het ontzuren van papier. Download PDF

Info

Publication number
NL2000862C2
NL2000862C2 NL2000862A NL2000862A NL2000862C2 NL 2000862 C2 NL2000862 C2 NL 2000862C2 NL 2000862 A NL2000862 A NL 2000862A NL 2000862 A NL2000862 A NL 2000862A NL 2000862 C2 NL2000862 C2 NL 2000862C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
paper
compound
fluid
aminoalkylalkoxysilane
supercritical fluid
Prior art date
Application number
NL2000862A
Other languages
English (en)
Inventor
Stephanus Gerardus Johannes Blankenborg
Maaike Jacobine Esther Van Roosmalen
Original Assignee
Omniaccess B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Omniaccess B V filed Critical Omniaccess B V
Priority to NL2000862A priority Critical patent/NL2000862C2/nl
Priority to US12/678,364 priority patent/US8540848B2/en
Priority to EP08831606A priority patent/EP2193235A2/en
Priority to PCT/NL2008/050609 priority patent/WO2009038459A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2000862C2 publication Critical patent/NL2000862C2/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H25/00After-treatment of paper not provided for in groups D21H17/00 - D21H23/00
    • D21H25/18After-treatment of paper not provided for in groups D21H17/00 - D21H23/00 of old paper as in books, documents, e.g. restoring

Landscapes

  • Paper (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het ontzuren van papier
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ontzuren van papier. De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het toepassen van een 5 dergelijke werkwijze.
Reeds decennia lang vergaan in archieven en bibliotheken over de gehele wereld boeken en andere papieren documenten, omdat de zuurgraad van het papier zo sterk toeneemt (afname in pH), dat de cellulose waaruit het papier voor een belangrijk deel bestaat 10 wordt afgebroken, waardoor het papier haar samenhang verliest en daardoor kwalitatief degenereert. De oorzaak van dit verzuringsproces gaat terug tot de uitvinding van de machinale papierfabricage rond 1800. Voor de zogeheten lijming van de te vormen papierbaan bleek daarbij de toepassing van harsaluin voorzien van aluminiumsulfaat noodzakelijk te zijn. Lijming is noodzakelijk omdat ongelijmd papier als vloeipapier 15 werkt en aldus onbeschrijfbaar is. Voor 1800 werden voor het lijmen van handgeschept papier de gerede papieren vellen gedompeld in een gelatineoplossing en vervolgens gedroogd. Harsaluinlijming bleek achteraf het grote nadeel te hebben dat zwavelzuur wordt afgesplitst. Dit zwavelzuur werkt destructief op de cellulose, de hoofdgrondstof van papier, terwijl gelatine dit bezwaar niet had. Verder werd in de 19e eeuw de vraag 20 naar papier zo groot, dat de beschikbare hoeveelheid lompen als cellulosebron ontoereikend werd. Vanaf circa 1850 werden andere bronnen van cellulose gevonden, zoals allerlei houtsoorten, die door agressieve kookprocessen van de niet-cellulosebestanddelen, zoals lignine en hemicellulose werden ontdaan. Lignine veroorzaakt het bruin worden van het papier. Deze behandelde cellulosesoorten zijn 25 echter gevoeliger voor verzuring dan cellulose afkomstig van linnen- en katoenlompen daar zij door de kookprocessen al vrij ernstig zijn aangetast. In het verleden zijn reeds verschillende methoden ontwikkeld om de in archivalia voorkomende zuren te neutraliseren. Waterige oplossingen voorzien van alkalische zouten, zoals calciumbicarbonaat, magnesiumbicarbonaat en calciumhydroxide, zijn geschikt 30 bevonden voor het kunnen ontzuren van het papier, waardoor afbraak van celluloseketens kan worden tegengegaan. Een belangrijk nadeel van deze bekende methode is dat nat papier een belangrijk deel van haar sterkte verliest, hetgeen funest kan zijn voor archivalia die zich reeds in een slechte conditie bevinden. Een ander nadeel is het feit dat bij het waterig ontzuren van boeken het gehele boek uiteen 2 genomen moet worden, waarna elke bladzijde ontzuurd en gedroogd moet worden, alvorens opnieuw tot een boek ingebonden te kunnen worden. Deze handmatige bewerkingen zijn sterk kostenverhogend. Bovendien is gebleken dat de penetratiegraad van de neutraliserende zouten in het papier onvoldoende is gebleken om het papier te 5 kunnen voorzien van voldoende alkalireserve, teneinde tot een bevredigende ontzuring van het papier te kunnen komen. Naast het gebruik van waterige oplossingen is tevens getracht organische vloeistoffen te gebruiken, teneinde de penetratiegraad van de zouten te kunnen verbeteren. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van perfluorheptaan in het zogeheten “Bookkeeper process”. Echter, ook bij gebruik van organische vloeistoffen is 10 de penetratie van de neutraliserende zouten onvoldoende bevredigend bevonden.
De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde werkwijze voor het ontzuren van papier.
15 De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze van het in aanhef genoemde type, omvattende de stappen: A) het in contact brengen van te behandelen papier met een fluïdum met een grensvlakspanning lager dan 20 mN/m, in het bijzonder een superkritisch fluïdum, welk fluïdum is voorzien van ten minste één basische alkoxyverbinding, in het bijzonder een aminoalkylalkoxysilaanverbinding of een 20 derivaat daarvan, waardoor het papier geïmpregneerd wordt met de aminoalkylalkoxysilaanverbinding of een derivaat daarvan, en B) het beëindigen van de behandeling volgens stap A), waardoor het fluïdum wordt verwijderd uit het papier. Uit onderzoek is gebleken dat aminoalkylalkoxysilaanverbindingen relatief efficiënt kunnen worden toegepast voor het kunnen conserveren van papier, doordat de 25 aminoalkylalkoxysilaanverbindingen zijn ingericht voor het zich hechten aan de cellulosevezels van het papier. Hierbij zullen de aminoalkylalkoxysilaanverbindingen doorgaans een hydrolysereactie ondergaan door te reageren met aan het papier en/of de omgeving onttrokken water, waardoor een aminoalkylsilanolverbinding alsmede ten minste één alcohol worden gevormd. Na deze hydrolyse zullen de gevormde 30 aminoalkylsilanolverbindingen doorgaans onderling reageren en/of reageren met cellulose, waarbij water wordt afgesplitst. Als gevolg van deze opvolgende condensatie wordt een gepolymeriseerd (aminoalkoxysilaan)netwerk gevormd. De aminogroepen zijn daarbij voldoende basisch om tot een neutralisatie van het in het papier aanwezige aluminiumsulfaat te kunnen komen, waardoor verzuring van het papier kan worden 3 tegengegaan. Daarnaast zorgt de vorming van het gepolymeriseerde netwerk voor een versteviging van het papier, hetgeen bijzonder voordelig is ingeval relatief oud en zwak papier behandeld wordt met behulp van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding. Bovendien zal het netwerk door de vorming van waterstofbruggen worden gebonden 5 aan de cellulosevezels. De gevormde alcoholen kunnen tevens via waterstofbrugvorming worden gebonden aan de cellulosevezels en/of het (gepolymeriseerde) aminialkoxysilaan, waardoor het papier verder kan worden verstevigd. Alhoewel aminoalkylalkoxysilaanverbindingen aldus bijzonder geschikt zijn voor het ontzuren en verstevigen van papier, is het relatief lastig gebleken om de relatief 10 apolaire aminoalkylalkoxysilaanverbindingen te impregneren in het papier. Het toepassen van vloeibaar ethanol als relatief apolair oplosmiddel heeft namelijk als nadeel dat de impregnatie van de aminoalkylalkoxysilaanverbindingen in het papier wordt belemmerd als gevolg van de relatief hoge grensvlakspanningen van het oplosmiddel water (72,7 mN/m) of ethanol (22,3 mN/m), waardoor het ethanol en 15 daarmee de aminoalkylalkoxysilaanverbindingen niet voldoende goed kunnen penetreren in het papier. De waarden van de in dit octrooischrift vermelde grensvlakspanningen gelden bij kamertemperatuur (20 °C). Uit onderzoek is gebleken dat de impregnatie van de aminoalkylalkoxysilaanverbindingen significant kan worden verbeterd ingeval een superkritisch, en bij voorkeur in hoofdzaak apolair, fluïdum wordt 20 toegepast, of eventueel een vloeibaar fluïdum met een grensvlakspanning lager dan 20 mN/m, bij voorkeur lager dan 10 mN/m, bij nadere voorkeur lager dan 5 mN/m. De superkritische fase van een fluïdum is een fase waarbij niet langer onderscheid kan worden gemaakt tussen de gasfase en vloeistoffase. Doorgaans zal de superkritische fase van een fluïdum slechts kunnen worden bereikt bij verhoogde druk die ten minste 25 gelijk is aan de kritische druk en bij verhoogde temperatuur die ten minste gelijk is aan de kritische temperatuur. Een superkritisch fluïdum heeft als eigenschap géén of althans een bijzonder lage grensvlakspanning en (daardoor) een relatief groot penetratievermogen te hebben, waardoor het superkritische fluïdum uitermate geschikt is om de aminoalkylalkoxysilaanverbindingen relatief goed te laten penetreren in het te 30 behandelen papier. Bovendien heeft het superkritische medium een relatief groot oplosbaar vermogen in vergelijking met een gas, waardoor het papier relatief efficiënt en relatief snel kan worden geïmpregneerd dan ingeval een gas als dragend medium zou worden toegepast. Het toepassen van een fluïdum met een relatief lage grensvlakspanning, in het bijzonder een superkritisch fluïdum, heeft als bijzonder 4 voordeel dat om één of meerdere volledige boeken in één keer te behandelen. Na het impregneren van de amino alkylalkoxysilaanverbindingen zal het fluïdum, dat eventueel nog kan zijn voorzien van een fractie aminoalkylalkoxysilaanverbindingen, vervolgens in stap B) worden verwijderd van het papier, hetgeen veelal relatief eenvoudig geschiedt 5 door het verlagen van de druk, waardoor het fluïdum zal overgaan in de gasfase en daardoor relatief eenvoudig van het papier kan worden verwijderd. Optioneel kan tevens de temperatuur worden verlaagd tot onder de kritische temperatuur, bijvoorbeeld kamertemperatuur. Echter, ingeval slechts de temperatuur en niet de druk wordt verlaagd zal het superkritische fluïdum overgaan naar een vloeibare toestand, hetgeen 10 veelal ongewenst zal zijn, doordat alsdan veelal een separate droging van het papier noodzakelijk is. De initieel door het superkritische fluïdum meegevoerde aminoalkylalkoxysilaanverbindingen zullen voor een (substantieel) deel achterblijven in het papier voor het duurzaam kunnen ontzuren en kunnen verstevigen van het papier.
15 In een voorkeursuitvoering wordt het superkritische fluïdum gevormd door ten minste één van de volgende fluïda: koolstofdioxide, zwavelhexafluoride, ammoniak, verzadigde koolwaterstoffen en stikstofoxide. Het toepassen van koolstofdioxide (CO2) als superkritisch fluïdum geniet bijzondere voorkeur, doordat de aminoalkylalkoxysilaanverbindingen relatief goed kunnen worden meegevoerd door 20 koolstofdioxide. Bovendien is koolstofdioxide chemisch inert, onschadelijk, onbrandbaar, geurloos, en desinfecterend. Daarnaast is koolstofdioxide relatief makkelijk in een superkritische fase te brengen, doordat koolstofdioxide reeds superkritisch wordt bij een druk van ten minste 72,8 atmosfeer en een temperatuur van 31,3 °C. Een werktemperatuur van juist boven 31,3 °C is relatief laag, hetgeen de 25 kwaliteit van het papier niet nadelig beïnvloedt. In plaats van een superkritisch fluïdum zou tevens een, bij voorkeur onder druk gebracht, vloeibaar fluïdum met een grensvlakspanning lager dan 10 mN/m kunnen worden toegepast. Fluïda met een dergelijke relatief lage grensvlakspanning hebben veelal een bevredigend penetratievermogen, waardoor papier op bevredigende wijze zou kunnen worden 30 geïmpregneerd met de aminoalkylalkoxyverbinding. Een voorbeeld van een vloeibaar fluïdum met een relatief lage grensvlakspanning is vloeibaar koolstofdioxide dat een grensvlakspanning heeft van circa 5 mN/m.
5
Bij voorkeur wordt de aminoalkylalkoxysilaanverbinding gevormd door ten minste één van de volgende verbindingen; een aminoalkylmonoalkoxysilaanverbinding, aminoalkyldialkoxysilaanverbinding, aminoalkyltrialkoxysilaanverbinding, of een derivaat daarvan. Bij voorkeur omvat de aminoalkylgroep van de 5 aminoalkylalkoxysilaanverbinding ten minste tien koolstofatomen, waarbij de aminoalkylgroep één of meerdere primaire, secundaire, of tertaire amineverbindingen omvat. De alkoxygroep van de aminoalkylalkoxysilaanverbinding omvat bij voorkeur van één tot vijf koolstofatomen, om de vorming en de stevigheid van het alkoxysilaannetwerk te kunnen optimaliseren. Grotere alkoxygroepen zouden de 10 vorming van het polymerisch netwerk kunnen hinderen.
In het bijzonder wordt de aminoalkylalkoxysilaanverbinding bij voorkeur gevormd door ten minste één van de volgende verbindingen:, 3-aminopropyltrimethoxysilaan, 3-aminopropylmethyldimethoxysilaan, 3-aminopropyltriethoxysilaan, 3-15 aminopropylmethyldiethoxysilaan, N-(2aminoethyl)-3- aminopropylmethyldimethoxysilaan, N-(2-aminoethyl)-3aminopropyltrimethoxysilaan, 4-aminobutyl-triethoxysilaan, 4-amino-3,3-dimethylbutyltrimethoxysilaan, (N,N-dimethyl-3-aminopropyl)-trimethoxysilaan, (N,N-diethyl-3-aminopropyl)-trimethoxysilaan, N-fenylaminopropyltrimethoxysilaan, N-(6-aminohexyl)-3-20 aminopropyltrimethoxysilaan, bis[3-(trimethoxy-silyl)propyl]amine, of bis[3( triethoxy-silyl)propyl]amine. De componenten zijn algemeen in de handel verkrijgbaar, onder meer bij United Chemical Technologies Inc. (UCT).
De concentratie van de aminoalkylalkoxysilaanverbinding in het superkritische fluïdum 25 voor het uitvoeren van stap A) is bij voorkeur gelegen tussen 0,01 en 40 mol%, bij nadere voorkeur tussen 0,1 en 20 mol%. Het toepassen van een concentratie binnen voomoemde grenzen heeft als voordeel dat het papier wordt behandeld met een overmaat van de aminoalkylalkoxyverbinding om tot volledige ontzuring van het papier te kunnen komen. Bovendien zal doorgaans niet al het initieel door het superkritische 30 fluïdum meegevoerde aminoalkylalkoxysilaan maar slechts een substantieel deel daarvan worden afgezet op het papier, waardoor tevens een overmaat van de aminoalkylalkoxysilaanverbinding aan het papier wordt toegevoerd. Een deel van het afgezette basische materiaal zal vrijwel meteen het reeds aanwezige zuur neutraliseren.
6
Een eventuele overmaat aan basisch materiaal vormt een buffer, waarmee toekomstige verzuring kan worden tegengegaan.
Teneinde de oplosbaarheid van de aminoalkylalkoxysilaanverbinding in het 5 superkritische fluïdum te kunnen verbeteren is het doorgaans voordelig ingeval het superkritische fluïdum is voorzien van een vloeibaar intermediair oplosmiddel waarin het aminoalkylalkoxysilaanverbinding is opgelost of althans in suspensie aanwezig is. Bij voorkeur wordt het intermediaire oplosmiddel gevormd door water of een alcohol, zoals bijvoorbeeld methanol, ethanol, isopropanol, et cetera. Het gebruik van een 10 alcohol geniet doorgaans de voorkeur boven het gebruik van water, doordat de oplosbaarheid van de aminoalkylalkoxysilaanverbinding in alcohol doorgaans beter is, waarbij een en ander evenwel afhangt van de aard van de opbouw van de aminoalkylalkoxysilaanverbinding. Bovendien is de oplosbaarheid van alcohol in superkritisch koolstofdioxide beter dan de oplosbaarheid van water in koolstofdioxide.
15 Het geniet bijzondere voorkeur om een alcohol voorzien van ten minste drie koolstofatomen toe te passen, zoals bijvoorbeeld isopropanol, omdat deze zwaardere alcoholen minder schadelijk zijn voor andere structuren van het papier, waaronder de inkt, dan ingeval methanol of ethanol worden toegepast.
20 In een voorkeursuitvoering is het is voorzien van ten minste één additief voor het uitvoeren van stap A). Het ten minste ene additief dat naast de aminoalkylalkoxysilaanverbinding wordt meegevoerd door het superkritische fluïdum kan divers van aard zijn, doch wordt bij voorkeur gevormd door één van de volgende componenten: een bleekmiddel, een anti-oxidant, een desinfectiemiddel, of een 25 substantie om inktvraat tegen te gaan.
In een voorkeursuitvoering worden stap A) en stap B) na het initieel uitvoeren van stap A) en stap B) ten minste éénmalig herhaald. Hierdoor kan de impregnatie van het papier met de aminoalkylalkoxysilaanverbinding veelal worden geoptimaliseerd. Alvorens het 30 volgens stap A) toedienen van de aminoalkylalkoxysilaanverbinding aan het papier wordt beëindigd volgens stap B) is het veelal voordelig om de zuurgraad van het papier te meten. Daarbij kan stap B) worden geïnitieerd bijvoorbeeld na het detecteren van het behalen van een bepaalde pH-waarde (zuurgraad) van het papier of een bepaalde pH-waardestijging van het papier.
7
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het toepassen van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding, omvattende: compressiemiddelen voor het genereren van een superkritisch fluïdum, en een met de compressiemiddelen verbonden 5 in hoofdzaak mediumdichte drukkamer, welke behandelkamer is ingericht voor opname van papier en voor het houden van een van ten minste één aminoalkylalkoxysilaanverbinding voorziene fluïdum. Bij voorkeur is de drukkamer voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van de pH-waarde van het papier. Op basis van de door de detectiemiddelen gedetecteerde pH-waarde(stijging) kan het 10 doseren van de hoeveelheid aan de drukkamer toe te dienen fluïdum worden gereguleerd. Bij voorkeur omvat de inrichting middelen voor het in beweging houden van het fluïdum in de drukkamer, waardoor de impregnatie van het papier kan worden geïntensiveerd. Het is tevens denkbaar om de drukkamer vooreerst voor te spoelen met het superkritische medium voordat het superkritische medium wordt voorzien van de 15 basische alkoxyverbinding, in het bijzonder de aminoalkylalkoxysilaanverbinding, teneinde het zich in de drukkamer bevindende papier voor te kunnen reinigen en eventueel te kunnen drogen.
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren 20 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een reactievergelijking van de hydrolyse en opvolgende condensatie van een aminoalkylalkoxysilaanverbinding zoals wordt toegepast in de werkwijze overeenkomstig de uitvinding, en figuur 2 een schematisch aanzicht op een inrichting voor het toepassen van de 25 werkwijze overeenkomstig de uitvinding.
Figuur 1 toont een reactievergelijking van de hydrolyse en opvolgende condensatie van een aminoalkylalkoxysilaanverbinding zoals wordt toegepast in de werkwijze overeenkomstig de uitvinding. Meer in het bijzonder toont figuur in dat 3-30 aminopropyltriethoxysilaan (APTES) zal hydrolyseren onder invloed van water onder vorming van 3-aminopropylsilaantriol en ethanol. De 3- aminopropylsilaantriolverbinding zullen vervolgens reageren (condenseren) met andere aminopropylsilaantriolverbindingen en/of met celluloseketens van het te behandelen papier, waardoor een gepolymeriseerd netwerk wordt gevormd dat het papier verstevigt.
8
Figuur 2 toont een schematisch aanzicht op een inrichting 1 voor het toepassen van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding. De inrichting 1 omvat een voorraadhouder 2 voor vloeibaar koolstofdioxide. Middels een drukpomp 3 zal de druk van het vloeibare 5 koolstofdioxide worden verhoogd totdat het vloeibare koolstofdioxide de superkritische fase bereikt. Door het superkritische koolstofdioxide middels verwarmingsmiddelen 4 te verwarmen kan de superkritische toestand worden gestabiliseerd. Middels een circulatiepomp 5 kan het superkritische koolstofdioxide door een ontzuringskamer 6 en een voorraadhouder 7 voor 3-aminopropyltriethoxysilaan (APTES) worden geleid. In de 10 ontzuringskamer 6 zal te ontzuren papier te worden geplaatst. Door het superkritische koolstofdioxide door de voorraadhouder 7 voor 3-aminopropyltriethoxysilaan te leiden kan het 3-aminopropyltriethoxysilaan worden meegevoerd met het superkritische koolstofdioxide en op deze wijze door de ontzuringskamer 6 worden geleid. In de ontzuringskamer 6 zal het van 3-aminopropyltriethoxysilaan voorziene superkritische 15 koolstofdioxide het papier penetreren, waarbij 3-aminopropyltriethoxysilaan zich zal afzetten op het papier. Na voldoende toediening van 3-aminopropyltriethoxysilaan aan de ontzuringskamer 6 kan een afsluiter 8 worden geopend waardoor de druk in de inrichting 1 zodanig zal zakken dat het koolstofdioxide zal verdampen en zich in hoofdzaak uit de inrichting 1 zal verwijderen. Een eventueel in de koolstofdioxide 20 achtergebleven fractie 3-aminopropyltriethoxysilaan kan in een afscheider 9 worden opgevangen. Na verdamping van het koolstofdioxide wordt het koolstofdioxide weer vloeibaar worden gemaakt in een condensor 10 om vervolgens te worden teruggeleid in de voorraadhouder voor koolstofdioxide 2. De inrichting 1 is tevens voorzien van afzuigmiddelen 11 voor het na gebruik leegzuigen van de inrichting 1, waarbij het 25 afgezogen koolstofdioxide zal worden toegevoerd aan de condensor 10, zodat zoveel mogelijk koolstofdioxide kan worden hergebruikt in een opvolgend ontzuringsproces, hetgeen vanuit economisch oogpunt voordelig is.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en 30 beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims (17)

1. Werkwijze voor het behandelen van papier, omvattende de stappen: A) het in contact brengen van te behandelen papier met een fluïdum met een 5 grensvlakspanning lager dan 20 mN/m, in het bijzonder een superkritisch fluïdum, welk fluïdum is voorzien van ten minste één basische alkoxyverbinding, in het bijzonder een aminoalkylalkoxysilaanverbinding of een derivaat daarvan, waardoor het papier geïmpregneerd wordt met de aminoalkylalkoxysilaanverbinding of een derivaat daarvan, en 10 B) het beëindigen van de behandeling volgens stap A), waardoor het fluïdum wordt verwijderd uit het papier.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het superkritische fluïdum wordt gevormd door ten minste één van de volgende fluïda: koolstofdioxide, 15 zwavelhexafluoride, ammoniak, verzadigde koolwaterstoffen en stikstofoxide.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat stap A) wordt uitgevoerd bij een temperatuur en druk die gelijk zijn of hoger zijn dan de kritische temperatuur en de kritische druk van het superkritische fluïdum. 20
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aminoalkylalkoxysilaanverbinding wordt gevormd door ten minste één van de volgende verbindingen: een aminoalkylmonoalkoxysilaanverbinding, aminoalkyldialkoxysilaanverbinding, aminoalkyltrialkoxysilaanverbinding, of een 25 derivaat daarvan.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aminoalkylgroep van de aminoalkylalkoxysilaanverbinding ten minste tien koolstofatomen omvat. 30
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de alkoxygroep één of twee koolstofatomen omvat.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aminoalkylalkoxysilaanverbinding wordt gevormd door ten minste één van de volgende verbindingen: 3-aminopropyltrimethoxysilaan, 3-aminopropylmethyldimethoxysilaan, 3- aminopropyltriethoxysilaan, 3-aminopropylmethyldiethoxysilaan, N-(2aminoethyl)-3-5 aminopropylmethyldimethoxysilaan, N-(2-aminoethyl)-3aminopropyltrimethoxysilaan, 4- aminobutyl-triethoxysilaan, 4-amino-3,3-dimethylbutyltrimethoxysilaan, (N,N-dimethyl-3-aminopropyl)-trimethoxysilaan, (N,N-diethyl-3-aminopropyl)-trimethoxysilaan, N-fenylaminopropyltrimethoxysilaan, N-(6-aminohexyl)-3-aminopropyltrimethoxysilaan, bis[3-(trimethoxy-silyl)propyl]amine, of bis[3( 10 triethoxy-silyl)propyl]amine.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de concentratie van de aminoalkylalkoxyverbinding in het superkritische fluïdum voor het uitvoeren van stap A) is gelegen tussen 0,01 en 40 mol%. 15
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het superkritische fluïdum is voorzien van een vloeibaar intermediair oplosmiddel.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het oplosmiddel wordt 20 gevormd door water of alcohol.
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het fluïdum is voorzien van ten minste één additief voor het uitvoeren van stap A).
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het additief wordt gevormd door ten minste één van de volgende componenten: een bleekmiddel, een antioxidant, een desinfectiemiddel, of een substantie om inktvraat tegen te gaan.
13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat stap B) 30 wordt gerealiseerd door het verlagen van de druk, in het bijzonder door het verlagen van de druk tot atmosferische druk.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat stap B) wordt gerealiseerd door het verlagen van de temperatuur, in het bijzonder door het verlagen van de temperatuur tot kamertemperatuur.
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat stap A) en stap B) na het initieel uitvoeren van stap A) en stap B) ten minste éénmalig worden herhaald.
16. Inrichting voor het toepassen van een werkwijze volgens een der conclusies 1- 10 15, omvattende: compressiemiddelen voor het genereren van een superkritisch fluïdum, en - een met de compressiemiddelen verbonden in hoofdzaak mediumdichte drukkamer, welke behandelkamer is ingericht voor opname van papier en voor het houden van een van ten minste één aminoalkylalkoxysilaanverbinding 15 voorziene fluïdum.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de inrichting middelen omvatten voor het in beweging houden van het fluïdum in de drukkamer.
NL2000862A 2007-09-17 2007-09-17 Werkwijze en inrichting voor het ontzuren van papier. NL2000862C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000862A NL2000862C2 (nl) 2007-09-17 2007-09-17 Werkwijze en inrichting voor het ontzuren van papier.
US12/678,364 US8540848B2 (en) 2007-09-17 2008-09-17 Method and device for a de-acidifying paper
EP08831606A EP2193235A2 (en) 2007-09-17 2008-09-17 Method and device for de-acidifying paper
PCT/NL2008/050609 WO2009038459A2 (en) 2007-09-17 2008-09-17 Method and device for de-acidifying paper

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000862A NL2000862C2 (nl) 2007-09-17 2007-09-17 Werkwijze en inrichting voor het ontzuren van papier.
NL2000862 2007-09-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000862C2 true NL2000862C2 (nl) 2009-03-18

Family

ID=39655748

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000862A NL2000862C2 (nl) 2007-09-17 2007-09-17 Werkwijze en inrichting voor het ontzuren van papier.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US8540848B2 (nl)
EP (1) EP2193235A2 (nl)
NL (1) NL2000862C2 (nl)
WO (1) WO2009038459A2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8932409B2 (en) * 2012-11-01 2015-01-13 Spectra Systems Corporation Supercritical fluid cleaning of banknotes and secure documents
KR20150082441A (ko) * 2012-11-01 2015-07-15 스펙트라 시스템즈 코포레이션 화폐들과 보안 문서들의 초임계 유체 클리닝
US9676009B2 (en) 2012-11-01 2017-06-13 Specrra Systems Corporation Supercritical fluid cleaning of banknotes and secure documents
WO2015157284A1 (en) * 2014-04-07 2015-10-15 Spectra Systems Corporation Supercritical fluid cleaning of banknotes and secure documents
CN108004846B (zh) * 2017-11-28 2021-08-10 华南理工大学 一种古籍增强加固方法
CN108914701B (zh) * 2018-08-30 2023-06-20 华南理工大学 一种可批量用于整册古籍脱酸增强加固装置
KR102278629B1 (ko) * 2019-07-22 2021-07-19 세메스 주식회사 기판 처리 장치

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997039190A1 (fr) * 1996-04-18 1997-10-23 SEPAREX (Société Anonyme) Procede et installation de traitement de documents de papier par fluide a pression supercritique
FR2825726A1 (fr) * 2001-06-12 2002-12-13 Herve Cheradame Procede de desacidification du papier et ses applications

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997039190A1 (fr) * 1996-04-18 1997-10-23 SEPAREX (Société Anonyme) Procede et installation de traitement de documents de papier par fluide a pression supercritique
FR2825726A1 (fr) * 2001-06-12 2002-12-13 Herve Cheradame Procede de desacidification du papier et ses applications

Also Published As

Publication number Publication date
EP2193235A2 (en) 2010-06-09
WO2009038459A2 (en) 2009-03-26
WO2009038459A3 (en) 2009-05-14
US8540848B2 (en) 2013-09-24
US20110091641A1 (en) 2011-04-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2000862C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het ontzuren van papier.
US9365977B2 (en) Cellulosic product forming process and wet formed cellulosic product
CN101529015B (zh) 改性牛皮纸纤维
FI127368B (fi) Menetelmä kuituradan valmistamiseksi sekä kuitutuote
RU2696382C1 (ru) Способ получения бумаги
JP2797194B2 (ja) 印刷されたセルロース物質の保存のためのプロセス
Hubbe et al. Nonaqueous Solution Deacidification Treatments to Prolong the Storage Life of Acidic Books: A Review of Mechanistic and Process Aspects.
SU1429945A3 (ru) Бумага,способ изготовлени ее и способ изготовлени изделий из бумаги
NO129047B (nl)
EP3899138A1 (en) Method for treating a fibrous material comprising nanocellulose with an organic acid or organic acid salt
TWI226400B (en) Soft absorbent tissue containing hydrophilic polysiloxanes
SE538956C2 (en) Use of a paper or paperboard product as a middle layer in a paperboard
Osyka et al. Polyamidaminepichlorohydrin application for eco-safe waterfast and waterproof food packaging paper production.
CN102016172A (zh) 可印刷产品和用于制备可印刷产品的方法
Williams Chemistry of the deacidification of paper
US7297228B2 (en) Process for manufacturing a cellulosic paper product exhibiting reduced malodor
Anders Book and paper preservation
CA2470251C (en) Process for manufacturing a cellulosic paper product exhibiting reduced malodor
NL9201387A (nl) Werkwijze en inrichting voor conservering van papieren documenten en boeken.
JP2502449B2 (ja) 多孔性材料の保存方法
WO2019219930A1 (en) Drainage of cellulose nanomaterials
Areal Guerra et al. The effect of aqueous solutions of alkoxypolyethyleneglycols (ALKPG) on the mechanical properties of paper
CN114263071B (zh) 一种提高凹印卷烟商标纸平整度的涂布液及其应用方法
Liers et al. Results of the paper splitting process
WO2004061230A1 (en) Process for manufacturing a cellulosic paper product exhibiting reduced malodor

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140401