NL2000851C1 - Verbeterd paneelgordijnsysteem. - Google Patents

Description

VERBETERD PANEELGORDIJNSYSTEEM

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een verbeterd paneelgordijn of paneelgordijnsysteem.

5 Een eerste verbetering betreft een stelsel voor het bevestigen van een raambekleding, zoals een uit één of meerdere panelen bestaand paneelgordijn, aan een rail, welk stelsel een eerste profiel omvat, dat aan de bovenzijde is voorzien van lopers, die zijn ingericht voor althans gedeeltelijke opname in de rail, en welk stelsel verder middelen omvat voor het bevestigen van de raambekleding.

10 Een dergelijk stelsel is in de praktijk bekend en heeft het probleem dat het bevestigen van het paneel tijdrovend is, waarbij het recht bevestigen van het paneel niet gegarandeerd is.

De uitvinding heeft als doel hiervoor een oplossing te bieden. Het stelsel volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat het stelsel een tweede profiel 15 omvat, dat is ingericht voor losneembare bevestiging aan het eerste profiel, waarin de middelen voor het bevestigen van de raambekleding zijn aangebracht op het tweede profiel.

De innovatieve samenwerkende profielen maken een snelle en betrouwbare montage van het paneel aan de rail mogelijk, waarbij het paneel af fabriek aan het 2 0 tweede profiel kan worden bevestigd. Bij voorkeur zijn de profielen in elkaar haakbaar.

Een tweede verbetering betreft een bevestigingselement voor het bevestigen van een rail voor raambekleding aan een oppervlak, welk bevestigingselement een centraal deel omvat dat aan weerszijden is voorzien van twee klemdelen, die zich in 2 5 hoofdzaak dwars op het centrale deel uitstrekken voor klemmende aangrijping op de zijkanten van de rail.

Een dergelijk bevestigingselement is in de praktijk bekend. Bij het bekende stelsel is het bevestigingselement aan de zichtzijde voorzien van een verende lip voor opname in een sleuf halverwege de zijkant van de rail.

30 De uitvinding heeft tot doel hier een alternatief voor te verschaffen met een elegantere vormgeving.

Het bevestigingselement volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de klemdelen de zijkanten van de rail in hoofdzaak omgeven, dat de klemdelen grotendeels vormsluitend zijn met de zijkanten van de rail en dat de klemdelen aan 35 het uiteinde ervan zijn voorzien van een uitstekende rand.

2

Het innovatieve bevestigingselement lijkt voor het oog te zijn geïntegreerd in de rail. Daar komt bij dat het bevestigingselement om de rail kiemt en de rail derhalve eenvoudig daarin is te bevestigen. Doordat de klemming nabij de onderzijde van de rail plaatsvindt, kan het bevestigingselement volgens de 5 uitvinding bovendien dichter tegen het plafond aan gemonteerd worden dan het bekende bevestigingselement.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een stelsel van een rail voor raambekleding en een bevestigingelement volgens de uitvinding, waarin de rail aan weerszijden is voorzien van een sleuf, die zich in de onderzijde van de zijkanten 10 bevindt, welke sleuf is ingericht voor opname van de uitstekende rand van het bevestigingselement. In dit stelsel is het bevestigingselement optimaal in de rail geïntegreerd.

Een derde verbetering betreft een stelsel van een rail voor een paneelgordijn en een eindstructuur voor afsluiting van een uiteinde van de rail, welke eindstructuur 15 is voorzien van een ruimte waarin een magneet is aangebracht voor samenwerking met een magnetisch materiaal op een van de panelen, waarin de eindstructuur aan de buitenzijde ervan is voorzien van sleuven voor doorgang van bedieningskoorden voor de panelen, en waarin de eindstructuur is voorzien van een paar verende pennen met een middels een stelschroef instelbare onderlinge afstand voor 2 0 klemmende bevestiging in de rail.

Een dergelijke innovatieve eindstructuur of eindkap biedt diverse voordelen. De losneembare bevestiging van één of meer van de panelen biedt optimaal gebruikersgemak, bij voorbeeld bij het ramenwassen. De sleuven voor de koorden vereenvoudigen de assemblage. De bajonetsluiting vereenvoudigt de montage.

25 De uitvinding heeft betreft verder een eindstructuur zoals beschreven als onderdeel van het stelsel volgens de uitvinding.

De uitvinding betreft voorts een paneelgordijnsysteem, omvattende een rail, één of meer panelen en één of meer bevestigingsstelsels zoals bovenbeschreven.

De uitvinding betreft voorts een dergelijk paneelgordijnsysteem verder 30 omvattende één of meer bevestigingselementen volgens de uitvinding en/of één of meer eindstructuren volgens de uitvinding.

Verdere technische maatregelen van de bovengenoemde innovaties zijn beschreven in de afhankelijke conclusies.

De uitvinding zal nu in meer detail worden besproken aan de hand van de 35 tekeningen, waarin: 3

Figuur 1 een schematisch aanzicht toont van een deel van een paneelgordijnsysteem volgens de uitvinding;

Figuur 2A een eerste uitvoeringsvorm toont van het paneelgordijnsysteem uit figuur 1 in dwarsdoorsnede; 5 Figuur 2B een tweede uitvoeringsvorm toont van het paneelgordijnsysteem uit figuur 1 in dwarsdoorsnede;

Figuren 3A en 3B de werking illustreren van het innovatieve stelsel van profielen volgens de uitvinding;

Figuren 4A en 4B de werking illustreren van het innovatieve 10 bevestigingselement volgens de uitvinding; en

Figuur 5 een schematisch aanzicht toont van het paneelgordijnsysteem uit figuur 1 met uiteengenomen eindstructuur.

In de figuren duiden gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aan.

15 Figuur 1 toont schematisch een deel van een paneelgordijnsysteem 1 volgens de uitvinding. Figuur 2A toont een eerste uitvoeringsvorm van het paneelgordijnsysteem uit figuur 1 in dwarsdoorsnede. Figuur 2B toont een tweede uitvoeringsvorm van het paneelgordijnsysteem uit figuur 1 in dwarsdoorsnede. Figuren 3A en 3B illustreren de werking van het innovatieve stelsel van profielen 2 0 volgens de uitvinding.

Paneelgordijnsysteem 1 omvat een rail 2, die middels een innovatief bevestigingselement 20 bevestigbaar is aan een daartoe geschikt oppervlak. Aan het paneelgordijnsysteem kunnen panelen naar keuze worden bevestigd. Twee voorbeelden van panelen 40 respectievelijk 50 zijn getoond in figuren 2A en 2B.

2 5 Voor het bevestigen van de panelen aan de rail 2 is volgens de uitvinding een stelsel 10 voorzien.

Stelsel 10 omvat een eerste profiel 11 en een tweede profiel 12, dat is ingericht voor losneembare bevestiging aan het eerste profiel. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn de profielen in elkaar haakbaar.

30 Het eerste profiel 11 is aan de bovenzijde voorzien van lopers 13, die zijn ingericht voor althans gedeeltelijke opname in de rail 2. Het eerste profiel 11 is verder aan weerszijden voorzien van één of meer haakvormige elementen 11A, 11B, die zich uitstrekken in de van het profiel 11 afgekeerde richting. De haakvormige elementen 11A, 11B bevinden zich aan weerszijden van profiel 11 op 35 ongelijke hoogte.

4

Het tweede profiel 12 is aan weerszijden voorzien van één of meer haakvormige elementen 12A, 12B, die zich uitstrekken in de naar het profiel f2 toegekeerde richting. De haakvormige elementen 12A, 12B bevinden zich aan weerszijden van profiel 12 eveneens op ongelijke hoogte.

5 De elementen 11A en 12A, respectievelijk 11B en 12B, zijn middels een eenvoudige haakbeweging losneembaar aan elkaar bevestigbaar. Dit is geïllustreerd in figuren 3A en 3B.

Het tweede profiel 12 is verder voorzien van middelen voor het bevestigen van de raambekleding, in dit voorbeeld een paneel. In de eerste uitvoeringsvorm is 10 profiel 12 ingericht voor het opnemen van de bovenzijde van de raambekleding. Het paneel 40 is aan de bovenzijde voorzien van een pees 41. Het tweede profiel 12 is voorzien van een ruimte 14 voor het opsluiten van de pees. Ruimte 14 is deels afgesloten door lip 15 waarachter pees 41 schuifbaar kan worden bevestigd.

In figuur 2B is een alternatieve uitvoeringsvorm van het tweede profiel 15 getoond, die is aangeduid als 12’. In de tweede uitvoeringsvorm zijn profiel 12’ en paneel 50 voorzien van samenwerkend kleefband 51, bijvoorbeeld Velcro®. Voor het overige is profiel 12’ gelijk aan profiel 12.

Een voorbeeld van een geschikt materiaal voor het eerste profiel is kunststof. Een voorbeeld van een geschikt materiaal voor het tweede profiel is 20 aluminium.

Rail 2 is bevestigbaar aan een daartoe geschikt oppervlak middels bevestigingselementen 20. Het bevestigingelement 20 omvat daartoe een opening 25 voor doorgang van bevestigingsmiddelen, zoals een schroef, voor bevestiging aan het oppervlak. Figuren 4A en 4B illustreren de werking van het 25 bevestigingselement 20. Elk bevestigingelement 20 omvat een centraal deel 21 dat aan weerszijden is voorzien van twee klemdelen 22 en 23, die zich in hoofdzaak dwars op het centrale deel 21 uitstrekken en bestemd zijn om klemmend aan te grijpen op de zijkanten van de rail 2. In de gebruikspositie omgeven de klemdelen 22 en 23 de zijkanten van de rail nagenoeg volledig en liggen daar nagenoeg 30 vormsluitend tegenaan.

De klemdelen 22 en 23 zijn aan het uiteinde ervan voorzien van een uitstekende rand 22A, respectievelijk 23A. De rail 2 is aan weerszijden voorzien van een sleuf 2A, die zich in de zijkanten nabij de onderzijde ervan bevindt. De sleuven 2A zijn bestemd voor opname van de randen 22A, respectievelijk 23A. De sleuven 35 2A zijn (in x-richting gezien) breder dan de randen 22A, respectievelijk 23A.

5

Hierdoor ontstaat een speling S, waarin een geschikt voorwerp kan worden gestoken om het uitnemen van de rail 2 uit het bevestigingselement 20 te vergemakkelijken. Klemdelen 22 en 23 zijn identiek.

Het centrale deel 21 is voorzien van een brug 24 voor afsteuning op de 5 bovenzijde van de rail 2. Het is verder in hoofdzaak vlak.

De zijkanten van rail 2 steken uit ten opzichte van de bovenzijde van de rail 2. De bovenzijde van de rail 2 is verder voorzien van opstaande randen 2C, die centraler zijn gelegen. Tussen de uitstekende zijkanten 2B en de opstaande randen 2C ontstaan uitsparingen voor het verzonken opnemen van de brug 24.

10 Het innovatieve bevestigingselement is geschikt voor het bevestigen van elk type rail voor uiteenlopende soorten raambekleding en is slechts bij wijze van illustratie beschreven voor gebruik bij een paneelgordijnsysteem.

Rail 2 is aan de uiteinden afsluitbaar middels een innovatieve eindstructuur 30. Figuur 5 toont een schematisch aanzicht van het paneelgordijnsysteem 1 met 15 uiteengenomen eindstructuur 30. De eindstructuur 30 is voorzien van één of meer ruimtes 31, waarin een magneet 32 is opgenomen. Het eerste paneel 40 is voorzien van een geschikt magnetisch materiaal, bijvoorbeeld een stalen plaatje 42, dat losneembaar aan de magneet bevestigbaar is. Optioneel kan ook het laatste paneel van een dergelijk magnetisch materiaal zijn voorzien.

20 De eindstructuur 30 omvat verder uitstekende verende pennen 34 voor bevestiging aan de rail, die bestemd zijn voor opname in de uitsparingen tussen de uitstekende zijkanten 2B en de opstaande randen 2C op de bovenzijde van de rail. De zijdelingse afstand tussen de uitstekende pennen 34 is instelbaar middels een tussen de pennen aangebrachte stelschroef 35. Door deze een kwartslag te draaien 2 5 wijken de uitstekende pennen 34 uiteen en klemmen deze tegen de randen 2C teneinde de eindstructuur 30 te bevestigen aan dé"rail 2.

De eindstructuur 30 is optioneel tevens voorzien van sleuven 33 voor doorgang van bedieningskoorden (niet getoond) voor de panelen. De in figuur 1 getoonde eindstructuur 30’ is bestemd voor stangbediening en heeft derhalve geen 30 sleuven.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvormen, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang zoals gedefinieerd in de conclusies bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende 35 tekeningen.

Claims (15)

1. Stelsel voor het bevestigen van een raambekleding, zoals een 5 paneelgordijn, aan een rail, welk stelsel een eerste profiel omvat, dat aan de bovenzijde is voorzien van lopers, die zijn ingericht voor althans gedeeltelijke opname in de rail, en welk stelsel verder middelen omvat voor het bevestigen van de raambekleding, met het kenmerk, dat het stelsel een tweede profiel omvat, dat is ingericht voor losneembare bevestiging aan het eerste profiel, waarin de middelen 10 voor het bevestigen van de raambekleding zijn aangebracht op het tweede profiel.

2. Stelsel volgens conclusie 1, waarin de profielen in elkaar haakbaar zijn.

3. Stelsel volgens conclusie 2, waarin het eerste profiel aan weerszijden is 15 voorzien van één of meer haakvormige elementen, die zich uitstrekken in de van het profiel afgekeerde richting en waarin het tweede profiel aan weerszijden is voorzien van één of meer haakvormige elementen, die zich uitstrekken in de naar het profiel toegekeerde richting.

4. Stelsel volgens conclusie 3, waarin de haakvormige elementen zich aan weerszijden van elk profiel op ongelijke hoogte bevinden.

5. Bevestigingselement voor het bevestigen van een rail voor raambekleding aan een oppervlak, welk bevestigingselement een centraal deel omvat dat aan 25 weerszijden is voorzien van twee klemdelen, die zich in hoofdzaak dwars op het centrale deel uitstrekken voor klemmende aangrijping op de zijkanten van de rail, met het kenmerk, dat de klemdelen de zijkanten van de rail in hoofdzaak omgeven, dat de klemdelen grotendeels vormsluitend zijn met de zijkanten van de rail en dat de klemdelen aan het uiteinde ervan zijn voorzien van een uitstekende rand. 30

6. Bevestigingselement volgens conclusie 5, waarin het centrale deel is voorzien van een brug voor afsteuning op de bovenzijde van de rail.

7. Bevestigingselement volgens conclusie 5 of 6, waarin de klemdelen 35 identiek zijn.

8. Stelsel van een rail voor raambekleding en een bevestigingelement volgens conclusie 5, 6 of 7, waarin de rail aan weerszijden is voorzien van een sleuf, die zich in de onderzijde van de zijkanten bevindt, welke sleuf is ingericht voor 5 opname van de uitstekende rand van het bevestigingselement.

9. Stelsel volgens conclusie 8, waarin de sleuf breder is dan de rand.

10. Stelsel van een rail voor een paneelgordijn en een eindstructuur voor 10 afsluiting van een uiteinde van de rail, welke eindstructuur is voorzien van een ruimte waarin een magneet is aangebracht voor samenwerking met een magnetisch materiaal op een van de panelen.

11. Stelsel volgens conclusie 10, waarin de eindstructuur is voorzien van een 15 paar verende pennen met een middels een stelschroef instelbare onderlinge afstand voor klemmende bevestiging in de rail.

12. Stelsel volgens conclusie 10 of 11, waarin de eindstructuur aan de buitenzijde ervan is voorzien van sleuven voor doorgang van bedieningskoorden 2. voor de panelen.

13. Eindstructuur zoals beschreven als onderdeel van het stelsel volgens conclusie 10, 11 of 12.

14. Paneelgordijnsysteem, omvattende een rail, één of meer panelen en één of meer stelsels, zoals beschreven in één van de voorgaande conclusies 1 t/m 4.

15. Paneelgordijnsysteem volgens conclusie 14, verder omvattende één of meer bevestigingselementen volgens conclusie 5, 6 of 7 en/of één of meer 30 eindstructuren volgens conclusie 13. 35