NL2000773C2 - Cable gutter element, has lid and bottom element arranged on opposite sides towards top in length direction of element covered walls, where top has opening for inserting lid attached to coupling part that is positioned partially under top - Google Patents

Abstract

The element (1) has a lid (3) and a bottom element (2) arranged on opposite sides towards a top (6) in a length direction of element covered walls i.e. sidewalls (5). The top of each wall in longitudinal direction is extended to an outer raised edge (7), and has an opening (9) e.g. recess, for inserting a lid attached to an L-shaped coupling part (10) e.g. ridge, that is positioned partially under the top. The recess is located at a position near a longitudinal end of the bottom element.

Description

NL 47397-MP/li KabelgootNL 47397-MP / li Cable duct

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ka-belgootelement volgens de aanhef van conclusie 1. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een deksel voor gebruik bij een dergelijk kabelgootelement.The present invention relates to a cable duct element according to the preamble of claim 1. The invention also relates to a cover for use with such a cable duct element.

5 In de praktijk worden kabelgoten toegepast bij de spoorwegen, voor het daardoor voeren van stroomvoorzienende kabels, kabels voor bediening van wissels en seinen enz. Deze bekende kabelgoten hebben in het algemeen het probleem dat zij de temperatuur van de omgeving aannemen, waardoor de temperatuur 10 van de in de kabelgoten gelegen kabels overeenkomstig kan variëren. Bij inval van zonlicht en absorptie van zonne-energie kan de temperatuur van de in de kabelgoot gelegen kabels zeer sterk toenemen. Met name wanneer het metalen, bijvoorbeeld koperen, kabels betreft zullen deze bij hogere temperatuur sterk uitzet-15 ten. Daardoor wordt het algemene probleem verkregen dat de kabels het deksel van het kabelgootelement afdrukken.In practice, cable ducts are used on the railways, for conducting current-supplying cables, cables for the control of points and signals, etc. These known cable ducts generally have the problem that they take on the temperature of the environment, as a result of which the temperature 10 of the cables located in the cable ducts may vary accordingly. With the incidence of sunlight and the absorption of solar energy, the temperature of the cables located in the cable duct can increase considerably. Particularly when metals, for example copper, cables are involved, they will expand strongly at a higher temperature. As a result, the general problem is that the cables print the cover of the cable duct element.

De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterd kabelgootelement te verschaffen.The invention now has for its object to provide an improved cable duct element.

Met name heeft de uitvinding tot doel een kabelgootele-20 ment te verschaffen waarmee een deksel bij expansie van in het element gelegen kabels, op zekere wijze gepositioneerd blijft.In particular, it is an object of the invention to provide a cable duct with which a cover remains securely positioned upon expansion of cables located in the element.

In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een kabelgootelement te verschaffen waarvan het deksel zonder separate bevestigingsmiddelen aan het kabelgootelement kan worden gekop-25 peld.In particular, the invention has for its object to provide a cable duct element, the cover of which can be coupled to the cable duct element without separate fixing means.

Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde doelen verschaft de uitvinding een kabelgootelement dat de maatregelen bezit zoals die staan beschreven in conclusie 1.To obtain at least one of the aforementioned objects, the invention provides a cable duct element that has the features as described in claim 1.

Hiermee wordt het voordeel verkregen dat het deksel bij 30 een naar boven toe gerichte kracht daarop, niet van het bodeme-lement wordt gescheiden.The advantage is hereby obtained that the cover is not separated from the bottom element by an upwardly directed force thereon.

In de praktijk zullen verscheidene bodemelementen aanliggend worden gekoppeld, waarbij elk bodemelement. door een deksel zal worden afgedekt, zodanig dat de deksels aansluitend zijn 35 gepositioneerd.In practice, various bottom elements will be coupled adjacent, with each bottom element. will be covered by a lid such that the lids are subsequently positioned.

Een voorkeursuitvoeringsvorm wordt gevormd door een kabelgootelement, welke de maatregelen volgens conclusie 2 bezit. Een dergelijke nok die is voorzien aan de onderzijde van het deksel en die in een opening in de bovenzijde van een wand van 2 het bodemelement valt, voorkomt in hoofdzaak een horizontale verplaatsing van het deksel ten opzichte van het bodemelement. Hierdoor wordt de mogelijkheid verkregen dat in een eerste positie het L-vormige koppelingsdeel, dat met één been aan de onder-5 zijde van het deksel is bevestigd en waarbij het andere been van het L-vormige koppelingsdeel zich in hoofdzaak in de lengterichting van het deksel uitstrekt, in een eerste positie naar beneden toe in de opening in de bovenzijde van de wand wordt gebracht en vervolgens het zich horizontaal uitstrekkende been van 10 het koppelingsdeel tot onder de bovenzijde van de wand wordt verschoven, op welk moment een naar boven toe gerichte verplaatsing van het deksel niet mogelijk is. In deze tweede positie dient de nok te zijn uitgelijnd met de uitsparing in de bovenzijde van de wand. Een horizontale verplaatsing van het deksel 15 is daardoor eveneens voorkomen.A preferred embodiment is formed by a cable duct element, which has the features according to claim 2. Such a cam which is provided on the underside of the cover and which falls into an opening in the top of a wall of the bottom element, substantially prevents horizontal displacement of the cover relative to the bottom element. As a result, the possibility is obtained that in a first position the L-shaped coupling part, which is attached with one leg to the bottom side of the cover and wherein the other leg of the L-shaped coupling part is situated substantially in the longitudinal direction of the cover, is brought downwardly in a first position into the opening in the top of the wall and then the horizontally extending leg of the coupling part is shifted below the top of the wall, at which time an upwardly directed displacement of the lid is not possible. In this second position, the cam must be aligned with the recess in the top of the wall. Horizontal displacement of the lid 15 is therefore also prevented.

Het heeft met name de voorkeur dat de nok zich bevindt nabij een uiteinde, in de lengterichting gezien, van het deksel. Wanneer het uiteinde van het deksel enigszins wordt opgetild, kan de nok tot uit de uitsparing worden geheven waardoor het 20 deksel in horizontale richting kan worden verschoven teneinde het L-vormige koppelingsdeel uit de opening te kunnen nemen. Zodoende kan het deksel eenvoudig worden verwijderd uit het bodemelement .It is particularly preferred that the cam is located near an end, viewed in the longitudinal direction, of the lid. When the end of the cover is slightly lifted, the cam can be lifted out of the recess so that the cover can be shifted in the horizontal direction in order to be able to take the L-shaped coupling part out of the opening. The lid can thus be easily removed from the bottom element.

Om het betreffende uiteinde van het deksel eenvoudig te 25 kunnen vatten om dit te kunnen optillen, is de voorkeur dat het deksel een uitstekende flap omvat. Deze uitstekende flap van het deksel kan bij voorkeur over een aanliggend uiteinde van een tweede deksel zijn gepositioneerd. Het heeft met name de voorkeur wanneer het uiteinde van het tweede deksel een uitsparing 30 omvat voor opname van de flap van het eerste deksel. Daardoor wordt aan de bovenzijde een doorlopend oppervlak verkregen, waarbij elk deksel een eerste uiteinde met een flap omvat en een tweede uiteinde met een enigszins verzonken uitsparing omvat, zodanig dat de flap van een eerste uiteinden in de uitsparing 35 van een tweede deksel past.In order to be able to easily grasp the relevant end of the lid in order to be able to lift it, it is preferred that the lid comprises a protruding flap. This protruding flap of the lid can preferably be positioned over an abutting end of a second lid. It is particularly preferred if the end of the second lid comprises a recess 30 for receiving the flap of the first lid. As a result, a continuous surface is obtained at the top, wherein each lid comprises a first end with a flap and a second end with a slightly recessed recess, such that the flap of a first ends fits into the recess 35 of a second lid.

Voorts heeft het de voorkeur om een tussen het deksel en bodemelement te positioneren plaatvormig of folievormig element te voorzien, bij voorkeur een thermisch isolerend element. Door middel van een dergelijk element kan een luchtlaag tussen 40 het element en het deksel worden gevormd waardoor een thermische isolatie tegen omgevingswarmte, met name warmte ten gevolge van invallende zonne-energie, wordt verkregen. De temperatuur in de 3 kabelgoot waar de kabels zich bevinden, zal daardoor minder sterk fluctueren.Furthermore, it is preferable to provide a plate-shaped or foil-shaped element to be positioned between the cover and bottom element, preferably a thermally insulating element. By means of such an element an air layer can be formed between the element and the cover, as a result of which a thermal insulation against ambient heat, in particular heat due to incident solar energy, is obtained. The temperature in the cable duct where the cables are located will therefore fluctuate less strongly.

Het deksel voor het kabelgootelement volgens de uitvinding bezit bij voorkeur een onder de bovenzijde van het deksel 5 voorziene ribbenstructuur, bij voorkeur een honingraatstructuur. De wanddikte van het deksel kan daardoor worden verminderd, terwijl een zeer grote stevigheid wordt verkregen.The cover for the cable duct element according to the invention preferably has a rib structure provided below the top of the cover 5, preferably a honeycomb structure. The wall thickness of the cover can thereby be reduced, while a very high strength is obtained.

Voorts heeft het de voorkeur dat tussen deze ribben een isolerend materiaal is voorzien. Een dergelijke uitvoeringsvorm 10 verschaft een uitstekende thermische isolatie. Een dergelijk materiaal kan bijvoorbeeld bestaan uit polyurethaanschuim of een dergelijk, in de techniek bekend, isolerend materiaal.Furthermore, it is preferred that an insulating material is provided between these ribs. Such an embodiment 10 provides excellent thermal insulation. Such a material can for instance consist of polyurethane foam or such an insulating material known in the art.

Ten slotte heeft het de voorkeur dat het deksel aan de bovenzijde een zonne-energie weerkaatsend oppervlak bezit. De 15 opwarming van het deksel zelf en derhalve van de inwendige ruimte van het kabelgootelement en de zich daarin bevindende kabels, wordt zodoende sterk verminderd.Finally, it is preferred that the top cover has a solar reflective surface. The heating of the cover itself and therefore of the interior space of the cable duct element and the cables contained therein is thus greatly reduced.

De uitvinding zal hierna verder worden beschreven aan de hand van de figuren. Deze figuren vormen slechts een voor-20 keursuitvoeringsvorm van de uitvinding en zijn niet bedoeld om de beschermingsomvang te beperken. De in de verschillende figuren getoonde equivalente uitvoeringsvormen worden telkens aangeduid door dezelfde verwijzingscijfers voor zover dat voor het begrip van de uitvinding geschikt is. Een deskundige in de tech-25 niek is eenvoudig in staat om aan de hand van de getoonde figuren en de onderhavige beschrijving verdere equivalente uitvoeringsvormen te bedenken en toe te passen. Deze vallen echter alle onder de beschermingsomvang van de bij gevoegde conclusies.The invention will be further described hereinafter with reference to the figures. These figures are only a preferred embodiment of the invention and are not intended to limit the scope of protection. The equivalent embodiments shown in the different figures are in each case indicated by the same reference numerals to the extent that this is suitable for understanding the invention. A person skilled in the art is easily able to devise and use further equivalent embodiments on the basis of the figures shown and the present description. These, however, all fall within the scope of the appended claims.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een ka-30 belgootelement volgens de uitvinding.Figure 1 shows a perspective view of a cable gutter element according to the invention.

Figuren 2a, 2b, 2c tonen drie verschillende stappen bij het positioneren van het deksel op het bodemelement in een de-tailaanzicht.Figures 2a, 2b, 2c show three different steps in positioning the lid on the bottom element in a detailed view.

Figuur 3 toont een ander detail van samenwerkende dek- 35 seis.Figure 3 shows another detail of cooperating cover.

Figuur 4 toont een perspectivisch onderaanzicht van het deksel.Figure 4 shows a bottom perspective view of the lid.

Figuur 5 toont een doorsnede langs de lijn V-V in figuur 4.Figure 5 shows a section along the line V-V in Figure 4.

40 Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een ka belgootelement 1, bestaande uit een bodemelement 2 en een deksel 3. Een onderaanzicht van het deksel 3 is nader getoond in figuur 4.Figure 1 shows a perspective view of a cable duct element 1, consisting of a bottom element 2 and a lid 3. A bottom view of the lid 3 is further shown in Figure 4.

44

Het bodemelement 2 is in hoofdzaak voorzien van een bodemplaat 4 en zijwanden 5. De zijwanden 5 omvatten aan hun bovenzijde 6 elk een opstaande rand 7, welke zich uitstrekt in de 5 lengterichting A van het kabelgootelement 1. De randen 7 zijn gelegen aan de buitenzijde van de bovenzijde 6, waardoor daartussenin een steunvlak 8 wordt gevormd waarop het deksel 3 kan afsteunen. Een zijdelingse beweging van het deksel 3, in het horizontale vlak loodrecht ten opzichte van de richting A, wordt 10 door de randen 7 voorkomen.The bottom element 2 is substantially provided with a bottom plate 4 and side walls 5. The side walls 5 each have on their upper side 6 an upright edge 7, which extends in the longitudinal direction A of the cable duct element 1. The edges 7 are located on the outside from the top side 6, so that between them a supporting surface 8 is formed on which the cover 3 can support. A lateral movement of the lid 3, perpendicular to the direction A in the horizontal plane, is prevented by the edges 7.

In het afsteunende oppervlak 8, het steunvlak 8, is een opening 9 voorzien waarin een koppelingsdeel 10 kan worden gebracht. Een detailaanduiding hiervan is getoond in figuren 2a-2c.An opening 9 is provided in the supporting surface 8, the supporting surface 8, into which a coupling part 10 can be inserted. A detailed indication of this is shown in Figures 2a-2c.

15 Hierbij wordt opgemerkt dat het deksel 3 aan de onder zijde in de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 1, aan elke langszijde twee nokken 10 omvat. Slechts de nokken 10 aan de naar de kijker gerichte zijde van het deksel 3 zijn in figuur 1 zichtbaar. Slechts één opening 9 in het steunvlak 8 is in figuur 20 1 zichtbaar.It is noted here that the bottom cover 3 in the embodiment as shown in figure 1 comprises two cams 10 on each longitudinal side. Only the cams 10 on the side of the lid 3 facing the viewer are visible in Figure 1. Only one opening 9 in the supporting surface 8 is visible in FIG.

Figuur 2a toont het deksel 3, voorzien van het koppelingsdeel 10 dat in hoofdzaak een L-vorm heeft. Het koppelingsdeel 10 wordt in een opening 9 in het steunvlak 8 gevoegd, zoals is weergegeven in figuur 2b. Tevens is in de figuren 2a-2c een 25 nok 11 zichtbaar die in een uitsparing 12 wordt gevoegd. Wanneer het koppelingsdeel 10, zoals is te zien in figuur 2a, naar beneden toe in de opening 9 wordt gevoegd, zal de nok 11 op het steunvlak 8 liggen. Een verschuiving van het deksel 3 in de richting B, zoals getoond in figuur 2b, zorgt ervoor dat het ho-30 rizontale been van het koppelingsdeel 10 onder het materiaaldeel van het steunvlak 8 wordt geschoven en de nok 11 in de opening 12 wordt gevoegd.Figure 2a shows the lid 3, provided with the coupling part 10, which has substantially an L-shape. The coupling part 10 is inserted into an opening 9 in the supporting surface 8, as is shown in Figure 2b. 2a-2c also shows a cam 11 which is inserted into a recess 12. When the coupling part 10, as can be seen in figure 2a, is inserted downwards into the opening 9, the projection 11 will lie on the support surface 8. A displacement of the cover 3 in the direction B, as shown in Figure 2b, causes the horizontal leg of the coupling part 10 to be slid under the material part of the supporting surface 8 and the cam 11 is inserted into the opening 12.

Figuur 2c toont aan dat door de combinatie van koppelingsdeel 10 en nok 11 een verticale en een horizontale ver-35 schuiving van het deksel 3 ten opzichte van het bodemelement 2 wordt voorkomen.Figure 2c shows that the combination of coupling part 10 and cam 11 prevents vertical and horizontal displacement of the lid 3 relative to the bottom element 2.

In figuur 1 is duidelijk weergegeven dat de nokken 11 zich nabij het uiteinde 16 van het deksel 3 bevinden. Het optillen van het uiteinde 16 van het deksel 3 zal ervoor zorgen dat 40 de nokken 11 uit de uitsparing 12 worden getild, waardoor een horizontale verplaatsing van het deksel 3 mogelijk wordt, zodat het horizontale gedeelte van het koppelingsdeel 10 van onder de 5 steunrand 8 wordt geschoven en het deksel 3 kan worden opgetild.Figure 1 clearly shows that the cams 11 are located near the end 16 of the lid 3. Lifting the end 16 of the cover 3 will cause the cams 11 to be lifted out of the recess 12, so that a horizontal displacement of the cover 3 becomes possible, so that the horizontal part of the coupling part 10 from below the supporting edge 8 is slid and the lid 3 can be lifted.

Voor het verwijderen van het deksel zijn derhalve ten minste twee stappen noodzakelijk: 1. het omhoog verplaatsen van het uiteinde 16, en 5 2. het horizontaal verschuiven van het deksel 3.To remove the lid, therefore, at least two steps are necessary: 1. moving the end 16 upwards, and 2. sliding the lid 3 horizontally.

Het losraken van het deksel 3 ten gevolge van expanderende kabels in het kabelgootelement wordt daardoor op zekere wijze voorkomen.The release of the cover 3 as a result of expanding cables in the cable duct element is thereby prevented in a certain way.

Om de expansie van kabels die zich bevinden in de ka-10 belgoot, ten gevolge van toenemende temperatuur te verminderen, wordt volgens een verder aspect van deze uitvinding erin voorzien dat een isolerend materiaal is gelegen tussen het bovenvlak van het deksel 3 en de binnenruimte in het kabelgootelement. Bijvoorbeeld kan een dergelijk isolerend element worden gevormd 15 door isolatiemateriaal dat tegen de onderzijde van het deksel 3 is aangebracht. Bij voorkeur bezit het deksel 3 aan de onderzijde een ribbenstructuur voor het verschaffen van stevigheid, waardoor de materiaaldikte van het deksel 3 beperkt kan blijven, maar waardoor toch voldoende stevigheid aan het deksel kan wor-20 den verschaft. Tussen deze ribben, welke bij voorkeur een ho-ningraatstructuur hebben, kan een thermisch isolerend materiaal worden aangebracht, bijvoorbeeld een polyurethaanschuim of dergelijke. Dit verschaft een goede isolatie waardoor expansie van kabels in het kabelgootelement beperkt blijft en het gevaar van 25 het losraken van het deksel verder wordt beperkt.According to a further aspect of this invention, in order to reduce the expansion of cables located in the cable boat due to increasing temperature, an insulating material is provided between the upper surface of the cover 3 and the inner space. the cable duct element. Such an insulating element can for instance be formed by insulating material which is arranged against the underside of the cover 3. The lid 3 preferably has a rib structure on the underside for providing rigidity, whereby the material thickness of the lid 3 can remain limited, but whereby sufficient rigidity can nevertheless be provided to the lid. Between these ribs, which preferably have a honeycomb structure, a thermally insulating material can be provided, for example a polyurethane foam or the like. This provides good insulation, as a result of which expansion of cables in the cable duct element remains limited and the risk of the cover becoming detached is further limited.

Volgens een andere uitvoeringsvorm kan een plaatvormig of folievormig element tussen het deksel en het bodemelement worden aangebracht, waardoor een luchtlaag wordt gevormd. Een dergelijk folievormig of plaatvormig element is bij voorkeur 30 vervaardigd van een thermisch isolerend materiaal.According to another embodiment, a plate-shaped or foil-shaped element can be arranged between the cover and the bottom element, whereby an air layer is formed. Such a foil-shaped or plate-shaped element is preferably made of a thermally insulating material.

Volgens nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het deksel 3 aan de bovenzijde voorzien van een zonne-energie weerkaatsende laag. Deze kan bijvoorbeeld worden gevormd door een oppervlaktekleur die met name geschikt is voor 35 het weerkaatsen van de zonne-energie.According to yet a further preferred embodiment of the invention, the cover 3 is provided on the top with a solar-reflecting layer. This can for instance be formed by a surface color which is particularly suitable for reflecting the solar energy.

Aanliggende bodemelementen 2 kunnen onderling worden gekoppeld door zogenoemde mannetje-vrouwtjekoppelingen, waarbij een eerste uiteinde van het bodemelement 2 is voorzien van een opname (niet getoond) en een tweede uiteinde van het element 2 40 is voorzien van een invoegdeel 13, zoals getoond in figuur 1.Adjacent bottom elements 2 can be mutually coupled by so-called male-female couplings, wherein a first end of the bottom element 2 is provided with a receptacle (not shown) and a second end of the element 2 is provided with an insertion part 13, as shown in figure 1.

De ribbenstructuur in het deksel, zoals hiervoor getoond, is met name zichtbaar in figuur 5, waar het deksel 3 rib- 6 ben 14 omvat, welke tussenruimtes 15 definiëren. Een isolerend materiaal kan in deze tussenruimtes 15 worden aangebracht. Een uitgebreider overzicht van de ribbenstructuur in het deksel 3 is getoond in figuur 4, waarbij de ribben 14 in hoofdzaak een ho-5 ningraatprofiel, met additionele longitudinale versterkende ribben omvatten.The rib structure in the lid, as shown above, is particularly visible in Figure 5, where the lid 3 comprises ribs 14, which define gaps 15. An insulating material can be provided in these spaces. A more comprehensive overview of the rib structure in the lid 3 is shown in Figure 4, wherein the ribs 14 substantially comprise a honeycomb profile, with additional longitudinal reinforcing ribs.

Een nadere verduidelijking van de interactie van de flap 17 aan het uiteinde 16 en de uitsparing 18 van een aanliggend deksel 3, is getoond in figuur 3. Aan het uiteinde van de 10 flap 17 wordt een geringe ruimte 19 opengelaten waardoor ruimte wordt verschaft voor het kunnen vastgrijpen van de flap 17 om deze te kunnen optillen wanneer het deksel 3 moet worden losgenomen .A further clarification of the interaction of the flap 17 at the end 16 and the recess 18 of an adjacent cover 3 is shown in Figure 3. At the end of the flap 17 a small space 19 is left open, thereby providing space for the be able to grip the flap 17 to be able to lift it when the lid 3 has to be removed.

In het bijzonder is in figuur 1 te zien dat een extra ruimte 20 onder de flap 19 is uitgespaard waar vingers of een separaat gereedschap kunnen worden geplaatst om de flap 17 met voldoende grip te kunnen vastgrijpen. Daardoor wordt het optillen van het uiteinde 16 van het deksel 3 verbeterd.In particular it can be seen in figure 1 that an extra space 20 has been saved under the flap 19 where fingers or a separate tool can be placed in order to be able to grip the flap 17 with sufficient grip. This improves the lifting of the end 16 of the lid 3.

Claims (9)

1. Kabelgootelement, omvattende een deksel en een bo-demelement met een bodemplaat en twee zich aan tegenoverliggende zijden daarvan naar boven toe in een lengterichting van het element uitstrekkende wanden; 5. waarbij de bovenzijde van elke wand een zich in de lengterichting uitstrekkende en naar de. buitenzijde gelegen opstaande rand omvat voor het op de bovenzijde en tussen deze randen houden van het, het kabelgootelement afdekkend deksel; - waarbij elke bovenzijde ten minste één opening omvat 10 voor opname van een aan het deksel bevestigd L-vormig koppe- lingsdeel dat ten minste gedeeltelijk onder de bovenzijde is gepositioneerd .A cable duct element, comprising a cover and a bottom element with a bottom plate and two walls extending upwardly on opposite sides thereof in a longitudinal direction of the element; 5. wherein the top of each wall extends in the longitudinal direction and towards the. outermost raised edge comprises for holding the cover covering the cable duct element on top and between these edges; - wherein each top side comprises at least one opening for receiving an L-shaped coupling part attached to the cover and positioned at least partially below the top side. 2. Kabelgootelement volgens conclusie 1, waarbij de bovenzijde tevens een uitsparing omvat voor opname van een aan het 15 deksel bevestigde nok.2. Cable duct element according to claim 1, wherein the top side also comprises a recess for receiving a cam attached to the cover. 3. Kabelgootelement volgens conclusie 2, waarbij de uitsparing zich bevindt op een positie nabij een in de lengterichting gelegen uiteinde van het bodemelement.Cable duct element according to claim 2, wherein the recess is located at a position near an end of the bottom element located in the longitudinal direction. 4. Kabelgootelement volgens conclusie 1-3, waarbij het 20 deksel van een eerste element aan een uiteinde een uitstekende flap omvat die over een aanliggend uiteinde van een tweede deksel is gepositioneerd.4. Cable duct element as claimed in claims 1-3, wherein the cover of a first element comprises at one end a protruding flap which is positioned over an abutting end of a second cover. 5. Kabelgootelement volgens conclusie 4, waarbij het uiteinde van het tweede deksel een uitsparing omvat voor opname 25 van de flap van het eerste deksel.5. Cable duct element as claimed in claim 4, wherein the end of the second cover comprises a recess for receiving the flap of the first cover. 6. Deksel voor een kabelgootelement volgens conclusie 1-5, waarbij deze een onder de bovenzijde voorziene ribbenstructuur, bij voorkeur een honingraatstructuur, omvat.6. Cable duct cover as claimed in claims 1-5, wherein it comprises a rib structure provided below the upper side, preferably a honeycomb structure. 7. Deksel volgens conclusie 6, waarbij tussen de ribben 30 een isolerend materiaal is voorzien.7. Lid as claimed in claim 6, wherein an insulating material is provided between the ribs 30. 8. Deksel volgens conclusie 6-7, waarbij deze een zon-ne-energie weerkaatsend oppervlak aan de bovenzijde heeft.The lid of claims 6-7, wherein it has a solar energy reflective surface on the top. 9. Kabelgootelement volgens conclusie 1-5, waarbij deze een tussen het deksel en het bodemelement gepositioneerd plaat- 35 vormig of folievormig element omvat, bij voorkeur een thermisch isolerend element.9. Cable duct element according to claims 1-5, wherein it comprises a plate-shaped or foil-shaped element positioned between the cover and the bottom element, preferably a thermally insulating element.