NL2000212C2 - Tuininrichting. - Google Patents

Description

Q.2DL08

TUININRICHTING

5 De uitvinding heeft betrekking op een tuininrichting voorzien van een in een tuin te plaatsen watervalobject, alsmede van een watersysteem voor het toevoeren van water aan het watervalobject, waarbij het watervalobject een overloop bevat, en waarbij het aan het watervalobject toegevoerde 10 water langs de overloop naar beneden kan stromen. De uitvinding refereert tevens aan een waterobject toegepast in de tuininrichting.

Een dergelijke tuininrichting is algemeen bekend. Met name 15 tuincentra ondervinden een toenemende publieke belangstelling voor allerlei tuinornamenten en aanverwante artikelen. Deze publieke belangstelling vindt met name zijn oorsprong in een groeiende behoefte de omgeving rond het huis, in het bijzonder de tuin op aantrekkelijke wijze in te richten met 20 ornamenten, zoals fonteinen, watervallen en dergelijke. Met name de laatste jaren onderscheidt men een groeiende interesse in watervalobjecten, waaruit water op sierlijke wijze naar beneden stroomt.

25 Het is het doel van de uitvinding een tuininrichting te verschaffen die tegemoet komt aan de toenemende behoefte bij het publiek om een tuin op decoratieve wijze met behulp van watervalobjecten in te richten.

30 Hiertoe heeft een tuininrichting van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat het watervalobject een achter de overloop aangebrachte lichtbron bevat, waarbij door de lichtbron uitgezonden licht het water ter plaatse van de overloop van achteren kan belichten, -2- zodanig dat het water als een lichtgeleider functioneert teneinde het licht naar beneden te geleiden. Met andere woorden, het water ter plaatse van de overloop gedraagt zich als een lichtgeleider, alsof het water een verzameling 5 glasvezels vormt, die het van achteren uitgezonden licht in zich "gevangen" houdt en aldus naar beneden projecteert.

Aldus ontstaat een speels en sierlijk effect van naar beneden vallend water en licht.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm van een tuininrichting overeenkomstig de uitvinding bevat de overloop een vlak deel ter plaatse waarvan het licht het water van achteren kan belichten. Hierdoor wordt het door de lichtbron van achteren uitgezonden licht op doelmatige wijze ingekoppeld in het op 15 het vlakke deel stromende water dat als lichtgeleider dienst doet.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een tuininrichting volgens de uitvinding is het vlakke deel van 20 de overloop gevormd door een wanddeel van het watervalobjeet. Dit wanddeel strekt zich bij voorkeur in horizontale richting uit, zodat het stroomopwaarts uitgezonden licht efficiënt in horizontale richting wordt ingekoppeld in het op het vlakke deel stromende water. Het wanddeel deel maakt in het 25 bijzonder deel uit van een verlaagde buitenwand van het watervalobjeet. Deze verlaagde buitenwand vormt als het ware de overloop.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een 30 tuininrichting overeenkomstig de uitvinding bevat de lichtbron verscheidene LED's. Bij voorkeur zijn de LED's in een rij achter de overloop aangebracht, waarbij de rij LED's zich over de gehele lengte van de overloop uitstrekt.

-3-

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een tuininrichting volgens de uitvinding kan het watersysteem op het waternet van een woning worden aangesloten. Het watersysteem is in het bijzonder uitgerust met een waterpomp 5 die via een bij voorkeur flexibele watertoevoer is aangesloten op het watervalobjeet.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een tuininrichting overeenkomstig de uitvinding kan de lichtbron 10 op het elektriciteitsnet van een woning worden aangesloten. Met andere woorden, de lichtbron wordt door het elektriciteitsnet gevoed.

Zoals gezegd, heeft de uitvinding eveneens betrekking op een 15 watervalobject zoals gedefinieerd in de onderhavige tuininrichting. Het watervalobject is in het bijzonder uitgevoerd als een roestvaste bak met een als overloop uitgevoerde verlaagde buitenwand, waarbij de bak een aansluiting bevat voor het op de bak aansluiten van een 20 watertoevoer (bijvoorbeeld een waterslang).

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuur, waarin een voorkeursvariant van de onderhavige tuininrichting schematisch is getoond.

25

In de figuur onderscheidt men schematisch een op het waternet van een woning aangesloten watervalobject in de vorm van een roestvaste bak 1 die eventueel ter plaatse van ophangpunten 2 in een tuin kan worden opgehangen. De bak 1 bevat een bodem 3 30 en vier buiten- oftewel zijwanden 4,5,6,7, waarvan één zijwand 5 verlaagd is uitgevoerd om als overloop oftewel overstroom te kunnen fungeren. In de bodem 3 en de zijwand 7 zijn gaten 8,9 aangebracht om daarop een watertoevoer 10 te -4- kunnen aansluiten. Indien het gat 8 in de bodem 3 als wateraansluiting wordt gebruikt, dient het gat 9 in de zijwand 7 te worden afgedicht, bijvoorbeeld met behulp van een stop, en vice versa. Tevens is voorzien in een rij LED's 5 11 die achter een zich in horizontale richting uitstrekkende vlak wanddeel 12 van de verlaagde zijwand 5 is aangebracht. Een elektrische stroomgeleider 13 is nabij diens ene uiteinde via een transformator op het elektriciteitsnet van de woning aangesloten en is nabij diens andere uiteinde verbonden met 10 de rij LED's 11.

Indien de bak 1 met water wordt gevuld, zal het water na enige tijd over het vlakke wanddeel 12 naar beneden stromen. Echter, het op het vlakke wanddeel 12 stromende water wordt 15 van achteren door de rij LED's 11 belicht, zodat het uitgezonden licht in het ter plaatse stromende water wordt ingekoppeld, al ware dat water een lichtgeleider in de vorm van glasvezels. Het door het water over de vlakke wanddeel 12 naar beneden geleide licht wordt derhalve op een plaats 20 geprojecteerd waar ook het water op de grond valt. De combinatie van vallend water en verlichting vergroot de attractiviteit van het geheel.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding zich niet beperkt tot de 25 getekende uitvoeringsvorm, doch zich eveneens uitstrekt tot andere varianten vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies. Zo zal het een vakman duidelijk zijn dat de lengte van de bak 1 en het aantal gebruikte LED's 11 kan variëren.

30

Claims (10)

1. Tuininrichting voorzien van een in een tuin te plaatsen watervalobjeet (1), alsmede van een watersysteem voor het 5 toevoeren van water aan het watervalobjeet (1), waarbij het watervalobjeet (1) een overloop bevat, en waarbij het aan het watervalobjeet (1) toegevoerde water langs de overloop naar beneden kan stromen, met het kenmerk dat het watervalobjeet (1) een achter de overloop 10 aangebrachte lichtbron bevat, waarbij door de lichtbron uitgezonden licht het water ter plaatse van de overloop van achteren kan belichten, zodanig dat het water als een lichtgeleider functioneert teneinde het licht naar beneden te geleiden. 15

2. Tuininrichting volgens conclusie 1, waarbij de overloop een vlak deel (12) bevat ter plaatse waarvan het licht het water van achteren kan belichten.

3. Tuininrichting volgens conclusie 2, waarbij het vlakke deel (12) van de overloop is gevormd door een wanddeel van het watervalobjeet (1).

4. Tuininrichting volgens conclusie 3, waarbij het wanddeel 25 zich althans in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekt.

5. Tuininrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij het wanddeel deel uitmaakt van een verlaagde buitenwand (5) 30 van het watervalobjeet (1). -6-

6. Tuininrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij de lichtbron verscheidene LED's (11) bevat.

7. Tuininrichting volgens conclusie 6, waarbij de LED's (11) in een rij achter de overloop zijn aangebracht.

8. Tuininrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij het watersysteem op het waternet 10 van een woning kan worden aangesloten.

9. Tuininrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de lichtbron op het elektriciteitsnet van een woning kan worden aangesloten. 15

10 Watervalobjeet (1) zoals gedefinieerd in een tuininrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 9. 20 25 30